1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
501 2, 237| 237. En indien gij van haar scheidt,
502 2, 237| het u zou kwijtschelden. En, indien gij kwijtscheldt
503 2, 237| dichter bij de godsvrucht. En vergeet niet, elkander goed
504 2, 238| 238. Waakt over uw gebeden en het tussengebed en stelt
505 2, 238| gebeden en het tussengebed en stelt u ootmoedig voor Allah. ~
506 2, 240| 240. En degenen uwer, die wanneer
507 2, 240| behoorlijke wijze doen. En Allah is Almachtig, Alwijs. ~
508 2, 241| 241. En er moet voor de gescheiden
509 2, 243| zeide tot hen: "Sterft" en dan schonk Hij hun leven.
510 2, 244| Strijdt voor de zaak van Allah en weet, dat Allah Alhorend,
511 2, 245| vele malen vermenigvuldigen en Allah vermindert en vermeerdert
512 2, 245| vermenigvuldigen en Allah vermindert en vermeerdert en tot Hem zult
513 2, 245| vermindert en vermeerdert en tot Hem zult gij worden
514 2, 246| wanneer wij van onze huizen en onze kinderen zijn verdreven?"
515 2, 247| 247. En hun profeet zeide tot hen: "
516 2, 247| heerschappij hebben dan hij en hem geen overvloed van rijkdommen
517 2, 247| heeft hem boven u gekozen en heeft hem overvloedig toegerust
518 2, 247| overvloedig toegerust met kennis en kracht." En Allah geeft
519 2, 247| toegerust met kennis en kracht." En Allah geeft Zijn heerschappij
520 2, 247| heerschappij aan wie Hij wil en Allah is Milddadig, Alwetend. ~
521 2, 248| 248. En hun profeet zeide tot hen: "
522 2, 248| der volgelingen van Mozes en der volgelingen van Aäron, (
523 2, 249| 249. En toen Taloet met de strijdkrachten
524 2, 249| maar een handvol neemt, en hij die er niets van neemt,
525 2, 249| hunner dronken zij er van. En toen zij de rivier overstaken,
526 2, 249| de rivier overstaken, hij en de gelovigen met hem - zeiden
527 2, 249| macht over Djaloet (Goliath) en zijn strijdkrachten." Maar
528 2, 249| grote groep gezegevierd." En Allah is met de geduldigen. ~
529 2, 250| 250. En toen zij uitgingen om Djaloet
530 2, 250| zij uitgingen om Djaloet en zijn strijdkrachten te ontmoeten,
531 2, 250| stort geduld over ons uit en maak onze voetstappen vast
532 2, 250| maak onze voetstappen vast en help ons tegen het ongelovige
533 2, 251| door het gebod van Allah en David doodde Djaloet en
534 2, 251| en David doodde Djaloet en Allah gaf hem heerschappij
535 2, 251| Allah gaf hem heerschappij en wijsheid en onderwees hem,
536 2, 251| heerschappij en wijsheid en onderwees hem, hetgeen Hij
537 2, 253| sommigen hunner sprak Allah en sommigen hunner verhief
538 2, 253| hunner verhief Hij in rang. En Wij gaven Jezus, zoon van
539 2, 253| Maria duidelijke tekenen en versterkten hem met de geest
540 2, 253| de geest der heiligheid. En indien Allah wilde, zouden
541 2, 253| sommigen hunner geloofden en anderen verwierpen. En indien
542 2, 253| geloofden en anderen verwierpen. En indien Allah wilde, zouden
543 2, 254| noch voorspraak zal zijn; en de ongelovigen zijn de onrechtvaardigen. ~
544 2, 255| Hem. Al wat in de hemelen en wat op aarde is, behoort
545 2, 255| kent hetgeen voor hen is en wat achter hen is en zij
546 2, 255| is en wat achter hen is en zij kunnen niets van Zijn
547 2, 255| strekt zich uit over hemelen en aarde en het waken over
548 2, 255| uit over hemelen en aarde en het waken over beide vermoeit
549 2, 256| die de duivel verloochent en in Allah gelooft, heeft
550 2, 258| Hij, die het leven geeft en doet sterven", zeide hij: "
551 2, 258| zeide hij: "Ik geef leven en doe sterven." Abraham zeide: "
552 2, 258| ongelovige in verbazing. En Allah leidt het onrechtvaardige
553 2, 259| daarna wekte Hij hem op en zeide: "Hoelang zijt gij
554 2, 259| Kijk nu naar uw voedsel en uw drank; zij zijn niet
555 2, 259| zij zijn niet bedorven. En kijk naar uw ezel; (dit
556 2, 259| teken voor de mensen maken. En kijk naar de beenderen,
557 2, 259| Wij ze in elkaar zetten en ze daarna met vlees bekleden."
558 2, 259| daarna met vlees bekleden." En toen hem dit duidelijk werd
559 2, 260| 260. En toen Abraham zeide: "Mijn
560 2, 260| antwoordde: "Neem vier vogels en maak ze aan u gehecht. Zet
561 2, 260| zullen haastig tot u komen. En weet, dat Allah Almachtig,
562 2, 262| wille van Allah besteden, en het besteden niet doen volgen
563 2, 262| er beloning bij hun Heer en zij zullen geen vrees hebben,
564 2, 263| 263. Een vriendelijk woord en vergiffenis schenken is
565 2, 263| gevolgd door krenking. En Allah is Zichzelf genoeg,
566 2, 264| te vallen bij de mensen en hij gelooft niet in Allah
567 2, 264| hij gelooft niet in Allah en de laatste dag. Hij is als
568 2, 264| over wat zij verdienen. En Allah leidt het ongelovige
569 2, 265| 265. En de gelijkenis van degenen,
570 2, 265| Allah's welbehagen zoekende en hun ziel versterkende, is
571 2, 265| tweevoudig vruchten voortbrengt. En als er geen regen op valt,
572 2, 266| een tuin was met palmbomen en wijnstokken waardoor beken
573 2, 266| wijnstokken waardoor beken vloeien en waarin voor hem allerlei
574 2, 266| groeien, terwijl hij oud is en een zwak nakomelingschap
575 2, 266| zwak nakomelingschap heeft, en dat hem (de tuin) een vurige
576 2, 266| vurige wervelwind treft en hem verschroeit? Zo zet
577 2, 267| weg, die gij hebt verdiend en van hetgeen Wij voor u uit
578 2, 267| uit de aarde voortbrengen en zoekt niet hetgeen slecht
579 2, 267| nemen, tenzij oogluikend; en weet, dat Allah Zichzelf-genoeg,
580 2, 268| Satan dreigt u met armoede en gelast u hetgeen slecht
581 2, 268| uit Zichzelf u vergiffenis en overvloed belooft; en Allah
582 2, 268| vergiffenis en overvloed belooft; en Allah is Overvloedig-gevend,
583 2, 269| wijsheid aan wie Hij wil en wie wijsheid is geschonken
584 2, 269| inderdaad overvloedig begiftigd en niemand trekt er lering
585 2, 270| 270. En alles wat gij geeft en elke
586 2, 270| En alles wat gij geeft en elke gelofte, die gij aflegt,
587 2, 271| als gij dit in stilte doet en aan de armen geeft is het
588 2, 271| geeft is het beter voor u en Hij zal de fouten van u
589 2, 271| de fouten van u wegnemen. En Allah weet, wat gij doet. ~
590 2, 272| Allah leidt wie Hij wil. En welke rijkdommen gij ook
591 2, 272| weggeeft, het komt u ten goede en gij geeft alleen om Allah'
592 2, 272| s welbehagen te zoeken. En welke rijkdommen gij ook
593 2, 272| volle worden terugbetaald en u zal geen onrecht worden
594 2, 273| door hun dienst) aan Allah, en in het land niet kunnen
595 2, 273| wijze bij de mensen vragen. En welke rijkdommen gij ook
596 2, 274| die hun rijkdommen nacht en dag, heimelijk of openlijk
597 2, 275| terwijl Allah de heeft wettig en de rente onwettig heeft
598 2, 275| vermaning van zijn Heer krijgt en er mee ophoudt, hem zal
599 2, 275| vroeger heeft ontvangen en zijn zaak is bij Allah.
600 2, 275| zijn zaak is bij Allah. En zij, die terugvallen, zij
601 2, 276| Allah schaft de rente af en doet de weldadigheid toenemen.
602 2, 276| de weldadigheid toenemen. En Allah heeft niet lief alle
603 2, 276| niet lief alle ondankbaren en zondaren. ~
604 2, 277| Voorzeker, zij die geloven en goede daden doen en het
605 2, 277| geloven en goede daden doen en het gebed houden en de Zakaat
606 2, 277| doen en het gebed houden en de Zakaat betalen, hun beloning
607 2, 277| beloning is bij hun Heer en voor hen is geen vrees,
608 2, 278| die gelooft, vreest Allah en doet afstand van de rest
609 2, 279| dan ten oorlog met Allah en Zijn boodschapper; indien
610 2, 280| 280. En indien iemand in verlegenheid
611 2, 280| uitstel zijn tot het hem past. En wanneer gij kwijtscheldt
612 2, 281| 281. En vreest de dag, waarop gij
613 2, 281| hetgeen zij heeft verdiend; en onrecht zal hen niet worden
614 2, 282| in uw bijzijn optekenen en geen schrijver moet weigeren,
615 2, 282| laat hem daarom schrijven en laat de schuldenaar dicteren
616 2, 282| de schuldenaar dicteren en hij moet Allah, zijn Heer
617 2, 282| Allah, zijn Heer vrezen en niets daaraan afdoen. Maar,
618 2, 282| zaakwaarnemer eerlijk dicteren. En roept van onder uw mannen
619 2, 282| uw mannen twee getuigen en als er geen twee mannen
620 2, 282| mannen zijn, dan één man en twee vrouwen van degenen,
621 2, 282| andere indachtig moge maken. En de getuigen mogen niet weigeren,
622 2, 282| wanneer zij worden gedaagd. En wordt het schrijven niet
623 2, 282| het getuigenis zekerder en weerhoudt u van twijfel.
624 2, 282| gij het niet neerschrijft. En hebt getuigen, wanneer gij
625 2, 282| gij aan elkander verkoopt en de schrijver en de getuigen
626 2, 282| verkoopt en de schrijver en de getuigen mag geen leed
627 2, 282| geen leed worden aangedaan. En indien gij zulks doet, zal
628 2, 282| Allah schenkt u kennis en Allah weet alle dingen goed. ~
629 2, 283| 283. En indien gij op reis zijt
630 2, 283| indien gij op reis zijt en geen schrijver vindt, laat
631 2, 283| onderpand voor worden gegeven. En indien één uwer de ander
632 2, 283| toevertrouwde teruggeven en laat hem Allah zijn Heer
633 2, 283| Verbergt geen getuigenis; en wie dat wel doet diens hart
634 2, 283| diens hart is zeker zondig en Allah weet goed, wat gij
635 2, 284| behoort wat in de hemelen en wat op de aarde is; en indien
636 2, 284| hemelen en wat op de aarde is; en indien gij openbaart hetgeen
637 2, 284| Hij vergeven wie Hij wil en straffen, wie Hij wil. Allah
638 2, 285| zijn Heer is geopenbaard en ook de gelovigen, allen
639 2, 285| Zijn engelen, Zijn boeken en Zijn boodschappers, zeggende: "
640 2, 285| tussen Zijn boodschappers"; en zij zeggen: "Wij hebben
641 2, 285| zeggen: "Wij hebben gehoord en gehoorzaamd, Heer, wij vragen
642 2, 285| wij vragen U vergiffenis en tot U is (onze) terugkeer." ~
643 2, 286| haar is wat zij verdient en tegen haar is ook wat zij
644 2, 286| fout hebben begaan, Heer, en belast ons niet, zoals Gij
645 2, 286| dragen), wis onze fouten uit en schenk ons vergiffenis en
646 2, 286| en schenk ons vergiffenis en wees ons barmhartig; Gij
647 3, 3 | hetgeen er aan voorafgaat en Hij zond voordien de Torah
648 3, 3 | Hij zond voordien de Torah en het Evangelie als leiding
649 3, 3 | als leiding voor het volk en Hij heeft het Verschil geopenbaard. ~
650 3, 7 | grondslag van het Boek, en er zijn andere (verzen),
651 3, 7 | zinnebeeldig (bedoeld) zijn en zoeken tweedracht en de
652 3, 7 | zijn en zoeken tweedracht en de verkeerde uitleg. En
653 3, 7 | en de verkeerde uitleg. En niemand kent de juiste uitleg
654 3, 7 | juiste uitleg dan Allah en degenen, die vast gegrondvest
655 3, 7 | geheel is van onze Heer"; en niemand trekt er lering
656 3, 8 | nadat Gij ons hebt geleid en schenk ons Uw barmhartigheid;
657 3, 10 | Voorzeker zullen de bezittingen en kinderen der ongelovigen
658 3, 11 | wijze van Pharao's volk en degenen, die vóór hen waren.
659 3, 12 | zult worden terneergeslagen en in de hel worden verzameld,
660 3, 13 | vechtend voor de zaak van Allah en het andere ongelovig, dezen
661 3, 13 | zo talrijk als zijzelf. En Allah versterkt met Zijn
662 3, 14 | kinderen, stapels goud en zilver, raspaarden, vee
663 3, 14 | zilver, raspaarden, vee en akkers. Dat is de voorziening
664 3, 15 | daar zullen zij vertoeven en voor hen zijn reine metgezellen,
665 3, 15 | alsmede Allah's welbehagen. En Allah ziet Zijn dienaren. ~
666 3, 16 | vergeef ons daarom onze zonden en red ons van de straf van
667 3, 17 | 17. En de geduldigen, de waarachtigen,
668 3, 17 | waarachtigen, de gehoorzamen en zij die wel doen en zij
669 3, 17 | gehoorzamen en zij die wel doen en zij die vergiffenis vragen
670 3, 18 | dat er geen God is dan Hij en de engelen en degenen, die
671 3, 18 | is dan Hij en de engelen en degenen, die kennis bezitten,
672 3, 19 | voor Allah is de Islam. En degenen, aan wie het Boek
673 3, 19 | kennis tot hen was gekomen. En wie de tekenen van Allah
674 3, 20 | 20. En zeg wanneer zij met u redetwisten: "
675 3, 20 | met u redetwisten: "Ik, en degenen die mij volgen hebben
676 3, 20 | aan Allah onderworpen." En zeg tot degenen aan wie
677 3, 20 | wie het Boek is gegeven en tot de onwetenden: "Hebt
678 3, 20 | duidelijke verkondiging ervan; en Allah ziet zijn dienaren. ~
679 3, 21 | tekenen van Allah verwerpen en de profeten ten onrechte
680 3, 21 | profeten ten onrechte doden en ook trachten de mensen te
681 3, 22 | wier daden in deze wereld en voor het Hiernamaals verloren
682 3, 24 | luttel aantal dagen deren." En wat zij plachten te verzinnen,
683 3, 25 | waarover geen twijfel bestaat en waarop elke ziel voor hetgeen
684 3, 25 | volle zal worden betaald en hun geen onrecht zal worden
685 3, 26 | heerschappij aan wie Gij wilt en neemt terug van wie Gij
686 3, 26 | Gij verheft, wie Gij wilt en vernedert, wie Gij wilt.
687 3, 26 | in Uw hand is het goede. En Gij hebt macht over alle
688 3, 27 | nacht in de dag overgaan en de dag in de nacht. En Gij
689 3, 27 | overgaan en de dag in de nacht. En Gij brengt het levende uit
690 3, 27 | levende uit het dode voort en Gij brengt het dode uit
691 3, 27 | dode uit het levende voort. En Gij geeft onbeperkt aan
692 3, 28 | verkiezen boven de gelovigen - en wie dat doet heeft geen
693 3, 28 | zorgvuldig voor hen hoedt. En Allah waarschuwt u voor
694 3, 28 | waarschuwt u voor Hemzelf en tot Allah zullen allen wederkeren. ~
695 3, 29 | onthult, Allah weet het en Hij weet wat in de hemelen
696 3, 29 | Hij weet wat in de hemelen en op aarde is. Allah heeft
697 3, 30 | goede dat zij heeft verricht en het kwade dat zij heeft
698 3, 30 | afstand ware tussen haar en het kwade. En Allah waarschuwt
699 3, 30 | tussen haar en het kwade. En Allah waarschuwt u voor
700 3, 30 | waarschuwt u voor Hemzelf. En Allah is liefderijk jegens
701 3, 31 | Allah zal u liefhebben en uw zonden vergeven. Allah
702 3, 32 | Zeg: "Gehoorzaamt Allah en de boodschapper", maar als
703 3, 33 | 33. Allah verkoos Adam en Noach en de nakomelingen
704 3, 33 | Allah verkoos Adam en Noach en de nakomelingen van Abraham
705 3, 33 | nakomelingen van Abraham en de nakomelingen van Imraan
706 3, 34 | Afstammelingen, de een van de ander. En Allah is Alhorend, Alwetend. ~
707 3, 36 | beste wat zij voortbracht. "En de man is niet gelijk aan
708 3, 36 | niet gelijk aan de vrouw. En ik heb haar Maria genoemd
709 3, 36 | ik heb haar Maria genoemd en ik stel haar en haar nageslacht
710 3, 36 | genoemd en ik stel haar en haar nageslacht onder Uw
711 3, 37 | Maria) met welbehagen aan en deed haar goed opgroeien
712 3, 37 | deed haar goed opgroeien en vertrouwde haar aan Zacharia
713 3, 39 | 39. En de engelen riepen tot hem,
714 3, 39 | s woord zal vervullen - en hij zal edel, kuis en een
715 3, 39 | en hij zal edel, kuis en een profeet onder de rechtvaardigen
716 3, 40 | ouderdom al over mij gekomen en mijn vrouw onvruchtbaar
717 3, 41 | spreken. Gedenk uw Heer vaak en verheerlijk Hem 's avonds
718 3, 41 | verheerlijk Hem 's avonds en 's morgens." ~
719 3, 42 | Allah heeft u uitverkoren en u gereinigd en u boven de
720 3, 42 | uitverkoren en u gereinigd en u boven de vrouwen aller
721 3, 43 | wees uw Heer gehoorzaam en werp u neder en aanbid met
722 3, 43 | gehoorzaam en werp u neder en aanbid met degenen, die
723 3, 44 | ongeziene, die wij u openbaren. En gij waart niet bij hen toen
724 3, 45 | Maria, geëerd in deze wereld en in de volgende en hij zal
725 3, 45 | wereld en in de volgende en hij zal tot hen behoren
726 3, 46 | 46. En hij zal tot het volk spreken
727 3, 46 | volk spreken in de wieg en op middelbare leeftijd en
728 3, 46 | en op middelbare leeftijd en hij zal één der rechtvaardigen
729 3, 47 | daartoe slechts: "Wees" en het wordt. ~
730 3, 48 | 48. "En Hij zal hem het Boek (de
731 3, 48 | Boek (de goddelijke Wet) en de Wijsheid en de Torah
732 3, 48 | goddelijke Wet) en de Wijsheid en de Torah en het Evangelie
733 3, 48 | de Wijsheid en de Torah en het Evangelie onderwijzen." ~
734 3, 49 | 49. En hij zal een boodschapper
735 3, 49 | maken, dan adem ik daarin en hij zal een vogel worden,
736 3, 49 | worden, door Allah's gebod. En ik genees de blinden en
737 3, 49 | En ik genees de blinden en de melaatsen en doe de doden
738 3, 49 | blinden en de melaatsen en doe de doden herleven en
739 3, 49 | en doe de doden herleven en ik deel u mede, wat gij
740 3, 49 | mede, wat gij zult eten en wat gij in uw huizen zult
741 3, 50 | was, namelijk, de Torah en om u iets, van wat u was
742 3, 50 | staan; vreest daarom Allah en gehoorzaamt mij. ~
743 3, 51 | Voorzeker, Allah is mijn Heer en uw Heer; aanbidt Hem daarom,
744 3, 52 | Allah. Wij geloven in Allah. En getuigt gij dat wij Moslims
745 3, 53 | hetgeen Gij hebt geopenbaard en volgen deze boodschapper.
746 3, 54 | 54. En zij maakten plannen (tegen
747 3, 55 | Jezus, ik zal u doen sterven en u tot Mij; opheffen en u
748 3, 55 | sterven en u tot Mij; opheffen en u zuiveren van de ongelovigen
749 3, 55 | zuiveren van de ongelovigen en zal uw volgelingen tot de
750 3, 55 | uw terugkeer tot Mij zijn en Ik zal onder u rechtspreken
751 3, 56 | ongelovigen zal Ik in deze wereld en in de volgende streng straffen
752 3, 56 | volgende streng straffen en zij zullen geen helpers
753 3, 58 | hetgeen Wij u van de tekenen en de wijze vermaning meedelen. ~
754 3, 59 | Allah) schiep hem uit stof en zeide: "Wees" en hij werd. ~
755 3, 59 | uit stof en zeide: "Wees" en hij werd. ~
756 3, 61 | laat ons onze kinderen en uw kinderen en onze vrouwen
757 3, 61 | kinderen en uw kinderen en onze vrouwen en uw vrouwen
758 3, 61 | kinderen en onze vrouwen en uw vrouwen en ons volk en
759 3, 61 | onze vrouwen en uw vrouwen en ons volk en uw volk roepen;
760 3, 61 | en uw vrouwen en ons volk en uw volk roepen; laat ons
761 3, 61 | ons daarna vurig bidden en de vloek van Allah roepen
762 3, 62 | voorzeker de ware uitleg, en er is geen God dan Allah
763 3, 62 | er is geen God dan Allah en waarlijk, Hij is de Almachtige,
764 3, 64 | niemand dan Allah aanbidden en dat wij niets met Hem vereenzelvigen
765 3, 64 | niets met Hem vereenzelvigen en dat sommigen onzer geen
766 3, 65 | Abraham, wanneer de Torah en het Evangelie eerst na hem
767 3, 66 | kennis hebt? Allah weet en gij weet niet. ~
768 3, 67 | was een oprecht Moslim. En hij behoorde niet tot de
769 3, 68 | degenen, die hem volgen; en deze profeet en de gelovigen;
770 3, 68 | volgen; en deze profeet en de gelovigen; en Allah is
771 3, 68 | profeet en de gelovigen; en Allah is de Vriend der gelovigen. ~
772 3, 69 | niemand dwalen dan zichzelf; en zij beseffen het niet. ~
773 3, 71 | de waarheid met de leugen en verbergt de waarheid tegen
774 3, 72 | 72. En een gedeelte der mensen
775 3, 72 | in de vroege ochtendstond en verwerpt het aan het einde
776 3, 73 | 73. "En gelooft niet, behalve in
777 3, 73 | schenkt deze aan wie Hij wil". En Allah is Milddadig, Alwetend. ~
778 3, 75 | u deze zal teruggeven, en er zijn er onder, die, als
779 3, 76 | wie zijn belofte vervult en vreest - voorwaar, Allah
780 3, 77 | voor hun verbond met Allah en voor hun eed, voor dezen
781 3, 77 | voordeel in het Hiernamaals en Allah zal niet tot hen spreken,
782 3, 77 | hen als rein beschouwen en er zal een smartelijke straf
783 3, 78 | 78. En voorzeker, onder hen zijn
784 3, 78 | het niet van het Boek is. En zij zeggen: "Dit is van
785 3, 78 | ofschoon het niet van Allah is en zij uiten een leugen tegen
786 3, 79 | als Allah hem het Boek en de macht en het profeetschap
787 3, 79 | hem het Boek en de macht en het profeetschap geeft,
788 3, 79 | gij het Boek onderwijst en zelf bestudeert." ~
789 3, 80 | hij u gebieden de engelen en de profeten als goden te
790 3, 81 | 81. En toen Allah met de profeten
791 3, 81 | Voorwaar, Ik heb u het Boek en de Wijsheid geschonken en
792 3, 81 | en de Wijsheid geschonken en daarna zal een boodschapper
793 3, 81 | in hem zult gij geloven en hem zult gij helpen." En
794 3, 81 | en hem zult gij helpen." En Hij zeide: "Hebt gij bekrachtigd
795 3, 81 | zeide: "Hebt gij bekrachtigd en daarmede Mijn verbond aanvaard?"
796 3, 81 | Hij zeide: "Getuigt dan en Ik ben met u onder de getuigen." ~
797 3, 83 | al hetgeen in de hemelen en op aarde is zich willens
798 3, 83 | aan Hem moet onderwerpen? En tot Hem zullen zij worden
799 3, 84 | Zeg: "Wij geloven in Allah en in hetgeen ons werd geopenbaard
800 3, 84 | hetgeen ons werd geopenbaard en hetgeen werd geopenbaard
801 3, 84 | Abraham, Ismaël, Izaäk, Jacob, en de stammen en hetgeen aan
802 3, 84 | Izaäk, Jacob, en de stammen en hetgeen aan Mozes en Jezus
803 3, 84 | stammen en hetgeen aan Mozes en Jezus en de profeten door
804 3, 84 | hetgeen aan Mozes en Jezus en de profeten door hun Heer
805 3, 85 | 85. En wie een andere godsdienst
806 3, 85 | hem niet worden aanvaard en hij zal in het Hiernamaals
807 3, 86 | verworpen, na te hebben geloofd, en de getuigenis te hebben
808 3, 86 | boodschapper waarachtig was en nadat de duidelijke bewijzen
809 3, 87 | vloek van Allah, de engelen en de mensen, op hen rust. ~
810 3, 89 | die daarna berouw hebben en zich verbeteren. Allah is
811 3, 90 | terugvallen na te hebben geloofd en dan in ongeloof toenemen:
812 3, 91 | Degenen die ongelovig zijn en als ongelovigen sterven,
813 3, 91 | smartelijke straf wacht en er zullen voor hen geen
814 3, 92 | mededeelt van hetgeen u lief is en wat gij ook besteedt. Allah
815 3, 93 | Zeg: "Komt met de Torah en leest haar als gij waarachtig
816 3, 96 | Mekka) vol van zegeningen en als richtsnoer voor alle
817 3, 97 | is de plaats van Abraham en wie het binnengaat is in
818 3, 97 | binnengaat is in vrede. En de bedevaart naar het Huis
819 3, 97 | weg naartoe kunnen vinden. En wie niet gelooft, Allah
820 3, 99 | het (rechte) pad van Allah en wenst gij het krom te maken,
821 3, 101| Allah worden voorgedragen en Zijn boodschapper onder
822 3, 101| boodschapper onder u aan wezig is? En hij, die zich aan Allah
823 3, 102| Allah zoals het behoort en sterft niet, tenzij gij
824 3, 103| 103. En houdt u allen tezamen vast
825 3, 103| aan het koord van Allah en weest niet verdeeld en gedenkt
826 3, 103| Allah en weest niet verdeeld en gedenkt de gunst van Allah,
827 3, 103| toen gij vijanden waart en Hij uw harten verenigde,
828 3, 103| door Zijn gunst broeders en gij waart aan de rand van
829 3, 103| de rand van een vuurput en Hij redde u er van. Zo legt
830 3, 104| 104. En laat er een groep onder
831 3, 104| die tot goedheid aanspoort en tot rechtvaardigheid maant
832 3, 104| tot rechtvaardigheid maant en het kwade verbiedt; dezen
833 3, 105| 105. En weest niet als degenen,
834 3, 105| degenen, die verdeeld waren en van mening verschilden nadat
835 3, 106| sommige gezichten verlicht en andere gezichten verduisterd
836 3, 109| 109. En aan Allah behoort al hetgeen
837 3, 109| al hetgeen in de hemelen en al hetgeen op aarde is en
838 3, 109| en al hetgeen op aarde is en tot Allah worden alle dingen
839 3, 110| is, verbiedt wat kwaad is en gelooft in Allah. En, indien
840 3, 110| is en gelooft in Allah. En, indien de mensen van het
841 3, 111| enige moeilijkheid bezorgen en als zij tegen u vechten
842 3, 112| terug met Allah's toorn en werden door armoede getroffen.
843 3, 112| tekenen van Allah verwierpen en de profeten onrechtvaardig
844 3, 112| doordat zij ongehoorzaam waren en (zijn gebod) overtraden. ~
845 3, 113| uren van de nacht opzegt en zich met het gelaat ter
846 3, 114| 114. Zij geloven in Allah en de laatste Dag en gebieden
847 3, 114| Allah en de laatste Dag en gebieden het goede en verbieden
848 3, 114| Dag en gebieden het goede en verbieden het kwade en wedijveren
849 3, 114| goede en verbieden het kwade en wedijveren met elkander
850 3, 115| 115. En het goede dat zij doen,
851 3, 115| zal niet worden ontkend en Allah kent de Godvrezenden. ~
852 3, 116| kunnen baten tegen Allah en dezen worden de bewoners
853 3, 117| onrecht heeft aangedaan en deze vernietigt. En Allah
854 3, 117| aangedaan en deze vernietigt. En Allah had hun geen onrecht
855 3, 118| Nijd laten zij blijken en wat hun innerlijk verbergt
856 3, 119| zij hebben u niet lief. En gij gelooft in het gehele
857 3, 120| overkomt verdriet het hen en als u iets kwaads overkomt
858 3, 120| indien gij geduldig blijft en God vreest, zullen hun plannen
859 3, 122| hoewel Allah hun Vriend was. En in Allah behoren de gelovigen
860 3, 123| 123. En Allah had u reeds bij Badr
861 3, 125| Ja, indien gij geduldig en rechtvaardit zijt en zij (
862 3, 125| geduldig en rechtvaardit zijt en zij (de ongelovigen) u dadelijk
863 3, 126| 126. En Allah heeft het alleen als
864 3, 126| daardoor gerust te stellen en hulp komt slechts van Allah,
865 3, 127| ongelovigen kon afsnijden en hen vernederen, zodat zij
866 3, 129| 129. En aan Allah behoort al hetgeen
867 3, 129| al hetgeen in de hemelen en al hetgeen op aarde is.
868 3, 129| Hij vergeeft wie Hij wil en Hij straft wie Hij wil en
869 3, 129| en Hij straft wie Hij wil en Allah is Vergevensgezind,
870 3, 130| vermeerdering (van bezit) en vreest Allah, opdat gij
871 3, 131| 131. En vreest het Vuur dat voor
872 3, 132| 132. En gehoorzaamt Allah en de
873 3, 132| 132. En gehoorzaamt Allah en de boodschapper, zodat u
874 3, 133| vergiffenis van uw Heer en om het paradijs, welks uitgestrektheid
875 3, 133| uitgestrektheid de hemelen en de aarde is, bereid voor
876 3, 134| 134. Zij, die in voorspoed en in tegenspoed wel doen en
877 3, 134| en in tegenspoed wel doen en zij, die toorn onderdrukken
878 3, 134| die toorn onderdrukken en mensen vergeven; Allah heeft
879 3, 135| 135. En zij, die wanneer zij een
880 3, 135| onrecht aandoen Allah gedenken en om vergiffenis vragen voor
881 3, 135| vergeven buiten Allah? - en niet volharden in hun (slechte)
882 3, 137| reist daarom over de aarde en ziet, hoe het einde was
883 3, 138| voor de mensen, een leiding en vermaning voor de godvrezenden. ~
884 3, 140| die geloven onderscheide en uit uw midden getuigen (
885 3, 140| getuigen (martelaren) neme en Allah heeft de onrechtvaardigen
886 3, 141| gelovigen moge louteren en de ongelovigen vernietigen. ~
887 3, 142| degenen uwer die strijden en standvastig zijn nog niet
888 3, 143| 143. En gij placht deze dood te
889 3, 143| nu hebt gij hem gezien en gij staart er naar. ~
890 3, 144| 144. En Mohammed is slechts een
891 3, 144| geen schade berokkenen. En Allah zal de dankbaren gewis
892 3, 145| de tijd is vastgesteld. En wie de beloning van de tegenwoordige
893 3, 145| zullen Wij er van geven; en wie de beloning van het
894 3, 145| zullen Wij daar van geven en Wij zullen de dankbaren
895 3, 146| noch vernederden zij zich. En Allah heeft de geduldigen
896 3, 147| 147. En hun woord was slechts: "
897 3, 147| vergeef ons onze zonden en de buitensporigheden in
898 3, 147| buitensporigheden in ons gedrag en maak ons standvastig en
899 3, 147| en maak ons standvastig en help ons tegen het ongelovige
900 3, 148| beloning in de volgende en Allah heeft degenen die
901 3, 150| Allah is uw Beschermer en Hij is de Beste der helpers. ~
902 3, 151| verblijfplaats is het Vuur en slecht is de woning der
903 3, 152| 152. En Allah heeft Zijn belofte
904 3, 152| gij onstandvastig werdt en het over het gebod onder
905 3, 152| onder elkander oneens werdt en gij niet gehoorzaamdet,
906 3, 152| tegenwoordige wereld begeerden en er waren onder u die het
907 3, 153| 153. Toen gij wegvluchttet en naar niemand omzaagt, terwijl
908 3, 153| hetgeen met u gebeurde. En Allah is goed op de hoogte
909 3, 154| die een deel uwer overviel en het andere deel was bezorgd
910 3, 154| wat in uw innerlijk was en louteren wat in uw hart
911 3, 156| maken. Allah geeft leven en veroorzaakt de dood; Allah
912 3, 157| 157. En als gij voor de zaak van
913 3, 157| zal Allah's vergiffenis en barmhartigheid zeker beter
914 3, 158| 158. En indien gij sterft of gedood
915 3, 159| gelovigen); als gij ruw en hardvochtig waart geweest
916 3, 159| verwijderd. Vergeef hen daarom en vraag voor hen vergiffenis
917 3, 159| vraag voor hen vergiffenis en raadpleeg hen in belangrijke
918 3, 159| hen in belangrijke zaken en wanneer gij vastbesloten
919 3, 161| 161. En het betaamt een profeet
920 3, 162| behagen van Allah zoekt en hij die de toorn van Allah
921 3, 162| van Allah tot zich trekt en wiens verblijfplaats de
922 3, 163| hebben bij Allah graden en Allah ziet wat zij doen. ~
923 3, 164| verkondigt, hen loutert en hun het Boek en de wijsheid
924 3, 164| loutert en hun het Boek en de wijsheid onderwijst,
925 3, 165| Wanneer u rampspoed overkomt - en gij hadt het dubbele er
926 3, 166| 166. En hetgeen u op de dag waarop
927 3, 166| geschiedde met Allah's verlof en dit was om de gelovigen
928 3, 167| 167. En opdat Hij de huichelaars
929 3, 167| mocht doen onderkennen. En er werd tot hen gezegd: "
930 3, 167| werd tot hen gezegd: "Komt en vecht voor Allah's zaak
931 3, 167| vecht voor Allah's zaak en verdedigt u." Zij zeiden: "
932 3, 169| 169. En denkt niet over degenen,
933 3, 169| doden. Neen, zij zijn levend en bij hun Heer worden hun
934 3, 170| degenen die achterbleven, en hen nog niet hebben ingehaald,
935 3, 171| zich over Allah's gunst en Zijn overvloed en dat Allah
936 3, 171| gunst en Zijn overvloed en dat Allah de beloning der
937 3, 172| Degenen, die de roep van Allah en de boodschapper beantwoordden,
938 3, 172| diegenen hunner, die goeddoen en rechtvaardig handelen, zullen
939 3, 173| 173. En toen de mensen tot hen zeiden: "
940 3, 173| vermeerderde dit hun geloof en zij antwoordden: "Allah
941 3, 173| antwoordden: "Allah is ons genoeg en Hij is een uitstekende Beschermer." ~
942 3, 174| keerden zij met de gunst en genade van Allah terug,
943 3, 174| kwaad had hen aangeraakt en zij volgden Allah's welbehagen;
944 3, 174| volgden Allah's welbehagen; en Allah is de Heer van grote
945 3, 176| 176. En laat degenen, die vlug tot
946 3, 178| 178. En laat de ongelovigen niet
947 3, 179| Gelooft daarom in Allah en Zijn boodschappers. Als
948 3, 179| boodschappers. Als gij gelooft en rechtvaardig zijt, zal er
949 3, 180| 180. En laat degenen, die gierig
950 3, 180| om hun nek worden gelegd. En aan Allah behoort het erfdeel
951 3, 180| het erfdeel der hemelen en der aarde en Allah is goed
952 3, 180| der hemelen en der aarde en Allah is goed op de hoogte
953 3, 181| 181. En voorzeker, Allah heeft de
954 3, 181| die zeiden: "Allah is arm en wij zijn rijk." Wij zullen
955 3, 181| hetgeen zij hebben gezegd en hun pogingen om de profeten
956 3, 181| onrechtvaardig te doden, optekenen en Wij zullen zeggen: "Ondergaat
957 3, 183| 183. En degenen, die zeggen: "Allah
958 3, 183| gekomen met duidelijke tekenen en met hetgeen, waarover gij
959 3, 184| 184. En wanneer men u (de profeet)
960 3, 184| die met duidelijke tekenen en geschriften en het stralende
961 3, 184| duidelijke tekenen en geschriften en het stralende Boek kwamen. ~
962 3, 185| ziel zal de dood ondergaan. En voorzeker zal u op de Dag
963 3, 185| het Vuur wordt verwijderd en de Hemel binnengelaten,
964 3, 186| beproefd in uw bezittingen en in uzelf en gij zult gewis
965 3, 186| bezittingen en in uzelf en gij zult gewis vele pijnlijke
966 3, 186| Boek was gegeven vóór u en van degenen, die afgoderij
967 3, 186| als gij geduldig blijft en rechtvaardig handelt, dat
968 3, 187| 187. En toen Allah een verbond sloot
969 3, 187| aan de mensen bekend maken en het niet verbergen." Maar
970 3, 188| hetgeen zij hebben gedaan en gaarne worden geroemd voor
971 3, 189| 189. En aan Allah behoort het koninkrijk
972 3, 189| het koninkrijk der hemelen en der aarde en Allah heeft
973 3, 189| der hemelen en der aarde en Allah heeft macht over alle
974 3, 190| de schepping der hemelen en der aarde en in de wisseling
975 3, 190| der hemelen en der aarde en in de wisseling van dag
976 3, 190| in de wisseling van dag en nacht tekenen voor mensen
977 3, 191| Zij die staande, zittende en op hun zijden liggende Ailah
978 3, 191| liggende Ailah gedenken, en nadenken over de schepping
979 3, 191| de schepping der hemelen en der aarde, zeggende: "Onze
980 3, 192| Gij voorzeker vernederd. En de onrechtvaardigen zullen
981 3, 193| geloof: 'Gelooft in de Heer' en wij hebben geloofd. Onze
982 3, 193| vergeef ons daarom onze zonden en bedek onze zwakheden en
983 3, 193| en bedek onze zwakheden en doe ons sterven met de rechtvaardigen. ~
984 3, 194| boodschappers hebt beloofd en verneder ons niet op de
985 3, 195| 195. En hun Heer verhoorde hen,
986 3, 195| behoort tot elkander. - En Ik zal van hen, die hun
987 3, 195| die hun land verlieten en van hun huizen zijn verjaagd
988 3, 195| hun huizen zijn verjaagd en voor Mijn zaak zign vervolgd
989 3, 195| Mijn zaak zign vervolgd en die hebben gevochten en
990 3, 195| en die hebben gevochten en zijn gedood, de fouten zeker
991 3, 195| de fouten zeker bedekken en zal hen tuinen doen binnengaan,
992 3, 195| een beloning van Allah en bij Allah is de beste beloning." ~
993 3, 197| zal de hel hun tehuis zijn en slecht is deze rustplaats. ~
994 3, 198| vertoeven als onthaal van Allah. En hetgeen bij Allah is, is
995 3, 199| 199. En voorzeker, onder de mensen
996 3, 199| Boek zijn er, die in Allah en in hetgeen u is geopenbaard
997 3, 199| hetgeen u is geopenbaard en in hetgeen tot hen was neergedaald,
998 3, 200| gelooft, blijft geduldig en spoort anderen aan volhardend
999 3, 200| anderen aan volhardend te zijn en blijft op uw hoede en vreest
1000 3, 200| zijn en blijft op uw hoede en vreest Allah, opdat gij
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987 |