bold = Main text
    Sura, Verse                                        grey = Comment text

501  33, 13 |                  Madinah), gij kunt hier geen stand houden, keert daarom
502  33, 16 |               Zeg: "Vlucht zal u stellig geen voordeel brengen als gij
503  33, 25 |                hun woede; zij verwierven geen voordeel. En Allah was toereikend (
504  33, 37 |               opdat er voor de gelovigen geen bezwaar mocht zijn ten opzichte
505  33, 38 |                  Er moet voor de profeet geen bezwaar zijn betreffende
506  33, 48 |                  huichelaars niet en sla geen acht op hun grievende taal,
507  33, 49 |                behoeft zij om uwentwille geen wachtperiode te berekenen.
508  33, 50 |               hebben verordend, opdat er geen blaam u aankleve. Allah
509  33, 51 |              nemen wie gij wilt, er rust geen blaam op u wanneer gij haar
510  33, 55 |                rust op haar (uw vrouwen) geen schuld als zij zich tonen
511  33, 62 |             Allah's handelwijze zult gij geen verandering vinden. ~
512  34, 21 |                  21. En hij had over hen geen macht, maar Wij wilden degenen,
513  34, 22 |                  Allah. Zij hebben zelfs geen macht over het gewicht van
514  34, 23 |                                      23. Geen voorspraak geldt bij Hem,
515  34, 30 |              vastgestelde tijd, gij kunt geen uur eerder gaan of langer
516  34, 34 |                        34. En Wij zonden geen waarschuwer tot een stad
517  34, 42 |                  zeggen) "Heden hebt gij geen macht om elkander goed of
518  34, 44 |                     44. En Wij gaven hun geen boek dat zij bestudeerden,
519  34, 45 |                ook - en zij hebben zelfs geen tiende bereikt van hetgeen
520  34, 46 |                   gij zult weten) dat er geen krankzinnigheid in uw metgezel
521  34, 51 |                zij schrikken! Dan zal er geen ontvluchten zijn als zij
522  35, 3  |               hemelen en de aarde? Er is geen God naast Hem. Waarheen
523  35, 11 |               maakte Hij u tot paren. En geen vrouw wordt zwanger of brengt
524  35, 18 |                                      18. Geen lastdragende kan de last
525  35, 24 |                als waarschuwer; en er is geen volk waaronder zich geen
526  35, 24 |                 geen volk waaronder zich geen boodschapper heeft bevonden. ~
527  35, 35 |             heeft toegewezen, waarin ons geen last, noch vermoeienis raakt." ~
528  35, 37 |                voor de boosdoeners is er geen helper. ~
529  35, 45 |                hetgeen zij doen, zou Hij geen schepsel op de oppervlakte
530  36, 21 |                  21. Volg hen, die van u geen beloning vragen en die goed
531  36, 28 |                 28. En Wij zonden na hem geen schare (van engelen) uit
532  36, 30 |                  over de mensen: er komt geen boodschapper tot hen of
533  36, 43 |          verdrinken, er zal dan voor hen geen helper zijn noch kunnen
534  36, 46 |                         46. Maar er komt geen teken tot hen van de tekenen
535  36, 50 |                        50. En zij zullen geen testament meer kunnen maken
536  36, 54 |                    54. En op die Dag zal geen ziel onrecht worden aangedaan,
537  36, 62 |                uwer dwalen. Hadt gij dan geen verstand? ~
538  37, 13 |          vermaand worden, trekken zij er geen lering uit. ~
539  37, 29 |        antwoorden: "Neen, gij waart zelf geen gelovigen." ~
540  37, 30 |                        30. En wij hadden geen macht over u, maar gij waart
541  37, 35 |                  hen werd gezegd: "Er is geen God naast Allah", waren
542  37, 47 |                             47. Waardoor geen dronkenschap zal ontstaans
543  38, 3  |               uit, toen er voor ontkomen geen tijd meer was. ~
544  38, 15 |                 een enkele roep waarvoor geen uitstel zal zijn. ~
545  38, 39 |               spaarzaam, er zal daarover geen oordeel zjin." ~
546  38, 59 |            worden. (Zij zullen zeggen:) "Geen welkom voor hen, zij moeten
547  38, 60 |                   gij zijt het, voor wie geen welkom is. Gij hebt dit
548  38, 65 |                een waarschuwer; en er is geen God naast Allah, de Ene,
549  38, 69 |                               69. Ik heb geen kennis van de verheven vergadering
550  38, 86 |                  86. Zeg: "Ik vraag u er geen loon voor, noch breng ik
551  39, 6  |                 is het koninkrijk. Er is geen God naast Hem. Waardoor
552  39, 7  |                 in u behagen hebben - En geen lastdragende kan de last
553  39, 23 |               wie Allah laat dwalen, zal geen leider hebben. ~
554  39, 32 |                Is er voor de ongelovigen geen plaats in de hel? ~
555  39, 36 |                  Allah laat dwalen is er geen leider. ~
556  39, 41 |             nadele van haar. En gij zijt geen voogd over hen. ~
557  39, 56 |                                56. Opdat geen ziel moge zeggen: "O wat
558  39, 60 |              zwart zien. Is er in de hel geen tehuis voor de hoogmoedigen? ~
559  39, 61 |               vanwege hun geloof redden. Geen kwaad zal over hen komen
560  39, 69 |             geoordeeld worden en hun zal geen onrecht worden aangedaan. ~
561  39, 71 |               tot hen zeggen: "Kwamen er geen boodschappers van uit uw
562  40, 3  |                de Heer van genade. Er is geen God buiten Hem. Tot Hem
563  40, 17 |              hetgeen zij heeft verdiend. Geen onrecht zal geschieden op
564  40, 18 |                  onrechtvaardigen zullen geen boezemvrienden hebben, noch
565  40, 31 |                  Allah wil Zijn dienaren geen onrecht aandoen. ~
566  40, 33 |                te vluchten. Dan zult gij geen beschermer hebben tegen
567  40, 33 |                die Allah laat dwalen zal geen leider hebben. ~
568  40, 34 |            zeidet gjj: "Allah zal na hem geen boodschapper meer zenden."
569  40, 42 |                vereenzelvigen waarvan ik geen kennis heb. En ik roep u
570  40, 43 |                  gij mij uitnodigt heeft geen macht in deze wereld of
571  40, 59 |                  zeker komen, daaraan is geen twifel; toch geloven de
572  40, 62 |             Schepper aller dingen. Er is geen God naast Hem. Waarheen
573  40, 65 |                 Hij is de Levende, er is geen God naast Hem. Aanbidt daarom
574  40, 78 |               hebben Wij niet genoemd en geen boodschapper kan een teken
575  41, 7  |                                   7. Die geen Zakaat geven en aan het
576  41, 22 |               oren, uw ogen en uw huiden geen getuigenis tegen u zouden
577  41, 22 |               Allah onbekend was met het geen gij deedt. ~
578  41, 42 |                                      42. Geen valsheid kan het beroeren,
579  41, 43 |                 tot u gezegd behalve het geen aan de boodschappers vóór
580  41, 47 |                 van het Uur verwezen. En geen vruchten komen voort uit
581  42, 6  |                  maar gij (profeet) zijt geen voogd over hen. ~
582  42, 7  |                  Verzameling waaromtrent geen twijfel is. Een deel zal
583  42, 8  |                  onrechtvaardigen zullen geen beschermer of helper hebben. ~
584  42, 15 |                 aan u uw werken. Laat er geen twist tussen u en ons bestaan.
585  42, 20 |               hij zal in het Hiernamaals geen deel hebben. ~
586  42, 23 |                  geeft. Zeg: "Ik vraag u geen loon voor (mijn prediking),
587  42, 35 |        redetwisten, mogen inzien dat zij geen toevlucht hebben. ~
588  42, 41 |                           41. Maar er is geen verwijt tegen hen die zich
589  42, 44 |              laat dwalen, zal buiten Hem geen beschermer hebben. En gij
590  42, 44 |              aanschouwen, zeggen: "Is er geen weg tot terugkeer?" ~
591  42, 46 |                  Zij hebben buiten Allah geen vrienden die hen kunnen
592  42, 46 |                hen die Allah laat dwalen geen uitweg. ~
593  42, 47 |                 Op die Dag zal er voor u geen toevlucht zijn, noch enige
594  43, 20 |                hebben daar in het geheel geen kennis van, zij vermoeden
595  43, 23 |                 23. En evenzo zonden Wij geen waarschuwer naar een stad
596  43, 48 |                   48. En Wij toonden hun geen teken of het ene was groter
597  43, 53 |                  53. Waarom zijn hem dan geen armbanden van goud geschonken
598  43, 68 |                    68. "O Mijn dienaren, geen vrees zal op deze Dag over
599  43, 76 |                        76. Wij deden hun geen onrecht, doch zij waren
600  43, 86 |                 Allah aanroepen bezitten geen macht tot bemiddeling, behalve
601  44, 8  |                                 8. Er is geen God naast Hem. Hij doet
602  44, 56 |                    56. Zij zullen daarin geen andere dood smaken na de
603  45, 22 |         vergolden moge worden en hun zal geen onrecht worden aangedaan. ~
604  45, 23 |              kunnen leiden? Wilt gij dan geen lering hieruit trekken? ~
605  45, 24 |              Maar zij hebben daaromtrent geen kennis, zij vermoeden slechts. ~
606  45, 26 |                  der Opstanding waarover geen twijfel is. Maar de meeste
607  45, 32 |             zeker waar en aan het Uur is geen twijfel," zeidet gij: "Wij
608  45, 34 |                het Vuur en gij hebt daar geen helpers." ~
609  46, 9  |                          9. Zeg: "Ik ben geen nieuwe boodschapper, noch
610  46, 13 |       standvastig blijven - over hen zal geen vrees komen, noch zullen
611  46, 19 |                  moge belonen en hun zal geen onrecht worden aangedaan. ~
612  46, 32 |                  aan Allah's verkondiger geen gehoor geeft kan op aarde
613  47, 11 |                voor de ongelovigen is er geen Beschermer. ~
614  47, 13 |                vernietigd, en zij hadden geen helper! ~
615  47, 19 |                Weet, dat er buiten Allah geen God bestaat en vraag bescherming
616  47, 20 |          gelovigen zeggen: "Waarom is er geen Soerah geopenbaard?" Maar
617  48, 17 |                              17. Er rust geen schuld op de blinde, noch
618  48, 23 |              zult in Allah's handelwijze geen verandering vinden. ~
619  49, 4  |                 de meesten hunner hebben geen verstand. ~
620  49, 11 |               van het geloof, en zij die geen berouw tonen zijn de onrechtvaardigen. ~
621  49, 17 |                het aannemen van de Islam geen gunst voor mij. Neen, Allah
622  50, 6  |                  versierd en dat dezelve geen gebreken heeft? ~
623  50, 18 |                              18. Hij uit geen woord of er is een bewaker
624  50, 38 |                tussen is in zes dagen en geen vermoeidheid raakte Ons. ~
625  51, 51 |                             51. En werpt geen andere God op naast Allah,
626  51, 52 |             degenen, die vóór hen waren, geen boodschapper of zij zeiden: "
627  51, 57 |                      57. Ik wens van hen geen onderhoud noch wens Ik dat
628  52, 36 |                  aarde? Neen, zij willen geen zekerheid hebben. ~
629  53, 23 |                 vaderen - waarvoor Allah geen gezag heeft nedergezonden.
630  53, 26 |              hemelen wier voorspraak van geen nut zal zijn, behalve nadat
631  53, 28 |                 28. Maar zij hebben daar geen kennis van. Zij volgen alleen
632  53, 38 |                                  38. Dat geen drager van last de last
633  56, 19 |                   19. Zij zullen daarvan geen hoofdpijn krijgen noch zullen
634  56, 25 |                      25. Zij zullen daar geen ijdele gesprekken of zondige
635  56, 62 |                  Waarom trekt gij er dan geen lering uit? ~
636  57, 15 |                 Derhalve zal op deze Dag geen losgeld van u worden aangenomen,
637  57, 22 |                           22. Er gebeurt geen ongeluk op aarde of aan
638  57, 23 |                gegeven, want Allah heeft geen pocher of opschepper lief ~
639  57, 29 |                Boek mogen weten, dat zij geen macht hebben over de genade
640  58, 4  |                              4. Maar wie geen slaaf vindt, laat hem twee
641  58, 7  |            hemelen en op aarde is? Er is geen geheim gesprek van drie (
642  58, 22 |                             22. Gij zult geen mensen vinden die in Allah
643  59, 3  |                   3. En indien Allah hun geen verbanning voorgeschreven
644  59, 9  |             toevlucht nemen, en gevoelen geen behoefte in hun hart aan
645  59, 10 |      voorafgingen in het geloof, en laat geen wrok in ons hart blijven
646  59, 22 |               Hij is Allah, naast Wie er geen God is, de Kenner van het
647  59, 23 |               Hij is Allah, naast Wie er geen God is, de Koning, de Heilige,
648  60, 10 |                besteed hebben. En het is geen zonde voor u haar te huwen
649  64, 11 |                           11. Er gebeurt geen ongeluk zonder toelating
650  64, 13 |                         13. Allah! Er is geen God dan Hij; laat de gelovigen
651  65, 4  |               diegenen uwer vrouwen, die geen menstruatie meer verwachten,
652  65, 6  |                uw middelen; en doet haar geen kwaad om het haar moeilijk
653  65, 7  |              heeft gegeven. Allah belast geen ziel boven hetgeen Hij haar
654  67, 3  |                heeft geschapen. Gij kunt geen tekort zien in de schepping
655  67, 8  |                hel) hun vragen: "Kwam er geen waarschuwer tot u?" ~
656  68, 2  |               bij de gratie van uw Heer, geen krankzinnige. ~
657  68, 10 |                              10. En geef geen gehoor aan een verachtelijke
658  68, 18 |                       18. En zij maakten geen voorbehoud. ~
659  68, 24 |                          24. "Laat heden geen arme bij u binnen komen." ~
660  69, 18 |               gij worden bloot gelegd en geen uwer geheimen zal verborgen
661  69, 35 |                35. Daarom heeft hij hier geen vriend; ~
662  69, 41 |                               41. Het is geen woord van een dichter; nietig
663  69, 47 |                                   47. En geen uwer zou ons van hem hebben
664  70, 28 |                      28. Voorwaar, er is geen beveiliging voor de straf
665  70, 30 |               zij bezitten, waarvoor hen geen blaam treft. ~
666  71, 13 |                   Wat scheelt u, dat gij geen Wijsheid van Allah verwacht? ~
667  71, 25 |                Zij konden daar voor zich geen helpers vinden tegen Allah. ~
668  71, 26 |              Mijn Heer, laat in het land geen huis der ongelovigen achterblijven; ~
669  72, 13 |              gelooft in zijn Heer, heeft geen vrees voor verlies of onrecht.
670  72, 21 |               Zeg: "Ik heb (uit mijzelf) geen macht u goed of kwaad te
671  73, 9  |              Oosten en het Westen, er is geen andere God naast Hem; neem
672  74, 6  |                                6. Bewijs geen gunsten om u daardoor te
673  74, 56 |                   56. Doch zij zullen er geen lering uit trekken tenzij
674  75, 11 |                                11. Neen! Geen schuilplaats! ~
675  76, 1  |                tijdperk geweest toen hij geen vermeldenswaardig ding was. ~
676  76, 9  |                 van Allah. Wij verlangen geen beloning noch dank van u. ~
677  77, 27 |                     27. En hebben Wij er geen hoge bergen op geplaatst
678  77, 31 |                                  31. Die geen koelte geeft, noch beschermt
679  78, 24 |                      24. Zij zullen daar geen koelte hebben en geen dronk
680  78, 24 |               daar geen koelte hebben en geen dronk smaken, ~
681  78, 27 |                      27. Zij verwachtten geen rekening. ~
682  78, 35 |                       35. Zij horen daar geen ijdele gesprekken noch leugens! ~
683  81, 24 |                            24. En hij is geen vrek wat het onzienlijke
684  85, 10 |                 vrouwen vervolgen en dan geen berouw hebben, voor hen
685  86, 4  |                                 4. Er is geen ziel waarover geen wachter
686  86, 4  |                 Er is geen ziel waarover geen wachter is. ~
687  86, 10 |                          10. Dan zal hij geen kracht en geen helper hebben. ~
688  86, 10 |               Dan zal hij geen kracht en geen helper hebben. ~
689  86, 14 |                               14. Het is geen scherts. ~
690  88, 6  |                            6. Zij zullen geen voedsel krijgen, behalve
691  88, 11 |                           11. Waarin zij geen ijdele (taal) zullen horen, ~
692  88, 22 |                             22. Gij zijt geen waker over hen. ~
693  89, 8  |                  8. Wier gelijken nog in geen enkele stad zijn voortgebracht, ~
694 105, 3  |                              3. Zond Hij geen zwermen vogels op hen neer? ~
695 105, 4  |                       4. En wierpen deze geen klompen klei? ~