Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
embryo 1
emigreerden 1
emmer 1
en 7987
ene 23
enen 1
ener 2
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
7987 en
6932 de
3188 zij
3173 van

Koran

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987

                                                      bold = Main text
     Sura, Verse                                      grey = Comment text
1 Voo | Allah de Heer der hemelen en der aarde. ~De Nederlandse 2 Voo | 1945 in behandeling geweest en heeft in deze tijd verschillende 3 Voo | altijd een vertaling blijft - en dit geldt in versterkte 4 Voo | vertaling van dit Heilige Boek - en nimmer de plaats kan innemen 5 Voo | tussen fraai Nederlands en de originele bedoeling van 6 Voo | van andere heilige boeken en literatuur, omdat het hier 7 Voo | geschiedenis der vroegere Profeten en hun tegenstanders en evenzeer 8 Voo | Profeten en hun tegenstanders en evenzeer door middel van 9 Voo | kunnen zien tussen de verzen en hoofdstukken. Maar een aandachtige 10 Voo | tussen de diverse verzen en hoofdstukken tonen. ~Verzoek 11 Voo | betreffende de vertaling en de inhoud van de Heilige 12 Voo | Sparenburg, Dr K. H. E. de Jong en de Heer Abdullah van Onck, 13 Voo | Moslim Missie in Nederland. ~En ons laatste woord moge klinken: ~" 14 1, 5 | U alleen aanbidden wij en U alleen smeken wij om hulp. ~ 15 2, 3 | het onzienlijke geloven en het gebed houden en die 16 2, 3 | geloven en het gebed houden en die weldoen met hetgeen 17 2, 4 | 4. En die geloven in hetgeen u 18 2, 4 | hetgeen u is geopenbaard en in hetgeen vóór u is geopenbaard, 19 2, 4 | hetgeen vóór u is geopenbaard, en een standvastig vertrouwen 20 2, 5 | leiding van hun Heer volgen en dezen zullen slagen. ~ 21 2, 7 | 7. Allah heeft hun hart en oren verzegeld en over hun 22 2, 7 | hun hart en oren verzegeld en over hun ogen is een sluier; 23 2, 8 | 8. En er zijn mensen, die zeggen: " 24 2, 8 | zeggen: "Wij geloven in Allah en in de laatste Dag, hoewel 25 2, 9 | 9. Zij trachten Allah en de gelovigen te bedriegen, 26 2, 9 | echter niemand dan zichzelf en zij beseffen het niet. ~ 27 2, 10 | is een ziekte in hun hart en Allah heeft die ziekte verergerd; 28 2, 13 | 13. En wanneer hun wordt gezegd: " 29 2, 14 | 14. En wanneer zij de gelovigen 30 2, 15 | hun spotternij bestraffen en Hij zal hen blindelings 31 2, 17 | iemand die een vuur ontstak en toen het zijn omgeving verlichtte, 32 2, 17 | nam Allah hun licht weg en liet hen in diepe duisternis, 33 2, 18 | 18. Doof, stom en blind, derhalve keren zij 34 2, 19 | dichte duisternis, donder en bliksem komt, uit doodsangst 35 2, 20 | donker, dan staan zij stil. En, zo Allah het wilde, zou 36 2, 20 | zou Hij hun het gehoor en het gezicht kunnen ontnemen, 37 2, 21 | aanbidt uw Heer, die u en degenen, die vóór u waren, 38 2, 22 | tot een legerstede maakte en de hemel tot een gewelf 39 2, 22 | de hemel tot een gewelf en Die water van de wolken 40 2, 22 | de wolken deed nederkomen en daardoor vruchten voortbracht, 41 2, 23 | 23. En, indien gij in twijfel zijt 42 2, 23 | hoofdstuk voort te brengen en roept uw helpers buiten 43 2, 24 | gij het niet kunt doen - en gij zult het nimmer kunnen 44 2, 24 | welks brandstof mensen en stenen zign. ~ 45 2, 25 | 25. En verkondig aan degenen, die 46 2, 25 | aan degenen, die geloven en goede werken doen de blijde 47 2, 25 | voorheen werd gegeven"; en hun werd het soortgelijke 48 2, 25 | het soortgelijke gegeven. En zij zullen er reine metgezellen 49 2, 25 | reine metgezellen hebben en zij zullen er vertoeven. ~ 50 2, 26 | laat Hij daardoor dwalen en velen leidt Hij daardoor 51 2, 26 | leidt Hij daardoor terecht - en niemand laat Hij daarmede 52 2, 27 | de bekrachtiging er van en datgene, wat Allah gebood 53 2, 27 | gebood te verenigen, scheiden en die onheil op aarde stichten, 54 2, 28 | terwijl gij levenloos waart en Hij u leven schonk? Hij 55 2, 28 | Hij zal u doen sterven en daarna zal Hij u doen herleven 56 2, 28 | zal Hij u doen herleven en dan zult gij tot Hem worden 57 2, 29 | wendde Hij Zich tot de hemel en vervolmaakte deze tot zeven 58 2, 30 | 30. En toen uw Heer tot de engelen 59 2, 30 | die er onheil zal stichten en bloed zal vergieten, terwijl 60 2, 30 | met de lof die U toekomt en Uw Heiligheid prijzen," 61 2, 31 | 31. En Hij leerde Adam al de namen. 62 2, 31 | dezer) namen voor de engelen en zeide: "Noemt Mij hun namen, 63 2, 33 | namen van deze dingen", en toen hij de namen had genoemd, 64 2, 33 | de geheimen der hemelen en der aarde en Ik weet, wat 65 2, 33 | der hemelen en der aarde en Ik weet, wat gij onthult 66 2, 33 | Ik weet, wat gij onthult en wat gij verbergt?" ~ 67 2, 34 | 34. En toen Wij tot de engelen 68 2, 35 | 35. En Wij zeiden: "O Adam, verblijf 69 2, 35 | gij met uw gade in de tuin en eet overvloedig, waar gij 70 2, 36 | verleidde Satan hen beiden en dreef hen uit de staat waarin 71 2, 36 | waarin zij zich bevonden. En Wij zeiden: "Gaat heen - 72 2, 36 | een tijdelijke woonplaats en levensonderhoud voor u zijn." ~ 73 2, 38 | Gaat allen weg van hier. En, indien er leiding van Mij 74 2, 39 | Doch zij, die niet geloven en Onze tekenen verloochenen, 75 2, 40 | gunsten, welke Ik u bewees en weest getrouw aan Mijn verbond. 76 2, 40 | Mijn verbond met u houden en Mij alleen zult gij vrezen. ~ 77 2, 41 | 41. En gelooft in hetgeen Ik heb 78 2, 41 | datgene, wat gij reeds bezit en weest niet de eersten, die 79 2, 41 | tekenen voor geringe prijs en zoekt bescherming in Mij 80 2, 42 | 42. En verwart de waarheid niet 81 2, 43 | 43. En houdt het gebed en betaalt 82 2, 43 | 43. En houdt het gebed en betaalt de Zakaat en bidt 83 2, 43 | gebed en betaalt de Zakaat en bidt met hen, die bidden. ~ 84 2, 44 | mensen het goede te doen en vergeet daarbij u zelf, 85 2, 45 | Zoekt hulp door geduld en gebed; dit is inderdaad 86 2, 46 | hun Heer zullen ontmoeten en dat zij tot Hem zullen wederkeren. ~ 87 2, 48 | 48. En vreest de Dag, dat de ene 88 2, 49 | 49. En toen Wij u redden van Pharao' 89 2, 49 | kwelde, Uw zonen dodend en uw vrouwen sparend; hierin 90 2, 50 | 50. En toen Wij de zee voor u spleten 91 2, 50 | Wij de zee voor u spleten en u redden en Pharao's volk 92 2, 50 | voor u spleten en u redden en Pharao's volk lieten verdrinken, 93 2, 51 | 51. En toen Wij met Mozes een tijd 94 2, 51 | kalf, (om het te aanbidden) en gij werdt overtreders. ~ 95 2, 53 | 53. En toen gaven Wij Mozes het 96 2, 53 | gaven Wij Mozes het Boek en het oordeel des onderscheids, 97 2, 54 | 54. En toen Mozes tot zijn volk 98 2, 54 | keert terug tot Uw Schepper en doodt uw eigen ik, dat is 99 2, 55 | 55. En toen gij zeidet: "O Mozes, 100 2, 57 | 57. En Wij deden de wolken een 101 2, 57 | een schaduw over u zign en zonden u manna en kwartels, ( 102 2, 57 | u zign en zonden u manna en kwartels, (zeggende): "Eet 103 2, 58 | 58. En toen Wij zeiden: "Gaat in 104 2, 58 | zeiden: "Gaat in deze stad en eet er overvloedig, waar 105 2, 58 | poort onderdanig binnen en vraagt om vergiffenis. Wij 106 2, 58 | zullen u uw fouten vergeven en Wij zullen meer geven aan 107 2, 60 | 60. En toen Mozes om water voor 108 2, 60 | op de rots met uw staf" en er ontsprongen twaalf bronnen 109 2, 60 | zijn drinkplaats kende. Eet en drinkt van wat Allah heeft 110 2, 60 | Allah heeft voortgebracht en wandelt niet op aarde, onheil 111 2, 61 | 61. En toen gij zeidet: "O Mozes, 112 2, 61 | aarde groeit - groenten en komkommers en tarwe en linzen 113 2, 61 | groenten en komkommers en tarwe en linzen en uien - 114 2, 61 | groenten en komkommers en tarwe en linzen en uien - voor ons 115 2, 61 | komkommers en tarwe en linzen en uien - voor ons voortbrenge," 116 2, 61 | vinden, waarom gij vraagt." En zij kwamen in vernedering 117 2, 61 | zij kwamen in vernedering en arrmoede en brachten Allah' 118 2, 61 | vernedering en arrmoede en brachten Allah's toorn over 119 2, 61 | tekenen van Allah verwierpen en de profeten onrechtvaardig 120 2, 61 | want zij waren ongehoorzaam en telkens weer in overtreding. ~ 121 2, 62 | de Joden, de Christenen en de Sabianen - wie onder 122 2, 62 | wie onder hen ook in Allah en de laatste Dag geloven en 123 2, 62 | en de laatste Dag geloven en goede daden verrichten, 124 2, 62 | beloning bij hun Heer ontvangen en er zal geen vrees over hen 125 2, 63 | 63. En toen Wij een verbond met 126 2, 63 | verbond met u aangingen en de berg hoog boven u verhieven, 127 2, 63 | wat Wij u hebben gegeven en bedenkt wat het bevat, zodat 128 2, 64 | 64. Maar gij wenddet u af en, had Allah u Zijn genade 129 2, 64 | had Allah u Zijn genade en barmhartigheid niet betoond, 130 2, 66 | die in die tijd leefden en voor degenen, die na hen 131 2, 66 | degenen, die na hen kwamen en tot een les voor de godvrezenden. ~ 132 2, 67 | 67. En toen Mozes tot zijn volk 133 2, 70 | er voor ons gelijk uit; en als Allah het wil, zullen 134 2, 71 | bevloeien, een koe, gaaf en vlekkeloos." Zij zeiden: " 135 2, 72 | 72. En toen gij trachttet een mens 136 2, 72 | trachttet een mens te doden en onder elkander er over twisttet, 137 2, 73 | Allah leven aan de doden en toont u Zijn tekenen, opdat 138 2, 74 | waaruit stromen ontspringen en er zijn er zeker, die splijten 139 2, 74 | zijn er zeker, die splijten en er vloeit water uit. En 140 2, 74 | en er vloeit water uit. En sommige zijn er die uit 141 2, 74 | vrees voor Allah neervallen. En Allah is niet achteloos, 142 2, 75 | van Allah heeft vernomen en het verdraait, nadat zij 143 2, 76 | zeggen zij: "Wij geloven" en wanneer zij onder elkander 144 2, 77 | weet, wat zij verbergen en wat zij openbaar maken? ~ 145 2, 78 | 78. En sommigen hunner zijn ongeletterd; 146 2, 79 | hun eigen handen schrijven en dan zeggen: "Dit is van 147 2, 79 | hetgeen hun handen schrijven en wee hun voor hetgeen zij 148 2, 80 | 80. En zij zeggen: "Het Vuur zal 149 2, 81 | Voorzeker, die kwaad doet en door zijn zonden is omringd - 150 2, 82 | 82. Maar zij, die geloven en goede werken doen, - zij 151 2, 83 | 83. En toen Wij een verbond sloten 152 2, 83 | aanbidden, dan Allah alleen en dat gij goed zult zijn voor 153 2, 83 | uw verwanten, de wezen en de armen; spreekt goed tegen 154 2, 83 | spreekt goed tegen de mensen en houdt het gebed en geeft 155 2, 83 | mensen en houdt het gebed en geeft de Zakaat. Doch gij 156 2, 83 | behalve weinigen onder u, en gij zijt afkerig. ~ 157 2, 84 | 84. En toen Wij een verbond met 158 2, 84 | hebt Gij dit bekrachtigd en gij waart er getuige van. ~ 159 2, 85 | uw eigen broeders doodt en een gedeelte van uw volk 160 2, 85 | tegen hen helpende in zonde en overtreding. En, indien 161 2, 85 | in zonde en overtreding. En, indien zij als gevangenen 162 2, 85 | een gedeelte van het Boek en verwerpt gij een ander gedeelte? 163 2, 85 | behalve schande in dit leven; en op de Dag van Opstanding 164 2, 87 | Wij gaven Mozes het Boek en deden boodschappers de een 165 2, 87 | zijn voetsporen volgen. En Wij gaven aan Jezus, zoon 166 2, 87 | Maria, duidelijke tekenen en versterkten hem met de geest 167 2, 87 | hunner hebt gij verloochend en anderen gedood. ~ 168 2, 88 | 88. En zij zeiden: "Ons hart is 169 2, 89 | 89. En toen een Boek van Allah 170 2, 89 | herkenden zij dat niet en verwierpen het. Gods vloek 171 2, 90 | toorn op toorn over zich en er is een vernederende kastijding 172 2, 91 | 91. En wanneer er tot hen wordt 173 2, 92 | 92. En Mozes kwam voorzeker tot 174 2, 92 | genomen (om het te aanbidden) en gij waart onrechtvaardig. ~ 175 2, 93 | 93. En toen Wij een verbond met 176 2, 93 | een verbond met U sloten en de berg (Sinaï) hoog boven 177 2, 93 | hetgeen Wij u gegeven hebben en luistert," zeiden zij: " 178 2, 95 | het werk hunner handen. En Allah kent de boosdoeners 179 2, 97 | kwam, een leidraad zijnde en een blijde mare voor de 180 2, 98 | een vijand is van Allah en Zijn engelen en Zijn boodschappers 181 2, 98 | van Allah en Zijn engelen en Zijn boodschappers en Gabriël 182 2, 98 | engelen en Zijn boodschappers en Gabriël en Michaël, waarlijk, 183 2, 98 | boodschappers en Gabriël en Michaël, waarlijk, Allah 184 2, 99 | 99. En Wij hebben u voorzeker duidelijke 185 2, 99 | duidelijke tekenen gegeven en niemand, dan de overtreders, 186 2, 101| 101. En nu er een boodschapper van 187 2, 102| 102. En zij volgen dezelfde weg, 188 2, 102| de regering van Salomo - en Salomo was niet ongelovig, 189 2, 102| ongelovig waren de duivels en zij leerden de mensen leugen 190 2, 102| leerden de mensen leugen en bedrog. En (zij handelen 191 2, 102| mensen leugen en bedrog. En (zij handelen naar) hetgeen 192 2, 102| de twee engelen, Haroet en Maroet te Babylon was geopenbaard. 193 2, 102| geschil maken tussen een man en zijn vrouw, maar zij schaden 194 2, 102| dezen leren wat hen schaadt en geen goed doet, hoewel zij 195 2, 103| Indien zij hadden geloofd en rechtvaardig gehandeld, 196 2, 104| maar zegt: "Onzornaa" en luistert. Er is voor de 197 2, 105| de mensen van het Boek, en de afgodendienaren, gunnen 198 2, 105| barmhartigheid, wie Hij wil en Allah is de Heer van grote 199 2, 107| het koninkrijk der hemelen en der aarde aan Allah behoort? 200 2, 107| aarde aan Allah behoort? En buiten Allah is er geen 201 2, 109| geworden. Maar vergeeft en weest toegefelijk totdat 202 2, 110| 110. En onderhoudt het gebed en 203 2, 110| En onderhoudt het gebed en betaalt de Za'kaat; het 204 2, 111| 111. En zij zeggen: "Niemand, behalve 205 2, 111| Niemand, behalve de Joden en de Christenen, zal ooit 206 2, 112| volledig aan Allah onderwerpt en goede daden verricht, zal 207 2, 113| hebben geen ware grondslag en de Christenen zeggen: "De 208 2, 114| 114. En wie is onrechtvaardiger 209 2, 114| verheerlijkt in Allah's bedehuizen en deze tracht te vernietigen? 210 2, 114| over hen in deze wereld en er zal een grote straf voor 211 2, 115| 115. En aan Allah behoort het Oosten 212 2, 115| Allah behoort het Oosten en het Westen; waarheen gij 213 2, 116| 116. En zij zeggen: "Allah heeft 214 2, 116| alles, wat in de hemelen en op aarde is, behoort Hem 215 2, 116| aarde is, behoort Hem toe en alles gehoorzaamt Hem. ~ 216 2, 117| Schepper van de hemelen en aarde. Wanneer Hij iets 217 2, 117| zegt Hij slechts: "Wees" en het wordt". ~ 218 2, 118| 118. En de onwetenden zeggen: "Waarom 219 2, 119| drager van blijde tijdingen en waarschuwer gezonden met 220 2, 119| gezonden met de Waarheid. En gij zult niet verantwoordelijk 221 2, 120| 120. En de Joden en de Christenen 222 2, 120| 120. En de Joden en de Christenen zullen u nooit 223 2, 120| de Merkelijke leiding". En, indien gij hun wensen volgt, 224 2, 121| het, die er in geloven. En die er niet in geloven, 225 2, 123| 123. En vreest de Dag, waarop geen 226 2, 124| 124. En toen Abrahams Heer hem met 227 2, 124| zekere opdrachten beproefde en Abraham deze vervulde, zeide 228 2, 124| maken". Abraham vroeg: "En ook aran onder mijn nakomelingen?" 229 2, 125| 125. En toen Wij het Huis tot een 230 2, 125| verzameling voor de mensheid en een toevluchtsoord maakten, 231 2, 125| een plaats voor gebed". En Wij geboden Abraham en Ismaël, 232 2, 125| En Wij geboden Abraham en Ismaël, zeggende: "Reinigt 233 2, 125| die de ommegang verrichten en voor degenen, die er toegewijd 234 2, 125| toegewijd in verblijven en voor degenen, die zich neder 235 2, 125| degenen, die zich neder buigen en zich ter aarde werpen. ~ 236 2, 126| 126. En toen Abraham bad: "Mijn 237 2, 126| toch tot een oord van vrede en geef vruchten aan haar bewoners, 238 2, 126| bewoners, die aan Allah en de laatste dag geloven", 239 2, 127| 127. En toen Abraham en Ismaël de 240 2, 127| 127. En toen Abraham en Ismaël de muren van het 241 2, 128| beiden aan U onderdanig en maak van ons nageslacht 242 2, 128| volk, dat U onderdanig zij. En toon ons onze wijzen van 243 2, 128| onze wijzen van aanbidding en wend U met barmhartigheid 244 2, 128| Gij zijt Berouwaanvaardend en Genadevol. ~ 245 2, 129| tekenen zal verkondigen en hun het Boek en de Wijsheid 246 2, 129| verkondigen en hun het Boek en de Wijsheid zal verklaren 247 2, 129| de Wijsheid zal verklaren en hen zal louteren. Voorzeker, 248 2, 130| 130. En wie zal zich van het geloof 249 2, 130| deze wereld uitverkoren en in de volgende zal hij gewis 250 2, 132| 132. En hetzelfde legde Abraham 251 2, 132| Abraham aan zijn zonen op en Jacob deed desgelijks, zeggende: " 252 2, 133| toen de dood tot Jacob kwam en hij tot zijn zonen zeide: " 253 2, 133| vaderen, Abraham, Ismaël en Izaäk, de enige God, aan 254 2, 134| hetgeen zij verdienden en voor u is, hetgeen gij verdient 255 2, 134| is, hetgeen gij verdient en gij zult niet worden ondervraagd 256 2, 135| 135. En zij zeggen: "Weest Joden 257 2, 136| Zegt: "Wij geloven in Allah en in hetgeen ons is geopenbaard 258 2, 136| hetgeen ons is geopenbaard en in hetgeen tot Abraham, 259 2, 136| Abraham, Ismaël, Izaäk, Jacob en de stammen werd nedergezonden 260 2, 136| stammen werd nedergezonden en in hetgeen aan Mozes en 261 2, 136| en in hetgeen aan Mozes en Jezus werd gegeven en in 262 2, 136| Mozes en Jezus werd gegeven en in hetgeen aan alle andere 263 2, 136| geen onderscheid tussen hen en aan Hem onderwerpen wij 264 2, 137| 137. En indien zij geloven, zoals 265 2, 138| Allah's kleur tot de uwe en wie is beter in kleur, dan 266 2, 139| Allah, terwijl Hij uw Heer en onze Heer is? En voor ons 267 2, 139| uw Heer en onze Heer is? En voor ons zijn onze werken 268 2, 139| voor ons zijn onze werken en voor u uw werken. En Hem 269 2, 139| werken en voor u uw werken. En Hem alleen zijn wij oprecht 270 2, 140| 140. Zegt gij, dat Abraham en Ismaël en Izaäk en Jacob 271 2, 140| gij, dat Abraham en Ismaël en Izaäk en Jacob en de stammen 272 2, 140| Abraham en Ismaël en Izaäk en Jacob en de stammen Joden 273 2, 140| Ismaël en Izaäk en Jacob en de stammen Joden of Christenen 274 2, 140| gij het beter of Allah?" En wie is onrechtvaardiger, 275 2, 140| die hij van Allah heeft? En Allah is niet onbekend met 276 2, 141| hetgeen zij verdienden en voor u is, hetgeen gij verdient; 277 2, 141| is, hetgeen gij verdient; en gij zult niet worden ondervraagd 278 2, 142| Allah behoort het Oosten en het Westen. Hij leidt, wie 279 2, 143| 143. En zo hebben Wij u tot een 280 2, 143| zijn tegenover de mensen en de Gezant zij een getuige 281 2, 143| die hem de rug toekeert. En dit is inderdaad zeer moeilijk, 282 2, 143| die Allah heeft geleid. En Allah zal u uw geloof niet 283 2, 143| voorzeker, Allah is Liefderijk en Genadevol jegens de mensen. ~ 284 2, 144| aanaangezicht naar de Heilige Moskee en waar gij ook moogt zijn, 285 2, 144| uw aangezicht daarheen. En voorzeker, zij wie het Boek 286 2, 145| Qiblah van anderen volgen. En indien gij aan hun wens 287 2, 149| de Waarheid van uw Heer. En Allah is niet achteloos 288 2, 150| niet, maar vreest Mij - en opdat Ik Mijn gunst aan 289 2, 150| gunst aan u moge voltooien en opdat gij juist geleid moogt 290 2, 151| verkondigt, u zuivert, u het Boek en de Wijsheid onderwijst en 291 2, 151| en de Wijsheid onderwijst en u leert, hetgeen gij niet 292 2, 152| 152. Gedenkt Mij daarom en Ik zal u gedenken en weest 293 2, 152| daarom en Ik zal u gedenken en weest Mij dankbaar en weest 294 2, 152| gedenken en weest Mij dankbaar en weest Mij niet ondankbaar. ~ 295 2, 153| gelooft, zoekt hulp met geduld en gebed; voorzeker, Allah 296 2, 154| 154. En zegt niet van degenen, die 297 2, 155| 155. En Wij zullen u een weinig 298 2, 155| van bezittingen, levens en vruchten; maar verkondig 299 2, 156| Voorzeker, wij zijn van Allah en tot Hem zullen wij wederkeren". ~ 300 2, 157| het, op wie de zegeningen en de barmhartigheid van hun 301 2, 157| barmhartigheid van hun Heer rusten en dezen zijn het, die de rechte 302 2, 158| 158. Voorzeker, Safaa en Marwah zijn onder de tekenen 303 2, 158| om beiden (heen) loopt. En wie vrijwillig goed doet, 304 2, 159| hetgeen Wij aan tekenen en leiding hebben nedergezonden, 305 2, 159| het, die Allah vervloekt en zij die het recht hebben 306 2, 160| Maar zij, die berouw hebben en zich beteren en (de Waarheid) 307 2, 160| berouw hebben en zich beteren en (de Waarheid) verkondigen, 308 2, 161| Voorzeker, die verwerpen en als ongelovigen sterven, 309 2, 161| de vloek komen van Allah en van de engelen en van alle 310 2, 161| Allah en van de engelen en van alle mensen. ~ 311 2, 163| 163. En uw God is één God, er is 312 2, 164| de schepping der hemelen en der aarde en in de wisseling 313 2, 164| der hemelen en der aarde en in de wisseling van nacht 314 2, 164| in de wisseling van nacht en dag en in de schepen die 315 2, 164| wisseling van nacht en dag en in de schepen die de zee 316 2, 164| mensen tot voordeel strekt; en in het water dat Allah van 317 2, 164| doet herleven na haar dood en daarop alle soorten dieren 318 2, 164| soorten dieren verspreidt, en in de verandering der winden, 319 2, 164| verandering der winden, en in de wolken die tussen 320 2, 164| wolken die tussen de hemel en de aarde in dienst zijn 321 2, 165| aanbidding buiten Allah nemen en ze liefhebben, zoals zij 322 2, 165| in hun liefde voor Allah. En als zij die overtreden ( 323 2, 165| macht aan Allah toebehoort en dat Allah streng is in het 324 2, 166| volgelingen zullen verzaken en de straf zullen bemerken 325 2, 166| de straf zullen bemerken en al hun banden zullen worden 326 2, 167| werken tonen tot wroeging en zij zullen het Vuur niet 327 2, 168| eet van hetgeen geoorloofd en goed is op aarde en treedt 328 2, 168| geoorloofd en goed is op aarde en treedt niet in de voetstappen 329 2, 169| gebiedt u alleen, wat kwaad en wat onrein is en dat gij 330 2, 169| wat kwaad en wat onrein is en dat gij over Allah zegt, 331 2, 170| 170. En wanneer er tot hen wordt 332 2, 170| het geheel geen verstand en volgden zij ook de rechte 333 2, 171| hoort, het blijft een roep en een schreeuw. Zij zijn doof, 334 2, 171| schreeuw. Zij zijn doof, stom en blind, zij begrijpen dus 335 2, 172| waarmede Wij u hebben voorzien en dankt Allah, indien gij 336 2, 173| bloed, het varkensvlees en datgene, waarover een andere 337 2, 173| Maar hij, die gedwongen is en dit niet wenst en geen overtreder 338 2, 173| gedwongen is en dit niet wenst en geen overtreder is, op hem 339 2, 174| geopenbaard, namelijk het Boek en het voor een geringe prijs 340 2, 175| leiding hebben aanvaard en straf voor vergiffenis. 341 2, 176| Waarheid heeft nedergezonden en voorzeker, zij, die tegen 342 2, 177| Dag, de engelen, het Boek en de profeten gelooft en die 343 2, 177| Boek en de profeten gelooft en die van zijn vermogen geeft 344 2, 177| de reiziger, de bedelaars en voor het vrijkopen van slaven 345 2, 177| het vrijkopen van slaven en die het gebed onderhoudt 346 2, 177| die het gebed onderhoudt en de Zakaat betaalt; verder 347 2, 177| wanneer zij een belofte doen en de geduldigen in armoede, 348 2, 177| in armoede, in kwellingen en in oorlogstijd; dezen zijn 349 2, 177| hebben, waarachtig te zijn en dezen zijn vromen. ~ 350 2, 178| de slaaf tegen de slaaf en de vrouw tegen de vrouw. 351 2, 178| moet de eis billijk zijn, en betaling moet hem worden 352 2, 178| goedheid. Dit is verzachting en barmhartigheid van uw Heer. 353 2, 179| 179. En in vergelding is leven voor 354 2, 180| dood tot één uwer komt, en hij een vermogen nalaat, 355 2, 180| testament opmake voor ouders en naaste familieleden, billijkerwijze. 356 2, 181| 181. En hij, die het vervalst nadat 357 2, 182| of een fout heeft begaan, en die een schikking treft ( 358 2, 185| mensen werd nedergezonden en als duidelijke bewijzen 359 2, 185| duidelijke bewijzen van leiding en onderscheid. Wie onder u 360 2, 185| Allah wenst gemak voor u en geen ongemak, en opdat gij 361 2, 185| voor u en geen ongemak, en opdat gij het aantal zult 362 2, 185| het aantal zult voltooien en opdat gij Allah's grootheid 363 2, 185| Hij u terecht heeft geleid en opdat gij dankbaar zult 364 2, 186| 186. En wanneer Mijn dienaren u 365 2, 186| moeten zij naar Mij luisteren en in Mij geloven, opdat zij 366 2, 187| Zij zijn een gewaad voor u en gij zijt haar een gewaad. 367 2, 187| gehandeld tegenover uzelf en heeft Zich met barmhartigheid 368 2, 187| barmhartigheid tot u gewend en u verlichting geschonken. 369 2, 187| moogt gij nu tot haar ingaan en betrachten, hetgeen Allah 370 2, 187| Allah u heeft verordend; en eet en drinkt, totdat bij 371 2, 187| heeft verordend; en eet en drinkt, totdat bij de dageraad 372 2, 187| het vallen van de avond. En verbreng uw tijd niet met 373 2, 188| 188. En verteert uw rijkdommen niet 374 2, 188| elkander door valse middelen en brengt ze niet naar de rechters, 375 2, 189| tijdsaanwijzingen voor de mensen en voor de bedevaart." Het 376 2, 189| huizen door de deuren binnen en vreest, Allah, opdat gij 377 2, 190| 190. En strijdt voor de zaak van 378 2, 191| 191. En doodt hen, waar gij hen 379 2, 191| waar gij hen ook ontmoet en drijft hen uit, vanwaar 380 2, 191| vervolging is erger dan doden. En bevecht hen niet nabij de 381 2, 193| 193. En bestrijdt hen, totdat er 382 2, 193| geen vervolging meer is en de godsdienst alleen voor 383 2, 194| hij tegen u heeft gedaan. En vreest Allah en weet, dat 384 2, 194| gedaan. En vreest Allah en weet, dat Allah met de godvruchtzgen 385 2, 195| 195. En besteedt uw bezit voor de 386 2, 195| bezit voor de zaak van Allah en stort u niet met uw eigen 387 2, 196| 196. En voleindigt de Hadj (pilgrimstocht) 388 2, 196| de Hadj (pilgrimstocht) en Omrah, ter wille van Allah, 389 2, 196| gemakkelijk verkrijgbaar is en scheert uw hoofd niet, voordat 390 2, 196| bestemming heeft bereikt. En wie onder u ziek is of een 391 2, 196| door een offer te brengen. En wanneer gij veilig zijt, 392 2, 196| gedurende de bedevaart vasten en zeven dagen, wanneer (men) 393 2, 196| de Heilige Moskee woont. En vreest Allah en weet, dat 394 2, 196| Moskee woont. En vreest Allah en weet, dat Allah streng is 395 2, 197| gedurende de bedevaart mag zijn. En wat gij ook aan goeds doet, 396 2, 197| goeds doet, Allah weet het. En rust u uit met het nodige, 397 2, 197| uitrusting is godsvrucht. En vreest Mij alleen, o mensen 398 2, 198| te het Sacrale Monument en gedenkt Hem, omdat Hij u 399 2, 199| vanwaar het volk voortgaat en zoekt vergiffenis van Allah; 400 2, 200| 200. En wanneer gij uw wijdingen 401 2, 200| zoals gij uw vaderen gedenkt en zelfs meer dan dat. En er 402 2, 200| gedenkt en zelfs meer dan dat. En er zijn mensen, die zeggen: " 403 2, 201| alsook in de komende wereld en bescherm ons voor de marteling 404 2, 202| hetgeen zij hebben verdiend. En Allah is vlug in het verrekenen. ~ 405 2, 203| 203. En gedenkt Allah gedurende 406 2, 203| voor hem geen zonde zijn en wie achterblijft, ook voor 407 2, 203| God vreest. Vreest Allah en weet, dat gij voor Hem zult 408 2, 204| 204. En onder de mensen is iemand, 409 2, 204| dit leven u zou behagen en hij stelt Allah tot getuige 410 2, 204| voor wat in zijn hart is en toch is hij de meest twistzieke. ~ 411 2, 205| om er wanorde te stichten en de oogst en het nageslacht ( 412 2, 205| te stichten en de oogst en het nageslacht (van de mens) 413 2, 206| 206. En wanneer er tegen hem wordt 414 2, 206| hel goed genoeg voor hem en voorzeker, deze is een kwade 415 2, 207| 207. En onder de mensen is iemand, 416 2, 208| komt in volledige overgave en volgt de voetstappen van 417 2, 210| niets anders, dan dat Allah en de engelen in de schaduw 418 2, 210| der wolken tot hen komen en dat de zaak beslist wordt. 419 2, 210| dat de zaak beslist wordt. En tot Allah worden alle dingen 420 2, 212| schoonschijnend gemaakt en zij bespotten de gelovigen. 421 2, 213| brengers van goede tijdingen en als waarschuwers en zond 422 2, 213| tijdingen en als waarschuwers en zond met hen het Boek neder, 423 2, 213| waarin zij verschilden. En niemand verschilde er over, 424 2, 213| waarover zij hot oneens waren; en Allah leidt naar het rechte 425 2, 214| over u is gekomen? Armoede en tegenslagen kwamen over 426 2, 214| tegenslagen kwamen over hen en zij werden hevig geschokt, 427 2, 214| totdat de boodschapper en de gelovigen met hem zeiden: " 428 2, 215| verwanten, wezen, behoeftigen en reizigers. En welke weldaad 429 2, 215| behoeftigen en reizigers. En welke weldaad gij ook doet - 430 2, 216| terwijl het goed voor u is en het kan zijn, dat u iets 431 2, 216| voor u is. Allah weet het en gij weet het niet. ~ 432 2, 217| weg van Allah af te houden en Hem ondankbaar te zijn en ( 433 2, 217| en Hem ondankbaar te zijn en (de toegang tot) de Heilige 434 2, 217| Moskee (te verhinderen) en haar mensen er van te verdrijven, 435 2, 217| Allah een grotere zonde; en vervolging is erger dan 436 2, 217| vervolging is erger dan doden." En zij zullen niet ophouden, 437 2, 217| van zijn geloof afkeert en sterft als een ongelovige - 438 2, 217| tevergeefs zijn in deze wereld en in de toekomende. Dezulken 439 2, 217| de bewoners van het Vuur en zij zullen daarin verblijven. ~ 440 2, 218| 218. Zij, die geloven en zij die voor de zaak van 441 2, 218| Allah hun land verlaten en er voor ijveren, zijn het, 442 2, 218| barmhartigheid verwachten en Allah is Vergevensgezind, 443 2, 219| Zij vragen u omtrent wijn en kansspel. Zeg hun: "In beide 444 2, 219| In beide is groot nadeel en ook enig voordeel voor de 445 2, 219| groter dan het voordeel." En zij vragen u, wat zij moeten 446 2, 219| duidelijk, opdat gij over deze en de volgende wereld zult 447 2, 220| 220. En zij vragen u omtrent de 448 2, 220| welzijn is een goede daad. En als gij met hen omgaat zijn 449 2, 220| omgaat zijn zij uw broeders. En Allah weet de kwaadstichters 450 2, 220| vredestichters te onderscheiden. En indien Allah het had gewild, 451 2, 221| 221. En huwt geen afgodendienaressen 452 2, 221| ofschoon zij u moge behagen. En huwt haar (gelovige vrouwen) 453 2, 221| Allah noodt u tot de Hemel en tot vergiffenis door Zijn 454 2, 221| vergiffenis door Zijn gebod. En Hij maakt Zijn tekenen aan 455 2, 222| 222. En zij vragen u omtrent de 456 2, 222| menstruatie van de vrouwen weg en gaat niet tot haar in, voordat 457 2, 222| die zich tot Hem wenden en zich rein houden. ~ 458 2, 223| akker, zoals het u behaagt en doet goed voor uzelf en 459 2, 223| en doet goed voor uzelf en vreest Allah en weet, dat 460 2, 223| voor uzelf en vreest Allah en weet, dat gij Hem zult ontmoeten 461 2, 223| dat gij Hem zult ontmoeten en geef goede tijdingen aan 462 2, 224| 224. En verschuilt u niet achter 463 2, 224| onthouden van het goeddoen en het rechtvaardig handelen 464 2, 224| het rechtvaardig handelen en het stichten van vrede tussen 465 2, 227| 227. En indien zij besluiten tot 466 2, 228| menstruatieperioden wachten; en het is haar niet geoorloofd, 467 2, 228| verbergen, indien zij in Allah en de laatste dag geloven; 468 2, 228| de laatste dag geloven; en haar echtgenoten hebben 469 2, 228| indien zij verzoening wensen. En vóór haar geldt hetzelfde 470 2, 229| met vriendelijkheid weg. En het is u niet geoorloofd, 471 2, 230| echtgenoot heeft gehuwd en indien deze van haar scheidt, 472 2, 231| 231. En wanneer gij van uw vrouwen 473 2, 231| gij van uw vrouwen scheidt en zij het einde van de haar 474 2, 231| zijn eigen ziel onrecht. En drijft niet de spot met 475 2, 231| spot met Allah's geboden en gedenkt Allah's gunst aan 476 2, 231| gedenkt Allah's gunst aan u en (gedenkt) het Boek en de 477 2, 231| u en (gedenkt) het Boek en de wijsheid, die Hij u heeft 478 2, 231| waarmede Hij u vermaant. En vreest Allah en weet, dat 479 2, 231| vermaant. En vreest Allah en weet, dat Allah de Kenner 480 2, 232| 232. En wanneer gij van vrouwen 481 2, 232| gij van vrouwen scheidt en zij het einde van haar wachtperiode 482 2, 232| hem, die onder u in Allah en de laatste dag gelooft. 483 2, 232| dag gelooft. Het is beter en reiner voor u; Allah weet 484 2, 232| reiner voor u; Allah weet en gij niet. ~ 485 2, 233| zoogtijd wensen te voltooien. En op de vader rust de zorg 486 2, 233| rust de zorg voor voedsel en kleding voor haar volgens 487 2, 233| aangedaan wegens zijn kind en hetzelfde geldt voor de 488 2, 233| wederzijdse overeenkomst en overleg, rust er geen schuld 489 2, 233| rust er geen schuld op hen. En als gij verkiest, een min 490 2, 233| naar billijkheid betaalt. En vreest Allan en weet, dat 491 2, 233| betaalt. En vreest Allan en weet, dat Allah ziet, wat 492 2, 234| 234. En diegenen uwer, die sterven 493 2, 234| diegenen uwer, die sterven en vrouwen achterlaten, (hun 494 2, 234| vrouwen) moeten vier maanden en tien dagen wachten. Wanneer 495 2, 235| 235. En er zal geen schuld op u 496 2, 235| de goede wijze spreekt. En besluit niet tot de huwelijksband, 497 2, 235| wachttijd ten einde is. En weet, dat Allah weet, wat 498 2, 235| wat in uw gedachten is en vreest derhalve voor Hem 499 2, 235| vreest derhalve voor Hem en weet, dat Allah Vergevensgezind, 500 2, 236| rijke naar zijn middelen en de arme naar zijn middelen,


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License