Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
volharden 7
volhardend 4
volhouden 2
volk 461
volkeren 44
volkomen 6
volks 1
Frequency    [«  »]
493 zich
474 mij
471 dag
461 volk
434 aarde
413 onze
395 wanneer

Koran

IntraText - Concordances

volk

    Sura, Verse
1 2, 49 | Wij u redden van Pharao's volk, dat u met bittere marteling 2 2, 50 | en u redden en Pharao's volk lieten verdrinken, terwijl 3 2, 54 | En toen Mozes tot zijn volk zeide: "O mijn volk, gij 4 2, 54 | zijn volk zeide: "O mijn volk, gij hebt uzelf onrecht 5 2, 60 | Mozes om water voor zijn volk bad zeiden Wij: "Sla op 6 2, 67 | En toen Mozes tot zijn volk zeide: "Waarlijk, Allah 7 2, 84 | bloed niet vergieten noch uw volk uit hun huizen verdrijven", 8 2, 85 | 85. Toch zijt gij het volk, dat uw eigen broeders doodt 9 2, 85 | doodt en een gedeelte van uw volk uit hun huizen verdrijft, 10 2, 118| duidelijk gemaakt, voor een volk, dat standvastig gelooft. ~ 11 2, 128| maak van ons nageslacht een volk, dat U onderdanig zij. En 12 2, 134| 134. Dit is een volk, dat is heengegaan: voor 13 2, 141| 141. Dit is een volk, dat is heengegaan: voor 14 2, 142| 142. De dwazen onder het volk zullen zeggen: "Wat heeft 15 2, 143| hebben Wij u tot een verheven volk gemaakt, opdat gij getuige 16 2, 164| inderdaad tekenen voor een volk, dat begrijpt. ~ 17 2, 199| Gaat dan voort, vanwaar het volk voortgaat en zoekt vergiffenis 18 2, 250| ons tegen het ongelovige volk!" ~ 19 2, 258| leidt het onrechtvaardige volk niet. ~ 20 2, 264| Allah leidt het ongelovige volk niet. ~ 21 2, 286| daarom tegen het ongelovige volk." ~~ 22 3, 3 | Evangelie als leiding voor het volk en Hij heeft het Verschil 23 3, 11 | Op de wijze van Pharao's volk en degenen, die vóór hen 24 3, 46 | 46. En hij zal tot het volk spreken in de wieg en op 25 3, 61 | vrouwen en uw vrouwen en ons volk en uw volk roepen; laat 26 3, 61 | vrouwen en ons volk en uw volk roepen; laat ons daarna 27 3, 86 | 86. Hoe zal Allah een volk leiden, dat heeft verworpen, 28 3, 86 | leidt het onrechtvaardige volk niet. ~ 29 3, 110| Moslims) zijt het beste volk dat voor de mensheid (ter 30 3, 117| die de oogst treft van een volk, dat zichzelf onrecht heeft 31 3, 118| gelooft, neemt buiten uw volk geen ander tot intieme vrienden; 32 3, 140| krijgt (in de strijd); dat volk (de tegenstander) is reeds 33 3, 147| ons tegen het ongelovige volk." ~ 34 4, 41 | Wij een getuige van elk volk zullen roepen en u als getuige 35 4, 47 | vervloeken, zoals Wij het volk van de Sabbath vervloekten. 36 4, 90 | Behalve degenen die tot een volk behoren waarmee gij een 37 4, 90 | bestrijden of hun eigen volk aan te vallen. En indien 38 4, 91 | willen zijn en bij hun eigen volk; telkens wanneer zij tot 39 4, 92 | tot een u vijandig gezind volk behoort en een gelovige 40 4, 92 | bevrijden en als hij van een volk is waarmede gij een verbond 41 4, 104| vervolging van dit (vijandige) volk. Als gij lijdt, lijden zij 42 4, 133| Indien Hij wil, zal Hij u, o volk, wegnemen en anderen in 43 5, 2 | laat de vijandschap van een volk, omdat zij u de toegang 44 5, 8 | laat de vijandschap van een volk u niet aansporen, om onrechtvaardig 45 5, 11 | Allah's gunst aan u toen een volk zijn handen tegen u wilde 46 5, 20 | En toen Mozes tot zijn volk zeide: "O, mijn volk, herinner 47 5, 20 | zijn volk zeide: "O, mijn volk, herinner u Allah's gunst 48 5, 21 | 21. "O, mijn volk, gaat het heilige land binnen 49 5, 22 | is een trots en machtig volk en wij zullen er niet binnengaan 50 5, 25 | tussen ons en het opstandige volk." ~ 51 5, 26 | niet over het ongehoorzame volk." ~ 52 5, 41 | luisteren terwille van een ander volk dat niet tot u is gekomen. 53 5, 48 | zou Hij u allen tot één volk hebben gemaakt, maar Hij 54 5, 50 | rechter dan Allah voor een volk dat zekerheid van geloof 55 5, 51 | Allah leidt het overtredende volk niet. ~ 56 5, 54 | dat Allah weldra een ander volk zal voortbrengen dat Hij 57 5, 58 | Dit komt doordat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~ 58 5, 67 | Allah leidt het ongelovige volk niet. ~ 59 5, 68 | niet over het ongelovige volk. ~ 60 5, 77 | volgt de neigingen van een volk dat voordien afdwaalde en 61 5, 102| 102. Vóór u stelde een volk vragen omtrent zo iets - 62 5, 108| Allah leidt het ongehoorzame volk niet. ~ 63 5, 110| middelbare leeftijd tot het volk spraakt en toen Ik u het 64 6, 47 | dan het onrechtvaardige volk vernietigd worden?" ~ 65 6, 66 | 66. En uw volk heeft het verworpen, ofschoon 66 6, 68 | met het onrechtvaardige volk bijeen. ~ 67 6, 74 | tot Goden? Ik zie u en uw volk in duidelijke dwaling." ~ 68 6, 77 | ik zeker tot het dwalende volk behoren." ~ 69 6, 78 | onderging, zeide hij: "O, mijn volk, ik heb niets uitstaande 70 6, 80 | 80. En zijn volk redetwistte met hem. Hij 71 6, 83 | die Wij Abraham tegen zijn volk gaven. Wij verheffen graadsgewijze, 72 6, 89 | hebben Wij deze aan een volk toevertrouwd dat er niet 73 6, 97 | tekenen uitgelegd aan een volk, dat kennis bezit. ~ 74 6, 98 | tekenen verklaard aan een volk dat begrijpt. ~ 75 6, 99 | voorzeker tekenen voor een volk dat (wil) geloven. ~ 76 6, 105| en opdat Wij het aan een volk dat kennis heeft, mogen 77 6, 108| Zo hebben Wij voor elk volk hun daden schoon doen schijnen. 78 6, 126| inderdaad verduidelijkt voor een volk dat er lering uit wil trekken. ~ 79 6, 135| 135. Zeg: "O mijn volk, handel naar uw vermogen, 80 6, 144| leidt het onrechtvaardige volk niet. ~ 81 6, 147| straf zal van het schuldige volk niet worden afgewend." ~ 82 7, 32 | verklaren Wij de tekenen aan een volk dat begrip heeft. ~ 83 7, 34 | 34. En er is voor elk volk een termijn en wanneer hun 84 7, 38 | binnen." Steeds wanneer een volk er binnengaat zal het zijn 85 7, 47 | onder het onrechtvaardige volk." ~ 86 7, 52 | barmhartigheid voor een volk dat gelooft. ~ 87 7, 58 | Wij de tekenen af voor een volk dat dankbaar is. ~ 88 7, 59 | Wij zonden Noach tot zijn volk en hij zeide: "O, mijn volk, 89 7, 59 | volk en hij zeide: "O, mijn volk, aanbidt Allah, gij hebt 90 7, 60 | 60. De leiders van zijn volk antwoordden: "Wij zien dat 91 7, 61 | 61. Hij zeide: "O, mijn volk, er is in mij geen dwaling, 92 7, 64 | waren inderdaad een verblind volk. ~ 93 7, 65 | 65. En tot (het volk van) Aad (zonden Wij) hun 94 7, 65 | Hoed. Hij zeide: "O mijn volk, aanbidt Allah, gij hebt 95 7, 66 | ongelovige leiders van zijn volk zeiden: "Wij zien u als 96 7, 67 | Hij antwoordde: "O, mijn volk, er is in mij geen dwaasheid, 97 7, 69 | waarschuwen? " Hij maakte u na het volk van Noach tot erfgenamen 98 7, 73 | Salih. Hij zeide: "O mijn volk, aanbidt Allah; gij hebt 99 7, 74 | herinnert u, toen Hij u na (het volk van) Aad tot opvolgers maakte 100 7, 75 | 75. De leiders van zijn volk, die aanmatigend waren, 101 7, 79 | hen af en zeide: "O, mijn volk, ik bracht u de boodschap 102 7, 80 | En Lot, toen hij tot zijn volk zeide: "Pleegt gij een gruweldaad 103 7, 81 | vrouwen. Neen, gij zijt een volk dat de perken te buiten 104 7, 82 | 82. Het antwoord van zijn volk was slechts: "Verdrijft 105 7, 85 | Shoaib. Hij zeide: "O, mijn volk, aanbidt Allah, gij hebt 106 7, 88 | leidende mannen van zijn volk die aanmatigend waren, antwoordden: " 107 7, 89 | Heer, tussen ons en ons volk in waarheid en Gij zijt 108 7, 90 | leidende mannen van zijn volk die niet geloofden, zeiden: " 109 7, 93 | hen af en zeide: "O mijn volk, ik heb u inderdaad de boodschap 110 7, 93 | ik dan om een ongelovig volk treuren?" 111 7, 94 | stad zonder dat Wij het volk er van met tegenspoed en 112 7, 99 | Allah's voornemen, dan het volk dat te gronde gaat. ~ 113 7, 109| 109. De leiders van het volk van Pharao zeiden: "Dit 114 7, 127| 127. En de leiders van het volk van Pharao zeiden: "Wilt 115 7, 127| Wilt gij Mozes en zijn volk in het land wanorde laten 116 7, 128| 128. Mozes zeide tot zijn volk: "Zoekt de hulp van Allah 117 7, 130| 130. En Wij straften het volk van Pharao door droogte 118 7, 133| hoogmoedig en waren een schuldig volk. ~ 119 7, 137| al hetgeen Pharao en zijn volk hadden gebouwd en al hetgeen 120 7, 138| trekken en zij kwamen tot een volk dat aan zijn afgoden was 121 7, 138| maak ons een god zoals dit (volk) goden heeft." Hij antwoordde: " 122 7, 138| zijt zeker een onwetend volk." ~ 123 7, 141| Toen Wij u van Pharao's volk verlosten dat u aan een 124 7, 142| plaatsvervanger onder mijn volk in mijn afwezigheid en beheer 125 7, 145| Houd u er aan en beveel uw volk, dit alles stipt op te volgen. 126 7, 148| 148. En het volk van Mozes maakte van hun 127 7, 150| verontwaardigd en bedroefd tot zijn volk terugkeerde, zeide hij: " 128 7, 150| Zoon van mijn moeder, het volk achtte mij inderdaad zwak 129 7, 150| bij het onrechtvaardige volk." ~ 130 7, 155| zeventig mannen van zijn volk. Maar toen de aardbeving 131 7, 159| Er is een deel van het volk van Mozes dat tot waarheid 132 7, 160| openbaarden aan Mozes, toen zijn volk om drinken vroeg: "Sla de 133 7, 164| Waarom predikt gij tot een volk dat Allah wil vernietigen 134 7, 177| Slecht is de toestand van een volk dat Onze tekenen verloochent, 135 7, 181| Wij hebben geschapen een volk, dat de mensen met waarheid 136 7, 188| van goede tijding voor een volk dat gelooft." ~ 137 7, 203| barmhartigheid voor een volk, dat gelooft. ~ 138 8, 52 | 52. Zoals het volk van Pharao en degenen die 139 8, 53 | nooit een gunst die Hij een volk heeft bewezen zal veranderen 140 8, 54 | 54. Zoals het volk van Pharao en degenen, die 141 8, 54 | zonden. En Wij verdronken het volk van Pharao want zij waren 142 8, 58 | als gij ontrouw van een volk vreest verstoot hen dan 143 8, 65 | verslaan, omdat zij een volk zijn dat niet wil begrijpen. ~ 144 8, 72 | helpen behalve tegen een volk, met hetwelk gij een verbond 145 9, 6 | is. Dit is omdat zij een volk zijn dat niet weet. ~ 146 9, 11 | leggen de tekenen uit aan een volk dat wil begrijpen. ~ 147 9, 13 | 13. Wilt gij een volk niet bestrijden dat zijn 148 9, 14 | helpen en het gemoed van een volk dat gelooft, verlichten. ~ 149 9, 19 | leidt het onrechtvaardige volk niet. ~ 150 9, 24 | Allah leidt het ongehoorzame volk niet. ~ 151 9, 37 | Allah leidt het ongelovige volk niet. ~ 152 9, 39 | straffen en zal Hij een ander volk in uw plaats stellen en 153 9, 53 | inderdaad een ongehoorzaam volk." ~ 154 9, 56 | behoren, toch zijn zij een volk dat vreest. ~ 155 9, 70 | die vóór hen waren? Het volk van Noach en Aad en Samoed 156 9, 70 | en Aad en Samoed en het volk van Abraham en de bewoners 157 9, 80 | Allah leidt het trouweloze volk niet. ~ 158 9, 96 | Allah met het overtredende volk niet tevreden zijn. ~ 159 9, 101| huichelaars evenals van het volk van Madina, dezen volharden 160 9, 109| leidt het onrechtvaardige volk niet. ~ 161 9, 113| zij (afgodendienaren) het volk der hel zullen zijn. ~ 162 9, 115| 115. En Allah laat een volk niet dwalen nadat Hij het 163 9, 120| 120. Het betaamt het volk van Madinah en de hen omringende 164 9, 122| worden en opdat zij hun volk, wanneer zij tot hen terugkeren 165 9, 127| afgewend, omdat zij tot een volk behoren dat niet begrijpen 166 10, 5 | tekenen uiteen voor een volk, dat wil weten. ~ 167 10, 6 | tekenen voor een godvrezend volk. ~ 168 10, 13 | vergelden Wij het schuldige volk. ~ 169 10, 24 | Wij de tekenen uit aan een volk, dat nadenkt. ~ 170 10, 47 | 47. Voor elk volk is er een boodschapper. 171 10, 49 | Allah wil. Er is voor elk volk een vastgestelde termijn; 172 10, 67 | daarin zijn tekenen voor een volk, dat luistert. ~ 173 10, 71 | Noach, toen hij tot zijn volk zeide: "O, mijn volk, als 174 10, 71 | zijn volk zeide: "O, mijn volk, als mijn houding en mijn 175 10, 74 | andere boodschappers naar hun volk en deze kwamen tot hen met 176 10, 75 | En zij waren een misdadig volk. ~ 177 10, 83 | jongelingen van onder zijn volk, uit vrees voor Pharao en 178 10, 84 | En Mozes zeide: "O mijn volk, indien gij in Allah hebt 179 10, 85 | voor het onrechtvaardige volk. ~ 180 10, 87 | gij beiden huizen voor uw volk in Egypte en bouwt uw huizen 181 10, 98 | Waarom heeft, behalve het volk van Jonas geen stad geloofd, 182 10, 101| noch waarschuwers baten een volk dat niet wil geloven. ~ 183 11, 25 | Wij zonden Noach tot zijn volk zeggende: "Waarlijk, ik 184 11, 27 | der ongelovigen onder zijn volk antwoordden: "Wij zien in 185 11, 28 | Noach) zeide: "O, mijn volk, zeg mij, als ik mij op 186 11, 29 | 29. "O, mijn volk, ik vraag u er geen geld 187 11, 29 | Maar ik beschouw u als een volk, dat onwetend handelt." ~ 188 11, 30 | 30. "O, mijn volk, wie zou mij tegen Allah 189 11, 36 | geopenbaard: "Niemand onder uw volk zal geloven, dan degenen 190 11, 38 | wanneer de leiders van zijn volk hem voorbijgingen, bespotten 191 11, 44 | zij het onrechtvaardige volk." ~ 192 11, 49 | openbaren, welke gij noch uw volk voorheen kende. Wees geduldig, 193 11, 50 | hun broeder Hoed: "O, mijn volk, aanbid Allah. Gij hebt 194 11, 51 | 51. "O, mijn volk, ik vraag van u geen beloning 195 11, 52 | 52. "En o, mijn volk, vraag vergiffenis van uw 196 11, 57 | mijn Heer zal een ander volk uw plaats doen innemen. 197 11, 60 | vervloekt zij de Aad, het volk van Hoed. ~ 198 11, 61 | broeder Salih: "O, mijn volk, aanbid Allah; gij hebt 199 11, 63 | 63. Hij zeide: "O, mijn volk, zeg mij, als ik een duidelijk 200 11, 64 | 64. "En o, mijn volk, dit is de kamelin van Allah 201 11, 70 | niet, want wij zijn tot het volk van Lot gezonden." ~ 202 11, 74 | begon hij met ons over het volk van Lot te redetwisten. ~ 203 11, 78 | 78. Zijn volk kwam haastig naar hem toe. 204 11, 78 | Hij (Lot) zeide: "O, mijn volk, dit zijn mijn dochters, 205 11, 84 | broeder Shoaib: "O mijn volk, aanbid Allah. Gij hebt 206 11, 85 | 85. "En o, mijn volk, geef volle maat en juist 207 11, 88 | 88. Hij zeide: "O mijn volk, wat meent gij indien ik 208 11, 89 | 89. "O, mijn volk, laat vijandigheid jegens 209 11, 89 | overkome als hetgeen het volk van Noach of het volk van 210 11, 89 | het volk van Noach of het volk van Hoed of het volk van 211 11, 89 | het volk van Hoed of het volk van Salih overkwam; en het 212 11, 89 | van Salih overkwam; en het volk van Lot is niet ver van 213 11, 92 | 92. Hij zeide: "O, mijn volk, is mijn gezin waardiger 214 11, 93 | 93. "En o, mijn volk, handel op uw wijze, ik 215 11, 95 | hadden gewoond. Ziet! het volk van Midian is vervloekt, 216 11, 98 | der Opstanding voor zijn volk uitgaan en hen naar het 217 11, 118| mensdom voorzeker tot één volk hebben gemaakt, maar zij 218 12, 9 | waarna gij een rechtvaardig volk zult worden." ~ 219 12, 37 | van de godsdienst van het volk dat niet in Allah en in 220 12, 46 | verwelkte aren opdat ik tot het volk moge terugkeren, zodat zij 221 12, 82 | 82. 'En vraag het volk der stad waarin wij waren 222 12, 87 | barmhartigheid dan het ongelovige volk." ~ 223 12, 110| kastijding wordt van een zondig volk niet afgewend. ~ 224 12, 111| barmhartigheid voor een volk, dat gelooft.   225 13, 3 | daarin zijn tekenen voor een volk, dat nadenkt. ~ 226 13, 4 | Daarin zijn tekenen voor een volk, dat begrijpt. ~ 227 13, 7 | waarschuwer en er is voor elk volk een leidsman. ~ 228 13, 11 | verandert de toestand van een volk niet voordat zij hetgeen 229 13, 11 | veranderen. En wanneer Allah een volk wenst te straffen, is er 230 13, 30 | Zo hebben Wij u tot een volk gezonden - aan hetwelk andere 231 14, 4 | dan met de taal van zijn volk, zodat hij (het) hun duidelijk 232 14, 5 | tekenen, zeggende: "Breng uw volk uit de duisternis tot het 233 14, 6 | En toen Mozes tot zijn volk zeide: "Gedenk Allah's gunst 234 14, 6 | toen Hij u van Pharao's volk redde, dat u met een smartelijke 235 14, 9 | degenen die vóór u waren, het volk van Noach en van Aad en 236 14, 28 | ondankbaarheid veranderden en hun volk in het huis van verderf 237 15, 5 | 5. Geen volk kan zijn vastgestelde tijd 238 15, 15 | zijn veeleer een betoverd volk." ~ 239 15, 58 | Wij zijn naar een schuldig volk gezonden." ~ 240 15, 80 | 80. En ook het volk van de Hidjr verloochende 241 16, 11 | voorzeker een teken voor een volk dat nadenkt. ~ 242 16, 12 | daarin zijn tekenen voor een volk dat overweegt. ~ 243 16, 13 | voorzeker een teken voor een volk dat er lering uit wil trekken. ~ 244 16, 36 | voorzeker Wij wekten onder elk volk een boodschapper op, "Aanbidt 245 16, 59 | Hij verbergt zich voor het volk vanwege het slechte nieuws 246 16, 65 | voorzeker een teken voor een volk, dat wil luisteren, ~ 247 16, 67 | daarin is een teken voor een volk dat zijn verstand gebruikt. ~ 248 16, 69 | daarin is een teken voor een volk dat nadenkt. ~ 249 16, 79 | daarin zijn tekenen voor een volk dat wil geloven. ~ 250 16, 84 | dag, waarop Wij uit elk volk een getuige zullen opwekken 251 16, 89 | dag waarop Wij onder elk volk een getuige tegen hen uit 252 16, 92 | bedrog, uit vrees dat het ene volk machtiger dan het andere 253 16, 93 | Hij u voorzeker tot één volk hebben gemaakt; maar Hij 254 16, 107| omdat Allah het ongelovige volk niet leidt. ~ 255 17, 60 | Voorzeker, uw Heer heeft het volk in Zijn hand." Wij gaven 256 17, 71 | Gedenk) de Dag waarop Wij elk volk met zijn leider zullen oproepen. 257 18, 15 | 15. "Dit ons volk heeft goden genomen naast 258 18, 86 | waarbij hij een (ongelovig) volk aantrof. Wij zeiden: "O, 259 18, 90 | ontdekte dat zij over een volk opging voor hetwelk Wij 260 18, 93 | bergen kwam, waar hij een volk aantrof dat amper een woord 261 19, 11 | hij uit de kamer tot zijn volk en beduidde hen God in de 262 19, 16 | Toen zij zich van haar volk terugtrok in een op het 263 19, 27 | bracht zij het kind tot haar volk. Dit zeide: "O Maria, gij 264 19, 55 | 55. Hij placht zijn volk gebeden en aalmoezen aan 265 19, 97 | moogt geven en een twistziek volk er door moogt waarschuwen. ~ 266 20, 40 | jaren te midden van het volk van Midian. Dan zijt gij, 267 20, 59 | van het feest en laat het volk bijeenkomen in de voormiddag." ~ 268 20, 79 | 79. En Pharao voerde zijn volk op een dwaalspoor, hij leidde 269 20, 83 | En wat heeft u van uw volk haastig doen weggaan, o 270 20, 85 | Allah) zeide: "Wij hebben uw volk in uw afwezigheid beproefd 271 20, 86 | verontwaardigd en bedroefd tot zijn volk terug. Hij zeide: "O mijn 272 20, 86 | terug. Hij zeide: "O mijn volk, heeft uw Heer u dan geen 273 20, 87 | lading sieraden van het volk, derhalve wierpen wij deze 274 20, 88 | Dan maakte deze voor het volk een kalf - een beeld, dat 275 20, 90 | tot hen gezegd: "O mijn volk, voorzeker gij zijt daarmee 276 20, 132| 132. En spoor uw volk aan tot gebed en wees daarin 277 21, 11 | haar hebben Wij een ander volk verwekt! ~ 278 21, 52 | tot zijn vader en tot zijn volk zeide: "Wat zijn deze beelden 279 21, 74 | inderdaad een boos en opstandig volk. ~ 280 21, 77 | waren voorzeker een slecht volk; derhalve verdronken Wij 281 21, 95 | onherroepelijk gebod, dat het (volk) niet zal terugkeren. ~ 282 22, 1 | 1. O volk, vrees uw Heer, want de 283 22, 34 | 34. En voor elk volk hebben Wij handelingen van 284 22, 42 | verloochenen, vóór hen heeft het volk van Noach en Aad en Samoed 285 22, 43 | 43. En het volk van Abraham en het volk 286 22, 43 | volk van Abraham en het volk van Lot; ~ 287 22, 67 | 67. Voor elk volk hebben Wij wijdingen vastgesteld 288 23, 23 | Wij zonden Noach tot zijn volk, en hij zeide: "O mijn volk, 289 23, 23 | volk, en hij zeide: "O mijn volk, dien Allah. Gij hebt geen 290 23, 24 | En de hoofden van zijn volk, die ongelovig waren, zeiden: " 291 23, 28 | Die ons van een boosaardig volk heeft gered." ~ 292 23, 33 | En de hoofden van zijn volk, die ongelovig waren en 293 23, 41 | zij het onrechtvaardige volk. ~ 294 23, 43 | 43. Geen volk kan zijn vastgestelde tijd 295 23, 44 | een Boodschapper tot een volk kwam, verloochenden zij 296 23, 44 | legenden. Vervloekt zij het volk dat niet wil geloven. ~ 297 23, 46 | en waren een aanmatigend volk. ~ 298 23, 47 | aan ons gelijk terwigl hun volk onze slaaf is?" ~ 299 23, 94 | van het onrechtvaardige volk." ~ 300 23, 106| en wij waren een dwalend volk. ~ 301 25, 18 | vergaten en een verloren volk werden." ~ 302 25, 30 | zeggen: "O, mijn Heer, mijn volk heeft deze Koran verzaakt!" ~ 303 25, 36 | zeiden: "Gaat samen naar het volk dat Onze Tekenen verloochent." 304 25, 37 | 37. En het volk van Noach: toen dit de boodschappers 305 25, 38 | herinnert u Aad en Samoed en het volk van de Bron en vele andere 306 26, 10 | naar het onrechtvaardige volk, ~ 307 26, 11 | 11. Het volk van Pharao. Zullen zij ( 308 26, 39 | 39. En er werd tot het volk gezegd: "Wilt gij u ook 309 26, 69 | 69. En verkondig aan het volk het verhaal van Abraham. ~ 310 26, 70 | hij tot zijn vader en zijn volk zeide: "Wat aanbidt gij?" ~ 311 26, 105| 105. Het volk van Noach verloochende de 312 26, 117| zeide: "Mijn Heer, mijn volk heeft mij verloochend. ~ 313 26, 160| 160. Ook het volk van Lot verloochende de 314 26, 166| geschapen? Neen, gij zijt een volk dat de perken te buiten 315 26, 176| 176. Het volk van het woud verloochende 316 27, 12 | tekenen voor Pharao en zijn volk; want zij zijn een opstandig 317 27, 12 | want zij zijn een opstandig volk." ~ 318 27, 24 | Ik vond, dat zij en haar volk de zon aanbaden in plaats 319 27, 34 | maken de hoogsten van het volk tot de laagsten. Zo handelen 320 27, 43 | behoorde tot een ongelovig volk. ~ 321 27, 46 | 46. Hij zeide: "O mijn volk, waarom wenst gij het kwade 322 27, 47 | Allah. Neen, gij zijt een volk dat beproefd wordt." ~ 323 27, 51 | vernietigden hen en hun volk, allen tezamen. ~ 324 27, 52 | voorwaar een teken voor een volk, dat begrijpt. 325 27, 54 | En Lot, toen hij tot zijn volk zeide: "Begaat gij onzedelijkheid 326 27, 55 | Neen, gij zijt een onwetend volk." ~ 327 27, 56 | Maar het antwoord van zijn volk was niets anders dan dat 328 27, 60 | Allah? Neen, zij zijn een volk dat het spoor bijster is. ~ 329 27, 83 | de Dag waarop Wij van elk volk degenen zullen verzamelen 330 27, 86 | voorwaar tekenen voor een volk dat gelooft. ~ 331 28, 3 | waarheid, ten bate van een volk dat wil geloven. ~ 332 28, 4 | in het land en deed het volk er van in partijen scheiden; 333 28, 15 | mannen, de ene van zijn eigen volk en de andere van zijn vijanden. 334 28, 15 | vijanden. En hij die van zijn volk was zocht hulp tegen hem 335 28, 21 | mij van het kwaadaardige volk." ~ 336 28, 25 | zijt een onrechtvaardig volk ontvlucht." ~ 337 28, 32 | zij zijn een opstandig volk." ~ 338 28, 45 | waart geen bewoner onder het volk van Midian, die Onze tekenen 339 28, 46 | gezonden, opdat gij een volk naar hetwelk geen waarschuwer 340 28, 75 | 75. En Wij zullen uit elk volk een getuige nemen en Wij 341 28, 76 | behoorde voorwaar tot het volk van Mozes, maar hij gedroeg 342 28, 76 | sterke mannen. Toen zijn volk tot hem zeide: "Poch niet, 343 28, 79 | bleef verschijnen voor zijn volk met pracht en praal. Zij, 344 29, 14 | Wij zonden Noach tot zijn volk, en hij verbleef onder hen 345 29, 16 | Abraham, en hij zeide tot zijn volk: "Aanbid Allah en vrees 346 29, 24 | 24. Het antwoord van zijn volk was slechts: "Doodt of verbrandt 347 29, 24 | zijn zeker tekenen voor een volk dat wil geloven. ~ 348 29, 28 | 28. En toen Lot tot zijn volk zeide: "Gij verricht een 349 29, 29 | Maar het antwoord van zijn volk was niet anders dan dat 350 29, 30 | mij mijn Heer, tegen het volk dat onheil sticht." ~ 351 29, 31 | zeiden zij: "Wij willen het volk dezer stad vernietigen; 352 29, 35 | duidelijk teken achter voor een volk, dat begrijpt. ~ 353 29, 36 | Shoaib, die zeide: "O mijn volk, dien Allah en vrees de 354 29, 51 | barmhartigheid en aanzien voor een volk dat gelooft. ~ 355 30, 21 | zijn zeker tekenen voor een volk, dat nadenkt. ~ 356 30, 23 | zijn zeker tekenen voor een volk, dat luistert. ~ 357 30, 24 | zijn zeker tekenen voor een volk, dat wil begrijpen. ~ 358 30, 28 | Wij de tekenen uit aan een volk dat begrijpt. ~ 359 30, 37 | waarlijk tekenen voor een volk dat wil geloven. ~ 360 32, 3 | van uw Heer, opdat gij een volk moogt waarschuwen onder 361 32, 24 | hun midden aan, die het volk door Ons gebod leidden, 362 33, 13 | gedeelte van hen zei: "O volk van Jasrab (Madinah), gij 363 35, 24 | waarschuwer; en er is geen volk waaronder zich geen boodschapper 364 36, 6 | 6. Opdat gij een volk moogt waarschuwen welks 365 36, 18 | 18. Het volk zeide: "Waarlijk, wij beschouwen 366 36, 19 | zijt? Neen, gij zijt een volk dat alle perken te buiten 367 36, 20 | stad; hij zeide: "O mijn volk, volg de boodschappers; ~ 368 36, 26 | Hij riep uit: "O, als mijn volk slechts wist, ~ 369 36, 28 | de hemel neder (tot zijn volk) noch zenden Wij die ooit ( 370 37, 30 | gij waart een overtredend volk. ~ 371 37, 85 | tot zijn vader en tot zijn volk zeide: "Wat aanbidt gij? ~ 372 37, 115| redden hen beiden en hun volk uit een grote nood; ~ 373 37, 124| 124. Toen hij tot zijn volk zeide, "Wilt gij niet godvruchtig 374 38, 12 | Vóór hen loochende het volk van Noach, en Aad en Pharao - 375 38, 13 | 13. En de Samoed, en het volk van Lot, e: en de woudbewoners; 376 39, 39 | 39. Zeg: "O, mijn volk, handel op uw plaats, ik 377 39, 42 | stellig tekenen voor een volk dat nadenkt. ~ 378 39, 52 | daarin zijn tekenen voor een volk dat wil geloven. ~ 379 40, 5 | 5. Het volk van Noach voor hen en andere 380 40, 5 | verloochenden ook en elk volk besloot zijn boodschapper 381 40, 28 | een gelovig man uit het volk van Pharao die zijn geloof 382 40, 29 | 29. O mijn volk heden hebt gij de oppermacht 383 40, 30 | gelovige zeide: "O mijn volk, ik vrees voor u een gebeurtenis 384 40, 31 | Zoals hoe geval was bij het volk van Noach, en Aad en Samoed 385 40, 32 | 32. En o mijn volk, ik vrees voor u de Dag 386 40, 38 | gelovige zeide: "O, mijn volk, volg mij, ik zal u op het 387 40, 39 | 39. O mijn volk, dit leven dezer wereld 388 40, 41 | 41. En O mijn volk, hoe komt het toch dat ik 389 40, 45 | zware straf kwam over het volk van Pharao; ~ 390 40, 46 | worden gezegd: "Doet Pharao's volk de strengste straf ondergaan." ~ 391 42, 8 | kon Hij hen tot een enkel volk hebben gemaakt, maar Hij 392 43, 5 | omdat gij een buitensporig volk zijt? ~ 393 43, 26 | Abraham tot zijn vader en zijn volk zeide: "Ik heb voorzeker 394 43, 44 | een eer voor u en voor uw volk en gij zult weldra (daarover) 395 43, 51 | En Pharao riep tot zijn volk: "O, mijn volk! Behoort 396 43, 51 | tot zijn volk: "O, mijn volk! Behoort het koninkrijk 397 43, 54 | 54. Zo maakte hij zijn volk tot dwazen en zij gehoorzaamden 398 43, 54 | inderdaad een overtredend volk. ~ 399 43, 57 | wordt genoemd, ziet, uw volk rijst op en keerde zich 400 43, 58 | Waarlijk zij zijn een twistziek volk. ~ 401 43, 88 | O, mijn Heer, dit is een volk dat niet gelooft." ~ 402 44, 11 | 11. Die het volk zal omhullen. Dit zal een 403 44, 17 | 17. Wij hebben het volk van Pharao reeds vóór hen 404 44, 22 | is inderdaad een zondig volk." ~ 405 44, 28 | maar Wij deden ze een ander volk erven. 406 44, 37 | 37. Zijn zij beter of het volk van Tobba of zij die vóór 407 45, 4 | zijn tekenen voor een volk dat zekerheid van geloof 408 45, 5 | eveneens tekenen voor een volk, dat zijn verstand gebruikt. ~ 409 45, 13 | zijn zeker tekenen voor een volk, dat nadenkt. ~ 410 45, 14 | vergeven, zodat Hij Zelf het volk moge vergelden voor hetgeen 411 45, 20 | en barmhartigheid aan een volk dat zekerheid van geloof 412 45, 28 | 28. En gij zult ieder volk zien knielen. Elk volk zal 413 45, 28 | ieder volk zien knielen. Elk volk zal tot zijn boek worden 414 45, 31 | hoogmoedig en werdt een schuldig volk." ~ 415 46, 10 | leidt het onrechtvaardige volk niet. ~ 416 46, 21 | broeder van Aad, toen hij zijn volk in de zandheuvels waarschuwde - 417 46, 23 | zie dat gij een onwetend volk zijt." ~ 418 46, 25 | straffen Wij het schuldige volk. ~ 419 46, 29 | was, gingen zij naar hun volk terug en waarschuwden dit. ~ 420 46, 30 | 30. Zij zeiden: "O, ons volk, wij hebben een Boek horen 421 46, 31 | 31. "O, ons volk, geef gehoor aan Allah's 422 46, 35 | vernietigd dan het overtredende volk. ~~ 423 47, 38 | afwendt, zal Hij een ander volk in uw plaats brengen en 424 48, 12 | gekoesterd, daarom werdt gij een volk dat ten gronde gaat." ~ 425 48, 16 | achtergelaten: "Gij zult tegen een volk van geduchte krijgslieden 426 49, 11 | gij die gelooft! Laat een volk het andere volk dat waarschijnlijk 427 49, 11 | Laat een volk het andere volk dat waarschijnlijk beter 428 50, 12 | hen verloochende ook het volk van Noach, de mensen van 429 50, 12 | mensen van de Bron en het volk van Samoed, ~ 430 50, 13 | 13. Het volk van Aad, en Pharao en de 431 50, 14 | En de Bosbewoners, en het volk van Tobba, elk hunner verloochende 432 51, 32 | Wij zijn naar een schuldig volk gezonden ~ 433 51, 46 | 46. En in het volk van Noach (is ook een teken), 434 51, 46 | zij waren een ongehoorzaam volk. ~ 435 51, 53 | zij zijn een opstandig volk. ~ 436 52, 32 | of zijn zij een opstandig volk? ~ 437 53, 52 | 52. Evenals het volk van Noach vóórdien; waarlijk 438 54, 9 | Vóór hen verloochende het volk van Noach, zij verloochenden 439 54, 23 | 23. Ook (het volk van) Samoed verloochende 440 54, 33 | 33. Het volk van Lot verloochende de 441 54, 41 | ook waarschuwers tot het volk van Pharao. ~ 442 58, 14 | zich bevrienden met een volk, waarop Allah vertoornd 443 59, 7 | gegeven als buit van het volk van de stadsgebieden, is 444 59, 13 | Allah. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~ 445 59, 14 | verdeeld. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~ 446 60, 4 | waren toen zij tegen hun volk zeiden: "Wij hebben niets 447 60, 13 | bevriendt u niet met een volk op hetwelk Allah vertoornd 448 61, 5 | En toen Mozes tegen zijn volk zeide: "O mijn volk, waarom 449 61, 5 | zijn volk zeide: "O mijn volk, waarom ergert gij mij, 450 61, 5 | Allah leidt het opstandige volk niet. ~ 451 61, 7 | leidt het onrechtvaardige volk niet. ~ 452 62, 5 | Slecht is de staat van het volk dat de tekenen van Allah 453 62, 5 | leidt het onrechtvaardige volk niet. ~ 454 63, 6 | Allah leidt het opstandige volk niet. ~ 455 66, 11 | van het onrechtvaardige volk." ~ 456 69, 7 | hadt kunnen zien hoe het volk er door neergeworpen werd, 457 71, 1 | Wij zonden Noach tot zijn volk, "Waarschuw uw volk voordat 458 71, 1 | zijn volk, "Waarschuw uw volk voordat een smartelijke 459 71, 2 | 2. Noach zeide: "O mijn volk! Waarlijk ik ben een duidelijke 460 71, 5 | Mijn Heer, ik heb mijn volk dag en nacht geroepen, ~ 461 89, 7 | 7. Het volk van Iram dat verheven gebouwen


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License