Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
embryo 1
emigreerden 1
emmer 1
en 7987
ene 23
enen 1
ener 2
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
7987 en
6932 de
3188 zij
3173 van

Koran

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987

                                                      bold = Main text
     Sura, Verse                                      grey = Comment text
501 2, 237| 237. En indien gij van haar scheidt, 502 2, 237| het u zou kwijtschelden. En, indien gij kwijtscheldt 503 2, 237| dichter bij de godsvrucht. En vergeet niet, elkander goed 504 2, 238| 238. Waakt over uw gebeden en het tussengebed en stelt 505 2, 238| gebeden en het tussengebed en stelt u ootmoedig voor Allah. ~ 506 2, 240| 240. En degenen uwer, die wanneer 507 2, 240| behoorlijke wijze doen. En Allah is Almachtig, Alwijs. ~ 508 2, 241| 241. En er moet voor de gescheiden 509 2, 243| zeide tot hen: "Sterft" en dan schonk Hij hun leven. 510 2, 244| Strijdt voor de zaak van Allah en weet, dat Allah Alhorend, 511 2, 245| vele malen vermenigvuldigen en Allah vermindert en vermeerdert 512 2, 245| vermenigvuldigen en Allah vermindert en vermeerdert en tot Hem zult 513 2, 245| vermindert en vermeerdert en tot Hem zult gij worden 514 2, 246| wanneer wij van onze huizen en onze kinderen zijn verdreven?" 515 2, 247| 247. En hun profeet zeide tot hen: " 516 2, 247| heerschappij hebben dan hij en hem geen overvloed van rijkdommen 517 2, 247| heeft hem boven u gekozen en heeft hem overvloedig toegerust 518 2, 247| overvloedig toegerust met kennis en kracht." En Allah geeft 519 2, 247| toegerust met kennis en kracht." En Allah geeft Zijn heerschappij 520 2, 247| heerschappij aan wie Hij wil en Allah is Milddadig, Alwetend. ~ 521 2, 248| 248. En hun profeet zeide tot hen: " 522 2, 248| der volgelingen van Mozes en der volgelingen van Aäron, ( 523 2, 249| 249. En toen Taloet met de strijdkrachten 524 2, 249| maar een handvol neemt, en hij die er niets van neemt, 525 2, 249| hunner dronken zij er van. En toen zij de rivier overstaken, 526 2, 249| de rivier overstaken, hij en de gelovigen met hem - zeiden 527 2, 249| macht over Djaloet (Goliath) en zijn strijdkrachten." Maar 528 2, 249| grote groep gezegevierd." En Allah is met de geduldigen. ~ 529 2, 250| 250. En toen zij uitgingen om Djaloet 530 2, 250| zij uitgingen om Djaloet en zijn strijdkrachten te ontmoeten, 531 2, 250| stort geduld over ons uit en maak onze voetstappen vast 532 2, 250| maak onze voetstappen vast en help ons tegen het ongelovige 533 2, 251| door het gebod van Allah en David doodde Djaloet en 534 2, 251| en David doodde Djaloet en Allah gaf hem heerschappij 535 2, 251| Allah gaf hem heerschappij en wijsheid en onderwees hem, 536 2, 251| heerschappij en wijsheid en onderwees hem, hetgeen Hij 537 2, 253| sommigen hunner sprak Allah en sommigen hunner verhief 538 2, 253| hunner verhief Hij in rang. En Wij gaven Jezus, zoon van 539 2, 253| Maria duidelijke tekenen en versterkten hem met de geest 540 2, 253| de geest der heiligheid. En indien Allah wilde, zouden 541 2, 253| sommigen hunner geloofden en anderen verwierpen. En indien 542 2, 253| geloofden en anderen verwierpen. En indien Allah wilde, zouden 543 2, 254| noch voorspraak zal zijn; en de ongelovigen zijn de onrechtvaardigen. ~ 544 2, 255| Hem. Al wat in de hemelen en wat op aarde is, behoort 545 2, 255| kent hetgeen voor hen is en wat achter hen is en zij 546 2, 255| is en wat achter hen is en zij kunnen niets van Zijn 547 2, 255| strekt zich uit over hemelen en aarde en het waken over 548 2, 255| uit over hemelen en aarde en het waken over beide vermoeit 549 2, 256| die de duivel verloochent en in Allah gelooft, heeft 550 2, 258| Hij, die het leven geeft en doet sterven", zeide hij: " 551 2, 258| zeide hij: "Ik geef leven en doe sterven." Abraham zeide: " 552 2, 258| ongelovige in verbazing. En Allah leidt het onrechtvaardige 553 2, 259| daarna wekte Hij hem op en zeide: "Hoelang zijt gij 554 2, 259| Kijk nu naar uw voedsel en uw drank; zij zijn niet 555 2, 259| zij zijn niet bedorven. En kijk naar uw ezel; (dit 556 2, 259| teken voor de mensen maken. En kijk naar de beenderen, 557 2, 259| Wij ze in elkaar zetten en ze daarna met vlees bekleden." 558 2, 259| daarna met vlees bekleden." En toen hem dit duidelijk werd 559 2, 260| 260. En toen Abraham zeide: "Mijn 560 2, 260| antwoordde: "Neem vier vogels en maak ze aan u gehecht. Zet 561 2, 260| zullen haastig tot u komen. En weet, dat Allah Almachtig, 562 2, 262| wille van Allah besteden, en het besteden niet doen volgen 563 2, 262| er beloning bij hun Heer en zij zullen geen vrees hebben, 564 2, 263| 263. Een vriendelijk woord en vergiffenis schenken is 565 2, 263| gevolgd door krenking. En Allah is Zichzelf genoeg, 566 2, 264| te vallen bij de mensen en hij gelooft niet in Allah 567 2, 264| hij gelooft niet in Allah en de laatste dag. Hij is als 568 2, 264| over wat zij verdienen. En Allah leidt het ongelovige 569 2, 265| 265. En de gelijkenis van degenen, 570 2, 265| Allah's welbehagen zoekende en hun ziel versterkende, is 571 2, 265| tweevoudig vruchten voortbrengt. En als er geen regen op valt, 572 2, 266| een tuin was met palmbomen en wijnstokken waardoor beken 573 2, 266| wijnstokken waardoor beken vloeien en waarin voor hem allerlei 574 2, 266| groeien, terwijl hij oud is en een zwak nakomelingschap 575 2, 266| zwak nakomelingschap heeft, en dat hem (de tuin) een vurige 576 2, 266| vurige wervelwind treft en hem verschroeit? Zo zet 577 2, 267| weg, die gij hebt verdiend en van hetgeen Wij voor u uit 578 2, 267| uit de aarde voortbrengen en zoekt niet hetgeen slecht 579 2, 267| nemen, tenzij oogluikend; en weet, dat Allah Zichzelf-genoeg, 580 2, 268| Satan dreigt u met armoede en gelast u hetgeen slecht 581 2, 268| uit Zichzelf u vergiffenis en overvloed belooft; en Allah 582 2, 268| vergiffenis en overvloed belooft; en Allah is Overvloedig-gevend, 583 2, 269| wijsheid aan wie Hij wil en wie wijsheid is geschonken 584 2, 269| inderdaad overvloedig begiftigd en niemand trekt er lering 585 2, 270| 270. En alles wat gij geeft en elke 586 2, 270| En alles wat gij geeft en elke gelofte, die gij aflegt, 587 2, 271| als gij dit in stilte doet en aan de armen geeft is het 588 2, 271| geeft is het beter voor u en Hij zal de fouten van u 589 2, 271| de fouten van u wegnemen. En Allah weet, wat gij doet. ~ 590 2, 272| Allah leidt wie Hij wil. En welke rijkdommen gij ook 591 2, 272| weggeeft, het komt u ten goede en gij geeft alleen om Allah' 592 2, 272| s welbehagen te zoeken. En welke rijkdommen gij ook 593 2, 272| volle worden terugbetaald en u zal geen onrecht worden 594 2, 273| door hun dienst) aan Allah, en in het land niet kunnen 595 2, 273| wijze bij de mensen vragen. En welke rijkdommen gij ook 596 2, 274| die hun rijkdommen nacht en dag, heimelijk of openlijk 597 2, 275| terwijl Allah de heeft wettig en de rente onwettig heeft 598 2, 275| vermaning van zijn Heer krijgt en er mee ophoudt, hem zal 599 2, 275| vroeger heeft ontvangen en zijn zaak is bij Allah. 600 2, 275| zijn zaak is bij Allah. En zij, die terugvallen, zij 601 2, 276| Allah schaft de rente af en doet de weldadigheid toenemen. 602 2, 276| de weldadigheid toenemen. En Allah heeft niet lief alle 603 2, 276| niet lief alle ondankbaren en zondaren. ~ 604 2, 277| Voorzeker, zij die geloven en goede daden doen en het 605 2, 277| geloven en goede daden doen en het gebed houden en de Zakaat 606 2, 277| doen en het gebed houden en de Zakaat betalen, hun beloning 607 2, 277| beloning is bij hun Heer en voor hen is geen vrees, 608 2, 278| die gelooft, vreest Allah en doet afstand van de rest 609 2, 279| dan ten oorlog met Allah en Zijn boodschapper; indien 610 2, 280| 280. En indien iemand in verlegenheid 611 2, 280| uitstel zijn tot het hem past. En wanneer gij kwijtscheldt 612 2, 281| 281. En vreest de dag, waarop gij 613 2, 281| hetgeen zij heeft verdiend; en onrecht zal hen niet worden 614 2, 282| in uw bijzijn optekenen en geen schrijver moet weigeren, 615 2, 282| laat hem daarom schrijven en laat de schuldenaar dicteren 616 2, 282| de schuldenaar dicteren en hij moet Allah, zijn Heer 617 2, 282| Allah, zijn Heer vrezen en niets daaraan afdoen. Maar, 618 2, 282| zaakwaarnemer eerlijk dicteren. En roept van onder uw mannen 619 2, 282| uw mannen twee getuigen en als er geen twee mannen 620 2, 282| mannen zijn, dan één man en twee vrouwen van degenen, 621 2, 282| andere indachtig moge maken. En de getuigen mogen niet weigeren, 622 2, 282| wanneer zij worden gedaagd. En wordt het schrijven niet 623 2, 282| het getuigenis zekerder en weerhoudt u van twijfel. 624 2, 282| gij het niet neerschrijft. En hebt getuigen, wanneer gij 625 2, 282| gij aan elkander verkoopt en de schrijver en de getuigen 626 2, 282| verkoopt en de schrijver en de getuigen mag geen leed 627 2, 282| geen leed worden aangedaan. En indien gij zulks doet, zal 628 2, 282| Allah schenkt u kennis en Allah weet alle dingen goed. ~ 629 2, 283| 283. En indien gij op reis zijt 630 2, 283| indien gij op reis zijt en geen schrijver vindt, laat 631 2, 283| onderpand voor worden gegeven. En indien één uwer de ander 632 2, 283| toevertrouwde teruggeven en laat hem Allah zijn Heer 633 2, 283| Verbergt geen getuigenis; en wie dat wel doet diens hart 634 2, 283| diens hart is zeker zondig en Allah weet goed, wat gij 635 2, 284| behoort wat in de hemelen en wat op de aarde is; en indien 636 2, 284| hemelen en wat op de aarde is; en indien gij openbaart hetgeen 637 2, 284| Hij vergeven wie Hij wil en straffen, wie Hij wil. Allah 638 2, 285| zijn Heer is geopenbaard en ook de gelovigen, allen 639 2, 285| Zijn engelen, Zijn boeken en Zijn boodschappers, zeggende: " 640 2, 285| tussen Zijn boodschappers"; en zij zeggen: "Wij hebben 641 2, 285| zeggen: "Wij hebben gehoord en gehoorzaamd, Heer, wij vragen 642 2, 285| wij vragen U vergiffenis en tot U is (onze) terugkeer." ~ 643 2, 286| haar is wat zij verdient en tegen haar is ook wat zij 644 2, 286| fout hebben begaan, Heer, en belast ons niet, zoals Gij 645 2, 286| dragen), wis onze fouten uit en schenk ons vergiffenis en 646 2, 286| en schenk ons vergiffenis en wees ons barmhartig; Gij 647 3, 3 | hetgeen er aan voorafgaat en Hij zond voordien de Torah 648 3, 3 | Hij zond voordien de Torah en het Evangelie als leiding 649 3, 3 | als leiding voor het volk en Hij heeft het Verschil geopenbaard. ~ 650 3, 7 | grondslag van het Boek, en er zijn andere (verzen), 651 3, 7 | zinnebeeldig (bedoeld) zijn en zoeken tweedracht en de 652 3, 7 | zijn en zoeken tweedracht en de verkeerde uitleg. En 653 3, 7 | en de verkeerde uitleg. En niemand kent de juiste uitleg 654 3, 7 | juiste uitleg dan Allah en degenen, die vast gegrondvest 655 3, 7 | geheel is van onze Heer"; en niemand trekt er lering 656 3, 8 | nadat Gij ons hebt geleid en schenk ons Uw barmhartigheid; 657 3, 10 | Voorzeker zullen de bezittingen en kinderen der ongelovigen 658 3, 11 | wijze van Pharao's volk en degenen, die vóór hen waren. 659 3, 12 | zult worden terneergeslagen en in de hel worden verzameld, 660 3, 13 | vechtend voor de zaak van Allah en het andere ongelovig, dezen 661 3, 13 | zo talrijk als zijzelf. En Allah versterkt met Zijn 662 3, 14 | kinderen, stapels goud en zilver, raspaarden, vee 663 3, 14 | zilver, raspaarden, vee en akkers. Dat is de voorziening 664 3, 15 | daar zullen zij vertoeven en voor hen zijn reine metgezellen, 665 3, 15 | alsmede Allah's welbehagen. En Allah ziet Zijn dienaren. ~ 666 3, 16 | vergeef ons daarom onze zonden en red ons van de straf van 667 3, 17 | 17. En de geduldigen, de waarachtigen, 668 3, 17 | waarachtigen, de gehoorzamen en zij die wel doen en zij 669 3, 17 | gehoorzamen en zij die wel doen en zij die vergiffenis vragen 670 3, 18 | dat er geen God is dan Hij en de engelen en degenen, die 671 3, 18 | is dan Hij en de engelen en degenen, die kennis bezitten, 672 3, 19 | voor Allah is de Islam. En degenen, aan wie het Boek 673 3, 19 | kennis tot hen was gekomen. En wie de tekenen van Allah 674 3, 20 | 20. En zeg wanneer zij met u redetwisten: " 675 3, 20 | met u redetwisten: "Ik, en degenen die mij volgen hebben 676 3, 20 | aan Allah onderworpen." En zeg tot degenen aan wie 677 3, 20 | wie het Boek is gegeven en tot de onwetenden: "Hebt 678 3, 20 | duidelijke verkondiging ervan; en Allah ziet zijn dienaren. ~ 679 3, 21 | tekenen van Allah verwerpen en de profeten ten onrechte 680 3, 21 | profeten ten onrechte doden en ook trachten de mensen te 681 3, 22 | wier daden in deze wereld en voor het Hiernamaals verloren 682 3, 24 | luttel aantal dagen deren." En wat zij plachten te verzinnen, 683 3, 25 | waarover geen twijfel bestaat en waarop elke ziel voor hetgeen 684 3, 25 | volle zal worden betaald en hun geen onrecht zal worden 685 3, 26 | heerschappij aan wie Gij wilt en neemt terug van wie Gij 686 3, 26 | Gij verheft, wie Gij wilt en vernedert, wie Gij wilt. 687 3, 26 | in Uw hand is het goede. En Gij hebt macht over alle 688 3, 27 | nacht in de dag overgaan en de dag in de nacht. En Gij 689 3, 27 | overgaan en de dag in de nacht. En Gij brengt het levende uit 690 3, 27 | levende uit het dode voort en Gij brengt het dode uit 691 3, 27 | dode uit het levende voort. En Gij geeft onbeperkt aan 692 3, 28 | verkiezen boven de gelovigen - en wie dat doet heeft geen 693 3, 28 | zorgvuldig voor hen hoedt. En Allah waarschuwt u voor 694 3, 28 | waarschuwt u voor Hemzelf en tot Allah zullen allen wederkeren. ~ 695 3, 29 | onthult, Allah weet het en Hij weet wat in de hemelen 696 3, 29 | Hij weet wat in de hemelen en op aarde is. Allah heeft 697 3, 30 | goede dat zij heeft verricht en het kwade dat zij heeft 698 3, 30 | afstand ware tussen haar en het kwade. En Allah waarschuwt 699 3, 30 | tussen haar en het kwade. En Allah waarschuwt u voor 700 3, 30 | waarschuwt u voor Hemzelf. En Allah is liefderijk jegens 701 3, 31 | Allah zal u liefhebben en uw zonden vergeven. Allah 702 3, 32 | Zeg: "Gehoorzaamt Allah en de boodschapper", maar als 703 3, 33 | 33. Allah verkoos Adam en Noach en de nakomelingen 704 3, 33 | Allah verkoos Adam en Noach en de nakomelingen van Abraham 705 3, 33 | nakomelingen van Abraham en de nakomelingen van Imraan 706 3, 34 | Afstammelingen, de een van de ander. En Allah is Alhorend, Alwetend. ~ 707 3, 36 | beste wat zij voortbracht. "En de man is niet gelijk aan 708 3, 36 | niet gelijk aan de vrouw. En ik heb haar Maria genoemd 709 3, 36 | ik heb haar Maria genoemd en ik stel haar en haar nageslacht 710 3, 36 | genoemd en ik stel haar en haar nageslacht onder Uw 711 3, 37 | Maria) met welbehagen aan en deed haar goed opgroeien 712 3, 37 | deed haar goed opgroeien en vertrouwde haar aan Zacharia 713 3, 39 | 39. En de engelen riepen tot hem, 714 3, 39 | s woord zal vervullen - en hij zal edel, kuis en een 715 3, 39 | en hij zal edel, kuis en een profeet onder de rechtvaardigen 716 3, 40 | ouderdom al over mij gekomen en mijn vrouw onvruchtbaar 717 3, 41 | spreken. Gedenk uw Heer vaak en verheerlijk Hem 's avonds 718 3, 41 | verheerlijk Hem 's avonds en 's morgens." ~ 719 3, 42 | Allah heeft u uitverkoren en u gereinigd en u boven de 720 3, 42 | uitverkoren en u gereinigd en u boven de vrouwen aller 721 3, 43 | wees uw Heer gehoorzaam en werp u neder en aanbid met 722 3, 43 | gehoorzaam en werp u neder en aanbid met degenen, die 723 3, 44 | ongeziene, die wij u openbaren. En gij waart niet bij hen toen 724 3, 45 | Maria, geëerd in deze wereld en in de volgende en hij zal 725 3, 45 | wereld en in de volgende en hij zal tot hen behoren 726 3, 46 | 46. En hij zal tot het volk spreken 727 3, 46 | volk spreken in de wieg en op middelbare leeftijd en 728 3, 46 | en op middelbare leeftijd en hij zal één der rechtvaardigen 729 3, 47 | daartoe slechts: "Wees" en het wordt. ~ 730 3, 48 | 48. "En Hij zal hem het Boek (de 731 3, 48 | Boek (de goddelijke Wet) en de Wijsheid en de Torah 732 3, 48 | goddelijke Wet) en de Wijsheid en de Torah en het Evangelie 733 3, 48 | de Wijsheid en de Torah en het Evangelie onderwijzen." ~ 734 3, 49 | 49. En hij zal een boodschapper 735 3, 49 | maken, dan adem ik daarin en hij zal een vogel worden, 736 3, 49 | worden, door Allah's gebod. En ik genees de blinden en 737 3, 49 | En ik genees de blinden en de melaatsen en doe de doden 738 3, 49 | blinden en de melaatsen en doe de doden herleven en 739 3, 49 | en doe de doden herleven en ik deel u mede, wat gij 740 3, 49 | mede, wat gij zult eten en wat gij in uw huizen zult 741 3, 50 | was, namelijk, de Torah en om u iets, van wat u was 742 3, 50 | staan; vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij. ~ 743 3, 51 | Voorzeker, Allah is mijn Heer en uw Heer; aanbidt Hem daarom, 744 3, 52 | Allah. Wij geloven in Allah. En getuigt gij dat wij Moslims 745 3, 53 | hetgeen Gij hebt geopenbaard en volgen deze boodschapper. 746 3, 54 | 54. En zij maakten plannen (tegen 747 3, 55 | Jezus, ik zal u doen sterven en u tot Mij; opheffen en u 748 3, 55 | sterven en u tot Mij; opheffen en u zuiveren van de ongelovigen 749 3, 55 | zuiveren van de ongelovigen en zal uw volgelingen tot de 750 3, 55 | uw terugkeer tot Mij zijn en Ik zal onder u rechtspreken 751 3, 56 | ongelovigen zal Ik in deze wereld en in de volgende streng straffen 752 3, 56 | volgende streng straffen en zij zullen geen helpers 753 3, 58 | hetgeen Wij u van de tekenen en de wijze vermaning meedelen. ~ 754 3, 59 | Allah) schiep hem uit stof en zeide: "Wees" en hij werd. ~ 755 3, 59 | uit stof en zeide: "Wees" en hij werd. ~ 756 3, 61 | laat ons onze kinderen en uw kinderen en onze vrouwen 757 3, 61 | kinderen en uw kinderen en onze vrouwen en uw vrouwen 758 3, 61 | kinderen en onze vrouwen en uw vrouwen en ons volk en 759 3, 61 | onze vrouwen en uw vrouwen en ons volk en uw volk roepen; 760 3, 61 | en uw vrouwen en ons volk en uw volk roepen; laat ons 761 3, 61 | ons daarna vurig bidden en de vloek van Allah roepen 762 3, 62 | voorzeker de ware uitleg, en er is geen God dan Allah 763 3, 62 | er is geen God dan Allah en waarlijk, Hij is de Almachtige, 764 3, 64 | niemand dan Allah aanbidden en dat wij niets met Hem vereenzelvigen 765 3, 64 | niets met Hem vereenzelvigen en dat sommigen onzer geen 766 3, 65 | Abraham, wanneer de Torah en het Evangelie eerst na hem 767 3, 66 | kennis hebt? Allah weet en gij weet niet. ~ 768 3, 67 | was een oprecht Moslim. En hij behoorde niet tot de 769 3, 68 | degenen, die hem volgen; en deze profeet en de gelovigen; 770 3, 68 | volgen; en deze profeet en de gelovigen; en Allah is 771 3, 68 | profeet en de gelovigen; en Allah is de Vriend der gelovigen. ~ 772 3, 69 | niemand dwalen dan zichzelf; en zij beseffen het niet. ~ 773 3, 71 | de waarheid met de leugen en verbergt de waarheid tegen 774 3, 72 | 72. En een gedeelte der mensen 775 3, 72 | in de vroege ochtendstond en verwerpt het aan het einde 776 3, 73 | 73. "En gelooft niet, behalve in 777 3, 73 | schenkt deze aan wie Hij wil". En Allah is Milddadig, Alwetend. ~ 778 3, 75 | u deze zal teruggeven, en er zijn er onder, die, als 779 3, 76 | wie zijn belofte vervult en vreest - voorwaar, Allah 780 3, 77 | voor hun verbond met Allah en voor hun eed, voor dezen 781 3, 77 | voordeel in het Hiernamaals en Allah zal niet tot hen spreken, 782 3, 77 | hen als rein beschouwen en er zal een smartelijke straf 783 3, 78 | 78. En voorzeker, onder hen zijn 784 3, 78 | het niet van het Boek is. En zij zeggen: "Dit is van 785 3, 78 | ofschoon het niet van Allah is en zij uiten een leugen tegen 786 3, 79 | als Allah hem het Boek en de macht en het profeetschap 787 3, 79 | hem het Boek en de macht en het profeetschap geeft, 788 3, 79 | gij het Boek onderwijst en zelf bestudeert." ~ 789 3, 80 | hij u gebieden de engelen en de profeten als goden te 790 3, 81 | 81. En toen Allah met de profeten 791 3, 81 | Voorwaar, Ik heb u het Boek en de Wijsheid geschonken en 792 3, 81 | en de Wijsheid geschonken en daarna zal een boodschapper 793 3, 81 | in hem zult gij geloven en hem zult gij helpen." En 794 3, 81 | en hem zult gij helpen." En Hij zeide: "Hebt gij bekrachtigd 795 3, 81 | zeide: "Hebt gij bekrachtigd en daarmede Mijn verbond aanvaard?" 796 3, 81 | Hij zeide: "Getuigt dan en Ik ben met u onder de getuigen." ~ 797 3, 83 | al hetgeen in de hemelen en op aarde is zich willens 798 3, 83 | aan Hem moet onderwerpen? En tot Hem zullen zij worden 799 3, 84 | Zeg: "Wij geloven in Allah en in hetgeen ons werd geopenbaard 800 3, 84 | hetgeen ons werd geopenbaard en hetgeen werd geopenbaard 801 3, 84 | Abraham, Ismaël, Izaäk, Jacob, en de stammen en hetgeen aan 802 3, 84 | Izaäk, Jacob, en de stammen en hetgeen aan Mozes en Jezus 803 3, 84 | stammen en hetgeen aan Mozes en Jezus en de profeten door 804 3, 84 | hetgeen aan Mozes en Jezus en de profeten door hun Heer 805 3, 85 | 85. En wie een andere godsdienst 806 3, 85 | hem niet worden aanvaard en hij zal in het Hiernamaals 807 3, 86 | verworpen, na te hebben geloofd, en de getuigenis te hebben 808 3, 86 | boodschapper waarachtig was en nadat de duidelijke bewijzen 809 3, 87 | vloek van Allah, de engelen en de mensen, op hen rust. ~ 810 3, 89 | die daarna berouw hebben en zich verbeteren. Allah is 811 3, 90 | terugvallen na te hebben geloofd en dan in ongeloof toenemen: 812 3, 91 | Degenen die ongelovig zijn en als ongelovigen sterven, 813 3, 91 | smartelijke straf wacht en er zullen voor hen geen 814 3, 92 | mededeelt van hetgeen u lief is en wat gij ook besteedt. Allah 815 3, 93 | Zeg: "Komt met de Torah en leest haar als gij waarachtig 816 3, 96 | Mekka) vol van zegeningen en als richtsnoer voor alle 817 3, 97 | is de plaats van Abraham en wie het binnengaat is in 818 3, 97 | binnengaat is in vrede. En de bedevaart naar het Huis 819 3, 97 | weg naartoe kunnen vinden. En wie niet gelooft, Allah 820 3, 99 | het (rechte) pad van Allah en wenst gij het krom te maken, 821 3, 101| Allah worden voorgedragen en Zijn boodschapper onder 822 3, 101| boodschapper onder u aan wezig is? En hij, die zich aan Allah 823 3, 102| Allah zoals het behoort en sterft niet, tenzij gij 824 3, 103| 103. En houdt u allen tezamen vast 825 3, 103| aan het koord van Allah en weest niet verdeeld en gedenkt 826 3, 103| Allah en weest niet verdeeld en gedenkt de gunst van Allah, 827 3, 103| toen gij vijanden waart en Hij uw harten verenigde, 828 3, 103| door Zijn gunst broeders en gij waart aan de rand van 829 3, 103| de rand van een vuurput en Hij redde u er van. Zo legt 830 3, 104| 104. En laat er een groep onder 831 3, 104| die tot goedheid aanspoort en tot rechtvaardigheid maant 832 3, 104| tot rechtvaardigheid maant en het kwade verbiedt; dezen 833 3, 105| 105. En weest niet als degenen, 834 3, 105| degenen, die verdeeld waren en van mening verschilden nadat 835 3, 106| sommige gezichten verlicht en andere gezichten verduisterd 836 3, 109| 109. En aan Allah behoort al hetgeen 837 3, 109| al hetgeen in de hemelen en al hetgeen op aarde is en 838 3, 109| en al hetgeen op aarde is en tot Allah worden alle dingen 839 3, 110| is, verbiedt wat kwaad is en gelooft in Allah. En, indien 840 3, 110| is en gelooft in Allah. En, indien de mensen van het 841 3, 111| enige moeilijkheid bezorgen en als zij tegen u vechten 842 3, 112| terug met Allah's toorn en werden door armoede getroffen. 843 3, 112| tekenen van Allah verwierpen en de profeten onrechtvaardig 844 3, 112| doordat zij ongehoorzaam waren en (zijn gebod) overtraden. ~ 845 3, 113| uren van de nacht opzegt en zich met het gelaat ter 846 3, 114| 114. Zij geloven in Allah en de laatste Dag en gebieden 847 3, 114| Allah en de laatste Dag en gebieden het goede en verbieden 848 3, 114| Dag en gebieden het goede en verbieden het kwade en wedijveren 849 3, 114| goede en verbieden het kwade en wedijveren met elkander 850 3, 115| 115. En het goede dat zij doen, 851 3, 115| zal niet worden ontkend en Allah kent de Godvrezenden. ~ 852 3, 116| kunnen baten tegen Allah en dezen worden de bewoners 853 3, 117| onrecht heeft aangedaan en deze vernietigt. En Allah 854 3, 117| aangedaan en deze vernietigt. En Allah had hun geen onrecht 855 3, 118| Nijd laten zij blijken en wat hun innerlijk verbergt 856 3, 119| zij hebben u niet lief. En gij gelooft in het gehele 857 3, 120| overkomt verdriet het hen en als u iets kwaads overkomt 858 3, 120| indien gij geduldig blijft en God vreest, zullen hun plannen 859 3, 122| hoewel Allah hun Vriend was. En in Allah behoren de gelovigen 860 3, 123| 123. En Allah had u reeds bij Badr 861 3, 125| Ja, indien gij geduldig en rechtvaardit zijt en zij ( 862 3, 125| geduldig en rechtvaardit zijt en zij (de ongelovigen) u dadelijk 863 3, 126| 126. En Allah heeft het alleen als 864 3, 126| daardoor gerust te stellen en hulp komt slechts van Allah, 865 3, 127| ongelovigen kon afsnijden en hen vernederen, zodat zij 866 3, 129| 129. En aan Allah behoort al hetgeen 867 3, 129| al hetgeen in de hemelen en al hetgeen op aarde is. 868 3, 129| Hij vergeeft wie Hij wil en Hij straft wie Hij wil en 869 3, 129| en Hij straft wie Hij wil en Allah is Vergevensgezind, 870 3, 130| vermeerdering (van bezit) en vreest Allah, opdat gij 871 3, 131| 131. En vreest het Vuur dat voor 872 3, 132| 132. En gehoorzaamt Allah en de 873 3, 132| 132. En gehoorzaamt Allah en de boodschapper, zodat u 874 3, 133| vergiffenis van uw Heer en om het paradijs, welks uitgestrektheid 875 3, 133| uitgestrektheid de hemelen en de aarde is, bereid voor 876 3, 134| 134. Zij, die in voorspoed en in tegenspoed wel doen en 877 3, 134| en in tegenspoed wel doen en zij, die toorn onderdrukken 878 3, 134| die toorn onderdrukken en mensen vergeven; Allah heeft 879 3, 135| 135. En zij, die wanneer zij een 880 3, 135| onrecht aandoen Allah gedenken en om vergiffenis vragen voor 881 3, 135| vergeven buiten Allah? - en niet volharden in hun (slechte) 882 3, 137| reist daarom over de aarde en ziet, hoe het einde was 883 3, 138| voor de mensen, een leiding en vermaning voor de godvrezenden. ~ 884 3, 140| die geloven onderscheide en uit uw midden getuigen ( 885 3, 140| getuigen (martelaren) neme en Allah heeft de onrechtvaardigen 886 3, 141| gelovigen moge louteren en de ongelovigen vernietigen. ~ 887 3, 142| degenen uwer die strijden en standvastig zijn nog niet 888 3, 143| 143. En gij placht deze dood te 889 3, 143| nu hebt gij hem gezien en gij staart er naar. ~ 890 3, 144| 144. En Mohammed is slechts een 891 3, 144| geen schade berokkenen. En Allah zal de dankbaren gewis 892 3, 145| de tijd is vastgesteld. En wie de beloning van de tegenwoordige 893 3, 145| zullen Wij er van geven; en wie de beloning van het 894 3, 145| zullen Wij daar van geven en Wij zullen de dankbaren 895 3, 146| noch vernederden zij zich. En Allah heeft de geduldigen 896 3, 147| 147. En hun woord was slechts: " 897 3, 147| vergeef ons onze zonden en de buitensporigheden in 898 3, 147| buitensporigheden in ons gedrag en maak ons standvastig en 899 3, 147| en maak ons standvastig en help ons tegen het ongelovige 900 3, 148| beloning in de volgende en Allah heeft degenen die 901 3, 150| Allah is uw Beschermer en Hij is de Beste der helpers. ~ 902 3, 151| verblijfplaats is het Vuur en slecht is de woning der 903 3, 152| 152. En Allah heeft Zijn belofte 904 3, 152| gij onstandvastig werdt en het over het gebod onder 905 3, 152| onder elkander oneens werdt en gij niet gehoorzaamdet, 906 3, 152| tegenwoordige wereld begeerden en er waren onder u die het 907 3, 153| 153. Toen gij wegvluchttet en naar niemand omzaagt, terwijl 908 3, 153| hetgeen met u gebeurde. En Allah is goed op de hoogte 909 3, 154| die een deel uwer overviel en het andere deel was bezorgd 910 3, 154| wat in uw innerlijk was en louteren wat in uw hart 911 3, 156| maken. Allah geeft leven en veroorzaakt de dood; Allah 912 3, 157| 157. En als gij voor de zaak van 913 3, 157| zal Allah's vergiffenis en barmhartigheid zeker beter 914 3, 158| 158. En indien gij sterft of gedood 915 3, 159| gelovigen); als gij ruw en hardvochtig waart geweest 916 3, 159| verwijderd. Vergeef hen daarom en vraag voor hen vergiffenis 917 3, 159| vraag voor hen vergiffenis en raadpleeg hen in belangrijke 918 3, 159| hen in belangrijke zaken en wanneer gij vastbesloten 919 3, 161| 161. En het betaamt een profeet 920 3, 162| behagen van Allah zoekt en hij die de toorn van Allah 921 3, 162| van Allah tot zich trekt en wiens verblijfplaats de 922 3, 163| hebben bij Allah graden en Allah ziet wat zij doen. ~ 923 3, 164| verkondigt, hen loutert en hun het Boek en de wijsheid 924 3, 164| loutert en hun het Boek en de wijsheid onderwijst, 925 3, 165| Wanneer u rampspoed overkomt - en gij hadt het dubbele er 926 3, 166| 166. En hetgeen u op de dag waarop 927 3, 166| geschiedde met Allah's verlof en dit was om de gelovigen 928 3, 167| 167. En opdat Hij de huichelaars 929 3, 167| mocht doen onderkennen. En er werd tot hen gezegd: " 930 3, 167| werd tot hen gezegd: "Komt en vecht voor Allah's zaak 931 3, 167| vecht voor Allah's zaak en verdedigt u." Zij zeiden: " 932 3, 169| 169. En denkt niet over degenen, 933 3, 169| doden. Neen, zij zijn levend en bij hun Heer worden hun 934 3, 170| degenen die achterbleven, en hen nog niet hebben ingehaald, 935 3, 171| zich over Allah's gunst en Zijn overvloed en dat Allah 936 3, 171| gunst en Zijn overvloed en dat Allah de beloning der 937 3, 172| Degenen, die de roep van Allah en de boodschapper beantwoordden, 938 3, 172| diegenen hunner, die goeddoen en rechtvaardig handelen, zullen 939 3, 173| 173. En toen de mensen tot hen zeiden: " 940 3, 173| vermeerderde dit hun geloof en zij antwoordden: "Allah 941 3, 173| antwoordden: "Allah is ons genoeg en Hij is een uitstekende Beschermer." ~ 942 3, 174| keerden zij met de gunst en genade van Allah terug, 943 3, 174| kwaad had hen aangeraakt en zij volgden Allah's welbehagen; 944 3, 174| volgden Allah's welbehagen; en Allah is de Heer van grote 945 3, 176| 176. En laat degenen, die vlug tot 946 3, 178| 178. En laat de ongelovigen niet 947 3, 179| Gelooft daarom in Allah en Zijn boodschappers. Als 948 3, 179| boodschappers. Als gij gelooft en rechtvaardig zijt, zal er 949 3, 180| 180. En laat degenen, die gierig 950 3, 180| om hun nek worden gelegd. En aan Allah behoort het erfdeel 951 3, 180| het erfdeel der hemelen en der aarde en Allah is goed 952 3, 180| der hemelen en der aarde en Allah is goed op de hoogte 953 3, 181| 181. En voorzeker, Allah heeft de 954 3, 181| die zeiden: "Allah is arm en wij zijn rijk." Wij zullen 955 3, 181| hetgeen zij hebben gezegd en hun pogingen om de profeten 956 3, 181| onrechtvaardig te doden, optekenen en Wij zullen zeggen: "Ondergaat 957 3, 183| 183. En degenen, die zeggen: "Allah 958 3, 183| gekomen met duidelijke tekenen en met hetgeen, waarover gij 959 3, 184| 184. En wanneer men u (de profeet) 960 3, 184| die met duidelijke tekenen en geschriften en het stralende 961 3, 184| duidelijke tekenen en geschriften en het stralende Boek kwamen. ~ 962 3, 185| ziel zal de dood ondergaan. En voorzeker zal u op de Dag 963 3, 185| het Vuur wordt verwijderd en de Hemel binnengelaten, 964 3, 186| beproefd in uw bezittingen en in uzelf en gij zult gewis 965 3, 186| bezittingen en in uzelf en gij zult gewis vele pijnlijke 966 3, 186| Boek was gegeven vóór u en van degenen, die afgoderij 967 3, 186| als gij geduldig blijft en rechtvaardig handelt, dat 968 3, 187| 187. En toen Allah een verbond sloot 969 3, 187| aan de mensen bekend maken en het niet verbergen." Maar 970 3, 188| hetgeen zij hebben gedaan en gaarne worden geroemd voor 971 3, 189| 189. En aan Allah behoort het koninkrijk 972 3, 189| het koninkrijk der hemelen en der aarde en Allah heeft 973 3, 189| der hemelen en der aarde en Allah heeft macht over alle 974 3, 190| de schepping der hemelen en der aarde en in de wisseling 975 3, 190| der hemelen en der aarde en in de wisseling van dag 976 3, 190| in de wisseling van dag en nacht tekenen voor mensen 977 3, 191| Zij die staande, zittende en op hun zijden liggende Ailah 978 3, 191| liggende Ailah gedenken, en nadenken over de schepping 979 3, 191| de schepping der hemelen en der aarde, zeggende: "Onze 980 3, 192| Gij voorzeker vernederd. En de onrechtvaardigen zullen 981 3, 193| geloof: 'Gelooft in de Heer' en wij hebben geloofd. Onze 982 3, 193| vergeef ons daarom onze zonden en bedek onze zwakheden en 983 3, 193| en bedek onze zwakheden en doe ons sterven met de rechtvaardigen. ~ 984 3, 194| boodschappers hebt beloofd en verneder ons niet op de 985 3, 195| 195. En hun Heer verhoorde hen, 986 3, 195| behoort tot elkander. - En Ik zal van hen, die hun 987 3, 195| die hun land verlieten en van hun huizen zijn verjaagd 988 3, 195| hun huizen zijn verjaagd en voor Mijn zaak zign vervolgd 989 3, 195| Mijn zaak zign vervolgd en die hebben gevochten en 990 3, 195| en die hebben gevochten en zijn gedood, de fouten zeker 991 3, 195| de fouten zeker bedekken en zal hen tuinen doen binnengaan, 992 3, 195| een beloning van Allah en bij Allah is de beste beloning." ~ 993 3, 197| zal de hel hun tehuis zijn en slecht is deze rustplaats. ~ 994 3, 198| vertoeven als onthaal van Allah. En hetgeen bij Allah is, is 995 3, 199| 199. En voorzeker, onder de mensen 996 3, 199| Boek zijn er, die in Allah en in hetgeen u is geopenbaard 997 3, 199| hetgeen u is geopenbaard en in hetgeen tot hen was neergedaald, 998 3, 200| gelooft, blijft geduldig en spoort anderen aan volhardend 999 3, 200| anderen aan volhardend te zijn en blijft op uw hoede en vreest 1000 3, 200| zijn en blijft op uw hoede en vreest Allah, opdat gij


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License