1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
3501 14, 48 | hemel door een andere aarde en hemel zullen worden vervangen;
3502 14, 48 | zullen worden vervangen; en zij (de mensen) allen voor
3503 14, 49 | 49. En op die Dag zult gij de schuldigen
3504 14, 50 | kleren zullen van pek zijn en het Vuur zal hun gezicht
3505 14, 52 | mogen worden gewaarschuwd en opdat zij mogen weten dat
3506 14, 52 | dat Hij de Enige God is en opdat degenen die begrip
3507 15, 3 | 3. Laat hen eten en zich vermaken en laat hun
3508 15, 3 | hen eten en zich vermaken en laat hun ijdele hoop hen
3509 15, 4 | 4. En Wij hebben nooit een stad
3510 15, 6 | 6. En dezen zeggen: "O, gij, tot
3511 15, 8 | neder met de werkelijkheid en dan wordt hun (de ongelovigen)
3512 15, 9 | de Koran) nedergezonden en voorzeker Wij zullen er
3513 15, 10 | 10. En vóór u zonden Wij reeds (
3514 15, 14 | 14. En indien Wij een deur van
3515 15, 16 | 16. En Wij hebben aan de hemel
3516 15, 16 | banen (van sterren) gemaakt en hem voor aanschouwers versierd. ~
3517 15, 17 | 17. En Wij hebben hem tegen elke
3518 15, 19 | 19. En Wij hebben de aarde uitgespreid,
3519 15, 19 | hechte bergen op geplaatst en Wij doen er allerlei noodzakelijke
3520 15, 20 | 20. Waarvan Wij voor u en degenen die gij niet onderhoudt
3521 15, 21 | schatten er van zijn bij Ons en Wij zenden deze slechts
3522 15, 22 | 22. En Wij zenden bestuivende winden,
3523 15, 22 | water uit de wolken neder en geven het u dan te drinken
3524 15, 22 | geven het u dan te drinken en gij zijt niet degenen die
3525 15, 23 | 23. En voorwaar, Wij zijn het,
3526 15, 23 | zijn het, die leven geven en doen sterven en Wij zijn
3527 15, 23 | leven geven en doen sterven en Wij zijn de Erfgenaam. ~
3528 15, 24 | 24. En Wij kennen degenen die onder
3529 15, 24 | die onder u vooruitgaan en Wij kennen degenen die achterblijven. ~
3530 15, 27 | 27. En Wij hadden voorheen de djinn
3531 15, 29 | hem daaruit heb gevormd en hem Mijn geest heb ingeblazen,
3532 15, 39 | aarde schoonschijnend maken en hen allen doen dwalen." ~
3533 15, 43 | 43. "En de hel is zeker de beloofde
3534 15, 44 | Zij heeft zeven poorten en elke poort heeft een gedeelte
3535 15, 46 | 46. "Gaat er met vlede en veiligheid binnen." ~
3536 15, 47 | 47. En Wij zullen alle wrok uit
3537 15, 50 | 50. En dat Mijn straf de pijnlijke
3538 15, 51 | 51. En vertel hun van Abrahams
3539 15, 64 | 64. "En wij zijn met de waarheid
3540 15, 64 | de waarheid tot u gekomen en wij spreken zeker de waarheid. ~
3541 15, 65 | nacht met uw familie weg en volg achter hen. En laat
3542 15, 65 | weg en volg achter hen. En laat niemand uwer omkijken
3543 15, 65 | laat niemand uwer omkijken en gaat waarheen u is bevolen." ~
3544 15, 66 | 66. En Wij deelden hem dit gebod
3545 15, 67 | 67. En de mensen der stad kwamen
3546 15, 69 | 69. "En vreest Allah en onteert
3547 15, 69 | 69. "En vreest Allah en onteert mij niet."
3548 15, 74 | 74. En Wij keerden de stad ondersteboven
3549 15, 74 | keerden de stad ondersteboven en Wij deden brokken klei over
3550 15, 76 | 76. En zij ligt aan een bestaande
3551 15, 78 | 78. En de mensen van het Woud waren
3552 15, 79 | Wij straften hen daarom. En zij liggen beiden aan een
3553 15, 80 | 80. En ook het volk van de Hidjr
3554 15, 81 | 81. En Wij gaven hun Onze tekenen,
3555 15, 82 | 82. En zij hieuwen tot veiligheid
3556 15, 84 | 84. En al hetgeen zij hadden vervaardigd
3557 15, 85 | 85. En Wij hebben de hemelen en
3558 15, 85 | En Wij hebben de hemelen en de aarde en al hetgeen er
3559 15, 85 | hebben de hemelen en de aarde en al hetgeen er tussen is
3560 15, 85 | is in waarheid geschapen en het Uur zal zeker komen.
3561 15, 87 | 87. En Wij hebben u inderdaad de
3562 15, 87 | dikwijls herhaalde verzen en de grote Koran gegeven. ~
3563 15, 88 | geschonken noch treur over hen en wees zachtmoedig jegens
3564 15, 89 | 89. En zeg: "Ik ben inderdaad een
3565 15, 94 | openlijk hetgeen u is bevolen en wend u van de afgodendienaren
3566 15, 97 | 97. En Wij weten inderdaad dat
3567 15, 98 | met de lof die Hem toekomt en behoor tot degenen die zich
3568 15, 99 | 99. En aanbid uw Heer totdat de
3569 16, 1 | daarom niet. Heilig is Hij en verheven boven al hetgeen
3570 16, 3 | 3. Hij heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen.
3571 16, 4 | 4. En Hij heeft de mens uit een
3572 16, 5 | 5. En het vee heeft Hij geschapen,
3573 16, 5 | geschapen, waarvan gij warmte en nut hebt terwijl gij er
3574 16, 6 | 6. En er is schoonheid in voor
3575 16, 6 | avonds naar huis drijft en wanneer gij het 's morgens
3576 16, 7 | 7. En zij dragen uw lasten naar
3577 16, 8 | 8. En paarden en muildieren en
3578 16, 8 | 8. En paarden en muildieren en ezels (heeft
3579 16, 8 | En paarden en muildieren en ezels (heeft Hij) geschapen
3580 16, 8 | opdat gij er op moogt rijden en tot sieraad (voor u). En
3581 16, 8 | en tot sieraad (voor u). En Hij zal ook wat gij nog
3582 16, 9 | 9. En bij Allah berust het, de
3583 16, 9 | de rechte weg (te tonen) en er zijn wegen die afwijken.
3584 16, 9 | zijn wegen die afwijken. En als Hij wilde, zou Hij u
3585 16, 10 | zendt, gij hebt er drank van en het doet bomen groeien,
3586 16, 11 | 11. En Hij doet daarmede koren
3587 16, 11 | de dadelpalm, de druiven en allerlei andere vruchten.
3588 16, 12 | de dag, de zon, de maan en de sterren in uw dienst
3589 16, 13 | 13. En in de dingen, die Hij in
3590 16, 14 | 14. En Hij is het, Die de zee tot
3591 16, 14 | vers vlees van moogt eten en er sieraden uit moogt nemen
3592 16, 14 | moogt nemen die gij draagt. En gij ziet er de schepen over
3593 16, 14 | Zijn overvloed moogt zoeken en dankbaar moogt zijn. ~
3594 16, 15 | 15. En Hij heeft hechte bergen
3595 16, 15 | niet geschokt zult worden en rivieren en paden opdat
3596 16, 15 | zult worden en rivieren en paden opdat gij de juiste
3597 16, 16 | 16. En merktekenen en door de sterren
3598 16, 16 | 16. En merktekenen en door de sterren vinden zij (
3599 16, 18 | 18. En indien gij de gunsten Van
3600 16, 19 | 19. En Allah weet wat gij verbergt
3601 16, 19 | Allah weet wat gij verbergt en wat gij openbaart. ~
3602 16, 21 | 21. Dood en niet levend, en zij weten
3603 16, 21 | 21. Dood en niet levend, en zij weten niet wanneer zij
3604 16, 22 | 22. Uw God is Eén God. En zij die in het Hiernamaals
3605 16, 22 | vervreemd (van waarheid) en zij zijn hoogmoedig. ~
3606 16, 23 | ongetwijfeld wat zij verbergen en wat zij openbaren. Hij heeft
3607 16, 24 | 24. En wanneer er tot hen wordt
3608 16, 25 | last ten volle mogen dragen en een gedeelte der last van
3609 16, 26 | dak van boven op hen viel; en de straf kwam over hen vanwraar
3610 16, 27 | der Opstanding vernederen en Hij zal zeggen: "Waar zijn
3611 16, 27 | zullen antwoorden: "Schande en kwelling zullen deze Dag
3612 16, 28 | onderdanigheid aanbieden (en zeggen): "Wij deden geen
3613 16, 29 | de poorten der hel binnen en vertoeft er in. Het tehuis
3614 16, 30 | 30. En wordt er tot degenen, die
3615 16, 34 | boze dat zij deden trof hen en wat zij bespotten overviel
3616 16, 36 | 36. En voorzeker Wij wekten onder
3617 16, 36 | boodschapper op, "Aanbidt Allah en vermijdt de boze." Toen
3618 16, 36 | onder hen die Allah leidde en er waren sommigen die bleven
3619 16, 36 | Reist daarom op aarde rond en ziet wat het einde was der
3620 16, 38 | 38. En zij zweren bij Allah hun
3621 16, 39 | waarover zij verschilden en dat de ongelovigen mogen
3622 16, 40 | zeggen Wij slechts: "Wees", en het wordt. ~
3623 16, 41 | 41. En degenen, die (hun) huizen
3624 16, 42 | hen, die geduldig zijn en hun vertrouwen in hun Heer
3625 16, 43 | 43. En Wij zonden vóór u, slechts
3626 16, 43 | met duidelijke tekenen en geschriften. ~
3627 16, 44 | 44. En Wij hebben de vermaning
3628 16, 46 | dat Hij hen in hun handel en wandel zal treffen, zonder
3629 16, 48 | geschapen zich van rechts en links bewegen en zich voor
3630 16, 48 | rechts en links bewegen en zich voor Allah nederwerpen
3631 16, 49 | 49. En wat ook in de Hemelen is
3632 16, 49 | wat ook in de Hemelen is en welk schepsel ook op aarde
3633 16, 49 | Allah alsmede de engelen, en zij (allen) tonen geen hoogmoed. ~
3634 16, 50 | vrezen hun Heer boven hen en doen wat hun bevolen wordt. ~
3635 16, 52 | 52. En aan Hem behoort hetgeen
3636 16, 52 | behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is en Hem is voortdurende
3637 16, 52 | de hemelen en op aarde is en Hem is voortdurende gehoorzaamheid
3638 16, 53 | ontvangt, zij komen van Allah. En wanneer een kwelling over
3639 16, 55 | hebben geschonken. Geniet dan en weldra zult gij te weten
3640 16, 56 | 56. En zij bestemmen een gedeelte
3641 16, 57 | 57. En zij schrijven dochters aan
3642 16, 57 | Allah toe - Heilig is Hij - en zichzelf wat zij wensen (
3643 16, 58 | 58. En wanneer aan één hunner (
3644 16, 58 | verduistert zijn gezicht en hij is vol toorn. ~
3645 16, 61 | 61. En indien Allah de mensen voor
3646 16, 61 | een vastgestelde termijn, en wanneer hun tijd is gekomen
3647 16, 62 | 62. En zij schrijven aan Allah
3648 16, 63 | deze wereld) hun vriend en (in het Hiernamaals) zullen
3649 16, 64 | 64. En Wij hebben alleen dit Boek
3650 16, 64 | verschillen moogt uitleggen en tevens als leiding en barmhartigheid
3651 16, 64 | uitleggen en tevens als leiding en barmhartigheid voor de mensen
3652 16, 65 | 65. En Allah heeft water uit de
3653 16, 65 | uit de hemel nedergezonden en er de aarde na haar dood
3654 16, 66 | van tussen het uitwerpsel en het bloed, n.l. melk, zuiver
3655 16, 66 | bloed, n.l. melk, zuiver en aangenaam voor degenen die
3656 16, 67 | 67. En van de vrucht der dadelpalmen
3657 16, 67 | de vrucht der dadelpalmen en druiven maakt gij een bedwelmende
3658 16, 67 | gij een bedwelmende drank en een goed voedsel. Voorwaar,
3659 16, 68 | 68. En uw Heer heeft de bij bezield, (
3660 16, 68 | Maakt huizen in de heuvels en in de bomen en in hetgeen
3661 16, 68 | de heuvels en in de bomen en in hetgeen men bouwt." ~
3662 16, 69 | van alle soorten vruchten en volgt onderdanig de wegen
3663 16, 70 | 70. En Allah schept u, dan doet
3664 16, 70 | dan doet Hij u sterven, en er zijn sommigen onder u
3665 16, 71 | 71. En Allah heeft sommigen uwer
3666 16, 72 | 72. En Allah heeft uit uw midden
3667 16, 72 | echtgenoten voor u gemaakt en heeft u van uw echtgenoten
3668 16, 72 | uw echtgenoten kinderen en kleinkinderen geschonken
3669 16, 72 | kleinkinderen geschonken en u van goede dingen voorzien.
3670 16, 72 | in valse dingen geloven en de gunst van Allah verloochenen? ~
3671 16, 73 | 73. En zij aanbidden naast Allah
3672 16, 74 | Voorzeker Allah weet (alles), en gij weet niets. ~
3673 16, 75 | nergens macht over heeft; en van iemand die Wij van een
3674 16, 75 | voorzien, die er heimelijk en openlijk van besteedt. Zijn
3675 16, 76 | 76. En Allah geeft een gelijkenis
3676 16, 76 | heeft nergens macht over en is een last voor zijn meester;
3677 16, 76 | rechtvaardigheid gelast en die zelf op het rechte pad
3678 16, 77 | 77. En aan Allah behoort het Onzichtbare
3679 16, 77 | Onzichtbare van de hemelen en van de aarde. En het geval
3680 16, 77 | hemelen en van de aarde. En het geval van het Uur is
3681 16, 78 | 78. En Allah bracht u terwijl gij
3682 16, 78 | baarmoeder van uw moeder voort en gaf u oren, ogen en hart,
3683 16, 78 | voort en gaf u oren, ogen en hart, opdat gij dankbaar
3684 16, 80 | 80. En Allah heeft van uw huizen
3685 16, 80 | de tijd waarop gij reist en op de tijd waarop gij halt
3686 16, 80 | tijd waarop gij halt maakt; en van hun wol, hun vachten
3687 16, 80 | van hun wol, hun vachten en hun haar maakt gij meubelen
3688 16, 80 | haar maakt gij meubelen en gebruiksartikelen, voor
3689 16, 81 | 81. En Allah heeft van hetgeen
3690 16, 81 | gemaakt die schaduw geven, en Hij heeft in de bergen schuilplaatsen
3691 16, 81 | u tegen hitte beschermen en harnassen die u in uw oorlogen
3692 16, 83 | erkennen de gunst van Allah en toch verloochenen zij deze;
3693 16, 84 | 84. En de dag, waarop Wij uit elk
3694 16, 85 | 85. En wanneer degenen die kwaad
3695 16, 86 | 86. En wanneer de afgodendienaren
3696 16, 87 | 87. En op die dag zullen zij aan
3697 16, 87 | Allah onderwerping aanbieden en al hetgeen zij verzinnen
3698 16, 88 | 88. Degenen die verwerpen en anderen van de weg van Allah
3699 16, 89 | 89. En (gedenk) de dag waarop Wij
3700 16, 89 | midden zullen verwekken en u (profeet) als getuige
3701 16, 89 | leiding, barmhartigheid en blijde tijding voor hen
3702 16, 90 | met goed (te vergelden) en wel te doen aan anderen
3703 16, 90 | wel te doen aan anderen en te geven als aan verwanten;
3704 16, 90 | geven als aan verwanten; en verbiedt onbetamelijkheid,
3705 16, 90 | onbetamelijkheid, kwaad en opstand. Hij raadt u aan
3706 16, 91 | 91. En vervult het verbond met
3707 16, 91 | wanneer gij een verbond sluit; en breekt geen eden na hun
3708 16, 92 | 92. En weest niet zoals zij die
3709 16, 92 | Allah beproeft u daarmee en op de Dag der Opstanding
3710 16, 93 | 93. En als Allah had gewild, zou
3711 16, 93 | laat hem die wil, dwalen en leidt hem die dit wenst,
3712 16, 93 | leidt hem die dit wenst, en gij zult zeker worden ondervraagd
3713 16, 94 | 94. En maakt uw eden niet tot een
3714 16, 94 | hij stevig heeft gestaan en gij zult het kwade ondergaan
3715 16, 94 | van Allah hebt afgehouden; en er zal voor U een strenge
3716 16, 95 | 95. En verkoopt het verbond van
3717 16, 96 | bij Allah is, is blijvend. En Wij zullen degenen die standvastig
3718 16, 97 | handelt, hetzij man of vrouw en een gelovige is, hun zullen
3719 16, 97 | een goed leven schenken; en gewis zullen Wij hen belonen
3720 16, 98 | 98. En wanneer gij de Koran voordraagt,
3721 16, 99 | over degenen die geloven en die vertrouwen in hun Heer
3722 16, 100| hem vriendschap aanknopen en die anderen met God vereenzelvigen. ~
3723 16, 101| 101. En wanneer Wij het ene teken
3724 16, 101| van het andere brengen - en Allah weet het beste wat
3725 16, 102| geloven, moge versterken en als leiding en blijde tijding
3726 16, 102| versterken en als leiding en blijde tijding voor hen
3727 16, 103| 103. En Wij weten inderdaad dat
3728 16, 104| hen voorzeker niet leiden en er zal voor hen een smartelijke
3729 16, 106| geloof vrede blijft vinden - en zijn hart voor het ongeloof
3730 16, 106| hem rust Allah's toorn; en er zal een grote straf voor
3731 16, 107| Hiernamaals hebben verkozen, en omdat Allah het ongelovige
3732 16, 108| zijn het op wier hart, oren en ogen Allah een zegel heeft
3733 16, 108| een zegel heeft gelegd. En dezen zijn de achtelozen. ~
3734 16, 110| nadat zij worden vervolgd en ter wille van Allah hun
3735 16, 110| van Allah hun best doen en geduld tonen, Vergevensgezind,
3736 16, 111| vergoed voor hetgeen zij deed en haar zal geen onrecht worden
3737 16, 112| 112. En Allah geeft de gelijkenis
3738 16, 112| van een stad, die in rust en vrede was en wier voorziening
3739 16, 112| die in rust en vrede was en wier voorziening in overvloed
3740 16, 112| voor de gunsten van Allah en daarom deed Allah honger
3741 16, 112| daarom deed Allah honger en vrees over haar komen voor
3742 16, 113| 113. En er was inderdaad een boodschapper
3743 16, 113| maar zij verloochenden hem, en daarom achterhaalde hen
3744 16, 114| Allah u heeft voorzien; en weest dankbaar voor de gunst
3745 16, 115| gestorvene, bloed, varkensvlees en hetgeen waarover de naam
3746 16, 116| 116. En zegt niet - vanwege de leugens
3747 16, 116| spreekt - "Dit is wettig en dat is onwettig.", om een
3748 16, 118| 118. En Wij verboden voordien de
3749 16, 118| hetgeen Wij u hebben vermeld. En Wij deden hun geen onrecht
3750 16, 119| onwetendheid kwaad doen, en daarna berouw hebben en
3751 16, 119| en daarna berouw hebben en goed maken - Vergevensgezind,
3752 16, 120| oprecht, gehoorzaam aan Allah en hij behoorde niet tot de
3753 16, 121| gunsten; Hij verkoos hem en leidde hem naar het rechte
3754 16, 122| 122. En Wij schonken hem het goede
3755 16, 122| het goede in deze wereld en in het Hiernamaals zal hij
3756 16, 124| van mening verschilden; en op de Dag der Opstanding
3757 16, 125| van uw Heer met wijsheid en goede raad en redetwist
3758 16, 125| met wijsheid en goede raad en redetwist met hen op een
3759 16, 125| Zijn weg is afgedwaald; en Hij kent degenen goed die
3760 16, 126| 126. En indien gij vergeldt, doe
3761 16, 127| 127. En wees geduldig, voorwaar
3762 16, 127| hulp van Allah (mogelijk). En treur niet over hen (de
3763 16, 128| degenen, die (God) vrezen en goeddoen. ~~
3764 17, 2 | Wij gaven Mozes het Boek en maakten het tot een richtsnoer
3765 17, 4 | 4. En Wij maakten aan de kinderen
3766 17, 4 | aarde verderf teweeg brengen en voorzeker zult gij uitermate
3767 17, 6 | gaven Wij u macht over hen en Wij hielpen u met rijkdommen
3768 17, 6 | hielpen u met rijkdommen en kinderen, en maakten u groter
3769 17, 6 | rijkdommen en kinderen, en maakten u groter in getal. ~
3770 17, 7 | doet gij goed voor uzelf; en indien gij kwaad doet, is
3771 17, 7 | doet, is het tegen uzelf. En toen de tijd was gekomen
3772 17, 8 | zullen Wij ook terugkeren en Wij hebben de hel tot een
3773 17, 9 | tot datgene wat juist is; en geeft aan gelovigen die
3774 17, 10 | 10. En dat Wij voor degenen die
3775 17, 11 | hij om het goede vraagt; en de mens is haastig. ~
3776 17, 12 | 12. En Wij hebben de nacht en de
3777 17, 12 | En Wij hebben de nacht en de dag gemaakt tot twee
3778 17, 12 | nacht hebben Wij donker en het teken van de dag hebben
3779 17, 12 | moogt zoeken van uw Heer en opdat gij de jaren kunt
3780 17, 12 | gij de jaren kunt tellen en (de tijd kunt) berekenen.
3781 17, 12 | de tijd kunt) berekenen. En Wij hebben alles duidelijk
3782 17, 13 | 13. En de werken van ieder mens
3783 17, 13 | Wij om zijn hals gehangen; en op de Dag der Verrijzenis
3784 17, 13 | voor hem een boek brengen en hij zal het opengeslagen
3785 17, 15 | slechts voor zijn eigen heil en hij die dwaalt, dwaalt alleen
3786 17, 15 | dwaalt alleen tegen zichzelf. En geen lastdrager zal de last
3787 17, 15 | last dragen van een ander. En Wij straffen nimmer voordat
3788 17, 16 | 16. En wanneer Wij Ons voornemen
3789 17, 16 | verordening tegen haar van kracht, en verwoesten Wij haar geheel. ~
3790 17, 17 | na Noach! Voldoende kent en ziet uw Heer de zonden van
3791 17, 18 | verschaffen aan wie Wij willen en wat Wij willen, daarna kennen
3792 17, 18 | hij zal branden, vernederd en verworpen. ~
3793 17, 19 | 19. En een ieder die het Hiernamaals
3794 17, 19 | het Hiernamaals begeert en er naar streeft zoals er
3795 17, 21 | is groter in waardigheid en uitmuntendheid. ~
3796 17, 22 | anders zult gij vernederd en verlaten nederzitten. ~
3797 17, 23 | Aanbidt niemand anders dan Mij en betoont vriendelijkheid
3798 17, 24 | 24. En wees teder voor hen in erbarming.
3799 17, 24 | teder voor hen in erbarming. En zeg: "Mijn Heer, ontferm
3800 17, 26 | Geef de verwanten, de armen en de reiziger het hun toekomende,
3801 17, 27 | de broeders der duivelen en de duivel is ondankbaar
3802 17, 28 | 28. En indien gij u van hen afwendt
3803 17, 29 | 29. En houd uw hand niet op uw
3804 17, 29 | nederzitten in zelfverwijt en spijt. ~
3805 17, 30 | Voorwaar, uw Heer vergroot en beperkt het levensonderhoud
3806 17, 30 | behaagt. Voorzeker Hij kent en ziet Zijn dienaren goed. ~
3807 17, 31 | 31. En doodt uw kinderen niet uit
3808 17, 31 | het die in hun behoeften en in de uwe voorzien. Voorwaar,
3809 17, 32 | 32. En houdt u verre van overspel;
3810 17, 32 | is een afschuwelijke zaak en een slechte weg. ~
3811 17, 33 | 33. En doodt niemand die Allah
3812 17, 33 | het met recht geschiedt. En wie onrechtvaardig is gedood,
3813 17, 34 | 34. En raakt het eigendom van de
3814 17, 34 | meerderjarigheid heeft bereikt. En vervult het verbond; want
3815 17, 35 | 35. En geeft volle maat wanneer
3816 17, 35 | volle maat wanneer gij meet en weegt met een zuivere weegschaal;
3817 17, 35 | weegschaal; dat is goed en uiteindelijk het beste. ~
3818 17, 36 | 36. En volgt niet datgene waarvan
3819 17, 36 | Voorwaar, het oor, oog en het hart - al deze zullen
3820 17, 37 | 37. En wandel niet hoogmoedig op
3821 17, 39 | wijsheid heeft geopenbaard. En stel naast Allah geen andere
3822 17, 40 | u bevoorrecht met zonen en Zelf dochters gekozen uit
3823 17, 44 | 44. De zeven hemelen en de aarde en degenen die
3824 17, 44 | zeven hemelen en de aarde en degenen die daarin vertoeven
3825 17, 44 | prijzen Zijn heerlijkheid. En daar is niets dat Hem niet
3826 17, 45 | 45. En wanneer gij de Koran voorleest,
3827 17, 45 | voorleest, plaatsen Wij tussen u en degenen die niet in het
3828 17, 46 | 46. En Wij leggen een bedekking
3829 17, 46 | bedekking over hun hart en doofheid in hun oren zodat
3830 17, 46 | het niet kunnen begrijpen. En wanneer gij in de Koran
3831 17, 47 | terwijl zij naar u luisteren, en wanneer zij in het geheim
3832 17, 47 | het geheim beraadslagen en wanneer de onrechtvaardigen
3833 17, 48 | zij zijn zelf afgedwaald en kunnen de weg niet meer
3834 17, 49 | 49. En zij zeggen: "Zullen wij,
3835 17, 49 | wanneer wij tot beenderen en stof vergaan zijn, werkelijk
3836 17, 51 | het hoofd schudden tegen u en vragen: "Wanneer zal dit
3837 17, 52 | die Hem toekomt antwoorden en gij zult denken dat gij
3838 17, 53 | 53. En zeg tot Mijn dienaren dat
3839 17, 55 | 55. En uw Heer kent het best al
3840 17, 55 | al hetgeen in de hemelen en op aarde is. En Wij hebben
3841 17, 55 | hemelen en op aarde is. En Wij hebben sommige profeten
3842 17, 55 | de anderen doen uitmunten en aan David hebben Wij Zaboer (
3843 17, 57 | Zijn barmhartigheid hopend en Zijn straf vrezend. Voorwaar,
3844 17, 59 | 59. En niets weerhoudt Ons van
3845 17, 59 | volkeren ze hebben verloochend. En Wij gaven aan de Samoed
3846 17, 60 | 60. En toen Wij tot u zeiden: "
3847 17, 60 | gevloekte boom in de Koran. En Wij waarschuwen hen, doch
3848 17, 61 | 61. En toen Wij tot de engelen
3849 17, 62 | 62. En hij zeide: "Hebt Gij hem
3850 17, 63 | 63. Hij zeide: "Ga heen! en wie onder hen u zal volgen,
3851 17, 64 | 64. "En bekoor met uw stem wie gij
3852 17, 64 | met uw stem wie gij kunt en spoor uw ruiterij en uw
3853 17, 64 | kunt en spoor uw ruiterij en uw voetvolk tegen hen aan
3854 17, 64 | uw voetvolk tegen hen aan en wees hun deelgenoot in hun
3855 17, 64 | deelgenoot in hun weelde en hun kinderen, en doe hun
3856 17, 64 | weelde en hun kinderen, en doe hun beloften," - maar
3857 17, 65 | zult gij geen macht hebben. En voldoende is uw Heer als
3858 17, 67 | 67. En indien een ongeluk op zee
3859 17, 69 | tweede maal zal terugzenden en dan een stormwind tegen
3860 17, 69 | stormwind tegen u doen opkomen en u verdrinken wegens uw ongeloof,
3861 17, 70 | 70. En inderdaad hebben Wij de
3862 17, 70 | kinderen van Adam geëerd en hen gedragen over land en
3863 17, 70 | en hen gedragen over land en zee, en hun van het goede
3864 17, 70 | gedragen over land en zee, en hun van het goede gegeven
3865 17, 70 | hun van het goede gegeven en hen verheven boven velen
3866 17, 71 | ontvangen, zullen hun boek lezen en hen zal geen onrecht worden
3867 17, 73 | 73. En voorzeker zij zouden u (
3868 17, 74 | 74. En indien Wij u niet hadden
3869 17, 75 | dubbele straf in dit leven en in het Hiernamaals hebben
3870 17, 75 | Hiernamaals hebben doen ondergaan en gij zoudt voor u geen helper
3871 17, 77 | boodschappers die Wij vóór u zonden; en gij zult geen verandering
3872 17, 78 | het donker van de nacht; en het reciteren bij de dageraad.
3873 17, 80 | 80. En zeg: "O mijn Heer, laat
3874 17, 80 | intrede een goede intrede en mijn uitgang een goede uitgang
3875 17, 80 | een goede uitgang zijn. En schenk,mij van U een gezag
3876 17, 81 | 81. En zeg: "Waarheid is gekomen
3877 17, 81 | zeg: "Waarheid is gekomen en leugen is verdwenen. En
3878 17, 81 | en leugen is verdwenen. En de leugen is inderdaad onderhevig
3879 17, 82 | 82. En van de Koran openbaren Wij
3880 17, 82 | hetgeen een geneesmiddel en een genade is voor de gelovigen;
3881 17, 83 | 83. En wanneer Wij de mens gunsten
3882 17, 83 | bewijzen wendt hij zich af en gaat terzijde en wanneer
3883 17, 83 | zich af en gaat terzijde en wanneer kwaad hem achterhaalt
3884 17, 85 | 85. En zij stellen u vragen betreffende
3885 17, 85 | op bevel van mijn Heer: en er is u slechts een weinig
3886 17, 86 | 86. En als Wij wilden, zouden Wij
3887 17, 88 | 88. Zeg: "Indien de mens en de djinn samenspannen, teneinde
3888 17, 89 | 89. En voorzeker Wij hebben voor
3889 17, 90 | 90. En zij zeggen: "Wij zullen
3890 17, 91 | tuin hebt met dadelpalmen en wijnranken en in het midden
3891 17, 91 | dadelpalmen en wijnranken en in het midden daarvan stromen
3892 17, 92 | beweerd of tenzij gij Allah en de engelen vóór ons brengt." ~
3893 17, 93 | Heer: ik ben slechts mens en boodschapper!" ~
3894 17, 94 | 94. En niets heeft de mensen belet
3895 17, 95 | op aarde engelen in vrede en rust rondgelopen dan zouden
3896 17, 96 | Allah als getuige tussen u en mij; voorwaar Hij weet en
3897 17, 96 | en mij; voorwaar Hij weet en ziet alles betreffende Zijn
3898 17, 97 | 97. En hij die Allah leidt, is
3899 17, 97 | Hem geen helper vinden. En Wij zullen hen verzamelen
3900 17, 97 | aangezicht, blind, stom en doof voorover liggend. Hun
3901 17, 98 | Onze woorden verwierpen en zeiden: "Zullen wij indien
3902 17, 98 | wij indien wij beenderen en stof zijn geworden werkelijk
3903 17, 99 | dat Allah, Die de hemelen en de aarde schiep, bij machte
3904 17, 101| 101. En voorwaar, wij schonken Mozes
3905 17, 102| dan de Heer der Hemelen en der aarde deze tekenen heeft
3906 17, 102| tekenen heeft gezonden; en ik ben zeker dat gij, o
3907 17, 103| verwijderen; doch Wij deden hem en die met hem waren allen
3908 17, 104| 104. En Wij zeiden na hem tot de
3909 17, 104| Blijft gij in het land en wanneer de laatste belofte
3910 17, 105| 105. En voorwaar, Wij hebben dit
3911 17, 105| Wij hebben dit geopenbaard en met waarheid is hij (de
3912 17, 105| de Koran) nedergedaald. En Wij hebben u slechts als
3913 17, 105| brenger van blijde tijdingen en als waarschuwer gezonden. ~
3914 17, 106| 106. En Wij hebben u de Koran verduidelijkt
3915 17, 106| mensheid mocht verkondigen en Wij hebben hem in gedeelten
3916 17, 108| 108. En zeggen: "Glorie zij onze
3917 17, 109| op hun aangezicht neder en het vermeerdert hun nederigheid. ~
3918 17, 110| heeft de schoonste namen." En zeg uw gebed niet te luid
3919 17, 110| zeg uw gebed niet te luid en evenmin te zacht, doch zoek
3920 17, 111| geen zoon heeft genomen en Die geen mededinger heeft
3921 17, 111| helper wegens zwakheid." En verkondig Zijn Grootheid. ~~
3922 18, 1 | heeft geopenbaard, gaaf en volmaakt. ~
3923 18, 2 | Zijn gestrenge kastijding en de gelovigen die goede werken
3924 18, 4 | 4. En om diegenen te waarschuwen,
3925 18, 5 | hebben er geen kennis van en hun vaderen evenmin. Erg
3926 18, 8 | 8. En zie! al hetgeen daarop is,
3927 18, 9 | de lieden van de Spelonk en van de Inscriptie geen wonder
3928 18, 10 | Heer, verleen ons Uw genade en bereid ons een weg naar
3929 18, 10 | bereid ons een weg naar vrede en voorspoed uit onze beproeving." ~
3930 18, 13 | die in hun Heer geloofden en Wij gaven hun meer leiding. ~
3931 18, 14 | 14. En Wij versterkten hun hart
3932 18, 14 | hart toen zij opstonden en zeiden: "Onze Heer is de
3933 18, 14 | Heer is de Heer der hemelen en der aarde. Nimmer zullen
3934 18, 15 | hen geen duidelijk bewijs? En wie is onrechtvaardiger,
3935 18, 16 | Wanneer gij u van hen en van hetgeen zij nevens Allah
3936 18, 16 | toevlucht tot de Spelonk en uw Heer zal Zijn barmhartigheid
3937 18, 16 | barmhartigheid jegens u vermeerderen en uw aangelegenheden gunstig
3938 18, 17 | 17. En wanneer de zon opgaat zult
3939 18, 17 | verwijderen rechts van de Spelonk en wanneer zij ondergaat, ziet
3940 18, 17 | gij stellig geen vriend en leidsman vinden. ~
3941 18, 18 | zijn, terwijl zij slapen en Wij zullen hen zich naar
3942 18, 18 | zullen hen zich naar links en rechts doen wenden, terwijl
3943 18, 18 | U zeker van hen afwenden en vluchten, met ontzag vervuld. ~
3944 18, 19 | 19. En Wij deden hen ontwaken,
3945 18, 19 | munt naar de stad te zenden en laat hij zien, wat het beste
3946 18, 19 | wat het beste voedsel is en hiervan levensmiddelen meebrengen
3947 18, 19 | levensmiddelen meebrengen en laat hij zich vriendelijk
3948 18, 19 | zich vriendelijk gedragen en niemand omtrent ons inlichten." ~
3949 18, 20 | bekeren tot hun godsdienst en jullie zullen nimmer kunnen
3950 18, 21 | belofte van Allah waarheid is en dat er omtrent het Uur geen
3951 18, 22 | zeggen: "Er waren er drie en de vierde was hun hond."
3952 18, 22 | de vierde was hun hond." En sommigen zullen zeggen: "
3953 18, 22 | zeggen: "Er waren er vijf en de zesde was hun hond,"
3954 18, 22 | gissende in het wilde weg en sommigen zullen zeggen: "
3955 18, 22 | hen er diep op ingaande en vraag evenmin van één hunner
3956 18, 23 | 23. En zeg niet over iets: "Ik
3957 18, 24 | Indien het Allah behaagt." En wanneer gij het vergeet,
3958 18, 24 | vergeet, gedenk dan uw Heer en zeg: "Ik hoop, dat mijn
3959 18, 25 | 25. En zij bleven driehonderd jaar
3960 18, 25 | driehonderd jaar in hun Spelonk en voegden er negen aan toe. ~
3961 18, 26 | de geheimen der hemelen en der aarde, hoe Ziende is
3962 18, 26 | aarde, hoe Ziende is Hij en hoe Horende! Zij hebben
3963 18, 26 | hebben geen vriend buiten Hem en aan Zijn koninkrijk laat
3964 18, 27 | 27. En verkondig hetgeen u door
3965 18, 27 | Zijn woorden kan veranderen en gij zult geen toevlucht
3966 18, 28 | die hun Heer 's morgens en 's avonds aanroepen en die
3967 18, 28 | morgens en 's avonds aanroepen en die Zijn welbehagen zoeken
3968 18, 28 | die Zijn welbehagen zoeken en laat uw ogen niet van hen
3969 18, 28 | van de praal dezer wereld en gehoorzaam niet aan hem,
3970 18, 28 | die zijn begeerte volgt en wiens geval het ergste is. ~
3971 18, 29 | geloven die geloven wil en niet geloven, die niet wil."
3972 18, 29 | verschrikkelijk is de drank en hoe vreselijk de rustbank. ~
3973 18, 30 | betreft degenen die geloven en goede werken doen, voorwaar,
3974 18, 31 | getooid met armbanden van goud en zullen groene gewaden van
3975 18, 31 | gewaden van fijne zijde en zwaar brocaat dragen, terwijl
3976 18, 31 | Hoe goed is de beloning en hoe schoon is de rustplaats. ~
3977 18, 32 | 32. En geef hun de gelijkenis der
3978 18, 32 | omgeven met dadelpalmen en daartussen legden Wij korenvelden. ~
3979 18, 33 | tuinen bracht vruchten voort en bleef niet in gebreke. En
3980 18, 33 | en bleef niet in gebreke. En door beide deden Wij rivieren
3981 18, 34 | 34. En hij had overvloed,en zeide
3982 18, 34 | 34. En hij had overvloed,en zeide tijdens een gesprek
3983 18, 34 | rijker dan gij, aan bezit en in getal." ~
3984 18, 35 | 35. En hij ging zijn tuin binnen,
3985 18, 37 | Zijn gezel redetwistte en zeide: "Gelooft gij niet
3986 18, 37 | daarna uit een levenskiem en u dan vormde tot een volledig
3987 18, 39 | als uw mindere in rijkdom en nakomelingen ziet," ~
3988 18, 40 | beters geven dan uw tuin en bliksemstralen uit de hemel
3989 18, 42 | 42. En zijn fruit werd vernietigd
3990 18, 42 | zijn fruit werd vernietigd en hij begon zijn handen te
3991 18, 42 | eveneens was neergestort en hij zeide: "Had ik maar
3992 18, 43 | 43. En hij had geen leger om hem
3993 18, 44 | de Beste in het belonen en de Beste in het verrekenen. ~
3994 18, 45 | der aarde volop groeien en daarna verdrogen zij en
3995 18, 45 | en daarna verdrogen zij en breken in stukken die de
3996 18, 46 | 46. Rijkdom en kinderen zijn een sieraad
3997 18, 46 | bij uw Heer tot beloning en hoop. ~
3998 18, 47 | 47. En (gedenk) de dag waarop Wij
3999 18, 47 | bergen zullen verzetten en gij de aarde zult zien oprijzen
4000 18, 47 | aarde zult zien oprijzen en Wij hen (de mensen) zullen
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987 |