Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
bidt 9
bieden 2
biedt 3
bij 365
bijbel 1
bijdragen 1
bijeen 4
Frequency    [«  »]
378 uit
367 deze
367 doen
365 bij
351 noch
349 zeg
346 haar

Koran

IntraText - Concordances

bij

                                                  bold = Main text
    Sura, Verse                                   grey = Comment text
1 Voo | Men houde dit voor ogen bij vergelijking met andere 2 2, 19 | 19. Of, (dat zij) bij zware regen uit de hemel 3 2, 62 | verrichten, zullen hun beloning bij hun Heer ontvangen en er 4 2, 67 | zeide: "Ik zoek toevlucht bij Allah, om niet tot de onwetenden 5 2, 89 | vervullend datgene, dat bij hen was, hoewel zij voordien 6 2, 94 | tehuis van het Hiernamaals, bij Allah alleen voor u is, 7 2, 110| voor uzelf, gij zult het bij Allah vinden. Voorzeker, 8 2, 112| verricht, zal zijn beloning bij zijn Heer hebben. Vrees 9 2, 187| en eet en drinkt, totdat bij de dageraad de witte draad 10 2, 196| wiens familie niet dicht bij de Heilige Moskee woont. 11 2, 217| er van te verdrijven, is bij Allah een grotere zonde; 12 2, 237| kwijtscheldt is dit dichter bij de godsvrucht. En vergeet 13 2, 255| is, behoort Hem. Wie kan bij Hem bemiddelen zonder Zijn 14 2, 262| voor hen is er beloning bij hun Heer en zij zullen geen 15 2, 264| weggeeft, om op te vallen bij de mensen en hij gelooft 16 2, 265| op hooggelegen grond, die bij regen tweevoudig vruchten 17 2, 273| op een opdringerige wijze bij de mensen vragen. En welke 18 2, 275| ontvangen en zijn zaak is bij Allah. En zij, die terugvallen, 19 2, 277| betalen, hun beloning is bij hun Heer en voor hen is 20 3, 14 | wereld, maar Allah is het, bij Wie het juiste einddoel 21 3, 15 | God vrezen, zijn er tuinen bij hun Heer, waar doorheen 22 3, 37 | Telkens, wanneer Zacharia bij haar in de kamer ging, vond 23 3, 37 | kamer ging, vond hij voedsel bij haar. Hij zeide: "O, Maria, 24 3, 44 | openbaren. En gij waart niet bij hen toen zij lootten (om 25 3, 44 | zou zijn, noch waart gij bij hen, toen zij met elkander 26 3, 59 | het geval van Jezus is bij Allah hetzelfde als dat 27 3, 73 | zullen zij met u redetwisten bij uw Heer." Zeg: "Genade is 28 3, 81 | komen, vervullend hetgeen bij u is, in hem zult gij geloven 29 3, 123| 123. En Allah had u reeds bij Badr geholpen, terwijl gij 30 3, 156| trekken, zeggen: "Waren zij bij ons gebleven, zij zouden 31 3, 163| 163. Zij hebben bij Allah graden en Allah ziet 32 3, 167| stonden op die dag dichter bij het ongeloof dan bij het 33 3, 167| dichter bij het ongeloof dan bij het geloof. Zij zeggen met 34 3, 169| Neen, zij zijn levend en bij hun Heer worden hun gaven 35 3, 195| een beloning van Allah en bij Allah is de beste beloning." ~ 36 3, 198| onthaal van Allah. En hetgeen bij Allah is, is voor de rechtvaardigen 37 3, 199| zijn het, die hun beloning bij hun Heer zullen ontvangen. 38 4, 3 | niet rechtschapen zult zijn bij het behandelen der wezen, 39 4, 6 | overhandigt, neemt er dan getuigen bij. Allah is toereikend om 40 4, 8 | verwanten en wezen en de armen bij de verdeling (der erfenis) 41 4, 17 | Waarlijk, berouw bestaat bij Allah alleen van degenen, 42 4, 29 | leugen en bedrog maar handelt bij onderlinge overeenkomst. 43 4, 30 | 30. En wie dit ook doet bij wijze van overtreding en 44 4, 47 | nedergezonden, vervullende hetgeen bij u is voordat Wij uw leiders 45 4, 60 | Zij wensen recht te zoeken bij de opstandigen ofschoon 46 4, 62 | zij zwerend tot u komen: "Bij Allah, wij beoogden niets 47 4, 65 | 65. Maar neen, bij uw Heer, zij zullen geen 48 4, 72 | genadig geweest omdat ik niet bij hen tegenwoordig was." ~ 49 4, 73 | en hem bestond - "Ware ik bij hen geweest, dan zou ik 50 4, 91 | anderen vinden die veilig bij u willen zijn en bij hun 51 4, 91 | veilig bij u willen zijn en bij hun eigen volk; telkens 52 4, 92 | gelovige te doden, tenzij dit bij vergissing gebeurt. En wie 53 4, 92 | gebeurt. En wie een gelovige bij vergissing doodt moet een 54 4, 94 | goederen van dit leven? Bij Allah zijn goede dingen 55 4, 100| achterhaalt hem - zijn beloning bij Allah staat vast; Allah 56 4, 102| leidt, laat een deel hunner bij u staan en hun wapenen meenemen. 57 4, 108| Allah verbergen en Hij is bij hen wanneer zij de nacht 58 4, 109| hen pleiten. Maar wie zal bij Allah voor hen pleiten op 59 4, 134| dezer wereld verlangt - bij Allah is de beloning dezer 60 4, 139| gelovigen, - zoeken zij eer bij hen hoewel alle eer aan 61 5, 8 | rechtvaardig, dat is dichter bij de vroomheid en vreest Allah, 62 5, 43 | maken wanneer zij de Torah bij zich hebben waarin Allah' 63 5, 45 | en wie niet rechtspreken bij hetgeen Allah heeft nedergezonden, 64 5, 53 | die met hun ernstige eden bij Allah zwoeren dat zij waarlijk 65 5, 60 | over degenen wier straf bij Allah erger is dan dit? 66 5, 106| gebed en laat hen zweren bij Allah, zeggende: "Wij nemen 67 5, 107| en de laatste twee moeten bij Allah zweren en zeggen: " 68 5, 112| zoon van Maria, is uw Heer bij machte, ons een (met voedsel) 69 6, 2 | vastgestelde termijn is bij Hem. Toch twijfelt gij. ~ 70 6, 23 | zijn dan dat zij zeggen: "Bij Allah, onze Heer; wij waren 71 6, 30 | zullen antwoorden: "Ja zeker, bij onze Heer." Hij zal zeggen: " 72 6, 57 | beslissing berust slechts bij Allah. Hij zet de waarheid 73 6, 59 | 59. En bij Hem zijn de sleutels van 74 6, 94 | waren in uw zaken, niet bij u. Voorzeker is nu (de band) 75 6, 109| zweren hun sterkste eden bij Allah, dat, indien er een 76 6, 109| Voorzeker, de tekenen zijn bij Allah." En wat weet gij: 77 6, 124| boodschapte plaatsen. Vernedering bij Allah en een strenge straf 78 6, 127| van Vrede (het Paradijs) bij hun Heer en Hij is hun Vriend, 79 7, 30 | Sommigen heeft Hij geleid en bij anderen werd dwaling hun 80 7, 150| verblijden en plaats mij niet bij het onrechtvaardige volk." ~ 81 7, 187| kennis daarvan is slechts bij mijn Heer. Niemand dan Hij 82 7, 187| kennis er van is slechts bij Allah, maar de meeste mensen 83 7, 200| aanspoort, zoek dan uw toevlucht bij Allah; voorzeker, Hij is 84 7, 206| Waarlijk, degenen die dicht bij uw Heer zijn wenden zich 85 8, 4 | gelovigen. Voor hen zijn graden bij hun Heer, vergiffenis en 86 8, 16 | manoeuvreert of om plaats te nemen bij een andere groep, doet inderdaad 87 8, 28 | beproeving zijn en dat voorzeker bij Allah een grote beloning 88 8, 37 | moge scheiden en de bozen bij elkander moge drijven en 89 9, 22 | vertoeven. Voorwaar er is bij Allah een grote beloning. ~ 90 9, 38 | tegenwoordige leven is vergeleken bij het Hiernamaals slechts 91 9, 42 | te lang. Toch willen zij bij Allah zweren: "Als wij er 92 9, 56 | 56. En zij zweren bij Allah dat zij inderdaad 93 9, 62 | 62. Zij zweren bij Allah om u te behagen, maar 94 9, 74 | 74. Zij zweren bij Allah, dat zij niets zeiden, 95 9, 84 | hunner die sterft, noch sta bij zijn graf, want zij verwierpen 96 9, 86 | Laat ons achter, opdat vij bij de achterblijvers zijn." ~ 97 9, 92 | konden vinden om hiertoe zelf bij te dragen. ~ 98 9, 95 | gij tot hen weder keert, u bij Allah zweren, dat gij hen 99 9, 118| schuilplaats is, behalve bij Hem. Toen wendde Hij Zich 100 9, 125| is, voegt het onreinheid bij onreinheid en zij sterven 101 10, 2 | geloven, dat zij een ware rang bij hun Heer zullen hebben"? 102 10, 18 | Dezen zijn onze bemiddelaars bij Allah." Zeg: "Wilt gij Allah 103 10, 24 | over bezitten, Ons gebod bij dag of bij nacht tot haar 104 10, 24 | bezitten, Ons gebod bij dag of bij nacht tot haar komt, dan 105 10, 50 | Vertelt mij, als Zijn straf bij dag of nacht over u komt, 106 10, 53 | de waarheid?" Zeg: "Ja, bij mijn Heer, het is zeker 107 10, 72 | beloning. Mijn beloning is bij Allah alleen en het is mij 108 11, 6 | zijn voorziening berust bij Allah, Hij kent zijn tehuis 109 11, 29 | Mijn beloning is alleen bij Allah. En ik wil de gelovigen 110 11, 51 | mijn beloning is alleen bij Hem, Die mij schiep. Wilt 111 11, 52 | over u zenden en kracht bij uw kracht voegen. En wend 112 11, 70 | niet naar uitstrekten, vond bij hen vreemd en vreesde hen. 113 11, 71 | En zijn vrouw stond er bij en verwonderde zich, waarop 114 11, 91 | gij zijt niet in aanzien bij ons." ~ 115 11, 92 | is mijn gezin waardiger bij u dan Allah? En gij hebt 116 12, 40 | nedergezonden. De beslissing berust bij Allah alleen. Hij heeft 117 12, 42 | zou worden: "Vermeld mij bij uw heer." Maar Satan deed 118 12, 54 | koning zeide: "Brengt hem bij mij, ik wil hem voor mijzelf 119 12, 54 | van positie en vertrouwen bij ons." ~ 120 12, 58 | broeders kwamen en gingen bij hem binnen en hij herkende 121 12, 67 | beslissing berust alleen bij Allah. In Hem stel ik mijn 122 12, 69 | huisvestte deze zijn broeder bij zich. En hij zeide: "Ik 123 12, 73 | 73. Zij antwoordden: "Bij Allah, gij weet goed, dat 124 12, 79 | anders dan hem zouden nemen bij wie wij ons eigendom vonden; 125 12, 85 | 85. Zij zeiden: "Bij Allah, gij zult niet ophouden 126 12, 91 | 91. Zij antwoordden: "Bij Allah, waarlijk Allah heeft 127 12, 95 | 95. Zij antwoordden: "Bij Allah, gij houdt zeker aan 128 12, 99 | huisvestte hij zijn ouders bij zich en zeide: "Komt zoals 129 12, 102| openbaren. Gij waart niet bij hen, toen zij zich (tegen 130 13, 8 | wat zij doen groeien. En bij Hem heeft alles een eigen 131 13, 31 | Neen, de zaak berust geheel bij Allah!" Zijn de gelovigen 132 13, 31 | wegens hun daden, of het zult bij hun huizen neerkomen, totdat 133 13, 39 | bevestigt wat Hij wil en bij Hem is de oorsprong van 134 13, 42 | van) alle plannen berust bij Allah. Hij weet wat elke 135 14, 37 | een onvruchtbaar dal dicht bij Uw heilig huis (de Kabah) 136 14, 46 | gesmeed maar hun plannen zijn bij Allah, al waren hun plannen 137 15, 21 | de schatten er van zijn bij Ons en Wij zenden deze slechts 138 15, 52 | 52. Toen zij bij hem binnentraden zeiden 139 15, 72 | 72. Bij uw leven, dezen zwerven 140 15, 73 | Dus overviel de straf hen bij zonsopgang. ~ 141 15, 92 | 92. Bij uw Heer, Wij zullen hen 142 16 | 16. De Bij (An-Nahl) ~Geopenbaard vóór 143 16, 9 | 9. En bij Allah berust het, de rechte 144 16, 38 | 38. En zij zweren bij Allah hun sterkste eden, 145 16, 56 | zij geen kennis hebben. Bij Allah, gij zult zeker ondervraagd 146 16, 63 | 63. Bij Allah, Wij zonden (boodschappers) 147 16, 68 | 68. En uw Heer heeft de bij bezield, (zeggende): "Maakt 148 16, 88 | afhouden - Wij zullen straf bij hun straf voegen omdat zij 149 16, 95 | een geringe prijs. Hetgeen bij Allah is, is voorzeker beter 150 16, 96 | voorbijgaan maar hetgeen bij Allah is, is blijvend. En 151 17, 1 | is Hij Die Zijn dienaar bij nacht voerde van de Heilige 152 17, 23 | ouders. Indien één hunner bij u een hoge leeftijd bereikt 153 17, 33 | verleend, doch laat hem bij het doden niet buitensporig 154 17, 78 | 78. Houd het gebed bij het verbleken van de zon 155 17, 78 | nacht; en het reciteren bij de dageraad. Voorwaar, van 156 17, 78 | Voorwaar, van het reciteren bij de dageraad wordt getuigd. ~ 157 17, 99 | hemelen en de aarde schiep, bij machte is hun evenbeeld 158 17, 110| aan of roept Rahmaan aan, bij welke naam gij Hem ook noemt, 159 18, 24 | 24. Zonder (er bij te zeggen): "Indien het 160 18, 28 | 28. Blijf bij degenen die hun Heer 's 161 18, 46 | goede werken, zijn beter bij uw Heer tot beloning en 162 18, 77 | vervolgden zij hun weg totdat zij bij de inwoners ener stad kwamen 163 18, 97 | klimmen, noch waren zij bij machte er doorheen te graven. ~ 164 18, 110| goede daden verrichten en bij de aanbidding van zijn Heer 165 19, 4 | niet wanhopig, mijn Heer, bij mijn aanroep tot U." ~ 166 19, 35 | 35. Het past niet bij Allah Zich een zoon te verwekken, 167 19, 37 | maar wee de ongelovigen bij hun aanwezigheid op de grote 168 19, 68 | 68. En bij uw Heer, Wij zullen hen 169 19, 76 | vormen) de beste toevlucht bij uw Heer. ~ 170 20, 37 | 37. "En bij een andere gelegenheid bewezen 171 20, 52 | 52. "De kennis daarvan is bij mijn Heer in een Boek. Mijn 172 20, 94 | mijn moeder, grijp mij niet bij mijn baard noch bij mijn 173 20, 94 | niet bij mijn baard noch bij mijn hoofd." Ik was beducht 174 21, 39 | de tijd wanneer zij niet bij machte zullen zijn het Vuur 175 21, 40 | verbijsteren; en zij zullen niet bij machte zijn het te voorkomen, 176 21, 57 | 57. En, bij Allah, ik zal tegen uw afgoden 177 21, 64 | zij tot inkeer en zeiden (bij zichzelf) "Gij zijt zelf 178 21, 77 | 77. En Wij stonden hem bij tegen degenen die Onze tekenen 179 21, 78 | geiten van zekere mensen bij nacht graasden, waren Wij 180 22, 33 | tijd, daarna is hun plaats bij het oude Huis. ~ 181 22, 39 | Allah heeft de macht hen bij te staan. ~ 182 22, 41 | eindbesluit in alles berust bij Allah. ~ 183 22, 47 | 47. En zij dringen bij u aan de straf te verhaasten, 184 22, 47 | Belofte breken. Voorwaar bij uw Heer is één dag gelijk 185 23, 62 | ziel boven haar vermogen. Bij Ons is een boek, dat de 186 23, 97 | 97. En zeg: "Mijn Heer, bij U zoek ik mijn toevlucht 187 23, 98 | 98. En bij U mijn Heer zoek ik mijn 188 23, 98 | toevlucht, opdat zij niet bij mij komen." ~ 189 23, 117| vergelding ervan berust bij zijn Heer. Voorzeker de 190 24, 39 | water is, wanneer hij er bij komt ontdekt hij echter 191 24, 53 | zweren hun plechtigste eden bij Allah; dat zij indien gij 192 24, 58 | driemaal uw toestemming vragen (bij u te mogen komen), vóór 193 24, 62 | voor allen belangrijk is, bij hem (de profeet) zijn, zich 194 25, 4 | andere mensen hebben hem er bij geholpen." Maar zij uiten 195 26, 44 | hun roeden, en zeiden: "Bij de macht van Pharao, wij 196 26, 60 | Egyptenaren) vervolgden hen bij zonsopgang; ~ 197 26, 83 | mij wijsheid en voeg mij bij de rechtvaardigen; ~ 198 26, 97 | 97. "Bij Allah, wij waren klaarblijkelijk 199 26, 109| beloning voor: Mijn loon is bij de Heer der Werelden. ~ 200 26, 113| Hun rekening is alleen bij mijn Heer, als gij het slechts 201 26, 127| voor; mijn loon is slechts bij de Heer der Werelden." ~ 202 26, 145| Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden. ~ 203 26, 164| Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden." ~ 204 26, 180| Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden. ~ 205 27, 8 | 8. En toen hij er bij kwam, riep een stem hem 206 27, 10 | vrees niet, voorwqwaar bij Mij vrezen de boodschappers 207 27, 40 | geplaatst, zeide hij: "Dit is bij de gratie van mijn Heer, 208 27, 47 | Uw kwade verwachting is bij Allah. Neen, gij zijt een 209 27, 49 | zeiden: "Zweert tot elkander bij Allah, dat wij zeker Salih 210 27, 72 | verhaasten, reeds dicht bij u is gekomen." ~ 211 28, 23 | 23. En toen hij bij de bron van Midian aankwam, 212 28, 30 | 30. En toen hij er bij kwam werd hij door een stem 213 28, 60 | versiering er van; en hetgeen bij Allah is, is beter en van 214 29, 50 | Zeg: "De tekenen zijn bij Allah alleen, en ik ben 215 30, 18 | de hemelen en op aarde - bij nacht en des daags. ~ 216 30, 39 | bezitten; het neemt niet toe bij Allah; maar wat gij in Zakaat 217 31, 22 | sterk houvast gegrepen. Bij Allah rust het einde aller 218 33, 1 | Profeet, zoek bescherming bij Allah en gehoorzaam de ongelovigen 219 33, 5 | 5. Noemt hen bij hun vaders naam dat is billijker 220 33, 6 | 6. De Profeet is dichter bij de gelovigen dan zij zelven, 221 33, 6 | bloedverwanten zijn nader bij elkander volgens het Boek 222 33, 14 | Als men uit de omgeving bij hen zou binnendringen en 223 33, 19 | van iemand die bezwijmt bij de doodsstrijd. En als de 224 33, 63 | kennis er van is slechts bij Allah," gij weet het niet; 225 33, 69 | zeiden. En hij was in aanzien bij Allah. ~ 226 34, 3 | over ons komen." Zeg: "Ja, bij mijn Heer, de Kenner van 227 34, 23 | 23. Geen voorspraak geldt bij Hem, behalve voor degenen 228 34, 33 | door uw listige plannen, bij dag en nacht beraamd, waarbij 229 34, 47 | is voor u. Mijn loon is bij Allah; en Hij is Getuige 230 35, 41 | zou niemand buiten Hem ze bij elkander kunnen houden. 231 35, 42 | 42. Zij zweren bij Allah hun plechtigste eden, 232 36, 2 | 2. Bij de Koran, die vol van Wijsheid 233 36, 19 | antwoordden: "Uw onheil is bij u. Zegt gij dit omdat gij 234 37, 1 | 1. Bij hen, die zich in rijen scharen. ~ 235 37, 2 | 2. En bij hen die berispen. ~ 236 37, 3 | 3. En bij de verkondigers der Vermaning. ~ 237 37, 56 | 56. Hij zal zeggen: "Bij Allah, gij deedt mij ook 238 38, 1 | 1. Saad. Bij de Koran vol van aanzien. ~ 239 38, 18 | hem (God) te verheerlijken bij avond en ochtend. ~ 240 38, 22 | 22. Hoe zij bij David binnenkwamen en hij 241 38, 52 | 52. En bij hen zullen vrouwen zijn, 242 38, 82 | 82. Hij zeide: "Bij Uw eer, ik zal hen allen 243 39, 22 | degenen, wier hart verhard is bij de gedachtenis aan Allah! 244 39, 23 | en hun hart wordt zacht bij de gedachte aan Allah. Dit 245 40, 27 | zeide: "Ik zoek toevlucht bij mijn Heer en uw Heer, tegen 246 40, 31 | 31. Zoals hoe geval was bij het volk van Noach, en Aad 247 40, 56 | Zoekt daarom uw toevlucht bij Allah. Waarlijk, Hij is 248 41, 38 | ongelovigen) hoogmoed, degenen die bij uw Heer zijn, verheerlijken 249 41, 50 | teruggebracht zal ik zeker bij Hem het allerbeste vinden." 250 42, 10 | de beslissing ervan rust bij Allah. Zeg: "Zo is Allah, 251 42, 22 | paradijs zijn. Zij zullen bij hun Heer alles vinden wat 252 42, 36 | voor dit leven, en hetgeen bij Allah is, is beter en van 253 42, 40 | ogen houdt, zijn loon rust bij Allah. Voorzeker, Hij houdt 254 43, 2 | 2. Bij het duidelijke Boek; ~ 255 43, 4 | is in het Boek der Boeken bij Ons, verheven, vol van wijsheid. ~ 256 43, 18 | grootgebracht en die zich bij een twist moeilijk kan uiten? ~ 257 43, 35 | leven, doch het Hiernamaals bij uw Heer is voor de godvruchtigen. ~ 258 43, 38 | 38. Wanneer zo iemand bij Ons komt, zegt hij tegen 259 43, 80 | zeker! Onze boodschappers bij hen schrijven alles op. ~ 260 43, 85 | tussen is, toebehoort, en bij Hem is de kennis van het 261 44, 2 | 2. Bij het duidelijke Boek. ~ 262 46, 23 | kennis daarvan is slechts bij Allah, ik breng waarmede 263 46, 29 | wensten te horen en, toen zij bij u kwamen, zeiden zij: "Weest 264 46, 34 | zullen antwoorden: "Ja zeker, bij onze Heer." Hij zal zeggen: " 265 47, 27 | zjin) wanneer de engelen bij de dood hun ziel zullen 266 49, 1 | gelooft, weest niet voorbarig bij Allah en Zijn boodschapper, 267 49, 11 | niet, noch noemt elkaar bij scheldnamen. Kwaad is (het 268 49, 13 | onder u is de eerwaardigste bij Allah. Voorwaar, Allah is 269 50, 1 | 1. Qaaf. Bij de glorierijke Koran. ~ 270 50, 4 | aarde van hen verteert en bij Ons is een Boek dat alles 271 50, 18 | woord of er is een bewaker bij hem, die altijd klaar staat. ~ 272 50, 23 | zeggen: "Dit is hetgeen bij mij gereed is." ~ 273 50, 31 | 31. En de Hemel zal dicht bij de rechtvaardigen worden 274 50, 35 | daarin zijn wat zij wensen en bij Ons is nog meer. ~ 275 51, 7 | 7. Bij de hemelen vol van paden, ~ 276 51, 23 | 23. Bij de Heer van de hemel en 277 51, 25 | 25. Toen zij bij hem binnentraden en zeiden: " 278 51, 25 | hij: "Vrede". Hij zeide (bij zichzelven): "Vreemde mensen." ~ 279 52, 1 | 1. Bij de Berg ~ 280 52, 2 | 2. En bij het geschreven Boek, ~ 281 52, 4 | 4. En bij het veelbezochte huis ~ 282 52, 5 | 5. En bij het hoogverheven dak ~ 283 52, 6 | 6. En bij de boordevolle oceaan, ~ 284 52, 29 | Waarschuw daarom (o, profeet). Bij de gratie van uw Heer zijt 285 53, 1 | 1. Bij de ster wanneer zij valt, ~ 286 53, 9 | twee bogen, Ja, nog dichter bij, ~ 287 53, 13 | voorzeker, hij zag hem ook bij een andere nederdaling. ~ 288 53, 14 | 14. Bij de Lotusboom waar niemand 289 54, 10 | gewis verslagen, sta mij bij." ~ 290 54, 34 | familie van Lot, die Wij bij de dageraad verlosten, ~ 291 55, 41 | zij zullen worden gegrepen bij haren en voeten. ~ 292 55, 54 | fruit der tuinen zal dicht bij de hand liggen. ~ 293 56, 85 | 85. Zijn Wij dichter bij hem dan gij, maar gij ziet 294 56, 88 | behoort tot degenen, die dicht bij God zijn, ~ 295 58, 14 | noch de hunnen, zij zweren bij de leugen tegen beter weten 296 59, 2 | Boek, uit hun huizen zette bij de eerste verbanning. Gij 297 61, 3 | Het is afkeurenswaardig bij Allah dat gij zegt hetgeen 298 62, 11 | laten u staan. Zeg: "Hetgeen bij Allah is, is beter dan vermaak 299 64, 7 | worden opgewekt. Zeg: "Ja, bij mijn Heer, gij zult zeker 300 64, 15 | slechts een beproeving; doch bij Allah is er een grote beloning. ~ 301 66, 11 | bouw voor mij een huis bij U in het Paradijs, verlos 302 67, 26 | kennis daarvan ligt alleen bij Allah en ik ben slechts 303 68, 1 | 1. Noen. Bij de pen, en bij hetgeen zij 304 68, 1 | 1. Noen. Bij de pen, en bij hetgeen zij schrijven. ~ 305 68, 2 | 2. Gij zijt, bij de gratie van uw Heer, geen 306 68, 24 | 24. "Laat heden geen arme bij u binnen komen." ~ 307 68, 34 | er verrukkelijke tuinen bij hun Heer! ~ 308 69, 38 | 38. Neen, Ik zweer bij alles wat gij ziet, ~ 309 69, 39 | 39. En bij alles wat gij niet ziet, ~ 310 69, 45 | Dan zouden Wij hem zeker bij de rechter hand hebben gegrepen. ~ 311 72, 6 | enige mensen die toevlucht bij sommige djinn zochten, waardoor 312 73, 12 | 12. Voorzeker, bij Ons zijn zware boeien en 313 73, 20 | betere en grotere beloning bij Allah vinden. En zoekt vergiffenis 314 74, 13 | 13. En zonen die bij hem zijn. ~ 315 74, 32 | 32. Neen, bij de maan, ~ 316 75, 12 | 12. Slechts bij uw Heer zal dan uw toevlucht 317 75, 40 | 40. Is Hij dan niet bij machte de doden te doen 318 76, 23 | Wij hebben de Koran aan u bij gedeelten geopenbaard. ~ 319 77, 1 | 1. Bij de met goedheid gezondenen. ~ 320 77, 2 | 2. En bij hen die verbrijzelen. ~ 321 77, 3 | 3. En bij hen, die heinde en ver verspreiden. ~ 322 77, 4 | 4. En bij hen die goed onderscheiden. ~ 323 77, 5 | 5. En bij hen die de vermaning toedienen, ~ 324 78, 39 | die het wil een toevlucht bij zijn Heer zoeken. ~ 325 79, 1 | 1. Bij hen die zich volledig inspannen, ~ 326 79, 2 | 2. En bij hen die hun werk met vreugde 327 79, 3 | 3. En bij hen die snelle vorderingen 328 79, 4 | 4. En bij hen die de eersten willen 329 79, 5 | 5. En bij hen die de zaak regelen. ~ 330 79, 44 | De uitkomst daarvan is bij uw Heer. ~ 331 82, 19 | berust het gebod alleen bij Allah. ~~ 332 84, 13 | 13. Voorzeker, hij was bij de zijnen gelukkig, ~ 333 85, 1 | 1. Bij de hemel met zijn constellaties. ~ 334 85, 2 | 2. En bij de beloofde Dag. ~ 335 85, 3 | 3. En bij de getuige en hetgeen waarover 336 85, 6 | 6. Ziet! Zij zaten er bij, ~ 337 86, 1 | 1. Bij de hemel en bij de morgenster. ~ 338 86, 1 | 1. Bij de hemel en bij de morgenster. ~ 339 86, 11 | 11. Bij de wolk die regen geeft. ~ 340 89, 1 | 1. Bij de dageraad, ~ 341 90, 1 | 1. Ik zweer bij deze stad (Makka), ~ 342 90, 3 | 3. En bij de vader en wat hij verwekte. ~ 343 91, 1 | 1. Bij de zon en haar licht, ~ 344 91, 2 | 2. En bij de maan als zij deze volgt, ~ 345 91, 3 | 3. En bij de dag wanneer hij dezs 346 91, 4 | 4. En bij de nacht, wanneer hij haar 347 91, 5 | 5. En bij de hemel en de schepping 348 91, 6 | 6. En bij de aarde en haar uitgestrektheid, ~ 349 91, 7 | 7. En bij de ziel en haar volmaaktheid, ~ 350 92, 1 | 1. Bij de nacht als hij bedekt. ~ 351 92, 2 | 2. En bij de dag wanneer hij schittert, ~ 352 92, 3 | 3. En bij de schepping van man en 353 93, 1 | 1. Bij de glorie van de dag. ~ 354 93, 2 | 2. En bij de nacht als het donker 355 95, 1 | 1. Bij de vijg en de olijf, ~ 356 95, 2 | 2. Bij de berg Sinaï, ~ 357 95, 3 | 3. En bij deze stad van Vrede (Makka), ~ 358 96, 15 | ophoudt, zullen Wij hem zeker bij de haren van zijn voorhoofd 359 96, 17 | hij dan zijn raadgevers bij elkaar roepen. ~ 360 98, 8 | 8. Hun beloning is bij hun Heer; tuinen der eeuwigheid 361 100, 1 | 1. Bij de rossen die snel en snuivend 362 100, 3 | 3. En bij de dageraad plotseling een 363 103, 1 | 1. Bij de tijd. ~ 364 113, 1 | Ik zoek mijn toevlucht bij de Heer van de dageraad. ~ 365 114, 1 | Ik zoek mijn toevlucht bij de Heer der mensen, ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License