1-500 | 501-732
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
501 35, 4 | ook werden verloochend; maar tot Allah worden alle dingen
502 35, 7 | voor hen die niet geloven. Maar er is vergiffenis en een
503 35, 15 | zijt afhankelijk van Allah, maar Allah is de Onafhankelijke,
504 35, 22 | doet hen horen die Hij wil, maar gij kunt degenen die in
505 35, 36 | 36. Maar voor de ongelovigen is het
506 35, 42 | volgen dan andere volkeren. Maar toen een waarschuwer tot
507 35, 43 | smeden van boze plannen. Maar het slechte komplot is een
508 35, 45 | oppervlakte ervan achterlaten; maar Hij schenkt hun uitstel
509 36, 14 | tot hen twee boodschappers maar zij verloochenden dezen
510 36, 32 | 32. Maar gewis, allen zullen tezamen
511 36, 46 | 46. Maar er komt geen teken tot hen
512 36, 61 | 61. Maar dat gij Mij zoudt dienen?"
513 36, 65 | Wij hun mond verzegelen, maar hun handen zullen tot ons
514 36, 66 | pad hebben willen haasten. Maar hoe konden zij zien? ~
515 36, 75 | Dezen kunnen hen niet helpen maar zij zullen als een schare
516 37, 10 | 10. Maar hij die steelsgewijze opvangt,
517 37, 30 | hadden geen macht over u, maar gij waart een overtredend
518 37, 40 | 40. Maar de uitverkoren dienaren
519 37, 98 | komplot tegen hem gesmeed, maar Wij vernederden hen. ~
520 37, 127| 127. Maar zij verloochenden hem en
521 37, 152| Allah heeft verwekt." Maar zij zijn stellig leugenaars. ~
522 37, 170| Toch verwerpen zij deze, maar zij zullen het weldra te
523 37, 177| 177. Maar wanneer deze op hun land
524 38, 2 | 2. Maar de ongelovigen zijn in valse
525 38, 23 | negentig ooien, en ik heb maar één ooi. Toch zegt hij: '
526 38, 55 | is (voor de gelovigen). Maar voor de opstandigen zal
527 39, 7 | zeker onafhankelijk van u. Maar Hij houdt niet van ondankbaarheid
528 39, 9 | aan hen die niet weten?" Maar alleen de verstandigen trekken
529 39, 20 | 20. Maar voor hen die hun Heer vrezen
530 39, 29 | roem behoort aan Allah. Maar de meesten onder hen begrijpen
531 39, 39 | plaats, ik ben ook werkzaam, maar weldra zult gij weten ~
532 39, 45 | Hiernamaals niet geloven samen, maar wanneer degenen naast Hem
533 39, 49 | slechts een beproeving; maar de meesten onder hen beseffen
534 39, 71 | antwoorden: "Ja zeker!" Maar nu is de uitspraak van de
535 40, 12 | Allah de Ene werd genoemd, maar toen Hem medegoden werden
536 40, 13 | van de hemel nederzendt; maar niemand trekt er lering
537 40, 20 | Allah richt naar waarheid, maar degenen die zij aanroepen
538 40, 24 | Pharao en Hamaan en Korach, maar zij zeiden: "Hij is een
539 40, 25 | en ontziet hun vrouwen." Maar het plan der ongelovigen
540 40, 28 | rust zijn leugen op hem; maar als hij oprecht is, dan
541 40, 29 | de hoogsten in het land. Maar wie zal ons beschermen tegen
542 40, 34 | met duidelijke tekenen, maar gij bleeft twijfeles aan
543 40, 40 | hiervan worden vergolden; maar wie goed doet, man of vrouw,
544 40, 50 | antwoorden: "Bidt dan." Maar het bidden der ongelovigen
545 40, 57 | de schepping der mensen maar de meeste mensen beseffen
546 40, 60 | Ik zal uw gebed verhoren. Maar zij die te hoogmoedig zijn
547 40, 82 | zij op aarde achterlieten. Maar alles wat zij verwierven
548 40, 85 | 85. Maar nadat zij Onze straf hadden
549 41, 4 | tijding en als waarschuwer. Maar de meesten hunner wenden
550 41, 13 | 13. Maar indien zij zich afwenden,
551 41, 15 | 15. Maar de Aad handelden ten onrechte
552 41, 17 | betreft, Wij gaven leiding, maar zij verkozen blindheid boven
553 41, 22 | tegen u zouden afleggen, maar gij dacht, dat Allah onbekend
554 41, 26 | Luistert niet naar deze Koran, maar maakt leven daarbij opdat
555 41, 27 | 27. Maar Wij zullen zeker de ongelovigen
556 41, 30 | Vreest niet, noch treurt; maar verheugt u over het paradijs
557 41, 35 | 35. Maar het is niemand gegeven behalve
558 41, 37 | neder voor de zon of de maan maar werpt u neder voor Allah
559 41, 38 | 38. Maar al tonen zij (de ongelovigen)
560 41, 39 | droog en verschroeid ziet, maar wanneer Wij er water op
561 41, 44 | genezing voor de gelovigen." Maar de ongelovigen hebben doofheid
562 41, 45 | Wij gaven Mozes het Boek, maar men verschilde er over van
563 41, 49 | moe het goede te vragen; maar als het kwade hem treft
564 41, 50 | het Uur zal plaatsvinden. Maar indien ik tot mijn Heer
565 41, 51 | zich af en gaat terzijde, maar wanneer het kwade hem raakt,
566 42, 5 | uiteengescheurd boven hen, maar de engelen verheerlijken
567 42, 6 | nemen, over hen waakt Allah: maar gij (profeet) zijt geen
568 42, 8 | enkel volk hebben gemaakt, maar Hij laat in Zijn barmhartigheid
569 42, 15 | slechte begeerten niet, maar zeg: "Ik geloof in elk Boek
570 42, 18 | vragen het te verhaasten maar de gelovigen vrezen er voor
571 42, 20 | ook hem geven Wij daarvan, maar hij zal in het Hiernamaals
572 42, 22 | het zal hen zeker treffen. Maar degenen, die geloven en
573 42, 24 | Hij uw hart verzegelen. Maar Allah zal de leugen uitvagen
574 42, 26 | meer uit Zijn overvloed maar de ongelovigen zullen een
575 42, 34 | de mensen) verdienen - maar Hij vergeeft veel. - ~
576 42, 40 | is het daaraan gelijke; maar wie vergeeft en verbetering
577 42, 41 | 41. Maar er is geen verwijt tegen
578 42, 48 | 48. Maar indien zij zich afwenden
579 42, 48 | verheugt hij zich er in. Maar indien hun een kwaad overkomt
580 42, 52 | noch wat het geloof was. Maar Wij maakten het tot een
581 43, 30 | 30. Maar nu de Waarheid tot hen is
582 43, 35 | 35. En versieringen. Maar dat alles is niets dan een
583 43, 47 | 47. Maar toen hij met Onze tekenen
584 43, 50 | 50. Maar toen Wij de straf van hen
585 43, 61 | 61. Maar dit is een teken van het
586 43, 61 | Twijfelt er daarom niet aan, maar volgt Mij. Dit is het rechte
587 43, 65 | 65. Maar vele groepen uit hun midden
588 43, 78 | brachten u zeker de Waarheid maar de meesten uwer waren er
589 44, 10 | 10. Maar wacht op de Dag waarop de
590 44, 15 | voor een wijle wegnemen, maar zij zullen stellig terugvallen. ~
591 44, 28 | 28. Zo was het, maar Wij deden ze een ander volk
592 44, 39 | ze slechts in waarheid, maar de meesten hunner begrijpeen
593 45, 18 | gewezen; volg die daarom, maar volg de begeerten der onwetenden
594 45, 19 | vrienden onder elkander, maar Allah is de Vriend der godvruchtigen. ~
595 45, 24 | de tijd vernietigt ons." Maar zij hebben daaromtrent geen
596 45, 26 | waarover geen twijfel is. Maar de meeste mensen begrijpen
597 45, 30 | 30. Maar wat hen betreft, die geloofden
598 45, 31 | 31. Maar tot de ongelovigen (zal
599 46, 3 | voor een vastgestelde tijd; maar de ongelovigen wenden zich
600 46, 10 | en hij geloofde (in hem) maar gij zijt hoovaardig? Voorwaar
601 46, 17 | 17. - Maar degene, die tot zijn ouders
602 46, 17 | belofte van Allah is waar." Maar hij (de zoon) zegt: "Dit
603 46, 23 | ben gezonden aan u over, maar ik zie dat gij een onwetend
604 46, 26 | ogen en een hart gegeven. Maar hun oren, noch hun ogen
605 47, 2 | 2. Maar zij, die geloven en goede
606 47, 8 | 8. Maar de ongelovigen wacht vernietiging
607 47, 17 | 17. Maar van hen die de leiding volgen
608 47, 18 | van zijn reeds gekomen, maar hoe zal voor hen de herinnering
609 47, 20 | geen Soerah geopenbaard?" Maar wanneer een beslissende
610 47, 20 | die bezwijmt in de dood. Maar voor hen ware het beter, ~
611 47, 26 | sommige zaken gehoorzamen." Maar Allah kent hun geheimen. ~
612 47, 30 | merkteken zoudt kennen. Maar gij zult hen gewis aan hun
613 47, 38 | van uw vermogen) te geven, maar er zijn sommigen onder u
614 48, 16 | een goede beloning geven, maar indien gij u omkeert zoals
615 48, 17 | doorheen rivieren stromen: maar wie zich omkeert, hem zal
616 48, 21 | niet hebt kunnen behalen, maar Allah heeft deze in zijn
617 48, 25 | hebben toegestaan te vechten, maar Hij deed dat niet) opdat
618 49, 1 | Allah en Zijn boodschapper, maar vreest Allah. Voorwaar Hij
619 49, 5 | het beter voor hen zijn. Maar Allah is Vergevensgezind,
620 49, 7 | moeilijkheden zijn geraakt, maar Allah heeft in uw hart het
621 49, 9 | een schikking onder hen, maar indien één hunner tegen
622 49, 14 | Gij gelooft nog niet, maar zegt liever: Wij hebben
623 49, 14 | nog niet binnengedrongen. Maar indien gij Allah en Zijn
624 50, 2 | 2. Maar zij verwonderen zich dat
625 50, 27 | maakte hem niet opstandig maar hij was te ver afgedwaald." ~
626 50, 36 | 36. Maar hoevele geslachten hebben
627 50, 36 | Zij trokken door het land, maar was er een toevluchtsoord
628 51, 15 | 15. Maar de rechtvaardigen zullen
629 51, 26 | 26. Maar hij ging rustig naar zijn
630 51, 36 | 36. Maar Wij vonden er slechts één
631 51, 39 | 39. Maar deze wendde zich af om zijn
632 51, 44 | 44. Maar zij overtraden het gebod
633 51, 55 | 55. Maar ga door met het vermanen
634 52, 27 | 27. Maar Allah is ons genadig geweest
635 52, 42 | een plan smeden (tegen u)? Maar de ongelovigen zullen door
636 52, 47 | onrechtvaardigen is hiervoor een straf. Maar de meesten hunner beseffen
637 53, 28 | 28. Maar zij hebben daar geen kennis
638 54, 2 | 2. Maar als zij (de ongelovigen)
639 54, 3 | volgen hun eigen begeerten. Maar elke verordening (Gods)
640 54, 5 | 5. Volmaakte wijsheid; maar de waarschuwingen helpen
641 54, 29 | 29. Maar zij riepen hun metgezel,
642 55, 46 | 46. Maar er zullen voor hem die het
643 56, 57 | 57. Wij schiepen u, maar waarom wildet gij deWaarheid
644 56, 85 | dichter bij hem dan gij, maar gij ziet dit niet, ~
645 56, 92 | 92. Maar als hij behoort tot de dwalenden
646 57, 10 | overwinning zijn niet gelijk maar hoger in rang dan degenen
647 57, 14 | zullen antwoorden: "Ja, maar gij hebt uzelf in verzoeking
648 57, 19 | en hun licht ontvangen. Maar zij die Onze boodschappen
649 57, 26 | waren op het rechte pad, maar de meesten hunner waren
650 57, 27 | schreven Wij hun niet voor, maar zij vonden dit zelf uit
651 57, 27 | onder hen een beloning, maar velen onder hen waren overtreders. ~
652 58, 4 | 4. Maar wie geen slaaf vindt, laat
653 58, 8 | samenzwering was verboden maar die daarna terugkeerden
654 58, 8 | Allah u niet mee begroet; maar onder elkander zeggen zij: "
655 58, 9 | jegens de boodschapper, maar beraadslaagt over deugd
656 58, 10 | veroorzaken aan de gelovigen maar het kan hun niet schaden
657 58, 12 | beter voor u en reiner. Maar als gij niets bezit dan
658 59, 2 | beschermen tegen Allah. Maar Allah kwam tot hen, vanwaar
659 59, 6 | paard noch kamelen aan; maar Allah geeft macht aan Zijn
660 59, 11 | zullen wij u beslist helpen." Maar Allah is getuige dat zij
661 59, 14 | dat zij eensgezind zijn maar hun harten zijn verdeeld.
662 59, 16 | Verwerp (de waarheid)"; maar wanneer deze haar verwerpt
663 60, 9 | 9. Maar Allah verbiedt u vriendschap
664 60, 10 | wettig voor deze vrouwen. Maar betaalt (aan de echtgenoten)
665 60, 10 | met ongelovige vrouwen; maar vraagt om hetgeen gij besteed
666 61, 8 | door hun mond te doven, maar Allah zal Zijn licht vervolmaken,
667 61, 14 | ander deel niet geloofde maar Wij hielpen de gelovigen
668 62, 7 | 7. Maar zij zullen deze nooit wensen
669 62, 11 | 11. Maar indien zji koopwaar of enig
670 63, 8 | zeker de minste uitdrijven;" maar eer behoort aan Allah, Zijn
671 64, 2 | het Die u geschapen heeft; maar sommigen uwer zijn ongelovig
672 64, 6 | bewijzen tot hen kwamen, maar zij zeiden: "Zullen stervelingen
673 64, 10 | 10. Maar wie Onze tekenen verwerpen
674 64, 12 | gehoorzaamt de boodschapper. Maar indien gij u afwendt dan
675 65, 6 | tezamen in vriendelijkheid; maar als gij het lastig voor
676 66, 4 | geneigd (dan is het wel) - Maar indien gij samenspant tegen
677 66, 10 | Onzer rechtvaardige dienaren maar zij waren hun ontrouw. Daarom
678 67, 9 | waarschuwer kwam tot ons, maar wij verwierpen hem, en zeiden: "
679 67, 10 | zullen zeggen: "Indien wij maar geluisterd hadden en ons
680 67, 11 | zij hun zonden bekennen; maar de bewoners van het Vuur
681 67, 27 | 27. Maar als zij de straf van nabij
682 68, 26 | 26. Maar toen zij de tuin zagen,
683 68, 33 | groter zijn, konden zij dit maar begrijpen! ~
684 68, 42 | geroepen worden te prostreren, maar zij zullen dat niet kunnen
685 68, 50 | 50. Maar zijn Heer verkoos hem en
686 69, 25 | 25. Maar, hij wiens boek in de linker
687 69, 25 | zeggen: "O was mijn boek mij maar niet gegeven! ~
688 69, 26 | 26. En had ik maar niet geweten wat mijn oordeel
689 69, 27 | 27. O, had de dood maar aan mij een einde gemaakt! ~
690 70, 7 | 7. Maar Wij zien die nabij. ~
691 70, 21 | 21. Maar als hem goed wedervaart,
692 70, 31 | 31. Maar degenen die buiten deze (
693 70, 36 | 36. Maar wat scheelt de ongelovigen
694 70, 40 | 40. Maar neen! Ik zweer als Heer
695 71, 6 | 6. Maar mijn roepen heeft slechts
696 72, 9 | gesprekken te beluisteren. Maar wie nu luistert, vindt een
697 72, 24 | waarmee zij worden bedreigd, maar dan zullen zij ook weten
698 73, 16 | 16. Maar Pharao gehoorzaamde de boodschapper
699 75, 5 | 5. Maar de mens wenst in 't vervolg
700 75, 7 | 7. Maar als het oog verblind wordt, ~
701 75, 20 | 20. Neen, maar gij (mensen) hebt dit leven
702 76, 5 | 5. Maar de deugdzamen drinken uit
703 78, 40 | zal zeggen: "O, ware ik maar stof geweest!" ~~
704 79, 21 | 21. Maar deze verwierp het en gehoorzaamde
705 79, 22 | 22. Maar wendde zich daarna haastig
706 79, 34 | 34. Maar als de grote ramp zal komen, ~
707 79, 43 | 43. Maar datgene waarmede gij u bezighoudt ~
708 80, 5 | 5. Maar aan hem, die onverschillig
709 80, 8 | 8. Maar hij die zich tot u haast, ~
710 80, 33 | 33. Maar als de oorverdovende roep
711 82, 10 | 10. Maar voorzeker er zijn bewakers
712 83, 14 | 14. Neen, maar hetgeen zij plachten te
713 83, 33 | 33. Maar zij waren niet als bewakers
714 84, 10 | 10. Maar hij, wie het boek achter
715 84, 20 | 20. Maar, wat scheelt hen, dat zij
716 84, 25 | 25. Maar voor de gelovigen die goede
717 85, 19 | 19. Ja, maar de ongelovigen loochenen
718 87, 11 | 11. Maar de rampzalige zal zich ervan
719 87, 16 | 16. Maar gij verkiest het leven dezer
720 88, 23 | 23. Maar hij die zich afwendt en
721 89, 16 | 16. Maar wanneer Hij hem beproeft
722 89, 17 | 17. Neen, maar gij ontziet de wees niet. ~
723 89, 23 | vermaning willen volgen, maar hoe zal de vermaning hem
724 89, 27 | 27. Maar gij, o ziel in vrede! ~
725 90, 11 | 11. Maar hij besteeg de heuvel niet. ~
726 90, 19 | 19. Maar zij, die niet in Onze tekenen
727 91, 14 | 14. Maar zij verloochenden hem en
728 92, 8 | 8. Maar hij, die vrekkig en onverschillig
729 92, 17 | 17. Maar de rechtvaardige zal ver
730 92, 20 | 20. Maar hij die het welbehagen zoekt
731 93, 11 | 11. Maar maak de gunst van uw Heer
732 96, 19 | Neen, gehoorzaam hem niet, maar werp u neder en zoek Zijn
1-500 | 501-732 |