1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
6001 37, 118| 118. En leidden hen op het rechte
6002 37, 120| 120. "Vrede zij Mozes en Aäron." ~
6003 37, 123| 123. En Elias was óók een der boodschappers ~
6004 37, 125| Wilt gij Baäl aanroepen en de beste Schepper verzaken, ~
6005 37, 126| 126. Allah, uw Heer en de Heer uwer voorvaderen?" ~
6006 37, 127| Maar zij verloochenden hem en zij zullen zeker worden
6007 37, 129| 129. En Wij lieten voor hem onder
6008 37, 133| 133. En Lot was voorzeker óók een
6009 37, 134| 134. Toen Wij hem en zijn familieleden redden, ~
6010 37, 136| 136. En Wij vernietigden de anderen. ~
6011 37, 137| 137. En gij gaat hen (de plaats
6012 37, 138| 138. En 's avonds. Wilt gij dan
6013 37, 139| 139. En Jonas was voorzeker ook
6014 37, 141| 141. En hij lootte en werd (overboord)
6015 37, 141| 141. En hij lootte en werd (overboord) geworpen. ~
6016 37, 146| 146. En Wij lieten een pompoen voor
6017 37, 147| 147. En Wij zonden hem als boodschapper
6018 37, 148| 148. En zij geloofden, daarom gaven
6019 37, 158| 158. En zij beweren een bloedverwantschap
6020 37, 158| bloedverwantschap tussen Hem en de djinn, terwijl de djinn
6021 37, 161| 161. Voorwaar, gij en wat gij aanbidt, ~
6022 37, 164| 164. En er is niet één onzer of
6023 37, 166| 166. En voorzeker wij verheerlijken (
6024 37, 167| 167. En zij plachten te zeggen: ~
6025 37, 171| 171. En waarlijk, Ons woord aangaande
6026 37, 173| 173. En Onze schare is gewis overwinnaar. ~
6027 37, 175| 175. En sla hen gade; want zij zullen
6028 37, 179| 179. En let op, zij zullen het weldra
6029 37, 180| uw Heer, de Heer van Roem en Macht, boven hetgeen zij
6030 37, 181| 181. En vrede zij de boodschappers! ~
6031 37, 182| 182. En alle roem behoort aan Allah,
6032 38, 2 | ongelovigen zijn in valse trots en strijd. ~
6033 38, 4 | 4. En dezen verwonderen zich,
6034 38, 4 | midden tot hen is gekomen; en de ongelovigen zeggen. "
6035 38, 4 | zeggen. "Dit is een tovenaar en een leugenaar. ~
6036 38, 6 | 6. En de leiders onder hen zeggen: "
6037 38, 6 | hen zeggen: "Gaat voort en houdt u aan uw Goden. Dit
6038 38, 10 | het koninkrijk der hemelen en der aarde en alles wat er
6039 38, 10 | der hemelen en der aarde en alles wat er tussen is van
6040 38, 12 | loochende het volk van Noach, en Aad en Pharao - de heer
6041 38, 12 | het volk van Noach, en Aad en Pharao - de heer der scharen - ~
6042 38, 13 | 13. En de Samoed, en het volk van
6043 38, 13 | 13. En de Samoed, en het volk van Lot, e: en
6044 38, 13 | en het volk van Lot, e: en de woudbewoners; dezen waren
6045 38, 15 | 15. En dezen wachten slechts op
6046 38, 17 | Verdraag hetgeen zij zeggen en gedenk onze dienaar David,
6047 38, 18 | verheerlijken bij avond en ochtend. ~
6048 38, 19 | 19. En de vogelen die tezamen verzameld
6049 38, 20 | 20. En Wij versterkten zijn koninkrijk
6050 38, 20 | versterkten zijn koninkrijk en gaven hem wijsheid en een
6051 38, 20 | koninkrijk en gaven hem wijsheid en een beslissend oordeel. ~
6052 38, 21 | 21. En heeft het verhaal van de
6053 38, 22 | zij bij David binnenkwamen en hij hen vreesde. Zij zeiden: "
6054 38, 22 | recht tussen ons in waarheid en handel niet onrechtvaardig
6055 38, 22 | handel niet onrechtvaardig en leid ons naar het rechte
6056 38, 23 | broeder; hij heeft negen en negentig ooien, en ik heb
6057 38, 23 | negen en negentig ooien, en ik heb maar één ooi. Toch
6058 38, 23 | hij: 'Geef haar aan mij' en hij was mij in het dispuut
6059 38, 24 | naast zijn eigen ooien. En voorzeker, vele der mededingers
6060 38, 24 | uitzondering van hen, die geloven en goede werken doen: en zij
6061 38, 24 | geloven en goede werken doen: en zij zijn slechts weinigen."
6062 38, 24 | zijn slechts weinigen." En David bemerkte, dat Wij
6063 38, 24 | vergiffenis van zijn Heer en zich tot Hem wendend, viel
6064 38, 25 | gaven Wij hem bescherming en inderdaad had hij een dichte
6065 38, 25 | hij een dichte toenadering en een voortreffelijk toevlucht
6066 38, 26 | de mensen naar waarheid en volg (hun) begeerten niet,
6067 38, 27 | 27. En Wij hebben de hemelen en
6068 38, 27 | En Wij hebben de hemelen en de aarde en alles wat er
6069 38, 27 | hebben de hemelen en de aarde en alles wat er tussen is niet
6070 38, 27 | vermoeden der ongelovigen. En wee de ongelovigen vanwege
6071 38, 28 | Wij degenen, die geloven en goede werken doen op dezelfde
6072 38, 28 | moeten Wij de godvruchtigen en de bozen gelijk stellen? ~
6073 38, 29 | over zijn verzen nadenken en laat de verstandigen er
6074 38, 30 | 30. En aan David schonken Wij Salomo;
6075 38, 31 | renpaarden van het edelste ras en vlug ter been op een avond
6076 38, 33 | begon hij ze over hun benen en nek te strijken. ~
6077 38, 34 | Voorzeker Wij beproefden Salomo en op zijn troon zetten Wij
6078 38, 34 | Wij een zielloos lichaam. En hij (Salomo) wendde zich
6079 38, 35 | 35. En zeide: "O mijn Heer, vergeef
6080 38, 35 | mijn Heer, vergeef mij, en schenk mij een koninkrijk
6081 38, 37 | 37. En deskundigen en allerlei
6082 38, 37 | 37. En deskundigen en allerlei bouwers en duikers, ~
6083 38, 37 | deskundigen en allerlei bouwers en duikers, ~
6084 38, 40 | 40. En hij had inderdaad een dichte
6085 38, 40 | dichte toenadering tot Ons en een voortreffelijke toevlucht. ~
6086 38, 41 | Satan heeft mij met kommer en smart geslagen." ~
6087 38, 42 | water om u er mee te wassen en ook om te drinken." ~
6088 38, 43 | schonken hem zijn familie en evenveel bovendien, als
6089 38, 43 | een barmhartigheid van Ons en als les voor mensen van
6090 38, 44 | 44. (En Wij zeiden:) "Neem een handvol
6091 38, 44 | gedroogde stengels in uw hand en sla er mee, en breek uw
6092 38, 44 | in uw hand en sla er mee, en breek uw eed niet." Wij
6093 38, 44 | voortreffelijke dienaar en altijd tot Ons geneigd. ~
6094 38, 45 | 45. En gedenk Onze dienaren Abraham,
6095 38, 45 | dienaren Abraham, Izaak en Jacob, de bezitters van
6096 38, 45 | de bezitters van macht en inzicht. ~
6097 38, 47 | 47. En waarlijk, zij zijn in Onze
6098 38, 47 | Onze ogen de uitverkorenen en de goeden. ~
6099 38, 48 | 48. En gedenk Ismaël, Eliza en
6100 38, 48 | En gedenk Ismaël, Eliza en Zolkifl; zij behoren allen
6101 38, 49 | 49. Dit is een aanmaning. En voor de godvruchtigen zal
6102 38, 51 | om overvloedig vruchten en drank roepen. ~
6103 38, 52 | 52. En bij hen zullen vrouwen zijn,
6104 38, 57 | Laat hen daarom een kokende en een ijskoude drank proeven. ~
6105 38, 58 | 58. En meer dergelijke van verschillende
6106 38, 60 | hebt dit voor ons bereid. En het is een slechte plaats!" ~
6107 38, 62 | 62. En zij zullen zeggen: "Hoe
6108 38, 65 | slechts een waarschuwer; en er is geen God naast Allah,
6109 38, 66 | De Heer van de hemelen en de aarde, en alles wat er
6110 38, 66 | de hemelen en de aarde, en alles wat er tussen is,
6111 38, 72 | 72. En wanneer Ik hem heb gevormd
6112 38, 72 | wanneer Ik hem heb gevormd en hem van Mijn geest heb ingeademd,
6113 38, 74 | niet, hij toonde hoogmoed en behoorde tot de ongelovigen. ~
6114 38, 76 | hij, Gij hebt mij uit vuur en hem uit klei geschapen." ~
6115 38, 78 | 78. En Mijn vloek zal op u rusten
6116 38, 84 | zeide: "Dit is de waarheid en Ik zeg de waarheid, ~
6117 38, 85 | Dat Ik de hel zeker met u en allen die u volgen, zal
6118 38, 88 | 88. En na een wijle zult gij de
6119 39, 3 | oprechte gehoorzaamheid toe. En degenen, die naast Hem anderen
6120 39, 5 | 5. Hij schiep de hemelen en de aarde in waarheid. Hij
6121 39, 5 | nacht over de dag komen, en de dag over de nacht; en
6122 39, 5 | en de dag over de nacht; en Hij heeft de zon en de maan
6123 39, 5 | nacht; en Hij heeft de zon en de maan in dienst gesteld;
6124 39, 6 | Hij daaruit echtgenoten; en Hij zond voor u acht stuks
6125 39, 7 | ondankbaarheid onder Zijn dienaren. En als gij dankbaar zijt, zal
6126 39, 7 | Hij in u behagen hebben - En geen lastdragende kan de
6127 39, 7 | uw terugkeer tot uw Heer: en Hij zal u mededelen wat
6128 39, 8 | hij eerst (God) aanriep en stelt medegoden naast Allah,
6129 39, 9 | der nacht, nederknielende en staande, die voor het Hiernamaals
6130 39, 9 | voor het Hiernamaals vreest en hoopt op de barmhartigheid
6131 39, 10 | goed doen, is het goede. En Allah's aarde is ruim. Voorwaar,
6132 39, 12 | 12. En mij is bevolen de eerste
6133 39, 15 | verliezers zijn, die zichzelf en hun familie hebben benadeeld."
6134 39, 16 | zullen lagen van Vuur over en onder zich hebben. Hiertegen
6135 39, 17 | 17. En zij die vermijden valse
6136 39, 17 | valse goden te aanbidden, en zich tot Allah wenden -
6137 39, 18 | naar het Woord luisteren en dit het best naleven. Zij
6138 39, 18 | die Allah geleid heeft, en zij zijn de verstandigen. ~
6139 39, 19 | van straf is bevestigd, en die in het Vuur is redden? ~
6140 39, 20 | Dit is Allah's belofte en Allah breekt Zijn belofte
6141 39, 21 | van de hemel nederzendt en het in de aarde doet binnendringen
6142 39, 21 | Daarna drogen deze uit en gij ziet ze geel worden;
6143 39, 23 | daarna ontspant zich hun huid en hun hart wordt zacht bij
6144 39, 23 | leidt daarmee wie Hij wil. En wie Allah laat dwalen, zal
6145 39, 26 | 26. En Allah vernederde hen in
6146 39, 27 | 27. En voorzeker, Wij hebben allerlei
6147 39, 29 | met elkander oneens zijn, en een man die geheel aan één
6148 39, 30 | Waarlijk gij zult sterven en zij zullen ook sterven. ~
6149 39, 33 | 33. En hij die de Waarheid brengt
6150 39, 35 | deden van hen verwijderen en hun het loon geven beter
6151 39, 36 | toereikend voor Zijn dienaar? En zij trachten u te doen vrezen
6152 39, 37 | 37. En wie Allah leidt zal niemand
6153 39, 38 | vraagt: "Wie heeft de hemelen en de aarde geschapen?", zullen
6154 39, 40 | vernederende kastijding komt en op wie de blijvende straf
6155 39, 41 | bate van zijn eigen ziel en wie dwaalt, dwaalt ten nadele
6156 39, 41 | dwaalt ten nadele van haar. En gij zijt geen voogd over
6157 39, 42 | mensen op wanneer zij sterven en ook van hen die niet sterven
6158 39, 42 | dode heeft opgeschreven en zendt de overigen tot een
6159 39, 43 | nergens macht over hebben en zonder verstand zijn?" ~
6160 39, 44 | het koninkrijk der hemelen en der aarde en naar Hem zult
6161 39, 44 | der hemelen en der aarde en naar Hem zult gij worden
6162 39, 45 | 45. En wanneer Allah wordt genoemd
6163 39, 46 | Allah! Schepper der hemelen en der aarde! Kenner van het
6164 39, 46 | Kenner van het onzichtbare en het zichtbare! Slechts Gij
6165 39, 47 | 47. En indien de onrechtvaardigen
6166 39, 47 | al hetgeen op de aarde is en nog eens zoveel daarbij,
6167 39, 47 | straf willen aanbieden. En wat zij nooit dachten zal
6168 39, 48 | zal hun duidelijk worden en wat zij plachten te bespotten
6169 39, 51 | 51. En het kwaad dat zij deden
6170 39, 51 | kwaad dat zij deden trof hen en wat de onrechtvaardigen
6171 39, 51 | doen, zal hen ook treffen en zij kunnen Ons niet ontsnappen. ~
6172 39, 54 | 54. "Wendt u tot uw Heer en onderwerpt u aan Hem voordat
6173 39, 55 | 55. "En volgt het beste dat u geopenbaard
6174 39, 56 | schoot tegenover Allah! En inderdaad behoorde ik tot
6175 39, 59 | deze, gij waart hoogmoedig en behoordet tot de ongelovigen.'' ~
6176 39, 60 | 60. En op de Dag der Opstanding
6177 39, 62 | is de Schepper van alles en de Voogd over alle dingen. ~
6178 39, 63 | de schatten der hemelen en der aarde; en zij die de
6179 39, 63 | der hemelen en der aarde; en zij die de tekenen van Allah
6180 39, 65 | 65. En voorwaar, aan u zoals aan
6181 39, 65 | stellig vruchteloos blijken en gij zult zeker tot de verliezers
6182 39, 66 | Neen, dient Allah alleen en behoort tot de dankbaren. ~
6183 39, 67 | op de Dag der Opstanding, en de hemelen zullen worden
6184 39, 67 | Zijn hand. Glorie zij Hem en verheven is Hij boven hetgeen
6185 39, 68 | 68. En de bazuin zal worden geblazen
6186 39, 68 | bazuin zal worden geblazen en allen die in de hemelen
6187 39, 68 | allen die in de hemelen en op aarde zijn, zullen bezwijmen,
6188 39, 68 | nogmaals worden geblazen en ziet! Zij zullen staande
6189 39, 68 | zullen staande herrijzen en wachten. ~
6190 39, 69 | 69. En de aarde zal door het licht
6191 39, 69 | van haar Heer schitteren, en het Boek zal nedergelegd
6192 39, 69 | Boek zal nedergelegd worden en de profeten en de getuigen
6193 39, 69 | nedergelegd worden en de profeten en de getuigen zullen worden
6194 39, 69 | getuigen zullen worden gebracht en er zal tussen hen met rechtvaardigheid
6195 39, 69 | rechtvaardigheid geoordeeld worden en hun zal geen onrecht worden
6196 39, 70 | beloond voor hetgeen zij deed. En Hij weet het beste wat zij
6197 39, 71 | 71. En de ongelovigen zullen naar
6198 39, 71 | de poorten worden geopend en haar wachters zullen tot
6199 39, 71 | van uw Heer verkondigende en u waarschuwende voor de
6200 39, 73 | 73. En degenen die hun Heer vreesden
6201 39, 73 | de poorten worden geopend en zijn bewakers zullen tot
6202 39, 73 | Vrede zij u! Weest gelukkig en gaat binnen om er voor (
6203 39, 74 | belofte aan ons heeft vervuld en ons het land als erfenis
6204 39, 75 | 75. En gij zult de engelen om de
6205 39, 75 | de roem, die Hem toekomt. En er zal tussen hen met Waarheid
6206 39, 75 | Waarheid worden geoordeeld. En er zal worden gezegd: "Alle
6207 40, 5 | volk van Noach voor hen en andere groepen na hen verloochenden
6208 40, 5 | na hen verloochenden ook en elk volk besloot zijn boodschapper
6209 40, 5 | zijn boodschapper te vangen en twistte door leugen om de
6210 40, 5 | te doen. Dan greep Ik hen en hoe verschrikkelijk was
6211 40, 7 | Zij, die de Troon dragen en zij die er omheen staan
6212 40, 7 | met de lof die Hem toekomt en zij geloven in Hem en vragen
6213 40, 7 | toekomt en zij geloven in Hem en vragen vergiffenis voor
6214 40, 7 | dingen in Uw barmhartigheid en kennis. Vergeef daarom hen
6215 40, 7 | daarom hen die berouw tonen en Uw weg volgen; en behoed
6216 40, 7 | tonen en Uw weg volgen; en behoed hen voor de straf
6217 40, 8 | 8. Onze Heer, en doe hen de tuinen der Eeuwigheid
6218 40, 8 | ouders, hun echtgenoten en hun kinderen. Zeker, Gij
6219 40, 9 | 9. "En behoed hen voor het kwade;
6220 40, 9 | behoed hen voor het kwade; en een ieder die Gij op die
6221 40, 9 | Gij zeker barmhartigheid. En dat is de grootste zegepraal." ~
6222 40, 11 | deedt ons tweemaal sterven en Gij hebt ons tweemaal in
6223 40, 11 | het leven teruggeroepen en wij bekennen onze zonden.
6224 40, 13 | Die u Zijn tekenen toont en voorziening voor u van de
6225 40, 19 | de oneerlijkheid der ogen en datgene wat de harten verbergen. ~
6226 40, 20 | 20. En Allah richt naar waarheid,
6227 40, 21 | niet over de aarde gereisd en gezien wat het einde was
6228 40, 21 | machtiger dan dezen in kracht en in hun sporen op aarde.
6229 40, 21 | Allah hen voor hun zonden en zij hadden niemand om hen
6230 40, 23 | 23. En Wij zonden Mozes met Onze
6231 40, 23 | zonden Mozes met Onze tekenen en een duidelijk gezag, ~
6232 40, 24 | 24. Tot Pharao en Hamaan en Korach, maar zij
6233 40, 24 | 24. Tot Pharao en Hamaan en Korach, maar zij zeiden: "
6234 40, 24 | zeiden: "Hij is een tovenaar en de grootste leugenaar." ~
6235 40, 25 | 25. En toen hij (Mozes) met Waarheid
6236 40, 25 | zonen der gelovigen met hem en ontziet hun vrouwen." Maar
6237 40, 26 | 26. En Pharao zeide: "Laat mij
6238 40, 26 | Laat mij Mozes doodslaan en laat hem dan zijn Heer aanroepen.
6239 40, 27 | 27. En Mozes zeide: "Ik zoek toevlucht
6240 40, 27 | toevlucht bij mijn Heer en uw Heer, tegen elke laatdunkende
6241 40, 28 | 28. En een gelovig man uit het
6242 40, 28 | leidt hem die buitensporig en een grote leugenaar is,
6243 40, 29 | heden hebt gij de oppermacht en gij zijt de hoogsten in
6244 40, 29 | dat aan wat ik zelf zie en ik leid u slechts naar het
6245 40, 30 | 30. En de gelovige zeide: "O mijn
6246 40, 31 | bij het volk van Noach, en Aad en Samoed en degenen
6247 40, 31 | het volk van Noach, en Aad en Samoed en degenen die na
6248 40, 31 | Noach, en Aad en Samoed en degenen die na hen waren.
6249 40, 32 | 32. En o mijn volk, ik vrees voor
6250 40, 33 | beschermer hebben tegen Allah. En hij die Allah laat dwalen
6251 40, 34 | 34. En voordien kwam Jozef tot
6252 40, 34 | Allah de buitensporigen en de twijfelaars dwalen. ~
6253 40, 35 | afkeurenswaardig in de ogen van Allah en de gelovigen. Alzo verzegelt
6254 40, 35 | hart van iedere hoogmoedige en onderdrukker. ~
6255 40, 36 | 36. En Pharao zeide: "O Hamaan,
6256 40, 37 | het rechte pad afgeleid en Pharao's plan eindigde slechts
6257 40, 38 | 38. En de gelovige zeide: "O, mijn
6258 40, 39 | een voorbijgaand genoegen; en het Hiernamaals is het blijvende
6259 40, 40 | goed doet, man of vrouw, en gelovig is zal het paradijs
6260 40, 41 | 41. En O mijn volk, hoe komt het
6261 40, 41 | dat ik u tot redding roep en gij mij tot het Vuur wilt
6262 40, 42 | uit, Allah te verwerpen en iets met Hem te vereenzelvigen
6263 40, 42 | waarvan ik geen kennis heb. En ik roep u tot de Almachtige,
6264 40, 43 | terugkeer is tot Allah, en de overtreders zullen de
6265 40, 44 | herinneren wat ik u zeg. En ik vertrouw mijn zaak aan
6266 40, 44 | ziet Zijn dienaren door en door." ~
6267 40, 45 | het kwade hunner plannen, en een zware straf kwam over
6268 40, 46 | het Vuur zullen zij morgen en avond worden blootgesteld.
6269 40, 46 | avond worden blootgesteld. En de Dag waarop het Uur zal
6270 40, 47 | 47. En wanneer zij met elkander
6271 40, 49 | 49. En degenen die in het Vuur
6272 40, 51 | helpen Onze boodschappers en de gelovigen in het leven
6273 40, 51 | in het leven dezer wereld en op de Dag waarop de getuigen
6274 40, 52 | onrechtvaardigen niets zal baten en voor hen zal de vloek en
6275 40, 52 | en voor hen zal de vloek en het kwade tehuis zijn. ~
6276 40, 53 | 53. En Wij gaven Mozes de leiding,
6277 40, 53 | gaven Mozes de leiding, en deden de kinderen van Israël
6278 40, 54 | 54. Als richtsnoer en aanmaning voor mensen van
6279 40, 55 | Allah's belofte is waar. En vraag bescherming tegen
6280 40, 55 | bescherming tegen uw zonde en eert uw Heer 's morgens
6281 40, 55 | eert uw Heer 's morgens en 's avonds met de lof die
6282 40, 57 | de schepping der hemelen en der aarde is groter dan
6283 40, 58 | 58. De blinden en de zienden zijn niet gelijk;
6284 40, 58 | noch zijn zij, die geloven en goede werken doen gelijk
6285 40, 60 | 60. En uw Heer zegt: "Aanbidt Mij;
6286 40, 61 | opdat gij er in moogt rusten en de dag om u licht te geven.
6287 40, 64 | rustplaats heeft gemaakt en de hemelen als gewelf, Die
6288 40, 64 | gewelf, Die u gevormd heeft en u een schone vorm heeft
6289 40, 64 | schone vorm heeft gegeven en u van goede dingen heeft
6290 40, 66 | Heer tot mij zijn gekomen; en het is mij geboden mij te
6291 40, 67 | dan uit een levenskiem en uit een klonter bloed, vervolgens
6292 40, 67 | Sommigen sterven eerder, en anderen onder u zullen een
6293 40, 68 | Hij is het Die leven geeft en doet sterven. En wanneer
6294 40, 68 | leven geeft en doet sterven. En wanneer Hij iets besluit,
6295 40, 68 | zegt Hij slechts: "Wees", en het wordt. ~
6296 40, 70 | 70. Degenen die het Boek en hetgeen waarmee Wij Onze
6297 40, 71 | Wanneer zij met boeien en kettingen om hun hals zullen
6298 40, 75 | onrechte placht te jubelen en omdat gij hoovaardig waart." ~
6299 40, 78 | 78. En Wij zonden boodschappers
6300 40, 78 | van hen hebben Wij vermeld en anderen hebben Wij niet
6301 40, 78 | hebben Wij niet genoemd en geen boodschapper kan een
6302 40, 78 | brengen zonder Allah's gebod. En wanneer Allah's gebod komt,
6303 40, 78 | er in waarheid geoordeeld en dan gaan de leugenaars verloren. ~
6304 40, 79 | sommige dieren moogt rijden en andere als voedsel gebruiken. ~
6305 40, 80 | 80. En gij hebt andere voordelen
6306 40, 80 | tevreden moogt stellen. En door hen (te land) en op
6307 40, 80 | stellen. En door hen (te land) en op schepen (ter zee) wordt
6308 40, 81 | 81. En Hij toont u Zijn tekenen;
6309 40, 82 | zij niet op aarde gereisd en gezien wat het einde was
6310 40, 82 | groter in aantal dan dezen en machtiger in kracht, en
6311 40, 82 | en machtiger in kracht, en in de sporen die zij op
6312 40, 83 | 83. En toen hun boodschappers met
6313 40, 83 | kennis die zij bezaten. en de straf waarover zij spotten,
6314 40, 84 | 84. En toen zij Onze straf zagen
6315 40, 84 | geloven in Allah als de Enige en wij verwerpen alles wat
6316 40, 85 | opzichte van Zijn dienaren en zo gingen de ongelovigen
6317 41, 4 | drager van goede tijding en als waarschuwer. Maar de
6318 41, 5 | datgene waartoe gij ons roept en er is doofheid in onze oren
6319 41, 5 | is doofheid in onze oren en tussen u en ons is een scherm.
6320 41, 5 | in onze oren en tussen u en ons is een scherm. Daarom
6321 41, 6 | derhalve oprecht jegens Hem en vraagt vergiffenis van Hem."
6322 41, 6 | vraagt vergiffenis van Hem." En wee de afgodendienaren. ~
6323 41, 7 | 7. Die geen Zakaat geven en aan het Hiernamaals niet
6324 41, 8 | hen betreft, die geloven en goede werken doen, zij zullen
6325 41, 9 | aarde in twee dagen schiep? En richt gij gelijken aan Hem
6326 41, 10 | de bergen daarop gesteld en heeft deze gezegend en er
6327 41, 10 | gesteld en heeft deze gezegend en er op (de aarde) de voedingsmiddelen
6328 41, 11 | deze een soort damp was en zeide hiertegen en tot de
6329 41, 11 | damp was en zeide hiertegen en tot de aarde: "Komt beiden,
6330 41, 12 | zeven hemelen in twee dagen, en Hij wees elke hemel zijn
6331 41, 12 | elke hemel zijn werk aan. En Wij versierden de laagste
6332 41, 13 | zoals de bliksem die Aad en Samoed achterhaalde. " ~
6333 41, 14 | boodschappers van vóór hen en achter hen tot hen kwamen,
6334 41, 15 | onrechte laatdunkend op aarde en zeiden: "Wie is machtiger
6335 41, 16 | zeker nog vernederender zijn en zij zullen niet worden geholpen. ~
6336 41, 17 | 17. En wat de Samoed betreft, Wij
6337 41, 18 | 18. En Wij redden de gelovigen,
6338 41, 20 | bereiken, zullen hun oren, ogen en huiden tegen hen getuigenis
6339 41, 21 | 21. En zij zullen tot hun huiden
6340 41, 21 | deed ook ons spreken. En Hij is het Die u de eerste
6341 41, 21 | u de eerste keer schiep en gij zijt tot Hem teruggebracht. ~
6342 41, 22 | opdat uw oren, uw ogen en uw huiden geen getuigenis
6343 41, 23 | 23. En deze gedachte van u, die
6344 41, 24 | is het Vuur hun tehuis; en als zij om verontschuldiging
6345 41, 25 | aan, die hetgeen vóór hen en achter hen was schoonschijnend
6346 41, 25 | schoonschijnend maakten, en het woord werd tegen hen
6347 41, 25 | met de volkeren van djinn en mensen die vóór hen leefden.
6348 41, 26 | 26. En de ongelovigen zeggen: "
6349 41, 27 | strenge straf doen toekomen en Wij zullen hun slechtste
6350 41, 29 | 29. En de ongelovigen zullen zeggen: "
6351 41, 29 | toon ons degenen der djinn en der mensen die ons deden
6352 41, 30 | zeggen: "Onze Heer is Allah," en daarin standvastig blijven,
6353 41, 31 | uw vrienden in dit leven en in het Hiernamaals. Daarin
6354 41, 31 | wat uw ziel zal wensen, en daarna zult gij alles hebben
6355 41, 33 | 33. En wie spreekt beter woord
6356 41, 33 | mensen tot Allah uitnodigt en goede werken doet en zegt: "
6357 41, 33 | uitnodigt en goede werken doet en zegt: "Waarlijk, ik behoor
6358 41, 34 | 34. Het goede en kwade zijn niet gelijk.
6359 41, 36 | 36. En als een ophitsing van Satan
6360 41, 37 | 37. En onder Zijn tekenen zijn
6361 41, 37 | Zijn tekenen zijn de dag en de nacht, de zon en de maan;
6362 41, 37 | dag en de nacht, de zon en de maan; derhalve werpt
6363 41, 38 | zijn, verheerlijken Hem dag en nacht, en zij vervelen zich
6364 41, 38 | verheerlijken Hem dag en nacht, en zij vervelen zich nooit. ~
6365 41, 39 | dat gij de aarde droog en verschroeid ziet, maar wanneer
6366 41, 39 | nederzenden, beweegt zij zich en zet uit. Zeker Hij, Die
6367 41, 43 | der vergevensgezindheid en der pijnlijke straf. ~
6368 41, 44 | duidelijk gemaakt? Is Arabisch en niet-Arabisch gelijk?" Zeg: "
6369 41, 44 | Zeg: "Het is een leiding en een genezing voor de gelovigen."
6370 41, 44 | hebben doofheid in hun oren en het is duister voor hen.
6371 41, 45 | 45. En Wij gaven Mozes het Boek,
6372 41, 45 | verschilde er over van mening; en indien het woord van uw
6373 41, 46 | dit voor zijn eigen ziel; en wie kwaad bedrijft, het
6374 41, 46 | bedrijft, het is er tegen. En uw Heer is in het geheel
6375 41, 47 | kennis van het Uur verwezen. En geen vruchten komen voort
6376 41, 47 | verlost, dan met Zijn kennis. En de Dag waarop Hij tot hen
6377 41, 48 | 48. En de afgoden welke zij voorheen
6378 41, 48 | gaan voor hen verloren en zij zullen weten dat zij
6379 41, 49 | hem treft vertwijfelt hij en wordt wanhopig. ~
6380 41, 50 | 50. En als Wij hem barmhartigheid
6381 41, 50 | zeggen: "Dit komt mij toe en ik denk niet dat het Uur
6382 41, 50 | vertellen wat zij deden en Wij zullen hen zeker een
6383 41, 51 | verlenen wendt hij zich af en gaat terzijde, maar wanneer
6384 41, 52 | de Koran) van Allah is en gij verwerpt het - wie begaat
6385 41, 53 | Onze tekenen in henzelf en over afgelegen streken tonen,
6386 42, 3 | Machtige, de Wijze aan u en aan degenen die vóór u waren,
6387 42, 4 | behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is en Hij is de
6388 42, 4 | de hemelen en op aarde is en Hij is de Hoogste, de Grootste. ~
6389 42, 5 | met de lof die Hem toekomt en vragen vergiffenis voor
6390 42, 6 | 6. En degenen, die naast Hem beschermers
6391 42, 7 | Moeder der steden (Makka) en al het omringende moogt
6392 42, 7 | zal in het paradijs zijn, en een ander deel in het laaiend
6393 42, 9 | Hij maakt de doden levend en heeft macht over alle dingen, ~
6394 42, 10 | 10. En waarover gij ook moogt verschillen,
6395 42, 10 | stel ik mijn vertrouwen, en tot Hem wend ik mij." ~
6396 42, 11 | de Schepper der hemelen en der aarde. Hij heeft u tot
6397 42, 11 | is niets aan Hem gelijk en Hij is de Alhorende, de
6398 42, 12 | schatten van de hemelen en de aarde. Hij vergroot en
6399 42, 12 | en de aarde. Hij vergroot en bekrimpt de voorziening
6400 42, 13 | die Hij aan Noach oplegden en die Wij bovendien aan u
6401 42, 13 | bovendien aan u openbaren en die Wij Abraham, Mozes en
6402 42, 13 | en die Wij Abraham, Mozes en Jezus oplegden: "Bevestigt
6403 42, 13 | Bevestigt deze godsdienst en weest er niet in verdeeld."
6404 42, 13 | kiest voor Zich wie Hij wil en leidt hem die zich (in berouw)
6405 42, 14 | 14. En zij waren slechts verdeeld,
6406 42, 14 | afgunst onder elkander. En ware het niet dat een Woord
6407 42, 14 | tussen hen geoordeeld zijn. En waarlijk, zij die het Boek
6408 42, 15 | hen daarom hiertoe uit. En wees standvastig zoals u
6409 42, 15 | standvastig zoals u is geboden en volg hun slechte begeerten
6410 42, 15 | Allah heeft neder gezonden en het is mij geboden rechtvaardig
6411 42, 15 | handelen. Allah is onze Heer en uw Heer. Aan ons onze werken
6412 42, 15 | Heer. Aan ons onze werken en aan u uw werken. Laat er
6413 42, 15 | Laat er geen twist tussen u en ons bestaan. Allah zal ons
6414 42, 15 | zal ons tezamen brengen en tot Hem is de terugkeer. ~
6415 42, 16 | 16. En zij die over Allah twisten
6416 42, 16 | Heer; er is toorn over hen en er zal een strenge straf
6417 42, 18 | gelovigen vrezen er voor en weten dat het de Waarheid
6418 42, 22 | verdiend op de Dag des Oordeels en het zal hen zeker treffen.
6419 42, 22 | Maar degenen, die geloven en goede werken doen, zullen
6420 42, 23 | Zijn dienaren die geloven en goede werken doen, de blijde
6421 42, 23 | behalve liefde van verwanten." En hij die het goede verricht
6422 42, 24 | Allah zal de leugen uitvagen en de Waarheid door Zijn woord
6423 42, 25 | aanvaardt van Zijn dienaren en (hun) zonden vergeeft. Hij
6424 42, 26 | 26. En Hij verhoort de gelovigen
6425 42, 26 | gelovigen die goede werken doen en geeft nog meer uit Zijn
6426 42, 27 | zoals Hij dat wil. Hij kent en ziet Zijn dienaren inderdaad
6427 42, 28 | het, Die regen nederzendt en Zijn barmhartigheid uitspreidt
6428 42, 29 | 29. En onder Zijn tekenen is de
6429 42, 29 | de Schepping der hemelen en der aarde, en der levende
6430 42, 29 | der hemelen en der aarde, en der levende wezens die Hij
6431 42, 29 | daarin heeft verspreid. En Hij heeft macht hen te verzamelen
6432 42, 31 | 31. En gij kunt op aarde niet ontkomen
6433 42, 32 | 32. En onder Zijn tekenen zijn
6434 42, 36 | voorziening voor dit leven, en hetgeen bij Allah is, is
6435 42, 36 | hetgeen bij Allah is, is beter en van langere duur voor de
6436 42, 37 | degenen die de zwaarste zonden en gruweldaden vermijden en
6437 42, 37 | en gruweldaden vermijden en die wanneer zij vertoornd
6438 42, 38 | 38. En voor degenen die naar hun
6439 42, 38 | naar hun Heer luisteren en hun gebeden houden en wier
6440 42, 38 | luisteren en hun gebeden houden en wier manier van handelen
6441 42, 38 | van wederzijds overleg is en voor degenen die geven van
6442 42, 39 | 39. En voor degenen die, als een
6443 42, 40 | gelijke; maar wie vergeeft en verbetering voor ogen houdt,
6444 42, 42 | de mensen onrecht aandoen en ten onrechte in het land
6445 42, 43 | 43. En hij die geduldig is en vergeeft, -
6446 42, 43 | En hij die geduldig is en vergeeft, - dat is voorzeker
6447 42, 44 | geen beschermer hebben. En gij zult de onrechtvaardigen
6448 42, 45 | 45. En gij zult hen aan het Vuur
6449 42, 45 | inderdaad zij die zichzelf en hun familie op de Dag der
6450 42, 46 | vrienden die hen kunnen helpen. En er is voor hen die Allah
6451 42, 48 | boodschap over te brengen. En waarlijk, wanneer Wij de
6452 42, 49 | het koninkrijk der hemelen en der aarde. Hij schept wat
6453 42, 49 | Hij schenkt vrouwelijke en mannelijke kinderen aan
6454 42, 50 | Hij mengt ze, mannelijk en vrouwelijk en Hij maakt
6455 42, 50 | mannelijk en vrouwelijk en Hij maakt onvruchtbaar wie
6456 42, 52 | 52. En zo hebben Wij u een woord
6457 42, 53 | Wie hetgeen in de hemelen en op aarde is, toebehoort.
6458 43, 4 | 4. En voorwaar, dit is in het
6459 43, 7 | 7. En er kwam tot hen nooit een
6460 43, 9 | 9. En indien gij hun vraagt: "
6461 43, 9 | Wie schiep de hemelen en de aarde?" zullen zij zeker
6462 43, 10 | u als wieg heeft gemaakt en uw wegen daarop (aangaf),
6463 43, 11 | 11. En Die water in juiste maat
6464 43, 12 | 12. En Die alles in paren schiep
6465 43, 12 | Die alles in paren schiep en u schepen heeft gegeven
6466 43, 12 | u schepen heeft gegeven en dieren waarop gij rijdt, ~
6467 43, 13 | op hun rug moogt zitten en dan, wanneer gij er stevig
6468 43, 13 | van uw Heer moogt gedenken en zeggen: "Glorie zij Hem,
6469 43, 14 | 14. En voorzeker wij moeten tot
6470 43, 15 | 15. En sommigen maken van Zijn
6471 43, 16 | schiep dochters genomen en u met zonen geëerd? ~
6472 43, 17 | vertelt, is hij toornig en wordt zijn gelaat donker. ~
6473 43, 18 | sieraden wordt grootgebracht en die zich bij een twist moeilijk
6474 43, 19 | 19. En zij maakten de engelen,
6475 43, 19 | getuigenis zal worden opgetekend en zij zullen tot rekenschap
6476 43, 22 | vaderen een godsdienst volgen en wij richten ons naar hun
6477 43, 23 | 23. En evenzo zonden Wij geen waarschuwer
6478 43, 23 | vaderen een godsdienst volgen, en wij treden in hun voetstappen." ~
6479 43, 26 | 26. En (gedenkt) hoe Abraham tot
6480 43, 26 | hoe Abraham tot zijn vader en zijn volk zeide: "Ik heb
6481 43, 28 | 28. En Hij maakte dit een blijvende
6482 43, 29 | Waarlijk, Ik liet dezen en hun vaderen in welvaart
6483 43, 29 | leven totdat de Waarheid en een welsprekende boodschapper,
6484 43, 30 | zeggen zij: "Dit is tovenarij en wij zullen er niet in geloven." ~
6485 43, 31 | 31. En men zegt: "Waarom is deze
6486 43, 32 | bestaan onder hen uitdelen en Wij verheffen sommigen hunner
6487 43, 32 | anderen te werk mogen stellen. En de barmhartigheid van uw
6488 43, 33 | verwerpen, daken voor hun huizen en trappen waarop zij naar
6489 43, 34 | 34. En deuren voor hun huizen;
6490 43, 34 | deuren voor hun huizen; en rustbanken, waarop zij konden
6491 43, 35 | 35. En versieringen. Maar dat alles
6492 43, 36 | 36. En wie zich van de aanbidding
6493 43, 37 | 37. En voorwaar, deze leidt hem
6494 43, 37 | hem van de rechte weg af, en toch denkt hij dat hij juist
6495 43, 38 | metgezel: "O, ware er tussen u en mij een afstand van het
6496 43, 40 | dan de doven doen horen en de blinden en degenen die
6497 43, 40 | doen horen en de blinden en degenen die klaarblijkelijk
6498 43, 41 | 41. En indien Wij u wegnemen (uit
6499 43, 42 | 42. En indien Wij u datgene tonen
6500 43, 44 | Waarlijk, het is een eer voor u en voor uw volk en gij zult
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987 |