Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
deemoedig 1
degelle 1
degene 39
degenen 562
dekkende 1
delen 2
den 3
Frequency    [«  »]
591 der
572 wat
566 voorzeker
562 degenen
530 over
522 ons
516 wie

Koran

IntraText - Concordances

degenen

1-500 | 501-562

    Sura, Verse
1 2, 21 | aanbidt uw Heer, die u en degenen, die vóór u waren, schiep - 2 2, 25 | 25. En verkondig aan degenen, die geloven en goede werken 3 2, 26 | van hun Heer is, terwijl degenen, die niet geloven, zeggen:" 4 2, 58 | Wij zullen meer geven aan degenen, die goed doen." ~ 5 2, 65 | 65. Gij hebt degenen onder u gekend, die inzake 6 2, 66 | die tijd leefden en voor degenen, die na hen kwamen en tot 7 2, 79 | 79. Wee daarom degenen, die een boek met hun eigen 8 2, 85 | Er is geen beloning voor degenen uwer, die zulks doen, behalve 9 2, 113| lezen. Hetzelfde zeggen degenen, die geen kennis hebben. 10 2, 118| tot ons?" Zo spraken ook degenen, die vóór hen waren. Hun 11 2, 125| Reinigt Mijn Huis voor degenen, die de ommegang verrichten 12 2, 125| ommegang verrichten en voor degenen, die er toegewijd in verblijven 13 2, 125| toegewijd in verblijven en voor degenen, die zich neder buigen en 14 2, 145| bracht gij elk teken aan degenen aan wie het Boek is gegeven, 15 2, 146| 146. Degenen aan wie Wij het Boek hebben 16 2, 154| 154. En zegt niet van degenen, die voor Allah's zaak zijn 17 2, 159| 159. Voorzeker, degenen, die hetgeen Wij aan tekenen 18 2, 177| Zakaat betaalt; verder in degenen, die hun belofte nakomen, 19 2, 183| voorgeschreven, zoals het degenen die vóór u waren was voorgeschreven, 20 2, 184| er is een losprijs voor degenen, die niet kunnen vasten - 21 2, 190| de zaak van Allah tegen degenen, die tegen u strijden, maar 22 2, 196| gemakkelijk verkrijgbaar is. Maar degenen, die geen (offer) kunnen 23 2, 213| verschilde er over, dan degenen aan wie het (Boek) was gegeven, 24 2, 240| 240. En degenen uwer, die wanneer zij sterven 25 2, 243| 243. Weet gij niet van degenen, die uit angst voor de dood 26 2, 261| 261. De gelijkenis van degenen, die hun rijkdommen voor 27 2, 265| 265. En de gelijkenis van degenen, die hun rijkdommen weggeven, 28 2, 275| 275. Degenen, die woekerwinst maken, 29 2, 282| man en twee vrouwen van degenen, die u als getuigen aanstaan, 30 2, 286| belast ons niet, zoals Gij degenen, die vóór ons waren hebt 31 3, 7 | zinnebeeldig zijn. Maar degenen in wier hart dwaling is, 32 3, 7 | juiste uitleg dan Allah en degenen, die vast gegrondvest zijn 33 3, 11 | wijze van Pharao's volk en degenen, die vóór hen waren. Zij 34 3, 15 | dan over dit alles?" Voor degenen, die God vrezen, zijn er 35 3, 18 | dan Hij en de engelen en degenen, die kennis bezitten, getuigen 36 3, 19 | voor Allah is de Islam. En degenen, aan wie het Boek was gegeven, 37 3, 20 | met u redetwisten: "Ik, en degenen die mij volgen hebben zich 38 3, 20 | onderworpen." En zeg tot degenen aan wie het Boek is gegeven 39 3, 21 | 21. Voorzeker, degenen, die de tekenen van Allah 40 3, 23 | 23. Kent gij niet degenen, aan wie een gedeelte van 41 3, 43 | werp u neder en aanbid met degenen, die aanbidden." ~ 42 3, 60 | behoort daarom niet tot degenen, die twijfelen. ~ 43 3, 61 | vloek van Allah roepen over degenen, die liegen." ~ 44 3, 68 | dichtst nabijkomen, zijn degenen, die hem volgen; en deze 45 3, 89 | 89. Behalve degenen die daarna berouw hebben 46 3, 90 | 90. Voorzeker, degenen die terugvallen na te hebben 47 3, 91 | 91. Degenen die ongelovig zijn en als 48 3, 94 | 94. Degenen die hierna een leugen verzinnen 49 3, 105| 105. En weest niet als degenen, die verdeeld waren en van 50 3, 107| 107. Maar degenen wier gezicht verlicht zal 51 3, 116| 116. Voorzeker, degenen die verwerpen hun bezittingen 52 3, 136| hoe goed is het loon van degenen die werken. ~ 53 3, 137| ziet, hoe het einde was van degenen, die loochenden. ~ 54 3, 140| mensen wisselen, opdat Allah degenen, die geloven onderscheide 55 3, 142| binnengaan, terwijl Allah degenen uwer die strijden en standvastig 56 3, 148| volgende en Allah heeft degenen die goeddoen, lief. ~ 57 3, 159| Voorzeker, Allah heeft degenen lief die vertrouwen in Hem 58 3, 168| 168. Degenen, die omtrent hun broeders 59 3, 169| 169. En denkt niet over degenen, die terwille van Allah 60 3, 170| gegeven, zich verblijdend over degenen die achterbleven, en hen 61 3, 172| 172. Degenen, die de roep van Allah en 62 3, 176| 176. En laat degenen, die vlug tot ongeloof vervallen, 63 3, 177| 177. Waarlijk, degenen die het ongeloof hebben 64 3, 180| 180. En laat degenen, die gierig zijn, ten opzichte 65 3, 181| heeft de uiting gehoord van degenen, die zeiden: "Allah is arm 66 3, 183| 183. En degenen, die zeggen: "Allah heeft 67 3, 186| pijnlijke dingen horen van degenen, aan wie het Boek was gegeven 68 3, 186| was gegeven vóór u en van degenen, die afgoderij bedrijven. 69 3, 187| Allah een verbond sloot met degenen, die het Boek gegeven was, 70 3, 188| 188. Degenen die juichen over hetgeen 71 4, 15 | 15. En voor degenen uwer vrouwen, die zich aan 72 4, 17 | bestaat bij Allah alleen van degenen, die in onwetendheid kwaad 73 4, 18 | Ik heb berouw;' noch voor degenen die als ongelovigen sterven. 74 4, 24 | gebod van Allah voor u. Degenen, die daar buiten vallen, 75 4, 26 | leiden naar de paden van degenen die vóór u waren en u Zijn 76 4, 33 | bloedverwanten nalaten; en van degenen met wie uw eden een overeenkomst 77 4, 34 | hoede heeft gesteld. En degenen, van wie gij ongehoorzaamheid 78 4, 36 | metgezel, de reiziger en aan degenen die onder uw macht zijn. 79 4, 38 | 38. En voor degenen, die hun rijkdommen besteden 80 4, 44 | 44. Kent gij niet degenen, die deel hebben aan het 81 4, 51 | 51. Hebt gij degenen niet waargenomen aan wie 82 4, 52 | 52. Dezen zijn degenen die Allah heeft vervloekt 83 4, 56 | 56. Gewis, degenen die Onze tekenen verwerpen 84 4, 57 | 57. En degenen, die geloven en goede daden 85 4, 59 | en Zijn boodschapper en degenen, die onder u gezag hebben. 86 4, 60 | 60. Kent gij niet degenen, die beweren dat zij geloven 87 4, 69 | gehoorzaamt, zal zijn onder degenen wie Allah Zijn zegeningen 88 4, 77 | 77. Ziet gij niet degenen, tot wie gezegd werd: "Weerhoudt 89 4, 83 | gezaghebbers dan zouden degenen, die het konden verwerken, 90 4, 90 | 90. Behalve degenen die tot een volk behoren 91 4, 95 | onbekwamen, zijn niet gelijk aan degenen die met hun rijkdommen en 92 4, 95 | Allah strijden. Allah heeft degenen, die met hun rijkdommen 93 4, 101| bekorten, als gij vreest dat degenen, die niet geloven u last 94 4, 107| 107. Pleit niet voor degenen, die hun ziel onrecht aandoen. 95 4, 109| 109. Ziet, gij zijt degenen die in het tegenwoordige 96 4, 122| 122. Degenen, die geloven en goede werken 97 4, 131| is. En wij hebben zeker degenen aan wie vóór u het Boek 98 4, 137| 137. Voorzeker, degenen die geloven, daarna verwerpen, 99 4, 141| 141. Degenen, die afwachten tot u een 100 4, 146| 146. Behalve degenen, die berouw hebben en zich 101 4, 150| 150. Waarlijk, degenen die Allah en Zijn boodschappers 102 4, 152| 152. En degenen, die in Allah en al Zijn 103 4, 161| rijkdommen, hebben Wij voor degenen onder hen die niet geloven 104 4, 162| 162. Maar degenen hunner, die een grondige 105 4, 162| u werd nedergezonden; en degenen, die het gebed houden en 106 4, 162| die het gebed houden en degenen, die de Zakaat betalen en 107 4, 162| die de Zakaat betalen en degenen, die in Allah en de laatste 108 4, 168| 168. Waarlijk degenen, die niet geloven en die 109 4, 173| 173. Maar degenen die geloven en goede werken 110 4, 173| uit Zijn overvloed, maar degenen die versmaadden en hoogmoedig 111 5, 2 | dieren met offertekens, noch degenen, die zich naar het heilige 112 5, 9 | 9. Allah heeft degenen, die geloven en goede daden 113 5, 10 | 10. En degenen, die niet geloven en Onze 114 5, 13 | Voorzeker, Allah heeft degenen, die goeddoen, lief. ~ 115 5, 14 | 14. En met degenen die zeggen: "Wij zijn Christenen, 116 5, 16 | En Allah leidt daarmede degenen die Zijn welbehagen zoeken 117 5, 18 | Neen, gij zijt mensen onder degenen die Hij schiep. Hij vergeeft, 118 5, 23 | Daarop zeiden twee mannen van degenen die hun Heer vreesden en 119 5, 41 | O gij boodschapper, laat degenen, die gemakkelijk in het 120 5, 41 | stellig niets baten. Dit zijn degenen, wier hart het Allah niet 121 5, 52 | 52. En gij zult degenen in wier hart een ziekte 122 5, 53 | zullen zeggen: "Zijn dit degenen die met hun ernstige eden 123 5, 57 | die gelooft, neemt niet degenen tot vrienden die een spotternij 124 5, 60 | Zal ik u vertellen over degenen wier straf bij Allah erger 125 5, 78 | 78. Degenen onder de kinderen Israëls, 126 5, 82 | gelovigen vinden. En gij zult degenen die zeggen: "Wij zijn Christenen" 127 5, 93 | goeddoen. En Allah heeft degenen die goeddoen lief. ~ 128 5, 94 | kunnen vangen, opdat Allah degenen zal onderscheiden die Hem 129 5, 107| innemen uit het midden van degenen, tegen wie de twee eersten 130 5, 110| tekenen tot hen kwaamt en degenen onder hen die verwierpen, 131 6, 20 | 20. Degenen, wie Wij het Boek gaven, 132 6, 22 | dan zullen Wij zeggen tot degenen, die afgoderij pleegden: " 133 6, 32 | ijdel vermaak. Doch voor degenen die God vrezen, is het tehuis 134 6, 36 | 36. Alleen degenen die luisteren, kunnen aannemen. 135 6, 48 | en als waarschuwers. Over degenen, die geloven en zich verbeteren, 136 6, 49 | 49. En degenen, die Onze tekenen verloochenen, 137 6, 51 | 51. Waarschuw daarmede degenen die vrezen, dat zij tot 138 6, 52 | 52. En verdrijf niet degenen die hun Heer morgen en avond 139 6, 53 | begunstigd?" Kent Allah degenen die dankbaar zijn niet het 140 6, 54 | 54. Wanneer degenen die in Onze tekenen geloven, 141 6, 56 | Zeg: "Het is mij verboden degenen, die gij naast Allah aanroept, 142 6, 68 | 68. Wanneer gij degenen ziet, die Onze tekenen bespotten, 143 6, 69 | 69. En degenen die God vrezen, zijn in 144 6, 70 | 70. Laat degenen die hun geloof tot een spel 145 6, 92 | is zoudt waarschuwen. En degenen die in het Hiernamaals geloven, 146 6, 108| 108. En scheldt degenen, die zij naast Allah aanroepen 147 6, 114| uitvoerig is verklaard? En degenen, wie Wij het Boek gaven 148 6, 114| behoort daarom niet tot degenen die twijfelen. ~ 149 6, 117| weg afdwaalt en Hij kent degenen, die recht geleid zijn. ~ 150 6, 120| alsmede geheime zonden. Gewis, degenen die zonden begaan, zal voor 151 6, 125| beklimmen was. Zo legt Allah degenen die niet geloven, onreinheid 152 6, 150| volg de boze neigingen van degenen die Onze tekenen verloochenen 153 6, 150| tekenen verloochenen en van degenen, die niet in het Hiernamaals 154 6, 157| van afkeert? Wij zullen degenen, die zich van Onze tekenen 155 6, 159| 159. Degenen, die scheiding in hun godsdienst 156 7, 6 | 6. En Wij zullen degenen, tot wie de boodschappers 157 7, 8 | op die Dag eerlijk zijn. Degenen, wier schalen zwaar zijn 158 7, 11 | Iblies; hij behoorde niet tot degenen die zich onderwierpen. ~ 159 7, 13 | gij behoort stellig tot degenen, die vernederd zullen worden." ~ 160 7, 51 | 51. Degenen, die hun godsdienst tot 161 7, 53 | waarop deze komen zal, zullen degenen die het voorheen vergaten, 162 7, 64 | verloochenden hem; Wij redden hem en degenen die met hem in de ark waren 163 7, 64 | waren en Wij verdronken degenen, die Onze tekenen verwierpen. 164 7, 72 | 72. En Wij redden hem en degenen, die met hem waren door 165 7, 72 | sneden de levenswortel af van degenen die Onze tekenen verloochenden. 166 7, 76 | 76. Degenen die aanmatigend waren zeiden: " 167 7, 86 | wacht niet op de wegen om degenen die in Hem geloven te bedreigen 168 7, 92 | 92. Degenen, die Shoaib verloochenden 169 7, 92 | nooit in hadden gewoond. Degenen, die Shoaib van leugen beschuldigden - 170 7, 100| 100. Doet het degenen, die de aarde beerven na 171 7, 146| 146. Ik zal voorzeker degenen, die ten onrechte trots 172 7, 152| 152. Voorzeker, degenen die het kalf aanbaden zal 173 7, 152| treffen En zo bejegenen Wij degenen, die een leugen verzinnen. ~ 174 7, 154| barmhartigheid in het geschrift voor degenen, die hun Heer vrezen. ~ 175 7, 156| zal Ik het verordenen voor degenen die Mij vrezen en de Zakaat 176 7, 165| vermaning vergaten redden Wij degenen die het kwade verboden en 177 7, 169| Hiernamaals is beter voor degenen, die (God) vrezen. Begrijpt 178 7, 180| Hem daarbij aan. En laat degenen, die ten opzichte van Zijn 179 7, 182| 182. En degenen, die Onze tekenen verwerpen 180 7, 191| Vereenzelvigen zij met Allah degenen die niets scheppen terwijl 181 7, 194| 194. Voorwaar, degenen die gij naast Allah aanroept 182 7, 201| 201. Degenen die (God) vrezen, wanneer 183 7, 206| 206. Waarlijk, degenen die dicht bij uw Heer zijn 184 8, 2 | Ware gelovigen zijn slechts degenen wier hart vol vrees klopt, 185 8, 15 | die gelooft, wanneer gij degenen die niet geloven, op u af 186 8, 21 | 21. En weest niet zoals degenen, die zeggen: "Wij horen," 187 8, 25 | onheil, dat niet alleen degenen, die onder u kwaad doen 188 8, 38 | 38. Zeg tot degenen die niet geloven, dat als 189 8, 47 | 47. En weest niet zoals degenen die pochend uit hun huizen 190 8, 49 | Toen de huichelaars en degenen in wier hart een ziekte 191 8, 52 | Zoals het volk van Pharao en degenen die vóór hen waren; zij 192 8, 54 | Zoals het volk van Pharao en degenen, die vóór hen waren; zij 193 8, 56 | 56. Degenen met wie gij een verbond 194 8, 57 | oorlog ontmoet, jaagt dan degenen die achter hen zign vrees 195 8, 66 | overwinnen. En Allah is met degenen die standvastig zijn. ~ 196 8, 72 | 72. Voorzeker, degenen die hebben geloofd en hun 197 8, 72 | Allah hebben gestreden en degenen die schuilplaats verstrekten 198 8, 72 | vrienden van elkander. Maar degenen die geloven en die hun huizen 199 8, 74 | 74. En degenen die geloven en hun huizen 200 8, 74 | voor de zaak van Allah en degenen die hun schuilplaats verstrekken 201 8, 75 | 75. En degenen die naderhand zullen geloven 202 9, 1 | zijn boodschapper tegenover degenen der afgodendienaren met 203 9, 30 | spreken de woorden na van degenen die vóór hen ongelovig waren; 204 9, 34 | de weg van Allah af. En degenen, die goud en zilver ophopen 205 9, 37 | toevoeging aan het ongeloof. Degenen, die niet geloven worden 206 9, 43 | gij het hun toe, voordat degenen die de waarheid spraken 207 9, 44 | 44. Degenen, die in Allah en de laatste 208 9, 45 | 45. Alleen degenen, die niet in Allah en de 209 9, 60 | en de behoeftigen en voor degenen die daarbij werkzaam zijn 210 9, 60 | daarbij werkzaam zijn en voor degenen wier hart verzoend is en 211 9, 60 | en voor de slaven en voor degenen die schuld hebben en voor 212 9, 70 | verhaal niet bereikt van degenen, die vóór hen waren? Het 213 9, 83 | blijven, zit daarom thans met degenen, die achterblijven. ~ 214 9, 90 | mocht worden verleend. En degenen, die logen jegens Allah 215 9, 90 | boodschapper, bleven thuis. En degenen hunner, die niet geloven, 216 9, 91 | zwakken en op de zieken en op degenen die niets vinden om weg 217 9, 91 | boodschapper. Er rust geen blaam op degenen die goed doen; Allah is 218 9, 92 | 92. Noch op degenen, die tot u kwamen en verzochten 219 9, 93 | verwijt is alleen tegen degenen die u om verlof vragen, 220 9, 100| Migranten en Hulpgevers en degenen, die hen in goedheid volgen, 221 9, 107| 107. En degenen die een moskee hebben gebouwd 222 9, 108| willen worden en Allah heeft degenen, die zich louteren lief. ~ 223 9, 120| Allah doet de beloning van degenen, die goed doen niet verloren 224 9, 125| 125. En voor degenen in wier hart een ziekte 225 10, 2 | geef blijde tijding aan degenen die geloven, dat zij een 226 10, 4 | Hij haar voort, opdat Hij degenen die geloven en goede werken 227 10, 7 | voldoening in vinden en degenen, die onoplettend op Onze 228 10, 9 | 9. Maar degenen die geloven en goede werken 229 10, 11 | gekomen zijn. Maar Wij laten degenen die niet naar de ontmoeting 230 10, 15 | worden voorgedragen, zeggen degenen, die niet naar de ontmoeting 231 10, 26 | 26. Er zal voor degenen die goede daden verrichten 232 10, 27 | 27. En degenen die boze daden verrichten, 233 10, 33 | uw Heer bewaarheid tegen degenen, die overtraden omdat zij 234 10, 39 | hen gekomen. Zo deden ook degenen, die vóór hen waren. Maar 235 10, 45 | herkennen. Verliezers zijn zeker degenen die de ontmoeting met Allah 236 10, 52 | 52. Dan zal er tot degenen die kwaad deden worden gezegd: " 237 10, 60 | 60. Wat denken degenen die leugens tegen Allah 238 10, 69 | 69. Zeg: "Degenen, die over Allah een leugen 239 10, 73 | daarom redden Wij hem en degenen die met hem in de ark waren. 240 10, 73 | stedehouders, terwijl Wij degenen die Onze tekenen verloochenden 241 10, 73 | Zie! hoe het einde was van degenen, die werden gewaarschuwd. ~ 242 10, 92 | een teken moogt zijn voor degenen die na u komen. En waarlijk, 243 10, 94 | nedergezonden twijfelt, vraagt dan degenen die het Boek vóór u hebben 244 10, 95 | 95. En behoor niet tot degenen, die de tekenen van Allah 245 10, 96 | 96. Degenen tegen wie het woord van 246 10, 100| Hij werpt onreinheid over degenen die hun verstand niet gebruiken. ~ 247 10, 104| dan dat ik niet aanbid degenen die gij naast Allah aanbidt, 248 11, 11 | 11. Maar degenen die geduldig zijn en goede 249 11, 16 | 16. Dezen zijn degenen, die in het Hiernamaals 250 11, 18 | zullen zeggen: "Dezen zijn degenen die tegen hun Heer logen." 251 11, 22 | 22. Zij zijn ongetwijfeld degenen, die in het Hiernamaals 252 11, 31 | engel'." "Noch zeg ik over degenen, die gij minacht dat Allah 253 11, 36 | uw volk zal geloven, dan degenen die reeds hebben geloofd; 254 11, 40 | familie - met uitzondering van degenen, tegen wie het woord reeds 255 11, 43 | Allah, met uitzondering van degenen wie Hij barmhartigheid toont." 256 11, 67 | 67. De straf achterhaalde degenen die kwaad hadden gesticht 257 11, 106| 106. Degenen dan, die ongelukkig zullen 258 11, 108| 108. Maar degenen, die gelukkig zullen blijken 259 11, 112| zoals u is bevolen en ook degenen, die zich met u hebben bekeerd 260 11, 114| Dit is een aanmaning voor degenen die er lering uit trekken. ~ 261 11, 119| 119. Met uitzondering van degenen, die uw Heer barmhartigheid 262 11, 121| 121. En zeg tot degenen die niet geloven: "Handelt 263 12, 57 | Hiernamaals is zeker beter voor degenen die geloven en God vrezen. ~ 264 12, 78 | want wij zien dat gij tot degenen behoort die goed doen." ~ 265 12, 109| is voorzeker beter voor degenen, die vrezen. Wilt gij dan 266 13, 14 | Hem is het ware gebed. En degenen, die zij buiten Hem aanroepen, 267 13, 18 | 18. Er zal voor degenen die aan hun Heer gehoor 268 13, 18 | geven het goede zijn, en degenen, die Hem geen gehoor geven - 269 13, 19 | hem die blind is? Alleen degenen die met begrip zijn begiftigd 270 13, 20 | 20. Degenen, die Allah's verbond vervullen 271 13, 21 | 21. En degenen, die verbinden, wat Allah 272 13, 22 | 22. En degenen, die volharden in het zoeken 273 13, 23 | Tuinen der eeuwigheid. Zij en degenen van hun vaderen en hun echtgenoten 274 13, 25 | 25. En degenen, die het verbond van Allah 275 13, 27 | 27. En degenen die niet geloven, zeggen: " 276 13, 28 | 28. Degenen die geloven, en wier hart 277 13, 29 | 29. Degenen die geloven en goede werken 278 13, 36 | 36. En degenen, wie Wij het Boek hebben 279 13, 42 | 42. En degenen, die vóór hen waren, verzonnen 280 14, 8 | ondankbaar zijt, gij en al degenen die op aarde zijn, voorwaar, 281 14, 9 | tijdingen niet tot u gekomen van degenen die vóór u waren, het volk 282 14, 9 | en van Aad en Samoed en degenen (die) na hen (kwamen)? Niemand 283 14, 27 | 27. Allah versterkt degenen, die geloven in het tegenwoordige 284 14, 28 | 28. Ziet gij niet degenen, die Allah's gunst in ondankbaarheid 285 14, 45 | thans in de woonplaatsen van degenen die zichzelf onrecht aandeden 286 14, 52 | de Enige God is en opdat degenen die begrip hebben er lering 287 15, 20 | 20. Waarvan Wij voor u en degenen die gij niet onderhoudt 288 15, 22 | drinken en gij zijt niet degenen die het vergaart. ~ 289 15, 24 | 24. En Wij kennen degenen die onder u vooruitgaan 290 15, 24 | vooruitgaan en Wij kennen degenen die achterblijven. ~ 291 15, 31 | Maar Iblies weigerde tot degenen te behoren die zich onderwierpen. ~ 292 15, 32 | hapert u dat gij niet onder degenen zijt die zich onderwerpen?" ~ 293 15, 60 | hebben besloten, dat zij tot degenen zal behoren die achterblijven." ~ 294 15, 95 | u zeker toereikend tegen degenen die bespotten, ~ 295 15, 98 | Hem toekomt en behoor tot degenen die zich ter aarde werpen. ~ 296 16, 20 | 20. Maar degenen, die zij naast Allah aanroepen, 297 16, 25 | een gedeelte der last van degenen die zij zonder kennis doen 298 16, 26 | 26. Degenen, die vóór hen waren, smeedden 299 16, 27 | gij placht te strijden?" Degenen, die met kennis zign begiftigd 300 16, 28 | 28. "Degenen, die de engelen doen sterven 301 16, 30 | 30. En wordt er tot degenen, die rechtvaardig handelden 302 16, 30 | Het beste." Er is voor degenen, die goed doen, goeds in 303 16, 32 | 32. Tot degenen, die de engelen doen sterven 304 16, 33 | Heer zal worden uitgevoerd. Degenen, die vóór hen waren deden 305 16, 35 | Zijn wil hebben verboden." Degenen, die vóór hen waren handelden 306 16, 37 | dan dat Allah voorzeker degenen niet leidt, die (zich zelve) 307 16, 41 | 41. En degenen, die (hun) huizen ter wille 308 16, 43 | gaven - vraagt daarom aan degenen, die de vermaning bezitten 309 16, 45 | 45. Voelen degenen die boze plannen verzinnen, 310 16, 60 | 60. Het kenteken van degenen die niet in het Hiernamaals 311 16, 66 | zuiver en aangenaam voor degenen die drinken, ~ 312 16, 71 | levensonderhoud bevoorrecht. Maar degenen die Hij bevoordeelde geven 313 16, 84 | zullen opwekken zal het degenen die niet geloven, niet worden 314 16, 85 | 85. En wanneer degenen die kwaad verrichten de 315 16, 88 | 88. Degenen die verwerpen en anderen 316 16, 96 | blijvend. En Wij zullen degenen die standvastig zijn, voorzeker 317 16, 99 | hij heeft geen macht over degenen die geloven en die vertrouwen 318 16, 100| macht heerst alleen over degenen die met hem vriendschap 319 16, 102| nedergebracht, opdat Hij degenen die geloven, moge versterken 320 16, 104| 104. Degenen die in de tekenen van Allah 321 16, 110| is uw Heer voorzeker voor degenen die ontvluchten, nadat zij 322 16, 116| tegen Allah te verzinnen. Degenen, die een leugen tegen Allah 323 16, 119| Heer is voorzeker - voor degenen die in onwetendheid kwaad 324 16, 124| De Sabbat was alleen aan degenen opgelegd, die daaromtrent 325 16, 125| afgedwaald; en Hij kent degenen goed die juist geleid zijn. ~ 326 16, 126| voorzeker het beste voor degenen die geduldig zign. ~ 327 16, 128| Voorwaar, Allah is met degenen, die (God) vrezen en goeddoen. ~~ 328 17, 10 | 10. En dat Wij voor degenen die niet geloven in het 329 17, 25 | Hij Vergevensgezind jegens degenen die zich bekeren. ~ 330 17, 44 | zeven hemelen en de aarde en degenen die daarin vertoeven prijzen 331 17, 45 | plaatsen Wij tussen u en degenen die niet in het Hiernamaals 332 17, 56 | 56. Zeg, "Roept degenen aan die gij u naast Hem 333 17, 67 | zee u treft, verdwijnen u degenen die gij aanroept, behalve 334 17, 107| wel of niet in gelooft, degenen aan wie voordien kennis 335 18, 21 | Heer weet wat het beste is. Degenen, die de overhand behielden, 336 18, 28 | 28. Blijf bij degenen die hun Heer 's morgens 337 18, 30 | 30. Wat betreft degenen die geloven en goede werken 338 18, 51 | eigen schepping noch neem Ik degenen die misleiden ooit tot helpers. ~ 339 18, 52 | waarop Hij zal zeggen: "Roept degenen waarvan gij beweerdet dat 340 18, 103| Zullen wij u verhalen omtrent degenen die het grootste verlies 341 19, 58 | nageslacht van Adam en van degenen die Wij met Noach droegen ( 342 19, 58 | Israël; en zij behoren tot degenen die Wij leidden en uitverkoren. 343 19, 75 | Zeg: "De Weldadige geeft degenen die dwalen uitstel totdat 344 19, 76 | vermeerdert leiding voor degenen die leiding volgen. De blijvende 345 19, 87 | voorspraak hebben behalve degenen die van de Weldadige een 346 19, 96 | 96. Degenen die geloven en goede daden 347 20, 54 | hierin liggen tekenen voor degenen die verstand bezitten. ~ 348 20, 128| daarin liggen tekenen voor degenen die met rede zijn begaafd. ~ 349 21, 7 | hadden gezonden - Vraagt degenen, die de Vermaning bezitten, 350 21, 9 | belofte, en Wij redden hen en degenen die Wij wilden; doch Wij 351 21, 19 | hemelen en op aarde is, en degenen die zich in Zijn tegenwoordigheid 352 21, 41 | vóór u ook bespot, maar degenen die hen bespotten, werden 353 21, 77 | Wij stonden hem bij tegen degenen die Onze tekenen verloochenden. 354 21, 101| 101. Voorzeker degenen, aan wie door Ons tevoren 355 22, 7 | geen twijfel; Allah zal al degenen die in de graven zijn, opwekken. ~ 356 22, 23 | 23. Doch Allah zal degenen die geloven en goede werken 357 22, 25 | 25. Voorzeker degenen die niet geloven en mensen 358 22, 26 | houd Mijn Huis rein voor degenen die de rondgang verrichten 359 22, 26 | de rondgang verrichten en degenen die opstaan (voor gebed) 360 22, 39 | te vechten is gegeven aan degenen tegen wie gevochten wordt, 361 22, 40 | 40. Degenen die ten onrechte uit hun 362 22, 41 | 41. Degenen die, indien Wij hen op aarde 363 22, 50 | 50. Degenen, die geloven en goede werken 364 22, 51 | 51. Doch degenen die trachten Onze woorden 365 22, 53 | beproeving moge maken voor degenen in wier hart een ziekte 366 22, 54 | 54. En opdat degenen aan wie kennis is gegeven 367 22, 54 | worden. Waarlijk Allah leidt degenen die geloven naar het rechte 368 22, 58 | 58. Degenen die hun huizen verlaten 369 22, 71 | kennis bezitten. En voor degenen die kwaad bedrijven is er 370 22, 72 | ongelovigen. Bijna zouden zij degenen, die Onze tekenen aan hen 371 22, 73 | luistert er naar. Voorzeker, degenen die grij in plaats van Allah 372 23, 7 | 7. Doch degenen die deze perken te buiten 373 23, 27 | is en uw gezin, behalve degenen tegen wie het woord reeds 374 23, 28 | hebben betrokken - gij en degenen die met u zijn zeg dan: " 375 23, 48 | hen en zij behoorden tot degenen die vernietigd werden. ~ 376 23, 57 | 57. Voorwaar, degenen die sidderen van ontzag 377 23, 58 | 58. En degenen die geloven in de tekenen 378 23, 59 | 59. En degenen die hun Heer geen deelgenoten 379 23, 60 | 60. En degenen die weggeven hetgeen zij ( 380 23, 64 | 64. Totdat, wanneer Wij degenen hunner die in weelde leven 381 23, 74 | 74. Maar degenen, die in het Hiernamaals 382 23, 103| werken licht zijn - dit zijn degenen die hun ziel benadeelden - 383 23, 113| deel van een dag. Vraag dus degenen die rekening houden." ~ 384 24, 6 | 6. En betreffende degenen die hun vrouwen beschuldigen 385 24, 33 | 33. En laat degenen, die geen mogelijkheid tot 386 24, 44 | Daarin is zeker een les voor degenen die ogen hebben. ~ 387 24, 55 | 55. Allah heeft aan degenen onder u die geloven en goede 388 24, 55 | aarde zal stellen, zoals Hij degenen die vóór hen waren tot stedehouders 389 24, 57 | 57. Denkt niet, dat degenen die niet geloven, op aarde 390 24, 58 | gelooft, laten uw slaven en degenen uwer die de geslachtsrijpheid 391 24, 62 | u om verlof vragen zijn degenen die werkelijk in Allah en 392 24, 63 | elkander behandelt. Allah kent degenen uwer die wegsluipen en zich 393 24, 63 | zich verbergen. Laat daarom degenen die tegen Zijn gebod ingaan, 394 25, 11 | verloochenen het Uur en voor degenen die dat Uur verloochenen 395 25, 17 | waarop Hij de ongelovigen en degenen die zij naast Allah aanbidden 396 26, 25 | 25. Pharao zeide tot degenen die om hem heen waren: " 397 26, 119| Daarom redden Wij hem en degenen die met hem in de geladen 398 26, 120| 120. Daarna verdronken Wij degenen die achterbleven. 399 27, 41 | volgt of dat zij behoort tot degenen die van de rechte weg worden 400 27, 47 | voorzien kwaad wegens u en degenen die met u zijn." Hij zeide: " 401 27, 83 | waarop Wij van elk volk degenen zullen verzamelen die Onze 402 27, 87 | zijn, schrikken, behalve degenen die Allah wil (sparen). 403 28, 61 | vervuld) zal zien, gelijk met degenen, die Wij van de goederen 404 28, 63 | zeggen: "Onze Heer, dit zijn degenen die wij deden dwalen. Wij 405 28, 76 | want Allah houdt niet van degenen die pochen. ~ 406 28, 80 | van Allah is beter voor degenen die geloven en goede werken 407 28, 83 | Hiernamaals! Wij geven het degenen die op aarde geen zelfverheffing 408 29, 3 | 3. Wij beproefden degenen die vóór hen waren. Daarom 409 30, 9 | zien hoe het einde was van degenen die vóór hen waren? Zij 410 30, 22 | zijn voorzeker tekenen voor degenen, die willen begrijpen. ~ 411 30, 32 | 32. Noch tot degenen die hun godsdienst verdelen 412 30, 38 | toekomt. Dat is het beste voor degenen die het Aangezicht van Allah 413 30, 42 | ziet hoe het einde was van degenen die voordien waren. De meesten 414 30, 47 | bewijzen. Dan straften Wij degenen die zondigden. En het was 415 31, 11 | Allah. Toont mij nu wat degenen hebben geschapen die naast 416 33, 18 | 18. Allah kent degenen onder u die de mensen tegenhouden, 417 33, 29 | heeft Allah waarlijk voor degenen onder u die goed doen, een 418 33, 39 | 39. Degenen, die Allah's boodschappen 419 33, 50 | huwelijksgiften hebt gegeven, en degenen die uw rechterhand bezit 420 33, 50 | hun (gelovige) vrouwen en degenen die hun rechterhand bezit, 421 33, 60 | Indien de huichelaars en degenen in wier hart een ziekte 422 33, 60 | wier hart een ziekte is en degenen die opschudding in de stad 423 33, 62 | Allah's handelwijze met degenen die voordien zijn heengegaan 424 33, 69 | gelooft! weest niet zoals degenen die Mozes ergerden! Allah 425 34, 4 | 4. Opdat Hij degenen. die geloven en goede werken 426 34, 21 | geen macht, maar Wij wilden degenen, die in het Hiernamaals 427 34, 22 | 22. Zeg: "Roept degenen aan, waarvan gij beweert 428 34, 23 | geldt bij Hem, behalve voor degenen aan wie Hij het toestaat, 429 35, 22 | die Hij wil, maar gij kunt degenen die in hun graven zijn, 430 35, 44 | gezien hoe het einde was van degenen die vóór hen leefden? En 431 37, 105| Zo belonen Wij inderdaad degenen, die goed doen." ~ 432 37, 121| Voorzeker zo belonen Wij degenen die goed doen. 433 37, 131| Voorzeker zo belonen Wij degenen, die goed doen. ~ 434 37, 165| 165. Waarlijk wij zijn degenen die in rijen gerangschikt 435 37, 177| de dag slecht zijn voor degenen, die werden gewaarschuwd. ~ 436 38, 26 | weg van Allah afleiden." Degenen, die van de weg van Allah 437 38, 28 | 28. Zullen Wij degenen, die geloven en goede werken 438 39, 3 | oprechte gehoorzaamheid toe. En degenen, die naast Hem anderen als 439 39, 22 | licht van zijn Heer. Wee dan degenen, wier hart verhard is bij 440 39, 25 | 25. Ook degenen die vóór hen waren, verloochenden, 441 39, 45 | geloven samen, maar wanneer degenen naast Hem genoemd worden, 442 39, 68 | zullen bezwijmen, behalve degenen die Allah wil. Dan zal er 443 39, 73 | 73. En degenen die hun Heer vreesden zullen 444 40, 20 | richt naar waarheid, maar degenen die zij aanroepen naast 445 40, 31 | Noach, en Aad en Samoed en degenen die na hen waren. Allah 446 40, 35 | 35. Degenen die twisten over de tekenen 447 40, 49 | 49. En degenen die in het Vuur zijn zullen 448 40, 63 | 63. Zo worden degenen, die de tekenen van Allah 449 40, 69 | 69. Hebt gij degenen niet gezien, die over de 450 40, 70 | 70. Degenen die het Boek en hetgeen 451 40, 82 | gezien wat het einde was van degenen die voor hen waren? Zij 452 41, 29 | zeggen: "Onze Heer, toon ons degenen der djinn en der mensen 453 41, 38 | de ongelovigen) hoogmoed, degenen die bij uw Heer zijn, verheerlijken 454 42, 3 | Machtige, de Wijze aan u en aan degenen die vóór u waren, geopenbaard. ~ 455 42, 6 | 6. En degenen, die naast Hem beschermers 456 42, 22 | hen zeker treffen. Maar degenen, die geloven en goede werken 457 42, 37 | 37. Voor degenen die de zwaarste zonden en 458 42, 38 | 38. En voor degenen die naar hun Heer luisteren 459 42, 38 | wederzijds overleg is en voor degenen die geven van hetgeen waarmee 460 42, 39 | 39. En voor degenen die, als een aanval hen 461 43, 33 | vormen, Wij zouden voor degenen die de Barmhartige verwerpen, 462 43, 40 | doen horen en de blinden en degenen die klaarblijkelijk dwalen, 463 43, 86 | 86. En degenen die zij naast Allah aanroepen 464 45, 11 | Dit is de leiding. En voor degenen die de tekenen van hun Heer 465 46, 7 | worden medegedeeld, zeggen degenen, die de Waarheid, toen zij 466 46, 28 | 28. Waarom hielpen degenen, die zij buiten Allah tot 467 47, 4 | op de proef stellen. En degenen die terwille van Allah worden 468 47, 10 | gezien wat het einde was van degenen, die vóór hen waren? Allah 469 47, 15 | stromen wijn, smakelijk voor degenen die drinken en rivieren 470 47, 15 | Kunnen zij gelijk zijn aan degenen die in het Vuur vertoeven 471 47, 26 | Dat is doordat zij tot degenen die haten wat Allah heeft 472 48, 11 | 11. Degenen onder de bewoners der woestijn 473 48, 13 | 13. En voor degenen, die niet in Allah en Zijn 474 49, 3 | boodschapper van Allah, zijn degenen wier hart Allah tot rechtvaardigheid 475 49, 15 | ware gelovigen zijn slechts degenen, die in Allah en Zijn boodschapper 476 51, 1 | Wij roepen als getuigen) degenen die wijd en zijd verspreiden, ~ 477 51, 2 | 2. En degenen die de last dragen, ~ 478 51, 3 | 3. En degenen die rustig voortgaan, ~ 479 51, 4 | 4. En degenen die de zaak uitdelen. ~ 480 51, 19 | de bedelaars en ook voor degenen die niet konden bedelen. ~ 481 51, 52 | 52. En er kwam tot degenen, die vóór hen waren, geen 482 51, 55 | want de vermaning helpt degenen die willen geloven. ~ 483 53, 31 | hetgeen op aarde is, opdat Hij degenen die slecht deden moge vergelden 484 53, 31 | hebben gewrocht en opdat Hji degenen die goed doen, met het beste 485 56, 38 | 38. Tot degenen aan de rechter kant. ~ 486 56, 41 | hoe (ongelukkig) zijn degenen die aan de linker kant staan! ~ 487 56, 88 | Als hij nu behoort tot degenen, die dicht bij God zijn, ~ 488 56, 90 | En indien hij behoort tot degenen aan de rechter kant, ~ 489 56, 91 | luidt het "Vrede zij u" van degenen aan de rechter kant. ~ 490 57, 10 | hemelen en de aarde behoort? Degenen onder u die (geld) besteedden 491 57, 10 | gelijk maar hoger in rang dan degenen die nadien (geld) besteedden 492 57, 15 | worden aangenomen, noch van degenen die ongelovig waren. Uw 493 57, 18 | vrouwen die aalmoezen geven en degenen die met Allah een goede 494 57, 21 | hemel en aarde, bereid voor degenen, die in Allah en Zijn boodschappers 495 57, 24 | 24. (Noch degenen,) die vrekkig zijn en de 496 57, 25 | mensdom ontstaan, opdat Allah degenen moge onderscheiden, die 497 58, 2 | 2. Degenen onder u, die hun vrouwen 498 58, 2 | hun moeders zijn alleen degenen die hen baarden, - en voorzeker 499 58, 3 | 3. Degenen, die hun vrouwen moeders 500 58, 5 | 5. Degenen, die tegen Allah en Zijn


1-500 | 501-562

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License