bold = Main text
     Sura, Verse                                      grey = Comment text

5501  31, 15 |               op een behoorlijke wijze en volg de weg van hem die
5502  31, 15 |            zult gij tot Mij terugkeren en Ik zal u inlichten over
5503  31, 16 |                een mosterdzaadje zijn, en al zou het zich in een rots
5504  31, 17 |               zoon, verricht het gebed en beveel het goede aan en
5505  31, 17 |                en beveel het goede aan en verbied het kwade en verdraag
5506  31, 17 |               aan en verbied het kwade en verdraag geduldig wat u
5507  31, 18 |                                    18. En keer uw gelaat niet (in
5508  31, 19 |                                    19. En loop met gewone stap en
5509  31, 19 |                En loop met gewone stap en verzacht uw stem; want de
5510  31, 20 |                alles wat in de hemelen en op aarde is in uw dienst
5511  31, 20 |                uw dienst heeft gesteld en Zijn gunsten rijkelijk aan
5512  31, 20 |               uiterlijk als innerlijk? En onder de mensen zijn er,
5513  31, 21 |                                    21. En als er tot hen wordt gezegd: "
5514  31, 22 |              zich aan Allah onderwerpt en het goede doet, heeft inderdaad
5515  31, 23 |                                    23. En zij die niet geloven, laat
5516  31, 23 |              Ons zullen zij wederkeren en Wij zullen hen inlichten
5517  31, 25 |                                    25. En als gij hun vraagt: "Wie
5518  31, 25 |                  Wie schiep de hemelen en de aarde?" zullen zij gewis
5519  31, 26 |               al hetgeen in de hemelen en op aarde is, voorzeker Allah
5520  31, 27 |                                    27. En als alle bomen op aarde
5521  31, 27 |            bomen op aarde pennen waren en de oceaan, met nog zeven
5522  31, 28 |              28. O mensen uw Schepping en uw Opstanding zijn slechts
5523  31, 29 |                in de dag doet overgaan en de dag in de nacht en dat
5524  31, 29 |         overgaan en de dag in de nacht en dat hij de zon en de maan
5525  31, 29 |                nacht en dat hij de zon en de maan in dienst heeft
5526  31, 30 |                omdat Allah de Waarheid en wat zij naast Hem aanroepen
5527  31, 30 |           naast Hem aanroepen vals is, en omdat Allah de Verhevene,
5528  31, 31 |                een ieder, die geduldig en dankbaar is. ~
5529  31, 32 |                                    32. En wanneer de golven hen als
5530  31, 32 |           enigen hunner de rechte weg. En niemand verloochent Onze
5531  31, 33 |                mensen, vreest uw Heer, en ducht de Dag waarop geen
5532  31, 34 |               Hij zendt de regen neder en Hij weet wat zich in de
5533  31, 34 |               wat zij morgen zal doen, en geen ziel weet in welk land
5534  32, 4  |           Allah is het, Die de hemelen en de aarde en hetgeen er tussen
5535  32, 4  |             Die de hemelen en de aarde en hetgeen er tussen is in
5536  32, 6  |             Kenner van het onzichtbare en het zichtbare, de Almachtige,
5537  32, 7  |         schepping van alles voltooide. En Hij begon de schepping van
5538  32, 9  |                  9. Dan vormde Hij hem en ademde hem van Zijn geest
5539  32, 9  |          ademde hem van Zijn geest in. En Hij gaf u oren, ogen en
5540  32, 9  |                En Hij gaf u oren, ogen en hart. Maar gij betoont weinig
5541  32, 10 |                                    10. En zij zeggen: "Zullen wij,
5542  32, 12 |                Heer, wij hebben gezien en wij hebben gehoord, zend
5543  32, 13 |                Ik zal de hel met djinn en mensen allen tezamen vullen." ~
5544  32, 15 |                gelaat ter aarde werpen en hun Heer verheerlijken met
5545  32, 15 |                de lof die Hem toekomt, en die niet hoogmoedig zijn.
5546  32, 16 |             hun bed, hun Heer in vrees en hoop aanroepende en zij
5547  32, 16 |              vrees en hoop aanroepende en zij doen wel met hetgeen
5548  32, 19 |                   19. Zij, dje geloven en goede werken doen, zullen
5549  32, 20 |                in worden teruggedreven en hun zal worden gezegd: "
5550  32, 22 |                                    22. En wie is onrechtvaardiger
5551  32, 22 |               zijn Heer wordt vermaand en zich er toch van afwendt?
5552  32, 23 |                de ontmoeting met Hem - en Wij maakten dit tot een
5553  32, 24 |                                    24. En Wij stelden leiders uit
5554  32, 24 |           zolang zij standvastig waren en in Onze woorden een hecht
5555  32, 27 |             naar het droge land voeren en daardoor oogsten voortbrengen
5556  32, 27 |               voortbrengen waarvan zij en hun vee eten? Willen zij
5557  32, 28 |                                    28. En zij (de ongelovigen) zeggen: "
5558  32, 30 |              Wend u daarom van hen af, en wacht; voorzeker zij wachten
5559  33, 1  |             zoek bescherming bij Allah en gehoorzaam de ongelovigen
5560  33, 1  |              gehoorzaam de ongelovigen en de huichelaars niet. Allah
5561  33, 3  |                                     3. En stel uw vertrouwen in Allah,
5562  33, 4  |             Allah spreekt de waarheid, en Hij wijst de weg. ~
5563  33, 5  |              uw broeders in het geloof en uw vrienden, en er is geen
5564  33, 5  |             het geloof en uw vrienden, en er is geen zonde voor u
5565  33, 6  |              gelovigen dan zij zelven, en zijn vrouwen zijn hun moeders.
5566  33, 6  |              vrouwen zijn hun moeders. En bloedverwanten zijn nader
5567  33, 6  |                Allah, dan de gelovigen en de Mohadjirien tenzij gij
5568  33, 7  |                                     7. En toen Wij met de profeten
5569  33, 7  |             met Noach, Abraham, Mozes, en Jezus de zoon van Maria,
5570  33, 8  |       waarachtigheid moge ondervragen. En voor de ongelovigen heeft
5571  33, 9  |                legers tegen u opkwamen en Wij tegen hen een wind zonden
5572  33, 9  |              tegen hen een wind zonden en legers die gij niet zaagt.
5573  33, 9  |             legers die gij niet zaagt. En Allah ziet wat gij doet. ~
5574  33, 10 |                over u kwamen van boven en van beneden, en toen uw
5575  33, 10 |              van boven en van beneden, en toen uw ogen staarden en
5576  33, 10 |               en toen uw ogen staarden en het hart in de keel klopte,
5577  33, 10 |                hart in de keel klopte, en gij over Allah allerlei
5578  33, 11 |           werden de gelovigen beproefd en zij werden hevig geschokt. ~
5579  33, 12 |                                    12. En toen de huichelaars en zij
5580  33, 12 |                 En toen de huichelaars en zij in wier hart een ziekte
5581  33, 12 |          ziekte is, zeiden: "Wat Allah en Zijn boodschapper ons beloofden
5582  33, 13 |                                    13. En toen een gedeelte van hen
5583  33, 13 |           houden, keert daarom terug." En een gedeelte vroeg zelfs
5584  33, 14 |              bij hen zou binnendringen en hun zou worden gevraagd,
5585  33, 14 |             dat terstond hebben gedaan en zij zoudlen slechts weinig
5586  33, 15 |             hun rug niet zouden tonen. En er zal (hun) gevraagd worden
5587  33, 17 |                barmhartigheid betonen? En zij zullen voor zich buiten
5588  33, 18 |             die de mensen tegenhouden, en hen, die tegen hun broeders
5589  33, 18 |           zeggen: "Komt naar ons toe," en die zich weinig met de oorlog
5590  33, 19 |           bezwijmt bij de doodsstrijd. En als de vrees is weggevaagd,
5591  33, 20 |      bondgenoten niet zijn vertrokken; en als de bondgenoten zouden
5592  33, 20 |                nieuws over u vragende. En als zij onder u waren, zouden
5593  33, 21 |         voorbeeld voor ieder die Allah en de laatste Dag vreest, en
5594  33, 21 |              en de laatste Dag vreest, en die Allah vaak herdenkt. ~
5595  33, 22 |                                    22. En toen de gelovigen de scharen
5596  33, 22 |          zeiden zij: "Dit is wat Allah en Zijn boodschapper ons beloofden;
5597  33, 22 |            boodschapper ons beloofden; en Allah en Zijn boodschapper
5598  33, 22 |                ons beloofden; en Allah en Zijn boodschapper spraken
5599  33, 22 |     boodschapper spraken de waarheid." En dit vermeerderde slechts
5600  33, 22 |        vermeerderde slechts hun geloof en deed hun onderwerping toenemen. ~
5601  33, 23 |               hun eed hebben gehouden, en anderen die nog wachten
5602  33, 23 |                anderen die nog wachten en geenszins veranderd zijn; ~
5603  33, 24 |               oprechtheid moge belonen en de huichelaars straffen
5604  33, 25 |              verwierven geen voordeel. En Allah was toereikend (als
5605  33, 26 |                                    26. En Hij deed de mensen van het
5606  33, 26 |                uit hun vestingen komen en vervulde hun hart met ontzetting.
5607  33, 26 |       ontzetting. Gij dooddet sommigen en gij naamt anderen gevangen. ~
5608  33, 27 |                                    27. En Hij deed u hun land, huizen
5609  33, 27 |                deed u hun land, huizen en hun rijkdommen erven en
5610  33, 27 |                en hun rijkdommen erven en ook een land waarop gij
5611  33, 28 |             gij het leven dezer wereld en zijn luister wenst, komt
5612  33, 28 |               zal u een geschenk geven en u op een grootmoedige manier
5613  33, 29 |              29. Maar indien gij Allah en Zijn boodschapper en het
5614  33, 29 |             Allah en Zijn boodschapper en het tehuis van het Hiernamaals
5615  33, 30 |               straf worden verdubbeld. En dit is gemakkelijk voor
5616  33, 31 |               Maar wie van u aan Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt
5617  33, 31 |               boodschapper gehoorzaamt en goede werken doet, haar
5618  33, 31 |              zullen Wij dubbel belonen en Wij hebben voor haar een
5619  33, 33 |                33. Blijft in uw huizen en stelt uw schoonheid niet
5620  33, 33 |      onwetendheid; leeft het gebed na, en betaalt de Zakaat en gehoorzaamt
5621  33, 33 |               na, en betaalt de Zakaat en gehoorzaamt Allah en Zijn
5622  33, 33 |            Zakaat en gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper. O huisgenoten,
5623  33, 33 |       onreinheid van u te verwijderen, en u schoon en zuiver te maken. ~
5624  33, 33 |               verwijderen, en u schoon en zuiver te maken. ~
5625  33, 34 |                                    34. En herinnert u de woorden van
5626  33, 34 |       herinnert u de woorden van Allah en de wijsheid die in uw huizen
5627  33, 35 |               35. Voorwaar, de Moslims en de Moslima's en de gelovige
5628  33, 35 |                Moslims en de Moslima's en de gelovige mannen en vrouwen,
5629  33, 35 |                s en de gelovige mannen en vrouwen, de gehoorzame mannen
5630  33, 35 |          vrouwen, de gehoorzame mannen en vrouwen, de waarachtige
5631  33, 35 |         vrouwen, de waarachtige mannen en vrouwen, de standvastige
5632  33, 35 |                 de standvastige mannen en vrouwen, de mannen en de
5633  33, 35 |           mannen en vrouwen, de mannen en de vrouwen die nederig zijn,
5634  33, 35 |                nederig zijn, de mannen en de vrouwen die aalmoezen
5635  33, 35 |             aalmoezen geven, de mannen en de vrouwen die vasten, de
5636  33, 35 |          vrouwen die vasten, de mannen en de vrouwen die hun kuisheid
5637  33, 35 |            kuisheid bewaren, de mannen en de vrouwen die Allah vaak
5638  33, 35 |                heeft Allah vergiffenis en een grote beloning bereid. ~
5639  33, 36 |                                    36. En het betaamt de gelovige
5640  33, 36 |              vrouw niet, wanneer Allah en Zijn boodschapper over een
5641  33, 36 |            keuze zou zijn in die zaak. En wie Allah en Zijn boodschapper
5642  33, 36 |              in die zaak. En wie Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzaamt,
5643  33, 37 |                                    37. En herinnert u, toen gij tot
5644  33, 37 |              Allah gunsten had bewezen en wie gij ook gunsten had
5645  33, 37 |                 Behoud uw vrouw voor u en vrees Allah." Gij verborgt
5646  33, 37 |             aan het licht zou brengen, en gij vreesdet de mensen terwijl
5647  33, 38 |             vóórdien zijn heengegaan - en het gebod van Allah is een
5648  33, 39 |       boodschappen brengen, vrezen Hem en buiten Allah niemand. Allah
5649  33, 40 |              de boodschapper van Allah en het zegel der profeten;
5650  33, 42 |                                    42. En prijst Zijn Heiligheid '
5651  33, 42 |             Zijn Heiligheid 's morgens en 's avonds. ~
5652  33, 43 |                Hij is het Die u zegent en ook Zijn engelen doen dit,
5653  33, 43 |             tot het licht moge leiden. En Hij is voor de gelovigen
5654  33, 44 |                hun groet "Vrede" zijn. En Hij heeft hun een eervolle
5655  33, 45 |            drager van blijde tijdingen en waarschuwer gezonden. ~
5656  33, 46 |                                    46. En als een roeper tot Allah
5657  33, 46 |             tot Allah door Zijn gebod, en als een stralende zon. ~
5658  33, 48 |                                    48. En gehoorzaam de ongelovigen
5659  33, 48 |              gehoorzaam de ongelovigen en de huichelaars niet en sla
5660  33, 48 |     ongelovigen en de huichelaars niet en sla geen acht op hun grievende
5661  33, 49 |                een gelovige vrouw huwt en daarna van haar scheidt
5662  33, 49 |           Schenkt haar daarom een gave en laat haar op een grootmoedige
5663  33, 50 |          huwelijksgiften hebt gegeven, en degenen die uw rechterhand
5664  33, 50 |              oorlogsbuit heeft gegeven en de dochters van uw ooms
5665  33, 50 |                de dochters van uw ooms en tantes van vaderszijde en
5666  33, 50 |              en tantes van vaderszijde en de dochters van uw ooms
5667  33, 50 |                de dochters van uw ooms en tantes van moederszijde
5668  33, 50 |    moederszijde die met u emigreerden, en elke gelovige vrouw indien
5669  33, 50 |           huwen; dit is slechts voor u en niet voor de gelovigen.
5670  33, 50 |         omtrent hun (gelovige) vrouwen en degenen die hun rechterhand
5671  33, 51 |            moogt verlaten wie gij wilt en tot u nemen wie gij wilt,
5672  33, 51 |                 zodat zij niet treuren en allen tevreden mogen zijn
5673  33, 51 |                hetgeen gij haar geeft. En Allah weet wat in uw hart
5674  33, 52 |            rechterhand mocht bezitten. En Allah houdt de wacht over
5675  33, 53 |          uitgenodigd, komt dan binnen; en wanneer gij gegeten hebt
5676  33, 53 |              gegeten hebt vertrekt dan en blijft niet praten. Dat
5677  33, 53 |               de waarheid (te zeggen). En als gij haar (zijn vrouwen)
5678  33, 53 |             Dat is reiner voor uw hart en haar hart. En het past u
5679  33, 53 |             voor uw hart en haar hart. En het past u niet de boodschapper
5680  33, 55 |              de zonen van haar zusters en hun vrouwen of hun ondergeschikten.
5681  33, 56 |                              56. Allah en Zijn engelen zenden zegeningen
5682  33, 56 |              zendt zegeningen over hem en wenst hem vrede met alle
5683  33, 57 |             Betreffende hen, die Allah en Zijn boodschapper lastig
5684  33, 57 |               heeft hen in deze wereld en in het Hiernamaals vervloekt
5685  33, 57 |              het Hiernamaals vervloekt en heeft een vernederende straf
5686  33, 58 |                                    58. En zij, die gelovige mannen
5687  33, 58 |               zij, die gelovige mannen en vrouwen lastig vallen zonder
5688  33, 58 |         voorzeker de schuld van laster en een openlijke zonde. ~
5689  33, 59 |            profeet! Zeg aan uw vrouwen en uw dochters en de vrouwen
5690  33, 59 |              uw vrouwen en uw dochters en de vrouwen der gelovigen
5691  33, 59 |             mogen worden onderscheiden en niet lastig worden gevallen.
5692  33, 59 |                lastig worden gevallen. En Allah is Vergevensgezind,
5693  33, 60 |              60. Indien de huichelaars en degenen in wier hart een
5694  33, 60 |                wier hart een ziekte is en degenen die opschudding
5695  33, 61 |             zullen zij worden gegrepen en gedood. ~
5696  33, 62 |               voordien zijn heengegaan en in Allah's handelwijze zult
5697  33, 64 |            ongelovigen zeker vervloekt en heeft een laaiend Vuur voor
5698  33, 65 |              voor lange tijd vertoeven en zullen vriend noch helper
5699  33, 66 |               hadden wij slechts Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamd!" ~
5700  33, 67 |                                    67. En zij zullen zeggen: "Onze
5701  33, 67 |             gehoorzaamden onze leiders en onze grote mannen maar zij
5702  33, 68 |             geef hun een dubbele straf en vloek hen met een zware
5703  33, 69 |                van hetgeen zij zeiden. En hij was in aanzien bij Allah. ~
5704  33, 70 |              die gelooft! Vreest Allah en spreekt de waarheid. ~
5705  33, 71 |               werken goed voor u maken en u uw zonden vergeven. En
5706  33, 71 |               en u uw zonden vergeven. En wie Allah en Zijn boodschapper
5707  33, 71 |          zonden vergeven. En wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt,
5708  33, 72 |             boden de hemelen, de aarde en de bergen aan, hun (iets)
5709  33, 72 |                weigerden dit te dragen en vreesden er voor, maar de
5710  33, 73 |            Allah huichelachtige mannen en vrouwen, en afgodendienaren
5711  33, 73 |      huichelachtige mannen en vrouwen, en afgodendienaren en afgodendienaressen
5712  33, 73 |            vrouwen, en afgodendienaren en afgodendienaressen zal straffen.
5713  33, 73 |       afgodendienaressen zal straffen. En Allah wendt zich in barmhartigheid
5714  33, 73 |     barmhartigheid tot gelovige mannen en vrouwen, en Allah is Vergevensgezind,
5715  33, 73 |            gelovige mannen en vrouwen, en Allah is Vergevensgezind,
5716  34, 1  |              behoort wat in de hemelen en op aarde is en Hem komt
5717  34, 1  |              de hemelen en op aarde is en Hem komt alle Lof toe in
5718  34, 2  |                wat de aarde binnengaat en wat er uit voortkomt en
5719  34, 2  |                en wat er uit voortkomt en wat van de hemel nederdaalt
5720  34, 2  |                van de hemel nederdaalt en wat er naar opstijgt; Hij
5721  34, 4  |               Hij degenen. die geloven en goede werken doen, moge
5722  34, 4  |               zijn het die vergiffenis en een eervol onderhoud zullen
5723  34, 6  |                                     6. En zij, wie kennis is gegeven,
5724  34, 6  |            geopenbaard, de Waarheid is en leidt op het pad van de
5725  34, 7  |                                     7. En de ongelovigen zeggen: "
5726  34, 8  |          zullen onder de straf lijden, en zij zijn ver afgedwaald. ~
5727  34, 9  |           gezien naar hetgeen vóór hen en achter hen, van de hemel
5728  34, 9  |               achter hen, van de hemel en van de aarde is? Indien
5729  34, 10 |                                    10. En voorwaar, Wij schonken David
5730  34, 10 |           David overvloed van Ons Zelf en zeiden: "O gij bergen, alsmede
5731  34, 10 |           verheerlijkt Allah met hem!" En Wij maakten het ijzer week
5732  34, 11 |         maliënkolders van volle lengte en meet de schalmen af en verricht
5733  34, 11 |          lengte en meet de schalmen af en verricht goede werken: want
5734  34, 12 |                                    12. En aan Salomo onderwierpen
5735  34, 12 |                de wind; de ochtendreis en de avondreis daarvan was
5736  34, 12 |       avondreis daarvan was een maand, en Wij deden een stroom van
5737  34, 12 |                Heer onder hem werkten, en Wij zeiden: indien iemand
5738  34, 13 |               wat hij wenste, paleizen en standbeelden, en waterreservoirs
5739  34, 13 |              paleizen en standbeelden, en waterreservoirs en grote
5740  34, 13 |       standbeelden, en waterreservoirs en grote pannen: "Betoon, O
5741  34, 14 |                                    14. En toen Wij zijn (Salomo's)
5742  34, 14 |               zijn staf (macht) opvrat en toen die nederviel, bemerkten
5743  34, 15 |                                    15. En voorzeker, er was voor Saba
5744  34, 15 |            twee tuinen aan de rechter- en aan de linkerhand; er werd
5745  34, 15 |             van de spijzen van uw Heer en weest Hem dankbaar. Een
5746  34, 15 |              dankbaar. Een schone stad en een vergevende Heer!" ~
5747  34, 16 |           sterke overstroming over hen en Wij veranderden hun tuinen
5748  34, 16 |                tuinen met bitter fruit en tamarisken en weinig lotusbloemen. ~
5749  34, 16 |             bitter fruit en tamarisken en weinig lotusbloemen. ~
5750  34, 17 |             wegens hun ondankbaarheid, en Wij straften niemand behalve
5751  34, 18 |                                    18. En Wij plaatsten tussen hen
5752  34, 18 |               Wij plaatsten tussen hen en de steden die Wij hadden
5753  34, 18 |          steden die aanzienlijk waren, en Wij maakten het reizen tussen
5754  34, 18 |           gemakkelijk; "Reist er dagen en nachten veilig doorheen." ~
5755  34, 19 |         afstanden tussen onze reizen." En zij deden zich daarmee onrecht
5756  34, 19 |              maakten Wij hen tot sagen en legenden, terwijl Wij hen
5757  34, 19 |            voor een ieder die geduldig en dankbaar is. ~
5758  34, 20 |                                    20. En Iblies bewees inderdaad
5759  34, 20 |               van zijn mening over hen en zij volgden hem, behalve
5760  34, 21 |                                    21. En hij had over hen geen macht,
5761  34, 21 |   onderscheiden die er aan twijfelden. En uw Heer houdt de wacht over
5762  34, 23 |             antwoorden: "De Waarheid." En Hij is de Hoogverhevene,
5763  34, 24 |         levensonderhoud van de hemelen en de aarde?" Zeg: "Allah."
5764  34, 28 |                                    28. En Wij hebben u slechts gezonden
5765  34, 28 |           brenger van blijde tijdingen en een waarschuwer voor het
5766  34, 29 |                                    29. En zij zeggen: "Wanneer zal
5767  34, 31 |                                    31. En de ongelovigen zeggen: "
5768  34, 31 |            hetgeen er aan voorafging." En kondet gij slechts zien
5769  34, 33 |                                    33. En de zwakkelingen zullen tot
5770  34, 33 |               listige plannen, bij dag en nacht beraamd, waarbij gij
5771  34, 33 |               niet in Allah te geloven en gelijken aan Hem op werpen."
5772  34, 33 |           gelijken aan Hem op werpen." En zij zullen berouw tonen
5773  34, 33 |              zij de straf zullen zien. En Wij zullen zware kettingen
5774  34, 34 |                                    34. En Wij zonden geen waarschuwer
5775  34, 35 |                                    35. En zij zeiden: "Wij hebben
5776  34, 35 |             Wij hebben meer rijkdommen en kinderen en wij zullen niet
5777  34, 35 |            meer rijkdommen en kinderen en wij zullen niet worden gestraft." ~
5778  34, 36 |           Waarlijk, mijn Heer vergroot en bekrimpt het levensonderhoud
5779  34, 37 |          brengen, maar zij die geloven en goede werken doen, zullen
5780  34, 37 |                 voor hetgeen zij deden en zullen veilig zijn in verheven
5781  34, 38 |                                    38. En zij, die Onze woorden trachten
5782  34, 39 |           Waarlijk, mijn Heer vergroot en bekrimpt het levensonderhoud
5783  34, 39 |             Hij wil van Zijn dienaren. En wat gij ook (weldadig) besteedt,
5784  34, 39 |                 Hij zal het teruggeven en Hij is de beste Voorziener. ~
5785  34, 40 |                                    40. En de Dag waarop Hij hen allen
5786  34, 42 |                goed of kwaad te doen." En Wij zullen tot de onrechtvaardigen
5787  34, 43 |                                    43. En wanneer Onze duidelijke
5788  34, 43 |         aanbaden, wenst af te leiden." En zij zeggen: "Dit is slechts
5789  34, 43 |         slechts een verzonnen leugen." En de ongelovigen zeggen van
5790  34, 44 |                                    44. En Wij gaven hun geen boek
5791  34, 45 |              waren verloochenden ook - en zij hebben zelfs geen tiende
5792  34, 45 |       verloochenden Mijn Boodschappers en hoe (streng) was dan Mijn
5793  34, 46 |             doen; dat gij paarsgewijze en alleen voor Allah staat
5794  34, 46 |                alleen voor Allah staat en dan nadenkt. En (gij zult
5795  34, 46 |            Allah staat en dan nadenkt. En (gij zult weten) dat er
5796  34, 47 |                Mijn loon is bij Allah; en Hij is Getuige van alle
5797  34, 49 |                 De Waarheid is gekomen en de leugen zal niet meer
5798  34, 50 |               ik slechts door mijzelf; en indien ik goed geleid ben,
5799  34, 53 |             voorheen hebben verworpen? En zij uiten gissingen omtrent
5800  34, 54 |                                    54. En er is een hinderpaal (afscheiding)
5801  34, 54 |        afscheiding) gemaakt tussen hen en hetgeen zij verlangen zoals
5802  35, 1  |                de Schepper der hemelen en der aarde, Die de engelen
5803  35, 1  |     boodschappers maakt met twee, drie en vier vleugelen. En Hij voegt
5804  35, 1  |                drie en vier vleugelen. En Hij voegt aan de schepping
5805  35, 2  |               niemand tegen te houden; en wat Hij terug houdt, kan
5806  35, 3  |   levensonderhoud geeft van de hemelen en de aarde? Er is geen God
5807  35, 4  |                                     4. En indien zij u verloochenen (
5808  35, 7  |                 Maar er is vergiffenis en een grote beloning voor
5809  35, 8  |                laat dwalen wie Hij wil en leidt wie Hij wil. Laat
5810  35, 9  |                                     9. En het is Allah Die de winden
5811  35, 9  |          wolken) naar een verdord land en geven leven aan de aarde
5812  35, 10 |             Hem stijgt het reine woord en de goede daad verheft het (
5813  35, 10 |            daad verheft het (tot Hem). En zij, die slechte plannen
5814  35, 10 |                wacht een strenge straf en hun plan zal te niet worden
5815  35, 11 |                maakte Hij u tot paren. En geen vrouw wordt zwanger
5816  35, 11 |               zonder dat Hij het weet. En niemands leven wordt verkort
5817  35, 12 |                het ene zoet, smakelijk en goed om te drinken, en het
5818  35, 12 |       smakelijk en goed om te drinken, en het andere zout en bitter.
5819  35, 12 |            drinken, en het andere zout en bitter. En uit elk eet gij
5820  35, 12 |             het andere zout en bitter. En uit elk eet gij vlees en
5821  35, 12 |               En uit elk eet gij vlees en vindt gij sieraden die gij
5822  35, 12 |               sieraden die gij draagt. En gij ziet er schepen die
5823  35, 12 |                overvloed moogt zoeken, en opdat gij dankbaar zult
5824  35, 13 |             dompelt de nacht in de dag en de dag in de nacht. En Hij
5825  35, 13 |             dag en de dag in de nacht. En Hij heeft de zon en de maan
5826  35, 13 |             nacht. En Hij heeft de zon en de maan in dienst gesteld;
5827  35, 13 |              van Hem is het Koninkrijk en zij, die gij buiten Hem
5828  35, 14 |          zullen zij uw roep niet horen en indien zij uw roep horen,
5829  35, 14 |                niet kunnen antwoorden. En op de Dag der Opstanding
5830  35, 16 |              zou Hij u kunnen wegnemen en een nieuwe schepping voortbrengen. ~
5831  35, 18 |              last van een ander dragen en indien een zwaarbelaste (
5832  35, 18 |               in het verborgene vrezen en het gebed onderhouden. En
5833  35, 18 |              en het gebed onderhouden. En wie zich reinigt, reinigt
5834  35, 18 |            alleen in zijn eigen belang en tot Allah is de terugkeer. ~
5835  35, 21 |               21. Noch zijn de schaduw en de hitte gelijk; ~
5836  35, 24 |            drager van blijde tijdingen en als waarschuwer; en er is
5837  35, 24 |          tijdingen en als waarschuwer; en er is geen volk waaronder
5838  35, 25 |                met duidelijke bewijzen en met de Geschriften en met
5839  35, 25 |         bewijzen en met de Geschriften en met een verlichtend Boek. ~
5840  35, 26 |            greep Ik de ongelovigen aan en hoe (vreselijk) was Mijn
5841  35, 27 |               van de hemel nederzenden en dat Wij daardoor vruchten
5842  35, 27 |             van verschillende kleuren (en soorten); en in de bergen
5843  35, 27 |    verschillende kleuren (en soorten); en in de bergen zijn streken
5844  35, 27 |            bergen zijn streken van wit en rood, van donker of ravenzwart
5845  35, 27 |               van donker of ravenzwart en van nog verschillende tinten. ~
5846  35, 29 |            Koran) van Allah voordragen en het gebed naleven en heimelijk
5847  35, 29 |        voordragen en het gebed naleven en heimelijk of openlijk geven
5848  35, 31 |                                    31. En hetgeen Wij u hebben geopenbaard
5849  35, 31 |             was. Voorzeker, Allah kent en doorziet Zijn dienaren. ~
5850  35, 32 |             dienaren die Wij uitkozen. En onder hen zijn er die zich
5851  35, 32 |                de middenweg bewandelen en nog anderen die in goedheid
5852  35, 32 |                anderen die in goedheid en deugd uitmunten naar Allah'
5853  35, 33 |           getooid met gouden armbanden en met paarlen; en hun kleding
5854  35, 33 |              armbanden en met paarlen; en hun kleding zal van zijde
5855  35, 34 |                                    34. En zij zullen zeggen: "Alle
5856  35, 37 |                                    37. En zij zullen er in schreeuwen,
5857  35, 38 |                de geheimen der hemelen en der aarde. Waarlijk, Hij
5858  35, 39 |            ongeloof zal tegen hem zijn en het ongeloof der ongelovigen
5859  35, 39 |               in de ogen van hun Heer, en het ongeloof der ongelovigen
5860  35, 41 |                 Allah houdt de hemelen en de aarde in stand opdat
5861  35, 41 |                opdat zij niet vergaan. En indien zij uit elkaar zouden
5862  35, 43 |                in aanmatiging op aarde en in het smeden van boze plannen.
5863  35, 44 |              zij niet op aarde gereisd en gezien hoe het einde was
5864  35, 44 |          degenen die vóór hen leefden? En dezen waren sterker in macht
5865  35, 44 |              Er is niets in de hemelen en op aarde dat Allah kan overweldigen,
5866  35, 45 |                                    45. En indien Allah de mensen zou
5867  35, 45 |             tot een vastgestelde tijd; en wanneer die vastgestelde
5868  36, 6  |         vaderen niet zijn gewaarschuwd en dat achteloos leeft. ~
5869  36, 9  |                                     9. En Wij hebben een hinderpaal
5870  36, 9  |                een hinderpaal vóór hen en een hinderpaal achter hen
5871  36, 9  |        hinderpaal achter hen geplaatst en Wij hebben hen gesluierd,
5872  36, 10 |                                    10. En het is hun hetzelfde of
5873  36, 11 |            vermaning zou willen volgen en de Barmhartige in het verborgene
5874  36, 11 |              tijdingen van vergiffenis en een ruime beloning. ~
5875  36, 12 |                de doden doen herleven, en wat zij doen, optekenen
5876  36, 12 |              de sporen die zij nalaten en Wij hebben alle dingen in
5877  36, 13 |                bewoners ener stad , to en de boodschappers tot haar
5878  36, 14 |              met een derde versterkten en zij zeiden: "Waarlijk, wij
5879  36, 15 |               slechts mensen zoals wij en de Barmhartige heeft u niets
5880  36, 18 |            zullen wij u gewis stenigen en een pijnlijke straf zal
5881  36, 20 |                                    20. En er kwam een man aanhollen
5882  36, 21 |             van u geen beloning vragen en die goed geleid zijn. ~
5883  36, 22 |                                    22. En welke reden heb ik, dat
5884  36, 22 |             dat ik Hem, Die mij schiep en tot Wie gij zult worden
5885  36, 27 |           vergiffenis heeft geschonken en mij tot een der geëerden
5886  36, 28 |                                    28. En Wij zonden na hem geen schare (
5887  36, 29 |               slechts een enkele kreet en ziet; zij waren als uitgeblust. ~
5888  36, 33 |                                    33. En de dorre aarde is voor hen
5889  36, 33 |                 Wij doen deze herleven en brengen graan uit haar voort,
5890  36, 34 |                                    34. En Wij hebben er tuinen van
5891  36, 34 |              er tuinen van dadelpalmen en druiven aangelegd en Wji
5892  36, 34 |       dadelpalmen en druiven aangelegd en Wji deden er bronnen ontspringen, ~
5893  36, 35 |           vruchten daarvan mogen eten, en genieten van hetgeen hun
5894  36, 36 |                hetgeen op aarde groeit en van hen zelf en van hetgeen
5895  36, 36 |           aarde groeit en van hen zelf en van hetgeen zijn nog niet
5896  36, 37 |                                    37. En voor hen is de nacht een
5897  36, 37 |            teken. Wij nemen de dag weg en ziet! zij zijn in duisternis. ~
5898  36, 38 |                                    38. En de zon beweegt zich naar
5899  36, 39 |                                    39. En voor de maan hebben Wij
5900  36, 41 |                                    41. En het is voor hen een teken,
5901  36, 42 |                                    42. En Wij zullen voor hen nog
5902  36, 43 |                                    43. En indien Wij willen, zullen
5903  36, 44 |               door Onze barmhartigheid en als tijdelijk genot (voor
5904  36, 45 |                                    45. En wanneer er tot hen wordt
5905  36, 45 |                tegen hetgeen vóór u is en hetgeen achter u is, opdat
5906  36, 47 |                                    47. En wanneer er tot hen wordt
5907  36, 48 |                                    48. En zij zeggen: "Wanneer zal
5908  36, 50 |                                    50. En zij zullen geen testament
5909  36, 51 |                                    51. En de bazuin zal worden geblazen,
5910  36, 51 |            bazuin zal worden geblazen, en ziet! zij zullen zich vanuit
5911  36, 52 |             Barmhartige heeft beloofd, en de boodschappers spraken
5912  36, 53 |             zal slechts een kreet zijn en ziet! zij zullen allen voor
5913  36, 54 |                                    54. En op die Dag zal geen ziel
5914  36, 56 |                                56. Zij en hun echtgenoten zullen zich
5915  36, 57 |            zullen daar vruchten hebben en alles waar zij om vragen
5916  36, 59 |                                   59. (En Hij zal zeggen): "Houdt
5917  36, 65 |          handen zullen tot ons spreken en hun voeten zullen getuigenis
5918  36, 66 |                                    66. En als Wij het hadden gewild,
5919  36, 67 |                                    67. En indien Wij wilden, zouden
5920  36, 68 |                                    68. En wie Wij een lang leven schenken,
5921  36, 69 |                                    69. En Wij hebben hem (de profeet)
5922  36, 69 |               is slechts een vermaning en een duidelijke verkondiging; ~
5923  36, 70 |              mogen worden gewaarschuwd en opdat het oordeel tegen
5924  36, 72 |                                    72. En Wij hebben het aan hen dienstbaar
5925  36, 72 |                sommige rijdieren zijn, en sommige tot voedsel strekken. ~
5926  36, 73 |                                    73. En zij hebben er voordelen
5927  36, 73 |                hebben er voordelen van en dranken. Willen zij dan
5928  36, 74 |                                    74. En zij hebben andere goden
5929  36, 76 |                weten wat zij verbergen en wat zij tonen. ~
5930  36, 78 |                                    78. En hij zet Ons verhalen voor
5931  36, 78 |              hij zet Ons verhalen voor en vergeet zijn eigen ontstaan.
5932  36, 80 |               voor u vuur voortbrengt, en ziet, gij steekt er (uw
5933  36, 81 |                 Is Hij, Die de hemelen en de aarde schiep, niet in
5934  36, 82 |            Zijn gebod slechts: "Wees", en het wordt. ~
5935  36, 83 |        oppermacht over alle dingen is! En tot Hem zult gij worden
5936  37, 2  |                                     2. En bij hen die berispen. ~
5937  37, 3  |                                     3. En bij de verkondigers der
5938  37, 5  |                    5. Heer der hemelen en der aarde en van alles wat
5939  37, 5  |               der hemelen en der aarde en van alles wat er tussen
5940  37, 8  |                bijeenkomst niets horen en zij worden van elke kant
5941  37, 9  |                     9. Als verworpenen en er is voor hen een voortdurende
5942  37, 12 |                 Neen, gij verwondert u en zij spotten. ~
5943  37, 13 |                                    13. En wanneer zij vermaand worden,
5944  37, 14 |                                    14. En wanneer zij een teken zien,
5945  37, 15 |                                    15. En zij zeggen: "Dit is niets
5946  37, 16 |              wij wanneer wij dood zijn en stof en beenderen zijn geworden,
5947  37, 16 |          wanneer wij dood zijn en stof en beenderen zijn geworden,
5948  37, 17 |                                    17. En onze voorvaderen ook?" ~
5949  37, 19 |              zal slechts één roep zijn en ziet, zij zullen beginnen
5950  37, 22 |      onrechtvaardigen, hun metgezellen en hetgeen zij aanbaden ~
5951  37, 30 |                                    30. En wij hadden geen macht over
5952  37, 32 |                                    32. En wij deden u dwalen omdat
5953  37, 36 |                                    36. En zeiden: "Zullen wij onze
5954  37, 37 |                met de Waarheid gekomen en heeft die van de (vroegere)
5955  37, 39 |                                    39. En gij zult slechts worden
5956  37, 42 |             zullen vruchten ontvangen, en worden geëerd,
5957  37, 45 |                                    45. En een beker zal hun worden
5958  37, 48 |                                    48. En naast hen zullen vrouwen
5959  37, 50 |                                    50. En enigen hunner zullen zich
5960  37, 53 |              Dat wanneer wij dood zijn en tot stof en beenderen geworden,
5961  37, 53 |              wij dood zijn en tot stof en beenderen geworden, ons
5962  37, 55 |                 55. Dan zal hij kijken en hem in het midden van het
5963  37, 57 |                                   57. "En ware het niet door de gunst
5964  37, 66 |                                    66. En zij zullen er zeker van
5965  37, 66 |               zullen er zeker van eten en er hun buik mee vullen. ~
5966  37, 70 |                                    70. En zij haastten zich in hun
5967  37, 71 |                                    71. En voorzeker dwaalden vóór
5968  37, 72 |                                    72. En Wij hadden waarschuwers
5969  37, 75 |                75. Noach riep Ons aan, en hoe uitmuntend zijn Wij
5970  37, 76 |                     76. Wij redden hem en zijn familie uit de grote
5971  37, 77 |                                    77. En Wji maakten zijn nakomelingen
5972  37, 78 |                                    78. En Wij lieten voor hem onder
5973  37, 83 |                                    83. En voorwaar, tot zijn partij
5974  37, 85 |                                    85. En hij tot zijn vader en tot
5975  37, 85 |              85. En hij tot zijn vader en tot zijn volk zeide: "Wat
5976  37, 88 |                                    88. En hij (Abraham) redetwistte
5977  37, 89 |                                    89. En zei: "Ik ben er ziek van." ~
5978  37, 90 |                                    90. En zij wendden zich van hem
5979  37, 90 |                wendden zich van hem af en gingen weg. ~
5980  37, 91 |                                    91. En hij ging heimelijk tot hun
5981  37, 91 |                heimelijk tot hun goden en zeide: "Waarom eet gij niet, ~
5982  37, 94 |                                    94. En zij (de afgodendienaren)
5983  37, 96 |                    96. Terwijl Allah u en uw handwerk heeft geschapen?" ~
5984  37, 97 |               ons een omheining bouwen en hem in het vuur werpen." ~
5985  37, 98 |                                    98. En zij hadden een komplot tegen
5986  37, 102|                                   102. En toen deze de knapenleeftijd
5987  37, 103|                                   103. En toen zij zich beiden aan (
5988  37, 103|             bevel) hadden onderworpen, en hij hem plat op zijn voorhoofd
5989  37, 107|                                   107. En Wij verlosten hem door een
5990  37, 108|                                   108. En Wij lieten voor hem onder
5991  37, 113|                                   113. En Wij zegenden hem en Izaäk.
5992  37, 113|               113. En Wij zegenden hem en Izaäk. En er zijn er onder
5993  37, 113|             Wij zegenden hem en Izaäk. En er zijn er onder hun nageslacht
5994  37, 113|               nageslacht die goed doen en anderen die zichzelf openlijk
5995  37, 114|            inderdaad gunsten aan Mozes en Aäron. ~
5996  37, 115|                                   115. En Wij redden hen beiden en
5997  37, 115|               En Wij redden hen beiden en hun volk uit een grote nood; ~
5998  37, 116|                                   116. En Wij hielpen hen (tegen de
5999  37, 116|             hen (tegen de Egyptenaren) en zij waren het die de overwinning
6000  37, 117|                                   117. En Wij gaven hun het duidelijke