Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
u 2162
uien 1
uilt 1
uit 378
uitbannen 1
uitbetaald 2
uitblinken 3
Frequency    [«  »]
388 zeggen
385 toen
385 zeide
378 uit
367 deze
367 doen
365 bij

Koran

IntraText - Concordances

uit

    Sura, Verse
1 2, 19 | dat zij) bij zware regen uit de hemel waarmede dichte 2 2, 19 | donder en bliksem komt, uit doodsangst hun vingers in 3 2, 36 | hen beiden en dreef hen uit de staat waarin zij zich 4 2, 70 | zien er voor ons gelijk uit; en als Allah het wil, zullen 5 2, 74 | splijten en er vloeit water uit. En sommige zijn er die 6 2, 74 | En sommige zijn er die uit vrees voor Allah neervallen. 7 2, 84 | niet vergieten noch uw volk uit hun huizen verdrijven", 8 2, 85 | een gedeelte van uw volk uit hun huizen verdrijft, elkaar 9 2, 109| gelovig geworden zijt, u uit afgunst weder tot ongelovigen 10 2, 151| 151. Omdat Wij uit uw midden een boodschapper 11 2, 177| van zijn vermogen geeft uit liefde voor Hem aan de verwanten, 12 2, 191| ook ontmoet en drijft hen uit, vanwaar zij u hebben uitgedreven; 13 2, 197| Allah weet het. En rust u uit met het nodige, maar de 14 2, 213| tot hen waren gekomen, - uit afgunst jegens elkander. 15 2, 221| niet aan afgodendienaren uit, voordat zij geloven; waarlijk 16 2, 243| gij niet van degenen, die uit angst voor de dood hun huizen 17 2, 250| Heer, stort geduld over ons uit en maak onze voetstappen 18 2, 255| Zijn troon strekt zich uit over hemelen en aarde en 19 2, 257| geloven; Hij brengt hen uit de duisternis tot het licht. 20 2, 257| duivelen, zij brengen hen uit het licht in de duisternis; 21 2, 267| en van hetgeen Wij voor u uit de aarde voortbrengen en 22 2, 268| slecht is, terwijl Allah uit Zichzelf u vergiffenis en 23 2, 269| niemand trekt er lering uit, behalve zij, die begrip 24 2, 286| dragen), wis onze fouten uit en schenk ons vergiffenis 25 3, 7 | niemand trekt er lering uit, dan zij, die begrip hebben. ~ 26 3, 19 | verschilden eerst onderling uit afgunst, nadat kennis tot 27 3, 27 | En Gij brengt het levende uit het dode voort en Gij brengt 28 3, 27 | voort en Gij brengt het dode uit het levende voort. En Gij 29 3, 49 | teken van uw Heer; ik zal u uit klei de vorm van een vogel 30 3, 59 | Hij (Allah) schiep hem uit stof en zeide: "Wees" en 31 3, 103| legt Allah u Zijn geboden uit opdat gij zult worden geleid. ~ 32 3, 140| geloven onderscheide en uit uw midden getuigen (martelaren) 33 3, 154| Hebben wij iets met de zaak uit te staan?" Zeg: "De zaak 34 3, 159| geweest zouden zij zich zeker uit uw omgeving hebben verwijderd. 35 3, 164| daar Hij een boodschapper uit hun midden opwekte, die 36 4, 1 | haar gezellin schiep en uit hen beiden mannen en vrouwen 37 4, 46 | onder de Joden, die woorden uit hun verband rukken. En zij 38 4, 75 | zeggen: "Onze Heer, neem ons uit deze stad waarvan de bewoners 39 4, 89 | Neemt derhalve geen vrienden uit hun midden totdat zij voor 40 4, 89 | neemt vriend noch helper uit hun midden. ~ 41 4, 92 | erfgenamen, tenzij deze het uit liefdadigheid kwijtschelden. 42 4, 153| het Boek vragen u een Boek uit de hemel op hen te doen 43 4, 173| volle geven en meer dan dat uit Zijn overvloed, maar degenen 44 4, 176| ontvangen. Allah legt u dit uit, opdat gij niet zult afdwalen; 45 5, 4 | spreekt er Allah's Naam over uit. En vreest Allah. Voorzeker, 46 5, 5 | vrouwen en kuise vrouwen uit het midden dergenen, wie 47 5, 12 | verwekten twaalf leiders uit hun midden. En Allah zeide: " 48 5, 13 | verhard. Zij rukken de woorden uit hun verband en hebben een 49 5, 16 | paden van vrede en leidt hen uit de duisternis tot het licht 50 5, 22 | binnengaan voordat zij er uit weggaan. En indien zij er 51 5, 22 | weggaan. En indien zij er uit weggaan, zullen wij het 52 5, 37 | 37. Zij zullen uit het vuur willen komen, maar 53 5, 57 | maken van uw godsdienst, uit de kring dergenen wie het 54 5, 89 | legt Allah u Zijn tekenen uit, opdat gij dankbaar moogt 55 5, 96 | 96. De vangst uit zee en het eten ervan is 56 5, 106| twee anderen die niet van uit uw midden zijn indien gij 57 5, 107| anderen hun plaats innemen uit het midden van degenen, 58 5, 110| toen gij door Mijn gebod uit klei de vorm van een vogel 59 6, 2 | 2. Hij is het, Die u uit klei schiep en daarna een 60 6, 38 | zoals gij. Wij hebben niets uit het Boek weggelaten. Dan 61 6, 80 | Wilt gij er dan geen lering uit trekken?" ~ 62 6, 95 | Hij brengt de levenden uit de doden voort en is de 63 6, 95 | de Voortbrenger van doden uit de levenden. Dat is Allah, 64 6, 98 | En Hij is het, Die u van uit één ziel heeft voortgebracht 65 6, 99 | En Hij is het, Die water uit de wolken nederzendt en 66 6, 99 | voortbrengen. En er komen uit de scheden van de dadelpalm 67 6, 108| naast Allah aanroepen niet uit, anders zullen zij uit nijd 68 6, 108| niet uit, anders zullen zij uit nijd in hun onwetendheid 69 6, 126| voor een volk dat er lering uit wil trekken. ~ 70 6, 130| en mensen. Kwamen er niet uit uw midden boodschappers 71 6, 133| wie Hij wil, zoals Hij u uit het nageslacht van andere 72 6, 140| kinderen door gebrek aan kennis uit domheid doden en hetgeen, 73 6, 151| behandelt en dat gij uw kinderen uit armoede doodt. - Wij zijn 74 6, 152| vermaant, opdat gij er lering uit moogt trekken. ~ 75 7, 12 | beter dan hij. Gij hebt mij uit vuur en hem uit klei geschapen. ~ 76 7, 12 | hebt mij uit vuur en hem uit klei geschapen. ~ 77 7, 22 | te bedekken met bladeren uit de tuin. En hun Heer riep 78 7, 26 | Allah, opdat zij er lering uit mogen trekken. ~ 79 7, 27 | verleiden, zoals hij uw ouders uit het paradijs verdreef en 80 7, 37 | die een leugen over Allah uit, of Zijn tekenen verloochent? 81 7, 50 | Giet wat water over ons uit of iets, waarmnee Allah 82 7, 57 | daarna zenden Wij er water uit neder, dan brengen Wij alle 83 7, 57 | op, opdat gij er lering uit moogt trekken. ~ 84 7, 63 | is gekomen door een man uit uw midden opdat hij u moge 85 7, 69 | is gekomen door een man uit uw midden, opdat hij u moge 86 7, 74 | vlakten en gij hieuwt huizen uit de bergen. Gedenkt daarom 87 7, 82 | slechts: "Verdrijft hen uit uw stad, want zij zijn mannen 88 7, 88 | de gelovigen met u zeker uit onze stad verdrijven tenzij 89 7, 110| 110. "Hij wil u uit uw land zetten. Wat raadt 90 7, 123| opdat gij haar bewoners er uit moogt verdrijven maar gij 91 7, 126| standvastigheid over ons uit en doe ons sterven terwijl 92 7, 130| vruchten, opdat zij er lering uit mochten trekken. 93 7, 172| kinderen een nageslacht uit hun lendenen voortbracht, 94 7, 176| achtervolgt laat deze zijn tong (uit de bek) hangen en indien 95 7, 176| steekt hij ook zijn tong uit. Dit is het geval van de 96 7, 189| 189. Hij is het, Die u uit een enkele ziel heeft geschapen 97 8, 32 | van U is, doe dan stenen uit de hemel over ons regenen 98 8, 47 | zoals degenen die pochend uit hun huizen kwamen om door 99 8, 57 | hen, opdat zij er lering uit mogen trekken. ~ 100 9, 5 | belegert hen en loert op hen uit elke hinderlaag. Maar als 101 9, 11 | geloof. Wij leggen de tekenen uit aan een volk dat wil begrijpen. ~ 102 9, 28 | zal Allah u als Hij wil, uit Zijn overvloed verrijken. 103 9, 74 | en Zijn boodschapper hen uit Zijn overvloed hadden verrijkt. 104 9, 81 | zij zeiden: "Trekt niet uit in de hitte." Zeg: "Het 105 9, 83 | om toestemming vragen om uit te trekken (tot het gevecht), 106 9, 92 | hun ogen vol tranen terug uit spijt, dat zij niets konden 107 9, 126| noch trekken zij er lering uit. ~ 108 9, 128| Voorzeker, een boodschapper is uit uw midden tot u gekomen; 109 10, 2 | mensen, dat Wij een man uit hun midden openbaarden: " 110 10, 15 | aan mij, hem te veranderen uit mijzelf. Ik volg slechts 111 10, 24 | slechts als water, dat Wij uit de wolken nederzenden, daarna 112 10, 24 | Zo leggen Wij de tekenen uit aan een volk, dat nadenkt. ~ 113 10, 31 | En wie brengt de levenden uit de doden en de doden uit 114 10, 31 | uit de doden en de doden uit de levenden voort? En wie 115 10, 83 | jongelingen van onder zijn volk, uit vrees voor Pharao en zijn 116 11, 48 | O Noach, daal dan af (uit de ark) met Onze vrede en 117 11, 104| slechts voor een bepaalde tijd uit. ~ 118 11, 114| voor degenen die er lering uit trekken. ~ 119 11, 116| verhinderen op enkelen na, die Wij uit hun midden redden? Maar 120 12, 10 | van een diepe put; iemand uit een karavaan zal hem opnemen." ~ 121 12, 31 | hoorde, nodigde zij haar uit en bereidde haar een maaltijd 122 12, 43 | betekenis van mijn droom uit als gij een droom kunt verklaren." ~ 123 12, 46 | waarheid, leg ons de betekenis uit van zeven vette koeien die 124 12, 65 | teruggegeven. Zij riepen uit: "O, onze vader, wat kunnen 125 12, 76 | nam men hem (drinkbeker) uit zijn broeders tas. Zo maakten 126 12, 94 | 94. En toen de karavaan (uit Egypte) vertrok, zeide hun 127 12, 96 | zekerheid verkreeg. Dan riep hij uit: "Zei ik u niet: 'Ik weet 128 12, 100| mij een gunst toen Hij mij uit de gevangenis verloste en 129 12, 100| gevangenis verloste en u uit de woestijn bracht, nadat 130 12, 109| zonden vóór u slechts mensen uit de inwoners der steden, 131 13, 2 | legt de tekenen duidelijk uit, opdat gij zeker zult zijn 132 13, 10 | en hij die het openlijk uit; alsook hij, die zich 's 133 13, 13 | en de engelen doen het uit ontzag voor Hem en Hij zendt 134 13, 19 | begiftigd trekken er lering uit, ~ 135 14, 1 | door het gebod van hun Heer uit de duisternis tot het licht 136 14, 5 | zeggende: "Breng uw volk uit de duisternis tot het licht 137 14, 13 | Wij zullen u voorzeker uit het land verdrijven, tenzij 138 14, 32 | de aarde schiep en water uit die wolken doet nederkomen 139 14, 52 | begrip hebben er lering uit mogen trekken. ~~ 140 15, 22 | daarna zenden Wij water uit de wolken neder en geven 141 15, 26 | Waarlijk Wij schiepen de mens uit droge, klinkende klei, uit 142 15, 26 | uit droge, klinkende klei, uit zwarte modder in vorm gewrocht. ~ 143 15, 27 | hadden voorheen de djinn uit vlammend vuur geschapen. ~ 144 15, 28 | engelen zeide: "Ik ga de mens uit droge, klinkende klei scheppen, 145 15, 28 | klinkende klei scheppen, uit leem gewrocht." ~ 146 15, 33 | onderwerpen aan de mens, die Gij uit droge, klinkende klei hebt 147 15, 33 | klinkende klei hebt geschapen, uit leem gemaakt." ~ 148 15, 47 | En Wij zullen alle wrok uit hun hart uitroeien, op tronen 149 15, 82 | veiligheid huizen in de bergen uit. ~ 150 16, 4 | 4. En Hij heeft de mens uit een levenskiem geschapen, 151 16, 10 | is het, Die water voor u uit de wolken zendt, gij hebt 152 16, 13 | voor een volk dat er lering uit wil trekken. ~ 153 16, 14 | moogt eten en er sieraden uit moogt nemen die gij draagt. 154 16, 17 | Wilt gij dan er geen lering uit trekken? ~ 155 16, 65 | 65. En Allah heeft water uit de hemel nedergezonden en 156 16, 69 | wegen van uw Heer." Er komt uit hun buik een vloeistof ( 157 16, 72 | 72. En Allah heeft uit uw midden echtgenoten voor 158 16, 78 | terwijl gij niets wist, uit de baarmoeder van uw moeder 159 16, 84 | 84. En de dag, waarop Wij uit elk volk een getuige zullen 160 16, 89 | volk een getuige tegen hen uit hun midden zullen verwekken 161 16, 90 | u aan dat gij er lering uit trekt. ~ 162 16, 92 | tot een middel van bedrog, uit vrees dat het ene volk machtiger 163 16, 113| inderdaad een boodschapper uit hun midden tot hen gekomen 164 17, 5 | met grote macht tegen u uit, die de huizen binnendrongen; 165 17, 31 | En doodt uw kinderen niet uit vrees voor armoede. Wij 166 17, 40 | en Zelf dochters gekozen uit het midden der engelen? 167 17, 41 | uiteengezet, opdat zij er lering uit zouden trekken, doch dit 168 17, 61 | iemand die Gij geschapen hebt uit klei?" ~ 169 17, 76 | u vrees in te boezemen, uit het land te verdrijven; 170 17, 95 | zouden Wij ongetwijfeld uit de hemel een engel als boodschapper 171 17, 100| gij ze zeker terughouden uit vrees dat ze uitgeput zouden 172 17, 103| Derhalve besloot hij hem uit het land te verwijderen; 173 18, 5 | evenmin. Erg is het woord, dat uit hun mond komt. Zij zeggen 174 18, 6 | 6. Misschien zult gij uit droefheid over hen sterven, 175 18, 10 | naar vrede en voorspoed uit onze beproeving." ~ 176 18, 37 | niet in Hem, Die u schiep uit stof, daarna uit een levenskiem 177 18, 37 | schiep uit stof, daarna uit een levenskiem en u dan 178 18, 40 | uw tuin en bliksemstralen uit de hemel doen nederdalen 179 18, 45 | wereld: het is als Wij water uit de hemel nederzenden, waardoor 180 18, 82 | en dit alles deed ik niet uit mezelf. Dit is de verklaring 181 19, 11 | 11. Aldus kwam hij uit de kamer tot zijn volk en 182 19, 69 | 69. Dan zullen Wij zeker uit elke groep diegenen onder 183 19, 78 | of heeft hij een belofte uit de hand van de Weldadige 184 20, 29 | 29. "Geef mij een helper uit mijn familie," ~ 185 20, 44 | wijze, opdat hij er lering uit moge trekken, of vrezen." ~ 186 20, 53 | Die regen doet nederdalen uit de hemel, waardoor Hij allerlei 187 20, 55 | 55. Uit de aarde hebben Wij u geschapen 188 20, 57 | om ons door uw toverkunst uit ons land te verdrijven?" ~ 189 20, 63 | behulp van hun toverkunst uit uw land wensen te verdrijven 190 20, 87 | antwoordden: "Wij hebben niet uit eigen beweging onze belofte 191 20, 117| laat hij u derhalve niet uit de tuin verdrijven, anders 192 20, 121| te bekleden met bladeren uit de tuin. En Adam was ongehoorzaam 193 21, 28 | behaagt en zij sidderen uit eerbied voor Hem. ~ 194 21, 30 | hetgeen leeft, hebben Wij uit water gemaakt. Willen zij 195 21, 74 | kennis. En Wij bevrijdden hem uit de stad die gruwelijk handelde. 196 21, 76 | redden hem en zijn gezin uit de grote ramp. ~ 197 22, 5 | dat Wij u hebben geschapen uit stof, daarna uit een levenskiem, 198 22, 5 | geschapen uit stof, daarna uit een levenskiem, dan van 199 22, 5 | een klonter bloed, daarna uit een klomp vlees, volkomen 200 22, 22 | Telkens wanneer zij er uit (uit de hel) wensen te gaan, 201 22, 22 | Telkens wanneer zij er uit (uit de hel) wensen te gaan, 202 22, 36 | naam van Allah over hen uit terwijl zij in rijen staan 203 22, 40 | Degenen die ten onrechte uit hun huizen werden verdreven 204 22, 63 | gezien, dat Allah water uit de hemel nederzendt en de 205 22, 75 | Allah kiest boodschappers uit het midden der engelen, 206 22, 75 | midden der engelen, eveneens uit het midden der mensen. Voorzeker, 207 23, 12 | Voorwaar, Wij scheppen de mens uit een uittreksel van klei; ~ 208 23, 14 | dan vormen Wij beenderen uit deze (vormeloze) klomp; 209 23, 18 | 18. Wij zenden water uit de hemel neer in bepaalde 210 23, 20 | een boom voort die groeit uit de berg Sinaï: deze brengt 211 23, 32 | onder hen een boodschapper uit hun midden, die zeide: " 212 23, 85 | Wilt gij er dan geen lering uit trekken?" ~ 213 23, 100| slechts een woord dat hij uit." En achter hen is een hindernis 214 23, 110| vergeten omdat gij hen placht uit te lachen. ~ 215 24, 1 | nedergezonden opdat gij er lering uit moogt trekken. ~ 216 24, 11 | voortbrachten waren een grote groep uit uw midden; beschouwt dit 217 24, 18 | Allah legt u de geboden uit; Allah is Alwetend, Alwijs. ~ 218 24, 27 | voor u, opdat gij er lering uit zult trekken. ~ 219 24, 32 | arm zijn, zal Allah hen uit Zijn overvloed verrijken, 220 24, 33 | houden totdat Allah hen uit Zijn overvloed verrijkt. 221 24, 38 | en hun ruim moge bedelen uit Zijn overvloed. Allah geeft 222 24, 43 | ophoopt zodat gij regen uit hun midden ziet voortkomen? 223 24, 45 | En Allah heeft elk dier uit water geschapen. Sommigen 224 25, 48 | Wij zenden zuiver water uit de wolken neer. ~ 225 25, 50 | hen opdat zij er lering uit mogen trekken, maar de meeste 226 25, 54 | En Hij is het Die de mens uit water heeft geschapen en 227 25, 62 | is voor hen die er lering uit willen trekken, of hun dankbaarheid 228 26, 33 | En hij strekte zijn hand uit, en ziet! zij was wit voor 229 26, 35 | 35. Hij wenst u uit uw land te verdrijven door 230 26, 47 | 47. En riepen uit: "Wij geloven in de Heer 231 26, 57 | Daarom verbanden Wij hen uit hun tuinen en bronnen, ~ 232 26, 149| gij met grote handigheid uit de bergen maakt? ~ 233 27, 56 | Verdrijft Lot's familie uit uw stad want zij zijn mensen, 234 27, 60 | de aarde schiep en water uit de hemelen nederzendt waarmee 235 27, 62 | weinig lering trekt gij er uit! ~ 236 27, 64 | en u (voedsel) voorziet uit de hemel en de aarde? Is 237 27, 76 | kinderen van Israël veel uit van hetgeen waaromtrent 238 27, 82 | wordt, zullen Wij een dier uit de aarde te voorschijn brengen 239 28, 27 | tien voltooit dan zou dit uit uw vrije wil geschieden. 240 28, 30 | op de heilige plaats van uit de boom: "O Mozes, voorwaar, 241 28, 43 | genade, opdat zij er lering uit mochten trekken. ~ 242 28, 46 | naar Mozes) riepen. Maar uit barmhartigheid van uw Heer 243 28, 46 | waarschuwen opdat zij er lering uit mogen trekken. ~ 244 28, 51 | nedergezonden opdat zij er lering uit mogen trekken. ~ 245 28, 75 | 75. En Wij zullen uit elk volk een getuige nemen 246 29, 63 | vraagt: "Wie zendt water uit de hemel neder en geeft 247 30, 19 | Hij brengt de levenden uit de doden voort en Hij brengt 248 30, 19 | voort en Hij brengt de doden uit de levenden voort; en Hij 249 30, 20 | tekenen behoort, dat Hij u uit stof schiep; en ziet! gij 250 30, 21 | onder Zijn tekenen, dat Hij uit uw midden echtgenoten voor 251 30, 24 | en hoop. En dat Hij water uit de hemel nederzendt waarmede 252 30, 28 | Hij geeft een gelijkenis uit uzelf. Hebt gij onder uw 253 30, 28 | Zo leggen Wij de tekenen uit aan een volk dat begrijpt. ~ 254 30, 45 | werken doen, moge belonen uit Zijn overvloed. Voorzeker, 255 30, 48 | laag op en gij ziet regen uit hun midden stromen. En wanneer 256 30, 53 | Noch kunt gij de blinden uit hun dwaling leiden. Gij 257 31, 10 | verspreid. Wij hebben water uit de wolken nedergezonden 258 32, 7 | de schepping van de mens uit klei. ~ 259 32, 8 | maakte Hij zijn nageslacht uit een uittreksel van een nietige 260 32, 20 | Telkens wanneer zij er uit willen komen, zullen zij 261 32, 24 | En Wij stelden leiders uit hun midden aan, die het 262 33, 4 | slechts een woord dat men uit, maar Allah spreekt de waarheid, 263 33, 14 | 14. Als men uit de omgeving bij hen zou 264 33, 26 | hen (de vijand) hielpen uit hun vestingen komen en vervulde 265 34, 2 | aarde binnengaat en wat er uit voortkomt en wat van de 266 35, 8 | ziel dus niet wegkwijnen uit verdriet over hen. Voorzeker, 267 35, 11 | 11. Allah schiep u uit stof, dan uit een levenskiem, 268 35, 11 | Allah schiep u uit stof, dan uit een levenskiem, daarna maakte 269 35, 12 | andere zout en bitter. En uit elk eet gij vlees en vindt 270 35, 30 | beloning moge geven, er uit Zijn overvloed aan toevoegende. 271 35, 37 | Onze Heer, haal ons er uit, wij zullen goede werken 272 35, 41 | niet vergaan. En indien zij uit elkaar zouden vallen, zou 273 36, 26 | paradijs binnen." Hij riep uit: "O, als mijn volk slechts 274 36, 28 | geen schare (van engelen) uit de hemel neder (tot zijn 275 36, 33 | herleven en brengen graan uit haar voort, waarvan zij 276 36, 77 | Wij hem hebben geschapen uit een levenskiem? Doch ziet, 277 36, 80 | 80. Hij is het, Die uit een groene boom voor u vuur 278 37, 11 | Voorzeker, Wij hebben hen uit vaste klei geschapen. ~ 279 37, 13 | trekken zij er geen lering uit. ~ 280 37, 45 | zal hun worden rondgereikt uit een stromende bron. ~ 281 37, 64 | 64. Het is een boom die uit de bodem der hel ontspringt. ~ 282 37, 76 | redden hem en zijn familie uit de grote nood; ~ 283 37, 115| redden hen beiden en hun volk uit een grote nood; ~ 284 38, 3 | hen! Zij schreeuwden het uit, toen er voor ontkomen geen 285 38, 4 | zich, omdat een waarschuwer uit hun midden tot hen is gekomen; 286 38, 29 | de verstandigen er lering uit trekken. ~ 287 38, 71 | engelen zeide: "Ik ga de mens uit klei scheppen, ~ 288 38, 76 | beter dan hij, Gij hebt mij uit vuur en hem uit klei geschapen." ~ 289 38, 76 | hebt mij uit vuur en hem uit klei geschapen." ~ 290 39, 4 | zoon begeerd dan zou Hij uit wat Hij geschapen heeft 291 39, 6 | 6. Hij schiep u uit één ziel, dan maakte Hij 292 39, 9 | verstandigen trekken er lering uit. ~ 293 39, 21 | variëren. Daarna drogen deze uit en gij ziet ze geel worden; 294 39, 27 | vermeld, opdat zij er lering uit trekken. ~ 295 39, 71 | er geen boodschappers van uit uw midden tot u, de tekenen 296 40, 13 | niemand trekt er lering uit behalve hij die zich (tot 297 40, 28 | 28. En een gelovig man uit het volk van Pharao die 298 40, 42 | 42. Gij nodigt mij uit, Allah te verwerpen en iets 299 40, 67 | 67. Hij is het Die u uit stof schiep, dan uit een 300 40, 67 | Die u uit stof schiep, dan uit een levenskiem en uit een 301 40, 67 | dan uit een levenskiem en uit een klonter bloed, vervolgens 302 41, 39 | beweegt zij zich en zet uit. Zeker Hij, Die haar leven 303 41, 47 | geen vruchten komen voort uit hun bloemscheden noch wordt 304 42, 15 | Nodig hen daarom hiertoe uit. En wees standvastig zoals 305 42, 26 | werken doen en geeft nog meer uit Zijn overvloed maar de ongelovigen 306 43, 16 | 16. Heeft Hij uit de wezens die Hij schiep 307 43, 31 | Koran niet aan een groot man uit de twee steden geopenbaard?" ~ 308 43, 32 | barmhartigheid van uw Heer uit? Wij zijn het, Die in het 309 43, 41 | En indien Wij u wegnemen (uit hun midden) zullen Wij hen 310 43, 60 | wilden, konden Wij engelen uit uw midden tot opvolgers 311 43, 65 | 65. Maar vele groepen uit hun midden werden onenig. 312 44, 58 | gemaakt, opdat men er lering uit moge trekken. ~ 313 45, 5 | de voorziening die Allah uit de hemel nederzendt waardoor 314 45, 35 | zullen zij op die Dag niet uit het Vuur worden genomen, 315 46, 20 | in het leven der wereld uit en gij hebt het genoten. 316 47, 4 | opgehouden is, laat hen dan vrij uit gunst of voor een losprijs. 317 49, 4 | die van buiten de huizen uit naar u schreeuwen - de meesten 318 49, 13 | O, mensdom! Wij hebben u uit man en vrouw geschapen en 319 50, 2 | verwonderen zich dat er uit e hun midden een waarschuwer 320 50, 9 | zenden water vol zegeningen uit de hemel neder en Wij brengen 321 50, 18 | 18. Hij uit geen woord of er is een 322 51, 49 | geschapen opdat gij er lering uit moogt trekken. ~ 323 53, 32 | Vergiffenis. Hij kende u toen H. u uit aarde deed ontstaan en toen 324 53, 46 | 46. Uit een levenskiem wanneer deze 325 54, 7 | zij met nedergeslagen ogen uit hun graven komen als verstrooide 326 54, 13 | droegen hem op iets, bestaande uit planken en spijkers. ~ 327 54, 15 | er iemand die er lering uit trekt? ~ 328 54, 17 | er iemand die er lering uit trekt? ~ 329 54, 22 | er iemand die er lering uit trekt? ~ 330 54, 24 | zeiden: "Moeten wij een man uit ons midden volgen? Dan zouden 331 54, 32 | er iemand die er lering uit trekt? ~ 332 54, 40 | er iemand die er lering uit trekt? ~ 333 54, 51 | er iemand die er lering uit trekt? ~ 334 55, 14 | 14. Hij schiep de mens uit droge klei, als aardewerk. ~ 335 55, 15 | En Hij schiep de djinn uit de vlam van Vuur. ~ 336 55, 22 | komen paarlen en koraal uit beide (zeeën) vandaan. ~ 337 56, 14 | 14. En weinigen uit later tijd. ~ 338 56, 18 | kannen en kopjes gevuld uit een zilveren bron - ~ 339 56, 40 | 40. En een groot aantal uit latere tijden. ~ 340 56, 62 | trekt gij er dan geen lering uit? ~ 341 56, 69 | 69. Zijt gij het die het uit de wolken nederzendt, of 342 57, 4 | de aarde ingaat en wat er uit voortkomt, en wat van de 343 57, 27 | maar zij vonden dit zelf uit om Allah's welbehagen te 344 58, 10 | samenzwering gaat alleen uit van Satan, opdat hij verdriet 345 59, 2 | de mensen van het Boek, uit hun huizen zette bij de 346 59, 2 | Trekt er daarom een lering uit, o gij die ogen hebt. ~ 347 59, 21 | zien vernederen en splijten uit vrees voor Allah. Deze gelijkenissen 348 60, 8 | hebben gevochten, noch u uit uw huizen hebben verdreven, 349 60, 9 | de godsdienst, en die u uit uw huizen hebben verdreven 350 63, 10 | 10. En besteedt uit datgene waarvan Wij u voorzien 351 65, 1 | Heer. Verdrijft haar niet uit haar vertrekken, noch behoeven 352 65, 1 | vertrekken, noch behoeven zij uit zichzelf weg te gaan (vóór 353 65, 7 | die overvloed heeft geven uit zijn overvloed. En laat 354 65, 11 | en goede daden verrichten uit de duisternis in het licht 355 68, 25 | gingen vroeg in de morgen uit, (denkende) dat zij de macht 356 68, 29 | 29. Nu riepen zij uit: "Glorie zij U, onze Heer! 357 69, 42 | is de lering, die gij er uit trekt. ~ 358 70, 39 | Die hen hebben geschapen uit hetgeen zij weten. ~ 359 70, 43 | De Dag waarop zij zich uit hun graven zullen haasten 360 72, 21 | 21. Zeg: "Ik heb (uit mijzelf) geen macht u goed 361 74, 55 | Die wil, trekke er lering uit. ~ 362 74, 56 | zij zullen er geen lering uit trekken tenzij Allah het 363 76, 2 | 2. Wij hebben de mens uit een gemengde levenskiem 364 76, 5 | Maar de deugdzamen drinken uit een beker (een drank) gemengd 365 76, 6 | dienaren van Allah drinken uit een bron, welke zij in overvloed 366 76, 8 | 8. En zij geven voedsel, uit liefde voor Hem, aan de 367 76, 16 | 16. Kristalhelder, uit zilver, in de juiste maat 368 77, 20 | 20. Schiepen Wij u niet uit een kleine levenskiem ~ 369 79, 23 | verzamelde de zijnen en riep uit: ~ 370 79, 30 | ook de aarde spreidde hij uit. ~ 371 80, 12 | wil, laat hem er lering uit trekken. ~ 372 80, 19 | 19. Uit een kleine levenskiem schept 373 83, 29 | schuldigen plachten de gelovigen uit te lachen, ~ 374 86, 6 | 6. Hij werd uit een stromende vloeistof 375 87, 10 | die vreest zal er lering uit trekken; ~ 376 88, 5 | 5. Hun zal uit een kokende bron te drinken 377 96, 2 | 2. Die de mens uit geronnen bloed schiep. ~ 378 100, 2 | 2. Die vonken uit de hoeven slaan, ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License