1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
7501 69, 14 | 14. En de aarde en de bergen van hun plaats
7502 69, 14 | zullen worden opgeheven en terstond zullen worden verbrijzeld, ~
7503 69, 16 | 16. En de hemelen zullen uiteen
7504 69, 17 | 17. En de engelen zullen op de
7505 69, 17 | op de zijden ervan staan. En op die Dag zullen acht engelen
7506 69, 18 | gij worden bloot gelegd en geen uwer geheimen zal verborgen
7507 69, 19 | 19. En hij, aan wie zijn boek in
7508 69, 24 | 24. "Eet en drinkt smakelijk als loon
7509 69, 26 | 26. En had ik maar niet geweten
7510 69, 30 | 30. Grijpt hem en boeit hem. ~
7511 69, 39 | 39. En bij alles wat gij niet ziet, ~
7512 69, 44 | 44. En indien hij enige woorden
7513 69, 46 | 46. En daarna zijn levensader hebben
7514 69, 47 | 47. En geen uwer zou ons van hem
7515 69, 49 | 49. En voorzeker, Wij weten dat
7516 69, 51 | 51. En voorwaar, het is de ware
7517 70, 4 | 4. De engelen en de geest gaan tot Hem op,
7518 70, 9 | 9. En de bergen als zachte, gekleurde
7519 70, 10 | 10. En een vriend zal een vriend
7520 70, 12 | 12. En zijn vrouw en zijn broeder, ~
7521 70, 12 | 12. En zijn vrouw en zijn broeder, ~
7522 70, 13 | 13. En zijn familieleden die hem
7523 70, 14 | 14. En allen die op aarde zijn,
7524 70, 17 | opeisen, die zich afwendt en wegloopt ~
7525 70, 18 | 18. En rijkdommen verzamelt, en
7526 70, 18 | En rijkdommen verzamelt, en deze (gierig) terughoudt. ~
7527 70, 23 | 23. En in hun gebeden volharden ~
7528 70, 24 | 24. En degenen in wier rijkdommen
7529 70, 25 | 25. Voor de bedelaar en voor hem die niet bedelen
7530 70, 26 | 26. En degenen die de Dag des Oordeels
7531 70, 27 | 27. En degenen die de straf van
7532 70, 29 | 29. En degenen die onthouding betrachten. ~
7533 70, 30 | Uitgezonderd met hun vrouwen en degenen die zij bezitten,
7534 70, 32 | 32. En degenen die het hun toevertrouwde
7535 70, 32 | hun toevertrouwde bewaren en hun verdragen nakomen, ~
7536 70, 33 | 33. En degenen die oprecht zijn
7537 70, 34 | 34. En degenen die hun gebeden
7538 70, 37 | 37. Van rechts en links in groepen? ~
7539 70, 40 | als Heer van het Oosten en het westen dat Wij macht
7540 70, 41 | dan zij voort te brengen en Wij kunnen (daarin) niet
7541 70, 42 | ijdele gesprekken overgeven en zich vermaken tot zij de
7542 71, 3 | daarom Allah, vreest Hem en gehoorzaamt mij. ~
7543 71, 4 | zal u uw zonden vergeven en u uitstel verlenen tot een
7544 71, 5 | Heer, ik heb mijn volk dag en nacht geroepen, ~
7545 71, 7 | 7. En telkens wanneer ik hen riep,
7546 71, 7 | volhardden (in hun ongeloof) en gedroegen zich laatdunkend. ~
7547 71, 9 | 9. En verkondigde hun in het openbaar;
7548 71, 10 | 10. En ik zeide: "Zoekt vergiffenis
7549 71, 12 | 12. En Hij zal uw rijkdommen en
7550 71, 12 | En Hij zal uw rijkdommen en kinderen vermeerderen, en
7551 71, 12 | en kinderen vermeerderen, en Hij zal u tuinen en rivieren
7552 71, 12 | vermeerderen, en Hij zal u tuinen en rivieren schenken. ~
7553 71, 14 | 14. En Hij heeft u door verschillende
7554 71, 16 | 16. En hoe Hij de maan daarin als
7555 71, 16 | als licht heeft geplaatst en de zon als een stralende
7556 71, 17 | 17. En Allah heeft u voortgebracht
7557 71, 18 | daarheen doen terugkeren, en u daaruit opnieuw doen verrijzen. ~
7558 71, 19 | 19. En Allah heeft de aarde voor
7559 71, 21 | zij gehoorzamen mij niet, en volgen iemand wiens bezit
7560 71, 21 | volgen iemand wiens bezit en kinderen slechts tot zijn
7561 71, 22 | 22. En zij hebben een vreselijk
7562 71, 23 | 23. En zeggen tegen elkander: '
7563 71, 23 | noch Sowa, noch Jaghoes en Jaoeq en Nasr.' ~
7564 71, 23 | Sowa, noch Jaghoes en Jaoeq en Nasr.' ~
7565 71, 24 | 24. En zij hebben velen doen dwalen,
7566 71, 24 | hebben velen doen dwalen, en Gij doet de onrechtvaardigen
7567 71, 25 | vanwege hun zonden verdronken en in het Vuur gedreven. Zij
7568 71, 26 | 26. En Noach had gezegd: "Mijn
7569 71, 27 | op een dwaalspoor leiden en zij zullen niets dan een
7570 71, 27 | niets dan een onzedelijk en ondankbaar nageslacht voortbrengen. ~
7571 71, 28 | Mijn Heer, vergeef mij, en mijn ouders, en hem die
7572 71, 28 | vergeef mij, en mijn ouders, en hem die gelovend mijn huis
7573 71, 28 | ook de gelovige mannen en vrouwen; en doe de onrechtvaardigen
7574 71, 28 | gelovige mannen en vrouwen; en doe de onrechtvaardigen
7575 72, 1 | geluisterd (naar de Koran), en zij zeiden: 'Waarlijk, wij
7576 72, 2 | hebben wij er in geloofd, en wij zullen stellig niemand
7577 72, 3 | 3. En de Majesteit van onze Heer
7578 72, 4 | 4. En voorzeker, de dwaas onder
7579 72, 5 | hadden gemeend dat mensen en djinn nooit een leugen over
7580 72, 7 | 7. En zij meenden inderdaad, zoals
7581 72, 8 | 8. En wij trachtten de hemel te
7582 72, 8 | trachtten de hemel te bespieden en wij vonden deze vol sterke
7583 72, 8 | deze vol sterke wachters en vlammen. ~
7584 72, 9 | 9. En voorzeker, wij plachten
7585 72, 11 | ons die rechtvaardig zijn en er zijn onder ons die anders
7586 72, 11 | onder ons die anders zijn en wij volgen verschillende
7587 72, 12 | 12. En wij beseffen dat wij Allah'
7588 72, 13 | 13. En toen wij de leiding hoorden,
7589 72, 13 | hoorden, geloofden wij er in. En hij, die gelooft in zijn
7590 72, 14 | 14. En er zijn onder ons Moslims
7591 72, 14 | er zijn onder ons Moslims en er zijn onder ons die van
7592 72, 14 | rechte weg zijn afgeweken. En zij die zich onderwerpen -
7593 72, 15 | 15. En zij die van de rechte weg
7594 72, 17 | op de proef te stellen. En wie zich van de gedachte
7595 72, 18 | 18. En zeg: "Alle bedehuizen behoren
7596 72, 19 | 19. En toen de dienaar van Allah
7597 72, 20 | bid alleen tot mijn Heer en ik vereenzelvig niemand
7598 72, 23 | s boodschap opgedragen." En voor degenen die Allah en
7599 72, 23 | En voor degenen die Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzamen
7600 72, 24 | weten wie zwakkere helpers en kleiner aantal heeft. ~
7601 72, 26 | Kenner van het onzienlijke en Hij geeft niemand overvloedig
7602 72, 27 | doet Hij een wacht vóór hem en achter hem gaan, ~
7603 72, 28 | Heer hebben overgebracht. En Hij omvat alles wat met
7604 72, 28 | omvat alles wat met hen is - en Hij heeft alles berekend. ~~
7605 73, 4 | Of maak het iets langer - en zeg de Koran duidelijk en
7606 73, 4 | en zeg de Koran duidelijk en aandachtig op. ~
7607 73, 6 | opstaan is de zekerste weg en geeft het Woord krachtige
7608 73, 8 | gedenk de naam van uw Heer, en geef u met volle toewijding
7609 73, 9 | is de Heer van het Oosten en het Westen, er is geen andere
7610 73, 10 | 10. En verdraag met geduld alles
7611 73, 10 | de ongelovigen) zeggen; en verlaat hen op gepaste wijze. ~
7612 73, 11 | 11. En laat Mij alleen met degenen
7613 73, 11 | de bezitters van rijkdom en geef hun een wijle uitstel. ~
7614 73, 12 | bij Ons zijn zware boeien en een laaiend Vuur, ~
7615 73, 13 | 13. En voedsel dat verstikt, en
7616 73, 13 | En voedsel dat verstikt, en pijnlijke straf. ~
7617 73, 14 | Dag komen waarop de aarde en de bergen zullen beven,
7618 73, 14 | de bergen zullen beven, en de bergen in een hoop mul
7619 73, 18 | 18. En waarbij de hemel uiteen
7620 73, 18 | hemel uiteen zi splijten, en Zijn belofte zal worden
7621 73, 20 | ook wel een derde er van, en eveneens doet dit een deel
7622 73, 20 | degenen die met u zijn. En Allah bepaalt de maat van
7623 73, 20 | bepaalt de maat van dag en nacht. Hij weet, dat gij
7624 73, 20 | het niet kunt volhouden, en daarom heeft Hij Zich in
7625 73, 20 | onder u ziek kunnen zijn, en anderen op reis door het
7626 73, 20 | zoekende naar Allah's genade, en weer anderen strijdend voor
7627 73, 20 | als u gemakkelijk valt en onderhoudt het gebed, en
7628 73, 20 | en onderhoudt het gebed, en betaalt de Zakaat, en sluit
7629 73, 20 | gebed, en betaalt de Zakaat, en sluit met Allah een goede
7630 73, 20 | Allah een goede lening. En wat goeds gij voor u uitzendt,
7631 73, 20 | uitzendt, gij zult betere en grotere beloning bij Allah
7632 73, 20 | beloning bij Allah vinden. En zoekt vergiffenis van Allah,
7633 74, 2 | 2. Sta op en waarschuw, ~
7634 74, 3 | 3. En verkondig de Grootheid van
7635 74, 4 | 4. En reinig uw hart. ~
7636 74, 5 | 5. En vlied de onreinheid. ~
7637 74, 7 | 7. En wees geduldig ter wille
7638 74, 13 | 13. En zonen die bij hem zijn. ~
7639 74, 14 | 14. En ik verschafte hem elk gemak. ~
7640 74, 18 | 18. Ziet! Hij dacht na en hij besloot! ~
7641 74, 22 | fronste hij zijn voorhoofd en keek nors. ~
7642 74, 23 | Dan keerde hij zich om en toonde zich hovaardig.
7643 74, 27 | 27. En wat weet gij wat het Vuur
7644 74, 31 | 31. En Wij hebben niets dan engelen
7645 74, 31 | wachters van het Vuur gemaakt. En Wij hebben hun getal niet
7646 74, 31 | zekerheid mogen verkrijgen en dat de gelovigen in geloof
7647 74, 31 | in geloof mogen toenemen en opdat de mensen van het
7648 74, 31 | opdat de mensen van het Boek en de gelovigen niet zullen
7649 74, 31 | gelovigen niet zullen twijfelen. En dat degenen in wier hart
7650 74, 31 | wier hart een ziekte is en degenen die ongelovig zijn,
7651 74, 31 | Allah dwalen wie Hij wil en leidt wie Hij wil. Niemand
7652 74, 33 | 33. En de nacht als zij heengaat ~
7653 74, 34 | 34. En de dageraad wanneer zij
7654 74, 45 | 45. En wij plachten ijdele gesprekken
7655 74, 46 | 46. En wij plachten de Dag des
7656 74, 56 | Waardig, dat men Hem vreest, en Hij is de Heer der vergiffenis. ~~
7657 75, 8 | 8. En de maan verduisterd zal
7658 75, 9 | 9. En de zon en de maan zullen
7659 75, 9 | 9. En de zon en de maan zullen samen gebracht
7660 75, 17 | 17. Het verzamelen en het verkondigen er van rust
7661 75, 21 | 21. En gij geeft het Hiernamaals
7662 75, 24 | 24. En andere gezichten zullen
7663 75, 27 | 27. En er zal worden gezegd: "Wie
7664 75, 29 | 29. En wrijft (in doodsangst) het
7665 75, 32 | verloochende (de profeet) en wendde zich af. ~
7666 75, 35 | 35. "Wee u nogmaals en nog eens wee!" ~
7667 75, 38 | klonter bloed daarna schiep en vervolmaakte Hij hem. ~
7668 75, 39 | maakt Hij een paar, man en vrouw. ~
7669 76, 2 | gemengde levenskiem geschapen en hebben hem horende en ziende
7670 76, 2 | geschapen en hebben hem horende en ziende gemaakt om hem op
7671 76, 4 | ketenen, ijzeren halsbanden en een laaiend Vuur bereid. ~
7672 76, 7 | Zij vervullen de gelofte, en vrezen een Dag waarvan het
7673 76, 8 | 8. En zij geven voedsel, uit liefde
7674 76, 8 | Hem, aan de armen, de wees en de gevangenen. ~
7675 76, 10 | onze Heer een moeilijke en drukkende Dag." ~
7676 76, 11 | kwade van die Dag beschermen en zal hun blijdschap en geluk
7677 76, 11 | beschermen en zal hun blijdschap en geluk schenken. ~
7678 76, 12 | 12. En Hij zal hen voor hun standvastigheid
7679 76, 12 | standvastigheid belonen met een tuin en kleren van zijde. ~
7680 76, 14 | 14. En de schaduw der bomen zal
7681 76, 14 | zal dicht over hen zijn en de trossen fruit zullen
7682 76, 15 | 15. En zilveren vaten zullen aan
7683 76, 15 | hen worden rondgereikt, en bekers ~
7684 76, 17 | 17. En daarin zal hun een drank
7685 76, 19 | 19. En jonge mensen, die niet verouderen,
7686 76, 20 | 20. En waarheen gij ook kijkt,
7687 76, 20 | gij een zaligheid voelen en een groot koninkrijk aanschouwen. ~
7688 76, 21 | klederen van fijne groene zijde en zwaar brocaat dragen en
7689 76, 21 | en zwaar brocaat dragen en zilveren armbanden. En hun
7690 76, 21 | dragen en zilveren armbanden. En hun Heer zal hun een zuivere
7691 76, 24 | volgens het gebod van uw Heer en gehoorzaam niemand die onder
7692 76, 25 | 25. En gedenk de naam van uw Heer '
7693 76, 25 | naam van uw Heer 's morgens en 's avonds. ~
7694 76, 26 | 26. En aanbid Hem gedurende (een
7695 76, 26 | een deel) van de nacht en prijs Zijn eer gedurende
7696 76, 27 | de voorbijgaande wereld en denken niet aan de zware
7697 76, 28 | Die hen geschapen hebben en hun lichaamsbouw hebben
7698 76, 28 | lichaamsbouw hebben gesterkt. En indien Wij willen, kunnen
7699 76, 30 | 30. En gij zult niets anders willen
7700 76, 31 | barmhartigheid ingaan wie Hij wil, en voor de onrechtvaardigen
7701 77, 2 | 2. En bij hen die verbrijzelen. ~
7702 77, 3 | 3. En bij hen, die heinde en ver
7703 77, 3 | En bij hen, die heinde en ver verspreiden. ~
7704 77, 4 | 4. En bij hen die goed onderscheiden. ~
7705 77, 5 | 5. En bij hen die de vermaning
7706 77, 6 | verontschuldiging te brengen en te waarschuwen. ~
7707 77, 9 | 9. En als de hemelen geopend zullen
7708 77, 10 | 10. En als de bergen verstrooid
7709 77, 11 | 11. En als de gezanten verzameld
7710 77, 14 | 14. En wat weet gij ervan wat de
7711 77, 26 | 26. De levenden en de doden te kunnen bevatten? ~
7712 77, 27 | 27. En hebben Wij er geen hoge
7713 77, 27 | hoge bergen op geplaatst en u zoet (zuiver) watergegeven
7714 77, 38 | beslissing; Wij hebben u en degenen die vroeger leefden
7715 77, 41 | te midden van schaduwen en bronnen wonen, ~
7716 77, 42 | 42. En fruit ontvangen, zoals zij
7717 77, 43 | Men zal zeggen): "Eet en drinkt met smaak als beloning
7718 77, 46 | 46. "Eet en vermaakt u een poosje (in
7719 77, 48 | 48. En als er tot hen wordt gezegd: "
7720 78, 7 | 7. En de bergen als palen opgezet? ~
7721 78, 8 | 8. En hebben Wij u niet in paren
7722 78, 9 | 9. En hebben Wij uw slaap niet
7723 78, 10 | 10. En hebben Wij de nacht niet
7724 78, 11 | 11. En hebben Wij de dag niet voor (
7725 78, 12 | 12. En hebben Wij niet zeven sterke (
7726 78, 13 | 13. En daarin een stralende lamp
7727 78, 14 | 14. En zenden Wij niet vanuit de
7728 78, 15 | Opdat Wij daardoor graan en plantengroei voortbrengen. ~
7729 78, 16 | 16. En weelderige tuinen? ~
7730 78, 19 | 19. En de hemel wordt geopend en
7731 78, 19 | En de hemel wordt geopend en zal vele poorten hebben. ~
7732 78, 20 | 20. En de bergen verdwijnen en
7733 78, 20 | En de bergen verdwijnen en worden tot een luchtspiegeling. ~
7734 78, 24 | daar geen koelte hebben en geen dronk smaken, ~
7735 78, 25 | 25. Behalve kokend water en een stinkende vloeistof
7736 78, 28 | 28. En verwierpen Onze tekenen
7737 78, 29 | 29. En Wij hebben alles in een
7738 78, 32 | 32. Beschutte tuinen en wijnbergen. ~
7739 78, 33 | 33. En jeugdige gezellen, gelijk
7740 78, 34 | 34. En een gevulde beker. ~
7741 78, 37 | Van de Heer der hemelen en der aarde en van alles wat
7742 78, 37 | der hemelen en der aarde en van alles wat daar tussen
7743 78, 38 | De Dag waarop de Geest en de (andere) engelen in gelederen
7744 78, 38 | Barmhartige het toestaat en die alleen zal spreken wat
7745 78, 40 | wat hij heeft uitgevoerd en (waarop) de ongelovige zal
7746 79, 2 | 2. En bij hen die hun werk met
7747 79, 3 | 3. En bij hen die snelle vorderingen
7748 79, 4 | 4. En bij hen die de eersten willen
7749 79, 5 | 5. En bij hen die de zaak regelen. ~
7750 79, 9 | 9. En de ogen zullen nedergeslagen
7751 79, 14 | 14. En ziet, zij zijn opgewekt. ~
7752 79, 18 | 18. En zeg tot hem: Zoudt gij u
7753 79, 19 | 19. En ik zal u tot uw Heer leiden
7754 79, 21 | Maar deze verwierp het en gehoorzaamde niet; ~
7755 79, 23 | 23. En hij (Pharao) verzamelde
7756 79, 23 | Pharao) verzamelde de zijnen en riep uit: ~
7757 79, 25 | voorbeeldige straf voor de toekomst en voor die tijd. ~
7758 79, 28 | 28. Hij verhief hem hoog en maakte hem volmaakt. ~
7759 79, 29 | 29. En Hij maakte de nacht donker
7760 79, 29 | Hij maakte de nacht donker en bracht het daglicht voort; ~
7761 79, 30 | 30. En ook de aarde spreidde hij
7762 79, 31 | Daaruit bracht Hij water en weide voort. ~
7763 79, 32 | 32. En Hij maakte de bergen onwrikbaar. ~
7764 79, 33 | Een voorziening voor u en voor uw vee. ~
7765 79, 36 | 36. En de hel zal zichtbaar gemaakt
7766 79, 38 | 38. En die het leven dezer wereld
7767 79, 40 | voor zijn Heer te staan, en die zijn ziel van begeerten
7768 80, 1 | fronste (zijn voorhoofd) en wendde zich af. ~
7769 80, 4 | Of hij kon om raad komen, en die raad zou hem van nut
7770 80, 9 | 9. En Allah vreest, ~
7771 80, 14 | 14. Hoogstaand en rein, ~
7772 80, 19 | levenskiem schept Hij hem en stelt zijn verhoudingen
7773 80, 21 | Dan doet Hij hem sterven en geeft hem aan het graf over, ~
7774 80, 27 | 27. En graan daaruit doen groeien. ~
7775 80, 28 | 28. Ook druiven en groenten, ~
7776 80, 29 | 29. En de olijfboom en de dadelpalm. ~
7777 80, 29 | 29. En de olijfboom en de dadelpalm. ~
7778 80, 30 | 30. En tuinen, dicht beplant. ~
7779 80, 31 | 31. En vruchten en weiden, ~
7780 80, 31 | 31. En vruchten en weiden, ~
7781 80, 32 | 32. Voorziening voor u en uw vee! ~
7782 80, 35 | 35. En van zijn moeder en zijn
7783 80, 35 | 35. En van zijn moeder en zijn vader, ~
7784 80, 36 | 36. En van zijn vrouw en zijn kinderen, ~
7785 80, 36 | 36. En van zijn vrouw en zijn kinderen, ~
7786 80, 40 | 40. En op andere gezichten zal
7787 81, 2 | 2. En wanneer de sterren dof worden, ~
7788 81, 3 | 3. En wanneer de bergen verdwijnen, ~
7789 81, 4 | 4. En wanneer de drachtige kamelen
7790 81, 5 | 5. En wanneer de dieren worden
7791 81, 6 | 6. En wanneer de zeëen worden
7792 81, 7 | 7. En wanneer de mensen worden
7793 81, 8 | 8. En wanneer er over het gedode
7794 81, 10 | 10. En wanneer geschriften worden
7795 81, 11 | 11. En wanneer de Hemel wordt opengelegd, ~
7796 81, 12 | 12. En wanneer de hel wordt ontstoken, ~
7797 81, 13 | 13. En wanneer het paradijs nabij
7798 81, 15 | 15. En Ik roep tot getuige datgene
7799 81, 16 | 16. Zijn loop volgt en ondergaat, ~
7800 81, 17 | 17. En de nacht wanneer deze heengaat. ~
7801 81, 18 | 18. En de dageraad als deze aanbreekt. ~
7802 81, 21 | gehoorzaamd moet worden en vertrouwenswaardig is. ~
7803 81, 22 | 22. En uw metgezel is niet krankzinnig. ~
7804 81, 23 | 23. En hij zag hem (Gabriël) aan
7805 81, 24 | 24. En hij is geen vrek wat het
7806 81, 25 | 25. En dit is niet het woord van
7807 81, 29 | 29. En gij zult niets willen behalve
7808 82, 2 | 2. En wanneer de sterren verstrooid
7809 82, 3 | 3. En wanneer de zeëen worden
7810 82, 4 | 4. En wanneer de graven worden
7811 82, 5 | zij heeft vooruitgezonden en wat zij achterwege heeft
7812 82, 7 | schiep, daarna voltooide en u de juiste verhoudingen
7813 82, 14 | 14. En de slechten zijn omringd
7814 82, 16 | 16. En zij zullen er niet aan kunnen
7815 82, 17 | 17. En wat weet gij er van wat
7816 83, 8 | 8. En wat weet gij er van wat
7817 83, 12 | 12. En niemand behalve de zondige
7818 83, 17 | 17. En er zal tot hen worden gezegd: "
7819 83, 19 | 19. En wat weet gij er van wat"
7820 83, 26 | Welks zegel muskus is. En laat degenen die wedijveren,
7821 83, 27 | 27. En hij zal vermengd worden
7822 83, 30 | 30. En wanneer zij hen voorbijgingen,
7823 83, 31 | 31. En wanneer zij tot de hunnen
7824 83, 32 | 32. En wanneer zij hen zagen, zeiden
7825 84, 2 | 2. En zijn Heer gehoorzaamt zoals
7826 84, 3 | 3. En wanneer de aarde wordt uitgespreid. ~
7827 84, 4 | 4. En alles zal uitwerpen wat
7828 84, 4 | uitwerpen wat in haar is, en leeg wordt. ~
7829 84, 5 | 5. En gehoorzaamt aan haar Heer,
7830 84, 9 | 9. En zal tot de zijnen in vreugde
7831 84, 12 | 12. En een laaiend Vuur ingaan. ~
7832 84, 14 | 14. En dacht inderdaad dat hij
7833 84, 17 | 17. En de nacht en wat deze omsluiert, ~
7834 84, 17 | 17. En de nacht en wat deze omsluiert, ~
7835 84, 18 | 18. En de maan als zij vol wordt, ~
7836 84, 21 | 21. En wanneer de Koran aan hun
7837 85, 2 | 2. En bij de beloofde Dag. ~
7838 85, 3 | 3. En bij de getuige en hetgeen
7839 85, 3 | 3. En bij de getuige en hetgeen waarover hij getuigenis
7840 85, 7 | 7. En waren getuigen van wat zij
7841 85, 8 | 8. En zij wreekten zich slechts
7842 85, 9 | het koninkrijk der hemelen en der aarde behoort; en Allah
7843 85, 9 | hemelen en der aarde behoort; en Allah is Getuige van alle
7844 85, 10 | 10. En zij, die de gelovige mannen
7845 85, 10 | die de gelovige mannen en vrouwen vervolgen en dan
7846 85, 10 | mannen en vrouwen vervolgen en dan geen berouw hebben,
7847 85, 10 | hen is de straf der hel, en hen wacht de straf van het
7848 85, 13 | 13. Hij is het Die schept en weder voortbrengt; ~
7849 85, 14 | 14. En Hij is de Vergevende, de
7850 85, 18 | 18. Van Pharao en de Samoed? ~
7851 85, 20 | 20. En Allah omsingelt hen van
7852 86, 1 | 1. Bij de hemel en bij de morgenster. ~
7853 86, 2 | 2. En wat weet gij (er van) wat
7854 86, 7 | van tussen de ruggegraat en de ribben. ~
7855 86, 10 | Dan zal hij geen kracht en geen helper hebben. ~
7856 86, 12 | 12. En de aarde, die door planten
7857 86, 16 | 16. En ook Ik smeed een (machtiger)
7858 87, 2 | 2. Die schept en vervolmaakt, ~
7859 87, 3 | 3. En Die bepaalt en leidt, ~
7860 87, 3 | 3. En Die bepaalt en leidt, ~
7861 87, 4 | 4. En Die het gewas voortbrengt, ~
7862 87, 5 | 5. En het dan doet verdorren. ~
7863 87, 7 | Hij kent het openlijke en het verborgene. ~
7864 87, 8 | 8. En Wij zullen uw weg effenen
7865 87, 15 | 15. En die de naam van zijn Heer
7866 87, 15 | naam van zijn Heer gedenkt en bidt. ~
7867 87, 17 | Ofschoon het Hiernamaals beter en van langere duur is. ~
7868 87, 19 | geschriften van Abraham en Mozes. ~~
7869 88, 14 | 14. En drinkschalen gereed gezet, ~
7870 88, 15 | 15. En kussens gerangschikt, ~
7871 88, 16 | 16. En tapijten uitgespreid. ~
7872 88, 18 | 18. En naar de hemel, hoe deze
7873 88, 19 | 19. En naar de bergen, hoe zij
7874 88, 20 | 20. En naar de aarde, hoe zij uitgespreid
7875 88, 23 | Maar hij die zich afwendt en niet gelooft, ~
7876 89, 2 | 2. En de tien nachten, ~
7877 89, 3 | 3. En het even en het oneven ~
7878 89, 3 | 3. En het even en het oneven ~
7879 89, 4 | 4. En de nacht als deze vervaagt; ~
7880 89, 9 | 9. En met de Samoed die de rotsen
7881 89, 10 | 10. En met Pharao, de heer der
7882 89, 12 | 12. En veel verderf daarin aanrichtten. ~
7883 89, 15 | beproeft door hem te roemen en door hem gunsten te bewijzen,
7884 89, 19 | 19. En gij verslindt het erfdeel
7885 89, 20 | 20. En gij houdt te veel van weelde. ~
7886 89, 22 | 22. En uw Heer komt en de engelen
7887 89, 22 | 22. En uw Heer komt en de engelen in rijen gerangschikt
7888 89, 30 | 30. En ga Mijn paradijs binnen. ~~
7889 90, 2 | 2. En gij zijt vogelvrij in deze
7890 90, 3 | 3. En bij de vader en wat hij
7891 90, 3 | 3. En bij de vader en wat hij verwekte. ~
7892 90, 9 | 9. En een tong en twee lippen? ~
7893 90, 9 | 9. En een tong en twee lippen? ~
7894 90, 12 | 12. En wat weet gij (er van) wat
7895 90, 17 | doet) tot hen, die geloven en elkander aansporen tot geduld
7896 90, 17 | elkander aansporen tot geduld en die elkander aansporen tot
7897 91, 1 | 1. Bij de zon en haar licht, ~
7898 91, 2 | 2. En bij de maan als zij deze
7899 91, 3 | 3. En bij de dag wanneer hij dezs
7900 91, 4 | 4. En bij de nacht, wanneer hij
7901 91, 5 | 5. En bij de hemel en de schepping
7902 91, 5 | 5. En bij de hemel en de schepping er van. ~
7903 91, 6 | 6. En bij de aarde en haar uitgestrektheid, ~
7904 91, 6 | 6. En bij de aarde en haar uitgestrektheid, ~
7905 91, 7 | 7. En bij de ziel en haar volmaaktheid, ~
7906 91, 7 | 7. En bij de ziel en haar volmaaktheid, ~
7907 91, 8 | openbaarde haar wat slecht en wat goed (voor haar) is, ~
7908 91, 10 | 10. En voorzeker hij gaat te gronde
7909 91, 14 | Maar zij verloochenden hem en verlamden haar, daarom vernietigde
7910 91, 14 | hen volkomen om hun zonden en maakte het land met de grond
7911 91, 15 | 15. En Hij vreest de gevolgen hiervan
7912 92, 2 | 2. En bij de dag wanneer hij schittert, ~
7913 92, 3 | 3. En bij de schepping van man
7914 92, 3 | bij de schepping van man en vrouw. ~
7915 92, 5 | Wat hem betreft die geeft en God vreest, ~
7916 92, 6 | 6. En het goede aanvaardt, ~
7917 92, 8 | 8. Maar hij, die vrekkig en onverschillig is, ~
7918 92, 9 | 9. En het beste verwerpt, ~
7919 92, 13 | 13. En aan Ons is het Hiernamaals
7920 92, 13 | aan Ons is het Hiernamaals en ook deze wereld. ~
7921 92, 16 | 16. Die loochent en zich afwendt. ~
7922 92, 19 | 19. En niemand heeft Hem een gunst
7923 93, 2 | 2. En bij de nacht als het donker
7924 93, 5 | 5. En voorwaar uw Heer zal u geven,
7925 93, 5 | voorwaar uw Heer zal u geven, en gij zult tevreden zijn. ~
7926 93, 6 | Vond Hij u niet als wees, en beschermde u? ~
7927 93, 7 | 7. En vond Hij u niet zoekende
7928 93, 7 | vond Hij u niet zoekende en leidde Hij u? ~
7929 93, 8 | 8. En vond Hij u niet in armoede
7930 93, 8 | vond Hij u niet in armoede en verrijkte u? ~
7931 93, 10 | 10. En snauw de bedelaar niet af. ~
7932 94, 2 | 2. En uw last niet van u weggenomen? ~
7933 94, 4 | 4. En uw roem niet verheven? ~
7934 94, 8 | 8. En wend u tot uw Heer. ~~
7935 95, 1 | 1. Bij de vijg en de olijf, ~
7936 95, 3 | 3. En bij deze stad van Vrede (
7937 95, 6 | Behalve degenen die geloven en goede werken doen; hunner
7938 96, 13 | de Waarheid) verloochent en zich afwendt. ~
7939 96, 16 | 16. Van dat leugenachtige en schuldige voorhoofd. ~
7940 96, 19 | niet, maar werp u neder en zoek Zijn nabijheid. ~~
7941 97, 4 | 4. Daarin dalen engelen en de Geest door Gods gebod
7942 98, 1 | onder de mensen van het Boek en onder de afgodendienaren
7943 98, 4 | 4. En de mensen van het Boek werden
7944 98, 5 | 5. En daarin werd hun slechts
7945 98, 5 | het gebed te onderhouden en de Zakaat te betalen. Dat
7946 98, 6 | onder de mensen van het Boek en de afgodendienaren zullen
7947 98, 7 | 7. Doch zij die geloven en goede werken doen, zij zijn
7948 98, 8 | waardoor rivieren stromen en waarin zij voor altijd zullen
7949 98, 8 | welbehagen in hen hebben en zij zullen welbehagen in
7950 99, 2 | 2. En zij haar binnenste naar
7951 99, 3 | 3. En de mens zal zeggen: "Wat
7952 99, 8 | 8. En wie ter grootte van een
7953 100, 1 | Bij de rossen die snel en snuivend ademen, ~
7954 100, 3 | 3. En bij de dageraad plotseling
7955 100, 5 | 5. En zo door het midden der vijandelijke
7956 100, 7 | 7. En waarlijk, hij is daar zelf
7957 100, 8 | 8. En voorzeker, hij heeft een
7958 100, 10 | 10. En dat het innerlijk zal worden
7959 101, 3 | 3. En wat weet gij (er van) wat
7960 101, 5 | 5. En de bergen als gekaarde wol ~
7961 101, 10 | 10. En gij weet niet, wat dit is. ~
7962 102, 1 | vermeerdering van rijkdom (en kinderen) maakt u onachtzaam, ~
7963 103, 3 | Behalve degenen die geloven en goede werken doen, en elkander
7964 103, 3 | geloven en goede werken doen, en elkander tot waarheid, en
7965 103, 3 | en elkander tot waarheid, en geduld aansporen. ~~
7966 104, 1 | 1. Wee iedere leugenaar en lasteraar! ~
7967 104, 2 | Die rijkdommen verzamelt en deze telt, ~
7968 104, 5 | 5. En wat weet gij er van wat
7969 105, 4 | 4. En wierpen deze geen klompen
7970 106, 2 | bescherming op hun zomer- en winterreis. ~
7971 106, 4 | tegen honger heeft voorzien en van vrees bevrijd. ~~
7972 107, 4 | 4. En wee degenen die bidden, ~
7973 107, 5 | 5. En de gebeden achteloos opzeggen. ~
7974 107, 6 | 6. En zij, die er mee te koop
7975 107, 7 | 7. En zich er van weerhouden de
7976 108, 2 | Bid daarom tot uw Heer en offer. ~
7977 109, 6 | Derhalve voor u uw godsdienst en voor mij mijn godsdienst." ~~
7978 110, 1 | 1. Als de hulp van Allah en overwinning komt, ~
7979 110, 2 | 2. En gij de mensen groepsgewijze
7980 110, 3 | de lof, die Hem toekomt en vraag vergiffenis van Hem;
7981 111, 1 | De macht van Aboe Lahab en hijzelf zullen vergaan. ~
7982 111, 2 | 2. Zijn rijkdommen en daden zullen hem niet baten. ~
7983 112, 4 | 4. En niemand is Hem in enig opzicht
7984 113, 3 | 3. En tegen het kwade van de duisternis
7985 113, 4 | 4. En tegen het kwade van degenen
7986 113, 5 | 5. En van het kwade van de benijder
7987 114, 6 | Vanuit het midden der djinn en mensen." ~I slamitische
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987 |