bold = Main text
    Sura, Verse                                     grey = Comment text

501  40, 77 |               zij zullen toch tot Ons worden teruggebracht. ~
502  41, 16 |               zijn en zij zullen niet worden geholpen. ~
503  41, 19 |         verdeeld naar het Vuur zullen worden gebracht, ~
504  41, 34 |               zal als uw boezemvriend worden. ~
505  41, 44 |              is duister voor hen. Zij worden aangeroepen vanaf een verre
506  42, 5  |           nabij dat de hemelen zullen worden uiteengescheurd boven hen,
507  43, 11 |             herleven. Zo zult ook gij worden opgewekt. ~
508  43, 19 |           getuige? Hun getuigenis zal worden opgetekend en zij zullen
509  43, 19 |             zij zullen tot rekenschap worden geroepen. ~
510  43, 44 |            gij zult weldra (daarover) worden ondervraagd. ~
511  43, 45 |        Barmhartige andere goden om te worden aanbeden?" ~
512  43, 71 |              gouden schalen en bekers worden rondgereikt en er zal daarin
513  43, 75 |            zal voor hen niet verlicht worden en zij zullen daarin vertwijfelen. ~
514  43, 85 |              Uur, en tot Hem zult gij worden teruggebracht. ~
515  43, 87 |             zeggen: "Allah". Waarheen worden zij dan afgewend? ~
516  44, 23 |               weg want gij zult gewis worden achtervolgd. ~
517  44, 35 |             dood want wij zullen niet worden opgewekt. ~
518  44, 41 |             zal baten noch zullen zij worden geholpen. ~
519  45, 8  |            woorden van Allah, die hem worden voorgedragen, hoort en niettemin
520  45, 15 |           slotte zult gij tot uw Heer worden teruggebracht. ~
521  45, 22 |               verdient vergolden moge worden en hun zal geen onrecht
522  45, 22 |               en hun zal geen onrecht worden aangedaan. ~
523  45, 25 |            duidelijke woorden aan hen worden voorgedragen, is hun enige
524  45, 28 |            Elk volk zal tot zijn boek worden geroepen en er zal tot hen
525  45, 28 |            geroepen en er zal tot hen worden gezegd: "Heden zult gij
526  45, 28 |            gij voor hetgeen gij deedt worden beloond. ~
527  45, 31 |               ongelovigen (zal gezegd worden): "Werden Mijn woorden niet
528  45, 33 |               daden zal hun duidelijk worden en hetgeen zij plachten
529  45, 34 |                         34. En er zal worden gezegd: "Deze Dag zullen
530  45, 35 |             die Dag niet uit het Vuur worden genomen, noch zal hun verontschuldiging
531  45, 35 |             zal hun verontschuldiging worden toegestaan. ~
532  46, 6  |               6. En wanneer de mensen worden verzameld zullen dezen (
533  46, 6  |              de afgoden) hun vijanden worden en hun aanbidding ontkennen. ~
534  46, 7  |            duidelijke woorden aan hen worden medegedeeld, zeggen degenen,
535  46, 17 |               mij dat ik opgewekt zal worden, terwijl geslachten reeds
536  46, 19 |               en hun zal geen onrecht worden aangedaan. ~
537  46, 20 |       ongelovigen aan het Vuur zullen worden blootgesteld, zal er tot
538  46, 20 |          blootgesteld, zal er tot hen worden gezegd: "Gij buittet uw
539  46, 20 |              de straf der vernedering worden vergolden omdat gij ten
540  46, 34 |       ongelovigen aan het Vuur zullen worden blootgesteld zal er worden
541  46, 34 |            worden blootgesteld zal er worden gezegd: "Is dit niet de
542  46, 35 |              zullen zien waarmede zij worden bedreigd, zal het hun toeschijnen
543  47, 4  |        degenen die terwille van Allah worden gedood, hun werken zal Hij
544  47, 37 |         aandringen, zoudt gij vrekkig worden en Hij zou uw boosaardigheden
545  48, 16 |             van geduchte krijgslieden worden opgeroepen om te vechten
546  49, 2  |         werken niet vruchteloos mogen worden zonder dat gij het bemerkt. ~
547  49, 10 |           opdat u barmhartigheid moge worden betoond. ~
548  50, 3  |               Zullen wij in het leven worden geroepen wanneer wij dood
549  50, 9  |               graan voort waarvan kan worden geoogst ~
550  50, 20 |                En er zal op de bazuin worden geblazen. "Dit is de Dag
551  50, 22 |                            22. Er zal worden gezegd: "Gij waart hieromtrent
552  50, 29 |              door Mij geveld kan niet worden veranderd en Ik ben in het
553  50, 31 |           dicht bij de rechtvaardigen worden gebracht en niet ver verwijderd. ~
554  51, 13 |        wanneer zij in het Vuur zullen worden beproefd. ~
555  51, 54 |             van hen af en u zal niets worden verweten. ~
556  51, 60 |           vanwege de Dag waarmede zij worden bedreigd! ~~
557  52, 7  |              de straf van uw Heer zal worden voltrokken. ~
558  52, 13 |               het Vuur der hel zullen worden geslingerd: ~
559  52, 42 |            zullen door hun eigen plan worden gevangen. ~
560  52, 46 |             zal baten noch zullen zij worden geholpen. ~
561  53, 40 |              zijn streven spoedig zal worden opgemerkt; ~
562  53, 41 |              zal hij er volledig voor worden beloond. ~
563  54, 28 |               drinkbeurt in acht moet worden genomen. ~
564  54, 45 |             zullen allen op de vlucht worden gejaagd en zij zullen hun
565  54, 48 |         aangezicht in het Vuur zullen worden gesleurd, zal er tot hen
566  54, 48 |              gesleurd, zal er tot hen worden gezegd: "Voelt de aanraking
567  55, 35 |               gesmolten koper tegen u worden gezonden en gij zult u niet
568  55, 39 |            Dag zullen mens noch djinn worden ondervraagd over hun zonden. ~
569  55, 41 |              zullen aan hun kenmerken worden herkend en zij zullen worden
570  55, 41 |          worden herkend en zij zullen worden gegrepen bij haren en voeten. ~
571  56, 4  |            Wanneer de aarde hevig zal worden geschokt, ~
572  56, 6  |               6. Zullen deze als stof worden verstrooid, ~
573  56, 7  |              gij zult in drie soorten worden verdeeld. ~
574  56, 19 |               noch zullen zij dronken worden - ~
575  56, 50 |                    50. Zullen tezamen worden verzameld op de vastgestelde
576  56, 60 |          verordend en Wij kunnen niet worden tegengehouden ~
577  57, 5  |               der aarde en naar Allah worden alle dingen teruggebracht. ~
578  57, 13 |           licht nemen," zal er gezegd worden: "Gaat terug en zoekt licht."
579  57, 13 |            zal er tussen hen een muur worden opgericht met een poort
580  57, 15 |           deze Dag geen losgeld van u worden aangenomen, noch van degenen
581  57, 16 |    nedergedaald is? En laten zij niet worden zoals zij die het Boek vóórdien
582  57, 18 |              voor hen vermenigvuldigd worden, bovendien zullen zij een
583  57, 20 |             het op, gij ziet het geel worden en vergaan. En in het Hiernamaals
584  57, 24 |           mensen aansporen vrekkig te worden en wie zich van Hem afwendt;
585  58, 5  |                zullen zeker vernederd worden zoals degenen die hen vooraf
586  58, 9  |         vreest Allah tot Wie gij zult worden verzameld. ~
587  58, 20 |       Boodschapper tegenwerken zullen worden vernederd. ~
588  59, 12 |         ongelovigen) verbannen zouden worden, zouden (de huichelaars)
589  59, 12 |            als zij aangevallen zouden worden, zouden zij hen nooit helpen.
590  59, 12 |              zullen zij niet geholpen worden. ~
591  60     |             Vrouw die Ondervraagt zal worden (Al-Momtahanah) ~Geopenbaard
592  60, 2  |              dat gij ongelovigen zult worden. ~
593  62, 8  |               zichtbare teruggebracht worden, en Hij zal u inlichten
594  64, 7  |            denken dat zij niet zullen worden opgewekt. Zeg: "Ja, bij
595  64, 7  |               herrijzen; dan zult gij worden onderricht omtrent hetgeen
596  65, 5  |             en zijn loon zal vergroot worden. ~
597  66, 7  |               U zal slechts vergolden worden voor hetgeen gij placht
598  67, 7  |                  7. Wanneer zij er in worden geworpen, zullen zij haar
599  67, 24 |             zult gij bijeen verzameld worden." ~
600  67, 25 |              zal deze belofte vervuld worden, als gij de waarheid spreekt?" ~
601  67, 27 |         verduisteren en er zal gezegd worden: "Dit is wat gij placht
602  68, 15 |          Wanneer Onze woorden aan hem worden voorgedragen, zegt hij: "
603  68, 42 |            wordt, zullen zij geroepen worden te prostreren, maar zij
604  69, 13 |         enkele stoot op de bazuin zal worden geblazen, ~
605  69, 14 |          bergen van hun plaats zullen worden opgeheven en terstond zullen
606  69, 14 |          opgeheven en terstond zullen worden verbrijzeld, ~
607  69, 18 |                      18. Dan zult gij worden bloot gelegd en geen uwer
608  70, 8  |            als gesmolten koper zullen worden ~
609  70, 35 |               die in de tuinen zullen worden geëerd. ~
610  70, 41 |              Wij kunnen (daarin) niet worden verhinderd. ~
611  71, 4  |                wanneer hij komt, niet worden uitgesteld, als gij dit
612  72, 24 |             de straf zien waarmee zij worden bedreigd, maar dan zullen
613  73, 18 |         splijten, en Zijn belofte zal worden vervuld. ~
614  74, 52 |        opengeslagen bladzijden zullen worden getoond. ~
615  75, 9  |            maan zullen samen gebracht worden, ~
616  75, 13 |                De mens zal op die Dag worden onderricht over hetgeen
617  75, 27 |                         27. En er zal worden gezegd: "Wie is de geneesheer?" ~
618  75, 36 |               dat hij zonder doel zal worden gelaten? ~
619  76, 14 |         zullen gemakkelijk bereikbaar worden gemaakt. ~
620  76, 15 |         zilveren vaten zullen aan hen worden rondgereikt, en bekers ~
621  76, 17 |              daarin zal hun een drank worden gegeven, vermengd met Gember. ~
622  77, 9  |             de hemelen geopend zullen worden. ~
623  77, 11 |             gezanten verzameld zullen worden. ~
624  77, 36 |                      36. Noch zal hun worden toegestaan verontschuldigingen
625  78, 20 |               de bergen verdwijnen en worden tot een luchtspiegeling. ~
626  79, 10 |            tot onze vroegere toestand worden teruggebracht, ~
627  79, 36 |             hel zal zichtbaar gemaakt worden voor hem die ziet. ~
628  81, 2  |             En wanneer de sterren dof worden, ~
629  81, 4  |          wanneer de drachtige kamelen worden verlaten, ~
630  81, 5  |               5. En wanneer de dieren worden bijeengegaard, ~
631  81, 6  |                6. En wanneer de zeëen worden geledigd, ~
632  81, 7  |               7. En wanneer de mensen worden verenigd, ~
633  81, 8  |             kind (verantwoording) zal worden gevraagd ~
634  81, 10 |                En wanneer geschriften worden verspreid, ~
635  81, 21 |              21. Die gehoorzaamd moet worden en vertrouwenswaardig is. ~
636  82, 2  |         wanneer de sterren verstrooid worden, ~
637  82, 3  |                3. En wanneer de zeëen worden geledigd, ~
638  82, 4  |               4. En wanneer de graven worden geopend, ~
639  83, 13 |              als Onze woorden aan hem worden voorgedragen: "Fabelen der
640  83, 15 |            die Dag zeker van hun Heer worden uitgesloten. ~
641  83, 17 |                 17. En er zal tot hen worden gezegd: "Dit is hetgeen
642  83, 27 |               27. En hij zal vermengd worden met water van Tasniem; ~
643  84, 6  |                               6. (Zal worden gezegd) "O mens, gij moet
644  86, 9  |             waarop de geheimen zullen worden geopenbaard. ~
645  88, 5  |               kokende bron te drinken worden gegeven, ~
646  88, 17 |               wolken, hoe zij gevormd worden? ~
647  89, 23 |              die Dag zal de hel (hem) worden getoond; op die Dag zal
648  92, 17 |            zal ver daarvan verwijderd worden. ~
649  92, 19 |             bewezen waarvoor hij moet worden beloond. ~
650  98, 1  |           afgodendienaren konden niet worden bevrijd, vóórdat een duidelijk
651  98, 6  |             het Vuur der hel geworpen worden, daarin zullen zij verblijven.
652  99, 1  |            Wanneer de aarde hevig zal worden geschud, ~
653  99, 6  |             hun werken getoond zullen worden. ~
654 100, 9  |             in de graven is weder zal worden opgewekt? ~
655 100, 10 |              En dat het innerlijk zal worden bekend gemaakt? ~
656 102, 8  |                8. Op die Dag zult gij worden ondervraagd over de gaven. ~~
657 104, 4  |          zeker in het Verterende Vuur worden geworpen. ~