Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
haal 1
haalde 1
haam 1
haar 346
haast 6
haasten 8
haastend 1
Frequency    [«  »]
365 bij
351 noch
349 zeg
346 haar
343 straf
341 opdat
340 mensen

Koran

IntraText - Concordances

haar

                                                     bold = Main text
    Sura, Verse                                      grey = Comment text
1 Voo | talrijke moeilijkheden op haar weg, doch deze werden met 2 2, 48 | kunnen helpen, waarop voor haar noch voorspraak zal worden 3 2, 69 | aangenaam voor hen, die haar zien." ~ 4 2, 71 | gezegd." Toen slachtten zij haar, doch liever hadden zij 5 2, 123| waarop geen losprijs van haar zal worden aanvaard, geen 6 2, 123| aanvaard, geen voorspraak haar zal baten, noch zullen zij 7 2, 126| vrede en geef vruchten aan haar bewoners, die aan Allah 8 2, 164| de aarde doet herleven na haar dood en daarop alle soorten 9 2, 187| gewaad voor u en gij zijt haar een gewaad. Allah weet, 10 2, 187| Daarom moogt gij nu tot haar ingaan en betrachten, hetgeen 11 2, 217| Moskee (te verhinderen) en haar mensen er van te verdrijven, 12 2, 221| u moge behagen. En huwt haar (gelovige vrouwen) niet 13 2, 222| vrouwen weg en gaat niet tot haar in, voordat zij hersteld 14 2, 222| hebben gereinigd, gaat tot haar in, zoals Allah het u heeft 15 2, 228| menstruatieperioden wachten; en het is haar niet geoorloofd, hetgeen 16 2, 228| geoorloofd, hetgeen Allah in haar baarmoeder heeft geschapen, 17 2, 228| laatste dag geloven; en haar echtgenoten hebben het recht, 18 2, 228| echtgenoten hebben het recht, haar (intussen) terug te nemen, 19 2, 228| verzoening wensen. En vóór haar geldt hetzelfde als tegen 20 2, 228| geldt hetzelfde als tegen haar, hetgeen billijk is, de 21 2, 228| mannen hebben voorrang boven haar, Allah is Machtig, Alwijs. ~ 22 2, 229| twee keer geschied, behoud haar dan op behoorlijke wijze 23 2, 229| behoorlijke wijze of zend haar met vriendelijkheid weg. 24 2, 229| te nemen van hetgeen gij haar hebt gegeven, tenzij beiden 25 2, 230| 230. Indien hij van haar (ten derden male) scheidt, 26 2, 230| gehuwd en indien deze van haar scheidt, zal het voor hen 27 2, 231| en zij het einde van de haar voorgeschreven periode bereiken, 28 2, 231| periode bereiken, behoudt haar dan op een behoorlijke manier, 29 2, 231| behoorlijke manier, of zendt haar op een betamelijke manier 30 2, 231| manier weg, maar behoudt haar niet tot haar nadeel, waardoor 31 2, 231| maar behoudt haar niet tot haar nadeel, waardoor gij de 32 2, 232| scheidt en zij het einde van haar wachtperiode hebben bereikt, 33 2, 232| hebben bereikt, verhindert haar niet, haar (aanstaande) 34 2, 232| bereikt, verhindert haar niet, haar (aanstaande) man te huwen, 35 2, 233| gescheiden vrouwen) zullen haar kinderen twee volle jaren 36 2, 233| voedsel en kleding voor haar volgens gebruik. Geen ziel 37 2, 233| ziel wordt belast boven haar vermogen. De moeder zal 38 2, 233| worden aangedaan wegens haar kind, noch zal de vader 39 2, 235| Allah weet, dat gij het haar zult zeggen. Maar belooft 40 2, 235| zult zeggen. Maar belooft haar niets in het geheim tenzij 41 2, 236| vrouw scheidt, voordat gij haar hebt benaderd of voor haar 42 2, 236| haar hebt benaderd of voor haar een bruidsschat hebt vastgesteld. 43 2, 236| maakt een voorziening voor haar, de rijke naar zijn middelen 44 2, 237| 237. En indien gij van haar scheidt, voor gij haar hebt 45 2, 237| van haar scheidt, voor gij haar hebt benaderd maar haar 46 2, 237| haar hebt benaderd maar haar een bruidsschat hebt toegekend, ( 47 2, 258| Oosten opgaan, doet gij haar van het Westen opgaan." 48 2, 259| uitriep: "Hoe zal Allah haar doen herleven na haar vernietiging?" 49 2, 259| Allah haar doen herleven na haar vernietiging?" Toen deed 50 2, 264| een stortregen valt, welke haar kaal achterlaat. Zij hebben 51 2, 286| Allah belast geen ziel boven haar vermogen. Voor haar is wat 52 2, 286| boven haar vermogen. Voor haar is wat zij verdient en tegen 53 2, 286| wat zij verdient en tegen haar is ook wat zij verdient. " 54 3, 30 | grote afstand ware tussen haar en het kwade. En Allah waarschuwt 55 3, 36 | aan de vrouw. En ik heb haar Maria genoemd en ik stel 56 3, 36 | Maria genoemd en ik stel haar en haar nageslacht onder 57 3, 36 | genoemd en ik stel haar en haar nageslacht onder Uw bescherming 58 3, 37 | 37. Daarom nam haar Heer haar (Maria) met welbehagen 59 3, 37 | 37. Daarom nam haar Heer haar (Maria) met welbehagen aan 60 3, 37 | met welbehagen aan en deed haar goed opgroeien en vertrouwde 61 3, 37 | opgroeien en vertrouwde haar aan Zacharia toe. Telkens, 62 3, 37 | Telkens, wanneer Zacharia bij haar in de kamer ging, vond hij 63 3, 37 | ging, vond hij voedsel bij haar. Hij zeide: "O, Maria, waar 64 3, 93 | Komt met de Torah en leest haar als gij waarachtig zijt." ~ 65 4, 1 | enkele ziel schiep en daaruit haar gezellin schiep en uit hen 66 4, 4 | geeft de vrouwen gewillig haar huwelijksgift. Maar als 67 4, 4 | huwelijksgift. Maar als zij naar haar eigen behagen u er een gedeelte 68 4, 11 | dan twee, dan is er voor haar tweederde van de nalatenschap 69 4, 11 | er slechts één is, voor haar is de helft. En voor elk 70 4, 15 | uwer als getuigen tegen haar en als zij getuigen, sluit 71 4, 15 | als zij getuigen, sluit haar dan in de huizen op, totdat 72 4, 15 | huizen op, totdat de dood haar achterhaalt, of totdat Allah 73 4, 15 | achterhaalt, of totdat Allah haar een weg opent. ~ 74 4, 19 | vrouwen te erven tegen haar wil, noch moogt gij haar 75 4, 19 | haar wil, noch moogt gij haar tegenhouden opdat gij een 76 4, 19 | een gedeelte van wat gij haar hebt gegeven, moogt terugnemen, 77 4, 19 | schandelijk kwaad; en blijft met haar vriendelijk omgaan en als 78 4, 19 | omgaan en als gij afkeer van haar hebt, kan het zijn, dat 79 4, 23 | ingegaan, maar als gij niet tot haar zijt ingegaan zal er geen 80 4, 24 | vrouwen, met uitzondering van haar, die gij bezit. Dit is een 81 4, 24 | middel van wat gij bezit haar behoorlijk te huwen en geen 82 4, 24 | overspel te plegen. En geeft haar een huwelijksgift, tegenover 83 4, 24 | de voordelen, die gij van haar hebt, dit is verplicht; 84 4, 25 | zijt van elkander; huwt haar daarom met de toestemming 85 4, 25 | daarom met de toestemming van haar meesters en geeft haar een 86 4, 25 | van haar meesters en geeft haar een huwelijksgift op de 87 4, 25 | aan ontrouw - geldt voor haar de helft van de straf, die 88 4, 34 | bewaren, hetgeen Allah onder haar hoede heeft gesteld. En 89 4, 34 | ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar in 90 4, 34 | wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen en 91 4, 34 | terecht en laat haar in haar bedden alleen en tuchtigt 92 4, 34 | bedden alleen en tuchtigt haar. Als zij u dan daarna gehoorzamen, 93 4, 34 | gehoorzamen, zoekt geen weg tegen haar. Waarlijk, Allah is Verheven, 94 4, 35 | van zijn familie en van haar familie aan. Indien zij 95 4, 127| geeft u Zijn uitspraak over haar; alsmede hetgeen u in het 96 4, 127| weesmeisjes, aan wie gij het haar toegekende niet geeft en 97 4, 128| of onverschilligheid van haar man vreest, zal het geen 98 4, 176| ontvangen en hij zal van haar erven (alles) indien zij 99 5, 5 | gegeven vóór u, wanneer gij haar haar huwelijksgift geeft, 100 5, 5 | vóór u, wanneer gij haar haar huwelijksgift geeft, een 101 5, 115| zeide: "Waarlijk, Ik zal haar (de tafel) tot u nederzenden, 102 6, 70 | aanbieden, zal deze van haar niet worden aanvaard. Dezen 103 6, 123| elke stad de groten tot haar schuldigen gemaakt zodat 104 6, 152| belasten geen ziel boven haar vermogen. En leeft, wanneer 105 6, 158| geloofde noch iets goeds door haar geloof verdiende. Zeg: " 106 7, 42 | belasten geen ziel boven haar vermogen - dezen zullen 107 7, 73 | een teken voor u. Laat haar daarom met rust opdat zij 108 7, 73 | aarde moge voeden en doet haar geen leed, anders zal een 109 7, 100| die de aarde beerven na haar (vroegere) bewoners niet 110 7, 123| hebt gesmeed, opdat gij haar bewoners er uit moogt verdrijven 111 7, 128| behoort aan Allah. Hij geeft haar als erfdeel aan wie Zijner 112 7, 150| neder en greep zijn broeders haar en sleepte hem naar zich 113 7, 189| heeft geschapen en daaruit haar gade maakte, opdat deze 114 7, 189| maakte, opdat deze troost in haar mocht vinden. En nadat hij 115 7, 189| mocht vinden. En nadat hij haar bekend heeft, draagt zij 116 8, 14 | is (uw straf), ondergaat haar daarom en weet dat er voor 117 9, 25 | en de aarde werd ondanks haar uitgestrektheid voor u te 118 9, 118| gewend, totdat de aarde met haar uitgestrektheid hun te eng 119 10, 4 | schepping, daarna zet Hij haar voort, opdat Hij degenen 120 10, 24 | totdat, wanneer de aarde haar sier ontvangt en er schoon 121 10, 24 | en er schoon uitziet en haar eigenaars denken, dat zij 122 10, 24 | bij dag of bij nacht tot haar komt, dan maken Wij haar 123 10, 24 | haar komt, dan maken Wij haar tot een gemaaid veld, alsof 124 10, 107| genade kan beletten. Hij kent haar toe aan diegene van Zijn 125 10, 108| die leiding volgt, volgt haar ten bate van zijn eigen 126 10, 108| dwaalt, dwaalt slechts tot haar nadeel. En ik ben geen bewaker 127 11, 8 | zeggen zij: "Wie weerhoudt haar?" Ziet toe! de dag waarop 128 11, 8 | over hen komt zal niemand haar kunnen afwenden, en hetgeen 129 11, 41 | in. In naam van Allah zij haar vaart en haar ankeren. Mijn 130 11, 41 | Allah zij haar vaart en haar ankeren. Mijn Heer is voorzeker 131 11, 64 | Allah als teken voor u; laat haar daarom met rust opdat zij 132 11, 64 | aarde moge voeden en doe haar geen kwaad, anders zal de 133 11, 65 | 65. Maar zij verlamden haar; toen zeide hij (Salih): " 134 11, 71 | verwonderde zich, waarop Wij haar de blijde tijding van de 135 11, 81 | dan uw vrouw. Zeker zal haar overkomen wat hun gaat overkomen. 136 12, 24 | een besluit betreffende haar. Als hij geen duidelijk 137 12, 25 | achteren en zij ontmoetten haar echtgenoot aan de deur. 138 12, 26 | En een familielid van haar getuigde: "Als zijn hemd 139 12, 28 | 28. Toen hij (haar man) zag dat zijn hemd van 140 12, 30 | De vrouw van Aziez zoekt haar slaaf tegen zijn wil te 141 12, 30 | te verleiden. Hij heeft haar met verliefdheid vervuld. 142 12, 30 | verliefdheid vervuld. Wij zien haar inderdaad klaarblijkelijk 143 12, 31 | plannen hoorde, nodigde zij haar uit en bereidde haar een 144 12, 31 | zij haar uit en bereidde haar een maaltijd en gaf ieder 145 12, 33 | zij mij roepen; tenzij Gij haar list van mij afwendt zal 146 12, 33 | mij afwendt zal ik mij tot haar neigen en tot de onwetenden 147 12, 50 | voorzeker mijn Heer kent haar sluwe plan goed." ~ 148 16, 59 | is aangekondigd; zal hij haar in weerwil van schande behouden 149 16, 59 | van schande behouden of haar in het stof begraven? Voorwaar, 150 16, 65 | nedergezonden en er de aarde na haar dood mee opgewekt. Daarin 151 16, 80 | wol, hun vachten en hun haar maakt gij meubelen en gebruiksartikelen, 152 16, 92 | weest niet zoals zij die haar garen in stukken breekt 153 16, 111| voor hetgeen zij deed en haar zal geen onrecht worden 154 16, 112| overvloed van alle kanten tot haar kwam; maar zij was ondankbaar 155 16, 112| Allah honger en vrees over haar komen voor hetgeen zij deed. ~ 156 17, 16 | zenden Wij Ons gebod tot haar machthebbers, maar zij overtreden 157 17, 16 | wordt de verordening tegen haar van kracht, en verwoesten 158 17, 16 | kracht, en verwoesten Wij haar geheel. ~ 159 17, 29 | niet op uw zak, noch open haar al te wijd, anders zult 160 17, 59 | zichtbaar teken doch zij deden haar kwaad; Wij zenden slechts 161 18, 7 | hetgeen op aarde is tot haar sieraad gemaakt om te beproeven, 162 18, 17 | wanneer de zon opgaat zult gij haar zich zien verwijderen rechts 163 18, 17 | zij ondergaat, ziet gij haar zich naar links afwenden, 164 18, 79 | rivier werkten, en ik verkoos haar onbruikbaar te maken want 165 19, 16 | Boek. Toen zij zich van haar volk terugtrok in een op 166 19, 17 | zonden Wij Onze Geest tot haar en hij verscheen aan haar 167 19, 17 | haar en hij verscheen aan haar in de gestalte van een volmaakte 168 19, 23 | smarten der bevalling dreven haar naar de voet van een palmboom. 169 19, 24 | riep (Gods boodschapper) haar van beneden toe, zeggende: " 170 19, 27 | bracht zij het kind tot haar volk. Dit zeide: "O Maria, 171 20, 40 | terug aan uw moeder opdat haar oog zou worden verfrist 172 20, 106| 106. "En Hij zal haar (de aarde) als een lege 173 20, 130| het opgaan der zon en voor haar ondergang en verheerlijk 174 21, 11 | hebben Wij vernietigd en na haar hebben Wij een ander volk 175 21, 91 | 91. En (gedenk) haar, die haar kuisheid bewaarde; 176 21, 91 | 91. En (gedenk) haar, die haar kuisheid bewaarde; Wij bliezen 177 21, 91 | kuisheid bewaarde; Wij bliezen haar Onze geest in en Wij maakten 178 21, 91 | geest in en Wij maakten haar en haar zoon tot een teken 179 21, 91 | in en Wij maakten haar en haar zoon tot een teken voor 180 21, 104| begonnen, aldus zullen Wij haar terugbrengen - een Belofte 181 22, 2 | waarop elke zogende vrouw haar zuigeling zal vergeten en 182 22, 2 | vrouw zich zal ontdoen van haar dracht; en gij zult mensen 183 23, 62 | belasten geen ziel boven haar vermogen. Bij Ons is een 184 24, 8 | Maar het zal de straf van haar afwenden indien zij viermaal 185 24, 9 | de toorn van Allah over haar zij als hij (haar man) de 186 24, 9 | Allah over haar zij als hij (haar man) de waarheid spreekt. ~ 187 24, 31 | gelovige vrouwen dat zij ook haar ogen neergeslagen houden 188 24, 31 | passies beheersen, en dat zij haar schoonheid niet tonen dan 189 24, 31 | zichtbaar moet zijn, en dat zij haar hoofddoeken over haar boezem 190 24, 31 | zij haar hoofddoeken over haar boezem laten hangen, en 191 24, 31 | laten hangen, en dat zij haar schoonheid niet tonen behalve 192 24, 31 | schoonheid niet tonen behalve aan haar echtgenoot of haar vader 193 24, 31 | behalve aan haar echtgenoot of haar vader of de vader van haar 194 24, 31 | haar vader of de vader van haar echtgenoot, of haar zonen 195 24, 31 | van haar echtgenoot, of haar zonen of de zonen van haar 196 24, 31 | haar zonen of de zonen van haar echtgenoot, of haar broeders, 197 24, 31 | van haar echtgenoot, of haar broeders, of de zonen van 198 24, 31 | broeders, of de zonen van haar broeders, of de zonen van 199 24, 31 | broeders, of de zonen van haar zusters of haar vrouwen, 200 24, 31 | zonen van haar zusters of haar vrouwen, of haar slaven, 201 24, 31 | zusters of haar vrouwen, of haar slaven, of zulke mannelijke 202 24, 31 | vrouw niets afweten. En laat haar niet met haar voeten slaan, 203 24, 31 | afweten. En laat haar niet met haar voeten slaan, opdat hetgeen 204 24, 31 | slaan, opdat hetgeen zij van haar schoonheid bedekken openbaar 205 24, 33 | zoeken. Maar indien iemand haar dwingt, dan zal Allah na 206 24, 33 | Allah na die dwang (voor haar) Vergevensgezind, Barmhartig 207 24, 35 | lichten, zelfs al raakte vuur haar niet. Licht op Licht. Allah 208 24, 40 | zijn hand uitstrekt kan men haar bijna niet zien; en hij, 209 24, 60 | huwelijk koesteren - op haar rust geen schuld als zij 210 24, 60 | geen schuld als zij zonder haar schoonheid te tonen, zich 211 24, 60 | inhouden is dit beter voor haar. Allah is Alhorend, Alwetend. ~ 212 25, 45 | het had gewild, kon Hij haar onbeweeglijk hebben gemaakt - 213 25, 46 | 46. Daarna trekken Wij haar langzaam tot Ons terug. ~ 214 26, 155| is een kamelin, zij heeft haar beurt om te drinken en gij 215 26, 156| 156. En doe haar geen kwaad anders zal de 216 26, 157| 157. Doch zij verlamden haar en daarna hadden zij er 217 26, 208| stad, zonder dat er voor haar een Waarschuwer was geweest, ~ 218 27, 19 | hij, zich verbazend over haar woorden en hij zeide: "Mijn 219 27, 23 | vrouw, die daar regeerde en haar is alles gegeven en zij 220 27, 24 | 24. Ik vond, dat zij en haar volk de zon aanbaden in 221 27, 38 | een passende troon voor haar brengen voordat zij onderdanig 222 27, 41 | Salomo) zeide: "Zorgt dat haar eigen troon haar tegenstaat. 223 27, 41 | Zorgt dat haar eigen troon haar tegenstaat. Wij zullen zien 224 27, 42 | En toen zij kwam, werd haar gevraagd: "Is uw troon als 225 27, 43 | Hij (Salomo) weerhield haar van het aanbidden van hetgeen 226 27, 44 | 44. Er werd tot haar gezegd "Ga het paleis binnen." 227 27, 57 | behalve zijn vrouw; Wij deden haar tot de achterblijvenden 228 27, 92 | daarom leiding volgt, volgt haar ten eigen bate. En zeg tegen 229 28, 10 | het bijna onthuld als Wij haar hart niet gesterkt hadden 230 28, 13 | zijn moeder terug opdat haar oog getroost mocht worden 231 28, 23 | naast hen twee vrouwen die (haar kudden) terughielden. Mozes 232 28, 23 | terughielden. Mozes zeide tot haar: "Wat scheelt u?" Zij antwoordden: " 233 28, 24 | Daarop drenkte hij voor haar. Daarna ging hij opzij in 234 29, 31 | dezer stad vernietigen; want haar inwoners zijn onrechtvaardigen." ~ 235 29, 63 | leven door aan de aarde na haar dood?", zullen zij gewis 236 30, 11 | teweeg; dan herhaalt Hij haar; daarna zult gij tot Hem 237 30, 19 | geeft de aarde leven na haar dood, en evenzo zult gij 238 30, 24 | de aarde doet herleven na haar dood. Hierin zijn zeker 239 30, 27 | schepping voortbrengt en haar daarna herhaalt, dit is 240 30, 50 | de aarde doet herleven na haar dood. Voorwaar, Dezelfde 241 32, 13 | zouden Wij aan elke ziel haar leiding kunnen geven, maar 242 33, 4 | van wie gij wegblijft door haar moeder te noemen, tot uw 243 33, 30 | onbetamelijk gedrag zal haar straf worden verdubbeld. 244 33, 31 | gehoorzaamt en goede werken doet, haar zullen Wij dubbel belonen 245 33, 31 | belonen en Wij hebben voor haar een waardige voorziening 246 33, 37 | zoudt vrezen. Toen Zaid van haar scheidde, verenigden Wij 247 33, 37 | scheidde, verenigden Wij haar met u in de echt, opdat 248 33, 37 | aangenomen zonen, als zij van haar zijn gescheiden. Allah's 249 33, 49 | vrouw huwt en daarna van haar scheidt voordat gij haar 250 33, 49 | haar scheidt voordat gij haar hebt aangeraakt dan behoeft 251 33, 49 | wachtperiode te berekenen. Schenkt haar daarom een gave en laat 252 33, 49 | daarom een gave en laat haar op een grootmoedige wijze 253 33, 50 | wettig gemaakt, aan wie gij haar huwelijksgiften hebt gegeven, 254 33, 50 | uw rechterhand bezit van haar, die Allah u als een oorlogsbuit 255 33, 50 | toevertrouwt als de profeet haar wenst te huwen; dit is slechts 256 33, 51 | geen blaam op u wanneer gij haar terugneemt van wie gij u 257 33, 51 | mogen zijn met hetgeen gij haar geeft. En Allah weet wat 258 33, 52 | toegestaan vrouwen te huwen noch haar voor andere vrouwen te ruilen, 259 33, 52 | ruilen, zelfs al behaagt u haar schoonheid, met uitzondering 260 33, 52 | schoonheid, met uitzondering van haar die uw rechterhand mocht 261 33, 53 | te zeggen). En als gij haar (zijn vrouwen) om iets vraagt, 262 33, 53 | is reiner voor uw hart en haar hart. En het past u niet 263 33, 55 | 55. Er rust op haar (uw vrouwen) geen schuld 264 33, 55 | schuld als zij zich tonen aan haar vaders of haar zonen of 265 33, 55 | tonen aan haar vaders of haar zonen of haar broeders of 266 33, 55 | vaders of haar zonen of haar broeders of de zonen van 267 33, 55 | broeders of de zonen van haar broeders, of de zonen van 268 33, 55 | broeders, of de zonen van haar zusters en hun vrouwen of 269 33, 59 | dat zij een gedeelte van haar omslagdoeken over haar ( 270 33, 59 | van haar omslagdoeken over haar (hoofd) laten hangen. Dit 271 35, 9 | geven leven aan de aarde na haar dood. Zo is de Opstanding. ~ 272 35, 13 | dienst gesteld; elk volgt haar baan, voor een vastgestelde 273 36, 13 | en de boodschappers tot haar kwamen. ~ 274 36, 33 | herleven en brengen graan uit haar voort, waarvan zij eten. ~ 275 36, 38 | de zon beweegt zich naar haar bestemming. Dat is het gebod 276 36, 64 | thans binnen, omdat gij haar placht te loochenen. ~ 277 38, 23 | ooi. Toch zegt hij: 'Geef haar aan mij' en hij was mij 278 38, 52 | zullen vrouwen zijn, die haar blikken weerhouden, metgezellen 279 39, 41 | deze leiding volgt, volgt haar ten bate van zijn eigen 280 39, 41 | dwaalt, dwaalt ten nadele van haar. En gij zijt geen voogd 281 39, 69 | aarde zal door het licht van haar Heer schitteren, en het 282 39, 71 | poorten worden geopend en haar wachters zullen tot hen 283 40, 85 | Dit is Allah's wet die haar loop neemt ten opzichte 284 41, 39 | zet uit. Zeker Hij, Die haar leven geeft, zal ook de 285 45, 5 | de aarde doet herleven na haar dood en in de verandering 286 48, 27 | in vrede binnengaan met haar geknipt of geschoren zonder 287 50, 7 | En de aarde - Wij hebben haar uitgespreid en stevige bergen 288 52, 8 | 8. Er is niemand die haar kan afwenden. ~ 289 56, 36 | 36. Wij maakten haar maagden, ~ 290 56, 87 | 87. Brengt gij haar niet terug indien gij waarachtig 291 57, 17 | de aarde doet herleven na haar dood. Wij hebben de tekenen 292 58, 1 | degene die met u aangaande haar man twistte en tot Allah 293 59, 16 | waarheid)"; maar wanneer deze haar verwerpt zegt hij: "Ik heb 294 60, 10 | vluchtelingen, beproeft haar (geloof); Allah kent hun 295 60, 10 | zij gelovig zijn, zendt haar niet terug naar de ongelovigen. 296 60, 10 | het is geen zonde voor u haar te huwen als gij haar haar 297 60, 10 | u haar te huwen als gij haar haar huwelijksgift hebt 298 60, 10 | haar te huwen als gij haar haar huwelijksgift hebt gegeven. 299 60, 12 | gelovige vrouwen tot u komen, haar eed van trouw aan u afleggende: 300 60, 12 | in wat recht is, neem dan haar trouw aan en vraag vergiffenis 301 60, 12 | en vraag vergiffenis voor haar van Allah. Waarlijk, Allah 302 62, 4 | Allah's genade, Hij schenkt haar aan wie Hij wil; en Allah 303 65, 1 | scheidt, scheidt dan van haar voor de vastgestelde periode 304 65, 1 | Allah uw Heer. Verdrijft haar niet uit haar vertrekken, 305 65, 1 | Verdrijft haar niet uit haar vertrekken, noch behoeven 306 65, 2 | 2. Als zij dan haar termijn bereikt hebben, 307 65, 2 | termijn bereikt hebben, neemt haar op een vriendelijke manier 308 65, 2 | manier terug, of scheidt van haar op een behoorlijke wijze 309 65, 4 | menstruatie meer verwachten, haar (wacht) periode is drie 310 65, 4 | geldt ook voor degenen die haar menstruatie nog niet hebben 311 65, 6 | 6. Herbergt haar (van wie gij scheidt) in 312 65, 6 | overeenkomstig uw middelen; en doet haar geen kwaad om het haar moeilijk 313 65, 6 | doet haar geen kwaad om het haar moeilijk te maken. En als 314 65, 6 | zwanger zijn, onderhoudt haar tot zij verlost zijn. En 315 65, 6 | verlost zijn. En als zij haar kind voor u zogen geeft 316 65, 6 | kind voor u zogen geeft haar vergoeding en beraadslaagt 317 65, 7 | geen ziel boven hetgeen Hij haar heeft gegeven. Allah zal 318 65, 8 | verantwoording en kastijdden haar met strenge kastijding. ~ 319 66, 3 | deel ervan. En toen hij het haar vertelde, zeide zij: "Wie 320 66, 10 | ontrouw. Daarom baatten haar echtgenoten haar niet tegen 321 66, 10 | baatten haar echtgenoten haar niet tegen Allah, en er 322 66, 12 | dochter van Imraan, die haar kuisheid bewaarde; Toen 323 66, 12 | bewaarde; Toen ademden Wij haar Onze geest in - zij geloofde 324 66, 12 | geloofde in het Woord van haar Heer en Zijn Boeken en behoorde 325 67, 7 | worden geworpen, zullen zij haar van woede horen zieden. ~ 326 67, 15 | onderworpen heeft; wandelt dus op haar paden en geniet van haar 327 67, 15 | haar paden en geniet van haar gaven. En tot Hem zal de 328 84, 4 | alles zal uitwerpen wat in haar is, en leeg wordt. ~ 329 84, 5 | 5. En gehoorzaamt aan haar Heer, zoals het haar betaamt. ~ 330 84, 5 | aan haar Heer, zoals het haar betaamt. ~ 331 91, 1 | 1. Bij de zon en haar licht, ~ 332 91, 4 | bij de nacht, wanneer hij haar bedekt, ~ 333 91, 6 | 6. En bij de aarde en haar uitgestrektheid, ~ 334 91, 7 | 7. En bij de ziel en haar volmaaktheid, ~ 335 91, 8 | 8. Hij openbaarde haar wat slecht en wat goed ( 336 91, 8 | slecht en wat goed (voor haar) is, ~ 337 91, 9 | Voorwaar, geslaagd is hij die haar loutert ~ 338 91, 10 | voorzeker hij gaat te gronde die haar te gronde richt. ~ 339 91, 13 | kamelin van Allah vrij in haar drinken." ~ 340 91, 14 | verloochenden hem en verlamden haar, daarom vernietigde hun 341 99, 2 | 2. En zij haar binnenste naar buiten zal 342 99, 3 | zal zeggen: "Wat is er met haar gebeurd?" ~ 343 99, 4 | Op die Dag zal de aarde haar geschiedenis mededelen, ~ 344 99, 5 | 5. Omdat uw Heer het haar heeft geopenbaard. ~ 345 102, 7 | 7. Ja, dan zult gij haar met zekerheid van blik zien. ~ 346 111, 5 | 5. Om haar hals zal een koord van palmvezels


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License