Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zegepraal 16
zegevieren 9
zegeviert 1
zeggen 388
zeggende 51
zegt 77
zei 8
Frequency    [«  »]
413 onze
395 wanneer
392 o
388 zeggen
385 toen
385 zeide
378 uit

Koran

IntraText - Concordances

zeggen

    Sura, Verse
1 2, 8 | En er zijn mensen, die zeggen: "Wij geloven in Allah en 2 2, 11 | onheil op aarde aan" dan zeggen zij: "Wij zijn slechts vredestichters". ~ 3 2, 13 | andere mensen geloven", zeggen zij: "Zullen wij geloven, 4 2, 14 | de gelovigen ontmoeten, zeggen zij: "Wij geloven", doch 5 2, 14 | zij naar hun leiders gaan, zeggen zij: "Wij zijn waarlijk 6 2, 25 | wordt geschonken, zullen zij zeggen: "Ziehier, hetgeen ons reeds 7 2, 26 | degenen, die niet geloven, zeggen:"Wat bedoelt Allah met zulk 8 2, 76 | zij de gelovigen ontmoeten zeggen zij: "Wij geloven" en wanneer 9 2, 76 | zij onder elkander zijn zeggen zij: "Verhaalt gij hun, 10 2, 79 | handen schrijven en dan zeggen: "Dit is van Allah", opdat 11 2, 80 | 80. En zij zeggen: "Het Vuur zal ons slechts 12 2, 91 | Allah heeft geopenbaard," zeggen zij: "Wij geloven slechts 13 2, 111| 111. En zij zeggen: "Niemand, behalve de Joden 14 2, 113| 113. De Joden zeggen: "De Christenen hebben geen 15 2, 113| grondslag en de Christenen zeggen: "De Joden hebben geen ware 16 2, 113| hetzelfde Boek lezen. Hetzelfde zeggen degenen, die geen kennis 17 2, 116| 116. En zij zeggen: "Allah heeft Zich een zoon 18 2, 118| 118. En de onwetenden zeggen: "Waarom spreekt Allah niet 19 2, 135| 135. En zij zeggen: "Weest Joden of Christenen, 20 2, 142| dwazen onder het volk zullen zeggen: "Wat heeft hen van hun 21 2, 156| rampspoed hen achterhaalt, zeggen: "Voorzeker, wij zijn van 22 2, 167| 167. Zullen de volgelingen zeggen: "Indien wij slechts terug 23 2, 170| Allah heeft geopenbaard", zeggen zij: "Neen, wij zullen datgene 24 2, 200| En er zijn mensen, die zeggen: "Onze Heer, schenk ons ( 25 2, 201| 201. Sommigen hunner zeggen: "Onze Heer, schenk ons 26 2, 235| weet, dat gij het haar zult zeggen. Maar belooft haar niets 27 2, 275| geslagen. Dat komt, omdat zij zeggen: "Handel is gelijk aan rente", 28 2, 285| Zijn boodschappers"; en zij zeggen: "Wij hebben gehoord en 29 3, 7 | gegrondvest zijn in kennis, die zeggen: "Wij geloven er in; het 30 3, 16 | 16. Hen die zeggen: "Onze Heer, voorzeker hebben 31 3, 24 | 24. Dat komt, doordat zij zeggen: "Het Vuur zal ons slechts 32 3, 75 | komt, omdat zij (de Joden) zeggen: "Wij zijn niet aansprakelijk 33 3, 78 | van het Boek is. En zij zeggen: "Dit is van Allah," ofschoon 34 3, 79 | hij dan tot de mensen zou zeggen: "Weest mijn dienaren buiten 35 3, 119| wanneer zij u ontmoeten zeggen zij: "Wij geloven." maar 36 3, 154| niet aan u onthullen; zij zeggen: "Als de zaak in onze handen 37 3, 156| of ten strijde trekken, zeggen: "Waren zij bij ons gebleven, 38 3, 167| dan bij het geloof. Zij zeggen met hun mond wat niet in 39 3, 181| optekenen en Wij zullen zeggen: "Ondergaat de straf van 40 3, 183| 183. En degenen, die zeggen: "Allah heeft ons opgedragen 41 4, 46 | hun verband rukken. En zij zeggen: " Wij horen en gehoorzamen 42 4, 51 | in afgoden en duivelen en zeggen van de ongelovigen: "Dezen 43 4, 75 | vrouwen en kinderen - die zeggen: "Onze Heer, neem ons uit 44 4, 77 | of zelfs nog erger en zij zeggen: "Onze Heer, waarom hebt 45 4, 78 | hen iets goeds overkomt zeggen zij: "Dit komt van Allah" 46 4, 78 | hen iets kwaads overkomt zeggen zij: "Dit komt van u" (van 47 4, 81 | 81. En zij zeggen: "Gehoorzaamheid", maar 48 4, 97 | eigen ziel onrecht aandoen, zeggen: "In welke toestand waart 49 4, 97 | de engelen) zullen echter zeggen: "Was Allah's aarde u niet 50 4, 141| van Allah ten deel valt, zeggen: "Waren wij niet met u?" 51 4, 141| ongelovigen er aandeel in krijgen, zeggen zij (tot hen): "Hebben wij 52 4, 155| de profeten en omdat ze zeggen: "Onze harten zijn gesluierd" - 53 4, 157| 157. En om hun zeggen: "Wij hebben de Messias, 54 5, 14 | 14. En met degenen die zeggen: "Wij zijn Christenen, sloten 55 5, 17 | Voorzeker, zij lasteren God die zeggen: "De Messias, zoon van Maria, 56 5, 18 | De Joden en de Christenen zeggen: "Wij zijn Allah's kinderen 57 5, 19 | brengt, opdat gij niet zult zeggen: "Er is geen brenger van 58 5, 41 | n.l. zij die met hun mond zeggen: "Wij geloven," maar in 59 5, 41 | plaatsen waren gezet en zeggen: "Als u dit wordt gegeven, 60 5, 53 | En de gelovigen zullen zeggen: "Zijn dit degenen die met 61 5, 61 | Wanneer zij tot u komen, zeggen zij: "Wij geloven," terwijl 62 5, 64 | 64. En de Joden zeggen: "De hand van Allah is gebonden." 63 5, 64 | vervloekt voor hetgeen zij zeggen. Neen, Zijn handen zijn 64 5, 72 | 72. Zij lasteren God, die zeggen: "Waarlijk Allah, Hij is 65 5, 73 | Waarlijk zij lasteren God, die zeggen: "Allah is Eén der Drie." 66 5, 82 | En gij zult degenen die zeggen: "Wij zijn Christenen" het 67 5, 83 | zij hebben herkend. Zij zeggen: "Onze Heer, wij geloven. 68 5, 104| en tot de boodschapper," zeggen zij: "Voor ons is datgene 69 5, 107| moeten bij Allah zweren en zeggen: "Waarlijk, ons getuigenis 70 5, 109| boodschappers zal verzamelen en zeggen: "Hoe werd gij aangenomen?" 71 5, 109| aangenomen?" Zij zullen zeggen: "Wij hebben geen kennis, 72 5, 110| 110. Wanneer Allah zal zeggen: "O Jezus, zoon van Maria, 73 5, 116| 116. En wanneer Allah zal zeggen: "O Jezus, zoon van Maria, 74 5, 116| Gij! Ik zou nooit kunnen zeggen, waarop ik geen recht had. 75 5, 119| 119. Allah zal zeggen: "Dit is een dag waarop 76 6, 8 | 8. Zij zeggen: "Waarom is er geen engel 77 6, 22 | verzamelen, dan zullen Wij zeggen tot degenen, die afgoderij 78 6, 23 | anders zijn dan dat zij zeggen: "Bij Allah, onze Heer; 79 6, 25 | met u, en de ongelovigen zeggen: "Dit zijn niets dan fabelen 80 6, 27 | gebracht! Zij zullen dan zeggen: "O, mochten wij slechts 81 6, 29 | 29. En zij zeggen: "Er is niets dan ons leven 82 6, 30 | worden gebracht, zal Hij zeggen: "Is dit niet de waarheid?" 83 6, 30 | bij onze Heer." Hij zal zeggen: "Ondergaat dan de straf, 84 6, 31 | hen komt, en zij zullen zeggen: "O, wij hebben wroeging, 85 6, 33 | zeer goed dat hetgeen zij zeggen u verdriet doet, doch zij 86 6, 37 | 37. En zij zeggen: "Waarom is er over hem 87 6, 53 | beproefd, zodat zij kunnen zeggen: "Zijn dezen het, die Allah 88 6, 91 | van Allah niet wanneer zij zeggen: "Allah heeft aan niemand 89 6, 105| tekenen uiteen, zodat zij zeggen: "Gij hebt het geleerd ( 90 6, 124| tot hen een teken komt, zeggen zij: "Wij zullen niet geloven 91 6, 128| zal verzamelen, (zal Hij zeggen): "O, gezelschap van djinn, 92 6, 128| vrienden onder de mensen zullen zeggen: "Onze Heer, wij hebben 93 6, 128| vastgesteld bereikt." Hij zal zeggen: "Het Vuur is uw tehuis 94 6, 130| waarschuwden? Zij zullen zeggen: "Wij getuigen tegen onszelven." 95 6, 136| heeft voortgebracht en zij zeggen: "Dit is voor Allah en dit 96 6, 138| 138. Zij zeggen: "Dit en dat vee en die 97 6, 139| 139. En zij zeggen: "Hetgeen in de baarmoeders 98 6, 148| afgoderij bedrijven, zullen zeggen: "Als Allah het had gewild 99 6, 156| 156. Opdat gij niet zoudt zeggen: "Het Boek was alleen geopenbaard 100 6, 157| 157. Of ingeval gij zoudt zeggen: "Voorzeker, als ons het 101 7, 28 | een slechte daad begaan, zeggen zij: "Wij zagen dit onze 102 7, 38 | 38. Hij zal zeggen: "Gaat onder de volkeren 103 7, 38 | de eersten hunner zullen zeggen: "Onze Heer, dezen deden 104 7, 38 | het Vuur." Hij (Allah) zal zeggen: "Er is voor iedereen het 105 7, 39 | hunner zullen tot de laatsten zeggen: "Gij zijt niet boven ons 106 7, 43 | hen vloeien. En zij zullen zeggen: "Alle lof komt Allah toe, 107 7, 44 | u beloofde?" Zij zullen zeggen: "Ja." Dan zal er een woordvoerder 108 7, 47 | zijn gericht, zullen zij zeggen: "Onze Heer, plaats ons 109 7, 53 | die het voorheen vergaten, zeggen: "De boodschappers van onze 110 7, 172| der Opstanding niet zoudt zeggen: "Wij waren ons hiervan 111 7, 173| 173. Of gij zolldt zeggen: "Het waren alleen onze 112 7, 203| gij hun geen teken brengt, zeggen zij: "Waarom verzint gij 113 8, 21 | niet zoals degenen, die zeggen: "Wij horen," maar zij horen 114 8, 31 | worden voorgelezen aan hen, zeggen zij: "Wij hebben het gehoord. 115 9, 30 | 30. En de Joden zeggen: "Ezra is de zoon van Allah" 116 9, 30 | Allah" en de Christenen zeggen: "De Messias is de zoon 117 9, 30 | hetgeen zij met hun mond zeggen. Zij spreken de woorden 118 9, 50 | een rampspoed overkomt, zeggen zij: "Wij hadden inderdaad 119 9, 61 | profeet lastig vallen en zeggen: "Hij luistert naar iedereen." 120 9, 65 | ondervraagt, zullen zij beslist zeggen: "Wij spraken slechts ijdellijk ( 121 9, 86 | hen u om toestemming en zeggen: "Laat ons achter, opdat 122 9, 124| zijn er sommigen hunner die zeggen: "Wie uwer heeft deze in 123 10, 2 | hebben"? De ongelovigen zeggen: "Voorzeker, deze is een 124 10, 15 | tekenen worden voorgedragen, zeggen degenen, die niet naar de 125 10, 18 | schaden noch baten kan en zij zeggen: "Dezen zijn onze bemiddelaars 126 10, 20 | 20. En zij zeggen: "Waarom is er geen teken 127 10, 28 | Wij tot de afgodendienaren zeggen: "Blijft ter plaatse, gij 128 10, 28 | en hun deelgenoten zullen zeggen: "Voorzeker gij placht ons 129 10, 31 | bestuurt het al?" Zij zullen zeggen: "Allah." Zeg: "Wilt gij 130 10, 38 | 38. Of zeggen zij: "Hij (de profeet) heeft 131 10, 48 | 48. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte 132 10, 68 | 68. Zij zeggen: "Allah heeft een zoon tot 133 11, 7 | zullen de ongelovigen zeggen: "Dit is niets dan een zuiver 134 11, 8 | bepaalde tijd uitstellen, zeggen zij: "Wie weerhoudt haar?" 135 11, 10 | smaken, zal hij voorzeker zeggen: "De rampspoed is van mij 136 11, 12 | door benauwd, omdat zij zeggen: "Waarom is er tot hem geen 137 11, 13 | 13. Zeggen zij: "Hij heeft dit (de 138 11, 18 | gebracht en de getuigen zullen zeggen: "Dezen zijn degenen die 139 11, 35 | 35. Zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen?" 140 11, 54 | 54. "Wij kunnen alleen zeggen dat sommige onzer Goden 141 12, 42 | vergeten het aan zijn heer te zeggen daarom bleef hij voor enige 142 12, 66 | Allah waakt over hetgeen wij zeggen." ~ 143 13, 5 | u verwondert, dan is hun zeggen verwonderlijker: "Wanneer 144 13, 7 | 7. En de ongelovigen zeggen: "Waarom is hem (de profeet) 145 13, 27 | degenen die niet geloven, zeggen: "Waarom is hem (de profeet) 146 13, 43 | 43. De ongelovigen zeggen: "Gij zijt geen gezant." 147 14, 21 | zwakken tot de hoogmoedigen zeggen: "Wij waren voorzeker uw 148 14, 21 | niet helpen?" Zij zullen zeggen: "Als Allah ons had geleid, 149 14, 22 | zaak is beslist zal Satan zeggen: "Allah deed u een ware 150 14, 44 | zullen de onrechtvaardigen zeggen: "Onze Heer, schenk ons 151 15, 6 | 6. En dezen zeggen: "O, gij, tot wie de vermaning 152 15, 15 | 15. Dan zouden zij zeker zeggen: "Onze ogen zijn slechts 153 15, 97 | wordt vanwege hetgeen zij zeggen. ~ 154 16, 24 | heeft uw Heer geopenbaard?", zeggen zij: "Het zijn slechts fabelen 155 16, 27 | Opstanding vernederen en Hij zal zeggen: "Waar zijn Mijn medegoden, 156 16, 28 | onderdanigheid aanbieden (en zeggen): "Wij deden geen kwaad." 157 16, 30 | geopenbaard?", dan zullen zij zeggen: "Het beste." Er is voor 158 16, 35 | 35. De afgodendienaren zeggen: "Als Allah het zo had gewild 159 16, 40 | Wanneer Wij iets willen, dan zeggen Wij slechts: "Wees", en 160 16, 86 | zullen zien, zullen zij zeggen: "Onze Heer, dezen zijn 161 16, 101| beste wat Hij openbaart - zeggen zij: "Gij verzint slechts." 162 16, 103| weten inderdaad dat zij zeggen dat het slechts een man 163 17, 43 | verheven, boven hetgeen zij zeggen. ~ 164 17, 47 | wanneer de onrechtvaardigen zeggen: "Gij volgt slechts een 165 17, 49 | 49. En zij zeggen: "Zullen wij, wanneer wij 166 17, 51 | moeilijkst, is." Dan zullen zij zeggen: "Zeg, wie zal ons dan doen 167 17, 90 | 90. En zij zeggen: "Wij zullen in u stellig 168 17, 108| 108. En zeggen: "Glorie zij onze Heer. 169 18, 4 | diegenen te waarschuwen, die zeggen: "Allah heeft Zich een zoon 170 18, 5 | dat uit hun mond komt. Zij zeggen slechts onwaarheid. ~ 171 18, 22 | 22. Sommigen zullen zeggen: "Er waren er drie en de 172 18, 22 | hond." En sommigen zullen zeggen: "Er waren er vijf en de 173 18, 22 | wilde weg en sommigen zullen zeggen: "Er waren er zeven, de 174 18, 24 | 24. Zonder (er bij te zeggen): "Indien het Allah behaagt." 175 18, 48 | worden gebracht. (Hij zal zeggen) Nu zijt gij tot Ons gekomen 176 18, 49 | daarin staat en zij zullen zeggen: "Wee ons! Wat voor een 177 18, 52 | Gedenk) de dag waarop Hij zal zeggen: "Roept degenen waarvan 178 19, 73 | hen worden voorgehouden zeggen de ongelovigen tot de gelovigen: " 179 19, 88 | 88. En zij zeggen: "De Barmhartige heeft zich 180 20, 94 | was beducht dat gij zoudt zeggen: 'Gij hebt een scheuring 181 20, 95 | zeide: "En wat hebt gij te zeggen, o Saamiri?" ~ 182 20, 97 | gedurende heel uw leven zult gij zeggen: 'Raak mij niet aan,' en 183 20, 103| op zachte toon spreken en zeggen: "Gij zijt slechts tien ( 184 20, 104| Wij weten wat zij zullen zeggen wanneer de beste hunner 185 20, 125| 125. Hij zal zeggen: "Mijn Heer waarom hebt 186 20, 126| 126. God zal zeggen: "Aldus kwamen Onze tekenen 187 20, 130| Mohammed) lijdzaam hetgeen zij zeggen en verheerlijk uw Heer met 188 20, 133| En zij (de ongelovigen) zeggen: "Waarom brengt hij ons 189 21, 5 | 5. "Neen," zeggen zij, "verwarde dromen; neen, 190 21, 22 | Troon, boven hetgeen zij zeggen. ~ 191 21, 26 | 26. En zij zeggen: "De Barmhartige heeft Zich 192 21, 29 | 29. En wie hunner zou zeggen: "Ik ben een God naast Hem," 193 21, 36 | spotten zij slechts met u, zij zeggen: "Is dit degene die kwaad 194 21, 38 | 38. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte 195 21, 46 | zullen zij ongetwijfeld zeggen: "Wee ons, wij waren inderdaad 196 21, 97 | verstard zijn. (Zij zullen zeggen): "O! wee ons, wij waren 197 22, 22 | worden gedreven; men zal zeggen: "Proeft gij de straf van 198 23, 70 | 70. Of zeggen zij: "Hij is krankzinng?" 199 23, 81 | 81. Doch zij zeggen hetzelfde als de voormalige 200 23, 82 | 82. Zij zeggen: "Zullen wij, wanneer wij 201 23, 85 | 85. Zij zullen zeggen: "Aan Allah." Zeg: "Wilt 202 23, 87 | 87. Zij zullen zeggen: "Allah." Zeg: "Wilt gij 203 23, 96 | de hoogte van hetgeen zij zeggen, ~ 204 23, 108| 108. Hij zal zeggen: "Blijft daarin vernederd 205 23, 109| Mijn dienaren dat placht te zeggen: "O, onze Heer, wij hebben 206 23, 114| 114. Hij (Allah) zal zeggen: "Gij bleeft een korte tijd, 207 24, 7 | En de vijfde maal zal hij zeggen: dat Allah's vloek op hem 208 24, 9 | En de vijfde maal zal zij zeggen: dat de toorn van Allah 209 24, 26 | uitstaande met hetgeen anderen zeggen. Er is voor hen vergiffenis 210 24, 47 | 47. En zii zeggen: "Wij geloven in Allah en 211 24, 51 | hen moge recht spreken, zeggen zij slechts: "Wij horen 212 25, 4 | 4. De ongelovigen zeggen: "Dit is niets dan een leugen, 213 25, 5 | 5. En zij zeggen: "Dit zijn fabelen der ouden; 214 25, 7 | 7. En zij zeggen: "Wat voor boodschapper 215 25, 8 | En de onrechtvaardigen zeggen: "Gij volgt slechts een 216 25, 21 | ontmoeting niet verwachten zeggen: "Waarom zijn geen engelen 217 25, 22 | schuldigen; dan zullen zij zeggen: "Ware er slechts een grote 218 25, 27 | handen zal bijten zal hij zeggen: "O, had ik de weg met de 219 25, 30 | En de boodschapper zal zeggen: "O, mijn Heer, mijn volk 220 25, 32 | 32. En de ongelovigen zeggen: "Waarom werd de Koran niet 221 25, 60 | neder voor de Barmhartige," zeggen zij: "En wie is de Barmhartige? 222 25, 63 | onwetenden hen aanspreken, zeggen zij: "Vrede". ~ 223 25, 65 | 65. Terwijl zij zeggen:"Onze Heer, wend de straf 224 25, 74 | 74. En zij die zeggen: "Onze Heer, maak onze echtgenoten 225 26, 96 | zullen zij (tegen de afgoden) zeggen: ~ 226 26, 203| 203. En zij zullen zeggen: "Wordt ons geen uitstel 227 26, 226| 226. En wat zij zeggen doen zij niet. ~ 228 27, 49 | tot zijn bloedverwanten zeggen: "Wij waren geen getuigen 229 27, 67 | 67. En de ongelovigen zeggen: "Zullen wij wanneer wij 230 27, 71 | 71. En zij zullen zeggen: "Wanneer zal deze bedreiging 231 27, 84 | Wanneer zij komen, zal Hij zeggen: "Hebt gij Onze tekenen 232 28, 28 | Getuige van hetgeen wij zeggen." ~ 233 28, 47 | verdienen, mogen zij niet meer zeggen: "Onze Heer, waarom zondt 234 28, 48 | ondersteunen." En dezen zeggen: "Wij geloven in beiden 235 28, 53 | aan hen is voorgedragen, zeggen zij: "Wij geloven er in. 236 28, 55 | wenden zij zich er van af en zeggen: "Aan ons onze werken en 237 28, 57 | de bewoners van Mekka) zeggen: "Als wij de leiding met 238 28, 62 | Dag zal God hen roepen en zeggen: "Waar zijn Mijn deelgenoten 239 28, 63 | kracht zal worden, zullen zeggen: "Onze Heer, dit zijn degenen 240 28, 65 | zal Hij tot hen roepen en zeggen: "Welk antwoord gaaft gij ( 241 28, 74 | Hij hen zal oproepen en zeggen: "Waar zijn Mijn mededingers, 242 28, 75 | getuige nemen en Wij zullen zeggen: "Brengt uw bewijs." Dan 243 28, 82 | begonnen (de volgende dag) te zeggen: "O wee, Allah vergroot 244 29, 2 | gelaten, alleen omdat zij zeggen: "Wij geloven" zonder dat 245 29, 10 | Onder de mensen zijn er die zeggen: "Wij geloven in Allah", 246 29, 10 | als hulp van uw Heer komt, zeggen zij: "Voorzeker, wij waren 247 29, 12 | 12. En de ongelovigen zeggen tot de gelovigen: "Volgt 248 29, 50 | 50. Toch zeggen zij: "Waarom zijn hem geen 249 29, 55 | onder hun voeten, zal Hij zeggen: "Ondergaat wat gij hebt 250 29, 61 | gesteld?" zullen zij gewis zeggen, "Allah". Hoe worden zij 251 29, 63 | dood?", zullen zij gewis zeggen: "Allah". Zeg: "Alle roem 252 30, 56 | geloof was gegeven, zullen zeggen: "Volgens het Boek van Allah 253 30, 58 | brengt, zullen de ongelovigen zeggen: "Gij zijt slechts leugenaars." ~ 254 31, 21 | Allah heeft geopenbaard," zeggen zij: "Neen, wij zullen datgene 255 32, 3 | 3. Zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen?" 256 32, 10 | 10. En zij zeggen: "Zullen wij, wanneer wij 257 32, 28 | En zij (de ongelovigen) zeggen: "Wanneer zal deze beslissing 258 33, 18 | die tegen hun broeders zeggen: "Komt naar ons toe," en 259 33, 53 | niet om de waarheid (te zeggen). En als gij haar (zijn 260 33, 66 | zal wentelen zullen zij zeggen: "O, hadden wij slechts 261 33, 67 | 67. En zij zullen zeggen: "Onze Heer, wij gehoorzaamden 262 34, 3 | 3. De ongelovigen zeggen: "Het Uur zal niet over 263 34, 7 | 7. En de ongelovigen zeggen: "Zullen wij u een man aanwijzen 264 34, 23 | hun hart wordt weggenomen, zeggen: "Wat zeide uw Heer?" Zij 265 34, 29 | 29. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte 266 34, 31 | 31. En de ongelovigen zeggen: "Wij zullen stellig aan 267 34, 31 | zullen tot de hoogmoedigen zeggen: "Waart gij niet geweest 268 34, 32 | zullen tot de zwakkelingen zeggen: "Waren wij het die u van 269 34, 33 | zullen tot de hoogmoedigen zeggen: "Maar het kwam door uw 270 34, 40 | zal Hij tot de engelen zeggen: "Plachten dezen u te aanbidden?" ~ 271 34, 42 | 42. (God zal zeggen) "Heden hebt gij geen macht 272 34, 42 | tot de onrechtvaardigen zeggen: "Ondergaat de straf van 273 34, 43 | aan hen zijn verkondigd, zeggen zij: "Dit is slechts een 274 34, 43 | wenst af te leiden." En zij zeggen: "Dit is slechts een verzonnen 275 34, 43 | leugen." En de ongelovigen zeggen van de Waarheid als deze 276 34, 52 | 52. Dan zullen zij zeggen: "Wij geloven er in!" Maar 277 35, 34 | 34. En zij zullen zeggen: "Alle lof zij Allah, Die 278 36, 47 | Allah u heeft geschonken," zeggen de ongelovigen tot de gelovigen, " 279 36, 48 | 48. En zij zeggen: "Wanneer zal deze Belofte 280 36, 52 | 52. Zij zullen zeggen: "O wee ons, wie heeft ons 281 36, 59 | 59. (En Hij zal zeggen): "Houdt u op deze dag terzijde, 282 37, 15 | 15. En zij zeggen: "Dit is niets dan een klaarblijkelijke 283 37, 20 | 20. Dan zullen zij zeggen: "Wee ons! Dit is de Dag 284 37, 21 | 21. (Allah zal zeggen:) "Dit is de Dag der Beslissing 285 37, 28 | 28. Zij zullen zeggen: "Voorwaar, gij placht ons 286 37, 51 | 51. Een hunner zal zeggen: "Ik had een metgezel, ~ 287 37, 52 | 52. Die placht te zeggen: "Bevestigt gij inderdaad, ~ 288 37, 56 | 56. Hij zal zeggen: "Bij Allah, gij deedt mij 289 37, 151| Welnu, door hun verzinsel zeggen zij: ~ 290 37, 159| Allah boven hetgeen zij zeggen. ~ 291 37, 167| 167. En zij plachten te zeggen: ~ 292 37, 180| Macht, boven hetgeen zij zeggen! ~ 293 38, 4 | gekomen; en de ongelovigen zeggen. "Dit is een tovenaar en 294 38, 6 | En de leiders onder hen zeggen: "Gaat voort en houdt u 295 38, 16 | 16. Zij zeggen: "Onze Heer, geef ons spoedig 296 38, 17 | 17. Verdraag hetgeen zij zeggen en gedenk onze dienaar David, 297 38, 59 | zal worden. (Zij zullen zeggen:) "Geen welkom voor hen, 298 38, 61 | 61. Zij zullen zeggen: "Onze Heer, wie dit voor 299 38, 62 | 62. En zij zullen zeggen: "Hoe komt het dat wij de 300 39, 56 | 56. Opdat geen ziel moge zeggen: "O wat een spijt heb ik 301 39, 57 | Of opdat zij niet moge zeggen: "Had Allah mij geleid dan 302 39, 58 | straf ziende, niet moge zeggen: "Ik wilde dat er voor mij 303 39, 71 | wachters zullen tot hen zeggen: "Kwamen er geen boodschappers 304 39, 73 | bewakers zullen tot hen zeggen: "Vrede zij u! Weest gelukkig 305 39, 74 | 74. Zij zullen zeggen: "Alle lof behoort aan Allah, 306 40, 11 | 11. Zij zullen zeggen: "Onze Heer, Gij deedt ons 307 40, 47 | de zwakken tot de trotsen zeggen: "Voorzeker, wij waren uw 308 40, 48 | Zij die trots waren zullen zeggen: "Wij zijn er allen in. 309 40, 49 | tot de bewaarders der hel zeggen: "Bidt uw Heer, een dag 310 40, 50 | duidelijke bewijzen?" Zij zullen zeggen: "Ja zeker." De bewaarders 311 40, 74 | Naast Allah?" Zij zullen zeggen: "Zij zijn verloren gegaan. 312 41, 5 | 5. Zij zeggen: "Onze harten zijn gesluierd 313 41, 21 | zij zullen tot hun huiden zeggen: "Waarom getuigt gij tegen 314 41, 26 | 26. En de ongelovigen zeggen: "Luistert niet naar deze 315 41, 29 | En de ongelovigen zullen zeggen: "Onze Heer, toon ons degenen 316 41, 30 | 30. Voorzeker zij, die zeggen: "Onze Heer is Allah," en 317 41, 50 | is gekomen, zal hij zeker zeggen: "Dit komt mij toe en ik 318 42, 24 | 24. Zeggen zij: "Hij heeft een leugen 319 42, 44 | straf zullen aanschouwen, zeggen: "Is er geen weg tot terugkeer?" ~ 320 42, 45 | kijken. De gelovigen zullen zeggen: "De verliezers zijn inderdaad 321 43, 9 | aarde?" zullen zij zeker zeggen: "De Machtige, de Alwetende." ~ 322 43, 13 | uw Heer moogt gedenken en zeggen: "Glorie zij Hem, Die dit 323 43, 20 | 20. Zij zeggen: "Indien de Barmhartige 324 43, 22 | 22. Neen, zij zeggen: "Wij zagen onze vaderen 325 43, 30 | Waarheid tot hen is gekomen, zeggen zij: "Dit is tovenarij en 326 43, 58 | beter of is hij beter?" Zij zeggen dit tot u alleen om te twisten. 327 43, 87 | hen?", zullen zij zeker zeggen: "Allah". Waarheen worden 328 44, 12 | gelovigen," (zullen zij zeggen). ~ 329 44, 34 | mensen (de ongelovigen) zeggen: ~ 330 45, 24 | 24. En zij zeggen: "Er is niets dan dit tegenwoordige 331 46, 7 | hen worden medegedeeld, zeggen degenen, die de Waarheid, 332 46, 8 | 8. Zeggen zij: "Hij heeft dit verzonnen," 333 46, 11 | 11. En de ongelovigen zeggen over de gelovigen: "Indien 334 46, 11 | weg niet hebben gevolgd, zeggen zij: "Dit is een oude leugen." ~ 335 46, 13 | 13. Voorwaar, zij, die zeggen: "Onze Heer is Allah", en 336 46, 34 | bij onze Heer." Hij zal zeggen: "Ondergaat dan de straf 337 47, 16 | wanneer zij van u weggaan, zeggen zij tot hen aan wie kennis 338 47, 20 | 20. En de gelovigen zeggen: "Waarom is er geen Soerah 339 47, 26 | Allah heeft geopenbaard, zeggen: "Wij willen u in sommige 340 48, 11 | achterbleven, zullen tot u zeggen: "Onze bezittingen en onze 341 48, 11 | voor ons vergiffenis." Zij zeggen met hun tong hetgeen niet 342 48, 15 | werden achtergelaten zullen zeggen, wanneer gij zoudt uitgaan 343 48, 15 | bepaald." Dan zullen zij zeggen: "Neen, doch gij benijdt 344 49, 14 | De bewoners der woestijn zeggen: "Wij geloven." Zeg: "Gij 345 50, 2 | kwam. En de ongelovigen zeggen: "Dit is een zonderling 346 50, 23 | 23. En zijn metgezel zal zeggen: "Dit is hetgeen bij mij 347 50, 27 | 27. Zijn metgezel zal zeggen: "O, onze Heer, ik maakte 348 50, 30 | Dag zullen Wij tot de hel zeggen: "Zijt gij gevuld?" En zij 349 50, 39 | Heb dus geduld met wat zij zeggen en verheerlijk uw Heer met 350 50, 45 | weten het beste wat zij zeggen en gij zijt er niet om hen 351 52, 14 | 14. (Men zal zeggen:) "Dit is het Vuur dat gij 352 52, 26 | 26. Zij zullen zeggen: "Voorheen vreesden wij 353 52, 30 | 30. Zeggen zij: "Hij is een dichter 354 52, 33 | 33. Of zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen"? - 355 52, 44 | zien vallen, zullen zij zeggen "Opgehoopte wolken." ~ 356 54, 2 | wenden zij zich er van af en zeggen: "Een voortdurende toverkunst." ~ 357 54, 8 | haastend. De ongelovigen zullen zeggen "Dit is een moeilijke dag." ~ 358 54, 44 | 44. Zeggen zij: "Wij zijn een overwinnende 359 56, 47 | 47. En zij plachten te zeggen: "Als wij dood zijn en stof 360 57, 13 | tot de gelovigen zullen zeggen: "Laat ons iets van uw licht 361 58, 2 | baarden, - en voorzeker zij zeggen iets onbetamelijks en een 362 58, 8 | begroet; maar onder elkander zeggen zij: "Waarom straft Allah 363 58, 8 | hetgeen uw (tegen de profeet) zeggen?" Genoegzaam voor hen is 364 59, 10 | degenen die na hen kwamen, zeggen: "Onze Heer, vergeef ons 365 59, 11 | huichelaars gezien? Zij zeggen tegen hun ongelovige broeders 366 61, 6 | duidelijke bewijzen zullen zij zeggen: "Dit is louter bedrog." ~ 367 63, 1 | huichelaars tot u komen, zeggen zij: "Wij getuigen dat gij 368 63, 7 | 7. Zij zijn het die zeggen, "Besteedt niets voor degenen 369 63, 8 | 8. Zij zeggen: "Als wij naar Madinah terugkeren 370 66, 8 | handen uitgaan. Zij zullen zeggen: "Onze Heer, volmaak ons 371 67, 9 | 9. Zij zullen zeggen: "Zeker, de waarschuwer 372 67, 10 | 10. En zij zullen zeggen: "Indien wij maar geluisterd 373 67, 25 | 25. En zij zeggen: "Wanneer zal deze belofte 374 68, 51 | ten val brengen; en zij zeggen: "Hij is zeker krankzinnig." ~ 375 69, 19 | hand wordt gegeven, zal zeggen: "Komt, leest mijn boek. ~ 376 69, 25 | hand wordt gegeven, zal zeggen: "O was mijn boek mij maar 377 71, 23 | 23. En zeggen tegen elkander: 'Verlaat 378 73, 10 | wat zij (de ongelovigen) zeggen; en verlaat hen op gepaste 379 74, 31 | die ongelovig zijn, mogen zeggen: "Wat bedoelt Allah met 380 75, 10 | Op die Dag zal de mens zeggen: "Waarheen te vluchten?" ~ 381 76, 22 | 22. (Hij zal zeggen): "Dit is uw loon, omdat 382 77, 29 | 29. Men zal zeggen: "Gaat naar (de straf) welke 383 77, 43 | 43. (Men zal zeggen): "Eet en drinkt met smaak 384 78, 40 | waarop) de ongelovige zal zeggen: "O, ware ik maar stof geweest!" ~~ 385 79, 10 | 10. Zij (de ongelovigen) zeggen: "Zullen wij werkelijk tot 386 79, 12 | 12. Zij zeggen: "Dan zou deze opstanding 387 89, 24 | 24. Hij zal zeggen: "o had ik (vroeger), voor 388 99, 3 | 3. En de mens zal zeggen: "Wat is er met haar gebeurd?" ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License