Sura, Verse
1 2, 24 | indien gij het niet kunt doen - en gij zult het nimmer
2 2, 24 | gij zult het nimmer kunnen doen - wacht u dan voor het Vuur,
3 2, 25 | geloven en goede werken doen de blijde tijding, dat er
4 2, 28 | leven schonk? Hij zal u doen sterven en daarna zal Hij
5 2, 28 | sterven en daarna zal Hij u doen herleven en dan zult gij
6 2, 44 | gij de mensen het goede te doen en vergeet daarbij u zelf,
7 2, 58 | geven aan degenen, die goed doen." ~
8 2, 82 | geloven en goede werken doen, - zij zijn de bewoners
9 2, 85 | degenen uwer, die zulks doen, behalve schande in dit
10 2, 96 | Allah ziet hetgeen zij doen. ~
11 2, 106| teken Wij ook opheffen of doen vergeten, daarvoor brengen
12 2, 113| der Opstanding uitspraak doen in hun geschil. ~
13 2, 134| hetgeen zij plachten te doen. ~
14 2, 143| Allah zal u uw geloof niet doen verliezen; voorzeker, Allah
15 2, 144| ten aanzien van wat zij doen. ~
16 2, 177| wanneer zij een belofte doen en de geduldigen in armoede,
17 2, 195| heeft hen lief, die goed doen. ~
18 2, 234| zichzelf op behoorlijke wijze doen; Allah weet, wat gij doet. ~
19 2, 237| vergeet niet, elkander goed te doen. Voorzeker, Allah ziet,
20 2, 240| zichzelf op behoorlijke wijze doen. En Allah is Almachtig,
21 2, 259| uitriep: "Hoe zal Allah haar doen herleven na haar vernietiging?"
22 2, 262| besteden, en het besteden niet doen volgen door (anderen) te
23 2, 277| die geloven en goede daden doen en het gebed houden en de
24 2, 279| zo zult gij geen onrecht doen, noch zal u onrecht worden
25 3, 17 | gehoorzamen en zij die wel doen en zij die vergiffenis vragen
26 3, 55 | zeide: "O, Jezus, ik zal u doen sterven en u tot Mij; opheffen
27 3, 55 | de laatste dag over hen doen zegevieren die u niet geloven;
28 3, 69 | Boek zou u gaarne willen doen dwalen, maar zij doen niemand
29 3, 69 | willen doen dwalen, maar zij doen niemand dwalen dan zichzelf;
30 3, 115| 115. En het goede dat zij doen, zal niet worden ontkend
31 3, 117| onrecht aangedaan, maar zij doen zichzelf onrecht aan. ~
32 3, 120| Allah weet hetgeen zij doen. ~
33 3, 134| voorspoed en in tegenspoed wel doen en zij, die toorn onderdrukken
34 3, 134| Allah heeft hen die goed doen, lief. ~
35 3, 149| gehoorzaamt, zullen zij u doen omkeren (op het goede pad);
36 3, 163| graden en Allah ziet wat zij doen. ~
37 3, 167| Hij de huichelaars mocht doen onderkennen. En er werd
38 3, 176| toekomstig leven geen deel doen hebben, er zal voor hen
39 3, 195| of vrouw, niet verloren doen gaan. - Gij behoort tot
40 3, 195| bedekken en zal hen tuinen doen binnengaan, waar doorheen
41 4, 13 | gehoorzaamt, Hij zal hem tuinen doen binnengaan, waar doorheen
42 4, 14 | overschrijdt zal Hij het Vuur doen binnengaan; hij zal daarin
43 4, 17 | die in onwetendheid kwaad doen en dan daarna berouw hebben.
44 4, 34 | enen boven de anderen heeft doen uitmunten en omdat zij van
45 4, 56 | zullen Wij weldra het Vuur doen binnengaan. Wij zullen hen
46 4, 57 | verrichten, zullen Wij tuinen doen binnengaan waar doorheen
47 4, 60 | ver van het rechte pad te doen afdwalen. ~
48 4, 62 | niets dan het goede (te doen) en verzoening?" ~
49 4, 66 | hetgeen hun gemaand was te doen, hadden gedaan, zou het
50 4, 91 | vijandigheid worden opgeroepen, doen zij blindelings mee. Als
51 4, 95 | der gelovigen die niets doen, met uitzondering der onbekwamen,
52 4, 95 | en hun persoon strijden doen uitmunten boven de rustenden
53 4, 95 | strijders boven de stilzittenden doen uitblinken door een grote
54 4, 97 | engelen zullen tot hen die ze doen sterven, terwijl dezen hun
55 4, 108| behaagt. Allah weet, wat zij doen. ~
56 4, 119| 119. "En ik zal hen zeker doen dwalen en ijdele begeerten
57 4, 133| heeft de volle macht, dit te doen. ~
58 4, 141| wijze over de gelovigen doen zegevieren. ~
59 4, 153| Boek uit de hemel op hen te doen nederdalen. Zij vroegen
60 4, 172| nabijzijnde engelen dit doen en wie het versmaadt Hem
61 5, 17 | op aarde zijn, teniet wil doen?" Aan Allah behoort het
62 5, 62 | inderdaad slecht, wat zij doen. ~
63 5, 63 | inderdaad slecht wat zij doen. ~
64 5, 64 | opstandigheid en ongeloof doen toenemen. En Wij hebben
65 5, 68 | opstandigheid en ongeloof doen toenemen; treurt derhalve
66 5, 71 | waakzaam over hetgeen zij doen. ~
67 5, 76 | heeft u goed of kwaad te doen? En het is Allah, Die Alhorend,
68 5, 89 | slaaf. Maar wie dat niet kan doen zal drie dagen vasten. Dit
69 5, 93 | geloven en goede werken doen en nogmaals vrezen en geloven
70 5, 108| zal hen eerder getuigenis doen afleggen naar de feiten,
71 5, 108| afleggen naar de feiten, of hen doen vrezen, dat andere eden
72 6, 9 | Wij hem als mens hebben doen voorkomen en zo zouden Wij
73 6, 65 | elkander geweld aan te laten doen." Zie, hoe Wij de tekenen
74 6, 88 | hetgeen zij plachten te doen, verloren zijn gegaan. ~
75 6, 108| elk volk hun daden schoon doen schijnen. Dan zullen zij
76 6, 108| hetgeen zij plachten te doen. ~
77 6, 116| zullen zij u van Allah's weg doen afdwalen. Zij volgen slechts
78 6, 116| slechts vermoedens en zij doen niets dan gissen. ~
79 6, 120| begaan, zal voor hetgeen zij doen, worden vergolden. ~
80 6, 127| Vriend, wegens hetgeen zij doen. ~
81 6, 132| overeenkomstig hetgeen zij doen en uw Heer is niet onopmerkzaam
82 6, 132| onopmerkzaam jegens hetgeen zij doen. ~
83 6, 133| kan Hij u wegnemen en u doen opvolgen wie Hij wil, zoals
84 6, 137| verwarring in hun godsdienst doen ontstaan. En als Allah het
85 6, 144| mensen zonder kennis te doen dwalen?" Voorzeker, Allah
86 6, 154| gunst aan hem die goed wilde doen en een uitleg van alle dingen
87 7, 7 | Wij hen zeker met kennis doen weten; want Wij zijn nooit
88 7, 28 | Wij zagen dit onze vaderen doen en Allah heeft het ons bevolen."
89 7, 53 | opdat wij anders mochten doen, dan hetgeen wij deden?"
90 7, 124| zijden (rechts en links) doen afsnijden. Dan zal ik u
91 7, 139| vernietigd en al hetgeen zij doen zal vergeefs zijn." ~
92 7, 153| Doch diegenen die kwaad doen en daarna berouw tonen en
93 7, 161| meer geven aan hen die goed doen." ~
94 7, 170| volhardend zijn - voorzeker Wij doen de beloning der goeden niet
95 7, 202| broederen trachten hen te doen toenemen in dwaling, doch
96 8, 8 | en de leugen teniet mocht doen, ofschoon de schuldigen
97 8, 11 | mocht sterken en u mocht doen volhouden. ~
98 8, 23 | Hij hen voorzeker hebben doen horen. En als Hij hen zou
99 8, 25 | degenen, die onder u kwaad doen zal treffen. En weet, dat
100 8, 39 | Allah voorzeker hetgeen zij doen. ~
101 8, 47 | Allah omvat al hetgeen zij doen. ~
102 9, 9 | is inderdaad hetgeen zij doen. ~
103 9, 33 | heeft gezonden om deze te doen zegevieren boven alle godsdiensten,
104 9, 42 | met u zijn gegaan." Zij doen hun ziel te gronde gaan
105 9, 91 | blaam op degenen die goed doen; Allah is Vergevensgezind,
106 9, 92 | niets vinden waarop ik u kan doen rijden." Zij gingen met
107 9, 120| beloning van degenen, die goed doen niet verloren gaan. ~
108 9, 124| uwer heeft deze in geloof doen toenemen?" Maar de gelovigen
109 10, 4 | geloven en goede werken doen met rechtvaardigheid moge
110 10, 9 | geloven en goede werken doen, hun Heer zal hen wegens
111 10, 21 | Wij mensen barmhartigheid doen smaken nadat tegenspoed
112 10, 36 | AIlah weet goed wat zij doen. ~
113 10, 42 | Maar kunt gij de doven doen horen, zelfs al willen zij
114 10, 44 | onrecht aan, maar de mensen doen hun eigen ziel onrecht aan. ~
115 10, 46 | bedreigd, tonen, of als Wij u doen sterven, dan is tot Ons
116 10, 46 | Getuige van al hetgeen zij doen. ~
117 10, 66 | slechts een vermoeden en doen niets dan gissen. ~
118 10, 70 | Wij hen een strenge straf doen ondergaan, omdat zij niet
119 11, 9 | mens Onze barmhartigheid doen smaken en deze daarna van
120 11, 10 | heeft geraakt, voorspoed doen smaken, zal hij voorzeker
121 11, 16 | teniet gaan en hetgeen zij doen is vergeefs. ~
122 11, 36 | daarom niet over hetgeen zij doen. ~
123 11, 57 | een ander volk uw plaats doen innemen. Gij kunt Hem in
124 11, 78 | voordien plachten zij kwaad te doen. Hij (Lot) zeide: "O, mijn
125 11, 87 | ophouden met ons eigendom te doen wat wij willen? Gij zijt
126 11, 111| de hoogte van hetgeen zij doen. ~
127 12, 10 | maar als gij iets moet doen werpt hem dan op de bodem
128 12, 61 | zullen het voorzeker kunnen doen." ~
129 12, 78 | degenen behoort die goed doen." ~
130 13, 2 | Hij, Die de hemelen heeft doen verrijzen zonder pilaren
131 13, 4 | water besproeid en toch doen Wij sommigen er van in fruit
132 13, 8 | niet voldragen en wat zij doen groeien. En bij Hem heeft
133 13, 13 | Hem toekomt, en de engelen doen het uit ontzag voor Hem
134 13, 15 | aan Allah en hun schaduwen doen 's morgens en 's avonds
135 13, 29 | geloven en goede werken doen - voor hen is geluk en een
136 13, 40 | Wij u sommige der dingen doen zien waarmede Wij hen hebben
137 13, 40 | hen hebben bedreigd, of u doen sterven - op u rust (alleen)
138 14, 23 | gelovigen die goede werken doen, zullen in tuinen worden
139 14, 42 | hetgeen de onrechtvaardigen doen. Hij geeft hun slechts uitstel
140 15, 12 | 12. Zo doen Wij dat in het hart der
141 15, 19 | bergen op geplaatst en Wij doen er allerlei noodzakelijke
142 15, 23 | het, die leven geven en doen sterven en Wij zijn de Erfgenaam. ~
143 15, 39 | schoonschijnend maken en hen allen doen dwalen." ~
144 15, 71 | dochters als gij iets wilt doen." ~
145 16, 18 | kunt gij dat stellig niet doen. Voorzeker, Allah is Vergevensgezind,
146 16, 25 | degenen die zij zonder kennis doen dwalen. Ziet! slecht is
147 16, 28 | Degenen, die de engelen doen sterven terwijl zij hun
148 16, 30 | is voor degenen, die goed doen, goeds in deze wereld doch
149 16, 32 | degenen, die de engelen doen sterven terwijl zij rein
150 16, 37 | leidt, die (zich zelve) doen dwalen. Voor dezulken zijn
151 16, 38 | Allah de doden niet zal doen herrijzen. Waarlijk het
152 16, 45 | Allah hen in de grond zal doen verzinken, of dat de straf
153 16, 50 | vrezen hun Heer boven hen en doen wat hun bevolen wordt. ~
154 16, 90 | te vergelden) en wel te doen aan anderen en te geven
155 16, 96 | naar het beste van wat zij doen. ~
156 16, 110| wille van Allah hun best doen en geduld tonen, Vergevensgezind,
157 16, 119| die in onwetendheid kwaad doen, en daarna berouw hebben
158 17, 21 | Wij sommigen hunner hebben doen uitblinken boven anderen;
159 17, 23 | leeftijd bereikt of beiden doen dit, zeg dan nimmer tot
160 17, 37 | want gij kunt de aarde niet doen splijten, noch kunt gij
161 17, 51 | zeggen: "Zeg, wie zal ons dan doen herleven?" Zeg: "Hij Die
162 17, 55 | profeten boven de anderen doen uitmunten en aan David hebben
163 17, 62 | voorzeker zijn nakomelingen mij doen volgen, op enkelen na." ~
164 17, 68 | hevige storm tegen u zal doen opkomen? Gij zult dan voor
165 17, 69 | dan een stormwind tegen u doen opkomen en u verdrinken
166 17, 75 | in het Hiernamaals hebben doen ondergaan en gij zoudt voor
167 18, 16 | aangelegenheden gunstig doen verlopen." ~
168 18, 18 | zich naar links en rechts doen wenden, terwijl hun hond
169 18, 23 | iets: "Ik zal het morgen doen," ~
170 18, 30 | geloven en goede werken doen, voorwaar, wij doen de beloning
171 18, 30 | werken doen, voorwaar, wij doen de beloning der goeden niet
172 18, 40 | bliksemstralen uit de hemel doen nederdalen op de uwe, waardoor
173 18, 41 | water er van in de grond doen zinken, waardoor gij niet
174 18, 56 | daardoor de Waarheid te niet te doen. En zij houden Mijn tekenen
175 18, 71 | de opvarenden er van te doen verdrinken? Voorwaar, gij
176 18, 98 | worden, zal Hij dit uiteen doen vallen. En de belofte van
177 18, 107| gelovigen die goede werken doen, zullen de tuinen van het
178 19, 24 | heeft een beekje aan uw voet doen ontstaan;" ~
179 19, 25 | verse, rijpe dadels op u doen neervallen;" ~
180 19, 96 | die geloven en goede daden doen - aan hen zal de Barmhartige
181 20, 53 | wieg en wegen voor u heeft doen ontstaan en Die regen doet
182 20, 55 | geschapen en daarin zullen Wij u doen terugkeren en daaruit zullen
183 20, 83 | heeft u van uw volk haastig doen weggaan, o Mozes?" ~
184 20, 89 | om hun kwaad of goed te doen? ~
185 20, 124| Opstanding zullen Wij hem blind doen opstaan." ~
186 20, 125| waarom hebt Gij mij blind doen opstaan, terwijl ik kon
187 21, 17 | Wij een spel hadden willen doen, dan zouden Wij met Onszelf
188 21, 17 | hebben gespeeld, maar dit doen Wij niet. ~
189 21, 68 | goden indien gij iets wilt doen." ~
190 21, 70 | zij wensten hem kwaad te doen doch Wij deden hen de grootste
191 21, 73 | aanspoorde, goede werken te doen, het gebed te onderhouden
192 22, 5 | zuigelingen voort, dan (doen Wij u opgroeien) zodat gij
193 22, 5 | wanneer Wij er regen op doen nederdalen, beweegt zij
194 22, 9 | de straf van het branden doen ondergaan. ~
195 22, 14 | werken verrichten, tuinen doen binnengaan waardoor rivieren
196 22, 23 | werken verrichten tuinen doen binnentreden waardoor rivieren
197 22, 25 | Wij een pijnlijke straf doen ondergaan. ~
198 22, 59 | Gewis zal Hij hen een plaats doen binnengaan waarmee zij zeer
199 22, 66 | leven schonk. Hij zal u doen sterven, daarna zal Hij
200 23, 18 | bepaalde hoeveelheid en Wij doen deze in de aarde blijven
201 23, 56 | Ons haasten hun goed te doen? Neen, zij begrijpen het
202 23, 61 | haasten en wedijveren in het doen van goede werken. ~
203 24, 30 | de hoogte van hetgeen zij doen. ~
204 24, 41 | Allah weet goed wat zij doen. ~
205 25, 3 | zichzelf goed of kwaad te doen, noch macht hebben over
206 25, 9 | voor verhalen zij over u doen, zij zijn verdwaald en kunnen
207 25, 18 | hebt hen en hun vaderen doen genieten totdat zij de aanmaning
208 25, 19 | zullen hem een zware straf doen ondergaan. ~
209 25, 42 | inderdaad bijna van onze Goden doen afdwalen, als wij jegens
210 25, 53 | het die twee wateren heeft doen stromen, het ene zoet en
211 25, 70 | en geloven en goede daden doen, voor dezulken zal Allah
212 26, 7 | soorten Wij daarop hebben doen groeien? ~
213 26, 49 | rechts afhakken, en u allen doen kruisigen." ~
214 26, 81 | 81. En Die mij zal doen sterven en daarna weer tot
215 26, 169| familie van hetgeen zij doen." ~
216 26, 200| in de harten der zondaren doen binnendringen. ~
217 26, 211| zijn zij in staat, dat te doen. ~
218 26, 226| 226. En wat zij zeggen doen zij niet. ~
219 26, 227| geloven en goede werken doen, en Allah vaak gedenken,
220 27, 19 | bewezen en laat mij het goede doen dat U behaagt en laat mij
221 27, 60 | zoudt hun bomen niet kunnen doen groeien. Is er een God naast
222 27, 80 | noch de doven de oproep doen horen als Zij zich verwijderen. ~
223 27, 81 | afleiden. Gij kunt alleen hen doen horen die in Onze tekenen
224 28, 14 | belonen Wij hen die goed doen. ~
225 28, 80 | geloven en goede werken doen; en het zal niemand worden
226 28, 82 | ons ook in de aarde hebben doen verzinken. Wee, de ondankbaren
227 28, 84 | 84. Zij die goed doen worden er beter voor beloond,
228 28, 84 | beloond, maar zij die kwaad doen, worden slechts vergolden
229 29, 4 | denken zij, die slechte daden doen, dat zij Ons zullen ontsnappen?
230 29, 8 | geboden zijn ouders goed te doen; en indien zij trachten
231 29, 9 | geloven en goede werken doen, hen zullen Wij zeker onder
232 29, 58 | geloven en goede werken doen, hen zullen Wij zeker huisvesten
233 29, 58 | beloning dergenen die goed doen. ~
234 29, 69 | Allah is met hen die goed doen. ~~
235 30, 33 | Zijn barmhartigheid heeft doen smaken, ziet! dan schrijft
236 30, 36 | de mensen barmhartigheid doen smaken, verheugen zij zich
237 30, 40 | sterven en dan zal Hij u doen herleven. Is er een onder
238 30, 40 | die iets dergelijks kan doen? Heilig is Hij en verheven
239 30, 41 | gedeelte van hun daden zou doen smaken, opdat zij zich bekeren. ~
240 30, 45 | geloven en goede werken doen, moge belonen uit Zijn overvloed.
241 30, 46 | opdat Hij u Zijn genade moge doen smaken, en opdat de schepen
242 30, 48 | winden zendt welke de wolken doen oprijzen. Dan verspreidt
243 30, 52 | En gij kunt de doden niet doen horen, noch kunt gij de
244 30, 52 | kunt gij de doven de roep doen horen wanneer zij u hun
245 30, 53 | Gij kunt slechts diegene doen horen die in Onze tekenen
246 30, 60 | zekerheid hebben u niet doen wankelen. ~~
247 31, 6 | anderen) van Allah's pad wil doen afdwalen en er mee de spot
248 31, 8 | geloven en goede werken doen, zullen gezegende tuinen
249 31, 10 | soorten daarin (de aarde) doen groeien. ~
250 31, 15 | trachten u iets met Mij te doen vereenzelvigen, waarvan
251 31, 34 | weet wat zij morgen zal doen, en geen ziel weet in welk
252 32, 16 | hoop aanroepende en zij doen wel met hetgeen Wij hun
253 32, 19 | geloven en goede werken doen, zullen Tuinen hebben tot
254 32, 21 | inderdaad de lichtere straf doen ondergaan vóór de grotere
255 33, 29 | degenen onder u die goed doen, een grote beloning." ~
256 33, 43 | zegent en ook Zijn engelen doen dit, opdat Hij u van de
257 34, 4 | geloven en goede werken doen, moge belonen. Zulken zijn
258 34, 9 | konden Wij de aarde met hen doen inzinken, of een deel van
259 34, 9 | deel van de hemel op hen doen nedervallen. Hierin is waarlijk
260 34, 12 | straf van het brandend Vuur doen ondergaan. ~
261 34, 37 | geloven en goede werken doen, zullen een veelvuldige
262 34, 42 | elkander goed of kwaad te doen." En Wij zullen tot de onrechtvaardigen
263 34, 46 | aan slechts één ding te doen; dat gij paarsgewijze en
264 35, 7 | gelovigen die goede werken doen. ~
265 35, 8 | Voorzeker, Allah weet wat zij doen. ~
266 35, 9 | winden zendt zodat zij wolken doen opstijgen, dan drijven Wij
267 35, 22 | in hun graven zijn, niet doen horen. ~
268 35, 32 | die zich zelven te kort doen, anderen die de middenweg
269 35, 37 | wij zullen goede werken doen, anders dan wij vroeger
270 35, 45 | straffen voor hetgeen zij doen, zou Hij geen schepsel op
271 36, 12 | Wij zijn het Die de doden doen herleven, en wat zij doen,
272 36, 12 | doen herleven, en wat zij doen, optekenen evenals de sporen
273 36, 33 | voor hen een teken; Wij doen deze herleven en brengen
274 36, 43 | Wij willen, zullen Wij hen doen verdrinken, er zal dan voor
275 36, 67 | hen op hun plaatsen hebben doen verstijven zodat zij noch
276 36, 68 | een lang leven schenken, doen Wij achteruitgaan in kracht.
277 36, 78 | zegt: "Wie kan de beenderen doen herleven als zij vergaan
278 36, 79 | eerste keer schiep zal hen doen herleven; Hij heeft kennis
279 37, 80 | Wij inderdaad hen die goed doen. ~
280 37, 105| inderdaad degenen, die goed doen." ~
281 37, 110| belonen Wij hen die goed doen. ~
282 37, 113| hun nageslacht die goed doen en anderen die zichzelf
283 37, 121| belonen Wij degenen die goed doen.
284 37, 131| belonen Wij degenen, die goed doen. ~
285 38, 24 | voorzeker, vele der mededingers doen elkaar onrecht aan, met
286 38, 24 | geloven en goede werken doen: en zij zijn slechts weinigen."
287 38, 28 | geloven en goede werken doen op dezelfde wijze behandelen
288 38, 82 | ik zal hen allen zeker doen dwalen, ~
289 39, 3 | zal onder hen uitspraak doen betreffende datgene waarin
290 39, 10 | hen, die in dit leven goed doen, is het goede. En Allah'
291 39, 34 | beloning dergenen die goed doen. ~
292 39, 36 | dienaar? En zij trachten u te doen vrezen voor hen (de afgoden)
293 39, 37 | leidt zal niemand kunnen doen afdwalen. Is Allah niet
294 39, 51 | onrechtvaardigen onder dezen doen, zal hen ook treffen en
295 40, 5 | Waarheid er mee te niet te doen. Dan greep Ik hen en hoe
296 40, 58 | geloven en goede werken doen gelijk aan hen die kwaad
297 40, 58 | gelijk aan hen die kwaad doen. Gering is de lering die
298 40, 77 | gedeeltelijk tonen of u (vóór dien) doen sterven, zij zullen toch
299 41, 8 | geloven en goede werken doen, zij zullen zeker een loon
300 41, 16 | der vernedering mochten doen ondergaan. De straf van
301 41, 20 | over wat zij plachten te doen. ~
302 41, 21 | Allah Die alles heeft doen spreken - deed ook ons spreken.
303 41, 27 | ongelovigen een strenge straf doen toekomen en Wij zullen hun
304 41, 50 | hen zeker een zware straf doen ondergaan. ~
305 42, 20 | Hiernamaals wenst, diens oogst doen Wij toenemen, doch wie naar
306 42, 22 | geloven en goede werken doen, zullen in de tuinen van
307 42, 23 | geloven en goede werken doen, de blijde tijdingen geeft.
308 42, 23 | verricht zullen Wij in goedheid doen toenemen. Voorzeker, Allah
309 42, 26 | gelovigen die goede werken doen en geeft nog meer uit Zijn
310 43, 11 | waardoor Wij een dood land doen herleven. Zo zult ook gij
311 43, 40 | 40. Kunt gij dan de doven doen horen en de blinden en degenen
312 43, 76 | zichzelf onrecht plachten te doen. ~
313 43, 79 | een richting bepaald? Dan doen Wij dat ook. ~
314 45, 17 | Opstanding over hen uitspraak doen omtrent datgene waarover
315 45, 21 | diegenen die slechte daden doen, dat Wij hen zullen behandelen
316 46, 14 | hetgeen zij plachten te doen. ~
317 46, 15 | en dat ik het goede moge doen, dat U behaagt. En laat
318 46, 19 | overeenkomstig hetgeen zij doen, opdat Allah hun daden volledig
319 46, 33 | macht heeft de doden te doen herleven? Ja, inderdaad,
320 47, 2 | geloven en goede werken doen en in hetgeen aan Mohammed
321 47, 7 | u helpen en standvastig doen blijven. ~
322 47, 12 | geloven en goede werken doen in het paradijs toelaten,
323 47, 35 | zal uw daden niet teniet doen. ~
324 48, 28 | gezonden, opdat Hij hem moge doen zegevieren over alle (andere)
325 48, 29 | gelovigen die goede werken doen, vergiffenis en een grote
326 49, 16 | Wilt gij Allah uw geloof doen weten, terwijl Hij weet
327 50, 7 | er elk prachtig gewas op doen groeien. ~
328 51, 16 | voorheen goed plachten te doen. ~
329 52, 16 | voor hetgeen gij placht te doen. ~
330 52, 19 | wegens hetgeen gij placht te doen. ~
331 53, 31 | opdat Hji degenen die goed doen, met het beste moge belonen. ~
332 55, 33 | gezag stellig niet kunnen doen. ~
333 56, 24 | hetgeen zij plachten te doen. ~
334 56, 64 | 64. Doen Wij het groeien of doet
335 58, 4 | aanraken. En wie dat niet doen kan, moet zestig arme mensen
336 58, 15 | is inderdaad hetgeen zij doen. ~
337 58, 19 | de gedachtenis aan Allah doen vergeten. Zij behoren tot
338 59, 19 | hun hun eigen ziel heeft doen vergeten. Zij zijn de overtreders. ~
339 59, 21 | Koran op een berg hadden doen neerkomen, dan hadt gij
340 60, 8 | hebben verdreven, goed te doen en rechtvaardig te behandelen;
341 61, 9 | Waarheid, opdat hij deze moge doen zegevieren over alle andere
342 62, 8 | over hetgeen gij placht te doen." ~
343 63, 2 | Allah's weg af. Hetgeen zij doen is zeker slecht. ~
344 66, 7 | voor hetgeen gij placht te doen. ~
345 67, 16 | Hemel is, dat Hij u niet zal doen verzwelgen als de aarde
346 68, 42 | zij zullen dat niet kunnen doen. ~
347 68, 44 | voor stap (de vernietiging) doen naderen, op een wijze die
348 71, 18 | Vervolgens zal Hij u daarheen doen terugkeren, en u daaruit
349 71, 18 | terugkeren, en u daaruit opnieuw doen verrijzen. ~
350 71, 24 | 24. En zij hebben velen doen dwalen, en Gij doet de onrechtvaardigen
351 72, 21 | macht u goed of kwaad te doen." ~
352 75, 40 | niet bij machte de doden te doen herleven? ~~
353 76, 6 | welke zij in overvloed doen stromen. ~
354 77, 17 | die van latere tijden hen doen volgen. ~
355 77, 43 | voor hetgeen gij placht te doen." ~
356 77, 44 | belonen Wij degenen die goed doen. ~
357 78, 30 | zullen u slechts hierin doen toenemen. ~
358 80, 25 | 25. Hoe Wij water doen neerstromen, ~
359 80, 27 | 27. En graan daaruit doen groeien. ~
360 83, 1 | Wee hen die anderen tekort doen. ~
361 83, 36 | hetgeen zij plachten te doen! ~~
362 84, 25 | gelovigen die goede werken doen, is een oneindige beloning. ~~
363 85, 11 | gelovigen die goede werken doen, zullen tuinen hebben waardoor
364 95, 6 | geloven en goede werken doen; hunner is een oneindige
365 98, 7 | geloven en goede werken doen, zij zijn de beste der schepselen. ~
366 100, 3 | dageraad plotseling een aan val doen. ~
367 103, 3 | geloven en goede werken doen, en elkander tot waarheid,
|