Sura, Verse
1 2, 8 | 8. En er zijn mensen, die zeggen: "Wij geloven
2 2, 13 | Gelooft, zoals andere mensen geloven", zeggen zij: "Zullen
3 2, 21 | 21. O gij mensen, aanbidt uw Heer, die u
4 2, 24 | bereid, welks brandstof mensen en stenen zign. ~
5 2, 44 | 44. Beveelt gij de mensen het goede te doen en vergeet
6 2, 83 | armen; spreekt goed tegen de mensen en houdt het gebed en geeft
7 2, 94 | met uitsluiting van andere mensen, wenst dan eer de dood,
8 2, 96 | Joden) het meest van alle mensen verlangend naar het leven
9 2, 101| heeft een gedeelte der mensen van het Boek, Allah's Boek
10 2, 102| duivels en zij leerden de mensen leugen en bedrog. En (zij
11 2, 102| ongelovig". Zo leren zij (de mensen) van hen datgene waarmede
12 2, 105| die niet geloven onder de mensen van het Boek, en de afgodendienaren,
13 2, 109| 109. Velen van de mensen van het Boek, wensen, nadat
14 2, 124| Ik zal u tot leider der mensen maken". Abraham vroeg: "
15 2, 143| getuige zult zijn tegenover de mensen en de Gezant zij een getuige
16 2, 143| Liefderijk en Genadevol jegens de mensen. ~
17 2, 150| aangezicht daarheen, opdat de mensen, met uitzondering van de
18 2, 159| Wij zein het Boek aan de mensen duidelijk hebben gemaakt,
19 2, 161| van de engelen en van alle mensen. ~
20 2, 164| bevaren, met datgene wat de mensen tot voordeel strekt; en
21 2, 165| 165. Onder de mensen zijn er, die voorwerpen
22 2, 168| 168. O gij mensen, eet van hetgeen geoorloofd
23 2, 179| vergelding is leven voor u, o mensen van begrip, zodat gij behouden
24 2, 185| als een richtsnoer voor de mensen werd nedergezonden en als
25 2, 187| zijn geboden uiteen voor de mensen, opdat zij vroom zullen
26 2, 188| deel der rijkdommen der mensen in zonde kunt verteren,
27 2, 189| tijdsaanwijzingen voor de mensen en voor de bedevaart." Het
28 2, 197| En vreest Mij alleen, o mensen van begrip. ~
29 2, 200| meer dan dat. En er zijn mensen, die zeggen: "Onze Heer,
30 2, 204| 204. En onder de mensen is iemand, wiens spreken
31 2, 207| 207. En onder de mensen is iemand, die zich weggeeft,
32 2, 213| waarheid bevatte, om onder de mensen te richten over datgene
33 2, 217| grote overtreding, maar de mensen van de weg van Allah af
34 2, 217| te verhinderen) en haar mensen er van te verdrijven, is
35 2, 219| ook enig voordeel voor de mensen, maar het nadeel is groter
36 2, 221| maakt Zijn tekenen aan de mensen duidelijk, opdat zij lering
37 2, 224| stichten van vrede tussen de mensen. Allah is Alhorend, Alwetend. ~
38 2, 230| bepalingen, welke Hij aan de mensen, die kennis hebben duidelijk
39 2, 243| Allah is genadig jegens de mensen, maar de meeste mensen zijn
40 2, 243| de mensen, maar de meeste mensen zijn ondankbaar. ~
41 2, 251| wilde. Had Allah sommige mensen niet door anderen laten
42 2, 259| u tot een teken voor de mensen maken. En kijk naar de beenderen,
43 2, 264| om op te vallen bij de mensen en hij gelooft niet in Allah
44 2, 273| opdringerige wijze bij de mensen vragen. En welke rijkdommen
45 2, 275| terugvallen, zij zijn de mensen van het Vuur, daarin zullen
46 3, 9 | Heer, Gij zijt het, Die de mensen zal verzamelen op de Dag,
47 3, 14 | 14. Voor de mensen is de liefde tot begeerten
48 3, 21 | doden en ook trachten de mensen te doden welke tot rechtvaardigheid
49 3, 41 | slechts door gebaar tot de mensen zult spreken. Gedenk uw
50 3, 64 | 64. Zeg: "O, mensen van het Boek, komt tot één
51 3, 65 | 65. O, mensen van het Boek, waarom redetwist
52 3, 69 | 69. Een deel der mensen van het Boek zou u gaarne
53 3, 70 | 70. O, mensen van het Boek, waarom verwerpt
54 3, 71 | 71. O, mensen van het Boek, waarom verwart
55 3, 72 | 72. En een gedeelte der mensen van het Boek zegt: "Gelooft
56 3, 75 | 75. Onder de mensen van het Boek is hij, die,
57 3, 79 | geeft, dat hij dan tot de mensen zou zeggen: "Weest mijn
58 3, 87 | Allah, de engelen en de mensen, op hen rust. ~
59 3, 97 | Huis is door Allah aan de mensen opgelegd die er een weg
60 3, 98 | 98. Zeg: "O, mensen van het Boek, waarom verwerpt
61 3, 99 | 99. Zeg: "O, mensen van het Boek waarom houdt
62 3, 99 | Boek waarom houdt gij de mensen af van het (rechte) pad
63 3, 110| in Allah. En, indien de mensen van het Boek hadden geloofd,
64 3, 113| niet allen gelijk. Onder de mensen van het Boek is een oprechte
65 3, 134| die toorn onderdrukken en mensen vergeven; Allah heeft hen
66 3, 138| duidelijke verklaring voor de mensen, een leiding en vermaning
67 3, 140| dagen laten Wij onder de mensen wisselen, opdat Allah degenen,
68 3, 173| 173. En toen de mensen tot hen zeiden: "De volkeren
69 3, 187| Hij: "Gij zult dit aan de mensen bekend maken en het niet
70 3, 190| dag en nacht tekenen voor mensen van begrip. ~
71 3, 199| En voorzeker, onder de mensen van het Boek zijn er, die
72 4, 1 | 1. O, gij mensen, vreest uw Heer, Die u van
73 4, 37 | Evenmin die gierig zijn en de mensen aansporen ook gierig te
74 4, 38 | rijkdommen besteden om door de mensen te worden gezien en niet
75 4, 47 | 47. O, mensen van het Boek, gelooft in
76 4, 53 | koninkrijk dan zouden zij de mensen zelfs het geringste onthouden. ~
77 4, 54 | 54. Of benijden zij de mensen om hetgeen Allah hun vanuit
78 4, 58 | dat, wanneer gij tussen mensen richt, gij rechtvaardig
79 4, 77 | een deel hunner vreest de mensen zoals men Allah behoort
80 4, 78 | Allah". Wat scheelt deze mensen, dat zij het woord niet
81 4, 105| nedergezonden, opdat gij tussen de mensen zoudt richten door hetgeen
82 4, 108| Zij trachten zich voor de mensen te verbergen, maar zij kunnen
83 4, 114| stichten van vrede onder de mensen aansporen. En wie dit doet
84 4, 123| noch naar de wensen van de mensen van het Boek. Wie kwaad
85 4, 128| verzoening is het beste. De mensen zijn tot gierigheid geneigd.
86 4, 142| loom, en tonen zich aan de mensen en gedenken Allah slechts
87 4, 153| 153. De mensen van het Boek vragen u een
88 4, 159| Er is niemand onder de mensen van het Boek die er niet
89 4, 161| onrechtvaardig opslokken van 's mensen rijkdommen, hebben Wij voor
90 4, 165| en waarschuwende, dat de mensen geen tegenwerping tegen
91 4, 171| 171. O, mensen van het Boek, overdrijft
92 4, 174| 174. O, gij mensen, een duidelijk bewijs is
93 5, 5 | geoorloofd. Het voedsel der mensen van het Boek is u geoorloofd
94 5, 15 | 15. O, mensen van het Boek, Onze boodschapper
95 5, 18 | uw zonden? Neen, gij zijt mensen onder degenen die Hij schiep.
96 5, 19 | 19. O, gij mensen van het Boek, Onze boodschapper
97 5, 44 | getuigen. Vreest daarom de mensen niet, doch vreest Mij en
98 5, 47 | 47. En laat de mensen van het Evangelie richten
99 5, 49 | treffen. En een groot aantal mensen is inderdaad ongehoorzaam. ~
100 5, 59 | 59. Zeg: "O, mensen van het Boek, gij haat ons
101 5, 65 | 65. Als de mensen van het Boek hadden geloofd
102 5, 67 | overgebracht. Allah zal u tegen de mensen beschermen. Voorzeker, Allah
103 5, 68 | 68. Zeg: "O, mensen van het Boek, gij steunt
104 5, 75 | de tekenen voor hen (de mensen) verduidelijken, en zie,
105 5, 77 | 77. Zeg: "O, mensen van het Boek, overdrijft
106 5, 84 | ons onder de rechtvaardige mensen zou rekenen?" ~
107 5, 95 | boetedoening (een aantal) arme mensen voeden, of een gelijk aantal
108 5, 100| Vreest daarom Allah, o mensen van begrip, opdat gij moogt
109 5, 116| van Maria, hebt gij tot de mensen gezegd: 'Beschouwt mij en
110 6, 45 | werd de levensader van de mensen, die slecht handelden, afgesneden.
111 6, 91 | licht en leiding voor de mensen - dat gij op papieren schrijft,
112 6, 112| gemaakt, bozen van onder de mensen en de djinn. Zij fluisteren
113 6, 122| maakten waardoor hij onder de mensen wandelt, gelijk aan hem,
114 6, 128| hebt een grote hoeveelheid mensen tot u getrokken." En hun
115 6, 128| En hun vrienden onder de mensen zullen zeggen: "Onze Heer,
116 6, 130| gezelschap van djinn en mensen. Kwamen er niet uit uw midden
117 6, 131| vernietigen, terwijl de mensen er van onbewust waren. ~
118 6, 133| het nageslacht van andere mensen deed ontstaan. ~
119 6, 144| over Allah bedenkt om de mensen zonder kennis te doen dwalen?"
120 7, 38 | de volkeren van djinn en mensen die vóór u heengingen, het
121 7, 48 | verheven plaatsen zullen tot de mensen die zij aan hun merktekenen
122 7, 85 | en vermindert het aan de mensen verschuldigde niet en schept
123 7, 96 | 96. En indien de mensen van die steden hadden geloofd
124 7, 116| betoverden zij de ogen der mensen en deden hen vrezen en toonden
125 7, 137| 137. En Wij deden de mensen die voor zwak werden gehouden
126 7, 176| Dit is het geval van de mensen, die Onze tekenen verloochenen.
127 7, 181| geschapen een volk, dat de mensen met waarheid leidt en rechtvaardig
128 7, 187| bij Allah, maar de meeste mensen weten het niet." ~
129 8, 26 | toen gij vreesdet, dat de mensen u weg zouden voeren, hoe
130 8, 34 | straffen, wanneer zij de mensen beletten de heilige moskee
131 8, 47 | huizen kwamen om door de mensen te worden gezien en om anderen
132 8, 48 | zeide: "Niemand onder de mensen zal deze dag de overhand
133 9, 3 | Zijn boodschapper aan de mensen op de dag van de grote bedevaart,
134 9, 9 | geringe prijs en keren (mensen) van Zijn weg af. Slecht
135 9, 29 | Bestrijdt diegenen onder de mensen van het Boek, die in Allah
136 9, 34 | verteren de rijkdommen der mensen door valse middelen en leiden
137 9, 34 | valse middelen en leiden de mensen van de weg van Allah af.
138 9, 108| in zijt. Er zijn daarin mensen die gaarne gelouterd willen
139 10, 2 | 2. Is het vreemd voor de mensen, dat Wij een man uit hun
140 10, 11 | indien Allah het boze voor de mensen zou verhaasten, zoals Hij
141 10, 21 | 21. En wanneer Wij mensen barmhartigheid doen smaken
142 10, 23 | land te ontketenen. O, gij mensen, voorzeker uw opstand keert
143 10, 24 | aarde weelderig, waarvan mensen en vee eten, totdat, wanneer
144 10, 44 | Voorzeker, Allah doet de mensen in het geheel geen onrecht
145 10, 44 | geen onrecht aan, maar de mensen doen hun eigen ziel onrecht
146 10, 92 | waarlijk, het merendeel der mensen is achteloos ten opzichte
147 10, 99 | hebben geloofd. Wilt gij de mensen dan dwingen, gelovigen te
148 10, 104| 104. Zeg: "O gij mensen, als gij over mijn godsdienst
149 10, 108| 108. Zeg: "O, gij mensen, nu is de waarheid van uw
150 11, 17 | uw Heer, maar de meeste mensen willen niet geloven. ~
151 11, 85 | rechtvaardigheid en bedrieg de mensen niet met hun goederen noch
152 11, 109| twijfel, omtrent hetgeen deze mensen aanbidden: zij aanbidden
153 11, 116| waren dan geen verstandige mensen, die het verderf op aarde
154 11, 119| zal de hel met djinn en mensen allen tezamen vullen," is
155 12, 5 | een openlijke vijand der mensen." ~
156 12, 21 | Zijn gebod, maar de meeste mensen weten het niet. ~
157 12, 38 | mensheid, maar de meeste mensen zijn niet dankbaar." ~
158 12, 40 | godsdienst, maar de meeste mensen beseffen het niet." ~
159 12, 49 | een jaar komen, waarin de mensen zullen worden geholpen en
160 12, 52 | het plan van de ontrouwe mensen niet laat slagen." ~
161 12, 68 | onderwezen, maar de meeste mensen weten het niet. ~
162 12, 103| 103. En de meeste mensen willen niet geloven zelfs
163 12, 109| Wij zonden vóór u slechts mensen uit de inwoners der steden,
164 12, 111| verhaal gewis een les voor mensen van begrip. Het is niet
165 13, 1 | is waar, maar de meeste mensen geloven niet. ~
166 13, 17 | En van hetgeen zij (de mensen) in het vuur verhitten om
167 13, 17 | maar wat betreft hetgeen de mensen tot nut strekt, dit blijft
168 13, 26 | Hem behaagt. En zij (de mensen) verheugen zich in het tegenwoordige
169 14, 1 | geopenbaard, opdat gij de mensen door het gebod van hun Heer
170 14, 10 | zeiden: "Gij zijt slechts mensen als wij; gij wenst ons afkerig
171 14, 25 | de gelijkenissen voor de mensen, opdat zij lering mogen
172 14, 30 | aan Allah toegekend om (de mensen) van Zijn weg af te leiden.
173 14, 36 | hebben inderdaad vele van de mensen op een dwaalspoor gebracht.
174 14, 37 | houden. Stem het hart der mensen gunstig voor hen en voorzie
175 14, 44 | 44. En waarschuw de mensen voor de Dag waarop kastijding
176 14, 48 | worden vervangen; en zij (de mensen) allen voor Allah, de Ene,
177 14, 52 | een aankondiging voor de mensen opdat zij er door mogen
178 15, 67 | 67. En de mensen der stad kwamen verheugd. ~
179 15, 70 | Hebben wij u niet verboden de mensen (te ontvangen)?" ~
180 15, 78 | 78. En de mensen van het Woud waren eveneens
181 16, 16 | de sterren vinden zij (de mensen) de juiste richting. ~
182 16, 38 | ware belofte maar de meeste mensen weten het niet. ~
183 16, 61 | 61. En indien Allah de mensen voor hun onrechtvaardigheid
184 16, 64 | en barmhartigheid voor de mensen die geloven. ~
185 17, 60 | als een beproeving voor de mensen, evenals de gevloekte boom
186 17, 89 | voorzeker Wij hebben voor de mensen in deze Koran allerlei gelijkenissen
187 17, 89 | vermeld, doch de meeste mensen tonen slechts ondankbaarheid. ~
188 17, 94 | 94. En niets heeft de mensen belet te geloven toen de
189 18, 21 | bestaat. Alsdan redetwisten de mensen over hen, zeggende: "Richt
190 18, 47 | oprijzen en Wij hen (de mensen) zullen verzamelen en niemand
191 18, 54 | hebben in deze Koran voor de mensen allerlei gelijkenissen vermeld,
192 18, 55 | 55. En niets belet de mensen te geloven wanneer de leiding
193 19, 21 | hem tot een teken voor de mensen maken, een genade Onzerzijds;
194 20, 28 | 28. "Opdat zij (de mensen) mijn woorden mogen verstaan," ~
195 20, 135| gij te weten komen wie de mensen van het rechte pad zijn
196 21, 1 | 1. Voor de mensen is de afrekening dichterbij
197 21, 31 | opdat zij niet met hen (de mensen) zouden beven; en Wij hebben
198 21, 44 | Neen, Wij hebben deze (mensen) en hun vaderen een voorziening
199 21, 73 | maakten hen tot leiders die de mensen leidden op Ons bevel en
200 21, 78 | waar de geiten van zekere mensen bij nacht graasden, waren
201 21, 106| ligt een boodschap voor mensen die God dienen. ~
202 22, 2 | haar dracht; en gij zult mensen bedwelmd zien, terwijl zij
203 22, 3 | 3. En onder de mensen zijn er sommigen, die over
204 22, 5 | 5. O mensen, indien gij in twijfel verkeert
205 22, 8 | 8. En onder de mensen zijn er die over Allah redetwisten
206 22, 11 | 11. En onder de mensen zijn er die Allah weifelend
207 22, 18 | vee en een groot deel der mensen; maar toch valt nog velen
208 22, 25 | degenen die niet geloven en mensen afhouden van de weg van
209 22, 25 | die Wij gelijk voor alle mensen hebben aangewezen, hetzij
210 22, 27 | verkondig de bedevaart aan de mensen. Zij zullen te voet of op
211 22, 40 | En indien Allah sommige mensen niet met behulp van anderen
212 22, 65 | Liefderijk en Genadevol voor de mensen. ~
213 22, 73 | 73. O mensen, een gelijkenis wordt gegeven,
214 22, 75 | eveneens uit het midden der mensen. Voorzeker, Allah is Alhorend,
215 23, 30 | waarlijk Wij stellen (de mensen) op de proef. ~
216 24, 12 | geen goed over hun eigen mensen en zeiden: "Dit is een openlijke
217 24, 35 | geeft gelijkenissen voor de mensen; Allah heeft kennis van
218 24, 37 | 37. Mensen die noch door handel noch
219 25, 3 | 3. Toch hebben zij (de mensen) naast Hem goden genomen
220 25, 4 | verzonnen heeft en andere mensen hebben hem er bij geholpen."
221 25, 49 | Onze schepping - aan vee en mensen in grote getale. ~
222 25, 50 | trekken, maar de meeste mensen weigeren alles, behalve
223 26, 87 | niet op de Dag waarop de mensen zullen worden opgewekt, ~
224 26, 183| 183. En doet de mensen in hetgeen hun toekomt niet
225 27, 16 | op en hij zeide: "O gij mensen, ons is de taal der vogelen
226 27, 17 | Salomo verzameld van djinn, mensen en vogelen en zij werden
227 27, 56 | uit uw stad want zij zijn mensen, die zich rein willen houden." ~
228 27, 73 | is goedertieren voor de mensen maar de meesten hunner zijn
229 27, 82 | zal verwonden, omdat de mensen niet in Onze tekenen geloven. ~
230 28, 13 | waar is. Maar de meeste mensen kennen (de Waarheid) niet. ~
231 28, 43 | duidelijk bewijs voor de mensen en als een leiding en een
232 28, 50 | leidt de onrechtvaardige mensen niet. ~
233 29, 2 | 2. Denken de mensen dat zij (met rust) zullen
234 29, 10 | 10. Onder de mensen zijn er die zeggen: "Wij
235 29, 43 | gelijkenissen die Wij voor de mensen geven, maar alleen zij die
236 29, 46 | 46. En twist met de mensen van het Boek slechts op
237 29, 67 | terwijl overal om hen heen mensen worden weggerukt? Geloven
238 30, 6 | Belofte niet, maar de meeste mensen beseffen dit niet; ~
239 30, 8 | Toch geloven velen onder de mensen niet in de ontmoeting met
240 30, 20 | schiep; en ziet! gij zijt mensen die zich kunnen verspreiden. ~
241 30, 30 | natuur naar welke Allah de mensen heeft geschapen. - De schepping
242 30, 30 | ware geloof. Maar de meeste mensen weten het niet. - ~
243 30, 33 | En als een ramp over de mensen komt roepen zij hun Heer
244 30, 36 | 36. En wanneer Wij de mensen barmhartigheid doen smaken,
245 30, 39 | toenemen door hetgeen andere (mensen) bezitten; het neemt niet
246 30, 41 | door hetgeen de handen der mensen hebden gewrocht, zodat Hij
247 30, 58 | allerlei gelijkenissen voor de mensen gegeven; voorzeker, als
248 31, 6 | 6. En onder de mensen is iemand die door ijdele
249 31, 18 | niet (in verachting) van de mensen af noch wandel in hoogmoed
250 31, 20 | als innerlijk? En onder de mensen zijn er, die over Allah
251 31, 28 | 28. O mensen uw Schepping en uw Opstanding
252 31, 33 | 33. O mensen, vreest uw Heer, en ducht
253 32, 13 | zal de hel met djinn en mensen allen tezamen vullen." ~
254 33, 18 | kent degenen onder u die de mensen tegenhouden, en hen, die
255 33, 23 | 23. Er zijn mensen onder de gelovigen die trouw
256 33, 26 | 26. En Hij deed de mensen van het Boek die hen (de
257 33, 37 | brengen, en gij vreesdet de mensen terwijl Allah er meer recht
258 33, 63 | 63. De mensen vragen u over het Uur. Zeg: "
259 34, 28 | mensdom; maar de meeste mensen begrijpen het niet. ~
260 34, 36 | Hij wil, maar de meeste mensen begrijpen het niet." ~
261 35, 3 | 3. O mensen, herinnert u de gunst van
262 35, 5 | 5. O mensen, de belofte van Allah is
263 35, 15 | 15. O, gij mensen, gij zijt afhankelijk van
264 35, 28 | 28. Ook mensen, beesten, vee zijn van verschillende
265 35, 45 | 45. En indien Allah de mensen zou straffen voor hetgeen
266 36, 15 | antwoordden: "Gij zijt slechts mensen zoals wij en de Barmhartige
267 36, 30 | 30. Wee, over de mensen: er komt geen boodschapper
268 37, 147| tot honderdduizend of meer mensen. ~
269 38, 26 | spreek daarom recht over de mensen naar waarheid en volg (hun)
270 38, 43 | van Ons en als les voor mensen van begrip. ~
271 38, 62 | Hoe komt het dat wij de mensen die wij onder de bozen rekenden,
272 38, 64 | onderlinge redetwisten van de mensen in het Vuur is de waarheid. ~
273 39, 8 | medegoden naast Allah, om de mensen van Zijn weg af te leiden.
274 39, 21 | daarin is een les voor de mensen van begrip. ~
275 39, 27 | allerlei gelijkenissen voor de mensen in deze Koran vermeld, opdat
276 39, 41 | Wij hebben u ten bate der mensen het Boek met Waarheid nedergezonden.
277 39, 42 | Allah neemt de zielen van de mensen op wanneer zij sterven en
278 40, 54 | richtsnoer en aanmaning voor mensen van begrip. ~
279 40, 57 | groter dan de schepping der mensen maar de meeste mensen beseffen
280 40, 57 | der mensen maar de meeste mensen beseffen het niet. ~
281 40, 61 | Allah is vol genade voor de mensen, toch zijn de meeste mensen
282 40, 61 | mensen, toch zijn de meeste mensen ondankbaar. ~
283 41, 3 | duidelijke verkondiging voor mensen die kennis bezitten. ~
284 41, 25 | de volkeren van djinn en mensen die vóór hen leefden. Zeker,
285 41, 29 | degenen der djinn en der mensen die ons deden dwalen, opdat
286 41, 33 | beter woord dan hij die mensen tot Allah uitnodigt en goede
287 42, 34 | wegens hetgeen zij (de mensen) verdienen - maar Hij vergeeft
288 42, 42 | slechts tegen hen, die de mensen onrecht aandoen en ten onrechte
289 43, 33 | niet (het gevaar) dat alle mensen één groep zouden vormen,
290 44, 14 | zeggende: "Hij is (door mensen) onderwezen, een bezetene." ~
291 44, 34 | 34. Deze mensen (de ongelovigen) zeggen: ~
292 45, 20 | duidelijke bewijzen voor de mensen en een richtsnoer en barmhartigheid
293 45, 26 | twijfel is. Maar de meeste mensen begrijpen het niet. ~
294 46, 6 | 6. En wanneer de mensen worden verzameld zullen
295 46, 18 | volkeren van de djinn en de mensen die vóór hen zijn heengegaan,
296 47, 1 | de Waarheid) verwerpen en mensen van Allah's weg afleiden,
297 47, 3 | volgen. Zo deelt Allah aan de mensen hun toestand mede. ~
298 49, 6 | nauwkeurig opdat gij sommige mensen niet in onwetendheid schaadt
299 50, 12 | ook het volk van Noach, de mensen van de Bron en het volk
300 51, 25 | bij zichzelven): "Vreemde mensen." ~
301 51, 56 | En ik heb de djinn en de mensen slechts tot Mijn aanbidding
302 54, 20 | 20. Die mensen wegtrok als waren zij de
303 55, 33 | 33. O, groep van djinn en mensen; als gij de grenzen der
304 55, 74 | 74. Die vóór hen mensen noch djinn hebben aangeraakt. ~
305 56, 8 | 8. De mensen aan de rechter kant - hoe (
306 56, 8 | hoe (gelukkig zijn) de mensen aan de rechter kant! ~
307 56, 9 | 9. En de mensen aan de linker kant - hoe (
308 56, 9 | hoe (ongelukkig) zijn de mensen aan de linker kant! ~
309 56, 41 | 41. De mensen aan de linker kant - hoe (
310 57, 24 | die vrekkig zijn en de mensen aansporen vrekkig te worden
311 57, 29 | 29. Opdat de mensen van het Boek mogen weten,
312 58, 4 | doen kan, moet zestig arme mensen voeden. Dit is een bevel,
313 58, 22 | 22. Gij zult geen mensen vinden die in Allah en de
314 59, 2 | de ongelovigen onder de mensen van het Boek, uit hun huizen
315 59, 11 | ongelovige broeders onder de mensen van het Boek: "Indien gij
316 59, 21 | gelijkenissen zetten Wij aan de mensen voor opdat zij er over nadenken. ~
317 62, 6 | met uitsluiting van andere mensen de vrienden van Allah zijt,
318 63, 2 | schild gemaakt; zo leiden zij mensen van Allah's weg af. Hetgeen
319 65, 10 | vreest daarom Allah, o gij mensen van verstand, die gelooft!
320 66, 6 | het Vuur, welks brandstof mensen en stenen zijn, waarover
321 72, 5 | Doch wij hadden gemeend dat mensen en djinn nooit een leugen
322 72, 6 | Voorzeker, waren er enige mensen die toevlucht bij sommige
323 74, 31 | mogen toenemen en opdat de mensen van het Boek en de gelovigen
324 74, 36 | Een waarschuwing voor de mensen. ~
325 75, 20 | 20. Neen, maar gij (mensen) hebt dit leven lief. ~
326 76 | 76. De Tijd, De Mensen (Ad-Dahr, Al-Insaan) ~Geopenbaard
327 76, 19 | 19. En jonge mensen, die niet verouderen, zullen
328 81, 7 | 7. En wanneer de mensen worden verenigd, ~
329 83, 4 | 4. Weten zulke mensen niet dat zij zullen herrijzen ~
330 98, 1 | De ongelovigen onder de mensen van het Boek en onder de
331 98, 4 | 4. En de mensen van het Boek werden eerst
332 98, 6 | de ongelovigen onder de mensen van het Boek en de afgodendienaren
333 99, 6 | 6. Op die Dag zullen de mensen in verschillende groepen
334 101, 4 | 4. Een Dag waarop de mensen als motten verstrooid zullen
335 110, 2 | 2. En gij de mensen groepsgewijze ziet binnentreden
336 114, 1 | toevlucht bij de Heer der mensen, ~
337 114, 2 | 2. De Koning der mensen, ~
338 114, 3 | 3. De God der mensen. ~
339 114, 5 | 5. Die in het hart der mensen fluistert ~
340 114, 6 | het midden der djinn en mensen." ~I slamitische Studenten
|