bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | maken van phonetische codes of aparte tekens, die slechts
2 Voo | om een reeks van verhalen of om de biografie van de Profeet
3 Voo | hoogte willen stellen van op- of aanmerkingen betreffende
4 2, 6 | het is hun om het even, of gij hen waarschuwt, of dat
5 2, 6 | of gij hen waarschuwt, of dat gij hen niet waarschuwt -
6 2, 19 | 19. Of, (dat zij) bij zware regen
7 2, 26 | niet beneden zich, een mug of iets nog kleiners als gelijkenis
8 2, 71 | om de aarde te beploegen, of de akkers te bevloeien,
9 2, 74 | hart. Zij zijn als stenen, of nog harder, want er zijn
10 2, 80 | Zijn belofte nooit breken. Of zegt gij iets over Allah,
11 2, 106| Welk teken Wij ook opheffen of doen vergeten, daarvoor
12 2, 106| daarvoor brengen Wij betere of daaraan gelijke. Weet gij
13 2, 107| Allah is er geen beschermer of helper Xoor u. ~
14 2, 118| spreekt Allah niet tot ons, of, komt er geen teken tot
15 2, 133| 133. Of waart gij aanwezig, toen
16 2, 135| zij zeggen: "Weest Joden of Christenen, dan zult gij
17 2, 140| Jacob en de stammen Joden of Christenen waren? Zeg: "
18 2, 140| Zeg: "Weet gij het beter of Allah?" En wie is onrechtvaardiger,
19 2, 158| Hadj (pelgrimstocht) doet, of (of soms) de Omrah verricht,
20 2, 158| pelgrimstocht) doet, of (of soms) de Omrah verricht,
21 2, 177| gezicht naar het Oosten of naar het Westen wendt, maar
22 2, 182| maakte, partijdig werd, of een fout heeft begaan, en
23 2, 184| maar wie onder u ziek is, of op reis, vaste een aantal
24 2, 185| vasten. Maar wie onder u ziek of op reis is, een aantal andere
25 2, 196| En wie onder u ziek is of een kwaal in het hoofd heeft,
26 2, 229| dan op behoorlijke wijze of zend haar met vriendelijkheid
27 2, 231| een behoorlijke manier, of zendt haar op een betamelijke
28 2, 235| huwelijksaanzoek aan die vrouwen, of indien gij dit in uw gedachten
29 2, 236| voordat gij haar hebt benaderd of voor haar een bruidsschat
30 2, 237| zij het u kwijtschelden, of degene, die de huwelijksband
31 2, 239| verkeert, bidt dan lopende of rijdende, maar wanneer gij
32 2, 259| 259. Of, gelijk degene, die langs
33 2, 259| antwoordde: "Ik ben een dag, of een gedeelte van een dag
34 2, 262| door (anderen) te verwijten of te krenken, voor hen is
35 2, 264| waardeloos door verwijt of krenking, zoals hij, die
36 2, 274| nacht en dag, heimelijk of openlijk weggeven, ontvangen
37 2, 282| schuldenaar weinig verstand heeft, of zwak is, of zelf niet kan
38 2, 282| verstand heeft, of zwak is, of zelf niet kan dicteren,
39 2, 282| het schrijven niet moe, of het weinig of veel zij,
40 2, 282| niet moe, of het weinig of veel zij, betreffende de
41 2, 284| hetgeen in uw innerlijk is of het verborgen houdt, Allah
42 2, 286| ons niet als wij vergeten of een fout hebben begaan,
43 3, 5 | Voorzeker, er is niets op aarde of in de hemelen voor Allah
44 3, 29 | 29. Zeg: "Of gij dat wat in uw hart is
45 3, 29 | wat in uw hart is verbergt of onthult, Allah weet het
46 3, 83 | op aarde is zich willens of onwillens aan Hem moet onderwerpen?
47 3, 112| zij een verbond met Allah of een verbond met andere volkeren
48 3, 128| barmhartigheid tot hen wenden of hen straffen, voorzeker
49 3, 135| een slechte daad begaan of zichzelf onrecht aandoen
50 3, 144| hielen omkeren als hij sterft of gedood wordt? Hij, die zich
51 3, 156| zij door het land reizen of ten strijde trekken, zeggen: "
52 3, 156| zouden niet zijn gestorven of gedood; opdat Allah dit
53 3, 157| zaak van Allah wordt gedood of sterft, zal Allah's vergiffenis
54 3, 158| 158. En indien gij sterft of gedood wordt, voorzeker,
55 3, 195| werker onder u, hetzij man of vrouw, niet verloren doen
56 4, 3 | vrouwen die u behagen, twee of drie, of vier en als gij
57 4, 3 | u behagen, twee of drie, of vier en als gij vreest,
58 4, 3 | rechtvaardig zult handelen, dan één of wat uw rechter handen bezitten.
59 4, 7 | bloedverwanten nalaten, of het weinig of veel zij:
60 4, 7 | bloedverwanten nalaten, of het weinig of veel zij: een vastgesteld
61 4, 11 | dat hij heeft nagelaten of van (niet vereffende) schuld.
62 4, 12 | dat zij hebben nagelaten of van schuld. En zij zullen
63 4, 12 | betaling van enig legaat of van onverrekende schuld.
64 4, 12 | schuld. En indien er een man of een vrouw is, van wie wordt
65 4, 12 | kinderloos en heeft een broeder of een zuster, dan is er voor
66 4, 12 | legaat, dat is nagelaten of van schuld, zonder benadeling.
67 4, 15 | de dood haar achterhaalt, of totdat Allah haar een weg
68 4, 43 | En indien gij ziek zijt, of op reis, of een uwer van
69 4, 43 | gij ziek zijt, of op reis, of een uwer van de afzondering
70 4, 43 | van de afzondering komt, of gij hebt vrouwen aangeraakt
71 4, 47 | vernietigen en neerwerpen of hen vervloeken, zoals Wij
72 4, 54 | 54. Of benijden zij de mensen om
73 4, 64 | zenden geen boodschapper of hij moet worden gehoorzaamd
74 4, 66 | geboden: "Wijdt u ten dode" of: "verlaat uw huizen" zouden
75 4, 71 | in afzonderlijke groepen of allen tezamen. ~
76 4, 74 | hetzij hij gedood wordt of overwint, weldra zullen
77 4, 77 | Allah behoort te vrezen, of zelfs nog erger en zij zeggen: "
78 4, 83 | komt, hetzij over vrede of over vrees, verspreiden
79 4, 86 | terug met een betere groet, of geeft deze althans terug.
80 4, 90 | een verbond gesloten hebt, of zij die tot u komen terwijl
81 4, 90 | zich verzet u te bestrijden of hun eigen volk aan te vallen.
82 4, 102| indien de regen u stoort, of indien gij ziek zijt, zal
83 4, 109| op de dag der opstanding, of wie zal een voogd over hen
84 4, 110| 110. Wie kwaad doet of zijn ziel onrecht aandoet
85 4, 112| 112. Wie een fout of een zonde begaat en deze
86 4, 114| diegenen die tot liefdadigheid of goedheid, of het stichten
87 4, 114| liefdadigheid of goedheid, of het stichten van vrede onder
88 4, 124| werken verricht, hetzij man of vrouw, en gelovig is, zal
89 4, 128| Als een vrouw mishandeling of onverschilligheid van haar
90 4, 135| al was het tegen uzelf, of ouders en verwanten. Hetzij
91 4, 135| en verwanten. Hetzij rijk of arm, Allah is beter dan
92 4, 135| gij de waarheid omzeilt of er u van afwendt, Allah
93 4, 149| 149. Of gij een goede daad openlijk
94 4, 149| goede daad openlijk verricht of deze verbergt, of een kwaad
95 4, 149| verricht of deze verbergt, of een kwaad vergeeft, Allah
96 5, 3 | hetgeen is doodgevallen of hetgeen door de horens van
97 5, 6 | reinigt u. En als gij ziek of op reis zijt en een uwer
98 5, 6 | komt van de afzondering, of gij hebt vrouwen aangeraakt
99 5, 32 | wegens het doden van anderen of het scheppen van wanorde
100 5, 33 | is slechts dat zij gedood of gekruisigd worden, of dat
101 5, 33 | gedood of gekruisigd worden, of dat hun handen en hun voeten
102 5, 33 | links, worden afgesneden, of dat zij het land worden
103 5, 42 | spreek recht tussen hen of wend u van hen af. En indien
104 5, 52 | dat Allah een overwinning of iets anders tot stand zal
105 5, 59 | voordien was nedergezonden of doordat de meesten van u
106 5, 76 | geen macht heeft u goed of kwaad te doen? En het is
107 5, 89 | gij uw huisgezinnen voedt, of hen te kleden, of het vrijmaken
108 5, 89 | voedt, of hen te kleden, of het vrijmaken van een slaaf.
109 5, 94 | wild, hetwelk uw handen of lansen kunnen vangen, opdat
110 5, 95 | Kaba moet worden gebracht; of hij moet als boetedoening (
111 5, 95 | aantal) arme mensen voeden, of een gelijk aantal dagen
112 5, 103| geen Bahira, Saiba, Wasila of Haam verordend, maar de
113 5, 106| uwer rechtvaardige mannen; of van twee anderen die niet
114 5, 108| afleggen naar de feiten, of hen doen vrezen, dat andere
115 6, 4 | Heer geen teken tot hen of zij wenden zich er van af. ~
116 6, 21 | leugen tegen Allah uitdenkt of Zijn tekenen verloochent?
117 6, 35 | een opening in de aarde of een ladder naar de hemelen
118 6, 38 | op zijn vleugels vliegt, of zij vormen gemeenschappen,
119 6, 40 | Als de straf van Allah, of het uur over u komt, zult
120 6, 47 | straf van Allah onverwachts of openlijk tot u komt, zal
121 6, 59 | aarde, noch iets dat groen of droog is, zonder dat het
122 6, 65 | heeft macht om u van boven of van onder u straf toe te
123 6, 70 | naast Allah geen helper of bemiddelaar hebben. En indien
124 6, 93 | leugen over Allah uitdenkt of zegt: "Het is mij geopenbaard,"
125 6, 141| tuinen doet ontstaan, wel of niet gestut en de dadelpalm
126 6, 143| die Hij heeft verboden, of de twee vrouwelijke dieren,
127 6, 144| dieren die Hij heeft verboden of de twee vrouwelijke dieren
128 6, 145| uitzondering van het gestorvene of vloeiend bloed of varkensvlees,
129 6, 145| gestorvene of vloeiend bloed of varkensvlees, want dit alles
130 6, 145| want dit alles is onrein - of, wat in overtreding is,
131 6, 146| anders dan wat hun ruggen of hun ingewanden dragen of
132 6, 146| of hun ingewanden dragen of hetgeen met een been is
133 6, 151| onbetamelijke daden hetzij openlijk of in het geheim begaat en
134 6, 157| 157. Of ingeval gij zoudt zeggen: "
135 6, 158| engelen tot hen zouden komen, of dat hun Heer zou verschijnen
136 6, 158| hun Heer zou verschijnen of dat enige der tekenen van
137 7, 4 | overviel hen gedurende de nacht of tijdens de middagslaap. ~
138 7, 20 | opdat gij geen engelen of eeuwig- levenden zoudt worden." ~
139 7, 33 | slechte daden, hetzij openlijk of in het geheim verboden en
140 7, 37 | een leugen over Allah uit, of Zijn tekenen verloochent?
141 7, 50 | Giet wat water over ons uit of iets, waarmnee Allah u heeft
142 7, 53 | voor ons zullen bemiddelen? Of konden wij worden teruggezonden (
143 7, 98 | 98. Of zijn de bewoners dezer steden
144 7, 115| zeiden: "O Mozes zult gij of zullen wij het eerst werpen?" ~
145 7, 164| dat Allah wil vernietigen of met een strenge kastijding
146 7, 173| 173. Of gij zolldt zeggen: "Het
147 7, 187| komen. Zij ondervragen u of gij er goed van op de hoogte
148 7, 188| wil, geen macht over goed of kwaad voor mijzelf. En als
149 7, 193| niet volgen. Het is gelijk of gij hen roept of zwijgt. ~
150 7, 193| gelijk of gij hen roept of zwijgt. ~
151 7, 195| voeten waarmede zij lopen of hebben zij handen waarmede
152 7, 195| waarmede zij vasthouden, of hebben zij ogen waarmede
153 7, 195| zij ogen waarmede zij zien of hebben zij oren waarmede
154 8, 16 | het gevecht manoeuvreert of om plaats te nemen bij een
155 8, 30 | u gevangen mochten nemen of doden of verbannen. En zij
156 8, 30 | gevangen mochten nemen of doden of verbannen. En zij maakten
157 8, 32 | de hemel over ons regenen of geef ons een (andere) smartelijke
158 9, 10 | geen band van verwantschap of verbond betreffende een
159 9, 41 | 41. Gaat voort licht of zwaar, streeft met uw bezit
160 9, 52 | zal opleggen van Hemzelf of door onze handen. Wacht
161 9, 53 | Zeg: "Besteedt vrijwillig of onwillig, het zal van u
162 9, 57 | Als zij een schuilplaats of grotten of zelfs een gat
163 9, 57 | schuilplaats of grotten of zelfs een gat konden vinden
164 9, 80 | 80. Of gij vergiffenis voor hen
165 9, 80 | vergiffenis voor hen vraagt of dat gij geen vergiffenis
166 9, 106| Zal Hij hen bestraffen of Zich met barmhartigheid
167 9, 109| behagen stichtte, beter of hij, die zijn gebouw op
168 9, 116| En gij hebt geen vriend of helper naast Allah. ~
169 9, 120| van Allah zouden blijven, of dat zij hun eigen leven
170 9, 120| een vijand enige schade, of er wordt daarmede voor hen
171 9, 121| besteden geen som, groot of klein, noch doorkruisen
172 9, 121| doorkruisen zij een landstreek, of dit is voor hen opgetekend,
173 9, 126| niet, dat zij elk jaar één- of tweemaal op de proef worden
174 10, 12 | op zijn zijde liggende, of zittende, of staande, maar
175 10, 12 | zijde liggende, of zittende, of staande, maar wanneer Wij
176 10, 15 | een andere Koran dan deze, of verander hem." Zeg: "Het
177 10, 17 | leugen over Allah spreekt, of die Zijn tekenen verloochent?
178 10, 18 | iets, dat Hij in de hemelen of op aarde nog niet zou kennen,
179 10, 24 | bezitten, Ons gebod bij dag of bij nacht tot haar komt,
180 10, 31 | van de hemel en de aarde? Of wie is het, die macht heeft
181 10, 38 | 38. Of zeggen zij: "Hij (de profeet)
182 10, 46 | hebben bedreigd, tonen, of als Wij u doen sterven,
183 10, 49 | zelf geen macht over schade of voordeel, behalve, wat Allah
184 10, 50 | als Zijn straf bij dag of nacht over u komt, hoe zullen
185 10, 59 | Allah u dat toegestaan, of verzint gij leugens tegen
186 10, 61 | toestand gij u bevindt, of gij de Koran voordraagt,
187 10, 61 | gij de Koran voordraagt, of iets anders doet; Wij zijn
188 10, 61 | gewicht van een atoom op aarde of in de hemel verborgen. En
189 10, 61 | er is niets dat kleiner of groter is, of het staat
190 10, 61 | dat kleiner of groter is, of het staat in het duidelijke
191 11, 6 | schepsel dat op aarde kruipt, of zijn voorziening berust
192 11, 12 | geen schat nedergezonden of waarom is er geen engel
193 11, 20 | geen moeite om te horen, of te zien. ~
194 11, 56 | dat zich op aarde beweegt, of Hij houdt het in Zijn macht.
195 11, 80 | weerstand te kunnen bieden of tot een machtige steun toevlucht
196 11, 84 | En geef geen korte maat of licht gewicht. Ik zie u
197 11, 87 | aanbaden, zouden verlaten of dat wij zouden ophouden
198 11, 89 | hetgeen het volk van Noach of het volk van Hoed of het
199 11, 89 | Noach of het volk van Hoed of het volk van Salih overkwam;
200 12, 9 | 9. "Doodt Jozef of verdrijft hem naar een (
201 12, 21 | hij ons van nut kan zijn, of dat wij hem als zoon aannemen."
202 12, 25 | anders dan gevangenneming of een pijnlijke kastijding?" ~
203 12, 39 | verscheidene Heren beter of is Allah, de Ene, de Opperste
204 12, 80 | vader het mij toestaat, of Allah voor mij beslist en
205 12, 85 | totdat gij zijt weggekwijnd of totdat gij te gronde gaat." ~
206 12, 107| straf over hen van Allah of voor het onverwacht komen
207 13, 4 | dadelpalmen, met één wortel of met verschillende wortels,
208 13, 15 | onderwerpt zich willens of onwillens aan Allah en hun
209 13, 16 | de ziende gelijk zijn?" Of kan de duisternis gelijk
210 13, 16 | gelijk zijn aan het licht? Of schrijven zij aan Allah
211 13, 31 | aarde kon worden gespleten, of de doden tot spreken konden
212 13, 31 | worden wegens hun daden, of het zult bij hun huizen
213 13, 33 | Hem op aarde onbekend was? Of is het slechts een ledig
214 13, 40 | 40. Of Wij u sommige der dingen
215 13, 40 | Wij hen hebben bedreigd, of u doen sterven - op u rust (
216 14, 21 | Het is voor ons gelijk of wij ongeduld tonen of wel
217 14, 21 | gelijk of wij ongeduld tonen of wel geduldig blijven, want
218 14, 38 | maken. Er is niets op aarde of in de hemel voor Allah verborgen." ~
219 15, 4 | nooit een stad verwoest of het besluit er toe was bekend
220 15, 11 | een boodschapper tot hen of zij bespotten hem. ~
221 15, 21 | 21. Er is niets of de schatten er van zijn
222 16, 33 | de engelen over hen komen of dat het gebod van uw Heer
223 16, 45 | grond zal doen verzinken, of dat de straf over hen zal
224 16, 46 | 46. Of dat Hij hen in hun handel
225 16, 47 | 47. Of dat Hij hen geleidelijk
226 16, 59 | weerwil van schande behouden of haar in het stof begraven?
227 16, 61 | een enkel uur uitstellen of vervroegen. ~
228 16, 73 | levensonderhoud van de hemelen of van de aarde in het geheel
229 16, 97 | juist handelt, hetzij man of vrouw en een gelovige is,
230 17, 23 | een hoge leeftijd bereikt of beiden doen dit, zeg dan
231 17, 50 | 50. Zeg: "Weest steen of ijzer," ~
232 17, 51 | 51. "Of een andere schepping die
233 17, 54 | Hij u barmhartigheid tonen of straffen, maar Wij hebben
234 17, 56 | kwaad van u te verwijderen, of het te veranderen." ~
235 17, 58 | 58. Er is geen stad of Wij zullen die voor de Dag
236 17, 58 | der Opstanding verdelgen of streng straffen. Dit staat
237 17, 68 | zal verdelgen op het land of dat Hij een hevige storm
238 17, 69 | 69. Of weet gij dan zo zeker dat
239 17, 91 | 91. "Of tenzij gij een tuin hebt
240 17, 92 | 92. "Of tenzij gij de hemel in stukken
241 17, 92 | nedervallen zoals gij hebt beweerd of tenzij gij Allah en de engelen
242 17, 93 | 93. "Of tenzij gij een huis hebt
243 17, 93 | een huis hebt van goud, of tenzij gij ten hemel stijgt,
244 17, 107| Zeg: "Hetzij gij er wel of niet in gelooft, degenen
245 17, 110| 110. Zeg: "Roept Allah aan of roept Rahmaan aan, bij welke
246 18, 19 | zeiden: "Wij zijn een dag of een gedeelte van een dag
247 18, 20 | zullen zij jullie stenigen, of trachten jullie te bekeren
248 18, 41 | 41. "Of het water er van in de grond
249 18, 55 | voorvaderen over hen kome of dat de straf voor hun ogen
250 18, 86 | Zol-Qarnain, bestraf hen of behandel hen met vriendelijkheid." ~
251 19, 71 | 71. Er is niemand onder u of hij zal er toe komen - dit
252 19, 75 | zij het de kastijding of het Uur - daarna zullen
253 19, 78 | tot het Onzienlijke gehad of heeft hij een belofte uit
254 19, 98 | een enkeling hunner zien of een voetstap van hen horen? ~~
255 20, 7 | 7. Of gij het woord luide verkondigt (
256 20, 7 | woord luide verkondigt (of fluistert), Hij kent het
257 20, 10 | vuurbrand kunnen brengen of door het vuur de weg vinden." ~
258 20, 44 | lering uit moge trekken, of vrezen." ~
259 20, 45 | ons gewelddadig zal zijn of opstandig zal worden." ~
260 20, 65 | zeiden: "O Mozes, werpt gij, of zullen wij de eersten zijn
261 20, 86 | tijd u dan te lang voor, of verlangdet gij dat de toorn
262 20, 89 | geen macht had om hun kwaad of goed te doen? ~
263 20, 107| Waarop gij generlei inzinking of verhoging zult zien." ~
264 20, 112| behoeft geen ongerechtigheid of verlies te vrezen. ~
265 21, 2 | Vermaning tot hen van hun Heer of zij luisteren er naar terwijl
266 21, 39 | het Vuur van hun gezicht of van hun rug te weren en
267 21, 55 | ons de waarheid gebracht, of speelt gij slechts met ons?" ~
268 21, 63 | grootste van hen. Vraagt hen of zij kunnen spreken." ~
269 21, 109| ingelicht en ik weet niet of hetgeen waar gij mee bedreigd
270 21, 109| mee bedreigd wordt, nabij of ver is." ~
271 21, 111| 111. "En ik weet niet of het voor u een beproeving
272 21, 111| voor u een beproeving is of een voordeel voor een bepaalde
273 22, 8 | zonder kennis, richtsnoer of verlichtend Boek. ~
274 22, 15 | profeet) in deze wereld of in het Hiernamaals niet
275 22, 15 | niet zal helpen, op de een of andere wijze ten hemel gaan
276 22, 15 | tegenhouden; laat hem dan zien of zijn plan datgene verwijderen
277 22, 25 | er in (de stad) vertoeft of (de vreemdeling) die van
278 22, 27 | mensen. Zij zullen te voet of op magere kamelen van verre
279 22, 31 | de vogels hem wegrukken of de wind hem wegblaast naar
280 22, 52 | zonden Wij een boodschapper of een profeet vóór u of, wanneer
281 22, 52 | boodschapper of een profeet vóór u of, wanneer hij (zijn boodschap)
282 22, 55 | het Uur hen achterhaalt, of de straf van een rampzalige
283 22, 58 | Allah, en dan sneuvelen of sterven, voorwaar voor hen
284 23, 6 | Behalve met hun vrouwen of hetgeen hun rechterhand
285 23, 68 | over het Woord nagedacht, of is er iets tot hen gekomen
286 23, 69 | 69. Of hebben zij hun boodschapper
287 23, 70 | 70. Of zeggen zij: "Hij is krankzinng?"
288 23, 72 | 72. Of vraagt gij van hen enige
289 23, 113| antwoorden: "Wij bleven een dag of een deel van een dag. Vraag
290 24, 3 | alleen een echtbreekster of een afgodendienares huwen,
291 24, 3 | zal alleen een echtbreker of een afgodendienaar huwen.
292 24, 31 | behalve aan haar echtgenoot of haar vader of de vader van
293 24, 31 | echtgenoot of haar vader of de vader van haar echtgenoot,
294 24, 31 | vader van haar echtgenoot, of haar zonen of de zonen van
295 24, 31 | echtgenoot, of haar zonen of de zonen van haar echtgenoot,
296 24, 31 | zonen van haar echtgenoot, of haar broeders, of de zonen
297 24, 31 | echtgenoot, of haar broeders, of de zonen van haar broeders,
298 24, 31 | zonen van haar broeders, of de zonen van haar zusters
299 24, 31 | de zonen van haar zusters of haar vrouwen, of haar slaven,
300 24, 31 | zusters of haar vrouwen, of haar slaven, of zulke mannelijke
301 24, 31 | vrouwen, of haar slaven, of zulke mannelijke bedienden
302 24, 31 | geen geslachtsdrang hebben, of de jonge kinderen die van
303 24, 32 | deugdzamen onder uw mannelijke of vrouwelijke slaven. Indien
304 24, 40 | 40. Of als duisternis in een diepe
305 24, 50 | een ziekte in hun hart? Of twijfelen zij, of vrezen
306 24, 50 | hart? Of twijfelen zij, of vrezen zij dat Allah en
307 24, 61 | blinden, de lammen, de zieken of uzelven geen kwaad, dat
308 24, 61 | gij in uw eigen huizen eet of in de huizen van uw broeders,
309 24, 61 | huizen van uw broeders, of in de huizen van uw zusters,
310 24, 61 | de huizen van uw zusters, of in de huizen van uw vaders
311 24, 61 | van uw vaders broeders, of in de huizen van uw vaders
312 24, 61 | huizen van uw vaders zusters, of in de huizen van uw moeders
313 24, 61 | van uw moeders broeders, of in de huizen van uw moeders
314 24, 61 | van uw moeders zusters, of in dat huis waarvan gij
315 24, 61 | sleutel in uw bezit hebt, of in het huis van een uwer
316 24, 61 | vrienden. Het doet u geen kwaad of gij tezamen of afzonderlijk
317 24, 61 | geen kwaad of gij tezamen of afzonderlijk eet. Wanneer
318 24, 63 | geen rampspoed overkome of een pijnlijke straf hen
319 25, 3 | hebben om zichzelf goed of kwaad te doen, noch macht
320 25, 3 | hebben over dood, leven of opstanding. ~
321 25, 8 | nedergeworpen moeten worden of hij had een tuin moeten
322 25, 15 | 15. Zeg: "Is dit beter of de tuin der eeuwigheid die
323 25, 17 | mijn dienaren deedt dwalen, of dwaalden zij zelf van het
324 25, 19 | straf niet kunt afwenden of hen helpen. En wie onder
325 25, 20 | nooit boodschappers vóór u, of zij gebruikten voedsel en
326 25, 21 | engelen tot ons nedergezonden? of waarom kunnen wij onze Heer
327 25, 33 | zij stellen u geen vraag of Wij geven u de waarheid
328 25, 44 | de meesten hunner horen of begrijpen? Zij zijn slechts
329 25, 62 | lering uit willen trekken, of hun dankbaarheid betonen. ~
330 26, 5 | nieuwe vermaning tot hen of zij wenden zich er van af. ~
331 26, 73 | 73. Baten of schaden zij u?" ~
332 26, 93 | Allah? Kunnen zij u helpen of zichzelf helpen?" ~
333 26, 136| antwoordden: "Het is ons hetzelfde of gij predikt of niet. ~
334 26, 136| hetzelfde of gij predikt of niet. ~
335 27, 7 | daarvan enig bericht brengen of ik breng wat vuur mee opdat
336 27, 21 | hem zeker streng straffen of ik zal hem doden, als hij
337 27, 27 | zeide: "Wij zullen zien of gij de waarheid hebt gesproken
338 27, 27 | waarheid hebt gesproken of dat gij tot de leugenaars
339 27, 40 | opdat Hij mij moge beproeven of ik dankbaar of ondankbaar
340 27, 40 | beproeven of ik dankbaar of ondankbaar ben. En wie dankbaar
341 27, 41 | tegenstaat. Wij zullen zien of zij de rechte weg volgt
342 27, 41 | zij de rechte weg volgt of dat zij behoort tot degenen
343 27, 59 | dienaren. Is Allah beter of wat zij met Hem vereenzelvigen? ~
344 27, 75 | er is niets in de hemelen of op aarde verborgen, of het
345 27, 75 | hemelen of op aarde verborgen, of het staat in een duidelijk
346 27, 84 | deze trachttet te begrijpen of wat deedt gij?" ~
347 28, 9 | kan nuttig voor ons zijn of wij kunnen hem als zoon
348 28, 29 | misschien kan ik u nieuws of wat vuur daarvan brengen
349 29, 4 | 4. Of denken zij, die slechte
350 29, 22 | plannen van Allah in de hemel of op aarde verijdelen; noch
351 29, 22 | hebt gij een enkele vriend of helper naast Allah." ~
352 29, 24 | volk was slechts: "Doodt of verbrandt hem." Maar Allah
353 29, 68 | leugen verzint over Allah, of de Waarheid verloochent
354 31, 16 | zich in een rots bevinden of in de hemelen of op aarde,
355 31, 16 | bevinden of in de hemelen of op aarde, Allah zal het
356 31, 20 | Allah twisten, zonder kennis of enige leiding of een verlichtend
357 31, 20 | kennis of enige leiding of een verlichtend Boek.
358 32, 4 | Troon. Gij hebt geen helper of bemiddelaar buiten Hem.
359 33, 16 | brengen als gij voor de dood of voor het gevecht vlucht;
360 33, 17 | u met kwaad wil treffen of barmhartigheid betonen?
361 33, 24 | straffen zoals Hij wil, of Zich tot hen in barmhartigheid
362 33, 36 | betaamt de gelovige man of vrouw niet, wanneer Allah
363 33, 54 | 54. Of gij iets openbaar maakt
364 33, 54 | gij iets openbaar maakt of verbergt, waarlijk Allah
365 33, 55 | zich tonen aan haar vaders of haar zonen of haar broeders
366 33, 55 | haar vaders of haar zonen of haar broeders of de zonen
367 33, 55 | haar zonen of haar broeders of de zonen van haar broeders,
368 33, 55 | zonen van haar broeders, of de zonen van haar zusters
369 33, 55 | haar zusters en hun vrouwen of hun ondergeschikten. Maar
370 34, 3 | Hem is niets in de hemelen of op de aarde verborgen, zelfs
371 34, 3 | bestaat er iets, groter of minder dan dit of het staat
372 34, 3 | groter of minder dan dit of het staat in een duidelijk
373 34, 8 | leugen uitgedacht over Allah, of is hij een waanzinnige?"
374 34, 9 | aarde met hen doen inzinken, of een deel van de hemel op
375 34, 22 | een atoom in de hemelen of op aarde noch hebben zij
376 34, 24 | Zeg: "Allah." Zijn wij of gij op het rechte pad of
377 34, 24 | of gij op het rechte pad of in klaarblijkelijke dwaling?" ~
378 34, 30 | kunt geen uur eerder gaan of langer blijven." ~
379 34, 34 | waarschuwer tot een stad of de rijken er van zeiden: "
380 34, 42 | geen macht om elkander goed of kwaad te doen." En Wij zullen
381 35, 11 | geen vrouw wordt zwanger of brengt voort, zonder dat
382 35, 11 | niemands leven wordt verkort of verlengd zonder dat het
383 35, 27 | wit en rood, van donker of ravenzwart en van nog verschillende
384 35, 29 | gebed naleven en heimelijk of openlijk geven van hetgeen
385 35, 40 | aarde hebben geschapen. Of hebben zij een aandeel aan
386 36, 10 | En het is hun hetzelfde of gij hen waarschuwt of niet;
387 36, 10 | hetzelfde of gij hen waarschuwt of niet; zij willen niet geloven. ~
388 36, 30 | geen boodschapper tot hen of zij bespotten hem. ~
389 36, 46 | de tekenen van hun Heer, of zij wenden er zich van af. ~
390 37, 11 | Vraag hun (de ongelovigen) of zij moeilijker zijn te scheppen,
391 37, 62 | Is dit een beter onthaal of de boom van Zaqqoem?
392 37, 147| boodschapper tot honderdduizend of meer mensen. ~
393 37, 149| 149. Vraag hun nu of hun Heer dochters heeft
394 37, 156| 156. Of hebt gij een duidelijk bewijs? ~
395 37, 164| En er is niet één onzer of hij heeft een vaste plaats. ~
396 38, 10 | 10. Of is het koninkrijk der hemelen
397 38, 28 | onheilstichters op aarde of moeten Wij de godvruchtigen
398 38, 39 | Onze gave. Wees vrijgevig of spaarzaam, er zal daarover
399 38, 63 | hen ten onrechte bespot of zien onze ogen hen niet?" ~
400 38, 75 | geschapen? Zijt gij te trots of behoort gij tot de (hoog)
401 39, 32 | leugen over Allah verzint of de Waarheid verloochent
402 39, 33 | hij die de Waarheid brengt of deze bevestigt - dezen zijn
403 39, 38 | Zijn schade verwijderen? Of als Hij mij barmhartigheid
404 39, 52 | voorziening vermeerdert of vermindert voor wie Hij
405 39, 57 | 57. Of opdat zij niet moge zeggen: "
406 39, 58 | 58. Of opdat zij de straf ziende,
407 40, 26 | godsdienst zal veranderen of in het land onrust zal stoken." ~
408 40, 40 | maar wie goed doet, man of vrouw, en gelovig is zal
409 40, 43 | geen macht in deze wereld of in het Hiernamaals; voorwaar,
410 40, 77 | s belofte is zeker waar. Of Wij u de straf waarmede
411 40, 77 | bedreigen gedeeltelijk tonen of u (vóór dien) doen sterven,
412 41, 11 | aarde: "Komt beiden, willens of onwillens." ~
413 41, 37 | u niet neder voor de zon of de maan maar werpt u neder
414 42, 8 | onrechtvaardigen zullen geen beschermer of helper hebben. ~
415 42, 31 | hebt gij een enkele vriend of helper buiten Allah. ~
416 42, 34 | 34. Of Hij kan ze vernietigen:
417 42, 50 | 50. Of Hij mengt ze, mannelijk
418 42, 51 | anders dan door ingeving of van achter een sluier of
419 42, 51 | of van achter een sluier of door een boodschapper te
420 43, 7 | tot hen nooit een profeet of zij bespotten hem. ~
421 43, 23 | waarschuwer naar een stad vóór u of de rijken hiervan zeiden: "
422 43, 48 | Wij toonden hun geen teken of het ene was groter dan het
423 43, 52 | 52. Of ben ik niet beter dan deze
424 43, 53 | armbanden van goud geschonken of komen engelen niet in processie
425 43, 57 | rijst op en keerde zich of in ofschuw. ~
426 43, 58 | Zijn onze goden beter of is hij beter?" Zij zeggen
427 44, 37 | 37. Zijn zij beter of het volk van Tobba of zij
428 44, 37 | beter of het volk van Tobba of zij die vóór hen zijn geweest?
429 46, 4 | aarde hebben geschapen. Of hebben zij aandeel aan de
430 46, 4 | vóór dit is geopenbaard of een spoor van kennis, indien
431 46, 9 | noch weet ik wat met u of mij zal geschieden. Ik volg
432 47, 4 | laat hen dan vrij uit gunst of voor een losprijs. Zo zij
433 47, 24 | over de Koran nadenken, of zijn er sloten op hun hart? ~
434 48, 11 | indien Hij voor u voordeel of nadeel beoogt?" Neen, Allah
435 48, 27 | binnengaan met haar geknipt of geschoren zonder vrees.
436 50, 18 | 18. Hij uit geen woord of er is een bewaker bij hem,
437 50, 37 | voor hem die een hart heeft of die luistert en oplettend
438 51, 39 | en zeide: "Een tovenaar of een waanzinnige." ~
439 51, 42 | hij teisterde niets over of hij maakte het als as, ~
440 51, 52 | waren, geen boodschapper of zij zeiden: "Dit is een
441 51, 52 | zeiden: "Dit is een tovenaar of een bezetene!" ~
442 52, 15 | 15. Is dit dan toverkunst of ziet gij niet? ~
443 52, 16 | zal voor u hetzelfde zijn, of gij geduld of ongeduld toont.
444 52, 16 | hetzelfde zijn, of gij geduld of ongeduld toont. U is slechts
445 52, 30 | een dichter en wij wachten of te zijner tijd een ramp
446 52, 32 | verstand, dat hun dit oplegt of zijn zij een opstandig volk? ~
447 52, 33 | 33. Of zeggen zij: "Hij heeft het
448 52, 35 | zij door niets geschapen of zijn zij (hun eigen) schepper? ~
449 52, 37 | de schatten van uw Heer of zijn zij de bewaarders hiervan? ~
450 54, 43 | ongelovigen beter dan dezen? Of zijt gij vrijgesteld in
451 54, 53 | 53. En alles, groot of klein, is nedergeschreven. ~
452 56, 25 | daar geen ijdele gesprekken of zondige taal horen, ~
453 56, 59 | 59. Schept gij het of zijn Wij de Schepper er
454 56, 64 | 64. Doen Wij het groeien of doet gij dat? ~
455 56, 69 | uit de wolken nederzendt, of zijn Wij de Zender? ~
456 56, 72 | boom er voor doet groeien of zijn Wij het? ~
457 57, 22 | gebeurt geen ongeluk op aarde of aan uzelf zonder dat het
458 57, 23 | Allah heeft geen pocher of opschepper lief ~
459 58, 22 | al waren dezen hun vader of hun kinderen, of hun broeders,
460 58, 22 | hun vader of hun kinderen, of hun broeders, of hun verwanten.
461 58, 22 | kinderen, of hun broeders, of hun verwanten. Dezen zijn
462 59, 5 | gij ook hebt nedergehouwen of op hun wortels hebt laten
463 59, 14 | tenzij in versterkte steden of achter muren, ofschoon zij
464 60, 9 | huizen hebben verdreven of geholpen hebben u te verdrijven.
465 62, 11 | Maar indien zji koopwaar of enig vermaak zien, gaan
466 63, 6 | 6. Het is hetzelfde of gij wel of niet voor hen
467 63, 6 | is hetzelfde of gij wel of niet voor hen om vergiffenis
468 65, 2 | vriendelijke manier terug, of scheidt van haar op een
469 66, 5 | gewend te vasten, weduwen of maagden. ~
470 67, 13 | gij uw woorden verbergt of openbaar maakt, Hij weet,
471 67, 21 | 21. Of wie is er die voor u wil
472 67, 22 | gebogen loopt, beter geleid of hij die rechtop het rechte
473 68, 39 | 39. Of hebt gij enige verdragen
474 68, 41 | 41. Of hebben zij soms deelgenoten?
475 68, 47 | 47. Of hebben zij kennis van het
476 72, 10 | Wij weten daardoor niet of voor degenen die op aarde
477 72, 10 | een ramp wordt bedoeld of dat hun Heer hen op het
478 72, 13 | geen vrees voor verlies of onrecht.
479 72, 21 | mijzelf) geen macht u goed of kwaad te doen." ~
480 72, 25 | Zeg hun: "Ik weet niet of hetgeen waarmede gij bedreigd
481 72, 25 | bedreigd wordt nabij is of wel dat mijn Heer het zal
482 73, 3 | 3. De helft er van of minder dan dat. ~
483 73, 4 | 4. Of maak het iets langer - en
484 73, 20 | te bidden), somsdehelft of ook wel een derde er van,
485 74, 37 | die vooruit wenst te gaan of degene die wil achterblijven, ~
486 75, 13 | hetgeen hij vooruitzond of achterliet. ~
487 76, 3 | getoond, hij moge dankbaar of wel ondankbaar zijn. ~
488 76, 24 | niemand die onder hen zondig of ongelovig is. ~
489 79, 46 | alsof zij slechts een avond of een morgen (op de aarde)
490 80, 4 | 4. Of hij kon om raad komen, en
491 83, 3 | zij voor anderen uitmeten of afwegen, geven zij minder (
492 90, 14 | 14. Of, op de dag van honger iemand
493 90, 15 | 15. Of een wees die u verwant is. ~
494 90, 16 | 16. Of een arme die in het stof
495 96, 12 | 12. Of tot rechtvaardigheid maant. ~
496 110 | werd gereveleerd tijdens of na de Afscheidspilgrimage,
|