Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
deemoedig 1
degelle 1
degene 39
degenen 562
dekkende 1
delen 2
den 3
Frequency    [«  »]
591 der
572 wat
566 voorzeker
562 degenen
530 over
522 ons
516 wie

Koran

IntraText - Concordances

degenen

1-500 | 501-562

    Sura, Verse
501 58, 5 | zeker vernederd worden zoals degenen die hen vooraf gingen vernederd 502 58, 8 | 8. Hebt gij degenen niet waargenomen, wie de 503 58, 14 | 14. Hebt gij degenen niet gezien, die zich bevrienden 504 58, 20 | 20. Waarlijk, degenen die Allah en Zijn Boodschapper 505 58, 22 | hun verwanten. Dezen zijn degenen, in wier hart Allah geloof 506 59, 9 | 9. En degenen die zich in de stad hebben 507 59, 10 | 10. En degenen die na hen kwamen, zeggen: " 508 59, 15 | 15. Evenals voor degenen die kort vóór hen het kwade 509 59, 19 | 19. En weest niet als degenen die Allah vergaten, zodat 510 60, 4 | voorbeeld voor u in Abraham en degenen die met hem waren toen zij 511 60, 8 | Allah verbiedt u niet, degenen, die niet tegen u om de 512 60, 9 | vriendschap te betonen aan degenen, die tegen u gevochten hebben 513 62, 5 | 5. Degenen die belast zijn met de Torah 514 63, 7 | zeggen, "Besteedt niets voor degenen die met de boodschapper 515 64, 5 | verhaal u niet bereikt van degenen die vroeger ongelovig waren? 516 64, 16 | dat is beter voor u. En degenen die voor eigen vrekkigheid 517 65, 4 | hetzelfde geldt ook voor degenen die haar menstruatie nog 518 65, 4 | tot zij verlost zijn. En degenen die Allah vrezen, zal Hij 519 65, 11 | Allah voordraagt, opdat hij degenen die geloven en goede daden 520 66, 10 | het Vuur in tezamen met degenen die er binnengaan." ~ 521 67, 6 | 6. En voor degenen die niet in hun Heer geloven 522 67, 12 | 12. Waarlijk, degenen die hun Heer in het verborgene 523 67, 28 | mij, indien Allah mij en degenen die met mij zijn, zou vernietigen - 524 68, 7 | afdwaalt en Hij kent het beste degenen die de leiding volgen. ~ 525 68, 35 | 35. Zullen Wij dan degenen die zich onderwerpen even 526 68, 44 | 44. Laat Mij en degenen die deze aankondiging loochenen, 527 69, 9 | 9. Ook Pharao, en degenen die vóór hem waren, en de 528 70, 22 | 22. Behalve degenen die bidden ~ 529 70, 24 | 24. En degenen in wier rijkdommen een vastgesteld 530 70, 26 | 26. En degenen die de Dag des Oordeels 531 70, 27 | 27. En degenen die de straf van hun Heer 532 70, 29 | 29. En degenen die onthouding betrachten. ~ 533 70, 30 | Uitgezonderd met hun vrouwen en degenen die zij bezitten, waarvoor 534 70, 31 | 31. Maar degenen die buiten deze (voorschriften) 535 70, 32 | 32. En degenen die het hun toevertrouwde 536 70, 33 | 33. En degenen die oprecht zijn in hun 537 70, 34 | 34. En degenen die hun gebeden naleven, ~ 538 72, 10 | weten daardoor niet of voor degenen die op aarde zijn, een ramp 539 72, 23 | boodschap opgedragen." En voor degenen die Allah en Zijn boodschapper 540 73, 11 | En laat Mij alleen met degenen die loochenen, de bezitters 541 73, 20 | eveneens doet dit een deel van degenen die met u zijn. En Allah 542 74, 31 | zullen twijfelen. En dat degenen in wier hart een ziekte 543 74, 31 | wier hart een ziekte is en degenen die ongelovig zijn, mogen 544 74, 39 | 39. Doch degenen aan de rechter hand ~ 545 77, 15 | 15. Wee op die Dag, degenen die loochenen. ~ 546 77, 19 | 19. Wee op die Dag degenen die loochenen! ~ 547 77, 24 | 24. Wee op die Dag degenen die loochenen! ~ 548 77, 28 | 28. Wee op die Dag degenen die loochenen. ~ 549 77, 34 | 34. Wee op die Dag degenen die loochenen! ~ 550 77, 37 | 37. Wee op die Dag degenen die loochenen. ~ 551 77, 38 | beslissing; Wij hebben u en degenen die vroeger leefden bijeengebracht. ~ 552 77, 40 | 40. Wee op die Dag degenen die loochenen! ~ 553 77, 44 | Voorwaar, zo belonen Wij degenen die goed doen. ~ 554 77, 45 | 45. Wee op die Dag degenen die loochenen. ~ 555 77, 47 | 47. Wee op die Dag degenen die loochenen. ~ 556 77, 49 | 49. Wee op die Dag degenen die loochenen. ~ 557 83, 26 | zegel muskus is. En laat degenen die wedijveren, hiervoor 558 85, 4 | 4. Vervloekt zijn degenen die groeven maakten - ~ 559 95, 6 | 6. Behalve degenen die geloven en goede werken 560 103, 3 | 3. Behalve degenen die geloven en goede werken 561 107, 4 | 4. En wee degenen die bidden, ~ 562 113, 4 | En tegen het kwade van degenen die vaste banden door boze


1-500 | 501-562

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License