Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
oen 1
oerkenner 3
oever 1
of 496
óf 3
offer 13
offeranden 2
Frequency    [«  »]
522 ons
516 wie
497 mijn
496 of
493 zich
474 mij
471 dag

Koran

IntraText - Concordances

of

                                                      bold = Main text
    Sura, Verse                                       grey = Comment text
1 Voo | maken van phonetische codes of aparte tekens, die slechts 2 Voo | om een reeks van verhalen of om de biografie van de Profeet 3 Voo | hoogte willen stellen van op- of aanmerkingen betreffende 4 2, 6 | het is hun om het even, of gij hen waarschuwt, of dat 5 2, 6 | of gij hen waarschuwt, of dat gij hen niet waarschuwt - 6 2, 19 | 19. Of, (dat zij) bij zware regen 7 2, 26 | niet beneden zich, een mug of iets nog kleiners als gelijkenis 8 2, 71 | om de aarde te beploegen, of de akkers te bevloeien, 9 2, 74 | hart. Zij zijn als stenen, of nog harder, want er zijn 10 2, 80 | Zijn belofte nooit breken. Of zegt gij iets over Allah, 11 2, 106| Welk teken Wij ook opheffen of doen vergeten, daarvoor 12 2, 106| daarvoor brengen Wij betere of daaraan gelijke. Weet gij 13 2, 107| Allah is er geen beschermer of helper Xoor u. ~ 14 2, 118| spreekt Allah niet tot ons, of, komt er geen teken tot 15 2, 133| 133. Of waart gij aanwezig, toen 16 2, 135| zij zeggen: "Weest Joden of Christenen, dan zult gij 17 2, 140| Jacob en de stammen Joden of Christenen waren? Zeg: " 18 2, 140| Zeg: "Weet gij het beter of Allah?" En wie is onrechtvaardiger, 19 2, 158| Hadj (pelgrimstocht) doet, of (of soms) de Omrah verricht, 20 2, 158| pelgrimstocht) doet, of (of soms) de Omrah verricht, 21 2, 177| gezicht naar het Oosten of naar het Westen wendt, maar 22 2, 182| maakte, partijdig werd, of een fout heeft begaan, en 23 2, 184| maar wie onder u ziek is, of op reis, vaste een aantal 24 2, 185| vasten. Maar wie onder u ziek of op reis is, een aantal andere 25 2, 196| En wie onder u ziek is of een kwaal in het hoofd heeft, 26 2, 229| dan op behoorlijke wijze of zend haar met vriendelijkheid 27 2, 231| een behoorlijke manier, of zendt haar op een betamelijke 28 2, 235| huwelijksaanzoek aan die vrouwen, of indien gij dit in uw gedachten 29 2, 236| voordat gij haar hebt benaderd of voor haar een bruidsschat 30 2, 237| zij het u kwijtschelden, of degene, die de huwelijksband 31 2, 239| verkeert, bidt dan lopende of rijdende, maar wanneer gij 32 2, 259| 259. Of, gelijk degene, die langs 33 2, 259| antwoordde: "Ik ben een dag, of een gedeelte van een dag 34 2, 262| door (anderen) te verwijten of te krenken, voor hen is 35 2, 264| waardeloos door verwijt of krenking, zoals hij, die 36 2, 274| nacht en dag, heimelijk of openlijk weggeven, ontvangen 37 2, 282| schuldenaar weinig verstand heeft, of zwak is, of zelf niet kan 38 2, 282| verstand heeft, of zwak is, of zelf niet kan dicteren, 39 2, 282| het schrijven niet moe, of het weinig of veel zij, 40 2, 282| niet moe, of het weinig of veel zij, betreffende de 41 2, 284| hetgeen in uw innerlijk is of het verborgen houdt, Allah 42 2, 286| ons niet als wij vergeten of een fout hebben begaan, 43 3, 5 | Voorzeker, er is niets op aarde of in de hemelen voor Allah 44 3, 29 | 29. Zeg: "Of gij dat wat in uw hart is 45 3, 29 | wat in uw hart is verbergt of onthult, Allah weet het 46 3, 83 | op aarde is zich willens of onwillens aan Hem moet onderwerpen? 47 3, 112| zij een verbond met Allah of een verbond met andere volkeren 48 3, 128| barmhartigheid tot hen wenden of hen straffen, voorzeker 49 3, 135| een slechte daad begaan of zichzelf onrecht aandoen 50 3, 144| hielen omkeren als hij sterft of gedood wordt? Hij, die zich 51 3, 156| zij door het land reizen of ten strijde trekken, zeggen: " 52 3, 156| zouden niet zijn gestorven of gedood; opdat Allah dit 53 3, 157| zaak van Allah wordt gedood of sterft, zal Allah's vergiffenis 54 3, 158| 158. En indien gij sterft of gedood wordt, voorzeker, 55 3, 195| werker onder u, hetzij man of vrouw, niet verloren doen 56 4, 3 | vrouwen die u behagen, twee of drie, of vier en als gij 57 4, 3 | u behagen, twee of drie, of vier en als gij vreest, 58 4, 3 | rechtvaardig zult handelen, dan één of wat uw rechter handen bezitten. 59 4, 7 | bloedverwanten nalaten, of het weinig of veel zij: 60 4, 7 | bloedverwanten nalaten, of het weinig of veel zij: een vastgesteld 61 4, 11 | dat hij heeft nagelaten of van (niet vereffende) schuld. 62 4, 12 | dat zij hebben nagelaten of van schuld. En zij zullen 63 4, 12 | betaling van enig legaat of van onverrekende schuld. 64 4, 12 | schuld. En indien er een man of een vrouw is, van wie wordt 65 4, 12 | kinderloos en heeft een broeder of een zuster, dan is er voor 66 4, 12 | legaat, dat is nagelaten of van schuld, zonder benadeling. 67 4, 15 | de dood haar achterhaalt, of totdat Allah haar een weg 68 4, 43 | En indien gij ziek zijt, of op reis, of een uwer van 69 4, 43 | gij ziek zijt, of op reis, of een uwer van de afzondering 70 4, 43 | van de afzondering komt, of gij hebt vrouwen aangeraakt 71 4, 47 | vernietigen en neerwerpen of hen vervloeken, zoals Wij 72 4, 54 | 54. Of benijden zij de mensen om 73 4, 64 | zenden geen boodschapper of hij moet worden gehoorzaamd 74 4, 66 | geboden: "Wijdt u ten dode" of: "verlaat uw huizen" zouden 75 4, 71 | in afzonderlijke groepen of allen tezamen. ~ 76 4, 74 | hetzij hij gedood wordt of overwint, weldra zullen 77 4, 77 | Allah behoort te vrezen, of zelfs nog erger en zij zeggen: " 78 4, 83 | komt, hetzij over vrede of over vrees, verspreiden 79 4, 86 | terug met een betere groet, of geeft deze althans terug. 80 4, 90 | een verbond gesloten hebt, of zij die tot u komen terwijl 81 4, 90 | zich verzet u te bestrijden of hun eigen volk aan te vallen. 82 4, 102| indien de regen u stoort, of indien gij ziek zijt, zal 83 4, 109| op de dag der opstanding, of wie zal een voogd over hen 84 4, 110| 110. Wie kwaad doet of zijn ziel onrecht aandoet 85 4, 112| 112. Wie een fout of een zonde begaat en deze 86 4, 114| diegenen die tot liefdadigheid of goedheid, of het stichten 87 4, 114| liefdadigheid of goedheid, of het stichten van vrede onder 88 4, 124| werken verricht, hetzij man of vrouw, en gelovig is, zal 89 4, 128| Als een vrouw mishandeling of onverschilligheid van haar 90 4, 135| al was het tegen uzelf, of ouders en verwanten. Hetzij 91 4, 135| en verwanten. Hetzij rijk of arm, Allah is beter dan 92 4, 135| gij de waarheid omzeilt of er u van afwendt, Allah 93 4, 149| 149. Of gij een goede daad openlijk 94 4, 149| goede daad openlijk verricht of deze verbergt, of een kwaad 95 4, 149| verricht of deze verbergt, of een kwaad vergeeft, Allah 96 5, 3 | hetgeen is doodgevallen of hetgeen door de horens van 97 5, 6 | reinigt u. En als gij ziek of op reis zijt en een uwer 98 5, 6 | komt van de afzondering, of gij hebt vrouwen aangeraakt 99 5, 32 | wegens het doden van anderen of het scheppen van wanorde 100 5, 33 | is slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat 101 5, 33 | gedood of gekruisigd worden, of dat hun handen en hun voeten 102 5, 33 | links, worden afgesneden, of dat zij het land worden 103 5, 42 | spreek recht tussen hen of wend u van hen af. En indien 104 5, 52 | dat Allah een overwinning of iets anders tot stand zal 105 5, 59 | voordien was nedergezonden of doordat de meesten van u 106 5, 76 | geen macht heeft u goed of kwaad te doen? En het is 107 5, 89 | gij uw huisgezinnen voedt, of hen te kleden, of het vrijmaken 108 5, 89 | voedt, of hen te kleden, of het vrijmaken van een slaaf. 109 5, 94 | wild, hetwelk uw handen of lansen kunnen vangen, opdat 110 5, 95 | Kaba moet worden gebracht; of hij moet als boetedoening ( 111 5, 95 | aantal) arme mensen voeden, of een gelijk aantal dagen 112 5, 103| geen Bahira, Saiba, Wasila of Haam verordend, maar de 113 5, 106| uwer rechtvaardige mannen; of van twee anderen die niet 114 5, 108| afleggen naar de feiten, of hen doen vrezen, dat andere 115 6, 4 | Heer geen teken tot hen of zij wenden zich er van af. ~ 116 6, 21 | leugen tegen Allah uitdenkt of Zijn tekenen verloochent? 117 6, 35 | een opening in de aarde of een ladder naar de hemelen 118 6, 38 | op zijn vleugels vliegt, of zij vormen gemeenschappen, 119 6, 40 | Als de straf van Allah, of het uur over u komt, zult 120 6, 47 | straf van Allah onverwachts of openlijk tot u komt, zal 121 6, 59 | aarde, noch iets dat groen of droog is, zonder dat het 122 6, 65 | heeft macht om u van boven of van onder u straf toe te 123 6, 70 | naast Allah geen helper of bemiddelaar hebben. En indien 124 6, 93 | leugen over Allah uitdenkt of zegt: "Het is mij geopenbaard," 125 6, 141| tuinen doet ontstaan, wel of niet gestut en de dadelpalm 126 6, 143| die Hij heeft verboden, of de twee vrouwelijke dieren, 127 6, 144| dieren die Hij heeft verboden of de twee vrouwelijke dieren 128 6, 145| uitzondering van het gestorvene of vloeiend bloed of varkensvlees, 129 6, 145| gestorvene of vloeiend bloed of varkensvlees, want dit alles 130 6, 145| want dit alles is onrein - of, wat in overtreding is, 131 6, 146| anders dan wat hun ruggen of hun ingewanden dragen of 132 6, 146| of hun ingewanden dragen of hetgeen met een been is 133 6, 151| onbetamelijke daden hetzij openlijk of in het geheim begaat en 134 6, 157| 157. Of ingeval gij zoudt zeggen: " 135 6, 158| engelen tot hen zouden komen, of dat hun Heer zou verschijnen 136 6, 158| hun Heer zou verschijnen of dat enige der tekenen van 137 7, 4 | overviel hen gedurende de nacht of tijdens de middagslaap. ~ 138 7, 20 | opdat gij geen engelen of eeuwig- levenden zoudt worden." ~ 139 7, 33 | slechte daden, hetzij openlijk of in het geheim verboden en 140 7, 37 | een leugen over Allah uit, of Zijn tekenen verloochent? 141 7, 50 | Giet wat water over ons uit of iets, waarmnee Allah u heeft 142 7, 53 | voor ons zullen bemiddelen? Of konden wij worden teruggezonden ( 143 7, 98 | 98. Of zijn de bewoners dezer steden 144 7, 115| zeiden: "O Mozes zult gij of zullen wij het eerst werpen?" ~ 145 7, 164| dat Allah wil vernietigen of met een strenge kastijding 146 7, 173| 173. Of gij zolldt zeggen: "Het 147 7, 187| komen. Zij ondervragen u of gij er goed van op de hoogte 148 7, 188| wil, geen macht over goed of kwaad voor mijzelf. En als 149 7, 193| niet volgen. Het is gelijk of gij hen roept of zwijgt. ~ 150 7, 193| gelijk of gij hen roept of zwijgt. ~ 151 7, 195| voeten waarmede zij lopen of hebben zij handen waarmede 152 7, 195| waarmede zij vasthouden, of hebben zij ogen waarmede 153 7, 195| zij ogen waarmede zij zien of hebben zij oren waarmede 154 8, 16 | het gevecht manoeuvreert of om plaats te nemen bij een 155 8, 30 | u gevangen mochten nemen of doden of verbannen. En zij 156 8, 30 | gevangen mochten nemen of doden of verbannen. En zij maakten 157 8, 32 | de hemel over ons regenen of geef ons een (andere) smartelijke 158 9, 10 | geen band van verwantschap of verbond betreffende een 159 9, 41 | 41. Gaat voort licht of zwaar, streeft met uw bezit 160 9, 52 | zal opleggen van Hemzelf of door onze handen. Wacht 161 9, 53 | Zeg: "Besteedt vrijwillig of onwillig, het zal van u 162 9, 57 | Als zij een schuilplaats of grotten of zelfs een gat 163 9, 57 | schuilplaats of grotten of zelfs een gat konden vinden 164 9, 80 | 80. Of gij vergiffenis voor hen 165 9, 80 | vergiffenis voor hen vraagt of dat gij geen vergiffenis 166 9, 106| Zal Hij hen bestraffen of Zich met barmhartigheid 167 9, 109| behagen stichtte, beter of hij, die zijn gebouw op 168 9, 116| En gij hebt geen vriend of helper naast Allah. ~ 169 9, 120| van Allah zouden blijven, of dat zij hun eigen leven 170 9, 120| een vijand enige schade, of er wordt daarmede voor hen 171 9, 121| besteden geen som, groot of klein, noch doorkruisen 172 9, 121| doorkruisen zij een landstreek, of dit is voor hen opgetekend, 173 9, 126| niet, dat zij elk jaar één- of tweemaal op de proef worden 174 10, 12 | op zijn zijde liggende, of zittende, of staande, maar 175 10, 12 | zijde liggende, of zittende, of staande, maar wanneer Wij 176 10, 15 | een andere Koran dan deze, of verander hem." Zeg: "Het 177 10, 17 | leugen over Allah spreekt, of die Zijn tekenen verloochent? 178 10, 18 | iets, dat Hij in de hemelen of op aarde nog niet zou kennen, 179 10, 24 | bezitten, Ons gebod bij dag of bij nacht tot haar komt, 180 10, 31 | van de hemel en de aarde? Of wie is het, die macht heeft 181 10, 38 | 38. Of zeggen zij: "Hij (de profeet) 182 10, 46 | hebben bedreigd, tonen, of als Wij u doen sterven, 183 10, 49 | zelf geen macht over schade of voordeel, behalve, wat Allah 184 10, 50 | als Zijn straf bij dag of nacht over u komt, hoe zullen 185 10, 59 | Allah u dat toegestaan, of verzint gij leugens tegen 186 10, 61 | toestand gij u bevindt, of gij de Koran voordraagt, 187 10, 61 | gij de Koran voordraagt, of iets anders doet; Wij zijn 188 10, 61 | gewicht van een atoom op aarde of in de hemel verborgen. En 189 10, 61 | er is niets dat kleiner of groter is, of het staat 190 10, 61 | dat kleiner of groter is, of het staat in het duidelijke 191 11, 6 | schepsel dat op aarde kruipt, of zijn voorziening berust 192 11, 12 | geen schat nedergezonden of waarom is er geen engel 193 11, 20 | geen moeite om te horen, of te zien. ~ 194 11, 56 | dat zich op aarde beweegt, of Hij houdt het in Zijn macht. 195 11, 80 | weerstand te kunnen bieden of tot een machtige steun toevlucht 196 11, 84 | En geef geen korte maat of licht gewicht. Ik zie u 197 11, 87 | aanbaden, zouden verlaten of dat wij zouden ophouden 198 11, 89 | hetgeen het volk van Noach of het volk van Hoed of het 199 11, 89 | Noach of het volk van Hoed of het volk van Salih overkwam; 200 12, 9 | 9. "Doodt Jozef of verdrijft hem naar een ( 201 12, 21 | hij ons van nut kan zijn, of dat wij hem als zoon aannemen." 202 12, 25 | anders dan gevangenneming of een pijnlijke kastijding?" ~ 203 12, 39 | verscheidene Heren beter of is Allah, de Ene, de Opperste 204 12, 80 | vader het mij toestaat, of Allah voor mij beslist en 205 12, 85 | totdat gij zijt weggekwijnd of totdat gij te gronde gaat." ~ 206 12, 107| straf over hen van Allah of voor het onverwacht komen 207 13, 4 | dadelpalmen, met één wortel of met verschillende wortels, 208 13, 15 | onderwerpt zich willens of onwillens aan Allah en hun 209 13, 16 | de ziende gelijk zijn?" Of kan de duisternis gelijk 210 13, 16 | gelijk zijn aan het licht? Of schrijven zij aan Allah 211 13, 31 | aarde kon worden gespleten, of de doden tot spreken konden 212 13, 31 | worden wegens hun daden, of het zult bij hun huizen 213 13, 33 | Hem op aarde onbekend was? Of is het slechts een ledig 214 13, 40 | 40. Of Wij u sommige der dingen 215 13, 40 | Wij hen hebben bedreigd, of u doen sterven - op u rust ( 216 14, 21 | Het is voor ons gelijk of wij ongeduld tonen of wel 217 14, 21 | gelijk of wij ongeduld tonen of wel geduldig blijven, want 218 14, 38 | maken. Er is niets op aarde of in de hemel voor Allah verborgen." ~ 219 15, 4 | nooit een stad verwoest of het besluit er toe was bekend 220 15, 11 | een boodschapper tot hen of zij bespotten hem. ~ 221 15, 21 | 21. Er is niets of de schatten er van zijn 222 16, 33 | de engelen over hen komen of dat het gebod van uw Heer 223 16, 45 | grond zal doen verzinken, of dat de straf over hen zal 224 16, 46 | 46. Of dat Hij hen in hun handel 225 16, 47 | 47. Of dat Hij hen geleidelijk 226 16, 59 | weerwil van schande behouden of haar in het stof begraven? 227 16, 61 | een enkel uur uitstellen of vervroegen. ~ 228 16, 73 | levensonderhoud van de hemelen of van de aarde in het geheel 229 16, 97 | juist handelt, hetzij man of vrouw en een gelovige is, 230 17, 23 | een hoge leeftijd bereikt of beiden doen dit, zeg dan 231 17, 50 | 50. Zeg: "Weest steen of ijzer," ~ 232 17, 51 | 51. "Of een andere schepping die 233 17, 54 | Hij u barmhartigheid tonen of straffen, maar Wij hebben 234 17, 56 | kwaad van u te verwijderen, of het te veranderen." ~ 235 17, 58 | 58. Er is geen stad of Wij zullen die voor de Dag 236 17, 58 | der Opstanding verdelgen of streng straffen. Dit staat 237 17, 68 | zal verdelgen op het land of dat Hij een hevige storm 238 17, 69 | 69. Of weet gij dan zo zeker dat 239 17, 91 | 91. "Of tenzij gij een tuin hebt 240 17, 92 | 92. "Of tenzij gij de hemel in stukken 241 17, 92 | nedervallen zoals gij hebt beweerd of tenzij gij Allah en de engelen 242 17, 93 | 93. "Of tenzij gij een huis hebt 243 17, 93 | een huis hebt van goud, of tenzij gij ten hemel stijgt, 244 17, 107| Zeg: "Hetzij gij er wel of niet in gelooft, degenen 245 17, 110| 110. Zeg: "Roept Allah aan of roept Rahmaan aan, bij welke 246 18, 19 | zeiden: "Wij zijn een dag of een gedeelte van een dag 247 18, 20 | zullen zij jullie stenigen, of trachten jullie te bekeren 248 18, 41 | 41. "Of het water er van in de grond 249 18, 55 | voorvaderen over hen kome of dat de straf voor hun ogen 250 18, 86 | Zol-Qarnain, bestraf hen of behandel hen met vriendelijkheid." ~ 251 19, 71 | 71. Er is niemand onder u of hij zal er toe komen - dit 252 19, 75 | zij het de kastijding of het Uur - daarna zullen 253 19, 78 | tot het Onzienlijke gehad of heeft hij een belofte uit 254 19, 98 | een enkeling hunner zien of een voetstap van hen horen? ~~ 255 20, 7 | 7. Of gij het woord luide verkondigt ( 256 20, 7 | woord luide verkondigt (of fluistert), Hij kent het 257 20, 10 | vuurbrand kunnen brengen of door het vuur de weg vinden." ~ 258 20, 44 | lering uit moge trekken, of vrezen." ~ 259 20, 45 | ons gewelddadig zal zijn of opstandig zal worden." ~ 260 20, 65 | zeiden: "O Mozes, werpt gij, of zullen wij de eersten zijn 261 20, 86 | tijd u dan te lang voor, of verlangdet gij dat de toorn 262 20, 89 | geen macht had om hun kwaad of goed te doen? ~ 263 20, 107| Waarop gij generlei inzinking of verhoging zult zien." ~ 264 20, 112| behoeft geen ongerechtigheid of verlies te vrezen. ~ 265 21, 2 | Vermaning tot hen van hun Heer of zij luisteren er naar terwijl 266 21, 39 | het Vuur van hun gezicht of van hun rug te weren en 267 21, 55 | ons de waarheid gebracht, of speelt gij slechts met ons?" ~ 268 21, 63 | grootste van hen. Vraagt hen of zij kunnen spreken." ~ 269 21, 109| ingelicht en ik weet niet of hetgeen waar gij mee bedreigd 270 21, 109| mee bedreigd wordt, nabij of ver is." ~ 271 21, 111| 111. "En ik weet niet of het voor u een beproeving 272 21, 111| voor u een beproeving is of een voordeel voor een bepaalde 273 22, 8 | zonder kennis, richtsnoer of verlichtend Boek. ~ 274 22, 15 | profeet) in deze wereld of in het Hiernamaals niet 275 22, 15 | niet zal helpen, op de een of andere wijze ten hemel gaan 276 22, 15 | tegenhouden; laat hem dan zien of zijn plan datgene verwijderen 277 22, 25 | er in (de stad) vertoeft of (de vreemdeling) die van 278 22, 27 | mensen. Zij zullen te voet of op magere kamelen van verre 279 22, 31 | de vogels hem wegrukken of de wind hem wegblaast naar 280 22, 52 | zonden Wij een boodschapper of een profeet vóór u of, wanneer 281 22, 52 | boodschapper of een profeet vóór u of, wanneer hij (zijn boodschap) 282 22, 55 | het Uur hen achterhaalt, of de straf van een rampzalige 283 22, 58 | Allah, en dan sneuvelen of sterven, voorwaar voor hen 284 23, 6 | Behalve met hun vrouwen of hetgeen hun rechterhand 285 23, 68 | over het Woord nagedacht, of is er iets tot hen gekomen 286 23, 69 | 69. Of hebben zij hun boodschapper 287 23, 70 | 70. Of zeggen zij: "Hij is krankzinng?" 288 23, 72 | 72. Of vraagt gij van hen enige 289 23, 113| antwoorden: "Wij bleven een dag of een deel van een dag. Vraag 290 24, 3 | alleen een echtbreekster of een afgodendienares huwen, 291 24, 3 | zal alleen een echtbreker of een afgodendienaar huwen. 292 24, 31 | behalve aan haar echtgenoot of haar vader of de vader van 293 24, 31 | echtgenoot of haar vader of de vader van haar echtgenoot, 294 24, 31 | vader van haar echtgenoot, of haar zonen of de zonen van 295 24, 31 | echtgenoot, of haar zonen of de zonen van haar echtgenoot, 296 24, 31 | zonen van haar echtgenoot, of haar broeders, of de zonen 297 24, 31 | echtgenoot, of haar broeders, of de zonen van haar broeders, 298 24, 31 | zonen van haar broeders, of de zonen van haar zusters 299 24, 31 | de zonen van haar zusters of haar vrouwen, of haar slaven, 300 24, 31 | zusters of haar vrouwen, of haar slaven, of zulke mannelijke 301 24, 31 | vrouwen, of haar slaven, of zulke mannelijke bedienden 302 24, 31 | geen geslachtsdrang hebben, of de jonge kinderen die van 303 24, 32 | deugdzamen onder uw mannelijke of vrouwelijke slaven. Indien 304 24, 40 | 40. Of als duisternis in een diepe 305 24, 50 | een ziekte in hun hart? Of twijfelen zij, of vrezen 306 24, 50 | hart? Of twijfelen zij, of vrezen zij dat Allah en 307 24, 61 | blinden, de lammen, de zieken of uzelven geen kwaad, dat 308 24, 61 | gij in uw eigen huizen eet of in de huizen van uw broeders, 309 24, 61 | huizen van uw broeders, of in de huizen van uw zusters, 310 24, 61 | de huizen van uw zusters, of in de huizen van uw vaders 311 24, 61 | van uw vaders broeders, of in de huizen van uw vaders 312 24, 61 | huizen van uw vaders zusters, of in de huizen van uw moeders 313 24, 61 | van uw moeders broeders, of in de huizen van uw moeders 314 24, 61 | van uw moeders zusters, of in dat huis waarvan gij 315 24, 61 | sleutel in uw bezit hebt, of in het huis van een uwer 316 24, 61 | vrienden. Het doet u geen kwaad of gij tezamen of afzonderlijk 317 24, 61 | geen kwaad of gij tezamen of afzonderlijk eet. Wanneer 318 24, 63 | geen rampspoed overkome of een pijnlijke straf hen 319 25, 3 | hebben om zichzelf goed of kwaad te doen, noch macht 320 25, 3 | hebben over dood, leven of opstanding. ~ 321 25, 8 | nedergeworpen moeten worden of hij had een tuin moeten 322 25, 15 | 15. Zeg: "Is dit beter of de tuin der eeuwigheid die 323 25, 17 | mijn dienaren deedt dwalen, of dwaalden zij zelf van het 324 25, 19 | straf niet kunt afwenden of hen helpen. En wie onder 325 25, 20 | nooit boodschappers vóór u, of zij gebruikten voedsel en 326 25, 21 | engelen tot ons nedergezonden? of waarom kunnen wij onze Heer 327 25, 33 | zij stellen u geen vraag of Wij geven u de waarheid 328 25, 44 | de meesten hunner horen of begrijpen? Zij zijn slechts 329 25, 62 | lering uit willen trekken, of hun dankbaarheid betonen. ~ 330 26, 5 | nieuwe vermaning tot hen of zij wenden zich er van af. ~ 331 26, 73 | 73. Baten of schaden zij u?" ~ 332 26, 93 | Allah? Kunnen zij u helpen of zichzelf helpen?" ~ 333 26, 136| antwoordden: "Het is ons hetzelfde of gij predikt of niet. ~ 334 26, 136| hetzelfde of gij predikt of niet. ~ 335 27, 7 | daarvan enig bericht brengen of ik breng wat vuur mee opdat 336 27, 21 | hem zeker streng straffen of ik zal hem doden, als hij 337 27, 27 | zeide: "Wij zullen zien of gij de waarheid hebt gesproken 338 27, 27 | waarheid hebt gesproken of dat gij tot de leugenaars 339 27, 40 | opdat Hij mij moge beproeven of ik dankbaar of ondankbaar 340 27, 40 | beproeven of ik dankbaar of ondankbaar ben. En wie dankbaar 341 27, 41 | tegenstaat. Wij zullen zien of zij de rechte weg volgt 342 27, 41 | zij de rechte weg volgt of dat zij behoort tot degenen 343 27, 59 | dienaren. Is Allah beter of wat zij met Hem vereenzelvigen? ~ 344 27, 75 | er is niets in de hemelen of op aarde verborgen, of het 345 27, 75 | hemelen of op aarde verborgen, of het staat in een duidelijk 346 27, 84 | deze trachttet te begrijpen of wat deedt gij?" ~ 347 28, 9 | kan nuttig voor ons zijn of wij kunnen hem als zoon 348 28, 29 | misschien kan ik u nieuws of wat vuur daarvan brengen 349 29, 4 | 4. Of denken zij, die slechte 350 29, 22 | plannen van Allah in de hemel of op aarde verijdelen; noch 351 29, 22 | hebt gij een enkele vriend of helper naast Allah." ~ 352 29, 24 | volk was slechts: "Doodt of verbrandt hem." Maar Allah 353 29, 68 | leugen verzint over Allah, of de Waarheid verloochent 354 31, 16 | zich in een rots bevinden of in de hemelen of op aarde, 355 31, 16 | bevinden of in de hemelen of op aarde, Allah zal het 356 31, 20 | Allah twisten, zonder kennis of enige leiding of een verlichtend 357 31, 20 | kennis of enige leiding of een verlichtend Boek. 358 32, 4 | Troon. Gij hebt geen helper of bemiddelaar buiten Hem. 359 33, 16 | brengen als gij voor de dood of voor het gevecht vlucht; 360 33, 17 | u met kwaad wil treffen of barmhartigheid betonen? 361 33, 24 | straffen zoals Hij wil, of Zich tot hen in barmhartigheid 362 33, 36 | betaamt de gelovige man of vrouw niet, wanneer Allah 363 33, 54 | 54. Of gij iets openbaar maakt 364 33, 54 | gij iets openbaar maakt of verbergt, waarlijk Allah 365 33, 55 | zich tonen aan haar vaders of haar zonen of haar broeders 366 33, 55 | haar vaders of haar zonen of haar broeders of de zonen 367 33, 55 | haar zonen of haar broeders of de zonen van haar broeders, 368 33, 55 | zonen van haar broeders, of de zonen van haar zusters 369 33, 55 | haar zusters en hun vrouwen of hun ondergeschikten. Maar 370 34, 3 | Hem is niets in de hemelen of op de aarde verborgen, zelfs 371 34, 3 | bestaat er iets, groter of minder dan dit of het staat 372 34, 3 | groter of minder dan dit of het staat in een duidelijk 373 34, 8 | leugen uitgedacht over Allah, of is hij een waanzinnige?" 374 34, 9 | aarde met hen doen inzinken, of een deel van de hemel op 375 34, 22 | een atoom in de hemelen of op aarde noch hebben zij 376 34, 24 | Zeg: "Allah." Zijn wij of gij op het rechte pad of 377 34, 24 | of gij op het rechte pad of in klaarblijkelijke dwaling?" ~ 378 34, 30 | kunt geen uur eerder gaan of langer blijven." ~ 379 34, 34 | waarschuwer tot een stad of de rijken er van zeiden: " 380 34, 42 | geen macht om elkander goed of kwaad te doen." En Wij zullen 381 35, 11 | geen vrouw wordt zwanger of brengt voort, zonder dat 382 35, 11 | niemands leven wordt verkort of verlengd zonder dat het 383 35, 27 | wit en rood, van donker of ravenzwart en van nog verschillende 384 35, 29 | gebed naleven en heimelijk of openlijk geven van hetgeen 385 35, 40 | aarde hebben geschapen. Of hebben zij een aandeel aan 386 36, 10 | En het is hun hetzelfde of gij hen waarschuwt of niet; 387 36, 10 | hetzelfde of gij hen waarschuwt of niet; zij willen niet geloven. ~ 388 36, 30 | geen boodschapper tot hen of zij bespotten hem. ~ 389 36, 46 | de tekenen van hun Heer, of zij wenden er zich van af. ~ 390 37, 11 | Vraag hun (de ongelovigen) of zij moeilijker zijn te scheppen, 391 37, 62 | Is dit een beter onthaal of de boom van Zaqqoem? 392 37, 147| boodschapper tot honderdduizend of meer mensen. ~ 393 37, 149| 149. Vraag hun nu of hun Heer dochters heeft 394 37, 156| 156. Of hebt gij een duidelijk bewijs? ~ 395 37, 164| En er is niet één onzer of hij heeft een vaste plaats. ~ 396 38, 10 | 10. Of is het koninkrijk der hemelen 397 38, 28 | onheilstichters op aarde of moeten Wij de godvruchtigen 398 38, 39 | Onze gave. Wees vrijgevig of spaarzaam, er zal daarover 399 38, 63 | hen ten onrechte bespot of zien onze ogen hen niet?" ~ 400 38, 75 | geschapen? Zijt gij te trots of behoort gij tot de (hoog) 401 39, 32 | leugen over Allah verzint of de Waarheid verloochent 402 39, 33 | hij die de Waarheid brengt of deze bevestigt - dezen zijn 403 39, 38 | Zijn schade verwijderen? Of als Hij mij barmhartigheid 404 39, 52 | voorziening vermeerdert of vermindert voor wie Hij 405 39, 57 | 57. Of opdat zij niet moge zeggen: " 406 39, 58 | 58. Of opdat zij de straf ziende, 407 40, 26 | godsdienst zal veranderen of in het land onrust zal stoken." ~ 408 40, 40 | maar wie goed doet, man of vrouw, en gelovig is zal 409 40, 43 | geen macht in deze wereld of in het Hiernamaals; voorwaar, 410 40, 77 | s belofte is zeker waar. Of Wij u de straf waarmede 411 40, 77 | bedreigen gedeeltelijk tonen of u (vóór dien) doen sterven, 412 41, 11 | aarde: "Komt beiden, willens of onwillens." ~ 413 41, 37 | u niet neder voor de zon of de maan maar werpt u neder 414 42, 8 | onrechtvaardigen zullen geen beschermer of helper hebben. ~ 415 42, 31 | hebt gij een enkele vriend of helper buiten Allah. ~ 416 42, 34 | 34. Of Hij kan ze vernietigen: 417 42, 50 | 50. Of Hij mengt ze, mannelijk 418 42, 51 | anders dan door ingeving of van achter een sluier of 419 42, 51 | of van achter een sluier of door een boodschapper te 420 43, 7 | tot hen nooit een profeet of zij bespotten hem. ~ 421 43, 23 | waarschuwer naar een stad vóór u of de rijken hiervan zeiden: " 422 43, 48 | Wij toonden hun geen teken of het ene was groter dan het 423 43, 52 | 52. Of ben ik niet beter dan deze 424 43, 53 | armbanden van goud geschonken of komen engelen niet in processie 425 43, 57 | rijst op en keerde zich of in ofschuw. ~ 426 43, 58 | Zijn onze goden beter of is hij beter?" Zij zeggen 427 44, 37 | 37. Zijn zij beter of het volk van Tobba of zij 428 44, 37 | beter of het volk van Tobba of zij die vóór hen zijn geweest? 429 46, 4 | aarde hebben geschapen. Of hebben zij aandeel aan de 430 46, 4 | vóór dit is geopenbaard of een spoor van kennis, indien 431 46, 9 | noch weet ik wat met u of mij zal geschieden. Ik volg 432 47, 4 | laat hen dan vrij uit gunst of voor een losprijs. Zo zij 433 47, 24 | over de Koran nadenken, of zijn er sloten op hun hart? ~ 434 48, 11 | indien Hij voor u voordeel of nadeel beoogt?" Neen, Allah 435 48, 27 | binnengaan met haar geknipt of geschoren zonder vrees. 436 50, 18 | 18. Hij uit geen woord of er is een bewaker bij hem, 437 50, 37 | voor hem die een hart heeft of die luistert en oplettend 438 51, 39 | en zeide: "Een tovenaar of een waanzinnige." ~ 439 51, 42 | hij teisterde niets over of hij maakte het als as, ~ 440 51, 52 | waren, geen boodschapper of zij zeiden: "Dit is een 441 51, 52 | zeiden: "Dit is een tovenaar of een bezetene!" ~ 442 52, 15 | 15. Is dit dan toverkunst of ziet gij niet? ~ 443 52, 16 | zal voor u hetzelfde zijn, of gij geduld of ongeduld toont. 444 52, 16 | hetzelfde zijn, of gij geduld of ongeduld toont. U is slechts 445 52, 30 | een dichter en wij wachten of te zijner tijd een ramp 446 52, 32 | verstand, dat hun dit oplegt of zijn zij een opstandig volk? ~ 447 52, 33 | 33. Of zeggen zij: "Hij heeft het 448 52, 35 | zij door niets geschapen of zijn zij (hun eigen) schepper? ~ 449 52, 37 | de schatten van uw Heer of zijn zij de bewaarders hiervan? ~ 450 54, 43 | ongelovigen beter dan dezen? Of zijt gij vrijgesteld in 451 54, 53 | 53. En alles, groot of klein, is nedergeschreven. ~ 452 56, 25 | daar geen ijdele gesprekken of zondige taal horen, ~ 453 56, 59 | 59. Schept gij het of zijn Wij de Schepper er 454 56, 64 | 64. Doen Wij het groeien of doet gij dat? ~ 455 56, 69 | uit de wolken nederzendt, of zijn Wij de Zender? ~ 456 56, 72 | boom er voor doet groeien of zijn Wij het? ~ 457 57, 22 | gebeurt geen ongeluk op aarde of aan uzelf zonder dat het 458 57, 23 | Allah heeft geen pocher of opschepper lief ~ 459 58, 22 | al waren dezen hun vader of hun kinderen, of hun broeders, 460 58, 22 | hun vader of hun kinderen, of hun broeders, of hun verwanten. 461 58, 22 | kinderen, of hun broeders, of hun verwanten. Dezen zijn 462 59, 5 | gij ook hebt nedergehouwen of op hun wortels hebt laten 463 59, 14 | tenzij in versterkte steden of achter muren, ofschoon zij 464 60, 9 | huizen hebben verdreven of geholpen hebben u te verdrijven. 465 62, 11 | Maar indien zji koopwaar of enig vermaak zien, gaan 466 63, 6 | 6. Het is hetzelfde of gij wel of niet voor hen 467 63, 6 | is hetzelfde of gij wel of niet voor hen om vergiffenis 468 65, 2 | vriendelijke manier terug, of scheidt van haar op een 469 66, 5 | gewend te vasten, weduwen of maagden. ~ 470 67, 13 | gij uw woorden verbergt of openbaar maakt, Hij weet, 471 67, 21 | 21. Of wie is er die voor u wil 472 67, 22 | gebogen loopt, beter geleid of hij die rechtop het rechte 473 68, 39 | 39. Of hebt gij enige verdragen 474 68, 41 | 41. Of hebben zij soms deelgenoten? 475 68, 47 | 47. Of hebben zij kennis van het 476 72, 10 | Wij weten daardoor niet of voor degenen die op aarde 477 72, 10 | een ramp wordt bedoeld of dat hun Heer hen op het 478 72, 13 | geen vrees voor verlies of onrecht. 479 72, 21 | mijzelf) geen macht u goed of kwaad te doen." ~ 480 72, 25 | Zeg hun: "Ik weet niet of hetgeen waarmede gij bedreigd 481 72, 25 | bedreigd wordt nabij is of wel dat mijn Heer het zal 482 73, 3 | 3. De helft er van of minder dan dat. ~ 483 73, 4 | 4. Of maak het iets langer - en 484 73, 20 | te bidden), somsdehelft of ook wel een derde er van, 485 74, 37 | die vooruit wenst te gaan of degene die wil achterblijven, ~ 486 75, 13 | hetgeen hij vooruitzond of achterliet. ~ 487 76, 3 | getoond, hij moge dankbaar of wel ondankbaar zijn. ~ 488 76, 24 | niemand die onder hen zondig of ongelovig is. ~ 489 79, 46 | alsof zij slechts een avond of een morgen (op de aarde) 490 80, 4 | 4. Of hij kon om raad komen, en 491 83, 3 | zij voor anderen uitmeten of afwegen, geven zij minder ( 492 90, 14 | 14. Of, op de dag van honger iemand 493 90, 15 | 15. Of een wees die u verwant is. ~ 494 90, 16 | 16. Of een arme die in het stof 495 96, 12 | 12. Of tot rechtvaardigheid maant. ~ 496 110 | werd gereveleerd tijdens of na de Afscheidspilgrimage,


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License