Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
embryo 1
emigreerden 1
emmer 1
en 7987
ene 23
enen 1
ener 2
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
7987 en
6932 de
3188 zij
3173 van

Koran

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987

                                                      bold = Main text
     Sura, Verse                                      grey = Comment text
1501 5, 18 | Wij zijn Allah's kinderen en Zijn geliefden." Zeg: "Waarom 1502 5, 18 | Hij vergeeft, wie Hij wil en Hij straft, wie Hij wil. 1503 5, 18 | Hij straft, wie Hij wil. En aan Allah behoort het koninkrijk 1504 5, 18 | het koninkrijk der hemelen en der aarde en wat daartussen 1505 5, 18 | der hemelen en der aarde en wat daartussen is en tot 1506 5, 18 | aarde en wat daartussen is en tot Hem is de terugkeer. ~ 1507 5, 19 | brenger van een blijde tijding en geen waarschuwer tot ons 1508 5, 19 | van een blijde boodschap en een waarschuwer tot u gekomen. 1509 5, 20 | 20. En toen Mozes tot zijn volk 1510 5, 20 | profeten onder u aanstelde en u koningen aanwees en Hij 1511 5, 20 | aanstelde en u koningen aanwees en Hij u gaf, wat Hij aan niemand 1512 5, 21 | Allah voor u heeft bestemd en keert het niet de rug toe, 1513 5, 22 | Mozes, daarin is een trots en machtig volk en wij zullen 1514 5, 22 | een trots en machtig volk en wij zullen er niet binnengaan 1515 5, 22 | voordat zij er uit weggaan. En indien zij er uit weggaan, 1516 5, 23 | degenen die hun Heer vreesden en wie Allah Zijn gunst had 1517 5, 23 | zeker overwinnaar worden. En stelt uw vertrouwen in Allah, 1518 5, 24 | zij er in zijn. Gaat gij en uw Heer en strijdt - wij 1519 5, 24 | zijn. Gaat gij en uw Heer en strijdt - wij blijven hier 1520 5, 25 | niemand dan over mijzelf en mijn broeder, maak daarom 1521 5, 25 | een onderscheid tussen ons en het opstandige volk." ~ 1522 5, 27 | 27. En vertel naar waarheid het 1523 5, 27 | toen zij een offer brachten en het van één hunner werd 1524 5, 27 | één hunner werd aangenomen en van de ander niet. De laatstgenoemde 1525 5, 30 | doden, dus doodde hij hem en werd een der verliezers. ~ 1526 5, 31 | broeder kon verbergen." En toen kreeg hij berouw. ~ 1527 5, 32 | gehele mensdom had gedood, en voor hem, die iemand het 1528 5, 32 | leven heeft geschonken. En voorzeker Onze boodschappers 1529 5, 32 | duidelijke tekenen tot hen en toch - werden daarna -velen 1530 5, 33 | dergenen die oorlog tegen Allah en Zijn boodschappers voeren 1531 5, 33 | Zijn boodschappers voeren en er naar streven wanorde 1532 5, 33 | worden, of dat hun handen en hun voeten de ene rechts 1533 5, 33 | hun voeten de ene rechts en de andere links, worden 1534 5, 33 | schande in deze wereld zijn en in het Hiernamaals zullen 1535 5, 35 | die gelooft, vreest Allah en zoekt de weg tot toenadering 1536 5, 35 | tot toenadering tot Hem en strijdt voor Zijn zaak, 1537 5, 36 | ongelovigen al hetgeen op aarde is en nog eens zoveel, om zich 1538 5, 37 | zullen er niet kunnen uitgaan en dit zal voor hen een blijvende 1539 5, 38 | 38. En snijdt de dief en de dievegge 1540 5, 38 | 38. En snijdt de dief en de dievegge de hand af, 1541 5, 39 | overtreding berouw heeft en zich betert - Allah zal 1542 5, 40 | het koninkrijk der hemelen en der aarde aan Allah toebehoort? 1543 5, 40 | Hij straft, wie Hij wil en Hij vergeeft, wie Hij wil 1544 5, 40 | Hij vergeeft, wie Hij wil en Allah heeft macht over alle 1545 5, 41 | hebben zij niet geloofd. En onder de Joden zijn er die 1546 5, 41 | juiste plaatsen waren gezet en zeggen: "Als u dit wordt 1547 5, 41 | wordt gegeven, past dan op." En wie Allah wenst te beproeven, 1548 5, 41 | hen schande in deze wereld en een grote straf in het Hiernamaals 1549 5, 42 | luisteraars naar leugens en verbruikers van verboden 1550 5, 42 | hen of wend u van hen af. En indien gij u van hen afwendt 1551 5, 42 | het geheel niet schaden. En indien gij rechtspreekt, 1552 5, 43 | Toch wenden zij zich af. En zij zijn geen gelovigen. ~ 1553 5, 44 | Torah neder, waarin leiding en licht was, waarmede de profeten 1554 5, 44 | recht spraken voor de Joden en de Rabbijnen en de wetgeleerden, 1555 5, 44 | de Joden en de Rabbijnen en de wetgeleerden, omdat hun 1556 5, 44 | Allah's Boek was opgelegd en zij waren daarvan getuigen. 1557 5, 44 | mensen niet, doch vreest Mij en ruilt Mijn tekenen niet 1558 5, 44 | niet in tegen het wereldse. En wie niet rechtspreken volgens 1559 5, 45 | 45. En Wij schreven hen daarin 1560 5, 45 | oor om oor, tand om tand en (rechtvaardige) vergelding 1561 5, 45 | vergelding voor wonden. En hij, die van het recht hierop 1562 5, 45 | verzoening voor zijn zonden zijn en wie niet rechtspreken bij 1563 5, 46 | 46. En Wij deden Jezus, zoon van 1564 5, 46 | Torah was (geopenbaard), en Wij gaven hem het Evangelie, 1565 5, 46 | het Evangelie, dat licht en leiding bevatte, bevestigende 1566 5, 46 | daarvóór in de Torah was en een leiding en een vermaning 1567 5, 46 | Torah was en een leiding en een vermaning voor de godvrezenden. ~ 1568 5, 47 | 47. En laat de mensen van het Evangelie 1569 5, 47 | daarin heeft geopenbaard en wie niet richten naar hetgeen 1570 5, 48 | 48. En Wij hebben u het Boek (de 1571 5, 48 | Bijbel) was (verkondigd) en als bewaker daarover. Richt 1572 5, 48 | Allah heeft geopenbaard en volg hun boze neigingen 1573 5, 48 | iedereen bepaalden Wij een wet en een weg. En indien Allah 1574 5, 48 | Wij een wet en een weg. En indien Allah had gewild 1575 5, 49 | 49. En spreek recht tussen hen 1576 5, 49 | Allah u heeft geopenbaard en volg hun boze neigingen 1577 5, 49 | hun boze neigingen niet en wees op uw hoede dat zij 1578 5, 49 | zonden wenst te treffen. En een groot aantal mensen 1579 5, 50 | oordeel van onwetendheid? En wie is een betere rechter 1580 5, 51 | gelooft, neemt de Joden en de Christenen niet tot vrienden. 1581 5, 51 | zijn elkanders vrienden. En wie uwer hen tot vrienden 1582 5, 52 | 52. En gij zult degenen in wier 1583 5, 53 | 53. En de gelovigen zullen zeggen: " 1584 5, 53 | werken zijn verloren gegaan en zij zijn verliezers geworden. ~ 1585 5, 54 | voortbrengen dat Hij zal liefhebben en die Hem zullen liefhebben 1586 5, 54 | zullen liefhebben vriendelijk en nederig zijnde jegens de 1587 5, 54 | zijnde jegens de gelovigen en hard en streng jegens de 1588 5, 54 | jegens de gelovigen en hard en streng jegens de ongelovigen. 1589 5, 54 | voor Allah's zaak strijden en het verwijt van een berisper 1590 5, 54 | schenkt deze aan wie Hij wil en Allah is Milddadig, Alwetend. ~ 1591 5, 55 | vrienden zijn slechts Allah en Zijn boodschapper en de 1592 5, 55 | Allah en Zijn boodschapper en de gelovigen die het gebed 1593 5, 55 | gelovigen die het gebed houden en de Zakaat betalen en aanbidden. ~ 1594 5, 55 | houden en de Zakaat betalen en aanbidden. ~ 1595 5, 56 | 56. En hij, die Allah en de boodschapper 1596 5, 56 | 56. En hij, die Allah en de boodschapper en de gelovigen 1597 5, 56 | Allah en de boodschapper en de gelovigen tot vrienden 1598 5, 57 | vrienden die een spotternij en een spel maken van uw godsdienst, 1599 5, 57 | noch van de ongelovigen. En vreest Allah als gij gelovigen 1600 5, 58 | 58. En zij die, wanneer gij tot 1601 5, 58 | roept het tot spotternij en spel maken. Dit komt doordat 1602 5, 59 | omdat wij in Allah geloven en in hetgeen ons is nedergezonden 1603 5, 59 | hetgeen ons is nedergezonden en in hetgeen voordien was 1604 5, 60 | die Allah heeft vervloekt en over wie Hij Zijn toorn 1605 5, 60 | Zijn toorn heeft uitgestort en van wie Hij apen, zwijnen 1606 5, 60 | van wie Hij apen, zwijnen en duivelsdienaren heeft gemaakt. 1607 5, 60 | in een slechte toestand en ver van het rechte pad afgedwaald." ~ 1608 5, 61 | met ongeloof binnenkomen en er mee heengaan en Allah 1609 5, 61 | binnenkomen en er mee heengaan en Allah weet het beste, wat 1610 5, 62 | 62. En gij ziet velen hunner zich 1611 5, 62 | haasten om zonde te bedrijven en overtreding en van verboden 1612 5, 62 | bedrijven en overtreding en van verboden dingen te gebruiken. 1613 5, 63 | weerhouden hun priesters en schriftgeleerden hen niet 1614 5, 63 | niet van zondige woorden en het eten van verboden dingen? 1615 5, 64 | 64. En de Joden zeggen: "De hand 1616 5, 64 | Hun handen zijn gebonden en zij zijn vervloekt voor 1617 5, 64 | Hij geeft, zoals Hij wil. En hetgeen u van uw Heer is 1618 5, 64 | hunner in opstandigheid en ongeloof doen toenemen. 1619 5, 64 | ongeloof doen toenemen. En Wij hebben vijandschap en 1620 5, 64 | En Wij hebben vijandschap en haat onder hen gezaaid tot 1621 5, 64 | ontsteken, dooft Allah het en zij pogen wanorde te scheppen 1622 5, 64 | wanorde te scheppen op aarde en Allah heeft de onruststokers 1623 5, 65 | het Boek hadden geloofd en rechtvaardig gehandeld, 1624 5, 65 | hun zonden hebben vergeven en hen in tuinen van zaligheid 1625 5, 66 | 66. En als zij de Torah en het 1626 5, 66 | 66. En als zij de Torah en het Evangelie en hetgeen 1627 5, 66 | de Torah en het Evangelie en hetgeen hun van hun Heer 1628 5, 66 | zeker van wat boven hen is en van hetgeen onder hun voeten 1629 5, 67 | van uw Heer is geopenbaard en indien gij dat niet doet, 1630 5, 68 | niets voordat gij de Torah en het Evangelie en hetgeen 1631 5, 68 | de Torah en het Evangelie en hetgeen u van uw Heer is 1632 5, 68 | nedergezonden, onderhoudt. En waarlijk, hetgeen u van 1633 5, 68 | hunner in opstandigheid en ongeloof doen toenemen; 1634 5, 69 | Voorzeker, de gelovigen en de Joden en de Sabianen 1635 5, 69 | de gelovigen en de Joden en de Sabianen en de Christenen 1636 5, 69 | de Joden en de Sabianen en de Christenen die in Allah 1637 5, 69 | Christenen die in Allah en de laatste Dag geloven en 1638 5, 69 | en de laatste Dag geloven en goede daden verrichten - 1639 5, 70 | kinderen Israëls gesloten en Wij zonden boodschappers 1640 5, 70 | sommigen als leugenaars en trachtten zij sommigen te 1641 5, 71 | 71. En zij dachten, dat er geen 1642 5, 71 | derhalve werden zig blind en doof. Doch Allah wendde 1643 5, 71 | werden velen weer blind en doof en Allah is waakzaam 1644 5, 71 | velen weer blind en doof en Allah is waakzaam over hetgeen 1645 5, 72 | aanbidt Allah, Die mijn Heer en uw Heer is." Gewis, voor 1646 5, 72 | Allah de Hemel verboden en het Vuur zal zijn verblijfplaats 1647 5, 73 | geen God dan de enige God. En indien zij niet ophouden 1648 5, 74 | dan niet tot Allah wenden en om Zijn vergiffenis vragen 1649 5, 75 | vóór hem zijn heengegaan. En zijn moeder was een waarheidslievende 1650 5, 75 | mensen) verduidelijken, en zie, hoe zij zich afwenden. ~ 1651 5, 76 | u goed of kwaad te doen? En het is Allah, Die Alhorend, 1652 5, 77 | volk dat voordien afdwaalde en velen deed dwalen en van 1653 5, 77 | afdwaalde en velen deed dwalen en van het rechte pad afweek. ~ 1654 5, 78 | werden door de mond van David en door Jezus de zoon van Maria, 1655 5, 78 | omdat zij niet gehoorzaamden en plachten te overtreden. ~ 1656 5, 80 | toornig op hen is geworden en zij zullen in de straf verblijven. ~ 1657 5, 81 | 81. En indien zij in Allah en deze 1658 5, 81 | En indien zij in Allah en deze profeet en hetgeen 1659 5, 81 | in Allah en deze profeet en hetgeen hem werd geopenbaard 1660 5, 82 | Waarlijk, gij zult de Joden en de afgodendienaren het meest 1661 5, 82 | jegens de gelovigen vinden. En gij zult degenen die zeggen: " 1662 5, 82 | wijl er onder hen geleerden en monniken zijn en wijl zij 1663 5, 82 | geleerden en monniken zijn en wijl zij niet trots zijn. ~ 1664 5, 83 | 83. En indien zij hetgeen deze 1665 5, 84 | 84. "En waarom zouden wij niet in 1666 5, 84 | zouden wij niet in Allah en in de waarheid die tot ons 1667 5, 84 | tot ons is gekomen geloven en begeren dat onze Heer ons 1668 5, 85 | Daarin zullen zij vertoeven en dit is de beloning voor 1669 5, 87 | heeft gemaakt, niet onwettig en overtreedt niet. Waarlijk, 1670 5, 88 | 88. En eet wat goed en geoorloofd 1671 5, 88 | 88. En eet wat goed en geoorloofd is waarvan Allah 1672 5, 88 | Allah u heeft voorzien. En vreest Allah in Wie gij 1673 5, 90 | O gij die gelooft, wijn en het hazardspel en afgoden 1674 5, 90 | wijn en het hazardspel en afgoden en toverpijlen zijn 1675 5, 90 | het hazardspel en afgoden en toverpijlen zijn niet anders 1676 5, 91 | Voorzeker, door middel van wijn en hazardspel, wenst Satan 1677 5, 91 | Satan onder u vijandschap en afgunst te zaaien en u af 1678 5, 91 | vijandschap en afgunst te zaaien en u af te houden van het gedenken 1679 5, 91 | van het gedenken van Allah en van het gebed. Zult gij 1680 5, 92 | 92. En gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt 1681 5, 92 | 92. En gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de boodschapper 1682 5, 92 | gehoorzaamt de boodschapper en weest op uw hoede. Maar 1683 5, 93 | eten mits zij Allah vrezen en geloven en goede werken 1684 5, 93 | Allah vrezen en geloven en goede werken doen en nogmaals 1685 5, 93 | geloven en goede werken doen en nogmaals vrezen en geloven 1686 5, 93 | doen en nogmaals vrezen en geloven en zelfs nogmaals 1687 5, 93 | nogmaals vrezen en geloven en zelfs nogmaals vrezen en 1688 5, 93 | en zelfs nogmaals vrezen en goeddoen. En Allah heeft 1689 5, 93 | nogmaals vrezen en goeddoen. En Allah heeft degenen die 1690 5, 95 | gij ter bedevaart zijt. En wie onder u het opzettelijk 1691 5, 96 | 96. De vangst uit zee en het eten ervan is wettig 1692 5, 96 | voorziening voor u zelf en de reizigers, doch zolang 1693 5, 96 | van het land u verboden. En vreest Allah, tot Wie gij 1694 5, 97 | alsook de heilige maand en het offer, en de kamelen 1695 5, 97 | heilige maand en het offer, en de kamelen met de halsbanden. 1696 5, 97 | weet, wat in de hemelen en wat op aarde is en dat Allah 1697 5, 97 | hemelen en wat op aarde is en dat Allah kennis heeft van 1698 5, 98 | streng is in het straffen en dat Allah (ook) Vergevensgezind, 1699 5, 99 | overbrengen (der boodschap). En Allah weet, wat gij openbaart 1700 5, 99 | weet, wat gij openbaart en wat gij verbergt. ~ 1701 5, 100| 100. Zeg: "De bozen en de goeden zijn niet gelijk, 1702 5, 101| heeft ze achterwege gelaten. En Allah is Vergevensgezind, 1703 5, 103| verzinnen een leugen tegen Allah en de meesten hunner begrijpen 1704 5, 104| 104. En wanneer er tot hen wordt 1705 5, 104| Allah heeft geopenbaard en tot de boodschapper," zeggen 1706 5, 104| hun vaderen niets wisten en geen leiding hadden? ~ 1707 5, 106| gij door het land reist en de rampspoed des doods u 1708 5, 106| houdt hen na het gebed en laat hen zweren bij Allah, 1709 5, 107| eersten hebben getuigd; en de laatste twee moeten bij 1710 5, 107| moeten bij Allah zweren en zeggen: "Waarlijk, ons getuigenis 1711 5, 107| getuigenis van hen (de eersten) en wij zijn geen overtreders, 1712 5, 108| zullen worden afgelegd. En vreest Allah en luistert. 1713 5, 108| afgelegd. En vreest Allah en luistert. En Allah leidt 1714 5, 108| vreest Allah en luistert. En Allah leidt het ongehoorzame 1715 5, 109| boodschappers zal verzamelen en zeggen: "Hoe werd gij aangenomen?" 1716 5, 110| gedenk Mijn gunst aan u en uw moeder, toen Ik u met 1717 5, 110| versterkte, dat gij als kind en op middelbare leeftijd tot 1718 5, 110| leeftijd tot het volk spraakt en toen Ik u het Boek en de 1719 5, 110| spraakt en toen Ik u het Boek en de wijsheid en de Torah 1720 5, 110| het Boek en de wijsheid en de Torah en het Evangelie 1721 5, 110| de wijsheid en de Torah en het Evangelie onderwees 1722 5, 110| het Evangelie onderwees en toen gij door Mijn gebod 1723 5, 110| maakte, dan er in blies en het een vogel werd door 1724 5, 110| vogel werd door Mijn gebod; en toen gij de blinden en de 1725 5, 110| en toen gij de blinden en de melaatsen door Mijn gebod 1726 5, 110| Mijn gebod hebt genezen en de doden opgewekt; en toen 1727 5, 110| genezen en de doden opgewekt; en toen Ik de kinderen Israëls 1728 5, 110| duidelijke tekenen tot hen kwaamt en degenen onder hen die verwierpen, 1729 5, 111| 111. "En toen Ik de discipelen bezielde 1730 5, 111| discipelen bezielde om in Mij en Mijn boodschapper te geloven, 1731 5, 111| zeiden zij: "Wij geloven en getuigt Gij, dat wij ons 1732 5, 113| gerustgesteld moge worden en wij mogen weten dat gij 1733 5, 113| waarheid tot ons hebt gesproken en wij daarvan getuigen mogen 1734 5, 114| opdat het voor de eersten en de laatsten onzer een feest 1735 5, 114| onzer een feest moge zijn en een teken van U en tot onderhoud 1736 5, 114| zijn en een teken van U en tot onderhoud van ons, want 1737 5, 116| 116. En wanneer Allah zal zeggen: " 1738 5, 116| mensen gezegd: 'Beschouwt mij en mijn moeder als twee Goden 1739 5, 116| wat in mijn innerlijk is en ik weet niet, wat in U is. 1740 5, 117| Aanbidt Allah, mijn Heer en uw Heer." En ik was getuige 1741 5, 117| mijn Heer en uw Heer." En ik was getuige van hen, 1742 5, 117| Gij de Bewaker over hen en Gij zijt Getuige van alle 1743 5, 118| straft, zijn zij Uw dienaren en indien Gij hen vergeeft, 1744 5, 119| Allah heeft behagen in hen en zij hebben behagen in Hem, 1745 5, 120| het koninkrijk der hemelen en der aarde en wat daartussen 1746 5, 120| der hemelen en der aarde en wat daartussen is en Hij 1747 5, 120| aarde en wat daartussen is en Hij heeft macht over alle 1748 6, 1 | Allah toe, Die de hemelen en de aarde schiep en de duisternis 1749 6, 1 | hemelen en de aarde schiep en de duisternis en het licht 1750 6, 1 | schiep en de duisternis en het licht deed ontstaan; 1751 6, 2 | het, Die u uit klei schiep en daarna een termijn bepaalde. 1752 6, 3 | 3. En Hij is Allah in de hemelen 1753 6, 3 | Hij is Allah in de hemelen en op aarde. Hij kent uw innerlijk 1754 6, 3 | aarde. Hij kent uw innerlijk en uw uiterlijk en Hij weet, 1755 6, 3 | innerlijk en uw uiterlijk en Hij weet, wat gij verdient. ~ 1756 6, 4 | 4. En er komt van de tekenen van 1757 6, 6 | u niet hebben geschonken en Wij zonden wolken over hen 1758 6, 6 | regen deden neerstromen en Wij deden rivieren onder 1759 6, 6 | Wij hen vanwege hun zonden en deden een ander geslacht 1760 6, 7 | 7. En al hadden Wij u een boek 1761 6, 7 | perkament nedergezonden en al hadden zij het met hun 1762 6, 8 | Profeet) nedergezonden?" En indien Wij een engel zenden 1763 6, 8 | dan wordt de zaak afgedaan en er wordt hun geen uitstel 1764 6, 9 | 9. En als Wij een engel hadden 1765 6, 9 | mens hebben doen voorkomen en zo zouden Wij hetgeen zij 1766 6, 10 | 10. En voorzeker de boodschappers 1767 6, 11 | Zeg: "Gaat op aarde rond en ziet, wat het einde was 1768 6, 12 | behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is?" Zeg: "Aan 1769 6, 13 | Hem behoort wat in nacht en dag bestaat. En Hij is de 1770 6, 13 | in nacht en dag bestaat. En Hij is de Alhorende, Alwetende. ~ 1771 6, 14 | de Schepper der hemelen en der aarde, Die voedt en 1772 6, 14 | en der aarde, Die voedt en niet wordt gevoed?" Zeg: " 1773 6, 14 | zijn die zich onderwerpt." En behoort niet tot de afgodendienaren. ~ 1774 6, 16 | barmhartigheid betoond. En dat is een klaarblijkelijke 1775 6, 17 | 17. En als Allah u door schade 1776 6, 17 | dit kan afwenden dan Hij; en als Hij u met weldaad omringt - 1777 6, 18 | Oppermachtige over Zijn dienaren en Hij is de Alwijze, en van 1778 6, 18 | dienaren en Hij is de Alwijze, en van alles op de hoogte. ~ 1779 6, 19 | Allah is getuige tussen u en mij. En deze Koran is mij 1780 6, 19 | getuige tussen u en mij. En deze Koran is mij geopenbaard, 1781 6, 19 | geopenbaard, opdat ik u en wie hij bereikt, moge waarschuwen. 1782 6, 19 | Zeg: "Hij is de ene God en ik heb niets uitstaande 1783 6, 21 | 21. En wie is onrechtvaardiger 1784 6, 24 | tegen zichzelven liegen en hoe hetgeen zij plachten 1785 6, 25 | sluiers om hun hart gelegd en hun oren verstopt, zodat 1786 6, 25 | zodat zij niet begrijpen. En al zagen zij elk teken, 1787 6, 25 | komen redetwisten zij met u, en de ongelovigen zeggen: " 1788 6, 26 | 26. En zij verbieden (anderen) 1789 6, 26 | zij verbieden (anderen) en blijven er zelt verre van. 1790 6, 26 | blijven er zelt verre van. En zij deren niemand dan zichzelven, 1791 6, 27 | 27. En als gij het slechts zoudt 1792 6, 27 | Heer niet meer verloochenen en wij zouden tot de gelovigen 1793 6, 28 | hun duidelijk geworden. En als zij zouden worden teruggezonden 1794 6, 29 | 29. En zij zeggen: "Er is niets 1795 6, 29 | ons leven van deze wereld en wij kunnen niet worden opgewekt." ~ 1796 6, 30 | 30. En wanneer gij het slechts 1797 6, 31 | onverwachts over hen komt, en zij zullen zeggen: "O, wij 1798 6, 31 | onze tekortkoming hierin." En zij zullen hun lasten op 1799 6, 32 | leven is niets dan een spel en een ijdel vermaak. Doch 1800 6, 34 | u werden ook verloochend en gekweld, niettemin bleven 1801 6, 34 | van Allah kan veranderen. En er zijn reeds tijdingen 1802 6, 35 | 35. En als hun afkeer u onverdraaglijk 1803 6, 35 | de hemelen kunt vinden. En indian Allah wilde zou Hij 1804 6, 36 | doden zal Allah opwekken en dan zullen zij tot Hem worden 1805 6, 37 | 37. En zij zeggen: "Waarom is er 1806 6, 38 | 38. En er is geen beest dat op 1807 6, 39 | verloochenen, zijn doof en stom, in de duisternis. 1808 6, 39 | laat wie Hij wil dwalen en Hij plaatst op het rechte 1809 6, 41 | aanroept als Hij dat wil en gij zult uw afgoderij vergeten. ~ 1810 6, 42 | die volkeren) met armoede en tegenspoed opdat zij zich 1811 6, 43 | Maar hun hart was verhard en Satan deed hun schoon schijnen 1812 6, 44 | Wij hen onverwachts aan en zie, zij werden wanhopig. ~ 1813 6, 46 | gij? Als Allah uw gehoor en gezicht zou wegnemen en 1814 6, 46 | en gezicht zou wegnemen en uw hart zou verzegelen, 1815 6, 48 | dragers van blijde tijding en als waarschuwers. Over degenen, 1816 6, 48 | Over degenen, die geloven en zich verbeteren, zal geen 1817 6, 49 | 49. En degenen, die Onze tekenen 1818 6, 50 | Zeg: "Kunnen de blinde en de ziende gelijk zijn? Wilt 1819 6, 52 | 52. En verdrijf niet degenen die 1820 6, 52 | degenen die hun Heer morgen en avond aanroepen, Zijn aangezicht 1821 6, 53 | 53. En op deze wijze hebben Wij 1822 6, 54 | onwetendheid kwaad doet en daarna berouw heeft en zich 1823 6, 54 | doet en daarna berouw heeft en zich verbetert, (voor hem) 1824 6, 55 | 55. En zo zetten Wij de tekenen 1825 6, 56 | tot de dwalenden behoren en niet tot hen die het rechte 1826 6, 57 | rechte weg van mijn Heer en gij verloochent die. Maar 1827 6, 57 | Hij zet de waarheid uiteen en Hij is de beste der seheidsrechters." ~ 1828 6, 58 | zaak voorzeker tussen u en mij reeds zijn beslist. 1829 6, 58 | mij reeds zijn beslist. En Allah kent de onrechtvaardigen 1830 6, 59 | 59. En bij Hem zijn de sleutels 1831 6, 59 | niemand kent dit, behalve Hij. En Hij weet wat op het land 1832 6, 59 | Hij weet wat op het land en wat in de zee is. En er 1833 6, 59 | land en wat in de zee is. En er valt geen blad zonder 1834 6, 60 | uw ziel in de nacht neemt en weet hetgeen gij overdag 1835 6, 61 | oppermachtig over Zijn dienaren en Hij zendt bewakers over 1836 6, 62 | beslissing ligt in Zijn handen; en Hij verrekent het snelst." ~ 1837 6, 63 | van de rampen van het land en van de zee wanneer gij Hem 1838 6, 63 | wanneer gij Hem in nederigheid en in het geheim aanroept? ( 1839 6, 64 | Allah verlost u van deze en van elke andere nood en 1840 6, 64 | en van elke andere nood en toch schrijft gij deelgenoten ( 1841 6, 65 | u in groepen te verdelen en elkander geweld aan te laten 1842 6, 66 | 66. En uw volk heeft het verworpen, 1843 6, 67 | profetie een vastgestelde tijd en gij zult het weldra te weten 1844 6, 68 | ander gesprek beginnen. En als Satan het u doet vergeten 1845 6, 69 | 69. En degenen die God vrezen, 1846 6, 70 | hun geloof tot een spel en tijdverdrijf hebben gemaakt 1847 6, 70 | tijdverdrijf hebben gemaakt en wie het wereldse leven heeft 1848 6, 70 | heeft bedrogen, met rust. En waarschuw hiermee, opdat 1849 6, 70 | helper of bemiddelaar hebben. En indien zij (zelfs) alles 1850 6, 70 | een drank van kokend water en een smartelijke straf ontvangen, 1851 6, 71 | toestand van verbijstering en die metgezellen heeft die 1852 6, 71 | voorzeker de enige leiding en het is ons bevolen ons aan 1853 6, 72 | 72. En: "Onderhoudt het gebed en 1854 6, 72 | En: "Onderhoudt het gebed en vreest Hem, tot Wie gij 1855 6, 73 | 73. En Hij is het, Die de hemelen 1856 6, 73 | Hij is het, Die de hemelen en de aarde in werkelijkheid 1857 6, 73 | in werkelijkheid schiep. En de dag, waarop Hij zegt: " 1858 6, 73 | woord is werkelijkheid; en aan Hem behoort het koninkrijk 1859 6, 73 | Kenner v an het onzichtbare en het zichtbare. Hij is de 1860 6, 74 | afgoden tot Goden? Ik zie u en uw volk in duidelijke dwaling." ~ 1861 6, 75 | het koninkrijk der hemelen en der aarde, opdat hij tot 1862 6, 76 | 76. En toen de nacht over hem kwam, 1863 6, 77 | 77. En toen hij de maan zag glanzen, 1864 6, 78 | 78. En toen hij de zon zag stralen 1865 6, 79 | tot Hem, Die de hemelen en de aarde schiep en ik behoor 1866 6, 79 | hemelen en de aarde schiep en ik behoor niet tot de afgodendienaren." ~ 1867 6, 80 | 80. En zijn volk redetwistte met 1868 6, 80 | mij recht heeft geleid? En ik vrees hetgeen gij met 1869 6, 81 | 81. "En hoe kan ik uw afgoden vrezen, 1870 6, 82 | 82. Zij die geloven en hun geloof niet met onrechtvaardigheid 1871 6, 83 | 83. En dit is onze bewijsgrond 1872 6, 84 | 84. En Wij gaven hem Izaäk en Jacob; 1873 6, 84 | En Wij gaven hem Izaäk en Jacob; Wij leidden elk hunner 1874 6, 84 | Wij leidden elk hunner en voordien leidden Wij Noach 1875 6, 84 | voordien leidden Wij Noach en van zijn afstammelingen: 1876 6, 84 | Salomo, Job, Jozef, Mozes en Aäron. Zo belonen Wij de 1877 6, 85 | 85. En Zacharia, Johannes, Jezus 1878 6, 85 | Zacharia, Johannes, Jezus en Elias. Elk hunner behoorde 1879 6, 86 | 86. En Ismaël, Elisa, Jonas en 1880 6, 86 | En Ismaël, Elisa, Jonas en Lot; elk hunner verhieven 1881 6, 87 | 87. En van hun vaderen en hun kinderen 1882 6, 87 | 87. En van hun vaderen en hun kinderen en hun broederen 1883 6, 87 | vaderen en hun kinderen en hun broederen verkozen Wij 1884 6, 87 | broederen verkozen Wij enigen en leidden hen op het rechte 1885 6, 88 | Zijn dienaren, wie Hij wil. En, indien zij iets naast Hem 1886 6, 89 | zijn het, wie Wij het Boek en de heerschappij en het profetenambt 1887 6, 89 | Boek en de heerschappij en het profetenambt gaven. 1888 6, 91 | 91. En zij schatten de juiste waarde 1889 6, 91 | dat Mozes bracht als licht en leiding voor de mensen - 1890 6, 91 | gij op papieren schrijft, en bekend maakt, terwijl gij 1891 6, 91 | terwijl gij toch veel verbergt en (waardoor) aan u is onderwezen, 1892 6, 92 | 92. En dit Boek vol zegeningen, 1893 6, 92 | moeder der steden (Mekka) en wat er omheen is zoudt waarschuwen. 1894 6, 92 | omheen is zoudt waarschuwen. En degenen die in het Hiernamaals 1895 6, 92 | Hiernamaals geloven, geloven er in en zij waken over hun gebed. ~ 1896 6, 93 | 93. En wie is onrechtvaardiger 1897 6, 93 | hem niets is geopenbaard en die zegt: "Ik zal iets nederzenden 1898 6, 93 | onrechtvaardigen in doodsstrijd zijn en de engelen hun handen uitstrekken, ( 1899 6, 93 | onrechte tegen Allah zeidet en omdat gij u hoogmoedig van 1900 6, 94 | zoals Wij u eerst schiepen en gij hebt, hetgeen Wij u 1901 6, 94 | schonken achter u gelaten en Wij zien de bemiddelaren, 1902 6, 94 | band) tussen u afgesneden en hetgeen gij placht te beweren 1903 6, 95 | Allah die de graankorrel en de dadelpit doet uitspruiten. 1904 6, 95 | levenden uit de doden voort en is de Voortbrenger van doden 1905 6, 96 | Hij doet de dag aanbreken en Hij heeft de nacht voor 1906 6, 96 | nacht voor rust ingesteld en de zon en de maan voor het 1907 6, 96 | rust ingesteld en de zon en de maan voor het uitrekenen ( 1908 6, 97 | duisternissen van het land en van de zee moogt volgen. 1909 6, 98 | 98. En Hij is het, Die u van uit 1910 6, 98 | ziel heeft voortgebracht en er is een verblijfplaats 1911 6, 98 | er is een verblijfplaats en een bewaarplaats voor u. 1912 6, 99 | 99. En Hij is het, Die water uit 1913 6, 99 | uit de wolken nederzendt en daardoor elke soort van 1914 6, 99 | soort van groei voortbrengt. En evenzo brengen Wij daarmee 1915 6, 99 | korenaren voortbrengen. En er komen uit de scheden 1916 6, 99 | dadelpalm laaghangende trossen. En Wij (brengen er) wijngaarden 1917 6, 99 | brengen er) wijngaarden en de olijf en de granaatappel ( 1918 6, 99 | wijngaarden en de olijf en de granaatappel (mee voort) 1919 6, 99 | mee voort) van gelijke en ongelijke soort. Kijkt naar 1920 6, 99 | wanneer het vrucht zet en naar het rijpen daarvan. 1921 6, 100| 100. En zij houden de djinn voor 1922 6, 100| ofschoon Hij dezen schiep; en zij dichten Hem, zonder 1923 6, 100| Hem, zonder kennis, zonen en dochters toe. Heilig is 1924 6, 100| dochters toe. Heilig is Hij en verheven boven hetgeen zij 1925 6, 101| Wondere Schepper der hemelen en der aarde. Hoe kan Hij een 1926 6, 101| Hij heeft alles geschapen; en Hij is de Kenner van alle 1927 6, 104| ziet het is voor hemzelf en wie blind wordt het is tegen 1928 6, 104| wordt het is tegen hemzelf. En ik ben geen bewaker over 1929 6, 105| 105. En zo zetten Wij de tekenen 1930 6, 105| het geleerd (van iemand)", en opdat Wij het aan een volk 1931 6, 106| er is geen God naast Hem; en wend u van de afgodendienaren 1932 6, 107| 107. En als Allah had gewild, zouden 1933 6, 108| 108. En scheldt degenen, die zij 1934 6, 108| tot hun Heer terugkeren en Hij zal hen inlichten over 1935 6, 109| 109. En zij zweren hun sterkste 1936 6, 109| tekenen zijn bij Allah." En wat weet gij: Wanneer de 1937 6, 110| 110. En Wij zullen hun hart en ogen 1938 6, 110| En Wij zullen hun hart en ogen in verwarring brengen, 1939 6, 110| eerste keer niet in geloofden en Wij zullen hen in hun overtreding 1940 6, 111| 111. En zelfs al zonden Wij engelen 1941 6, 111| Wij engelen tot hen neder en al spraken de doden tot 1942 6, 111| spraken de doden tot hen en Wij verzamelden voor hen 1943 6, 112| bozen van onder de mensen en de djinn. Zij fluisteren 1944 6, 112| woorden in om te bedriegen - en als uw Heer had gewild, 1945 6, 113| 113. En opdat de harten dergenen 1946 6, 113| geloven er zich toe neigen en zij er tevreden mee mogen 1947 6, 113| tevreden mee mogen zijn en dat zij mogen verdienen 1948 6, 114| uitvoerig is verklaard? En degenen, wie Wij het Boek 1949 6, 115| 115. En het woord van uw Heer is 1950 6, 115| van uw Heer is in waarheid en rechtvaardigheid vervuld. 1951 6, 116| 116. En als gij het merendeel dergenen 1952 6, 116| volgen slechts vermoedens en zij doen niets dan gissen. ~ 1953 6, 117| wie van Zijn weg afdwaalt en Hij kent degenen, die recht 1954 6, 119| 119. En welke reden hebt gij, dat 1955 6, 119| waartoe gij gedwongen zijt. En voorzeker, velen misleiden 1956 6, 120| 120. En schuwt openlijke, alsmede 1957 6, 121| 121. En eet niet van hetgeen, waarover 1958 6, 121| zeker ongehoorzaamheid. En de bozen sporen hun vrienden 1959 6, 122| 122. Is hij, die dood was en wie Wij het leven gaven 1960 6, 122| wie Wij het leven gaven en voor wie Wij een licht maakten 1961 6, 123| 123. En zo hebben Wij in elke stad 1962 6, 123| zodat zij er in samenspannen en zij smeden slechts tegen 1963 6, 124| 124. En wanneer er tot hen een teken 1964 6, 124| plaatsen. Vernedering bij Allah en een strenge straf zal de 1965 6, 125| zijn hart voor de Islam en wie Hij wenst te laten dwalen, 1966 6, 125| zijn hart maakt Hij eng en gesloten alsof hij een hoogte 1967 6, 126| 126. En dit is het rechtleidende 1968 6, 127| het Paradijs) bij hun Heer en Hij is hun Vriend, wegens 1969 6, 128| mensen tot u getrokken." En hun vrienden onder de mensen 1970 6, 129| 129. En op dezelfde wijze maken 1971 6, 130| O, gezelschap van djinn en mensen. Kwamen er niet uit 1972 6, 130| Mijn tekenen verhaalden en die u voor de ontmoeting 1973 6, 130| wereldse leven bedroog hen. En zij zullen tegen zichzelf 1974 6, 132| 132. En er zijn voor allen graden 1975 6, 132| overeenkomstig hetgeen zij doen en uw Heer is niet onopmerkzaam 1976 6, 133| 133. En uw Heer is Onafhankelijk, 1977 6, 133| Onafhankelijk, Barmhartig. En als Hij het wil, kan Hij 1978 6, 133| wil, kan Hij u wegnemen en u doen opvolgen wie Hij 1979 6, 134| zal voorzeker geschieden en gij kunt het niet voorkomen. ~ 1980 6, 136| 136. En zij hebben Allah een deel 1981 6, 136| een deel van de oogsten en van het vee aangewezen, 1982 6, 136| Hij heeft voortgebracht en zij zeggen: "Dit is voor 1983 6, 136| zeggen: "Dit is voor Allah en dit is voor onze goden," 1984 6, 137| zij hen mogen vernietigen en verwarring in hun godsdienst 1985 6, 137| godsdienst doen ontstaan. En als Allah het wilde, zouden 1986 6, 138| 138. Zij zeggen: "Dit en dat vee en die en die oogsten 1987 6, 138| zeggen: "Dit en dat vee en die en die oogsten zijn 1988 6, 138| Dit en dat vee en die en die oogsten zijn verboden, 1989 6, 138| belieft" - alzo beweren zij - en er is vee, welks ruggen 1990 6, 138| welks ruggen verboden zijn en er is vee, waarover zij 1991 6, 138| van Allah niet uitspreken en zij bedenken een leugen 1992 6, 139| 139. En zij zeggen: "Hetgeen in 1993 6, 139| in de baarmoeders van dit en dat vee is, is uitsluitend 1994 6, 139| uitsluitend voor onze mannen en is onze vrouwen verboden, 1995 6, 140| kennis uit domheid doden en hetgeen, waarvan Allah hen 1996 6, 141| ontstaan, wel of niet gestut en de dadelpalm en de korenvelden, 1997 6, 141| niet gestut en de dadelpalm en de korenvelden, waarvan 1998 6, 141| verschillende soorten zijn en de olijf en de granaatappel 1999 6, 141| soorten zijn en de olijf en de granaatappel van gelijke 2000 6, 141| granaatappel van gelijke en ongelijke soort. Eet de


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License