bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | Men houde dit voor ogen bij vergelijking met andere
2 2, 19 | 19. Of, (dat zij) bij zware regen uit de hemel
3 2, 62 | verrichten, zullen hun beloning bij hun Heer ontvangen en er
4 2, 67 | zeide: "Ik zoek toevlucht bij Allah, om niet tot de onwetenden
5 2, 89 | vervullend datgene, dat bij hen was, hoewel zij voordien
6 2, 94 | tehuis van het Hiernamaals, bij Allah alleen voor u is,
7 2, 110| voor uzelf, gij zult het bij Allah vinden. Voorzeker,
8 2, 112| verricht, zal zijn beloning bij zijn Heer hebben. Vrees
9 2, 187| en eet en drinkt, totdat bij de dageraad de witte draad
10 2, 196| wiens familie niet dicht bij de Heilige Moskee woont.
11 2, 217| er van te verdrijven, is bij Allah een grotere zonde;
12 2, 237| kwijtscheldt is dit dichter bij de godsvrucht. En vergeet
13 2, 255| is, behoort Hem. Wie kan bij Hem bemiddelen zonder Zijn
14 2, 262| voor hen is er beloning bij hun Heer en zij zullen geen
15 2, 264| weggeeft, om op te vallen bij de mensen en hij gelooft
16 2, 265| op hooggelegen grond, die bij regen tweevoudig vruchten
17 2, 273| op een opdringerige wijze bij de mensen vragen. En welke
18 2, 275| ontvangen en zijn zaak is bij Allah. En zij, die terugvallen,
19 2, 277| betalen, hun beloning is bij hun Heer en voor hen is
20 3, 14 | wereld, maar Allah is het, bij Wie het juiste einddoel
21 3, 15 | God vrezen, zijn er tuinen bij hun Heer, waar doorheen
22 3, 37 | Telkens, wanneer Zacharia bij haar in de kamer ging, vond
23 3, 37 | kamer ging, vond hij voedsel bij haar. Hij zeide: "O, Maria,
24 3, 44 | openbaren. En gij waart niet bij hen toen zij lootten (om
25 3, 44 | zou zijn, noch waart gij bij hen, toen zij met elkander
26 3, 59 | het geval van Jezus is bij Allah hetzelfde als dat
27 3, 73 | zullen zij met u redetwisten bij uw Heer." Zeg: "Genade is
28 3, 81 | komen, vervullend hetgeen bij u is, in hem zult gij geloven
29 3, 123| 123. En Allah had u reeds bij Badr geholpen, terwijl gij
30 3, 156| trekken, zeggen: "Waren zij bij ons gebleven, zij zouden
31 3, 163| 163. Zij hebben bij Allah graden en Allah ziet
32 3, 167| stonden op die dag dichter bij het ongeloof dan bij het
33 3, 167| dichter bij het ongeloof dan bij het geloof. Zij zeggen met
34 3, 169| Neen, zij zijn levend en bij hun Heer worden hun gaven
35 3, 195| een beloning van Allah en bij Allah is de beste beloning." ~
36 3, 198| onthaal van Allah. En hetgeen bij Allah is, is voor de rechtvaardigen
37 3, 199| zijn het, die hun beloning bij hun Heer zullen ontvangen.
38 4, 3 | niet rechtschapen zult zijn bij het behandelen der wezen,
39 4, 6 | overhandigt, neemt er dan getuigen bij. Allah is toereikend om
40 4, 8 | verwanten en wezen en de armen bij de verdeling (der erfenis)
41 4, 17 | Waarlijk, berouw bestaat bij Allah alleen van degenen,
42 4, 29 | leugen en bedrog maar handelt bij onderlinge overeenkomst.
43 4, 30 | 30. En wie dit ook doet bij wijze van overtreding en
44 4, 47 | nedergezonden, vervullende hetgeen bij u is voordat Wij uw leiders
45 4, 60 | Zij wensen recht te zoeken bij de opstandigen ofschoon
46 4, 62 | zij zwerend tot u komen: "Bij Allah, wij beoogden niets
47 4, 65 | 65. Maar neen, bij uw Heer, zij zullen geen
48 4, 72 | genadig geweest omdat ik niet bij hen tegenwoordig was." ~
49 4, 73 | en hem bestond - "Ware ik bij hen geweest, dan zou ik
50 4, 91 | anderen vinden die veilig bij u willen zijn en bij hun
51 4, 91 | veilig bij u willen zijn en bij hun eigen volk; telkens
52 4, 92 | gelovige te doden, tenzij dit bij vergissing gebeurt. En wie
53 4, 92 | gebeurt. En wie een gelovige bij vergissing doodt moet een
54 4, 94 | goederen van dit leven? Bij Allah zijn goede dingen
55 4, 100| achterhaalt hem - zijn beloning bij Allah staat vast; Allah
56 4, 102| leidt, laat een deel hunner bij u staan en hun wapenen meenemen.
57 4, 108| Allah verbergen en Hij is bij hen wanneer zij de nacht
58 4, 109| hen pleiten. Maar wie zal bij Allah voor hen pleiten op
59 4, 134| dezer wereld verlangt - bij Allah is de beloning dezer
60 4, 139| gelovigen, - zoeken zij eer bij hen hoewel alle eer aan
61 5, 8 | rechtvaardig, dat is dichter bij de vroomheid en vreest Allah,
62 5, 43 | maken wanneer zij de Torah bij zich hebben waarin Allah'
63 5, 45 | en wie niet rechtspreken bij hetgeen Allah heeft nedergezonden,
64 5, 53 | die met hun ernstige eden bij Allah zwoeren dat zij waarlijk
65 5, 60 | over degenen wier straf bij Allah erger is dan dit?
66 5, 106| gebed en laat hen zweren bij Allah, zeggende: "Wij nemen
67 5, 107| en de laatste twee moeten bij Allah zweren en zeggen: "
68 5, 112| zoon van Maria, is uw Heer bij machte, ons een (met voedsel)
69 6, 2 | vastgestelde termijn is bij Hem. Toch twijfelt gij. ~
70 6, 23 | zijn dan dat zij zeggen: "Bij Allah, onze Heer; wij waren
71 6, 30 | zullen antwoorden: "Ja zeker, bij onze Heer." Hij zal zeggen: "
72 6, 57 | beslissing berust slechts bij Allah. Hij zet de waarheid
73 6, 59 | 59. En bij Hem zijn de sleutels van
74 6, 94 | waren in uw zaken, niet bij u. Voorzeker is nu (de band)
75 6, 109| zweren hun sterkste eden bij Allah, dat, indien er een
76 6, 109| Voorzeker, de tekenen zijn bij Allah." En wat weet gij:
77 6, 124| boodschapte plaatsen. Vernedering bij Allah en een strenge straf
78 6, 127| van Vrede (het Paradijs) bij hun Heer en Hij is hun Vriend,
79 7, 30 | Sommigen heeft Hij geleid en bij anderen werd dwaling hun
80 7, 150| verblijden en plaats mij niet bij het onrechtvaardige volk." ~
81 7, 187| kennis daarvan is slechts bij mijn Heer. Niemand dan Hij
82 7, 187| kennis er van is slechts bij Allah, maar de meeste mensen
83 7, 200| aanspoort, zoek dan uw toevlucht bij Allah; voorzeker, Hij is
84 7, 206| Waarlijk, degenen die dicht bij uw Heer zijn wenden zich
85 8, 4 | gelovigen. Voor hen zijn graden bij hun Heer, vergiffenis en
86 8, 16 | manoeuvreert of om plaats te nemen bij een andere groep, doet inderdaad
87 8, 28 | beproeving zijn en dat voorzeker bij Allah een grote beloning
88 8, 37 | moge scheiden en de bozen bij elkander moge drijven en
89 9, 22 | vertoeven. Voorwaar er is bij Allah een grote beloning. ~
90 9, 38 | tegenwoordige leven is vergeleken bij het Hiernamaals slechts
91 9, 42 | te lang. Toch willen zij bij Allah zweren: "Als wij er
92 9, 56 | 56. En zij zweren bij Allah dat zij inderdaad
93 9, 62 | 62. Zij zweren bij Allah om u te behagen, maar
94 9, 74 | 74. Zij zweren bij Allah, dat zij niets zeiden,
95 9, 84 | hunner die sterft, noch sta bij zijn graf, want zij verwierpen
96 9, 86 | Laat ons achter, opdat vij bij de achterblijvers zijn." ~
97 9, 92 | konden vinden om hiertoe zelf bij te dragen. ~
98 9, 95 | gij tot hen weder keert, u bij Allah zweren, dat gij hen
99 9, 118| schuilplaats is, behalve bij Hem. Toen wendde Hij Zich
100 9, 125| is, voegt het onreinheid bij onreinheid en zij sterven
101 10, 2 | geloven, dat zij een ware rang bij hun Heer zullen hebben"?
102 10, 18 | Dezen zijn onze bemiddelaars bij Allah." Zeg: "Wilt gij Allah
103 10, 24 | over bezitten, Ons gebod bij dag of bij nacht tot haar
104 10, 24 | bezitten, Ons gebod bij dag of bij nacht tot haar komt, dan
105 10, 50 | Vertelt mij, als Zijn straf bij dag of nacht over u komt,
106 10, 53 | de waarheid?" Zeg: "Ja, bij mijn Heer, het is zeker
107 10, 72 | beloning. Mijn beloning is bij Allah alleen en het is mij
108 11, 6 | zijn voorziening berust bij Allah, Hij kent zijn tehuis
109 11, 29 | Mijn beloning is alleen bij Allah. En ik wil de gelovigen
110 11, 51 | mijn beloning is alleen bij Hem, Die mij schiep. Wilt
111 11, 52 | over u zenden en kracht bij uw kracht voegen. En wend
112 11, 70 | niet naar uitstrekten, vond bij hen vreemd en vreesde hen.
113 11, 71 | En zijn vrouw stond er bij en verwonderde zich, waarop
114 11, 91 | gij zijt niet in aanzien bij ons." ~
115 11, 92 | is mijn gezin waardiger bij u dan Allah? En gij hebt
116 12, 40 | nedergezonden. De beslissing berust bij Allah alleen. Hij heeft
117 12, 42 | zou worden: "Vermeld mij bij uw heer." Maar Satan deed
118 12, 54 | koning zeide: "Brengt hem bij mij, ik wil hem voor mijzelf
119 12, 54 | van positie en vertrouwen bij ons." ~
120 12, 58 | broeders kwamen en gingen bij hem binnen en hij herkende
121 12, 67 | beslissing berust alleen bij Allah. In Hem stel ik mijn
122 12, 69 | huisvestte deze zijn broeder bij zich. En hij zeide: "Ik
123 12, 73 | 73. Zij antwoordden: "Bij Allah, gij weet goed, dat
124 12, 79 | anders dan hem zouden nemen bij wie wij ons eigendom vonden;
125 12, 85 | 85. Zij zeiden: "Bij Allah, gij zult niet ophouden
126 12, 91 | 91. Zij antwoordden: "Bij Allah, waarlijk Allah heeft
127 12, 95 | 95. Zij antwoordden: "Bij Allah, gij houdt zeker aan
128 12, 99 | huisvestte hij zijn ouders bij zich en zeide: "Komt zoals
129 12, 102| openbaren. Gij waart niet bij hen, toen zij zich (tegen
130 13, 8 | wat zij doen groeien. En bij Hem heeft alles een eigen
131 13, 31 | Neen, de zaak berust geheel bij Allah!" Zijn de gelovigen
132 13, 31 | wegens hun daden, of het zult bij hun huizen neerkomen, totdat
133 13, 39 | bevestigt wat Hij wil en bij Hem is de oorsprong van
134 13, 42 | van) alle plannen berust bij Allah. Hij weet wat elke
135 14, 37 | een onvruchtbaar dal dicht bij Uw heilig huis (de Kabah)
136 14, 46 | gesmeed maar hun plannen zijn bij Allah, al waren hun plannen
137 15, 21 | de schatten er van zijn bij Ons en Wij zenden deze slechts
138 15, 52 | 52. Toen zij bij hem binnentraden zeiden
139 15, 72 | 72. Bij uw leven, dezen zwerven
140 15, 73 | Dus overviel de straf hen bij zonsopgang. ~
141 15, 92 | 92. Bij uw Heer, Wij zullen hen
142 16 | 16. De Bij (An-Nahl) ~Geopenbaard vóór
143 16, 9 | 9. En bij Allah berust het, de rechte
144 16, 38 | 38. En zij zweren bij Allah hun sterkste eden,
145 16, 56 | zij geen kennis hebben. Bij Allah, gij zult zeker ondervraagd
146 16, 63 | 63. Bij Allah, Wij zonden (boodschappers)
147 16, 68 | 68. En uw Heer heeft de bij bezield, (zeggende): "Maakt
148 16, 88 | afhouden - Wij zullen straf bij hun straf voegen omdat zij
149 16, 95 | een geringe prijs. Hetgeen bij Allah is, is voorzeker beter
150 16, 96 | voorbijgaan maar hetgeen bij Allah is, is blijvend. En
151 17, 1 | is Hij Die Zijn dienaar bij nacht voerde van de Heilige
152 17, 23 | ouders. Indien één hunner bij u een hoge leeftijd bereikt
153 17, 33 | verleend, doch laat hem bij het doden niet buitensporig
154 17, 78 | 78. Houd het gebed bij het verbleken van de zon
155 17, 78 | nacht; en het reciteren bij de dageraad. Voorwaar, van
156 17, 78 | Voorwaar, van het reciteren bij de dageraad wordt getuigd. ~
157 17, 99 | hemelen en de aarde schiep, bij machte is hun evenbeeld
158 17, 110| aan of roept Rahmaan aan, bij welke naam gij Hem ook noemt,
159 18, 24 | 24. Zonder (er bij te zeggen): "Indien het
160 18, 28 | 28. Blijf bij degenen die hun Heer 's
161 18, 46 | goede werken, zijn beter bij uw Heer tot beloning en
162 18, 77 | vervolgden zij hun weg totdat zij bij de inwoners ener stad kwamen
163 18, 97 | klimmen, noch waren zij bij machte er doorheen te graven. ~
164 18, 110| goede daden verrichten en bij de aanbidding van zijn Heer
165 19, 4 | niet wanhopig, mijn Heer, bij mijn aanroep tot U." ~
166 19, 35 | 35. Het past niet bij Allah Zich een zoon te verwekken,
167 19, 37 | maar wee de ongelovigen bij hun aanwezigheid op de grote
168 19, 68 | 68. En bij uw Heer, Wij zullen hen
169 19, 76 | vormen) de beste toevlucht bij uw Heer. ~
170 20, 37 | 37. "En bij een andere gelegenheid bewezen
171 20, 52 | 52. "De kennis daarvan is bij mijn Heer in een Boek. Mijn
172 20, 94 | mijn moeder, grijp mij niet bij mijn baard noch bij mijn
173 20, 94 | niet bij mijn baard noch bij mijn hoofd." Ik was beducht
174 21, 39 | de tijd wanneer zij niet bij machte zullen zijn het Vuur
175 21, 40 | verbijsteren; en zij zullen niet bij machte zijn het te voorkomen,
176 21, 57 | 57. En, bij Allah, ik zal tegen uw afgoden
177 21, 64 | zij tot inkeer en zeiden (bij zichzelf) "Gij zijt zelf
178 21, 77 | 77. En Wij stonden hem bij tegen degenen die Onze tekenen
179 21, 78 | geiten van zekere mensen bij nacht graasden, waren Wij
180 22, 33 | tijd, daarna is hun plaats bij het oude Huis. ~
181 22, 39 | Allah heeft de macht hen bij te staan. ~
182 22, 41 | eindbesluit in alles berust bij Allah. ~
183 22, 47 | 47. En zij dringen bij u aan de straf te verhaasten,
184 22, 47 | Belofte breken. Voorwaar bij uw Heer is één dag gelijk
185 23, 62 | ziel boven haar vermogen. Bij Ons is een boek, dat de
186 23, 97 | 97. En zeg: "Mijn Heer, bij U zoek ik mijn toevlucht
187 23, 98 | 98. En bij U mijn Heer zoek ik mijn
188 23, 98 | toevlucht, opdat zij niet bij mij komen." ~
189 23, 117| vergelding ervan berust bij zijn Heer. Voorzeker de
190 24, 39 | water is, wanneer hij er bij komt ontdekt hij echter
191 24, 53 | zweren hun plechtigste eden bij Allah; dat zij indien gij
192 24, 58 | driemaal uw toestemming vragen (bij u te mogen komen), vóór
193 24, 62 | voor allen belangrijk is, bij hem (de profeet) zijn, zich
194 25, 4 | andere mensen hebben hem er bij geholpen." Maar zij uiten
195 26, 44 | hun roeden, en zeiden: "Bij de macht van Pharao, wij
196 26, 60 | Egyptenaren) vervolgden hen bij zonsopgang; ~
197 26, 83 | mij wijsheid en voeg mij bij de rechtvaardigen; ~
198 26, 97 | 97. "Bij Allah, wij waren klaarblijkelijk
199 26, 109| beloning voor: Mijn loon is bij de Heer der Werelden. ~
200 26, 113| Hun rekening is alleen bij mijn Heer, als gij het slechts
201 26, 127| voor; mijn loon is slechts bij de Heer der Werelden." ~
202 26, 145| Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden. ~
203 26, 164| Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden." ~
204 26, 180| Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden. ~
205 27, 8 | 8. En toen hij er bij kwam, riep een stem hem
206 27, 10 | vrees niet, voorwqwaar bij Mij vrezen de boodschappers
207 27, 40 | geplaatst, zeide hij: "Dit is bij de gratie van mijn Heer,
208 27, 47 | Uw kwade verwachting is bij Allah. Neen, gij zijt een
209 27, 49 | zeiden: "Zweert tot elkander bij Allah, dat wij zeker Salih
210 27, 72 | verhaasten, reeds dicht bij u is gekomen." ~
211 28, 23 | 23. En toen hij bij de bron van Midian aankwam,
212 28, 30 | 30. En toen hij er bij kwam werd hij door een stem
213 28, 60 | versiering er van; en hetgeen bij Allah is, is beter en van
214 29, 50 | Zeg: "De tekenen zijn bij Allah alleen, en ik ben
215 30, 18 | de hemelen en op aarde - bij nacht en des daags. ~
216 30, 39 | bezitten; het neemt niet toe bij Allah; maar wat gij in Zakaat
217 31, 22 | sterk houvast gegrepen. Bij Allah rust het einde aller
218 33, 1 | Profeet, zoek bescherming bij Allah en gehoorzaam de ongelovigen
219 33, 5 | 5. Noemt hen bij hun vaders naam dat is billijker
220 33, 6 | 6. De Profeet is dichter bij de gelovigen dan zij zelven,
221 33, 6 | bloedverwanten zijn nader bij elkander volgens het Boek
222 33, 14 | Als men uit de omgeving bij hen zou binnendringen en
223 33, 19 | van iemand die bezwijmt bij de doodsstrijd. En als de
224 33, 63 | kennis er van is slechts bij Allah," gij weet het niet;
225 33, 69 | zeiden. En hij was in aanzien bij Allah. ~
226 34, 3 | over ons komen." Zeg: "Ja, bij mijn Heer, de Kenner van
227 34, 23 | 23. Geen voorspraak geldt bij Hem, behalve voor degenen
228 34, 33 | door uw listige plannen, bij dag en nacht beraamd, waarbij
229 34, 47 | is voor u. Mijn loon is bij Allah; en Hij is Getuige
230 35, 41 | zou niemand buiten Hem ze bij elkander kunnen houden.
231 35, 42 | 42. Zij zweren bij Allah hun plechtigste eden,
232 36, 2 | 2. Bij de Koran, die vol van Wijsheid
233 36, 19 | antwoordden: "Uw onheil is bij u. Zegt gij dit omdat gij
234 37, 1 | 1. Bij hen, die zich in rijen scharen. ~
235 37, 2 | 2. En bij hen die berispen. ~
236 37, 3 | 3. En bij de verkondigers der Vermaning. ~
237 37, 56 | 56. Hij zal zeggen: "Bij Allah, gij deedt mij ook
238 38, 1 | 1. Saad. Bij de Koran vol van aanzien. ~
239 38, 18 | hem (God) te verheerlijken bij avond en ochtend. ~
240 38, 22 | 22. Hoe zij bij David binnenkwamen en hij
241 38, 52 | 52. En bij hen zullen vrouwen zijn,
242 38, 82 | 82. Hij zeide: "Bij Uw eer, ik zal hen allen
243 39, 22 | degenen, wier hart verhard is bij de gedachtenis aan Allah!
244 39, 23 | en hun hart wordt zacht bij de gedachte aan Allah. Dit
245 40, 27 | zeide: "Ik zoek toevlucht bij mijn Heer en uw Heer, tegen
246 40, 31 | 31. Zoals hoe geval was bij het volk van Noach, en Aad
247 40, 56 | Zoekt daarom uw toevlucht bij Allah. Waarlijk, Hij is
248 41, 38 | ongelovigen) hoogmoed, degenen die bij uw Heer zijn, verheerlijken
249 41, 50 | teruggebracht zal ik zeker bij Hem het allerbeste vinden."
250 42, 10 | de beslissing ervan rust bij Allah. Zeg: "Zo is Allah,
251 42, 22 | paradijs zijn. Zij zullen bij hun Heer alles vinden wat
252 42, 36 | voor dit leven, en hetgeen bij Allah is, is beter en van
253 42, 40 | ogen houdt, zijn loon rust bij Allah. Voorzeker, Hij houdt
254 43, 2 | 2. Bij het duidelijke Boek; ~
255 43, 4 | is in het Boek der Boeken bij Ons, verheven, vol van wijsheid. ~
256 43, 18 | grootgebracht en die zich bij een twist moeilijk kan uiten? ~
257 43, 35 | leven, doch het Hiernamaals bij uw Heer is voor de godvruchtigen. ~
258 43, 38 | 38. Wanneer zo iemand bij Ons komt, zegt hij tegen
259 43, 80 | zeker! Onze boodschappers bij hen schrijven alles op. ~
260 43, 85 | tussen is, toebehoort, en bij Hem is de kennis van het
261 44, 2 | 2. Bij het duidelijke Boek. ~
262 46, 23 | kennis daarvan is slechts bij Allah, ik breng waarmede
263 46, 29 | wensten te horen en, toen zij bij u kwamen, zeiden zij: "Weest
264 46, 34 | zullen antwoorden: "Ja zeker, bij onze Heer." Hij zal zeggen: "
265 47, 27 | zjin) wanneer de engelen bij de dood hun ziel zullen
266 49, 1 | gelooft, weest niet voorbarig bij Allah en Zijn boodschapper,
267 49, 11 | niet, noch noemt elkaar bij scheldnamen. Kwaad is (het
268 49, 13 | onder u is de eerwaardigste bij Allah. Voorwaar, Allah is
269 50, 1 | 1. Qaaf. Bij de glorierijke Koran. ~
270 50, 4 | aarde van hen verteert en bij Ons is een Boek dat alles
271 50, 18 | woord of er is een bewaker bij hem, die altijd klaar staat. ~
272 50, 23 | zeggen: "Dit is hetgeen bij mij gereed is." ~
273 50, 31 | 31. En de Hemel zal dicht bij de rechtvaardigen worden
274 50, 35 | daarin zijn wat zij wensen en bij Ons is nog meer. ~
275 51, 7 | 7. Bij de hemelen vol van paden, ~
276 51, 23 | 23. Bij de Heer van de hemel en
277 51, 25 | 25. Toen zij bij hem binnentraden en zeiden: "
278 51, 25 | hij: "Vrede". Hij zeide (bij zichzelven): "Vreemde mensen." ~
279 52, 1 | 1. Bij de Berg ~
280 52, 2 | 2. En bij het geschreven Boek, ~
281 52, 4 | 4. En bij het veelbezochte huis ~
282 52, 5 | 5. En bij het hoogverheven dak ~
283 52, 6 | 6. En bij de boordevolle oceaan, ~
284 52, 29 | Waarschuw daarom (o, profeet). Bij de gratie van uw Heer zijt
285 53, 1 | 1. Bij de ster wanneer zij valt, ~
286 53, 9 | twee bogen, Ja, nog dichter bij, ~
287 53, 13 | voorzeker, hij zag hem ook bij een andere nederdaling. ~
288 53, 14 | 14. Bij de Lotusboom waar niemand
289 54, 10 | gewis verslagen, sta mij bij." ~
290 54, 34 | familie van Lot, die Wij bij de dageraad verlosten, ~
291 55, 41 | zij zullen worden gegrepen bij haren en voeten. ~
292 55, 54 | fruit der tuinen zal dicht bij de hand liggen. ~
293 56, 85 | 85. Zijn Wij dichter bij hem dan gij, maar gij ziet
294 56, 88 | behoort tot degenen, die dicht bij God zijn, ~
295 58, 14 | noch de hunnen, zij zweren bij de leugen tegen beter weten
296 59, 2 | Boek, uit hun huizen zette bij de eerste verbanning. Gij
297 61, 3 | Het is afkeurenswaardig bij Allah dat gij zegt hetgeen
298 62, 11 | laten u staan. Zeg: "Hetgeen bij Allah is, is beter dan vermaak
299 64, 7 | worden opgewekt. Zeg: "Ja, bij mijn Heer, gij zult zeker
300 64, 15 | slechts een beproeving; doch bij Allah is er een grote beloning. ~
301 66, 11 | bouw voor mij een huis bij U in het Paradijs, verlos
302 67, 26 | kennis daarvan ligt alleen bij Allah en ik ben slechts
303 68, 1 | 1. Noen. Bij de pen, en bij hetgeen zij
304 68, 1 | 1. Noen. Bij de pen, en bij hetgeen zij schrijven. ~
305 68, 2 | 2. Gij zijt, bij de gratie van uw Heer, geen
306 68, 24 | 24. "Laat heden geen arme bij u binnen komen." ~
307 68, 34 | er verrukkelijke tuinen bij hun Heer! ~
308 69, 38 | 38. Neen, Ik zweer bij alles wat gij ziet, ~
309 69, 39 | 39. En bij alles wat gij niet ziet, ~
310 69, 45 | Dan zouden Wij hem zeker bij de rechter hand hebben gegrepen. ~
311 72, 6 | enige mensen die toevlucht bij sommige djinn zochten, waardoor
312 73, 12 | 12. Voorzeker, bij Ons zijn zware boeien en
313 73, 20 | betere en grotere beloning bij Allah vinden. En zoekt vergiffenis
314 74, 13 | 13. En zonen die bij hem zijn. ~
315 74, 32 | 32. Neen, bij de maan, ~
316 75, 12 | 12. Slechts bij uw Heer zal dan uw toevlucht
317 75, 40 | 40. Is Hij dan niet bij machte de doden te doen
318 76, 23 | Wij hebben de Koran aan u bij gedeelten geopenbaard. ~
319 77, 1 | 1. Bij de met goedheid gezondenen. ~
320 77, 2 | 2. En bij hen die verbrijzelen. ~
321 77, 3 | 3. En bij hen, die heinde en ver verspreiden. ~
322 77, 4 | 4. En bij hen die goed onderscheiden. ~
323 77, 5 | 5. En bij hen die de vermaning toedienen, ~
324 78, 39 | die het wil een toevlucht bij zijn Heer zoeken. ~
325 79, 1 | 1. Bij hen die zich volledig inspannen, ~
326 79, 2 | 2. En bij hen die hun werk met vreugde
327 79, 3 | 3. En bij hen die snelle vorderingen
328 79, 4 | 4. En bij hen die de eersten willen
329 79, 5 | 5. En bij hen die de zaak regelen. ~
330 79, 44 | De uitkomst daarvan is bij uw Heer. ~
331 82, 19 | berust het gebod alleen bij Allah. ~~
332 84, 13 | 13. Voorzeker, hij was bij de zijnen gelukkig, ~
333 85, 1 | 1. Bij de hemel met zijn constellaties. ~
334 85, 2 | 2. En bij de beloofde Dag. ~
335 85, 3 | 3. En bij de getuige en hetgeen waarover
336 85, 6 | 6. Ziet! Zij zaten er bij, ~
337 86, 1 | 1. Bij de hemel en bij de morgenster. ~
338 86, 1 | 1. Bij de hemel en bij de morgenster. ~
339 86, 11 | 11. Bij de wolk die regen geeft. ~
340 89, 1 | 1. Bij de dageraad, ~
341 90, 1 | 1. Ik zweer bij deze stad (Makka), ~
342 90, 3 | 3. En bij de vader en wat hij verwekte. ~
343 91, 1 | 1. Bij de zon en haar licht, ~
344 91, 2 | 2. En bij de maan als zij deze volgt, ~
345 91, 3 | 3. En bij de dag wanneer hij dezs
346 91, 4 | 4. En bij de nacht, wanneer hij haar
347 91, 5 | 5. En bij de hemel en de schepping
348 91, 6 | 6. En bij de aarde en haar uitgestrektheid, ~
349 91, 7 | 7. En bij de ziel en haar volmaaktheid, ~
350 92, 1 | 1. Bij de nacht als hij bedekt. ~
351 92, 2 | 2. En bij de dag wanneer hij schittert, ~
352 92, 3 | 3. En bij de schepping van man en
353 93, 1 | 1. Bij de glorie van de dag. ~
354 93, 2 | 2. En bij de nacht als het donker
355 95, 1 | 1. Bij de vijg en de olijf, ~
356 95, 2 | 2. Bij de berg Sinaï, ~
357 95, 3 | 3. En bij deze stad van Vrede (Makka), ~
358 96, 15 | ophoudt, zullen Wij hem zeker bij de haren van zijn voorhoofd
359 96, 17 | hij dan zijn raadgevers bij elkaar roepen. ~
360 98, 8 | 8. Hun beloning is bij hun Heer; tuinen der eeuwigheid
361 100, 1 | 1. Bij de rossen die snel en snuivend
362 100, 3 | 3. En bij de dageraad plotseling een
363 103, 1 | 1. Bij de tijd. ~
364 113, 1 | Ik zoek mijn toevlucht bij de Heer van de dageraad. ~
365 114, 1 | Ik zoek mijn toevlucht bij de Heer der mensen, ~
|