Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
embryo 1
emigreerden 1
emmer 1
en 7987
ene 23
enen 1
ener 2
Frequency    [«  »]
-----
-----
-----
7987 en
6932 de
3188 zij
3173 van

Koran

IntraText - Concordances

en

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987

                                                      bold = Main text
     Sura, Verse                                      grey = Comment text
3001 11, 16 | verrichtten zal teniet gaan en hetgeen zij doen is vergeefs. ~ 3002 11, 17 | bewijs van zijn Heer bezit en wie een groot getuige van 3003 11, 17 | groot getuige van Hem volgt, en die voorafgegaan is door 3004 11, 17 | van Mozes, als richtsnoer en tot barmhartigheid? Dezen 3005 11, 17 | barmhartigheid? Dezen geloven in hem. En wie van de volkeren hem 3006 11, 18 | 18. En wie is onrechtvaardiger 3007 11, 18 | hun Heer worden gebracht en de getuigen zullen zeggen: " 3008 11, 19 | afleiden, het krom wensend. En zij geloven niet in het 3009 11, 21 | ziel hebben te kort gedaan en hetgeen zij verzinnen, zal 3010 11, 23 | 23. Voorwaar, die geloven en goede werken verrichten 3011 11, 23 | goede werken verrichten en die hun Heer gehoorzamen, 3012 11, 24 | partijen is als de blinde en de dove, de ziende en de 3013 11, 24 | blinde en de dove, de ziende en de horende. Staat het geval 3014 11, 27 | slechts een man zoals wij en wij zien dat niemand u heeft 3015 11, 27 | gevolgd, behalve de minsten en de eenvoudigen van geest 3016 11, 27 | eenvoudigen van geest onder ons. En wij zien u niet uitmunten 3017 11, 28 | bewijs van mijn Heer beroep en Hij mij grote barmhartigheid 3018 11, 29 | beloning is alleen bij Allah. En ik wil de gelovigen niet 3019 11, 31 | 31. "En ik zeg u niet: 'Ik bezit 3020 11, 32 | inderdaad met ons getwist en veel getwist, breng ons 3021 11, 33 | over u brengen als Hij wil, en gij kunt niets verijdelen." ~ 3022 11, 34 | 34. "En als ik u raad geef zal mijn 3023 11, 34 | vernietigen. Hij is uw Heer en tot Hem zult gij worden 3024 11, 36 | 36. En er werd aan Noach geopenbaard: " 3025 11, 37 | 37. En bouw de ark voor Onze ogen 3026 11, 37 | bouw de ark voor Onze ogen en volgens Onze voorschriften 3027 11, 37 | volgens Onze voorschriften op. En roep Mij omtrent de onrechtvaardigen 3028 11, 38 | 38. En hij was de ark aan het bouwen 3029 11, 38 | was de ark aan het bouwen en steeds wanneer de leiders 3030 11, 39 | vernederende straf komt en op wie een blijvende straf 3031 11, 40 | 40. Toen Ons gebod kwam en de bronnen der aarde spoten, 3032 11, 40 | twee paar van alles in, en uw familie - met uitzondering 3033 11, 40 | woord reeds is uitgegaan - en de gelovigen." En met hem 3034 11, 40 | uitgegaan - en de gelovigen." En met hem geloofden slechts 3035 11, 41 | 41. En hij (Noach) zeide: "Scheept 3036 11, 41 | van Allah zij haar vaart en haar ankeren. Mijn Heer 3037 11, 42 | 42. En zij bewoog zich met hen 3038 11, 42 | golven als bergen voort. En Noach riep tot zijn zoon, 3039 11, 42 | zoon, scheep u met ons in en wees niet met de ongelovigen." ~ 3040 11, 43 | Hij barmhartigheid toont." En een golf kwam tussen beiden, 3041 11, 44 | 44. En er werd gezegd: " O, aarde, 3042 11, 44 | aarde, slok op uw water en o, hemel, houd op (met regenen)." 3043 11, 44 | houd op (met regenen)." En het water werd tot zakken 3044 11, 44 | werd tot zakken gebracht en het gebod was vervuld. En 3045 11, 44 | en het gebod was vervuld. En de Ark kwam op (de berg) 3046 11, 44 | berg) Al-Djoedie te rusten. En er werd gezegd: "Vervloekt 3047 11, 45 | 45. En Noach riep zijn Heer aan 3048 11, 45 | Noach riep zijn Heer aan en zeide: "Mijn Heer, mijn 3049 11, 45 | voorwaar van mijn familie en Uw belofte is voorzeker 3050 11, 45 | belofte is voorzeker waar en Gij zijt de Rechter der 3051 11, 47 | ik geen kennis van heb. En indien Gij mij niet vergeeft 3052 11, 48 | 48. En er werd gezegd: "O Noach, 3053 11, 48 | uit de ark) met Onze vrede en met zegeningen over u en 3054 11, 48 | en met zegeningen over u en over de volkeren die met 3055 11, 48 | volkeren die met u zijn. En er zullen andere volkeren 3056 11, 50 | 50. En tot de Aad zeide hun broeder 3057 11, 52 | 52. "En o, mijn volk, vraag vergiffenis 3058 11, 52 | nedergieten over u zenden en kracht bij uw kracht voegen. 3059 11, 52 | kracht bij uw kracht voegen. En wend u niet af als schuldigen." ~ 3060 11, 53 | duidelijk bewijs gebracht en wij zullen onze Goden niet 3061 11, 54 | ik roep Allah tot getuige en getuigt gij ook, dat ik 3062 11, 55 | buiten Hem plannen tegen mij en geeft mij geen uitstel." ~ 3063 11, 56 | Allah gesteld, Die mijn Heer en uw Heer is. Er is geen schepsel, 3064 11, 57 | ben gezonden medegedeeld, en mijn Heer zal een ander 3065 11, 58 | 58. En toen Ons gebod kwam, redden 3066 11, 58 | gebod kwam, redden Wij Hoed en de gelovigen met hem, door 3067 11, 58 | door Onze barmhartigheid. En Wij bevrijdden hen van een 3068 11, 59 | 59. En dezen waren de Aad. Zij 3069 11, 59 | de tekenen van hun Heer en gehoorzaamden Zijn boodschappers 3070 11, 59 | Zijn boodschappers niet en volgden het bevel van elke 3071 11, 60 | 60. En er werd een vloek op hen 3072 11, 60 | hen gelegd in deze wereld en op de dag der Opstanding. 3073 11, 61 | 61. En tot de Samoed zeide hun 3074 11, 61 | wekte u op vanuit de aarde en vestigde u er. Vraagt vergiffenis 3075 11, 61 | Vraagt vergiffenis aan Hem en bekeert u tot Hem. Voorwaar, 3076 11, 62 | wat onze vaderen aanbaden? En wij zijn voorzeker in verontrustende 3077 11, 63 | mijn Heer heb ontvangen en Hij mij barmhartigheid heeft 3078 11, 64 | 64. "En o, mijn volk, dit is de 3079 11, 64 | Allah's aarde moge voeden en doe haar geen kwaad, anders 3080 11, 66 | 66. En toen Ons gebod kwam, redden 3081 11, 66 | gebod kwam, redden Wij Salih en met hem de gelovigen door 3082 11, 66 | door Onze barmhartigheid en Wij redden hen van de schande 3083 11, 67 | die kwaad hadden gesticht en zij lagen uitgestrekt in 3084 11, 69 | 69. En voorzeker Onze boodschappers 3085 11, 69 | antwoordde: "Vrede zij met u" en terstond bracht hij een 3086 11, 70 | uitstrekten, vond bij hen vreemd en vreesde hen. Zij zeiden: " 3087 11, 71 | 71. En zijn vrouw stond er bij 3088 11, 71 | zijn vrouw stond er bij en verwonderde zich, waarop 3089 11, 71 | geboorte van Izaak gaven en na Izaak van Jacob. ~ 3090 11, 72 | nu ik een oude vrouw ben en deze mijn echtgenoot een 3091 11, 73 | barmhartigheid van Allah en Zijn zegeningen zijn over 3092 11, 74 | 74. En toen de vrees Abraham verliet 3093 11, 74 | de vrees Abraham verliet en de blijde tijding tot hem 3094 11, 75 | verdraagzaam, zachtmoedig en wendde zich dikwijls (tot 3095 11, 76 | van uw Heer is uitgegaan en een onafwendbare straf komt 3096 11, 77 | 77. En toen Onze boodschappers 3097 11, 77 | kwamen was hij verdrietig en voelde zich bezwaard om 3098 11, 77 | voelde zich bezwaard om hen en zeide: "Dit is een moeilijke 3099 11, 78 | voor u. Vrees daarom Allah en onteer mij niet wegens mijn 3100 11, 79 | recht hebben op uw dochters en gij weet ook, wat wij wensen." ~ 3101 11, 82 | Wij die stad ondersteboven en Wij deden er brokken klei 3102 11, 83 | van uw Heer waren gemerkt. En zulk een straf is niet ver 3103 11, 84 | 84. En tot Midian zeide hun broeder 3104 11, 84 | geen andere God, dan Hem. En geef geen korte maat of 3105 11, 84 | gewicht. Ik zie u in voorspoed en ik vrees voor u de straf 3106 11, 85 | 85. "En o, mijn volk, geef volle 3107 11, 85 | mijn volk, geef volle maat en juist gewicht met rechtvaardigheid 3108 11, 85 | gewicht met rechtvaardigheid en bedrieg de mensen niet met 3109 11, 86 | als gij gelovigen zijt. En ik ben geen bewaker over 3110 11, 88 | bewijs van mijn Heer heb en Hij mij een goede voorziening 3111 11, 88 | voorziening heeft geschonken? En ik wil niet, in tegenstelling 3112 11, 88 | staat. In Hem vertrouw ik en tot Hem wend ik mij." ~ 3113 11, 89 | volk van Salih overkwam; en het volk van Lot is niet 3114 11, 90 | 90. "En zoek vergiffenis van uw 3115 11, 90 | vergiffenis van uw Heer en bekeer u tot Hem. Voorwaar, 3116 11, 91 | veel van hetgeen gij zegt en wij zien voorzeker, dat 3117 11, 92 | waardiger bij u dan Allah? En gij hebt Hem als waardeloos 3118 11, 93 | 93. "En o, mijn volk, handel op 3119 11, 93 | vernederende straf komt en wie een leugenaar is. En 3120 11, 93 | en wie een leugenaar is. En wacht af, ik wacht gewis 3121 11, 94 | 94. En toen Ons gebod kwam, redden 3122 11, 94 | kwam, redden Wij Shoaib en met hem de gelovigen door 3123 11, 94 | door Onze barmhartigheid en kastijding greep de onrechtvaardigen 3124 11, 96 | voorzeker met Onze tekenen en duidelijk gezag, ~ 3125 11, 97 | 97. Naar Pharao en zijn leiders, zij volgden 3126 11, 98 | Opstanding voor zijn volk uitgaan en hen naar het Vuur leiden. 3127 11, 98 | hen naar het Vuur leiden. En slecht is de plaats die 3128 11, 99 | 99. En er werd hun in dit leven 3129 11, 99 | er werd hun in dit leven en op de Dag der Opstanding 3130 11, 100| Sommige er van bleven staan en andere werden weggevaagd. ~ 3131 11, 101| 101. En Wij deden hun geen onrecht 3132 11, 101| deden zichzelf onrecht aan. En hun goden, die zij naast 3133 11, 102| Zijn greep is smartelijk en hard. ~ 3134 11, 103| mensheid zal worden verzameld en dat is een dag waarvan men 3135 11, 104| 104. En Wij stellen het slechts 3136 11, 105| sommigen hunner ongelukkig en anderen gelukkig zijn. ~ 3137 11, 106| waarin zij zullen zuchten en steunen; ~ 3138 11, 107| 107. En er, zolang de Hemelen en 3139 11, 107| En er, zolang de Hemelen en de Aarde bestaan in vertoeven, 3140 11, 108| vertoeven, zolang de Hemelen en de Aarde bestaan, met uitzondering 3141 11, 109| vaderen voorheen aanbaden en Wij zullen hun voorzeker 3142 11, 109| hetgeen hen toekomt ten volle en onverminderd geven. ~ 3143 11, 110| 110. En Wij gaven Mozes voorzeker 3144 11, 110| men werd er oneens over; en ware het niet door een woord 3145 11, 110| voorzeker voor hen zijn beslist; en waarlijk zij zijn er in 3146 11, 111| 111. En uw Heer zal hen allen naar 3147 11, 112| standvastig zoals u is bevolen en ook degenen, die zich met 3148 11, 112| zich met u hebben bekeerd en overtreedt de grenzen niet, 3149 11, 113| 113. En neig u niet tot de onrechtvaardigen, 3150 11, 113| het Vuur ook u aanraken en gij zult naast Allah geen 3151 11, 114| twee uitersten van de dag en gedurende de eerste uren 3152 11, 115| 115. En wees standvastig, voorzeker, 3153 11, 116| overvloed werd verleend en zij waren schuldig. ~ 3154 11, 118| 118. En indien uw Heer had gewild, 3155 11, 119| Ik zal de hel met djinn en mensen allen tezamen vullen," 3156 11, 120| 120. En de tijdingen der boodschappers 3157 11, 120| Hierdoor is de waarheid en een vermaning en een les 3158 11, 120| waarheid en een vermaning en een les voor de gelovigen 3159 11, 121| 121. En zeg tot degenen die niet 3160 11, 122| 122. "En wacht af, wij wachten ook." ~ 3161 11, 123| 123. En aan Allah behoren de geheimen 3162 11, 123| geheimen van de hemelen en de aarde en naar Hem zal 3163 11, 123| van de hemelen en de aarde en naar Hem zal het geheel 3164 11, 123| teruggebracht. Aanbid Hem daarom en leg uw vertrouwen in Hem. 3165 11, 123| leg uw vertrouwen in Hem. En uw Heer is niet onachtzaam 3166 12, 4 | droom) zag ik elf sterren en de zon en de maan en ik 3167 12, 4 | ik elf sterren en de zon en de maan en ik zag ze zich 3168 12, 4 | sterren en de zon en de maan en ik zag ze zich voor mij 3169 12, 6 | 6. "En zo zal uw Heer u verkiezen 3170 12, 6 | zal uw Heer u verkiezen en u de verklaring der dingen 3171 12, 6 | verklaring der dingen onderwijzen en Zijn gunst aan u en aan 3172 12, 6 | onderwijzen en Zijn gunst aan u en aan de familie van Jacob 3173 12, 6 | uwer voorvaderen, Abraham en Izaak had voltooid. Voorwaar, 3174 12, 7 | geschiedenis van) Jozef en zijn broeders. ~ 3175 12, 8 | zeiden: "Voorwaar, Jozef en zijn broeder zijn onze vader 3176 12, 12 | opdat hij zich moge vermaken en spelen en wij zullen voorzeker 3177 12, 12 | moge vermaken en spelen en wij zullen voorzeker zijn 3178 12, 13 | gij hem zoudt medenemen en ik vrees, dat de wolf hem 3179 12, 15 | diepe put neer te laten en Wij zonden hem een openbaring: " 3180 12, 17 | 17. En zeiden: "O, onze vader, 3181 12, 17 | wij hielden een wedloop en lieten Jozef met onze goederen 3182 12, 17 | met onze goederen achter en de wolf verslond hem; maar 3183 12, 18 | 18. En zij brachten zijn hemd met 3184 12, 18 | Daarom is geduld passend. En het is Allah Wiens hulp 3185 12, 19 | kwam een karavaan langs en deze zond een waterputter, 3186 12, 19 | Hier is een jongeling." En zij verborgen hem als een 3187 12, 19 | hem als een stuk koopwaar en Allah wist goed, wat zij 3188 12, 21 | 21. En de Egyptenaar, die hem kocht, 3189 12, 21 | hem als zoon aannemen." En zo vestigden Wij Jozef in 3190 12, 22 | schonken Wij hem oordeel en kennis; zo belonen Wij de 3191 12, 23 | 23. En zij, in wier huis hij was, 3192 12, 23 | Zij grendelde de deuren en zeide: "Kom nu." Hij antwoordde: " 3193 12, 24 | 24. En zij nam een besluit betreffende 3194 12, 24 | besluit betreffende hem en hij nam een besluit betreffende 3195 12, 24 | kwam het dat Wij het kwaad en de onbetamelijkheid van 3196 12, 25 | 25. En zij holden beiden naar de 3197 12, 25 | holden beiden naar de deur en zij scheurde zijn hemd van 3198 12, 25 | scheurde zijn hemd van achteren en zij ontmoetten haar echtgenoot 3199 12, 26 | wil zocht te verleiden." En een familielid van haar 3200 12, 26 | zij de waarheid gesproken en behoort hij tot de leugenaars, ~ 3201 12, 27 | gescheurd, heeft zij gelogen en behoort hij tot de waarachtigen." ~ 3202 12, 29 | Jozef, wend u hiervan af en gij (vrouw), vraag vergiffenis 3203 12, 30 | 30. En de vrouwen in de stad zeiden: " 3204 12, 31 | 31. En toen zij van hun plannen 3205 12, 31 | hoorde, nodigde zij haar uit en bereidde haar een maaltijd 3206 12, 31 | bereidde haar een maaltijd en gaf ieder een mes en zeide 3207 12, 31 | maaltijd en gaf ieder een mes en zeide dan (tot Jozef): " 3208 12, 31 | Jozef): "Ga naar hen toe." En toen zij hem zagen achtten 3209 12, 31 | achtten zij hem grotelijks en zij sneden zich in de handen 3210 12, 31 | sneden zich in de handen en zeiden: "Allah zij verheerlijkt. 3211 12, 32 | verleiden, maar hij redde zich. En als hij nu niet doet wat 3212 12, 32 | hij zeker gevangen genomen en vernederd worden." ~ 3213 12, 33 | zal ik mij tot haar neigen en tot de onwetenden behoren." ~ 3214 12, 34 | verhoorde zijn Heer zijn gebed en wendde hun list van hem 3215 12, 36 | 36. En er gingen met hem twee jonge 3216 12, 36 | Ik zag mij wijn persen." En de andere zeide: "Ik zag 3217 12, 37 | het volk dat niet in Allah en in het Hiernamaals gelooft, 3218 12, 38 | 38. "En ik volg de godsdienst van 3219 12, 38 | vaderen, Abraham, Izaak en Jacob. Het betaamt ons niet 3220 12, 38 | Allah's genade voor ons en de mensheid, maar de meeste 3221 12, 40 | gij hebt uitgedacht, gij en uw vaderen; Allah heeft 3222 12, 41 | voor zijn Heer schenken en wat de ander betreft, hij 3223 12, 42 | 42. En hij zeide tot degene van 3224 12, 43 | 43. En de koring (van Egypte) zeide: " 3225 12, 43 | koeien werden verslonden en zeven groene korenaren en 3226 12, 43 | en zeven groene korenaren en zeven verwelkte aren. O 3227 12, 44 | Het zijn verwarde dromen en wij kennen de verklaring 3228 12, 45 | 45. En degene van de twee die bevrijd 3229 12, 45 | zich na enige tijd Jozef, en zeide toen: "Ik zal u de 3230 12, 46 | magere worden verslonden en van zeven groene korenaren 3231 12, 46 | van zeven groene korenaren en andere verwelkte aren opdat 3232 12, 47 | lang voortdurend zaaien en wat gij maait in de aar 3233 12, 49 | mensen zullen worden geholpen en waarin zij (vruchten) zullen 3234 12, 50 | 50. En de koning zeide: "Brengt 3235 12, 50 | Ga terug naar uw heer en vraag hem hoe het met de 3236 12, 51 | zijn wil zocht te verleiden en hij behoort zeker tot de 3237 12, 52 | afwezigheid niet ontrouw was en dat Allah het plan van de 3238 12, 53 | 53. "En ik verklaar mijzelf niet 3239 12, 54 | 54. En de koning zeide: "Brengt 3240 12, 54 | hem voor mijzelf houden." En toen hij tot hem (Jozef) 3241 12, 54 | dag af een man van positie en vertrouwen bij ons." ~ 3242 12, 56 | 56. En zo vestigden Wij Jozef in 3243 12, 56 | barmhartigheid aan wie Ons behaagt en Wij laten het loon Aer rechtvaardigen 3244 12, 57 | 57. En het loon van het Hiernamaals 3245 12, 57 | voor degenen die geloven en God vrezen. ~ 3246 12, 58 | 58. En Jozefs broeders kwamen en 3247 12, 58 | En Jozefs broeders kwamen en gingen bij hem binnen en 3248 12, 58 | en gingen bij hem binnen en hij herkende hen, maar zij 3249 12, 59 | 59. En toen hij hen van levensmiddelen 3250 12, 59 | ik u met volle maat geef en dat ik een goed gastheer 3251 12, 62 | 62. En hij (Jozef) zeide tot zijn 3252 12, 63 | 63. En toen zij tot hun vader terugkeerden, 3253 12, 63 | koren) mogen verkrijgen en wij zullen zeker op hem 3254 12, 64 | Allah is de beste Beschermer en Hij is de Genadigste der 3255 12, 65 | 65. En toen zij hun reisgoederen 3256 12, 65 | voor onze familie halen en op onze broeder passen en 3257 12, 65 | en op onze broeder passen en wij zullen als toegift de 3258 12, 66 | omsingeld zoudt worden." En toen zij de belofte hadden 3259 12, 67 | 67. En hij zeide: "O mijn zonen, 3260 12, 67 | verschillende poorten binnen; en ik kan u in niets tegen 3261 12, 67 | stel ik mijn vertrouwen en laat allen die willen vertrouwen, 3262 12, 69 | 69. En toen zij Jozef bezochten, 3263 12, 69 | deze zijn broeder bij zich. En hij zeide: "Ik ben uw broeder, 3264 12, 70 | 70. En toen hij hen van hun provisie 3265 12, 72 | missen des konings maatkop en wie hem brengt zal een kameellast 3266 12, 72 | kameellast koren ontvangen en ik ben er borg voor." ~ 3267 12, 73 | in het land te handelen en wij zijn geen dieven." ~ 3268 12, 76 | bevorderen in graden (van kennis en eer) wie Wij willen. Boven 3269 12, 77 | het in zijn hart geheim en onthulde het hun niet. Hij 3270 12, 80 | 80. En toen zij wanhoopten trokken 3271 12, 80 | Allah van u heeft genomen en hoe gij voorheen in uw plicht 3272 12, 80 | of Allah voor mij beslist en Hij is de beste Beoordelaar." ~ 3273 12, 81 | Keert gij tot uw vader terug en zegt: 'Onze vader uw zoon 3274 12, 81 | vader uw zoon heeft gestolen en wij hebben alleen hetgeen 3275 12, 81 | hetgeen wij wisten vermeld en wij konden waarlijk over 3276 12, 82 | 82. 'En vraag het volk der stad 3277 12, 82 | der stad waarin wij waren en de karavaan waarmede wij 3278 12, 82 | karavaan waarmede wij reisden en wij spreken voorzeker de 3279 12, 84 | 84. En hij wendde zich van hen 3280 12, 84 | hij wendde zich van hen af en zeide: "O ik heb verdriet 3281 12, 84 | heb verdriet over Jozef." En zijn ogen werden gevuld 3282 12, 86 | klaag alleen over mijn zorg en verdriet tot Allah en ik 3283 12, 86 | zorg en verdriet tot Allah en ik weet van Allah, wat gij 3284 12, 87 | 87. "O mijn zonen, gaat en zoekt naar Jozef en zijn 3285 12, 87 | gaat en zoekt naar Jozef en zijn broeder en wanhoopt 3286 12, 87 | naar Jozef en zijn broeder en wanhoopt niet aan de genade 3287 12, 88 | 88. En toen zij (opnieuw) voor 3288 12, 88 | Aziez, armoede heeft ons en onze familie getroffen en 3289 12, 88 | en onze familie getroffen en wij hebben een armzalige 3290 12, 88 | ons daarvoor de volle maat en wees liefdadig. Voorzeker, 3291 12, 89 | Weet gij wat gij Jozef en zijn broeder aandeedt, toen 3292 12, 90 | Hij zeide: "Ik ben Jozef en dit is mijn broeder. Allah 3293 12, 90 | Voorwaar, wie godvrezend en geduldig is - Allah doet 3294 12, 91 | heeft u boven ons verkozen en wij zijn inderdaad zondaren 3295 12, 93 | Gaat met dit hemd van mij en legt het voor het aangezicht 3296 12, 93 | hij zal het begrijpen. En brengt mij uw gehele familie." ~ 3297 12, 94 | 94. En toen de karavaan (uit Egypte) 3298 12, 96 | 96. En toen de drager van de blijde 3299 12, 99 | 99. En toen zij tot Jozef kwamen, 3300 12, 99 | hij zijn ouders bij zich en zeide: "Komt zoals het Allah 3301 12, 100| zijn ouders op de troon en zij wierpen zich voor hem 3302 12, 100| wierpen zich voor hem neder. En hij zeide: "O mijn vader, 3303 12, 100| heeft deze verwezenlijkt. En Hij schonk mij een gunst 3304 12, 100| uit de gevangenis verloste en u uit de woestijn bracht, 3305 12, 100| Satan tweedracht tussen mij en mijn broeders had gezaaid. 3306 12, 101| Gij hebt mij macht gegeven en de verklaring van dromen 3307 12, 101| O, Schepper der hemelen en der aarde, Gij zijt mijn 3308 12, 101| Beschermer in deze wereld en in het Hiernamaals. Doe 3309 12, 101| Doe mij sterven als Moslim en verenig mij met de rechtvaardigen." ~ 3310 12, 102| zich (tegen u) verenigden en plannen smeedden. ~ 3311 12, 103| 103. En de meeste mensen willen 3312 12, 105| 105. En hoeveel tekenen zijn er 3313 12, 105| zijn er niet in de hemelen en op aarde waaraan zij, zich 3314 12, 106| 106. En de meesten hunner geloven 3315 12, 108| Allah in zeker weten, ik en mijn volgelingen. Heilig 3316 12, 108| volgelingen. Heilig is Allah en ik behoor niet tot de afgodendienaren." ~ 3317 12, 109| 109. En Wij zonden vóór u slechts 3318 12, 109| dan niet op aarde gereisd en gezien wat het einde was 3319 12, 109| dergenen die vóór hen waren? En het tehuis van het Hiernamaals 3320 12, 110| boodschappers wanhoopten en zij dachten dat zij voor 3321 12, 110| Onze hulp tot hen kwam en dan werd gered, wie Ons 3322 12, 110| gered, wie Ons behaagde. En Onze kastijding wordt van 3323 12, 111| vervulling van hetgeen er vóór is en een uiteenzetting van alle 3324 12, 111| uiteenzetting van alle dingen en een leiding en een barmhartigheid 3325 12, 111| alle dingen en een leiding en een barmhartigheid voor 3326 13, 1 | de verzen van het Boek. En hetgeen u door uw Heer is 3327 13, 2 | zette Hij Zich op de troon. En Hij heeft de zon en de maan 3328 13, 2 | troon. En Hij heeft de zon en de maan in dienst gesteld; 3329 13, 3 | 3. En Hij is het, Die de aarde 3330 13, 3 | uitspreidde, er bergen op verhief en rivieren op vormde. En Hij 3331 13, 3 | verhief en rivieren op vormde. En Hij maakte er elke vruchtensoort 3332 13, 4 | 4. En er zijn op aarde aan elkaar 3333 13, 4 | elkaar grenzende streken en tuinen van wijnstokken, 3334 13, 4 | tuinen van wijnstokken, en korenvelden en dadelpalmen, 3335 13, 4 | wijnstokken, en korenvelden en dadelpalmen, met één wortel 3336 13, 4 | hetzelfde water besproeid en toch doen Wij sommigen er 3337 13, 5 | 5. En indien gij u verwondert, 3338 13, 5 | ketenen om hun hals hebben en de bewoners van het Vuur 3339 13, 6 | 6. En zij vragen eerder het kwade 3340 13, 6 | ondanks hun onrechtvaardigheid en voorwaar, uw Heer is streng 3341 13, 7 | 7. En de ongelovigen zeggen: " 3342 13, 7 | waarlijk een waarschuwer en er is voor elk volk een 3343 13, 8 | weet wat elke vrouw baart en wat de baarmoeders niet 3344 13, 8 | baarmoeders niet voldragen en wat zij doen groeien. En 3345 13, 8 | en wat zij doen groeien. En bij Hem heeft alles een 3346 13, 9 | Kenner van het onzienlijke en het zienlijke, de Grote, 3347 13, 10 | onder u het woord verbergt en hij die het openlijk uit; 3348 13, 10 | zich 's nachts verbergt en hij, die overdag (openlijk) 3349 13, 11 | bewakers (engelen) vóór en achter hem; zij bewaken 3350 13, 11 | hun hart is veranderen. En wanneer Allah een volk wenst 3351 13, 12 | u de bliksem toont vrees en hoop veroorzakende en Hij 3352 13, 12 | vrees en hoop veroorzakende en Hij doet zware wolken ontstaan. ~ 3353 13, 13 | 13. En de donder verkondigt Zijn 3354 13, 13 | de lof die Hem toekomt, en de engelen doen het uit 3355 13, 13 | het uit ontzag voor Hem en Hij zendt de bliksem en 3356 13, 13 | en Hij zendt de bliksem en treft er mede, wie Hij wil; 3357 13, 14 | Tot Hem is het ware gebed. En degenen, die zij buiten 3358 13, 14 | kan hem nooit bereiken. En het aanroepen der ongelovigen 3359 13, 15 | 15. En wie in de hemelen en op 3360 13, 15 | 15. En wie in de hemelen en op aarde is, onderwerpt 3361 13, 15 | willens of onwillens aan Allah en hun schaduwen doen 's morgens 3362 13, 15 | schaduwen doen 's morgens en 's avonds hetzelfde. ~ 3363 13, 16 | Wie is de Heer der hemelen en der aarde?" Zeg: "Allah." 3364 13, 16 | Zeg: "Kunnen de blinde en de ziende gelijk zijn?" 3365 13, 16 | de Schepper aller dingen en Hij is de Ene, de Opperste." ~ 3366 13, 17 | overeenkomstig hun afmeting vloeien en de vloed zwellend schuim 3367 13, 17 | zwellend schuim draagt. En van hetgeen zij (de mensen) 3368 13, 17 | vuur verhitten om sieraden en gereedschappen te vervaardigen 3369 13, 17 | licht Allah de waarheid en de valsheid toe. Wat nu 3370 13, 18 | gehoor geven het goede zijn, en degenen, die Hem geen gehoor 3371 13, 18 | zij al hetgeen op aarde is en het gelijke er aan toegevoegd, 3372 13, 18 | afrekening zullen ontvangen en hun tehuis is de hel. En 3373 13, 18 | en hun tehuis is de hel. En dit is een slechte rustplaats. ~ 3374 13, 20 | Allah's verbond vervullen en dit niet breken. ~ 3375 13, 21 | 21. En degenen, die verbinden, 3376 13, 21 | heeft verbonden te worden en die hun Heer vrezen en de 3377 13, 21 | worden en die hun Heer vrezen en de kwade afrekening duchten. ~ 3378 13, 22 | 22. En degenen, die volharden in 3379 13, 22 | naar de gunst van hun Heer en het gebed houden en van 3380 13, 22 | Heer en het gebed houden en van hetgeen waarvan Wij 3381 13, 22 | hebben voorzien, heimelijk en openlijk weggeven en die 3382 13, 22 | heimelijk en openlijk weggeven en die het kwade met het goede 3383 13, 22 | zijn het die de beloning en het goede tehuis zullen 3384 13, 23 | Tuinen der eeuwigheid. Zij en degenen van hun vaderen 3385 13, 23 | degenen van hun vaderen en hun echtgenoten en hun kinderen 3386 13, 23 | vaderen en hun echtgenoten en hun kinderen rechtvaardig 3387 13, 23 | zullen deze binnengaan. En engelen zullen van iedere 3388 13, 25 | 25. En degenen, die het verbond 3389 13, 25 | zij het hadden bevestigd en hetgeen Allah heeft bevolen 3390 13, 25 | verenigd te zijn, afsnijden en op aarde wanorde stichten, 3391 13, 25 | stichten, hen treft de vloek en zij zullen een slecht tehuis 3392 13, 26 | 26. Allah vergroot en vermindert de voorziening 3393 13, 26 | voorziening voor wie Hem behaagt. En zij (de mensen) verheugen 3394 13, 27 | 27. En degenen die niet geloven, 3395 13, 27 | diegene dwalen die Hij wil en leidt tot Zichzelf degene 3396 13, 28 | 28. Degenen die geloven, en wier hart rust vindt in 3397 13, 29 | 29. Degenen die geloven en goede werken doen - voor 3398 13, 29 | doen - voor hen is geluk en een uitstekende plaats van 3399 13, 30 | Hem leg ik mijn vertrouwen en tot Hem is mijn terugkeer." ~ 3400 13, 31 | 31. En als er een Koran was, waarmede 3401 13, 31 | mensdom zou hebben geleid? En de ongelovigen zullen onophoudelijk 3402 13, 32 | ongelovigen. Dan greep Ik hen en hoe (vreselijk) was Mijn 3403 13, 33 | schoonschijnend gemaakt en zij worden van de juiste 3404 13, 33 | juiste weg teruggehouden. En hij, die Allah laat dwalen 3405 13, 34 | Hiernamaals is gewis zwaarder en zij zullen tegen Allah geen 3406 13, 35 | dat er stromen in vloeien, en dat zijn fruit en schaduw 3407 13, 35 | vloeien, en dat zijn fruit en schaduw eeuwigdurend zijn. 3408 13, 35 | loon van de rechtvaardig en maar het loon van de ongelovigen 3409 13, 36 | 36. En degenen, wie Wij het Boek 3410 13, 36 | hetgeen u is geopenbaard. En er zijn sommige der partijen 3411 13, 36 | bevolen, Allah te aanbidden en niets met Hem te vereenzelvigen. 3412 13, 36 | vereenzelvigen. Tot Hem roep ik en tot Hem is mijn terugkeer." ~ 3413 13, 37 | 37. En zo hebben Wij het als een 3414 13, 37 | duidelijk oordeel geopenbaard. En als gij, nadat kennis tot 3415 13, 38 | 38. En Wij zonden inderdaad boodschappers 3416 13, 38 | inderdaad boodschappers vóór u en Wij gaven hun vrouwen en 3417 13, 38 | en Wij gaven hun vrouwen en kinderen. En het is een 3418 13, 38 | hun vrouwen en kinderen. En het is een boodschapper 3419 13, 39 | doet te niet wat Hij wil en bevestigt wat Hij wil en 3420 13, 39 | en bevestigt wat Hij wil en bij Hem is de oorsprong 3421 13, 40 | verkondiging (der boodschap) en op Ons de verrekening. ~ 3422 13, 41 | verminderend Allah besluit en niemand kan Zijn besluit 3423 13, 41 | Zijn besluit omverwerpen. En Hij is vlug in het vergelden. ~ 3424 13, 42 | 42. En degenen, die vóór hen waren, 3425 13, 42 | weet wat elke ziel verdient en de ongelovigen zullen weldra 3426 13, 43 | toereikend als getuigen tussen u en mij." ~~ 3427 14, 2 | wat er ook in de hemelen en op aarde is, toebehoort. 3428 14, 3 | het Hiernamaals verkiezen en (anderen) van het pad van 3429 14, 4 | Allah dwalen wie Hij wil en leidt wie Hij wil. Hij is 3430 14, 5 | 5. En Wij zonden Mozes met Onze 3431 14, 5 | duisternis tot het licht en herinner hen aan de dagen 3432 14, 5 | voor ieder die geduldig en dankbaar is. ~ 3433 14, 6 | 6. En toen Mozes tot zijn volk 3434 14, 6 | kwelde, uw zonen doodde en uw vrouwen spaarde; daarin 3435 14, 7 | 7. En toen uw Heer verklaarde: " 3436 14, 8 | 8. En Mozes zeide: "Als gij ondankbaar 3437 14, 8 | gij ondankbaar zijt, gij en al degenen die op aarde 3438 14, 9 | waren, het volk van Noach en van Aad en Samoed en degenen ( 3439 14, 9 | volk van Noach en van Aad en Samoed en degenen (die) 3440 14, 9 | Noach en van Aad en Samoed en degenen (die) na hen (kwamen)? 3441 14, 9 | maar zij deden hen zwijgen en zeiden: "Wij geloven niet 3442 14, 9 | waarmede gij zijt gezonden en wij zijn zeker in twijfel 3443 14, 10 | Allah, Schepper der hemelen en der aarde? Hij roept u, 3444 14, 10 | uw zonden moge vergeven en u uitstel moge verlenen 3445 14, 11 | door het gebod van Allah. En in Allah behoren de gelovigen 3446 14, 12 | 12. "En waarom zouden wij niet in 3447 14, 12 | onze wegen heeft getoond? En wij zullen voorzeker al 3448 14, 13 | 13. En de ongelovigen zeiden tot 3449 14, 14 | 14. "En Wij zullen u zeker na hen 3450 14, 14 | vreest vóór Mij te staan en die Mijn waarschuwing vreest." ~ 3451 14, 15 | Zij vroegen om een oordeel en (dientengevolge) ging elke 3452 14, 16 | 16. Voor hem is de hel en hij zal worden gedwongen 3453 14, 17 | met kleine teugen drinken en zal het ternauwernood kunnen 3454 14, 17 | ternauwernood kunnen slikken. En de dood zal van elke kant 3455 14, 17 | elke kant tot hem komen en toch zal hij niet sterven. 3456 14, 17 | toch zal hij niet sterven. En daarnaast zal er een zware 3457 14, 19 | niet dat Allah de hemelen en de aarde in waarheid schiep? 3458 14, 19 | wil kan Hij u verdelgen en een nieuwe schepping voortbrengen. ~ 3459 14, 22 | belofte, ik echter beloofde u en faalde, maar ik had geen 3460 14, 22 | over u dan dat ik u riep en gij mij gehoorzaamdet. Verwijt 3461 14, 23 | 23. En de gelovigen die goede werken 3462 14, 24 | waarvan de wortel hecht is en zijn takken reiken tot in 3463 14, 25 | voort in ieder jaargetijde. En Allah geeft de gelijkenissen 3464 14, 26 | 26. En een slecht woord is als 3465 14, 26 | ontworteld ter aarde ligt en geen vaste grond meer heeft. ~ 3466 14, 27 | het tegenwoordige leven en in het Hiernamaals met het 3467 14, 27 | met het bevestigende woord en Allah laat de onrechtvaardigen 3468 14, 27 | onrechtvaardigen dwalen. En Allah doet, wat Hij wil. ~ 3469 14, 28 | ondankbaarheid veranderden en hun volk in het huis van 3470 14, 29 | Daarin zullen zij branden en dit is een boze rustplaats. ~ 3471 14, 30 | 30. En zij hebben medegoden aan 3472 14, 31 | gebed behoren te onderhouden en van hetgeen Wij hun hebben 3473 14, 31 | hebben gegeven heimelijk en openlijk besteden, voordat 3474 14, 32 | Allah is Hij, Die de hemelen en de aarde schiep en water 3475 14, 32 | hemelen en de aarde schiep en water uit die wolken doet 3476 14, 32 | die wolken doet nederkomen en er vruchten voor uw onderhoud 3477 14, 32 | onderhoud mee voortbrengt en Hij heeft de schepen in 3478 14, 32 | over de zee mogen varen en Hij heeft de rivieren eveneens 3479 14, 33 | 33. En Hij heeft ook de zon en 3480 14, 33 | En Hij heeft ook de zon en de maan, die beiden hun 3481 14, 33 | verrichten alsmede de nacht en de dag in uw dienst gesteld. ~ 3482 14, 34 | 34. En Hij gaf u al hetgeen gij 3483 14, 34 | hetgeen gij van Hem vraagt en als gij de gunsten van Allah 3484 14, 35 | 35. En toen Abraham zeide: "Mijn 3485 14, 35 | deze stad (oord van) vrede en weerhoud mij en mijn kinderen 3486 14, 35 | van) vrede en weerhoud mij en mijn kinderen van het aanbidden 3487 14, 36 | volgt hij is stellig van mij en wat betreft hem die mij 3488 14, 37 | mensen gunstig voor hen en voorzie hen van vruchten 3489 14, 38 | voorzeker hetgeen wij verbergen en hetgeen wij bekend maken. 3490 14, 39 | weerwil van ouderdom Ismaël en Izaak heeft gegeven Waarlijk 3491 14, 40 | 40. "Mijn Heer maak mij en mijn kinderen onderhouders 3492 14, 41 | Onze Heer, vergeef mij en mijn ouders en de gelovigen 3493 14, 41 | vergeef mij en mijn ouders en de gelovigen op de Dag waarop 3494 14, 43 | blik niet kunnen afwenden en hun hart ledig is. ~ 3495 14, 44 | 44. En waarschuw de mensen voor 3496 14, 44 | zullen Uw roep beantwoorden en de boodschappers volgen." " 3497 14, 45 | 45. En gij vertoeft thans in de 3498 14, 45 | zichzelf onrecht aandeden en het was u duidelijk geworden 3499 14, 46 | 46. En zij hadden hun plannen reeds 3500 14, 48 | zal komen) waarop de aarde en de hemel door een andere


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License