Sura, Verse
1 2, 8 | En er zijn mensen, die zeggen: "Wij geloven in Allah en
2 2, 11 | onheil op aarde aan" dan zeggen zij: "Wij zijn slechts vredestichters". ~
3 2, 13 | andere mensen geloven", zeggen zij: "Zullen wij geloven,
4 2, 14 | de gelovigen ontmoeten, zeggen zij: "Wij geloven", doch
5 2, 14 | zij naar hun leiders gaan, zeggen zij: "Wij zijn waarlijk
6 2, 25 | wordt geschonken, zullen zij zeggen: "Ziehier, hetgeen ons reeds
7 2, 26 | degenen, die niet geloven, zeggen:"Wat bedoelt Allah met zulk
8 2, 76 | zij de gelovigen ontmoeten zeggen zij: "Wij geloven" en wanneer
9 2, 76 | zij onder elkander zijn zeggen zij: "Verhaalt gij hun,
10 2, 79 | handen schrijven en dan zeggen: "Dit is van Allah", opdat
11 2, 80 | 80. En zij zeggen: "Het Vuur zal ons slechts
12 2, 91 | Allah heeft geopenbaard," zeggen zij: "Wij geloven slechts
13 2, 111| 111. En zij zeggen: "Niemand, behalve de Joden
14 2, 113| 113. De Joden zeggen: "De Christenen hebben geen
15 2, 113| grondslag en de Christenen zeggen: "De Joden hebben geen ware
16 2, 113| hetzelfde Boek lezen. Hetzelfde zeggen degenen, die geen kennis
17 2, 116| 116. En zij zeggen: "Allah heeft Zich een zoon
18 2, 118| 118. En de onwetenden zeggen: "Waarom spreekt Allah niet
19 2, 135| 135. En zij zeggen: "Weest Joden of Christenen,
20 2, 142| dwazen onder het volk zullen zeggen: "Wat heeft hen van hun
21 2, 156| rampspoed hen achterhaalt, zeggen: "Voorzeker, wij zijn van
22 2, 167| 167. Zullen de volgelingen zeggen: "Indien wij slechts terug
23 2, 170| Allah heeft geopenbaard", zeggen zij: "Neen, wij zullen datgene
24 2, 200| En er zijn mensen, die zeggen: "Onze Heer, schenk ons (
25 2, 201| 201. Sommigen hunner zeggen: "Onze Heer, schenk ons
26 2, 235| weet, dat gij het haar zult zeggen. Maar belooft haar niets
27 2, 275| geslagen. Dat komt, omdat zij zeggen: "Handel is gelijk aan rente",
28 2, 285| Zijn boodschappers"; en zij zeggen: "Wij hebben gehoord en
29 3, 7 | gegrondvest zijn in kennis, die zeggen: "Wij geloven er in; het
30 3, 16 | 16. Hen die zeggen: "Onze Heer, voorzeker hebben
31 3, 24 | 24. Dat komt, doordat zij zeggen: "Het Vuur zal ons slechts
32 3, 75 | komt, omdat zij (de Joden) zeggen: "Wij zijn niet aansprakelijk
33 3, 78 | van het Boek is. En zij zeggen: "Dit is van Allah," ofschoon
34 3, 79 | hij dan tot de mensen zou zeggen: "Weest mijn dienaren buiten
35 3, 119| wanneer zij u ontmoeten zeggen zij: "Wij geloven." maar
36 3, 154| niet aan u onthullen; zij zeggen: "Als de zaak in onze handen
37 3, 156| of ten strijde trekken, zeggen: "Waren zij bij ons gebleven,
38 3, 167| dan bij het geloof. Zij zeggen met hun mond wat niet in
39 3, 181| optekenen en Wij zullen zeggen: "Ondergaat de straf van
40 3, 183| 183. En degenen, die zeggen: "Allah heeft ons opgedragen
41 4, 46 | hun verband rukken. En zij zeggen: " Wij horen en gehoorzamen
42 4, 51 | in afgoden en duivelen en zeggen van de ongelovigen: "Dezen
43 4, 75 | vrouwen en kinderen - die zeggen: "Onze Heer, neem ons uit
44 4, 77 | of zelfs nog erger en zij zeggen: "Onze Heer, waarom hebt
45 4, 78 | hen iets goeds overkomt zeggen zij: "Dit komt van Allah"
46 4, 78 | hen iets kwaads overkomt zeggen zij: "Dit komt van u" (van
47 4, 81 | 81. En zij zeggen: "Gehoorzaamheid", maar
48 4, 97 | eigen ziel onrecht aandoen, zeggen: "In welke toestand waart
49 4, 97 | de engelen) zullen echter zeggen: "Was Allah's aarde u niet
50 4, 141| van Allah ten deel valt, zeggen: "Waren wij niet met u?"
51 4, 141| ongelovigen er aandeel in krijgen, zeggen zij (tot hen): "Hebben wij
52 4, 155| de profeten en omdat ze zeggen: "Onze harten zijn gesluierd" -
53 4, 157| 157. En om hun zeggen: "Wij hebben de Messias,
54 5, 14 | 14. En met degenen die zeggen: "Wij zijn Christenen, sloten
55 5, 17 | Voorzeker, zij lasteren God die zeggen: "De Messias, zoon van Maria,
56 5, 18 | De Joden en de Christenen zeggen: "Wij zijn Allah's kinderen
57 5, 19 | brengt, opdat gij niet zult zeggen: "Er is geen brenger van
58 5, 41 | n.l. zij die met hun mond zeggen: "Wij geloven," maar in
59 5, 41 | plaatsen waren gezet en zeggen: "Als u dit wordt gegeven,
60 5, 53 | En de gelovigen zullen zeggen: "Zijn dit degenen die met
61 5, 61 | Wanneer zij tot u komen, zeggen zij: "Wij geloven," terwijl
62 5, 64 | 64. En de Joden zeggen: "De hand van Allah is gebonden."
63 5, 64 | vervloekt voor hetgeen zij zeggen. Neen, Zijn handen zijn
64 5, 72 | 72. Zij lasteren God, die zeggen: "Waarlijk Allah, Hij is
65 5, 73 | Waarlijk zij lasteren God, die zeggen: "Allah is Eén der Drie."
66 5, 82 | En gij zult degenen die zeggen: "Wij zijn Christenen" het
67 5, 83 | zij hebben herkend. Zij zeggen: "Onze Heer, wij geloven.
68 5, 104| en tot de boodschapper," zeggen zij: "Voor ons is datgene
69 5, 107| moeten bij Allah zweren en zeggen: "Waarlijk, ons getuigenis
70 5, 109| boodschappers zal verzamelen en zeggen: "Hoe werd gij aangenomen?"
71 5, 109| aangenomen?" Zij zullen zeggen: "Wij hebben geen kennis,
72 5, 110| 110. Wanneer Allah zal zeggen: "O Jezus, zoon van Maria,
73 5, 116| 116. En wanneer Allah zal zeggen: "O Jezus, zoon van Maria,
74 5, 116| Gij! Ik zou nooit kunnen zeggen, waarop ik geen recht had.
75 5, 119| 119. Allah zal zeggen: "Dit is een dag waarop
76 6, 8 | 8. Zij zeggen: "Waarom is er geen engel
77 6, 22 | verzamelen, dan zullen Wij zeggen tot degenen, die afgoderij
78 6, 23 | anders zijn dan dat zij zeggen: "Bij Allah, onze Heer;
79 6, 25 | met u, en de ongelovigen zeggen: "Dit zijn niets dan fabelen
80 6, 27 | gebracht! Zij zullen dan zeggen: "O, mochten wij slechts
81 6, 29 | 29. En zij zeggen: "Er is niets dan ons leven
82 6, 30 | worden gebracht, zal Hij zeggen: "Is dit niet de waarheid?"
83 6, 30 | bij onze Heer." Hij zal zeggen: "Ondergaat dan de straf,
84 6, 31 | hen komt, en zij zullen zeggen: "O, wij hebben wroeging,
85 6, 33 | zeer goed dat hetgeen zij zeggen u verdriet doet, doch zij
86 6, 37 | 37. En zij zeggen: "Waarom is er over hem
87 6, 53 | beproefd, zodat zij kunnen zeggen: "Zijn dezen het, die Allah
88 6, 91 | van Allah niet wanneer zij zeggen: "Allah heeft aan niemand
89 6, 105| tekenen uiteen, zodat zij zeggen: "Gij hebt het geleerd (
90 6, 124| tot hen een teken komt, zeggen zij: "Wij zullen niet geloven
91 6, 128| zal verzamelen, (zal Hij zeggen): "O, gezelschap van djinn,
92 6, 128| vrienden onder de mensen zullen zeggen: "Onze Heer, wij hebben
93 6, 128| vastgesteld bereikt." Hij zal zeggen: "Het Vuur is uw tehuis
94 6, 130| waarschuwden? Zij zullen zeggen: "Wij getuigen tegen onszelven."
95 6, 136| heeft voortgebracht en zij zeggen: "Dit is voor Allah en dit
96 6, 138| 138. Zij zeggen: "Dit en dat vee en die
97 6, 139| 139. En zij zeggen: "Hetgeen in de baarmoeders
98 6, 148| afgoderij bedrijven, zullen zeggen: "Als Allah het had gewild
99 6, 156| 156. Opdat gij niet zoudt zeggen: "Het Boek was alleen geopenbaard
100 6, 157| 157. Of ingeval gij zoudt zeggen: "Voorzeker, als ons het
101 7, 28 | een slechte daad begaan, zeggen zij: "Wij zagen dit onze
102 7, 38 | 38. Hij zal zeggen: "Gaat onder de volkeren
103 7, 38 | de eersten hunner zullen zeggen: "Onze Heer, dezen deden
104 7, 38 | het Vuur." Hij (Allah) zal zeggen: "Er is voor iedereen het
105 7, 39 | hunner zullen tot de laatsten zeggen: "Gij zijt niet boven ons
106 7, 43 | hen vloeien. En zij zullen zeggen: "Alle lof komt Allah toe,
107 7, 44 | u beloofde?" Zij zullen zeggen: "Ja." Dan zal er een woordvoerder
108 7, 47 | zijn gericht, zullen zij zeggen: "Onze Heer, plaats ons
109 7, 53 | die het voorheen vergaten, zeggen: "De boodschappers van onze
110 7, 172| der Opstanding niet zoudt zeggen: "Wij waren ons hiervan
111 7, 173| 173. Of gij zolldt zeggen: "Het waren alleen onze
112 7, 203| gij hun geen teken brengt, zeggen zij: "Waarom verzint gij
113 8, 21 | niet zoals degenen, die zeggen: "Wij horen," maar zij horen
114 8, 31 | worden voorgelezen aan hen, zeggen zij: "Wij hebben het gehoord.
115 9, 30 | 30. En de Joden zeggen: "Ezra is de zoon van Allah"
116 9, 30 | Allah" en de Christenen zeggen: "De Messias is de zoon
117 9, 30 | hetgeen zij met hun mond zeggen. Zij spreken de woorden
118 9, 50 | een rampspoed overkomt, zeggen zij: "Wij hadden inderdaad
119 9, 61 | profeet lastig vallen en zeggen: "Hij luistert naar iedereen."
120 9, 65 | ondervraagt, zullen zij beslist zeggen: "Wij spraken slechts ijdellijk (
121 9, 86 | hen u om toestemming en zeggen: "Laat ons achter, opdat
122 9, 124| zijn er sommigen hunner die zeggen: "Wie uwer heeft deze in
123 10, 2 | hebben"? De ongelovigen zeggen: "Voorzeker, deze is een
124 10, 15 | tekenen worden voorgedragen, zeggen degenen, die niet naar de
125 10, 18 | schaden noch baten kan en zij zeggen: "Dezen zijn onze bemiddelaars
126 10, 20 | 20. En zij zeggen: "Waarom is er geen teken
127 10, 28 | Wij tot de afgodendienaren zeggen: "Blijft ter plaatse, gij
128 10, 28 | en hun deelgenoten zullen zeggen: "Voorzeker gij placht ons
129 10, 31 | bestuurt het al?" Zij zullen zeggen: "Allah." Zeg: "Wilt gij
130 10, 38 | 38. Of zeggen zij: "Hij (de profeet) heeft
131 10, 48 | 48. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte
132 10, 68 | 68. Zij zeggen: "Allah heeft een zoon tot
133 11, 7 | zullen de ongelovigen zeggen: "Dit is niets dan een zuiver
134 11, 8 | bepaalde tijd uitstellen, zeggen zij: "Wie weerhoudt haar?"
135 11, 10 | smaken, zal hij voorzeker zeggen: "De rampspoed is van mij
136 11, 12 | door benauwd, omdat zij zeggen: "Waarom is er tot hem geen
137 11, 13 | 13. Zeggen zij: "Hij heeft dit (de
138 11, 18 | gebracht en de getuigen zullen zeggen: "Dezen zijn degenen die
139 11, 35 | 35. Zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen?"
140 11, 54 | 54. "Wij kunnen alleen zeggen dat sommige onzer Goden
141 12, 42 | vergeten het aan zijn heer te zeggen daarom bleef hij voor enige
142 12, 66 | Allah waakt over hetgeen wij zeggen." ~
143 13, 5 | u verwondert, dan is hun zeggen verwonderlijker: "Wanneer
144 13, 7 | 7. En de ongelovigen zeggen: "Waarom is hem (de profeet)
145 13, 27 | degenen die niet geloven, zeggen: "Waarom is hem (de profeet)
146 13, 43 | 43. De ongelovigen zeggen: "Gij zijt geen gezant."
147 14, 21 | zwakken tot de hoogmoedigen zeggen: "Wij waren voorzeker uw
148 14, 21 | niet helpen?" Zij zullen zeggen: "Als Allah ons had geleid,
149 14, 22 | zaak is beslist zal Satan zeggen: "Allah deed u een ware
150 14, 44 | zullen de onrechtvaardigen zeggen: "Onze Heer, schenk ons
151 15, 6 | 6. En dezen zeggen: "O, gij, tot wie de vermaning
152 15, 15 | 15. Dan zouden zij zeker zeggen: "Onze ogen zijn slechts
153 15, 97 | wordt vanwege hetgeen zij zeggen. ~
154 16, 24 | heeft uw Heer geopenbaard?", zeggen zij: "Het zijn slechts fabelen
155 16, 27 | Opstanding vernederen en Hij zal zeggen: "Waar zijn Mijn medegoden,
156 16, 28 | onderdanigheid aanbieden (en zeggen): "Wij deden geen kwaad."
157 16, 30 | geopenbaard?", dan zullen zij zeggen: "Het beste." Er is voor
158 16, 35 | 35. De afgodendienaren zeggen: "Als Allah het zo had gewild
159 16, 40 | Wanneer Wij iets willen, dan zeggen Wij slechts: "Wees", en
160 16, 86 | zullen zien, zullen zij zeggen: "Onze Heer, dezen zijn
161 16, 101| beste wat Hij openbaart - zeggen zij: "Gij verzint slechts."
162 16, 103| weten inderdaad dat zij zeggen dat het slechts een man
163 17, 43 | verheven, boven hetgeen zij zeggen. ~
164 17, 47 | wanneer de onrechtvaardigen zeggen: "Gij volgt slechts een
165 17, 49 | 49. En zij zeggen: "Zullen wij, wanneer wij
166 17, 51 | moeilijkst, is." Dan zullen zij zeggen: "Zeg, wie zal ons dan doen
167 17, 90 | 90. En zij zeggen: "Wij zullen in u stellig
168 17, 108| 108. En zeggen: "Glorie zij onze Heer.
169 18, 4 | diegenen te waarschuwen, die zeggen: "Allah heeft Zich een zoon
170 18, 5 | dat uit hun mond komt. Zij zeggen slechts onwaarheid. ~
171 18, 22 | 22. Sommigen zullen zeggen: "Er waren er drie en de
172 18, 22 | hond." En sommigen zullen zeggen: "Er waren er vijf en de
173 18, 22 | wilde weg en sommigen zullen zeggen: "Er waren er zeven, de
174 18, 24 | 24. Zonder (er bij te zeggen): "Indien het Allah behaagt."
175 18, 48 | worden gebracht. (Hij zal zeggen) Nu zijt gij tot Ons gekomen
176 18, 49 | daarin staat en zij zullen zeggen: "Wee ons! Wat voor een
177 18, 52 | Gedenk) de dag waarop Hij zal zeggen: "Roept degenen waarvan
178 19, 73 | hen worden voorgehouden zeggen de ongelovigen tot de gelovigen: "
179 19, 88 | 88. En zij zeggen: "De Barmhartige heeft zich
180 20, 94 | was beducht dat gij zoudt zeggen: 'Gij hebt een scheuring
181 20, 95 | zeide: "En wat hebt gij te zeggen, o Saamiri?" ~
182 20, 97 | gedurende heel uw leven zult gij zeggen: 'Raak mij niet aan,' en
183 20, 103| op zachte toon spreken en zeggen: "Gij zijt slechts tien (
184 20, 104| Wij weten wat zij zullen zeggen wanneer de beste hunner
185 20, 125| 125. Hij zal zeggen: "Mijn Heer waarom hebt
186 20, 126| 126. God zal zeggen: "Aldus kwamen Onze tekenen
187 20, 130| Mohammed) lijdzaam hetgeen zij zeggen en verheerlijk uw Heer met
188 20, 133| En zij (de ongelovigen) zeggen: "Waarom brengt hij ons
189 21, 5 | 5. "Neen," zeggen zij, "verwarde dromen; neen,
190 21, 22 | Troon, boven hetgeen zij zeggen. ~
191 21, 26 | 26. En zij zeggen: "De Barmhartige heeft Zich
192 21, 29 | 29. En wie hunner zou zeggen: "Ik ben een God naast Hem,"
193 21, 36 | spotten zij slechts met u, zij zeggen: "Is dit degene die kwaad
194 21, 38 | 38. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte
195 21, 46 | zullen zij ongetwijfeld zeggen: "Wee ons, wij waren inderdaad
196 21, 97 | verstard zijn. (Zij zullen zeggen): "O! wee ons, wij waren
197 22, 22 | worden gedreven; men zal zeggen: "Proeft gij de straf van
198 23, 70 | 70. Of zeggen zij: "Hij is krankzinng?"
199 23, 81 | 81. Doch zij zeggen hetzelfde als de voormalige
200 23, 82 | 82. Zij zeggen: "Zullen wij, wanneer wij
201 23, 85 | 85. Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Wilt
202 23, 87 | 87. Zij zullen zeggen: "Allah." Zeg: "Wilt gij
203 23, 96 | de hoogte van hetgeen zij zeggen, ~
204 23, 108| 108. Hij zal zeggen: "Blijft daarin vernederd
205 23, 109| Mijn dienaren dat placht te zeggen: "O, onze Heer, wij hebben
206 23, 114| 114. Hij (Allah) zal zeggen: "Gij bleeft een korte tijd,
207 24, 7 | En de vijfde maal zal hij zeggen: dat Allah's vloek op hem
208 24, 9 | En de vijfde maal zal zij zeggen: dat de toorn van Allah
209 24, 26 | uitstaande met hetgeen anderen zeggen. Er is voor hen vergiffenis
210 24, 47 | 47. En zii zeggen: "Wij geloven in Allah en
211 24, 51 | hen moge recht spreken, zeggen zij slechts: "Wij horen
212 25, 4 | 4. De ongelovigen zeggen: "Dit is niets dan een leugen,
213 25, 5 | 5. En zij zeggen: "Dit zijn fabelen der ouden;
214 25, 7 | 7. En zij zeggen: "Wat voor boodschapper
215 25, 8 | En de onrechtvaardigen zeggen: "Gij volgt slechts een
216 25, 21 | ontmoeting niet verwachten zeggen: "Waarom zijn geen engelen
217 25, 22 | schuldigen; dan zullen zij zeggen: "Ware er slechts een grote
218 25, 27 | handen zal bijten zal hij zeggen: "O, had ik de weg met de
219 25, 30 | En de boodschapper zal zeggen: "O, mijn Heer, mijn volk
220 25, 32 | 32. En de ongelovigen zeggen: "Waarom werd de Koran niet
221 25, 60 | neder voor de Barmhartige," zeggen zij: "En wie is de Barmhartige?
222 25, 63 | onwetenden hen aanspreken, zeggen zij: "Vrede". ~
223 25, 65 | 65. Terwijl zij zeggen:"Onze Heer, wend de straf
224 25, 74 | 74. En zij die zeggen: "Onze Heer, maak onze echtgenoten
225 26, 96 | zullen zij (tegen de afgoden) zeggen: ~
226 26, 203| 203. En zij zullen zeggen: "Wordt ons geen uitstel
227 26, 226| 226. En wat zij zeggen doen zij niet. ~
228 27, 49 | tot zijn bloedverwanten zeggen: "Wij waren geen getuigen
229 27, 67 | 67. En de ongelovigen zeggen: "Zullen wij wanneer wij
230 27, 71 | 71. En zij zullen zeggen: "Wanneer zal deze bedreiging
231 27, 84 | Wanneer zij komen, zal Hij zeggen: "Hebt gij Onze tekenen
232 28, 28 | Getuige van hetgeen wij zeggen." ~
233 28, 47 | verdienen, mogen zij niet meer zeggen: "Onze Heer, waarom zondt
234 28, 48 | ondersteunen." En dezen zeggen: "Wij geloven in beiden
235 28, 53 | aan hen is voorgedragen, zeggen zij: "Wij geloven er in.
236 28, 55 | wenden zij zich er van af en zeggen: "Aan ons onze werken en
237 28, 57 | de bewoners van Mekka) zeggen: "Als wij de leiding met
238 28, 62 | Dag zal God hen roepen en zeggen: "Waar zijn Mijn deelgenoten
239 28, 63 | kracht zal worden, zullen zeggen: "Onze Heer, dit zijn degenen
240 28, 65 | zal Hij tot hen roepen en zeggen: "Welk antwoord gaaft gij (
241 28, 74 | Hij hen zal oproepen en zeggen: "Waar zijn Mijn mededingers,
242 28, 75 | getuige nemen en Wij zullen zeggen: "Brengt uw bewijs." Dan
243 28, 82 | begonnen (de volgende dag) te zeggen: "O wee, Allah vergroot
244 29, 2 | gelaten, alleen omdat zij zeggen: "Wij geloven" zonder dat
245 29, 10 | Onder de mensen zijn er die zeggen: "Wij geloven in Allah",
246 29, 10 | als hulp van uw Heer komt, zeggen zij: "Voorzeker, wij waren
247 29, 12 | 12. En de ongelovigen zeggen tot de gelovigen: "Volgt
248 29, 50 | 50. Toch zeggen zij: "Waarom zijn hem geen
249 29, 55 | onder hun voeten, zal Hij zeggen: "Ondergaat wat gij hebt
250 29, 61 | gesteld?" zullen zij gewis zeggen, "Allah". Hoe worden zij
251 29, 63 | dood?", zullen zij gewis zeggen: "Allah". Zeg: "Alle roem
252 30, 56 | geloof was gegeven, zullen zeggen: "Volgens het Boek van Allah
253 30, 58 | brengt, zullen de ongelovigen zeggen: "Gij zijt slechts leugenaars." ~
254 31, 21 | Allah heeft geopenbaard," zeggen zij: "Neen, wij zullen datgene
255 32, 3 | 3. Zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen?"
256 32, 10 | 10. En zij zeggen: "Zullen wij, wanneer wij
257 32, 28 | En zij (de ongelovigen) zeggen: "Wanneer zal deze beslissing
258 33, 18 | die tegen hun broeders zeggen: "Komt naar ons toe," en
259 33, 53 | niet om de waarheid (te zeggen). En als gij haar (zijn
260 33, 66 | zal wentelen zullen zij zeggen: "O, hadden wij slechts
261 33, 67 | 67. En zij zullen zeggen: "Onze Heer, wij gehoorzaamden
262 34, 3 | 3. De ongelovigen zeggen: "Het Uur zal niet over
263 34, 7 | 7. En de ongelovigen zeggen: "Zullen wij u een man aanwijzen
264 34, 23 | hun hart wordt weggenomen, zeggen: "Wat zeide uw Heer?" Zij
265 34, 29 | 29. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte
266 34, 31 | 31. En de ongelovigen zeggen: "Wij zullen stellig aan
267 34, 31 | zullen tot de hoogmoedigen zeggen: "Waart gij niet geweest
268 34, 32 | zullen tot de zwakkelingen zeggen: "Waren wij het die u van
269 34, 33 | zullen tot de hoogmoedigen zeggen: "Maar het kwam door uw
270 34, 40 | zal Hij tot de engelen zeggen: "Plachten dezen u te aanbidden?" ~
271 34, 42 | 42. (God zal zeggen) "Heden hebt gij geen macht
272 34, 42 | tot de onrechtvaardigen zeggen: "Ondergaat de straf van
273 34, 43 | aan hen zijn verkondigd, zeggen zij: "Dit is slechts een
274 34, 43 | wenst af te leiden." En zij zeggen: "Dit is slechts een verzonnen
275 34, 43 | leugen." En de ongelovigen zeggen van de Waarheid als deze
276 34, 52 | 52. Dan zullen zij zeggen: "Wij geloven er in!" Maar
277 35, 34 | 34. En zij zullen zeggen: "Alle lof zij Allah, Die
278 36, 47 | Allah u heeft geschonken," zeggen de ongelovigen tot de gelovigen, "
279 36, 48 | 48. En zij zeggen: "Wanneer zal deze Belofte
280 36, 52 | 52. Zij zullen zeggen: "O wee ons, wie heeft ons
281 36, 59 | 59. (En Hij zal zeggen): "Houdt u op deze dag terzijde,
282 37, 15 | 15. En zij zeggen: "Dit is niets dan een klaarblijkelijke
283 37, 20 | 20. Dan zullen zij zeggen: "Wee ons! Dit is de Dag
284 37, 21 | 21. (Allah zal zeggen:) "Dit is de Dag der Beslissing
285 37, 28 | 28. Zij zullen zeggen: "Voorwaar, gij placht ons
286 37, 51 | 51. Een hunner zal zeggen: "Ik had een metgezel, ~
287 37, 52 | 52. Die placht te zeggen: "Bevestigt gij inderdaad, ~
288 37, 56 | 56. Hij zal zeggen: "Bij Allah, gij deedt mij
289 37, 151| Welnu, door hun verzinsel zeggen zij: ~
290 37, 159| Allah boven hetgeen zij zeggen. ~
291 37, 167| 167. En zij plachten te zeggen: ~
292 37, 180| Macht, boven hetgeen zij zeggen! ~
293 38, 4 | gekomen; en de ongelovigen zeggen. "Dit is een tovenaar en
294 38, 6 | En de leiders onder hen zeggen: "Gaat voort en houdt u
295 38, 16 | 16. Zij zeggen: "Onze Heer, geef ons spoedig
296 38, 17 | 17. Verdraag hetgeen zij zeggen en gedenk onze dienaar David,
297 38, 59 | zal worden. (Zij zullen zeggen:) "Geen welkom voor hen,
298 38, 61 | 61. Zij zullen zeggen: "Onze Heer, wie dit voor
299 38, 62 | 62. En zij zullen zeggen: "Hoe komt het dat wij de
300 39, 56 | 56. Opdat geen ziel moge zeggen: "O wat een spijt heb ik
301 39, 57 | Of opdat zij niet moge zeggen: "Had Allah mij geleid dan
302 39, 58 | straf ziende, niet moge zeggen: "Ik wilde dat er voor mij
303 39, 71 | wachters zullen tot hen zeggen: "Kwamen er geen boodschappers
304 39, 73 | bewakers zullen tot hen zeggen: "Vrede zij u! Weest gelukkig
305 39, 74 | 74. Zij zullen zeggen: "Alle lof behoort aan Allah,
306 40, 11 | 11. Zij zullen zeggen: "Onze Heer, Gij deedt ons
307 40, 47 | de zwakken tot de trotsen zeggen: "Voorzeker, wij waren uw
308 40, 48 | Zij die trots waren zullen zeggen: "Wij zijn er allen in.
309 40, 49 | tot de bewaarders der hel zeggen: "Bidt uw Heer, een dag
310 40, 50 | duidelijke bewijzen?" Zij zullen zeggen: "Ja zeker." De bewaarders
311 40, 74 | Naast Allah?" Zij zullen zeggen: "Zij zijn verloren gegaan.
312 41, 5 | 5. Zij zeggen: "Onze harten zijn gesluierd
313 41, 21 | zij zullen tot hun huiden zeggen: "Waarom getuigt gij tegen
314 41, 26 | 26. En de ongelovigen zeggen: "Luistert niet naar deze
315 41, 29 | En de ongelovigen zullen zeggen: "Onze Heer, toon ons degenen
316 41, 30 | 30. Voorzeker zij, die zeggen: "Onze Heer is Allah," en
317 41, 50 | is gekomen, zal hij zeker zeggen: "Dit komt mij toe en ik
318 42, 24 | 24. Zeggen zij: "Hij heeft een leugen
319 42, 44 | straf zullen aanschouwen, zeggen: "Is er geen weg tot terugkeer?" ~
320 42, 45 | kijken. De gelovigen zullen zeggen: "De verliezers zijn inderdaad
321 43, 9 | aarde?" zullen zij zeker zeggen: "De Machtige, de Alwetende." ~
322 43, 13 | uw Heer moogt gedenken en zeggen: "Glorie zij Hem, Die dit
323 43, 20 | 20. Zij zeggen: "Indien de Barmhartige
324 43, 22 | 22. Neen, zij zeggen: "Wij zagen onze vaderen
325 43, 30 | Waarheid tot hen is gekomen, zeggen zij: "Dit is tovenarij en
326 43, 58 | beter of is hij beter?" Zij zeggen dit tot u alleen om te twisten.
327 43, 87 | hen?", zullen zij zeker zeggen: "Allah". Waarheen worden
328 44, 12 | gelovigen," (zullen zij zeggen). ~
329 44, 34 | mensen (de ongelovigen) zeggen: ~
330 45, 24 | 24. En zij zeggen: "Er is niets dan dit tegenwoordige
331 46, 7 | hen worden medegedeeld, zeggen degenen, die de Waarheid,
332 46, 8 | 8. Zeggen zij: "Hij heeft dit verzonnen,"
333 46, 11 | 11. En de ongelovigen zeggen over de gelovigen: "Indien
334 46, 11 | weg niet hebben gevolgd, zeggen zij: "Dit is een oude leugen." ~
335 46, 13 | 13. Voorwaar, zij, die zeggen: "Onze Heer is Allah", en
336 46, 34 | bij onze Heer." Hij zal zeggen: "Ondergaat dan de straf
337 47, 16 | wanneer zij van u weggaan, zeggen zij tot hen aan wie kennis
338 47, 20 | 20. En de gelovigen zeggen: "Waarom is er geen Soerah
339 47, 26 | Allah heeft geopenbaard, zeggen: "Wij willen u in sommige
340 48, 11 | achterbleven, zullen tot u zeggen: "Onze bezittingen en onze
341 48, 11 | voor ons vergiffenis." Zij zeggen met hun tong hetgeen niet
342 48, 15 | werden achtergelaten zullen zeggen, wanneer gij zoudt uitgaan
343 48, 15 | bepaald." Dan zullen zij zeggen: "Neen, doch gij benijdt
344 49, 14 | De bewoners der woestijn zeggen: "Wij geloven." Zeg: "Gij
345 50, 2 | kwam. En de ongelovigen zeggen: "Dit is een zonderling
346 50, 23 | 23. En zijn metgezel zal zeggen: "Dit is hetgeen bij mij
347 50, 27 | 27. Zijn metgezel zal zeggen: "O, onze Heer, ik maakte
348 50, 30 | Dag zullen Wij tot de hel zeggen: "Zijt gij gevuld?" En zij
349 50, 39 | Heb dus geduld met wat zij zeggen en verheerlijk uw Heer met
350 50, 45 | weten het beste wat zij zeggen en gij zijt er niet om hen
351 52, 14 | 14. (Men zal zeggen:) "Dit is het Vuur dat gij
352 52, 26 | 26. Zij zullen zeggen: "Voorheen vreesden wij
353 52, 30 | 30. Zeggen zij: "Hij is een dichter
354 52, 33 | 33. Of zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen"? -
355 52, 44 | zien vallen, zullen zij zeggen "Opgehoopte wolken." ~
356 54, 2 | wenden zij zich er van af en zeggen: "Een voortdurende toverkunst." ~
357 54, 8 | haastend. De ongelovigen zullen zeggen "Dit is een moeilijke dag." ~
358 54, 44 | 44. Zeggen zij: "Wij zijn een overwinnende
359 56, 47 | 47. En zij plachten te zeggen: "Als wij dood zijn en stof
360 57, 13 | tot de gelovigen zullen zeggen: "Laat ons iets van uw licht
361 58, 2 | baarden, - en voorzeker zij zeggen iets onbetamelijks en een
362 58, 8 | begroet; maar onder elkander zeggen zij: "Waarom straft Allah
363 58, 8 | hetgeen uw (tegen de profeet) zeggen?" Genoegzaam voor hen is
364 59, 10 | degenen die na hen kwamen, zeggen: "Onze Heer, vergeef ons
365 59, 11 | huichelaars gezien? Zij zeggen tegen hun ongelovige broeders
366 61, 6 | duidelijke bewijzen zullen zij zeggen: "Dit is louter bedrog." ~
367 63, 1 | huichelaars tot u komen, zeggen zij: "Wij getuigen dat gij
368 63, 7 | 7. Zij zijn het die zeggen, "Besteedt niets voor degenen
369 63, 8 | 8. Zij zeggen: "Als wij naar Madinah terugkeren
370 66, 8 | handen uitgaan. Zij zullen zeggen: "Onze Heer, volmaak ons
371 67, 9 | 9. Zij zullen zeggen: "Zeker, de waarschuwer
372 67, 10 | 10. En zij zullen zeggen: "Indien wij maar geluisterd
373 67, 25 | 25. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte
374 68, 51 | ten val brengen; en zij zeggen: "Hij is zeker krankzinnig." ~
375 69, 19 | hand wordt gegeven, zal zeggen: "Komt, leest mijn boek. ~
376 69, 25 | hand wordt gegeven, zal zeggen: "O was mijn boek mij maar
377 71, 23 | 23. En zeggen tegen elkander: 'Verlaat
378 73, 10 | wat zij (de ongelovigen) zeggen; en verlaat hen op gepaste
379 74, 31 | die ongelovig zijn, mogen zeggen: "Wat bedoelt Allah met
380 75, 10 | Op die Dag zal de mens zeggen: "Waarheen te vluchten?" ~
381 76, 22 | 22. (Hij zal zeggen): "Dit is uw loon, omdat
382 77, 29 | 29. Men zal zeggen: "Gaat naar (de straf) welke
383 77, 43 | 43. (Men zal zeggen): "Eet en drinkt met smaak
384 78, 40 | waarop) de ongelovige zal zeggen: "O, ware ik maar stof geweest!" ~~
385 79, 10 | 10. Zij (de ongelovigen) zeggen: "Zullen wij werkelijk tot
386 79, 12 | 12. Zij zeggen: "Dan zou deze opstanding
387 89, 24 | 24. Hij zal zeggen: "o had ik (vroeger), voor
388 99, 3 | 3. En de mens zal zeggen: "Wat is er met haar gebeurd?" ~
|