Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
wanhopig 6
wanhopige 1
wankelen 2
wanneer 395
wanorde 13
want 153
wapenen 5
Frequency    [«  »]
461 volk
434 aarde
413 onze
395 wanneer
392 o
388 zeggen
385 toen

Koran

IntraText - Concordances

wanneer

                                                   bold = Main text
    Sura, Verse                                    grey = Comment text
1 Voo | lezers zeer verplicht zijn wanneer zy ons op de hoogte willen 2 2, 11 | 11. Wanneer hun wordt gezegd: "Richt 3 2, 13 | 13. En wanneer hun wordt gezegd: "Gelooft, 4 2, 14 | 14. En wanneer zij de gelovigen ontmoeten, 5 2, 14 | zij: "Wij geloven", doch wanneer zij naar hun leiders gaan, 6 2, 25 | rivieren vloeien. Telkens, wanneer hun van de vruchten hieruit 7 2, 76 | 76. Wanneer zij de gelovigen ontmoeten 8 2, 76 | zeggen zij: "Wij geloven" en wanneer zij onder elkander zijn 9 2, 91 | 91. En wanneer er tot hen wordt gezegd: " 10 2, 100| 100. Hoe kwam dat? Telkens wanneer zij een verbond aangingen, 11 2, 117| van de hemelen en aarde. Wanneer Hij iets besluit, zegt Hij 12 2, 156| 156. Zij die, wanneer een rampspoed hen achterhaalt, 13 2, 165| nu) de tijd kunnen zien wanneer zij de straf zullen zien, ( 14 2, 166| 166. Wanneer de leiders hun volgelingen 15 2, 170| 170. En wanneer er tot hen wordt gezegd: " 16 2, 177| die hun belofte nakomen, wanneer zij een belofte doen en 17 2, 180| is u voorgeschreven, dat wanneer de dood tot één uwer komt, 18 2, 186| 186. En wanneer Mijn dienaren u over Mij 19 2, 186| gebed van de smekeling, wanneer hij Mij aanroept." Daarom 20 2, 187| tijd niet met uw vrouwen wanneer u in de Moskeeën ??? houdt. 21 2, 196| een offer te brengen. En wanneer gij veilig zijt, moet hij 22 2, 196| bedevaart vasten en zeven dagen, wanneer (men) terugkeert; dit is 23 2, 198| Het is voor u geen zonde, wanneer gij de overvloed van uw 24 2, 198| van uw Heer zoekt. Maar, wanneer gij van (de berg ) Arafaat 25 2, 200| 200. En wanneer gij uw wijdingen hebt verricht, 26 2, 205| 205. Wanneer hij gezag heeft, gaat hij 27 2, 206| 206. En wanneer er tegen hem wordt gezegd: " 28 2, 214| gelovigen met hem zeiden: "Wanneer komt Allah's hulp?" Ja, 29 2, 222| zij hersteld zijn. Maar wanneer zij zich hebben gereinigd, 30 2, 231| 231. En wanneer gij van uw vrouwen scheidt 31 2, 232| 232. En wanneer gij van vrouwen scheidt 32 2, 234| maanden en tien dagen wachten. Wanneer zij het einde der wachtperiode 33 2, 239| lopende of rijdende, maar wanneer gij veilig zijt, gedenkt 34 2, 240| 240. En degenen uwer, die wanneer zij sterven vrouwen achterlaten, 35 2, 246| niet zult willen vechten, wanneer het u wordt voorgeschreven?" 36 2, 246| zaak te willen onthouden, wanneer wij van onze huizen en onze 37 2, 249| is niet met mij, behalve wanneer hij maar een handvol neemt, 38 2, 267| om er van weg te geven, wanneer gij het zelf niet zoudt 39 2, 280| zijn tot het hem past. En wanneer gij kwijtscheldt is het 40 2, 282| 282. O, gij die gelooft, wanneer gij van elkander leent voor 41 2, 282| getuigen aanstaan, zodat, wanneer één der twee vrouwen zich 42 2, 282| getuigen mogen niet weigeren, wanneer zij worden gedaagd. En wordt 43 2, 282| weerhoudt u van twijfel. Maar wanneer het contante handel is, 44 2, 282| neerschrijft. En hebt getuigen, wanneer gij aan elkander verkoopt 45 3, 20 | 20. En zeg wanneer zij met u redetwisten: " 46 3, 25 | 25. Hoe zal het dan zijn, wanneer Wij hen verzamelen op de 47 3, 37 | aan Zacharia toe. Telkens, wanneer Zacharia bij haar in de 48 3, 47 | schept Allah, wat Hij wil. Wanneer Hij iets beslist, zegt Hij 49 3, 65 | redetwist gij over Abraham, wanneer de Torah en het Evangelie 50 3, 119| gelooft in het gehele Boek; wanneer zij u ontmoeten zeggen zij: " 51 3, 119| zij: "Wij geloven." maar wanneer zij alleen zijn, bijten 52 3, 135| 135. En zij, die wanneer zij een slechte daad begaan 53 3, 156| ongelovigen die over hun broeders, wanneer zij door het land reizen 54 3, 159| in belangrijke zaken en wanneer gij vastbesloten zijt, leg 55 3, 165| 165. Wanneer u rampspoed overkomt - en 56 3, 184| 184. En wanneer men u (de profeet) verloochent, ( 57 4, 6 | En ondervraagt de wezen, wanneer zij de huwbare leeftijd 58 4, 6 | er gebruik van maken. En wanneer gij hun eigendommen overhandigt, 59 4, 8 | 8. Wanneer verwanten en wezen en de 60 4, 21 | hoe kunt gij het nemen, wanneer de een uwer tot de andere 61 4, 41 | 41. En wat geschiedt, wanneer Wij een getuige van elk 62 4, 43 | weet wat gij zegt, noch, wanneer gii onrein zijt tot gij 63 4, 56 | Wij zullen hen telkens, wanneer hun huiden zijn verbrand, 64 4, 58 | recht op hebben en dat, wanneer gij tussen mensen richt, 65 4, 61 | 61. En wanneer er tot hen wordt gezegd: " 66 4, 62 | 62. Hoe kan het dan dat, wanneer een rampspoed over hen komt 67 4, 77 | betaalt de Zakaat? " En wanneer het strijden hun is voorgeschreven, 68 4, 81 | Gehoorzaamheid", maar wanneer zij van u weggaan, smeedt 69 4, 86 | 86. En wanneer gij met een groet wordt 70 4, 91 | hun eigen volk; telkens wanneer zij tot vijandigheid worden 71 4, 94 | 94. O, gij die gelooft, wanneer gij voor Allah's zaak oprukt, 72 4, 101| 101. En wanneer gij door het land reist, 73 4, 102| 102. En wanneer gij in hun midden zijt en 74 4, 102| hun wapenen meenemen. En wanneer zij hun prostratie hebben 75 4, 103| 103. Wanneer gij het gebed hebt beëindigd, 76 4, 103| op uw zijde liggende. En, wanneer gij veilig zijt, houdt het 77 4, 108| verbergen en Hij is bij hen wanneer zij de nacht doorbrengen 78 4, 140| Koran) geopenbaard, dat wanneer gij hoort dat Allah's tekenen 79 4, 142| hun bedrog straffen. En wanneer zij zich oprichten om te 80 5, 2 | welbehagen te zoeken. Maar wanneer gij u van uw pelgrimskleed 81 5, 5 | Boek was gegeven vóór u, wanneer gij haar haar huwelijksgift 82 5, 6 | 6. O, gij die gelooft, wanneer gij u opricht tot het gebed, 83 5, 23 | binnen, hen tegemoet - wanneer gij er eenmaal binnen zijt, 84 5, 43 | zij u tot rechter maken wanneer zij de Torah bij zich hebben 85 5, 58 | 58. En zij die, wanneer gij tot het gebed roept 86 5, 61 | 61. Wanneer zij tot u komen, zeggen 87 5, 64 | der Opstanding. Telkens wanneer zij het oorlogsvuur ontsteken, 88 5, 70 | boodschappers tot hen. Maar telkens, wanneer een boodschapper tot hen 89 5, 89 | is de boete voor uw eden, wanneer gij zweert. Maar houdt uw 90 5, 104| 104. En wanneer er tot hen wordt gezegd: " 91 5, 105| dwaalt kan u niet schaden wanneer gij juist geleid zijt. Tot 92 5, 106| 106. O, gij die gelooft, wanneer de dood één uwer nadert, 93 5, 110| 110. Wanneer Allah zal zeggen: "O Jezus, 94 5, 116| 116. En wanneer Allah zal zeggen: "O Jezus, 95 6, 25 | er toch niet in geloven; wanneer zij tot u komen redetwisten 96 6, 27 | slechts zoudt kunnen zien, wanneer zij voor het Vuur zullen 97 6, 30 | 30. En wanneer gij het slechts zoudt kunnen 98 6, 30 | slechts zoudt kunnen zien, wanneer zij voor hun Heer zullen 99 6, 54 | 54. Wanneer degenen die in Onze tekenen 100 6, 61 | bewakers over u, totdat, wanneer de dood tot een uwer komt, 101 6, 63 | van het land en van de zee wanneer gij Hem in nederigheid en 102 6, 68 | 68. Wanneer gij degenen ziet, die Onze 103 6, 91 | juiste waarde van Allah niet wanneer zij zeggen: "Allah heeft 104 6, 93 | kondet gij het waarnemen, wanneer de onrechtvaardigen in doodsstrijd 105 6, 99 | Kijkt naar het fruit ervan, wanneer het vrucht zet en naar het 106 6, 101| kan Hij een zoon hebben, wanneer Hij geen gemalin heeft? 107 6, 109| Allah." En wat weet gij: Wanneer de tekenen komen, zullen 108 6, 124| 124. En wanneer er tot hen een teken komt, 109 6, 141| soort. Eet de vruchten ervan wanneer zij vruchten dragen, maar 110 6, 152| haar vermogen. En leeft, wanneer gij spreekt, rechtvaardigheid 111 6, 152| rechtvaardigheid na, zelfs wanneer het een bloedverwant betreft 112 6, 158| plaatshebben? Op de dag, wanneer enige der tekenen van uw 113 7, 28 | 28. En wanneer zij een slechte daad begaan, 114 7, 34 | elk volk een termijn en wanneer hun tijd is gekomen kunnen 115 7, 38 | het Vuur binnen." Steeds wanneer een volk er binnengaat zal 116 7, 38 | zustervolk vervloeken, totdat, wanneer zij er allen opeenvolgend 117 7, 47 | 47. En wanneer hun ogen naar de bewoners 118 7, 57 | barmhartigheid uitzendt; totdat, wanneer zij zware wolken dragen, 119 7, 89 | willen terugkeren, behalve, wanneer Allah, onze Heer, dit zou 120 7, 131| 131. Wanneer er goeds tot hen kwam zeiden 121 7, 187| Vragen zij u omtrent het uur, wanneer het zal plaatsvinden? Zeg: " 122 7, 189| en gaat er mede rond. En wanneer deze zwaar wordt, bidden 123 7, 201| Degenen die (God) vrezen, wanneer hen een boze neiging van 124 7, 203| 203. En wanneer gij hun geen teken brengt, 125 7, 204| 204. En wanneer de Koran wordt voorgedragen, 126 8, 2 | wier hart vol vrees klopt, wanneer de naam van Allah wordt 127 8, 2 | van Allah wordt genoemd en wanneer Zijn tekenen hun worden 128 8, 15 | 15. O, gij die gelooft, wanneer gij degenen die niet geloven, 129 8, 24 | Allah en de boodschapper wanneer Hij u roept, opdat Hij u 130 8, 31 | 31. En wanneer Onze verzen worden voorgelezen 131 8, 34 | Allah hen niet straffen, wanneer zij de mensen beletten de 132 8, 45 | gelooft, blijft standvastig wanneer gij een leger (van ongelovigen) 133 8, 50 | het slechts kunnen zien, wanneer de engelen de ziel der ongelovigen 134 9, 5 | 5. Wanneer de heilige maanden voorbij 135 9, 8 | 8. Hoe kan het zijn dat wanneer zij de overhand over u hebben, 136 9, 38 | waarom buigt gij ter aarde wanneer er tot u wordt gezegd: " 137 9, 86 | 86. En wanneer een Soerah wordt geopenbaard: " 138 9, 94 | uitvluchten tot u komen, wanneer gij tot hen wederkeert. 139 9, 95 | 95. Zij zullen, wanneer gij tot hen weder keert, 140 9, 122| worden en opdat zij hun volk, wanneer zij tot hen terugkeren mogen 141 9, 124| 124. En wanneer er een Soerah wordt nedergezonden, 142 9, 127| 127. En wanneer er een Soerah wordt nedergezonden 143 10, 12 | 12. En wanneer de mens een moeilijkheid 144 10, 12 | zittende, of staande, maar wanneer Wij zijn last van hem hebben 145 10, 15 | 15. En wanneer hun Onze duidelijke tekenen 146 10, 21 | 21. En wanneer Wij mensen barmhartigheid 147 10, 22 | op zee te reizen, totdat, wanneer gij op de schepen zijt en 148 10, 23 | 23. Maar wanneer Hij hen heeft gered, ziet, 149 10, 24 | mensen en vee eten, totdat, wanneer de aarde haar sier ontvangt 150 10, 47 | is er een boodschapper. Wanneer daarom hun boodschapper 151 10, 48 | 48. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte worden 152 10, 49 | een vastgestelde termijn; wanneer hun termijn is verlopen 153 10, 51 | 51. "Zult gij dan, wanneer het u overvalt er in geloven?" 154 10, 54 | trachten vrij te kopen. En wanneer zij de straf zien zullen 155 11, 5 | Hem in hun innerlijk. Ja, wanneer zij zich met hun kleding 156 11, 9 | 9. Wanneer Wij de mens Onze barmhartigheid 157 11, 38 | aan het bouwen en steeds wanneer de leiders van zijn volk 158 11, 102| is de greep van uw Heer, wanneer Hij de steden grijpt, terwijl 159 12, 62 | zij het mogen herkennen, wanneer zij tot hun familie terugkeren, 160 12, 110| 110. Totdat, wanneer de boodschappers wanhoopten 161 13, 5 | zeggen verwonderlijker: "Wanneer wij stof zijn geworden, 162 13, 11 | hun hart is veranderen. En wanneer Allah een volk wenst te 163 14, 12 | niet in Allah vertrouwen wanneer Hij ons onze wegen heeft 164 14, 22 | 22. Wanneer de zaak is beslist zal Satan 165 15, 29 | 29. "Wanneer Ik hem daaruit heb gevormd 166 16, 6 | is schoonheid in voor u wanneer gij het 's avonds naar huis 167 16, 6 | avonds naar huis drijft en wanneer gij het 's morgens laat 168 16, 21 | levend, en zij weten niet wanneer zij zullen worden opgewekt. ~ 169 16, 24 | 24. En wanneer er tot hen wordt gezegd: " 170 16, 40 | 40. Wanneer Wij iets willen, dan zeggen 171 16, 53 | zij komen van Allah. En wanneer een kwelling over u komt, 172 16, 54 | 54. Wanneer Hij dan uw kwelling van 173 16, 58 | 58. En wanneer aan één hunner (de geboorte) 174 16, 61 | vastgestelde termijn, en wanneer hun tijd is gekomen kunnen 175 16, 85 | 85. En wanneer degenen die kwaad verrichten 176 16, 86 | 86. En wanneer de afgodendienaren hun afgoden 177 16, 91 | vervult het verbond met Allah, wanneer gij een verbond sluit; en 178 16, 98 | 98. En wanneer gij de Koran voordraagt, 179 16, 101| 101. En wanneer Wij het ene teken in plaats 180 17, 16 | 16. En wanneer Wij Ons voornemen een stad 181 17, 35 | 35. En geeft volle maat wanneer gij meet en weegt met een 182 17, 45 | 45. En wanneer gij de Koran voorleest, 183 17, 46 | niet kunnen begrijpen. En wanneer gij in de Koran uw Heer - 184 17, 47 | zij naar u luisteren, en wanneer zij in het geheim beraadslagen 185 17, 47 | het geheim beraadslagen en wanneer de onrechtvaardigen zeggen: " 186 17, 49 | zij zeggen: "Zullen wij, wanneer wij tot beenderen en stof 187 17, 51 | schudden tegen u en vragen: "Wanneer zal dit geschieden?" Zeg, " 188 17, 67 | aanroept, behalve Hij. Doch wanneer Hij u veilig aan land brengt 189 17, 83 | 83. En wanneer Wij de mens gunsten bewijzen 190 17, 83 | zich af en gaat terzijde en wanneer kwaad hem achterhaalt wordt 191 17, 104| Blijft gij in het land en wanneer de laatste belofte komt 192 17, 107| hun aangezicht ter aarde wanneer deze hun wordt voorgelezen; ~ 193 18, 16 | 16. "Wanneer gij u van hen en van hetgeen 194 18, 17 | 17. En wanneer de zon opgaat zult gij haar 195 18, 17 | rechts van de Spelonk en wanneer zij ondergaat, ziet gij 196 18, 24 | Indien het Allah behaagt." En wanneer gij het vergeet, gedenk 197 18, 55 | belet de mensen te geloven wanneer de leiding tot hen komt 198 18, 98 | genade van mijn Heer. Maar wanneer de belofte van mijn Heer 199 19, 35 | verwekken, Heilig is Hij. Wanneer Hij een beslissing neemt, 200 19, 38 | hun zien zijn op die Dag wanneer zij tot Ons zullen komen. 201 19, 39 | hen voor de Dag der Smart wanneer het oordeel zal worden geveld. 202 19, 66 | En de mens zegt: "Zal ik wanneer ik dood ben, dan tot leven 203 19, 73 | 73. En wanneer Onze duidelijke tekenen 204 20, 104| weten wat zij zullen zeggen wanneer de beste hunner beweert: " 205 21, 36 | 36. Wanneer de ongelovigen u zien, spotten 206 21, 38 | 38. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte worden 207 21, 39 | ongelovigen maar de tijd wanneer zij niet bij machte zullen 208 21, 45 | doven horen de roep niet wanneer zij worden gewaarschuwd. ~ 209 21, 96 | 96. Zelfs wanneer Gog en Magog zullen worden 210 22, 5 | de aarde levenloos, doch wanneer Wij er regen op doen nederdalen, 211 22, 22 | 22. Telkens wanneer zij er uit (uit de hel) 212 22, 35 | harten vervuld zijn van vrees wanneer Allah's naam wordt genoemd, 213 22, 36 | rijen staan opgesteld. En wanneer ze op hun zij neervallen, 214 22, 52 | of een profeet vóór u of, wanneer hij (zijn boodschap) verkondigde, 215 22, 72 | 72. En wanneer Onze duidelijke tekenen 216 23, 27 | met Onze openbaring. En wanneer Ons bevel komt en de oppervlakte 217 23, 28 | 28. "En wanneer gij de Ark zult hebben betrokken - 218 23, 35 | 35. Belooft hij u dat wanneer gij dood zijt en stof en 219 23, 44 | een na de ander. Telkens wanneer een Boodschapper tot een 220 23, 64 | 64. Totdat, wanneer Wij degenen hunner die in 221 23, 77 | 77. Maar, wanneer Wij voor hen de poort der 222 23, 82 | Zij zeggen: "Zullen wij, wanneer wij dood zijn en tot beenderen 223 23, 99 | 99. Wanneer de dood tot een hunner komt, 224 23, 101| 101. En wanneer de bazuin wordt geblazen 225 24, 39 | denkt dat het water is, wanneer hij er bij komt ontdekt 226 24, 40 | duisternis boven duisternis. Wanneer men zijn hand uitstrekt 227 24, 48 | 48. En wanneer zij tot Allah en Zijn boodschapper 228 24, 51 | 51. Wanneer de gelovigen tot Allah en 229 24, 58 | vóór het morgengebed, wanneer gij wegens de middaghitte 230 24, 59 | 59. En wanneer de kinderen onder u geslachtsrijpheid 231 24, 61 | tezamen of afzonderlijk eet. Wanneer gij de huizen betreedt groet 232 24, 62 | boodschapper geloven, en die, wanneer zij wegens iets dat voor 233 24, 62 | Zijn boodschapper geloven. Wanneer zij daarom uw toestemming 234 25, 12 | 12. Wanneer de hel hen vanuit de verte 235 25, 13 | 13. En wanneer zij, aan elkander geketend, 236 25, 41 | 41. Wanneer zij u zien maken zij u slechts 237 25, 42 | zullen weldra te weten komen, wanneer zij de straf zullen aanschouwen, 238 25, 60 | 60. En wanneer er tot de ongelovigen wordt 239 25, 73 | 73. En zij, die, wanneer zij door tekenen van hun 240 26, 80 | 80. En Die mij geneest wanneer ik ziek ben; ~ 241 26, 218| 218. Die u ziet wanneer gij opstaat. ~ 242 27, 65 | Allah; en zij weten niet wanneer zij zullen worden opgewekt. ~ 243 27, 67 | ongelovigen zeggen: "Zullen wij wanneer wij en onze vaderen tot 244 27, 71 | En zij zullen zeggen: "Wanneer zal deze bedreiging worden 245 27, 82 | 82. En wanneer het Woord voor hun bewaarheid 246 27, 84 | 84. Wanneer zij komen, zal Hij zeggen: " 247 28, 55 | 55. Wanneer zij ijdele gesprekken horen, 248 29, 65 | 65. En wanneer zij aan boord van een schip 249 29, 65 | gehoorzaamheid aan Hem. Maar wanneer Hij hen veilig aan wal brengt, 250 29, 68 | de Waarheid verloochent wanneer zij tot hem komt? Is er 251 30, 17 | 17. Glorie zij Allah, wanneer gij de avond ingaat en wanneer 252 30, 17 | wanneer gij de avond ingaat en wanneer gij de ochtend ingaat - ~ 253 30, 25 | blijven door Zijn gebod. Dan, wanneer Hij u eenmaal van de aarde 254 30, 36 | 36. En wanneer Wij de mensen barmhartigheid 255 30, 48 | uit hun midden stromen. En wanneer Hij deze doet vallen op 256 30, 52 | doven de roep doen horen wanneer zij u hun rug toekeren, ~ 257 31, 7 | 7. En wanneer Onze woorden aan hem worden 258 31, 32 | 32. En wanneer de golven hen als schaduwen 259 31, 32 | gehoorzaamheid aan; maar wanneer Hij hen veilig aan land 260 32, 10 | zij zeggen: "Zullen wij, wanneer wij in de aarde verloren 261 32, 12 | kondet gij het slechts zien wanneer de schuldigen hun hoofd 262 32, 15 | geloven in Onze tekenen, die, wanneer zij er aan herinnerd worden, 263 32, 20 | zal het Vuur zijn. Telkens wanneer zij er uit willen komen, 264 32, 28 | de ongelovigen) zeggen: "Wanneer zal deze beslissing plaats 265 33, 36 | gelovige man of vrouw niet, wanneer Allah en Zijn boodschapper 266 33, 51 | er rust geen blaam op u wanneer gij haar terugneemt van 267 33, 53 | wachtend tot deze gereed is. Wanneer gij zijt uitgenodigd, komt 268 33, 53 | uitgenodigd, komt dan binnen; en wanneer gij gegeten hebt vertrekt 269 34, 7 | aanwijzen die u meedeelt dat wanneer gij door bederf uiteen valt, 270 34, 23 | Hij het toestaat, tot zij, wanneer de vrees van hun hart wordt 271 34, 29 | 29. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte worden 272 34, 31 | kondet gij slechts zien wanneer de onrechtvaardigen voor 273 34, 33 | zij zullen berouw tonen wanneer zij de straf zullen zien. 274 34, 43 | 43. En wanneer Onze duidelijke woorden 275 34, 51 | Kondet gij (hen) maar zien, wanneer zij schrikken! Dan zal er 276 35, 45 | een vastgestelde tijd; en wanneer die vastgestelde tijd komt: 277 36, 45 | 45. En wanneer er tot hen wordt gezegd: " 278 36, 47 | 47. En wanneer er tot hen wordt gezegd: " 279 36, 48 | 48. En zij zeggen: "Wanneer zal deze Belofte worden 280 36, 82 | 82. Voorwaar, wanneer Hij Zich iets voorneemt 281 37, 13 | 13. En wanneer zij vermaand worden, trekken 282 37, 14 | 14. En wanneer zij een teken zien, bespotten 283 37, 16 | 16. "Zullen wij wanneer wij dood zijn en stof en 284 37, 53 | 53. Dat wanneer wij dood zijn en tot stof 285 37, 177| 177. Maar wanneer deze op hun land nederdaalt 286 38, 72 | 72. En wanneer Ik hem heb gevormd en hem 287 39, 8 | 8. Wanneer een mens wordt benadeeld, 288 39, 8 | zich tot Hem wendend. Dan, wanneer Hij hem een gunst bewijst 289 39, 32 | de Waarheid verloochent wanneer zij tot hem komt? Is er 290 39, 42 | zielen van de mensen op wanneer zij sterven en ook van hen 291 39, 45 | 45. En wanneer Allah wordt genoemd als 292 39, 45 | niet geloven samen, maar wanneer degenen naast Hem genoemd 293 39, 49 | 49. Wanneer nu de mens tegenspoed treft, 294 39, 71 | de hel worden gedreven, wanneer zij deze bereiken, zullen 295 39, 73 | de Hemel worden geleid; wanneer zij die bereiken zullen 296 40, 18 | hen voor de naderende Dag, wanneer het hart in de keel klopt 297 40, 47 | 47. En wanneer zij met elkander in het 298 40, 68 | geeft en doet sterven. En wanneer Hij iets besluit, zegt Hij 299 40, 71 | 71. Wanneer zij met boeien en kettingen 300 40, 78 | zonder Allah's gebod. En wanneer Allah's gebod komt, wordt 301 41, 39 | en verschroeid ziet, maar wanneer Wij er water op nederzenden, 302 41, 51 | 51. Wanneer Wij gunsten aan de mens 303 41, 51 | af en gaat terzijde, maar wanneer het kwade hem raakt, ziet! 304 42, 29 | macht hen te verzamelen wanneer Hij wil. ~ 305 42, 37 | gruweldaden vermijden en die wanneer zij vertoornd zijn, vergeven; ~ 306 42, 44 | onrechtvaardigen zien die, wanneer zij de straf zullen aanschouwen, 307 42, 48 | te brengen. En waarlijk, wanneer Wij de mens Onze barmhartigheid 308 43, 13 | rug moogt zitten en dan, wanneer gij er stevig op zit, de 309 43, 17 | 17. Doch wanneer aan een hunner nieuws wordt 310 43, 38 | 38. Wanneer zo iemand bij Ons komt, 311 43, 57 | 57. En wanneer de zoon van Maria als voorbeeld 312 45, 9 | 9. En die, wanneer hij van Onze tekenen kennis 313 45, 25 | 25. En wanneer Onze duidelijke woorden 314 46, 6 | 6. En wanneer de mensen worden verzameld 315 46, 7 | 7. En wanneer Onze duidelijke woorden 316 46, 15 | maanden in beslag totdat, wanneer hij zijn volle kracht bereikt 317 47, 4 | 4. Wanneer gij de ongelovigen (in oorlog) 318 47, 4 | ontmoet, treft dan hun nek en wanneer gij overwinnaar zijt, bindt 319 47, 4 | bindt hen dan vast. En wanneer de oorlog opgehouden is, 320 47, 16 | hen luisteren naar u doch wanneer zij van u weggaan, zeggen 321 47, 18 | hen de herinnering zijn wanneer het (Uur) werkelijk tot 322 47, 20 | Soerah geopenbaard?" Maar wanneer een beslissende Soerah wordt 323 47, 21 | woorden (te spreken). En wanneer de zaak is beslecht, is 324 47, 27 | 27. En hoe (zal het zjin) wanneer de engelen bij de dood hun 325 48, 15 | achtergelaten zullen zeggen, wanneer gij zoudt uitgaan op een 326 50, 3 | het leven worden geroepen wanneer wij dood gaan en stof zijn 327 50, 17 | 17. Wanneer de twee (engelen) die te 328 51, 12 | 12. Zij vragen: "Wanneer zal de Tijd des Gerichts 329 51, 13 | Het zal op de Dag zijn, wanneer zij in het Vuur zullen worden 330 52, 48 | ogen en verheerlijk uw Heer wanneer gij opstaat met de lof die 331 53, 1 | 1. Bij de ster wanneer zij valt, ~ 332 53, 46 | 46. Uit een levenskiem wanneer deze uitgegoten wordt: ~ 333 55, 37 | 37. En wanneer de hemel uiteengespleten 334 56, 4 | 4. Wanneer de aarde hevig zal worden 335 56, 83 | 83. Waarom dan, wanneer de ziel van (de stervende) 336 59, 16 | 16. Evenals Satan, wanneer hij tegen de mens zegt: " 337 59, 16 | Verwerp (de waarheid)"; maar wanneer deze haar verwerpt zegt 338 60, 10 | 10. O, gij die gelooft wanneer gelovige vrouwen tot u komen 339 60, 12 | 12. O profeet! Wanneer gelovige vrouwen tot u komen, 340 62, 9 | 9. O, gij die gelooft! Wanneer op Vrijdag de oproep tot 341 63, 1 | 1. Wanneer de huichelaars tot u komen, 342 63, 4 | 4. En wanneer gij hen ziet, behaagt hun 343 63, 5 | 5. En wanneer er tot hen wordt gezegd: " 344 63, 11 | Allah geeft niemand uitstel wanneer zijn tijd is gekomen; en 345 64, 9 | 9. Wanneer Hij u voor de Dag der Verzameling 346 67, 7 | 7. Wanneer zij er in worden geworpen, 347 67, 25 | 25. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte vervuld 348 68, 15 | 15. Wanneer Onze woorden aan hem worden 349 68, 51 | 51. En de ongelovigen wanneer zij het vermaan horen willen 350 69, 13 | 13. En wanneer een enkele stoot op de bazuin 351 71, 4 | de termijn van Allah kan, wanneer hij komt, niet worden uitgesteld, 352 71, 7 | 7. En telkens wanneer ik hen riep, opdat Gij hen 353 74, 34 | 34. En de dageraad wanneer zij gloort, ~ 354 75, 6 | 6. Hij vraagt: "Wanneer is de Dag der Opstanding?" ~ 355 75, 18 | 18. Wanneer Wij dus (de Openbaring) 356 76, 19 | rondgaan (om hen te bedienen). Wanneer gij hen ziet, denkt gij 357 79, 42 | vragen u omtrent het Uur: "Wanneer zal het komen?" ~ 358 80, 22 | 22. Dan, wanneer Hij wil, zal Hij hem weer 359 81, 1 | 1. Wanneer de zon wordt omhuld, ~ 360 81, 2 | 2. En wanneer de sterren dof worden, ~ 361 81, 3 | 3. En wanneer de bergen verdwijnen, ~ 362 81, 4 | 4. En wanneer de drachtige kamelen worden 363 81, 5 | 5. En wanneer de dieren worden bijeengegaard, ~ 364 81, 6 | 6. En wanneer de zeëen worden geledigd, ~ 365 81, 7 | 7. En wanneer de mensen worden verenigd, ~ 366 81, 8 | 8. En wanneer er over het gedode kind ( 367 81, 10 | 10. En wanneer geschriften worden verspreid, ~ 368 81, 11 | 11. En wanneer de Hemel wordt opengelegd, ~ 369 81, 12 | 12. En wanneer de hel wordt ontstoken, ~ 370 81, 13 | 13. En wanneer het paradijs nabij wordt 371 81, 17 | 17. En de nacht wanneer deze heengaat. ~ 372 82, 1 | 1. Wanneer de hemel wordt gespleten, ~ 373 82, 2 | 2. En wanneer de sterren verstrooid worden, ~ 374 82, 3 | 3. En wanneer de zeëen worden geledigd, ~ 375 82, 4 | 4. En wanneer de graven worden geopend, ~ 376 83, 2 | 2. Wanneer zij voor zichzelf wegen, 377 83, 30 | 30. En wanneer zij hen voorbijgingen, knipoogden 378 83, 31 | 31. En wanneer zij tot de hunnen terugkeerden, 379 83, 32 | 32. En wanneer zij hen zagen, zeiden zij: " 380 84, 1 | 1. Wanneer de hemel vaneen splijt. ~ 381 84, 3 | 3. En wanneer de aarde wordt uitgespreid. ~ 382 84, 21 | 21. En wanneer de Koran aan hun wordt voorgedragen, 383 89, 15 | 15. Wat de mens betreft, wanneer zijn Heer hem beproeft door 384 89, 16 | 16. Maar wanneer Hij hem beproeft door hem 385 89, 21 | 21. Neen, wanneer de aarde aan stukken wordt 386 91, 3 | 3. En bij de dag wanneer hij dezs onthult ~ 387 91, 4 | 4. En bij de nacht, wanneer hij haar bedekt, ~ 388 92, 2 | 2. En bij de dag wanneer hij schittert, ~ 389 92, 11 | 11. Wanneer hij te gronde gaat zullen 390 94, 7 | 7. Wanneer gij verlicht zijt, streef 391 96, 10 | 10. Wanneer onze dienaar bidt? ~ 392 96, 15 | 15. Neen, wanneer hij niet ophoudt, zullen 393 99, 1 | 1. Wanneer de aarde hevig zal worden 394 113, 3 | kwade van de duisternis wanneer deze zich verspreidt ~ 395 113, 5 | het kwade van de benijder wanneer deze benijdt." ~~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License