bold = Main text
     Sura, Verse                                      grey = Comment text

4501  22, 36 |              in rijen staan opgesteld. En wanneer ze op hun zij neervallen,
4502  22, 36 |             zij neervallen, eet er van en voedt de rijken en de armen.
4503  22, 36 |              er van en voedt de rijken en de armen. Aldus hebben Wij
4504  22, 37 |            waartoe Hij u heeft geleid. En geef blijde tijding aan
4505  22, 40 |                 Onze Heer is Allah." - En indien Allah sommige mensen
4506  22, 40 |           kloosters, kerken, synagogen en moskeeën, waarin dikwijls
4507  22, 41 |         vestigen, het gebed verrichten en de Zakaat betalen en het
4508  22, 41 |        verrichten en de Zakaat betalen en het goede bevelen en het
4509  22, 41 |           betalen en het goede bevelen en het kwade verbieden. En
4510  22, 41 |                en het kwade verbieden. En het eindbesluit in alles
4511  22, 42 |               heeft het volk van Noach en Aad en Samoed ook verloochend; ~
4512  22, 42 |              het volk van Noach en Aad en Samoed ook verloochend; ~
4513  22, 43 |                                    43. En het volk van Abraham en
4514  22, 43 |                En het volk van Abraham en het volk van Lot; ~
4515  22, 44 |                                    44. En de inwoners van Midian eveneens.
4516  22, 44 |          inwoners van Midian eveneens. En Mozes werd ook verloochend.
4517  22, 44 |          uitstel, daarna greep Ik hen, en hoe (groot) was toen Mijn
4518  22, 45 |            daken er van zijn ingestort en hoe menige bron en opgetrokken
4519  22, 45 |           ingestort en hoe menige bron en opgetrokken paleis werd
4520  22, 46 |           waarmee zij konden begrijpen en oren om er mee te horen?
4521  22, 47 |                                    47. En zij dringen bij u aan de
4522  22, 48 |             waren. Daarna greep Ik hen en tot Mij is de terugkeer.
4523  22, 50 |               50. Degenen, die geloven en goede werken verrichten,
4524  22, 50 |             voor hen is er vergiffenis en een eerzaam levensonderhoud. ~
4525  22, 52 |           bevestigt Allah Zijn woorden en Allah is Alwetend, Alwijs. ~
4526  22, 53 |                wier hart een ziekte is en wier hart verhard is - voorzeker,
4527  22, 54 |                                    54. En opdat degenen aan wie kennis
4528  22, 54 |                zij er in mogen geloven en hun hart nederig voor Hem
4529  22, 55 |                                    55. En de ongelovigen zullen er
4530  22, 56 |               richten. Zij die geloven en goede werken verrichten,
4531  22, 57 |              57. Doch die niet geloven en Onze tekenen verloochenen
4532  22, 58 |           verlaten terwille van Allah, en dan sneuvelen of sterven,
4533  22, 58 |               voorziening verschaffen. En voorzeker Allah is de Beste
4534  22, 60 |                   60. Zo zal het zijn. En wie vergeldt in de mate
4535  22, 60 |               hem onrecht is aangedaan en men doet hem dan opnieuw
4536  22, 61 |                doet overgaan in de dag en de dag doet overgaan in
4537  22, 61 |             doet overgaan in de nacht, en omdat Allah Alhorend, Alziende
4538  22, 62 |             omdat Allah de Waarheid is en hetgeen zij aanroepen nevens
4539  22, 63 |                uit de hemel nederzendt en de aarde daardoor groen
4540  22, 64 |               al hetgeen in de hemelen en op aarde is. En Allah is
4541  22, 64 |                hemelen en op aarde is. En Allah is inderdaad Zichzelf-genoeg,
4542  22, 65 |               uw dienst heeft gesteld, en dat de schepen op Zijn bevel
4543  22, 65 |            bevel de zeeën doorkruisen? En Hij weerhoudt de hemel ervan
4544  22, 65 |          Waarlijk, Allah is Liefderijk en Genadevol voor de mensen. ~
4545  22, 70 |               al hetgeen in de hemelen en op aarde is, kent? Voorwaar
4546  22, 71 |                                    71. En zij aanbidden naast Allah,
4547  22, 71 |        machtiging heeft nedergezonden, en waaromtrent zij geen kennis
4548  22, 71 |              zij geen kennis bezitten. En voor degenen die kwaad bedrijven
4549  22, 72 |                                    72. En wanneer Onze duidelijke
4550  22, 72 |            beloofd aan de ongelovigen. En dat is een slechte bestemming." ~
4551  22, 73 |            daar allen toe samenwerken. En indien een vlieg iets van
4552  22, 76 |              Hij weet hetgeen vóór hen en hetgeen achter hen is en
4553  22, 76 |               en hetgeen achter hen is en naar Allah worden alle zaken
4554  22, 77 |             die gelooft, buigt u neder en werpt u ter aarde, en aanbidt
4555  22, 77 |            neder en werpt u ter aarde, en aanbidt uw Heer, en doet
4556  22, 77 |             aarde, en aanbidt uw Heer, en doet goed, opdat gij moogt
4557  22, 78 |                                    78. En strijdt voor de zaak van
4558  22, 78 |        gestreden. Hij heeft u verkozen en heeft u in de godsdienst
4559  22, 78 |               Moslims genoemd voorheen en in dit Boek, opdat Onze
4560  22, 78 |       boodschapper getuige over u zij, en dat gij getuige moogt zijn
4561  22, 78 |               gebed, betaalt de Zakaat en houdt u aan Allah vast.
4562  22, 78 |                 Een uitmuntend Meester en een uitnemend Helper. ~~
4563  23, 3  |                                     3. En die al hetgeen ijdel is,
4564  23, 4  |                                     4. En die aktief zijn in het betalen
4565  23, 5  |                                     5. En die hun vleselijke lusten
4566  23, 8  |             voor het hun toevertrouwde en voor hun overeenkomsten. ~
4567  23, 9  |                                     9. En die hun gebeden in acht
4568  23, 16 |                                    16. En op de Dag der Verrijzenis
4569  23, 17 |                                    17. En boven u hebben Wij zeven
4570  23, 17 |               Wij zeven wegen gemaakt, en nimmer veronachtzamen Wij
4571  23, 18 |                in bepaalde hoeveelheid en Wij doen deze in de aarde
4572  23, 18 |               deze in de aarde blijven en voorzeker zijn Wij ook in
4573  23, 19 |                                    19. En Wij brengen daarmede tuinen
4574  23, 19 |        daarmede tuinen van dadelpalmen en wijnstokken voor u voort,
4575  23, 19 |                overvloedig fruit hebt; en gij eet daarvan. ~
4576  23, 20 |                                    20. En Wij brengen een boom voort
4577  23, 20 |                Sinaï: deze brengt olie en een saus voort voor hen
4578  23, 21 |                                    21. En in het vee is eveneens een
4579  23, 21 |                melk die in hun buik is en gij trekt er talrijke voordelen
4580  23, 21 |              er talrijke voordelen van en eveneens eet gij er van. ~
4581  23, 23 |                                    23. En Wij zonden Noach tot zijn
4582  23, 23 |            zonden Noach tot zijn volk, en hij zeide: "O mijn volk,
4583  23, 24 |                                    24. En de hoofden van zijn volk,
4584  23, 24 |              boven u willen verheffen. En indien het Allah had behaagd,
4585  23, 27 |            Bouw de Ark onder Onze ogen en in overeenstemming met Onze
4586  23, 27 |   overeenstemming met Onze openbaring. En wanneer Ons bevel komt en
4587  23, 27 |              En wanneer Ons bevel komt en de oppervlakte der aarde
4588  23, 27 |           exemplaren) van wat nodig is en uw gezin, behalve degenen
4589  23, 27 |                reeds is uitgevaardigd. En spreek Mij niet over de
4590  23, 28 |                                   28. "En wanneer gij de Ark zult
4591  23, 28 |            zult hebben betrokken - gij en degenen die met u zijn zeg
4592  23, 29 |                                    29. En zeg: "Mijn Heer, verleen
4593  23, 30 |         Voorwaar, hierin zijn tekenen, en waarlijk Wij stellen (de
4594  23, 32 |                                    32. En Wij zonden onder hen een
4595  23, 33 |                                    33. En de hoofden van zijn volk,
4596  23, 33 |              volk, die ongelovig waren en die de ontmoeting in het
4597  23, 33 |             het Hiernamaals loochenden en wie Wij in dit leven overvloed (
4598  23, 33 |             Hij eet van hetgeengij eet en drinkt van hetgeen gij drinkt. ~
4599  23, 34 |                                    34. En indien gij een man gelijk
4600  23, 35 |              dat wanneer gij dood zijt en stof en beenderen zijt geworden,
4601  23, 35 |          wanneer gij dood zijt en stof en beenderen zijt geworden,
4602  23, 37 |         tegenwoordige leven; wij leven en sterven en zullen niet worden
4603  23, 37 |            leven; wij leven en sterven en zullen niet worden opgewekt. ~
4604  23, 41 |            greep hen daarom de rukwind en Wij maakten hen als wrakhout.
4605  23, 44 |              Wij hen elkander opvolgen en maakten hen tot legenden.
4606  23, 45 |               45. Dan zonden Wij Mozes en zijn broeder Aäron met Onze
4607  23, 45 |         broeder Aäron met Onze tekenen en een duidelijk gezag ~
4608  23, 46 |                         46. Tot Pharao en zijn opperhoofden; zij toonden
4609  23, 46 |     opperhoofden; zij toonden hoogmoed en waren een aanmatigend volk. ~
4610  23, 47 |                                    47. En zij zeiden: "Moeten wij
4611  23, 48 |         Derhalve verloochenden zij hen en zij behoorden tot degenen
4612  23, 49 |                                    49. En wij schonken Mozes het Boek
4613  23, 50 |                                    50. En Wij bestemden de zoon van
4614  23, 50 |            bestemden de zoon van Maria en zijn moeder tot een teken
4615  23, 50 |              zijn moeder tot een teken en schonken hun toevlucht op
4616  23, 50 |              plateau met groene weiden en bronnen. ~
4617  23, 51 |                eet van hetgeen rein is en verricht goede werken. Voorwaar
4618  23, 52 |                                    52. En weet dat uw gemeenschap
4619  23, 52 |         gemeenschap één gemeenschap is en dat Ik uw Heer ben. Neemt
4620  23, 55 |             zij dat vanwege de rijkdom en de zonen waarmee Wij hen
4621  23, 58 |                                    58. En degenen die geloven in de
4622  23, 59 |                                    59. En degenen die hun Heer geen
4623  23, 60 |                                    60. En degenen die weggeven hetgeen
4624  23, 61 |              zijn het die zich haasten en wedijveren in het doen van
4625  23, 62 |                dat de waarheid spreekt en hun zal geen onrecht worden
4626  23, 63 |         onverschillig jegens dit Boek, en buitendien hebben zij bezigheden
4627  23, 71 |                                    71. En indien de Waarheid hun wensen
4628  23, 71 |         voorwaar dan zouden de hemelen en de aarde en al hetgeen daarin
4629  23, 71 |          zouden de hemelen en de aarde en al hetgeen daarin is, in
4630  23, 72 |          beloning van uw Heer is beter en Hij is de beste Voorziener. ~
4631  23, 73 |                                    73. En gij roept hen, voorzeker,
4632  23, 75 |                                    75. En indien Wij ons over hen
4633  23, 75 |                ons over hen ontfermden en hun kwaal verlichtten, zouden
4634  23, 78 |               Allah) is het, Die oren, en ogen en hart voor u heeft
4635  23, 78 |              is het, Die oren, en ogen en hart voor u heeft geschapen,
4636  23, 79 |                                    79. En Hij is het, Die u heeft
4637  23, 79 |               vermenigvuldigd op aarde en tot Hem zult gij worden
4638  23, 80 |                                    80. En Hij is het, Die leven schenkt
4639  23, 80 |              is het, Die leven schenkt en de dood veroorzaakt en in
4640  23, 80 |         schenkt en de dood veroorzaakt en in Zijn handen is de wisseling
4641  23, 80 |              is de wisseling van nacht en dag. Wilt gij dan niet begrijpen? ~
4642  23, 82 |             wij, wanneer wij dood zijn en tot beenderen en stof geworden,
4643  23, 82 |             dood zijn en tot beenderen en stof geworden, dan inderdaad
4644  23, 83 |                      83. "Dit werd ons en onze voorvaderen ook beloofd
4645  23, 84 |               Wie behoort de aarde toe en al hetgeen daarop is, als
4646  23, 86 |              de Heer der zeven hemelen en de Heer van de Grote Troon?" ~
4647  23, 88 |     heerschappij over alle dingen is - en Die beschermt doch tegen
4648  23, 90 |               hun de Waarheid gebracht en zij zijn zeker leugenaars. ~
4649  23, 91 |              schiep, voor zich houden, en sommigen hunner zouden zeker
4650  23, 92 |               Kenner van het ongeziene en het geziene. Hij is verheven
4651  23, 95 |                                    95. En voorzeker, Wij hebben de
4652  23, 97 |                                    97. En zeg: "Mijn Heer, bij U zoek
4653  23, 98 |                                    98. En bij U mijn Heer zoek ik
4654  23, 100|                een woord dat hij uit." En achter hen is een hindernis
4655  23, 101|                                   101. En wanneer de bazuin wordt
4656  23, 104|                zal hun gezicht branden en zij zullen er in verschrompelen. ~
4657  23, 106|       tegenspoed heeft ons overweldigd en wij waren een dwalend volk. ~
4658  23, 108|                Blijft daarin vernederd en spreekt niet tot Mij. ~
4659  23, 109|            geloofd, vergeef ons daarom en wees Barmhartig jegens ons.
4660  23, 109|            wees Barmhartig jegens ons. En Gij zijt de Beste der barmhartigen." ~
4661  23, 115|              Wij u tevergeefs schiepen en dat gij niet tot Ons zult
4662  23, 117|                                   117. En diegene die naast Allah
4663  23, 117|           heeft daar geen bewijs voor: en de vergelding ervan berust
4664  23, 118|                                   118. En zeg: "O mijn Heer, vergeef
4665  23, 118|             zeg: "O mijn Heer, vergeef en wees Barmhartig, want Gij
4666  24, 1  |             dat Wij hebben geopenbaard en verplichtend gesteld en
4667  24, 1  |                en verplichtend gesteld en Wij hebben er duidelijke
4668  24, 2  |            Geselt iedere echtbreekster en echtbreker met honderd slagen.
4669  24, 2  |         echtbreker met honderd slagen. En laat medelijden met hen
4670  24, 2  |           afhouden indien gij in Allah en de Laatste Dag gelooft.
4671  24, 2  |                de Laatste Dag gelooft. En laat een groep gelovigen
4672  24, 3  |             een afgodendienares huwen, en met de echtbreekster zal
4673  24, 3  |              een afgodendienaar huwen. En dit is de gelovigen verboden. ~
4674  24, 4  |                                     4. En zij, die kuise vrouwen beschuldigen
4675  24, 4  |             kuise vrouwen beschuldigen en geen vier getuigen brengen -
4676  24, 4  |          geselt hen met tachtig slagen en aanvaardt hun getuigenis
4677  24, 5  |                die daarna berouw tonen en zich verbeteren; waarlijk,
4678  24, 6  |                                     6. En betreffende degenen die
4679  24, 6  |               hun vrouwen beschuldigen en die buiten zich geen getuigen
4680  24, 7  |                                     7. En de vijfde maal zal hij zeggen:
4681  24, 8  |              de naam van Allah getuigt en zegt, dat hij tot de leugenaars
4682  24, 9  |                                     9. En de vijfde maal zal zij zeggen:
4683  24, 10 |                                    10. En ware het niet door Allah'
4684  24, 10 |               niet door Allah's genade en Zijn barmhartigheid voor
4685  24, 11 |                heeft begaan, ontvangen en hij, die onder hen het voornaamste
4686  24, 12 |             dachten de gelovige mannen en vrouwen, toen zij dit hoorden
4687  24, 12 |             goed over hun eigen mensen en zeiden: "Dit is een openlijke
4688  24, 14 |                                    14. En ware het niet door Allah'
4689  24, 14 |               niet door Allah's genade en Zijn barmhartigheid jegens
4690  24, 14 |                jegens u in deze wereld en in het Hiernamaals, zo zou
4691  24, 15 |               het van elkander hoordet en gij zeidet, waarvan gij
4692  24, 18 |                                    18. En Allah legt u de geboden
4693  24, 19 |     verspreiden, zullen in deze wereld en in het Hiernamaals een pijnlijke
4694  24, 19 |           straf ondergaan. Allah weet, en gij weet niet. ~
4695  24, 20 |                                    20. En ware het niet door Allah'
4696  24, 20 |               niet door Allah's genade en Zijn barmhartigheid voor
4697  24, 20 |             Zijn barmhartigheid voor u en dat Allah Liefderijk en
4698  24, 20 |                en dat Allah Liefderijk en Genadevol is, (dan zoudt
4699  24, 21 |               hij zeker onzedelijkheid en boosheid beyelen. En ware
4700  24, 21 |    onzedelijkheid en boosheid beyelen. En ware het niet door Allah'
4701  24, 21 |               niet door Allah's genade en Zijn barmhartigheid voor
4702  24, 22 |                                    22. En laat hen, die rijkdommen
4703  24, 22 |               laat hen, die rijkdommen en overvloed onder u bezitten
4704  24, 22 |        ophouden te geven aan verwanten en behoeftigen en hun die hun
4705  24, 22 |               verwanten en behoeftigen en hun die hun huizen terwille
4706  24, 22 |           verlaten. Laten zij vergeven en over het hoofd zien. Wenst
4707  24, 23 |        belasteren, zijn in deze wereld en in het Hiernamaals vervloekt.
4708  24, 24 |            waarop hun tong, hun handen en hun voeten tegen hen zullen
4709  24, 25 |            vergelding ten volle geven, en zij zullen weten dat alleen
4710  24, 26 |                voor de slechte mannen, en de slechte mannen zijn voor
4711  24, 26 |               voor de slechte vrouwen. En goede vrouwen zijn voor
4712  24, 26 |              zijn voor de goede mannen en de goede mannen zijn voor
4713  24, 26 |                is voor hen vergiffenis en een eerbare voorziening. ~
4714  24, 27 |         bewoners er van te waarschuwen en te begroeten. Dat is beter
4715  24, 28 |                                    28. En indien gij niemand daarin
4716  24, 28 |                gij toestemming krijgt. En als er tot u wordt gezegd: "
4717  24, 29 |             weet wat gij openlijk doet en wat gij verbergt. ~
4718  24, 30 |               ogen neergeslagen houden en dat zij hun passies beheersen.
4719  24, 31 |                                    31. En zeg tot de gelovige vrouwen
4720  24, 31 |               ogen neergeslagen houden en hun passies beheersen, en
4721  24, 31 |              en hun passies beheersen, en dat zij haar schoonheid
4722  24, 31 |             ervan zichtbaar moet zijn, en dat zij haar hoofddoeken
4723  24, 31 |              haar boezem laten hangen, en dat zij haar schoonheid
4724  24, 31 |               een vrouw niets afweten. En laat haar niet met haar
4725  24, 31 |         bedekken openbaar moge worden. En wendt u allen tezamen tot
4726  24, 32 |                                    32. En huwt uw weduwen en de deugdzamen
4727  24, 32 |                 32. En huwt uw weduwen en de deugdzamen onder uw mannelijke
4728  24, 33 |                                    33. En laat degenen, die geen mogelijkheid
4729  24, 33 |               Zijn overvloed verrijkt. En de slaven die een acte van
4730  24, 33 |             gij enig goed in hen ziet; en geeft hun van de rijkdommen
4731  24, 33 |                Hij u heeft geschonken. En dwingt uw slavinnen, terwijl
4732  24, 34 |                                    34. En Wij hebben duidelijke tekenen
4733  24, 34 |           tekenen tot u nedergezonden, en de voorbeelden van hen die
4734  24, 34 |                die vóór u zijn geweest en een raadgeving voor de godvrezenden. ~
4735  24, 35 |               het Licht van de hemelen en de aarde. De gelijkenis
4736  24, 36 |           verheerlijken Hem 's morgens en 's avonds, ~
4737  24, 37 |          gedenken, het gebed te houden en de Zakaat te betalen, zij
4738  24, 37 |            vrezen de Dag waarop harten en ogen zich zullen afwenden. ~
4739  24, 38 |              hunner daden moge belonen en hun ruim moge bedelen uit
4740  24, 39 |          rekening ten volle vereffent; en Allah is snel in het afrekenen. ~
4741  24, 40 |              men haar bijna niet zien; en hij, wie Allah geen licht
4742  24, 41 |                dat alles in de hemelen en op aarde, ook de vogels
4743  24, 41 |           ieder kent zijn eigen bidden en lofzang. En Allah weet goed
4744  24, 41 |               eigen bidden en lofzang. En Allah weet goed wat zij
4745  24, 42 |             het koninkrijk der hemelen en der aarde en tot Allah is
4746  24, 42 |               der hemelen en der aarde en tot Allah is de terugkeer. ~
4747  24, 43 |          voortdrijft, ze dan verzamelt en daarna ophoopt zodat gij
4748  24, 43 |                midden ziet voortkomen? En Hij zendt van de hemel neder (
4749  24, 43 |              waarin zich hagel bevindt en Hij treft daarmee wie Hij
4750  24, 43 |              treft daarmee wie Hij wil en wendt het af van wie Hij
4751  24, 44 |                  44. Allah wisselt dag en nacht af. Daarin is zeker
4752  24, 45 |                                    45. En Allah heeft elk dier uit
4753  24, 45 |            buik, anderen op twee poten en nog anderen op vier poten.
4754  24, 46 |      duidelijke tekenen nedergezonden. En Allah leidt naar het rechte
4755  24, 47 |                                    47. En zii zeggen: "Wij geloven
4756  24, 47 |          zeggen: "Wij geloven in Allah en in de boodschapper en wij
4757  24, 47 |            Allah en in de boodschapper en wij gehoorzamen." Maar daarna
4758  24, 47 |               sommigen hunner zich af. En dezen zijn geen gelovigen. ~
4759  24, 48 |                                    48. En wanneer zij tot Allah en
4760  24, 48 |               En wanneer zij tot Allah en Zijn boodschapper worden
4761  24, 50 |                of vrezen zij dat Allah en Zijn boodschapper onrechtvaardig
4762  24, 51 |         Wanneer de gelovigen tot Allah en Zijn boodschapper worden
4763  24, 51 |                zij slechts: "Wij horen en wij gehoorzamen." Dezen
4764  24, 52 |                                    52. En wie Allah en Zijn boodschapper
4765  24, 52 |                       52. En wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt
4766  24, 52 |               boodschapper gehoorzaamt en Allah vreest en godvruchtig
4767  24, 52 |            gehoorzaamt en Allah vreest en godvruchtig is jegens Hem,
4768  24, 53 |                                    53. En zij zweren hun plechtigste
4769  24, 54 |                Zeg: "Gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de boodschapper.
4770  24, 54 |         datgene waarmee hij is belast, en gij zijt slechts verantwoordelijk
4771  24, 54 |               waarmee gij zijt belast. En indien gij hem gehoorzaamt,
4772  24, 54 |                zult gij geleid worden. En de plicht van de boodschapper
4773  24, 55 |            degenen onder u die geloven en goede werken verrichten
4774  24, 55 |                tot stedehouders maakte en dat Hij de godsdienst, die
4775  24, 55 |         gekozen, zeker zal bevestigen, en dat Hij hun na hun vrees,
4776  24, 55 |                hun na hun vrees, vrede en veiligheid zal geven; Mij
4777  24, 55 |               Mij zullen zij aanbidden en niets met Mij vereenzelvigen.
4778  24, 56 |                                    56. En houdt het gebed en betaalt
4779  24, 56 |                 56. En houdt het gebed en betaalt de Zakaat en gehoorzaamt
4780  24, 56 |             gebed en betaalt de Zakaat en gehoorzaamt de boodschapper,
4781  24, 57 |      ontsnappen, hun tehuis is de hel, en deze is inderdaad een slechte
4782  24, 58 |               gelooft, laten uw slaven en degenen uwer die de geslachtsrijpheid
4783  24, 58 |               van uw klederen ontdoet, en na het avondgebed. Drie
4784  24, 59 |                                    59. En wanneer de kinderen onder
4785  24, 61 |                Heer, die vol van zegen en reinheid is. Zo maakt Allah
4786  24, 62 |            zijn gelovigen die in Allah en Zijn boodschapper geloven,
4787  24, 62 |             Zijn boodschapper geloven, en die, wanneer zij wegens
4788  24, 62 |         degenen die werkelijk in Allah en Zijn boodschapper geloven.
4789  24, 62 |                aan wie hunner gij wilt en vraag voor hen vergiffenis
4790  24, 63 |            degenen uwer die wegsluipen en zich verbergen. Laat daarom
4791  24, 64 |              behoort wat in de hemelen en op aarde is. Hij kent uw
4792  24, 64 |             Hij kent uw toestand goed. En de Dag waarop zij tot Hem
4793  25, 2  |             het Koninkrijk der hemelen en der aarde toebehoort, Hij
4794  25, 2  |             Hij heeft alles geschapen, en het de juiste maat gegeven. ~
4795  25, 3  |              doch zelf geschapen zijn, en die geen macht hebben om
4796  25, 4  |               Profeet) verzonnen heeft en andere mensen hebben hem
4797  25, 4  |             daarmee onrechtvaardigheid en leugen. ~
4798  25, 5  |                                     5. En zij zeggen: "Dit zijn fabelen
4799  25, 5  |           heeft ze laten neerschrijven en zij worden hem 's morgens
4800  25, 5  |              zij worden hem 's morgens en 's avonds voorgezegd." ~
4801  25, 6  |                de geheimen der hemelen en der aarde kent, heeft het
4802  25, 7  |                                     7. En zij zeggen: "Wat voor boodschapper
4803  25, 7  |              deze die voedsel gebruikt en op straat wandelt? Waarom
4804  25, 8  |             vruchten) er van te eten." En de onrechtvaardigen zeggen: "
4805  25, 9  |               doen, zij zijn verdwaald en kunnen de rechte weg niet
4806  25, 10 |             doorheen rivieren stromen, en ook paleizen. ~
4807  25, 11 |               zij verloochenen het Uur en voor degenen die dat Uur
4808  25, 12 |            zien, zullen zij het woeden en razen horen. ~
4809  25, 13 |                                    13. En wanneer zij, aan elkander
4810  25, 15 |             beloofd? Deze zal hun loon en hun toevlucht zijn." ~
4811  25, 16 |                waar zij naar verlangen en zij zullen er blijvend vertoeven.
4812  25, 17 |                                    17. En de Dag waarop Hij de ongelovigen
4813  25, 17 |              waarop Hij de ongelovigen en degenen die zij naast Allah
4814  25, 18 |               nemen, maar Gij hebt hen en hun vaderen doen genieten
4815  25, 18 |              zij de aanmaning vergaten en een verloren volk werden." ~
4816  25, 19 |                afwenden of hen helpen. En wie onder u onrechtvaardig
4817  25, 20 |                                    20. En Wij zonden nooit boodschappers
4818  25, 20 |              of zij gebruikten voedsel en liepen op straat. En Wij
4819  25, 20 |           voedsel en liepen op straat. En Wij gebruiken sommigen uwer
4820  25, 21 |              zij schatten zich te hoog en zijn de perken ver te buiten
4821  25, 23 |                                    23. En Wij zullen ons tot hun werken
4822  25, 23 |              ons tot hun werken wenden en zullen deze als stof verstrooien. ~
4823  25, 24 |                betreffende het tehuis, en beter betreffende de rustplaats. ~
4824  25, 25 |                                    25. En de Dag waarop de hemel met
4825  25, 25 |            wolken zal worden gespleten en de engelen worden nedergezonden
4826  25, 29 |              zij tot mij was gekomen." En Satan laat de mens in de
4827  25, 30 |                                    30. En de boodschapper zal zeggen: "
4828  25, 31 |                is voldoende als Leider en Helper. ~
4829  25, 32 |                                    32. En de ongelovigen zeggen: "
4830  25, 32 |              uw hart mogen versterken. En Wij hebben hem duidelijk
4831  25, 32 |               Wij hebben hem duidelijk en geleidelijk uiteengezet. ~
4832  25, 33 |                                    33. En zij stellen u geen vraag
4833  25, 33 |                Wij geven u de waarheid en een uitmuntende uitleg. ~
4834  25, 34 |               in een slechte toestand, en zij zijn het meest van het
4835  25, 35 |               Mozes het Boek (der Wet) en stelden zijn broeder Aäron
4836  25, 36 |                                    36. En Wij zeiden: "Gaat samen
4837  25, 37 |                                    37. En het volk van Noach: toen
4838  25, 37 |       verloochende, verdronken Wij het en Wij maakten het tot een
4839  25, 37 |                teken voor het mensdom. En Wij hebben een pijnlijke
4840  25, 38 |                                    38. En herinnert u Aad en Samoed
4841  25, 38 |                 38. En herinnert u Aad en Samoed en het volk van de
4842  25, 38 |              herinnert u Aad en Samoed en het volk van de Bron en
4843  25, 38 |                en het volk van de Bron en vele andere geslachten tussen
4844  25, 39 |            hunner allerlei voorbeelden en Wij vernietigden allen. ~
4845  25, 40 |                                    40. En zij komen voorzeker de stad
4846  25, 45 |            Heer de schaduw verlengt? - En indien Hij het had gewild,
4847  25, 47 |                                    47. En Hij is het, Die de nacht
4848  25, 47 |         bedekking voor u heeft gemaakt en de slaap voor rust, en de
4849  25, 47 |         gemaakt en de slaap voor rust, en de dag voor het opstaan. ~
4850  25, 48 |                                    48. En Hij is het, Die de winden
4851  25, 48 |                barmhartigheid uitzendt en Wij zenden zuiver water
4852  25, 49 |             schenken aan een dor land, en het ook als drank geven
4853  25, 49 |               Onze schepping - aan vee en mensen in grote getale. ~
4854  25, 50 |                                    50. En Wij herhalen dit voor hen
4855  25, 52 |              volg de ongelovigen niet, en voer met (de Koran) een
4856  25, 53 |                                    53. En Hij is het die twee wateren
4857  25, 53 |             doen stromen, het ene zoet en het andere zout, en tussen
4858  25, 53 |               zoet en het andere zout, en tussen hen heeft Hij een
4859  25, 53 |              heeft Hij een afscheiding en een versperring geplaatst. ~
4860  25, 54 |                                    54. En Hij is het Die de mens uit
4861  25, 54 |              uit water heeft geschapen en heeft hem verwanten gegeven
4862  25, 54 |                gegeven door afstamming en huwelijk; uw Heer is Almachtig. ~
4863  25, 56 |                                    56. En Wij hebben u slechts als
4864  25, 56 |            drager van blijde tijdingen en als waarschuwer gezonden. ~
4865  25, 58 |                                    58. En stel uw vertrouwen in de
4866  25, 58 |              Levende, Die niet sterft, en verheerlijk Hem met de lof
4867  25, 59 |                59. Hij, Die de hemelen en de aarde en alles wat er
4868  25, 59 |             Die de hemelen en de aarde en alles wat er tussen is,
4869  25, 60 |                                    60. En wanneer er tot de ongelovigen
4870  25, 60 |             Barmhartige," zeggen zij: "En wie is de Barmhartige? Zullen
4871  25, 60 |            degene die gij ons gelast?" En dit vermeerdert slechts
4872  25, 61 |              sterren, de stralende zon en de glanzende maan aan de
4873  25, 62 |                                    62. En Hij is het Die de nacht
4874  25, 62 |                Hij is het Die de nacht en de dag heeft ingesteld die
4875  25, 63 |                                    63. En de dienaren van de Barmhartige
4876  25, 63 |          zachtmoedig op aarde wandelen en als de onwetenden hen aanspreken,
4877  25, 64 |                                    64. En zij, die de nacht doorbrengen
4878  25, 64 |                Heer ter aarde werpende en voor Hem staande. ~
4879  25, 66 |        inderdaad slecht als rustplaats en als tehuis. ~
4880  25, 67 |                                    67. En zij, die, als zij iets besteden,
4881  25, 68 |                                    68. En zij die geen andere goden
4882  25, 68 |           recht, noch overspel plegen; en hij die dat doet zal een
4883  25, 69 |              op de Dag der Opstanding, en hij zal daar vernederd in
4884  25, 70 |              van hen die berouw hebben en geloven en goede daden doen,
4885  25, 70 |               berouw hebben en geloven en goede daden doen, voor dezulken
4886  25, 71 |                                    71. En hij die berouw heeft, en
4887  25, 71 |               En hij die berouw heeft, en het goede doet, wendt zich
4888  25, 72 |                                    72. En zij, die niet leugenachtig
4889  25, 72 |             niet leugenachtig getuigen en als zi; iets ijdels voorbijgaan,
4890  25, 73 |                                    73. En zij, die, wanneer zij door
4891  25, 73 |              worden, daarbij niet doof en blind nedervallen. ~
4892  25, 74 |                                    74. En zij die zeggen: "Onze Heer,
4893  25, 74 |            Heer, maak onze echtgenoten en kinderen tot troost der
4894  25, 74 |          kinderen tot troost der ogen, en maak ons tot voorbeeld voor
4895  25, 75 |               ontvangen met begroeting en vrede. ~
4896  25, 76 |         uitstekend is dit als verblijf en als rustplaats. ~
4897  25, 77 |                de waarheid verloochend en weldra zal de straf (u)
4898  26, 9  |                                     9. En voorzeker uw Heer is de
4899  26, 13 |                                    13. En mijn boezem vernauwt zich
4900  26, 13 |              mijn boezem vernauwt zich en mijn tong is niet welsprekend;
4901  26, 15 |                tekenen; Wij zijn met u en zullen horen. ~
4902  26, 16 |              16. "Gaat dus naar Pharao en zegt: 'Wij zijn de boodschappers
4903  26, 18 |               toen gij een kind waart? En gij bleeft onder ons vele
4904  26, 19 |                                    19. En gij weet wat gij deedt,
4905  26, 21 |                mij wijsheid geschonken en mij tot een boodschapper
4906  26, 23 |                     23. Pharao zeide: "En wie is de Heer der Werelden?" ~
4907  26, 24 |       antwoordde: "De Heer der hemelen en der aarde en van alles wat
4908  26, 24 |               der hemelen en der aarde en van alles wat er tussen
4909  26, 26 |                 Mozes zeide: "Uw Heer, en de Heer uwer voorvaderen." ~
4910  26, 28 |              is de Heer van het Oosten en van het Westen en van alles
4911  26, 28 |               Oosten en van het Westen en van alles wat daar tussen
4912  26, 32 |           wierp Mozes zijn staf neder, en ziet! deze werd een zichtbare
4913  26, 33 |                                    33. En hij strekte zijn hand uit,
4914  26, 33 |             hij strekte zijn hand uit, en ziet! zij was wit voor de
4915  26, 36 |              36. Zij zeiden: "Geef hem en zijn broeder uitstel en
4916  26, 36 |                en zijn broeder uitstel en zend aankondigers naar de
4917  26, 39 |                                    39. En er werd tot het volk gezegd: "
4918  26, 41 |                                    41. En toen de tovenaars kwamen,
4919  26, 44 |            Toen gooiden zij hun touwen en hun roeden, en zeiden: "
4920  26, 44 |              hun touwen en hun roeden, en zeiden: "Bij de macht van
4921  26, 45 |            wierp Mozes zijn staf neder en ziet! deze slokte alles
4922  26, 47 |                                    47. En riepen uit: "Wij geloven
4923  26, 48 |                  48. De Heer van Mozes en Aäron." ~
4924  26, 49 |                 Ik zal zeker uw handen en uw voeten van links en rechts
4925  26, 49 |          handen en uw voeten van links en rechts afhakken, en u allen
4926  26, 49 |              links en rechts afhakken, en u allen doen kruisigen." ~
4927  26, 52 |                                    52. En Wij openbaarden aan Mozes,
4928  26, 53 |                                    53. En Pharao zond herauten naar
4929  26, 56 |                                    56. En wij zijn een ten volle bewapende
4930  26, 57 |       verbanden Wij hen uit hun tuinen en bronnen, ~
4931  26, 58 |                                    58. En schatten en voortreffelijke
4932  26, 58 |                        58. En schatten en voortreffelijke woning. ~
4933  26, 59 |                 59. Zo geschiedde het; en Wij gaven die als een erfenis
4934  26, 60 |                                    60. En zij (Egyptenaren) vervolgden
4935  26, 61 |                                    61. En toen de twee scharen elkander
4936  26, 63 |                 Waarop zij vaneen week en elk gedeelte was als een
4937  26, 64 |                                    64. En Wij lieten de anderen naderbij
4938  26, 65 |                                    65. En Wij redden Mozes en allen
4939  26, 65 |                65. En Wij redden Mozes en allen die met hem waren. ~
4940  26, 69 |                                    69. En verkondig aan het volk het
4941  26, 70 |                Toen hij tot zijn vader en zijn volk zeide: "Wat aanbidt
4942  26, 71 |             Wij aanbidden (onze) goden en wij zullen hun toegewijd
4943  26, 76 |                                76. Gij en uw voorvaderen? ~
4944  26, 78 |                Die mij heeft geschapen en Hij is het, Die mij leidt; ~
4945  26, 79 |                                    79. En Die mij voedsel en drank
4946  26, 79 |                 79. En Die mij voedsel en drank geeft. ~
4947  26, 80 |                                    80. En Die mij geneest wanneer
4948  26, 81 |                                    81. En Die mij zal doen sterven
4949  26, 81 |               Die mij zal doen sterven en daarna weer tot het leven
4950  26, 82 |                                    82. En Die, hoop ik, mij mijn tekortkomingen
4951  26, 83 |               Heer schenk mij wijsheid en voeg mij bij de rechtvaardigen; ~
4952  26, 84 |                                    84. En geef mij een goede naam
4953  26, 85 |                                   85. :En maak mij een der erfgenamen
4954  26, 86 |                                    86. En vergeef mijn vader, want
4955  26, 87 |                                    87. En verneder mij niet op de
4956  26, 90 |                                    90. En het paradijs zal nabij worden
4957  26, 91 |                                    91. En de hel zal worden onthuld
4958  26, 92 |                                    92. En er zal tot hen worden gezegd: "
4959  26, 94 |              hel) worden geworpen, zij en de dwalenden. ~
4960  26, 95 |                                    95. En de scharen van Iblies, allen
4961  26, 99 |                                    99. En slechts de schuldigen deden
4962  26, 100|                                   100. En wij hebben nu geen bemiddelaar, ~
4963  26, 104|                                   104. En voorwaar, uw Heer is de
4964  26, 108|              108. Vreest daarom Allah, en gehoorzaamt mij, ~
4965  26, 109|                                   109. En ik vraag u er geen beloning
4966  26, 110|               110. Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij." ~
4967  26, 112|               112. Hij (Noach) zeide: "En wat weet ik er van wat zij
4968  26, 114|                                  114. "En ik ga de gelovigen niet
4969  26, 118|           daarom beslissend tussen hen en mij; en red mij en de gelovigen
4970  26, 118|          beslissend tussen hen en mij; en red mij en de gelovigen
4971  26, 118|          tussen hen en mij; en red mij en de gelovigen die met mij
4972  26, 119|             119. Daarom redden Wij hem en degenen die met hem in de
4973  26, 126|               126. Daarom vreest Allah en gehoorzaamt mij. ~
4974  26, 127|                                   127. En ik vraag u er geen beloning
4975  26, 129|                                   129. En bouwt gij kastelen, alsof
4976  26, 130|                                   130. En als gij iemand aangrijpt,
4977  26, 131|                      131. Vreest Allah en gehoorzaamt mij. ~
4978  26, 133|                heeft u overvloedig vee en kinderen geschonken, ~
4979  26, 134|                                   134. En tuinen en bronnen. ~
4980  26, 134|                         134. En tuinen en bronnen. ~
4981  26, 138|                                   138. En wij zullen niet worden gestraft." ~
4982  26, 139|           Daarom verloochenden zij hem en Wij vernietigden hen. Daarin
4983  26, 140|                                   140. En voorwaar uw Heer is de Machtige,
4984  26, 144|               144. Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij. ~
4985  26, 145|                                   145. En ik vraag u er geen beloning
4986  26, 147|                     147. Tussen tuinen en bronnen, ~
4987  26, 148|                                   148. En korenvelden en dadelpalmen
4988  26, 148|                    148. En korenvelden en dadelpalmen vol vruchten. ~
4989  26, 149|                                   149. En de huizen, welke gij met
4990  26, 150|               150. Daarom vreest Allah en gehoorzaamt mij. ~
4991  26, 151|                                   151. En gehoorzaamt niet aan het
4992  26, 152|              onheil op aarde stichten, en zich niet beteren," ~
4993  26, 155|               haar beurt om te drinken en gij hebt uw beurt om te
4994  26, 156|                                   156. En doe haar geen kwaad anders
4995  26, 157|                Doch zij verlamden haar en daarna hadden zij er spijt
4996  26, 163|               163. Vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij. ~
4997  26, 164|                                   164. En ik vraag u er geen beloning
4998  26, 166|                                   166. En verlaat gij uw vrouwen,
4999  26, 169|               169. "Mijn Heer, red mij en mijn familie van hetgeen
5000  26, 170|             170. Daarom redden Wij hem en zijn hele gezin. ~