Sura, Verse
1 2, 26 | Allah acht het niet beneden zich, een mug of iets nog kleiners
2 2, 29 | schiep: daarna wendde Hij Zich tot de hemel en vervolmaakte
3 2, 34 | aan Adam", onderwierpen zich allen, behalve Iblies. Hij
4 2, 36 | uit de staat waarin zij zich bevonden. En Wij zeiden: "
5 2, 54 | Schepper". Daarna wendde Hij zich genadig tot u. Voorzeker,
6 2, 61 | brachten Allah's toorn over zich; dit kwam, omdat zij de
7 2, 74 | 74. Daarna verhardde zich uw hart. Zij zijn als stenen,
8 2, 90 | zij toorn op toorn over zich en er is een vernederende
9 2, 101| Boek, Allah's Boek achter zich geworpen, alsof zij het
10 2, 112| 112. Neen, wie zich volledig aan Allah onderwerpt
11 2, 116| zij zeggen: "Allah heeft Zich een zoon verwekt. Heilig
12 2, 125| verblijven en voor degenen, die zich neder buigen en zich ter
13 2, 125| die zich neder buigen en zich ter aarde werpen. ~
14 2, 130| 130. En wie zal zich van het geloof van Abraham
15 2, 137| geleid, maar indien zij zich afwenden, dan zijn zij in
16 2, 144| Wij zien uw aangezicht zich naar de hemel wenden, daarom
17 2, 148| een richting, waarheen hij zich wendt, wedijvert daarom
18 2, 160| zij, die berouw hebben en zich beteren en (de Waarheid)
19 2, 187| tegenover uzelf en heeft Zich met barmhartigheid tot u
20 2, 187| dageraad de witte draad zich onderscheidt van de zwarte
21 2, 203| maar wie na twee dagen zich haast (om te vertrekken)
22 2, 207| de mensen is iemand, die zich weggeeft, Allah's welbehagen
23 2, 217| kunnen. Maar wie onder u zich van zijn geloof afkeert
24 2, 222| hersteld zijn. Maar wanneer zij zich hebben gereinigd, gaat tot
25 2, 222| bevolen. Allah bemint hen, die zich tot Hem wenden en zich rein
26 2, 222| die zich tot Hem wenden en zich rein houden. ~
27 2, 246| werd bevolen, wendden zij zich af, met uitzondering van
28 2, 255| Hij wil. Zijn troon strekt zich uit over hemelen en aarde
29 2, 282| wanneer één der twee vrouwen zich zou vergissen, de ene de
30 3, 20 | degenen die mij volgen hebben zich aan Allah onderworpen."
31 3, 20 | u onderworpen?" Als zij zich onderwerpen, dan zijn zij
32 3, 20 | rechte weg, maar indien zij zich afwenden, dan is uw plicht
33 3, 23 | hen rechter zij; dan wendt zich een gedeelte hunner af terwijl
34 3, 30 | Dag, waarop iedere ziel zich geplaatst zal vinden tegenover
35 3, 32 | boodschapper", maar als zij zich afwenden, dan heeft Allah
36 3, 63 | 63. Doch indien zij zich afwenden, Allah kent de
37 3, 64 | buiten Allah." Maar, als zij zich afwenden, zegt dan: "Getuigt,
38 3, 82 | 82. Maar die zich hierna terugtrekken, (zij)
39 3, 83 | de hemelen en op aarde is zich willens of onwillens aan
40 3, 89 | daarna berouw hebben en zich verbeteren. Allah is voorzeker
41 3, 91 | worden aanvaard als hij zich daarmede zou willen vrijkopen.
42 3, 101| aan wezig is? En hij, die zich aan Allah vasthoudt, is
43 3, 112| 112. Waar zij zich ook bevinden, worden zij
44 3, 113| uren van de nacht opzegt en zich met het gelaat ter aarde
45 3, 120| kwaads overkomt verheugen zij zich er over. Maar, indien gij
46 3, 128| uitstaande: Hij (Allah) moge Zich in barmhartigheid tot hen
47 3, 144| of gedood wordt? Hij, die zich omkeert zal aan Allah in
48 3, 146| zij, noch vernederden zij zich. En Allah heeft de geduldigen
49 3, 159| waart geweest zouden zij zich zeker uit uw omgeving hebben
50 3, 161| oneerlijke handelingen met zich meebrengen. Dan zal iedere
51 3, 162| die de toorn van Allah tot zich trekt en wiens verblijfplaats
52 3, 170| overvloed heeft gegeven, zich verblijdend over degenen
53 3, 171| 171. Zij verheugen zich over Allah's gunst en Zijn
54 3, 173| zeiden: "De volkeren hebben zich tegen u verzameld, vreest
55 3, 199| was neergedaald, geloven, zich voor Allah verootmoedigend.
56 4, 6 | En laat hij, die rijk is zich onthouden en laat hij die
57 4, 15 | degenen uwer vrouwen, die zich aan ontucht schuldig maken,
58 4, 16 | als twee temiffen van u zich hieraan schuldig maken,
59 4, 16 | als zij berouw hebben en zich verbeteren, laat hen dan
60 4, 17 | zijn het, tot wie Allah Zich met barmhartigheid wendt;
61 4, 25 | zij, nadat zij gehuwd zijn zich schuldig maken aan ontrouw -
62 4, 27 | 27. En Allah wenst Zich in barmhartigheid tot u
63 4, 61 | ziet gij dan de huichelaars zich vol afkeer van u afwenden? ~
64 4, 65 | hetgeen gij oordeelt en zij zich geheel en al onderwerpen. ~
65 4, 80 | gehoorzaamt inderdaad Allah en wie zich afkeert - tot hen hebben
66 4, 90 | u komen terwijl hun hart zich verzet u te bestrijden of
67 4, 90 | gevochten. Dus, als zij zich van u op een afstand houden
68 4, 91 | blindelings mee. Als zij zich derhalve niet op een afstand
69 4, 108| 108. Zij trachten zich voor de mensen te verbergen,
70 4, 108| verbergen, maar zij kunnen zich niet voor Allah verbergen
71 4, 115| 115. En hij, die zich tegen de boodschapper verzet
72 4, 125| beter in geloof dan hij, die zich aan Allah onderwerpt en
73 4, 142| straffen. En wanneer zij zich oprichten om te bidden,
74 4, 142| staan zij loom, en tonen zich aan de mensen en gedenken
75 4, 146| degenen, die berouw hebben en zich verbeteren en aan Allah
76 4, 158| Integendeel, Allah verhief hem tot Zich en Allah is Almachtig, Alwijs. ~
77 4, 172| Hij zal hen toch allen tot Zich roepen. ~
78 4, 173| vriend, noch helper voor zich vinden. ~
79 4, 175| hen op het rechte pad tot Zich voeren. ~
80 5, 2 | offertekens, noch degenen, die zich naar het heilige Huis begeven
81 5, 11 | Allah moeten de gelovigen zich verlaten. ~
82 5, 36 | is en nog eens zoveel, om zich daarmede van de straf op
83 5, 39 | overtreding berouw heeft en zich betert - Allah zal Zich
84 5, 39 | zich betert - Allah zal Zich gewis in barmhartigheid
85 5, 43 | wanneer zij de Torah bij zich hebben waarin Allah's oordeel
86 5, 43 | oordeel is? Toch wenden zij zich af. En zij zijn geen gelovigen. ~
87 5, 49 | geopenbaard. Maar indien zij zich afwenden, weet dan, dat
88 5, 52 | wier hart een ziekte is, zich tot hen zien haasten, zeggende: "
89 5, 54 | die gelooft, wie onder u zich van zijn godsdienst afkeert,
90 5, 62 | En gij ziet velen hunner zich haasten om zonde te bedrijven
91 5, 71 | doof. Doch Allah wendde Zich in barmhartigheid tot hen;
92 5, 74 | 74. Willen zij zich dan niet tot Allah wenden
93 5, 75 | plachten beiden voedsel tot zich te nemen. Zie, hoe Wij de
94 5, 75 | verduidelijken, en zie, hoe zij zich afwenden. ~
95 6, 4 | teken tot hen of zij wenden zich er van af. ~
96 6, 12 | Allah." Hij heeft het op Zich genomen, barmhartigheid
97 6, 14 | bevolen, de eerste te zijn die zich onderwerpt." En behoort
98 6, 31 | verloochenen, benadelen zich, totdat het uur onverwachts
99 6, 42 | en tegenspoed opdat zij zich mochten verootmoedigen. ~
100 6, 43 | Waarom verootmoedigden zij zich niet toen Onze straf over
101 6, 46 | verklaren, toch wenden Zij zich af. ~
102 6, 48 | degenen, die geloven en zich verbeteren, zal geen vrees
103 6, 54 | heeft barmhartigheid op zich genomen; dus wie uwer in
104 6, 54 | en daarna berouw heeft en zich verbetert, (voor hem) is
105 6, 91 | Laat hen dan met rust om zich met hun ledig spel te vermaken. ~
106 6, 111| meesten hunner gedragen zich onwetend. ~
107 6, 113| het Hiernamaals geloven er zich toe neigen en zij er tevreden
108 6, 136| onze goden," zoals zij het zich denken. Maar hetgeen voor
109 6, 157| van Allah verwerpt en er zich van afkeert? Wij zullen
110 6, 157| Wij zullen degenen, die zich van Onze tekenen afwenden
111 6, 157| straf vergelden omdat zij zich hebben afgewend. ~
112 6, 159| hun godsdienst maken en zich in secten verdelen - gij
113 7, 11 | Adam" en zij onderwierpen zich, behalve Iblies; hij behoorde
114 7, 11 | behoorde niet tot degenen die zich onderwierpen. ~
115 7, 22 | duidelijk en zij begonnen zich te bedekken met bladeren
116 7, 36 | tekenen verloochenen en er zich hoogmoedig van afkeren -
117 7, 40 | tekenen verloochenen en er zich hoogmoedig van afwenden,
118 7, 54 | schiep; daarna zette Hij Zich op deTroon neder. Hij doet
119 7, 73 | daarom met rust opdat zij zich van Allah's aarde moge voeden
120 7, 79 | 79. Toen wendde Salih zich van hen af en zeide: "O,
121 7, 82 | want zij zijn mannen die zich rein willen houden." ~
122 7, 93 | 93. Daarna wendde hij zich van hen af en zeide: "O
123 7, 98 | komen, des daags terwijl zij zich vermaken? ~
124 7, 99 | voornemen? En niemand waant zich veilig voor Allah's voornemen,
125 7, 120| tovenaars werden bewogen zich neder te werpen. ~
126 7, 133| tekenen, doch zij gedroegen zich hoogmoedig en waren een
127 7, 139| al hetgeen waarmede zij zich bezig houden, zal worden
128 7, 143| zien." En toen zijn Heer Zich op de berg openbaarde, brak
129 7, 150| haar en sleepte hem naar zich toe. Hij (Aäron) zeide: "
130 7, 150| en wilde mij doden. Laat zich de vijanden daarom niet
131 7, 168| en tegenspoed, opdat zij zich mochten bekeren. ~
132 7, 170| 170. En die zich aan het Boek vasthouden
133 7, 174| Wij de tekenen opdat zij zich mogen bekeren. ~
134 7, 175| tekenen gaven, maar hij wendde zich af, daarom volgde Satan
135 7, 206| bij uw Heer zijn wenden zich niet met trots van Zijn
136 7, 206| verheerlijken Hem en werpen zich voor Hem neder. ~~
137 8, 13 | 13. Dit is, omdat zij zich tegen Allah en Zijn boodschapper
138 8, 16 | de toorn van Allah over zich komen en de hel zal zijn
139 8, 17 | gelovigen een grote gunst van Zich mocht bewijzen. Voorzeker,
140 8, 23 | hebben laten horen hadden zij zich in afkerigheid afgewend. ~
141 8, 42 | nabijzijnde kant waart en zij zich op de andere zijde bevonden
142 8, 48 | zicht kwamen, wendde hij zich af en zeide: "Voorzeker,
143 9, 15 | hart wegnemen. Allah wendt Zich met barmhartigheid tot wie
144 9, 27 | 27. Daarna zal Allah Zich met Barmhartigheid wenden
145 9, 47 | hebben bezorgd en zij zouden zich heen en weer hebben gehaast,
146 9, 50 | genomen." En zij wenden zich juichend af. ~
147 9, 57 | binnen te gaan, zouden zij er zich zeker met grote spoed heenwenden. ~
148 9, 74 | hen zijn, maar indien zij zich afwenden zal Allah hen met
149 9, 76 | vrekkig mede en wendden zich om en waren afkerig. ~
150 9, 81 | Allah bleven verheugden zich over hun thuiszitten en
151 9, 87 | 87. Zij stellen zich tevreden om met de achterblijvenden
152 9, 102| Het kan zijn, dat Allah Zich met barmhartigheid tot hen
153 9, 106| Zal Hij hen bestraffen of Zich met barmhartigheid tot hen
154 9, 108| Allah heeft degenen, die zich louteren lief. ~
155 9, 112| 112. Die zich tot Allah bekeren, die aanbidden,
156 9, 112| prijzen, die vasten, die zich nederbuigen, die zich ter
157 9, 112| die zich nederbuigen, die zich ter aarde werpen, die tot
158 9, 114| van Allah was, trok hij zich van hem terug. Voorzeker,
159 9, 115| duidelijk gemaakt, waartegen zij zich behoren te behoeden. Voorzeker,
160 9, 117| 117. Allah heeft zich voorzeker met barmhartigheid
161 9, 118| 118. En (Hij heeft Zich met barmhartigheid) tot
162 9, 118| bij Hem. Toen wendde Hij Zich met barmhartigheid tot hen,
163 9, 118| barmhartigheid tot hen, opdat zij zich mochten bekeren. Voorzeker,
164 9, 124| toenemen en zij verheugen zich daarover. ~
165 9, 127| iemand ons?" Dan wenden zij zich af. Allah heeft hun hart
166 9, 129| 129. Maar indien zij zich afwenden zeg dan: "Allah
167 10, 3 | dagen schiep, en Hij zette Zich op de troon, alles regelend.
168 10, 22 | varen en (de opvarenden) er zich in verheugen, hen een geweldige
169 10, 23 | voorzeker uw opstand keert zich slechts tegen u zelf. Thans
170 10, 54 | zou bezitten, zou zij er zich voorzeker mede trachten
171 10, 58 | barmhartigheid; laat hen er zich daarom in verheugen. Dat
172 10, 63 | 63. Zig die geloven en zich aan rechtvaardigheid houden, ~
173 10, 68 | Allah heeft een zoon tot Zich genomen. Heilig is Hij,
174 11, 3 | Zijn genade aan ieder die zich hiervoor verdienstelijk
175 11, 5 | innerlijk. Ja, wanneer zij zich met hun kleding bedekken,
176 11, 12 | 12. (Zij verbeelden zich dat) gij misschien een gedeelte
177 11, 42 | 42. En zij bewoog zich met hen op golven als bergen
178 11, 42 | riep tot zijn zoon, die zich afzijdig hield: "O mijn
179 11, 56 | Er is geen schepsel, dat zich op aarde beweegt, of Hij
180 11, 64 | daarom met rust opdat zij zich (in vrijheid) op Allah's
181 11, 70 | hij zag dat hun handen er zich niet naar uitstrekten, vond
182 11, 71 | stond er bij en verwonderde zich, waarop Wij haar de blijde
183 11, 75 | verdraagzaam, zachtmoedig en wendde zich dikwijls (tot God). ~
184 11, 77 | hij verdrietig en voelde zich bezwaard om hen en zeide: "
185 11, 112| bevolen en ook degenen, die zich met u hebben bekeerd en
186 12, 4 | en de maan en ik zag ze zich voor mij nederwerpen." ~
187 12, 12 | met ons mede, opdat hij zich moge vermaken en spelen
188 12, 31 | grotelijks en zij sneden zich in de handen en zeiden: "
189 12, 32 | verleiden, maar hij redde zich. En als hij nu niet doet
190 12, 45 | bevrijd was, herinnerde zich na enige tijd Jozef, en
191 12, 50 | de vrouwen is gesteld die zich in de handen sneden, voorzeker
192 12, 69 | huisvestte deze zijn broeder bij zich. En hij zeide: "Ik ben uw
193 12, 71 | 71. Zij vroegen, zich tot hem wendend: "Wat mist
194 12, 80 | zij wanhoopten trokken zij zich terug om in afzondering
195 12, 84 | 84. En hij wendde zich van hen af en zeide: "O
196 12, 84 | van smart doch hij bedwong zich. ~
197 12, 99 | huisvestte hij zijn ouders bij zich en zeide: "Komt zoals het
198 12, 100| de troon en zij wierpen zich voor hem neder. En hij zeide: "
199 12, 102| waart niet bij hen, toen zij zich (tegen u) verenigden en
200 12, 105| en op aarde waaraan zij, zich afwendend, voorbijgaan! ~
201 12, 107| 107. Voelen zij zich dan nu veilig voor het komen
202 13, 2 | kunt zien. Daarna zette Hij Zich op de troon. En Hij heeft
203 13, 10 | openlijk uit; alsook hij, die zich 's nachts verbergt en hij,
204 13, 15 | op aarde is, onderwerpt zich willens of onwillens aan
205 13, 16 | helpers genomen, die voor zich over goed noch kwaad macht
206 13, 26 | zij (de mensen) verheugen zich in het tegenwoordige leven,
207 13, 27 | tot Zichzelf degene die zich bekeert." ~
208 13, 36 | hebben gegeven, verheugen zich in hetgeen u is geopenbaard.
209 14, 43 | 43. Met opgeheven hoofd zich voorthaastend, terwijl zij
210 15, 3 | 3. Laat hen eten en zich vermaken en laat hun ijdele
211 15, 30 | De engelen onderwierpen zich allen tezamen. ~
212 15, 31 | tot degenen te behoren die zich onderwierpen. ~
213 15, 32 | niet onder degenen zijt die zich onderwerpen?" ~
214 15, 81 | tekenen, maar zij keerden er zich van af. ~
215 15, 98 | en behoor tot degenen die zich ter aarde werpen. ~
216 16, 37 | degenen niet leidt, die (zich zelve) doen dwalen. Voor
217 16, 45 | boze plannen verzinnen, zich er dan veilig tegen dat
218 16, 48 | hetgeen Allah heeft geschapen zich van rechts en links bewegen
219 16, 48 | rechts en links bewegen en zich voor Allah nederwerpen terwijl
220 16, 49 | aarde bestaat onderwerpt zich aan Allah alsmede de engelen,
221 16, 59 | 59. Hij verbergt zich voor het volk vanwege het
222 16, 82 | 82. Maar indien zij zich afwenden zijt gij (de profeet)
223 16, 84 | niet worden toegestaan (zich te verontschuldigen), noch
224 16, 89 | blijde tijding voor hen die zich onderwerpen. ~
225 16, 102| blijde tijding voor hen die zich onderwerpen." ~
226 17, 25 | Vergevensgezind jegens degenen die zich bekeren. ~
227 17, 83 | gunsten bewijzen wendt hij zich af en gaat terzijde en wanneer
228 17, 107| kennis was geschonken werpen zich met hun aangezicht ter aarde
229 17, 111| Alle lof komt Allah toe Die Zich geen zoon heeft genomen
230 18, 4 | die zeggen: "Allah heeft Zich een zoon genomen." ~
231 18, 17 | zon opgaat zult gij haar zich zien verwijderen rechts
232 18, 17 | ondergaat, ziet gij haar zich naar links afwenden, daartussen
233 18, 17 | de Spelonk) bevonden zij zich. Dit zijn de tekenen van
234 18, 18 | slapen en Wij zullen hen zich naar links en rechts doen
235 18, 19 | levensmiddelen meebrengen en laat hij zich vriendelijk gedragen en
236 18, 43 | te helpen, noch kon hij zich verdedigen. ~
237 18, 49 | al hetgeen zij deden voor zich zien en uw Heer zal niemand
238 18, 57 | tekenen van zijn Heer, doch zich er van afwendt en vergeet,
239 19, 16 | Maria in het Boek. Toen zij zich van haar volk terugtrok
240 19, 17 | 17. En zich aan hlm blikken onttrok,
241 19, 22 | zij ontving hem en trok zich met hem terug in een ver
242 19, 35 | Het past niet bij Allah Zich een zoon te verwekken, Heilig
243 19, 40 | Die de aarde en alles wat zich daarop bevindt zullen erven
244 19, 49 | 49. Toen hij zich van hen en van hetgeen zij
245 19, 67 | 67. Herinnert de mens zich dan niet dat Wij hem voorheen
246 19, 88 | zeggen: "De Barmhartige heeft zich een zoon genomen." ~
247 20, 5 | 5. De Barmhartige, Die Zich nederzette op de Troon. ~
248 20, 6 | er tussen ligt en hetgeen zich onder de grond bevindt. ~
249 20, 48 | over hem, die loochent en zich afwendt.'" ~
250 20, 60 | 60. Daarop trok Pharao zich terug en stelde zijn plan
251 20, 66 | dat hun koorden en staven zich voortbewogen. ~
252 20, 70 | plat ter aarde geworpen, zich nederbuigend. Zij zeiden: "
253 20, 76 | de beloning dergenen die zich louteren. ~
254 20, 100| 100. Wie zich er van zal afwenden zal
255 20, 111| 111. Alle gezichten zullen zich verootmoedigen in tegenwoordigheid
256 20, 121| hun duidelijk werd en zij zich begonnen te bekleden met
257 20, 124| 124. Doch degene die zich van Mijn gedachtenis zal
258 21, 1 | gekomen en toch wenden zij zich in achteloosheid af. ~
259 21, 19 | aarde is, en degenen die zich in Zijn tegenwoordigheid
260 21, 26 | zeggen: "De Barmhartige heeft Zich een zoon genomen." Heilig
261 21, 32 | dak; niettemin wenden zij zich af van deze tekenen. ~
262 21, 33 | maan, elk hunner beweegt zich langs een (vaste) baan. ~
263 21, 42 | Barmhartige?" Neen, zij wenden zich af van de gedachtenis aan
264 21, 58 | grootste daarvan, opdat zij zich tot hem zouden wenden. ~
265 21, 109| 109. Maar indien zij zich afwenden, zeg dan: "Ik heb
266 22, 2 | vergeten en elke zwangere vrouw zich zal ontdoen van haar dracht;
267 22, 5 | nederdalen, beweegt zij zich, zwelt op en brengt iedere
268 22, 9 | 9. Zich hooghartig afkerend ten
269 22, 18 | dan niet gezien dat alles zich voor Allah nederwerpt, wat
270 22, 26 | gebed) en neerbuigen en zich ter aarde werpen. ~
271 23, 24 | mens zoals gij, hij zou zich boven u willen verheffen.
272 23, 53 | verdeeld, elke partij verheugt zich over hetgeen zij bezit. ~
273 23, 61 | 61. Dezen zijn het die zich haasten en wedijveren in
274 23, 71 | gezonden doch zij wenden zich ervan af. ~
275 23, 91 | 91. Allah heeft zich geen zoon genomen, noch
276 23, 91 | hetgeen Hij schiep, voor zich houden, en sommigen hunner
277 24, 5 | die daarna berouw tonen en zich verbeteren; waarlijk, Allah
278 24, 6 | beschuldigen en die buiten zich geen getuigen hebben, -
279 24, 11 | voornaamste deel ervan op zich nam zal een grotere straf
280 24, 19 | willen dat onbetamelijkheid zich onder de gelovigen moge
281 24, 33 | mogelijkheid tot trouwen vinden, zich kuis houden totdat Allah
282 24, 37 | Dag waarop harten en ogen zich zullen afwenden. ~
283 24, 43 | wolken als) bergen waarin zich hagel bevindt en Hij treft
284 24, 47 | daarna wenden sommigen hunner zich af. En dezen zijn geen gelovigen. ~
285 24, 48 | ziet! een deel hunner wendt zich af. ~
286 24, 60 | haar schoonheid te tonen, zich van kledingstukken ontdoen.
287 24, 60 | kledingstukken ontdoen. Maar als zij zich inhouden is dit beter voor
288 24, 62 | bij hem (de profeet) zijn, zich niet verwijderen voordat
289 24, 63 | degenen uwer die wegsluipen en zich verbergen. Laat daarom degenen
290 24, 63 | tegen Zijn gebod ingaan, zich in acht nemen opdat hen
291 25, 2 | aarde toebehoort, Hij heeft zich geen zoon genomen noch heeft
292 25, 21 | Voorzeker, zij schatten zich te hoog en zijn de perken
293 25, 59 | zes dagen schiep, zette Zich dan op de Troon. Hij is
294 25, 64 | die de nacht doorbrengen zich voor hun Heer ter aarde
295 25, 71 | en het goede doet, wendt zich voorzeker berouwvol tot
296 26, 4 | nederzenden, zodat hun hoofd er zich voor zal nederbuigen. ~
297 26, 5 | vermaning tot hen of zij wenden zich er van af. ~
298 26, 13 | En mijn boezem vernauwt zich en mijn tong is niet welsprekend;
299 26, 34 | tot de vooraanstaanden om zich heen: "Dit is inderdaad
300 26, 46 | Daarop wierpen de tovenaars zich op de grond neder. ~
301 26, 152| onheil op aarde stichten, en zich niet beteren," ~
302 26, 219| bewegingen onder hen die zich nederwerpen (in aanbidding). ~
303 26, 227| Allah vaak gedenken, en zich verdedigen nadat hun onrecht
304 27, 10 | Maar toen hij de staf zich als een slang zag bewegen,
305 27, 10 | zag bewegen, wendde hij zich af en wilde zich niet omkeren. (
306 27, 10 | wendde hij zich af en wilde zich niet omkeren. (En Allah
307 27, 19 | Daarop glimlachte hij, zich verbazend over haar woorden
308 27, 40 | toen Salomo de troon naast zich zag geplaatst, zeide hij: "
309 27, 48 | in het land stichtten en zich niet wilden verbeteren, ~
310 27, 56 | want zij zijn mensen, die zich rein willen houden." ~
311 27, 80 | oproep doen horen als Zij zich verwijderen. ~
312 27, 81 | tekenen willen geloven en zich onderwerpen. ~
313 28, 55 | gesprekken horen, wenden zij zich er van af en zeggen: "Aan
314 28, 76 | Mozes, maar hij gedroeg zich aanmatigend tegenover hen.
315 28, 81 | Allah te helpen noch kon hij zich verdedigen. ~
316 29, 33 | verdrietig wegens hen en voelde zich daardoor in moeilijkheid.
317 29, 41 | gelijkenis van de spin die zich een huis maakt: en het zwakste
318 29, 66 | geschonken verloochenen en zich vermaken. Maar zij zullen
319 30, 4 | Dag zullen de gelovigen zich verheugen ~
320 30, 20 | ziet! gij zijt mensen die zich kunnen verspreiden. ~
321 30, 32 | vormen, terwijl elke partij zich verheugt in wat zij heeft. ~
322 30, 33 | roepen zij hun Heer aan, zich tot Hem bekerende; en als
323 30, 36 | doen smaken, verheugen zij zich daarin; maar als een kwaad
324 30, 41 | zou doen smaken, opdat zij zich bekeren. ~
325 30, 48 | wil, ziet! verheugen zij zich. ~
326 30, 53 | willen geloven, zodat zij zich onderwerpen. ~
327 31, 7 | voorgedragen, wendt hij zich verachtelijk af alsof hij
328 31, 15 | volg de weg van hem die zich tot Mij richt. Dan zult
329 31, 16 | mosterdzaadje zijn, en al zou het zich in een rots bevinden of
330 31, 22 | 22. Maar hij, die zich aan Allah onderwerpt en
331 31, 24 | zullen hen voor een poosje zich laten vermaken; daarna zullen
332 31, 34 | regen neder en Hij weet wat zich in de baarmoeder bevindt.
333 32, 4 | schiep; daarna zette Hij Zich op de Troon. Gij hebt geen
334 32, 15 | er aan herinnerd worden, zich met het gelaat ter aarde
335 32, 16 | 16. Zij verwijderen zich van hun bed, hun Heer in
336 32, 21 | grotere straf opdat zij zich mogen bekeren. ~
337 32, 22 | zijn Heer wordt vermaand en zich er toch van afwendt? Wij
338 33, 5 | maar wel in hetgeen uw hart zich heeft voorgenomen. Allah
339 33, 17 | betonen? En zij zullen voor zich buiten Allah vriend noch
340 33, 18 | Komt naar ons toe," en die zich weinig met de oorlog bemoeien. ~
341 33, 24 | straffen zoals Hij wil, of Zich tot hen in barmhartigheid
342 33, 50 | gelovige vrouw indien zij zich aan de profeet toevertrouwt
343 33, 55 | vrouwen) geen schuld als zij zich tonen aan haar vaders of
344 33, 61 | Vervloekt zijn zij; waar zij zich ook bevinden zullen zij
345 33, 66 | De Dag waarop hun gezicht zich in het Vuur zal wentelen
346 33, 72 | maar de mens nam het op zich. Inderdaad, hij is zeer
347 33, 73 | straffen. En Allah wendt zich in barmhartigheid tot gelovige
348 34, 9 | teken voor elke dienaar, die zich tot God wendt. ~
349 34, 12 | zeiden: indien iemand van hen zich van Ons gebod zou afkeren,
350 34, 16 | 16. Maar zij wendden zich af; daarom zonden Wij een
351 34, 19 | onze reizen." En zij deden zich daarmee onrecht aan, daarom
352 35, 18 | gebed onderhouden. En wie zich reinigt, reinigt zich alleen
353 35, 18 | wie zich reinigt, reinigt zich alleen in zijn eigen belang
354 35, 24 | er is geen volk waaronder zich geen boodschapper heeft
355 35, 32 | En onder hen zijn er die zich zelven te kort doen, anderen
356 36, 7 | 7. Het Woord heeft zich reeds bewaarheid ten opzichte
357 36, 38 | 38. En de zon beweegt zich naar haar bestemming. Dat
358 36, 46 | hun Heer, of zij wenden er zich van af. ~
359 36, 51 | geblazen, en ziet! zij zullen zich vanuit hun graven naar hun
360 36, 56 | en hun echtgenoten zullen zich in de schaduw op tronen
361 36, 66 | gedoofd; dan zouden zij zich naar het pad hebben willen
362 36, 82 | 82. Voorwaar, wanneer Hij Zich iets voorneemt is Zijn gebod
363 37, 1 | 1. Bij hen, die zich in rijen scharen. ~
364 37, 27 | Sommigen hunner zullen zich tot anderen wenden, elkander
365 37, 50 | En enigen hunner zullen zich tot anderen wenden, elkander
366 37, 70 | 70. En zij haastten zich in hun voetstappen voort. ~
367 37, 90 | 90. En zij wendden zich van hem af en gingen weg. ~
368 37, 94 | afgodendienaren) haastten zich naar hem toe. ~
369 37, 103| 103. En toen zij zich beiden aan (Gods bevel)
370 38, 4 | 4. En dezen verwonderen zich, omdat een waarschuwer uit
371 38, 24 | vergiffenis van zijn Heer en zich tot Hem wendend, viel hij
372 38, 34 | En hij (Salomo) wendde zich tot (God). ~
373 39, 8 | roept hij zijn Heer aan, zich tot Hem wendend. Dan, wanneer
374 39, 16 | lagen van Vuur over en onder zich hebben. Hiertegen waarschuwt
375 39, 17 | valse goden te aanbidden, en zich tot Allah wenden - voor
376 39, 23 | ineenkrimpt, daarna ontspant zich hun huid en hun hart wordt
377 39, 45 | worden, ziet, zij verheugen zich. ~
378 40, 13 | lering uit behalve hij die zich (tot God) wendt. ~
379 41, 4 | de meesten hunner wenden zich af, zodat zij niet luisteren. ~
380 41, 11 | 11. Dan wendde Hij Zich tot de hemel terwijl deze
381 41, 13 | 13. Maar indien zij zich afwenden, zeg dan: "Ik waarschuw
382 41, 38 | en nacht, en zij vervelen zich nooit. ~
383 41, 39 | nederzenden, beweegt zij zich en zet uit. Zeker Hij, Die
384 41, 51 | mens verlenen wendt hij zich af en gaat terzijde, maar
385 41, 52 | grotere dwaling dan hij die zich hevig daartegen verzet?" ~
386 42, 6 | naast Hem beschermers tot zich nemen, over hen waakt Allah:
387 42, 9 | naast Hem besehermers tot zich genomen terwijl Allah de
388 42, 13 | roept. Allah kiest voor Zich wie Hij wil en leidt hem
389 42, 13 | Hij wil en leidt hem die zich (in berouw) tot Hem wendt. ~
390 42, 39 | als een aanval hen treft, zich verdedigen. ~
391 42, 41 | geen verwijt tegen hen die zich verdedigen nadat hun onrecht
392 42, 48 | 48. Maar indien zij zich afwenden hebben Wij u niet
393 42, 48 | barmhartigheid betuigen, verheugt hij zich er in. Maar indien hun een
394 43, 18 | wordt grootgebracht en die zich bij een twist moeilijk kan
395 43, 21 | een Boek gegeven waar zij zich aan vasthouden? ~
396 43, 28 | nakomelingen, opdat zij zich mochten bekeren. ~
397 43, 36 | 36. En wie zich van de aanbidding van de
398 43, 48 | straf ondergaan opdat zij zich mochten bekeren. ~
399 43, 52 | deze onaanzienlijke man die zich nauwelijks kan uitdrukken? ~
400 43, 57 | volk rijst op en keerde zich of in ofschuw. ~
401 43, 71 | alles zijn wat de zielen zich wensen en waar de ogen van
402 43, 83 | 83. Laat hen praten en zich vermaken totdat de Dag komt
403 44, 9 | 9. Doch zij vermaken zich door te twijfelen. ~
404 44, 14 | 14. En zij hebben zich van hem afgewend zeggende: "
405 46, 3 | maar de ongelovigen wenden zich af van hetgeen, waardoor
406 46, 27 | tekenen uitgelegd opdat zij zich mochten bekeren. ~
407 47, 12 | terwijl de ongelovigen zich vermaken en eten zoals het
408 48, 16 | om te vechten totdat zij zich overgeven. Dan, als gij
409 48, 17 | rivieren stromen: maar wie zich omkeert, hem zal Hij door
410 48, 29 | onder elkander. Gij ziet hen zich buigen en nederwerpen (in
411 48, 29 | aangezicht zijn de sporen van het zich ter aarde werpen. Dit is
412 50, 2 | 2. Maar zij verwonderen zich dat er uit e hun midden
413 50, 8 | voor iedere dienaar die zich er toe wendt. ~
414 50, 32 | beloofd voor een ieder die zich bekeerde en die waakzaam
415 51, 9 | Daarvan wordt afgewend wie zich (van het ware geloof) afwendt. ~
416 51, 39 | 39. Maar deze wendde zich af om zijn macht en zeide: "
417 51, 45 | opstaan noch konden zij zich hiertegen beschermen. ~
418 52, 12 | 12. Die zich in ijdel gesprek vermaken. ~
419 52, 25 | 25. En zij zullen zich vragend tot elkander wenden. ~
420 53, 17 | 17. Wendde zijn oog zich niet af, noch ging het de
421 53, 29 | u daarom van hem af die zich van de gedachtenis aan Ons
422 53, 33 | 33. Ziet gij hem die zich afwendt (van het rechte
423 54, 2 | een teken zien wenden zij zich er van af en zeggen: "Een
424 54, 8 | 8. Zich naar de omroeper haastend.
425 54, 47 | zullen in dwaling verkeren en zich in een vlammend Vuur bevinden. ~
426 55, 54 | 54. Zij zullen zich nedervlijen op divans met
427 56, 28 | 28. Zij zullen zich bevinden tussen doornloze
428 56, 79 | aanraken behalve zij die zich louteren. ~
429 57, 3 | Eerste en de Laatste, de Zich Manifesterende en de Verborgene,
430 57, 4 | schiep; daarna zette Hij zich op de Troon neder. Hij weet
431 57, 24 | vrekkig te worden en wie zich van Hem afwendt; voorzeker
432 58, 13 | niet doet en Allah heeft zich met barmhartigheid tot u
433 58, 14 | degenen niet gezien, die zich bevrienden met een volk,
434 59, 9 | 9. En degenen die zich in de stad hebben gehuisvest
435 59, 21 | neerkomen, dan hadt gij de berg zich zien vernederen en splijten
436 60, 6 | Laatste Dag vreest. En wie zich (van de Waarheid) afwendt, -
437 60, 6 | afwendt, - waarlijk, Allah is zich zelf genoeg, Geprezen. ~
438 61, 1 | 1. Wat zich ook in de hemelen en op
439 61, 5 | afdwaalden deed Allah hun hart zich afwenden, want Allah leidt
440 62, 1 | 1. Alles wat zich in de hemelen en op aarde
441 63, 5 | hoofd af en gij ziet hen zich hoogmoedig terugtrekken. ~
442 64, 6 | de Waarheid) en wendden zich af, Allah toonde Zijn zelfgenoegzaamheid,
443 65, 1 | bepaalde termijn) tenzij zij zich openlijk onbetamelijk gedragen.
444 67, 2 | moge beproeven wie onder u zich het beste gedraagt; en Hij
445 67, 27 | gezicht der ongelovigen zich verduisteren en er zal gezegd
446 68, 35 | Zullen Wij dan degenen die zich onderwerpen even als de
447 69, 12 | gebeurtenis) kan onthouden zich deze moge herinneren.
448 69, 17 | troon van uw Heer boven zich houden. ~
449 70, 11 | die Dag zal de schuldige zich gaarne van de straf willen
450 70, 14 | allen die op aarde zijn, om zich te redden. ~
451 70, 17 | Het zal hem opeisen, die zich afwendt en wegloopt ~
452 70, 36 | scheelt de ongelovigen die zich naar u toe spoeden ~
453 70, 42 | 42. Laten zij zich aan ijdele gesprekken overgeven
454 70, 42 | gesprekken overgeven en zich vermaken tot zij de Dag
455 70, 43 | 43. De Dag waarop zij zich uit hun graven zullen haasten
456 70, 43 | zullen haasten alsof zij zich naar een bepaald doel spoeden, ~
457 71, 7 | vingers in de oren, bedekten zich met hun kleren, volhardden (
458 71, 7 | hun ongeloof) en gedroegen zich laatdunkend. ~
459 71, 25 | gedreven. Zij konden daar voor zich geen helpers vinden tegen
460 72, 14 | zijn afgeweken. En zij die zich onderwerpen - hebben de
461 72, 16 | 16. Indien zij zich aan het rechte pad houden
462 72, 17 | proef te stellen. En wie zich van de gedachte aan zijn
463 73, 20 | volhouden, en daarom heeft Hij Zich in barmhartigheid tot u
464 74, 21 | 21. Toen keek hij (om zich heen), ~
465 74, 23 | 23. Dan keerde hij zich om en toonde zich hovaardig.
466 74, 23 | keerde hij zich om en toonde zich hovaardig.
467 74, 49 | Wat scheelt hun dat zij zich van de vermaning afwenden ~
468 75, 32 | verloochende (de profeet) en wendde zich af. ~
469 76, 13 | 13. Zich daarin nedervlijende op
470 77, 42 | fruit ontvangen, zoals zij zich mogen wensen.
471 77, 48 | u neder!" dan buigen zij zich niet. ~
472 79, 1 | 1. Bij hen die zich volledig inspannen, ~
473 79, 22 | 22. Maar wendde zich daarna haastig af. ~
474 79, 35 | 35. De Dag waarop de mens zich zal herinneren hetgeen hij
475 80, 1 | zijn voorhoofd) en wendde zich af. ~
476 80, 3 | gij? Misschien wilde hij zich laten louteren. ~
477 80, 7 | aansprakelijk zijt als hij zich niet loutert. ~
478 80, 8 | 8. Maar hij die zich tot u haast, ~
479 83, 14 | plachten te verdienen heeft zich als roest aan hun hart gehecht. ~
480 84, 21 | voorgedragen, werpen zij zich niet ter aarde neer, ~
481 85, 8 | 8. En zij wreekten zich slechts op hen omdat zij
482 87, 11 | Maar de rampzalige zal zich ervan afwenden, ~
483 87, 14 | Voorzeker, geslaagd is hij die zich loutert. ~
484 88, 3 | 3. Zwoegend, zich afmattende, ~
485 88, 23 | 23. Maar hij die zich afwendt en niet gelooft, ~
486 89, 11 | 11. Die zich in de steden aan overtreding
487 92, 16 | 16. Die loochent en zich afwendt. ~
488 92, 18 | zijn rijkdommen weggeeft om zich te louteren. ~
489 96, 7 | 7. Omdat hij zich onafhankelijk denkt. ~
490 96, 13 | Waarheid) verloochent en zich afwendt. ~
491 100, 5 | der vijandelijke menigte zich een weg banen. ~
492 107, 7 | 7. En zich er van weerhouden de behoeftige
493 113, 3 | duisternis wanneer deze zich verspreidt ~
|