1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
4001 18, 47 | mensen) zullen verzamelen en niemand hunner zullen Wij
4002 18, 48 | 48. En zij zullen in rijen tot
4003 18, 49 | 49. En het Boek zal worden voorgelegd;
4004 18, 49 | wegens hetgeen daarin staat en zij zullen zeggen: "Wee
4005 18, 49 | doch het somt alles op." En zij zullen al hetgeen zij
4006 18, 49 | zij deden voor zich zien en uw Heer zal niemand onrecht
4007 18, 50 | zijn Heer. Zult gij hem en zijn nageslacht tot vrienden
4008 18, 51 | de schepping der hemelen en der aarde, noch van hun
4009 18, 52 | zullen hun niet antwoorden; en Wij zullen een scheiding
4010 18, 53 | 53. En de schuldigen zullen het
4011 18, 53 | schuldigen zullen het Vuur zien en weten dat zij daarin zullen
4012 18, 55 | 55. En niets belet de mensen te
4013 18, 55 | de leiding tot hen komt en hun Heer vergiffenis te
4014 18, 56 | dragers van de blijde tijding en als waarschuwers. De ongelovigen
4015 18, 56 | Waarheid te niet te doen. En zij houden Mijn tekenen
4016 18, 56 | zij houden Mijn tekenen en al hetgeen waarmee zij zijn
4017 18, 57 | 57. En wie is onrechtvaardiger
4018 18, 57 | doch zich er van afwendt en vergeet, hetgeen zijn handen
4019 18, 57 | zodat zij niet begrijpen en doofheid in hun oren. Indien
4020 18, 59 | 59. En deze steden! Wij vernietigden
4021 18, 59 | ongerechtigheden bedreven. En Wij stelden een bepaalde
4022 18, 60 | 60. En (gedenk de tijd) toen Mozes
4023 18, 61 | 61. En toen zij de plek bereikten
4024 18, 61 | samenkwamen, vergaten zij hun vis en deze zwom snel weg in de
4025 18, 62 | 62. En toen zij verder gingen,
4026 18, 63 | begaven vergat ik de vis - en slechts Satan deed mij vergeten
4027 18, 63 | vergeten er over te spreken - en de vis vond op bewonderenswaardige
4028 18, 65 | barmhartigheid hadden bewezen en wie Wij van Onze kennis
4029 18, 69 | gij mij geduldig vinden en ik zal aan uw bevel niet
4030 18, 71 | zij in een boot stapten en hij maakte er een gat in.
4031 18, 73 | omdat ik het vergeten ben en maak het mij niet moeilijk." ~
4032 18, 74 | zij een knaap ontmoetten en hij deze doodsloeg. Mozes
4033 18, 77 | punt stond in te storten en hij herstelde deze. Mozes
4034 18, 78 | is de scheiding tussen u en mij. Ik zal u thans de verklaring
4035 18, 79 | die op de rivier werkten, en ik verkoos haar onbruikbaar
4036 18, 80 | 80. "En wat de jongeling betreft,
4037 18, 80 | zijn ouders waren gelovigen en wij vreesden dat hij schande
4038 18, 80 | door zijn opstandigheid en ongeloof." ~
4039 18, 81 | zou schenken dat reiner en zachtmoediger zou zijn (
4040 18, 82 | 82. "En wat de muur betreft, deze
4041 18, 82 | twee weesjongens in de stad en daaronder lag hun schat (
4042 18, 82 | volwassen zouden worden en dan hun schat zouden opgraven
4043 18, 82 | een genade van uw Heer, en dit alles deed ik niet uit
4044 18, 84 | vestigden zijn macht op aarde en schonken hem de middelen (
4045 18, 84 | schonken hem de middelen (en het vermogen) alles te volbrengen. ~
4046 18, 85 | 85. En hij volgde een weg, ~
4047 18, 86 | ondergaande zon bereikte, en deze in een bron van modderig
4048 18, 88 | hem betreft die gelooft en oprecht handelt, hij zal
4049 18, 88 | goede beloning ontvangen, en Wij zullen hem op Ons bevel
4050 18, 90 | de rijzende zon bereikte, en ontdekte dat zij over een
4051 18, 91 | 91. Zo was het, en Wij hadden volledig kennis
4052 18, 94 | zeiden: "O Zol-Qarnain, Gog en Magog stichten onheil op
4053 18, 94 | een afscheiding tussen hen en ons opricht?" ~
4054 18, 95 | helpen. Ik zal tussen u en hen een sterke afscheiding
4055 18, 97 | Derhalve waren zij (Gog en Magog) niet (meer) in staat
4056 18, 98 | dit uiteen doen vallen. En de belofte van mijn Heer
4057 18, 99 | 99. En op die Dag zullen Wij sommigen
4058 18, 99 | tegen anderen laten opstaan en de bazuin zal worden geblazen.
4059 18, 100| 100. En Wij zullen op die dag de
4060 18, 101| de herinnering aan Mij, en die zelfs niet konden horen. ~
4061 18, 104| op het leven dezer wereld en denken dat zij een bijzonder
4062 18, 105| de tekenen van hun Heer en de ontmoeting met Hem verwerpen.
4063 18, 105| hun werken verloren gegaan en op de Dag der Verrijzenis
4064 18, 106| beloning wegens hun ongeloof en de spot die zij met Mijn
4065 18, 106| die zij met Mijn Tekenen en Mijn boodschappers bedreven. ~
4066 18, 108| Daarin zullen zij vertoeven en zij zullen niet wensen daaruit
4067 18, 110| goede daden verrichten en bij de aanbidding van zijn
4068 19, 4 | in mij is zwak geworden en mijn hoofd glanst met grijze
4069 19, 6 | 6. "Opdat hij mij en het Huis van Jacob tot erfgenaam
4070 19, 6 | tot erfgenaam moge zijn. En maak hem, mijn Heer, U welgevallig." ~
4071 19, 8 | mijn vrouw onvruchtbaar is en ik de uiterste grens des
4072 19, 10 | drie opeenvolgende dagen en nachten tot niemand zult
4073 19, 11 | uit de kamer tot zijn volk en beduidde hen God in de morgen
4074 19, 11 | beduidde hen God in de morgen en in de avond te verheerlijken. ~
4075 19, 13 | 13. En zachtmoedigheid van Ons
4076 19, 13 | zachtmoedigheid van Ons en reinheid. En hij was vroom, ~
4077 19, 13 | zachtmoedigheid van Ons en reinheid. En hij was vroom, ~
4078 19, 14 | 14. Vriendelijk en goed voor zijn ouders. En
4079 19, 14 | en goed voor zijn ouders. En hij was trots noch opstandig. ~
4080 19, 15 | de dag zijner geboorte, en op zijn sterfdag, en zal
4081 19, 15 | geboorte, en op zijn sterfdag, en zal eveneens met hem zijn
4082 19, 16 | 16. En vermeld Maria in het Boek.
4083 19, 17 | 17. En zich aan hlm blikken onttrok,
4084 19, 17 | Wij Onze Geest tot haar en hij verscheen aan haar in
4085 19, 20 | man mij heeft aangeraakt en ik evenmin onkuisheid heb
4086 19, 22 | 22. En zij ontving hem en trok
4087 19, 22 | 22. En zij ontving hem en trok zich met hem terug
4088 19, 23 | 23. En de smarten der bevalling
4089 19, 23 | dit geschiedde gestorven en in de vergetelheid geraakt
4090 19, 25 | 25. "En schud de stam van de palmboom
4091 19, 26 | 26. "Eet en drink en koel uw oog. En
4092 19, 26 | 26. "Eet en drink en koel uw oog. En indien gij
4093 19, 26 | en drink en koel uw oog. En indien gij iemand ziet,
4094 19, 30 | heeft mij het Boek gegeven en mij tot een profeet gemaakt;" ~
4095 19, 31 | ik mij ook moge bevinden; en heeft mij het gebed en het
4096 19, 31 | en heeft mij het gebed en het geven van aalmoezen
4097 19, 32 | 32. "En dat ik gehoorzaam zou zijn
4098 19, 33 | op de dag mijner geboorte en zal met mij zijn op de dag
4099 19, 33 | op de dag van mijn dood en evenzo op de dag dat ik
4100 19, 34 | Jezus, de zoon van Maria. En (dit is) het ware woord
4101 19, 35 | daartoe slechts: "Wees", en het wordt. ~
4102 19, 36 | Voorwaar, Allah is mijn Heer en uw Heer. Aanbidt Hem derhalve,
4103 19, 38 | Hoe helder zal hun horen en hun zien zijn op die Dag
4104 19, 39 | 39. En waarschuw hen voor de Dag
4105 19, 39 | Thans zijn zij achteloos en geloven niet. ~
4106 19, 40 | Wij zijn het, Die de aarde en alles wat zich daarop bevindt
4107 19, 40 | daarop bevindt zullen erven en tot Ons zullen zij worden
4108 19, 41 | 41. En vermeld Abraham in het Boek.
4109 19, 43 | een pad leiden dat effen en recht is." ~
4110 19, 45 | Barmhartige u zal treffen en dat gij dan een gezel van
4111 19, 48 | 48. "En ik zal mij verre houden
4112 19, 48 | zal mij verre houden van u en van hetgeen gij nevens Allah
4113 19, 48 | gij nevens Allah aanroept, en ik zal tot mijn Heer bidden;
4114 19, 49 | 49. Toen hij zich van hen en van hetgeen zij nevens Allah
4115 19, 49 | schonken Wij hem Isaäc en Jacob en maakten elk hunner
4116 19, 49 | schonken Wij hem Isaäc en Jacob en maakten elk hunner profeet. ~
4117 19, 50 | 50. En Wij schonken hun Onze barmhartigheid
4118 19, 50 | hun Onze barmhartigheid en een verheven en goede naam. ~
4119 19, 50 | barmhartigheid en een verheven en goede naam. ~
4120 19, 51 | 51. En vermeld Mozes in het Boek.
4121 19, 51 | uitverkorene, boodschapper en profeet. ~
4122 19, 52 | zijde van de Berg (Sinaï), en deden hem tot Ons naderen
4123 19, 53 | 53. En Wij schonken hem, door Onze
4124 19, 53 | broeder Aäron als profeet en helper. ~
4125 19, 54 | 54. En gedenk Ismaël in het Boek.
4126 19, 54 | getrouw aan zijn belofte En hij was (eveneens) een boodschapper -
4127 19, 55 | placht zijn volk gebeden en aalmoezen aan te bevelen
4128 19, 55 | aalmoezen aan te bevelen en zijn Heer had welbehagen
4129 19, 56 | 56. En vermeld Idries in het Boek
4130 19, 57 | 57. En Wij verhieven hem tot een
4131 19, 58 | het nageslacht van Adam en van degenen die Wij met
4132 19, 58 | Noach droegen (in de ark) en van het nageslacht van Abraham
4133 19, 58 | het nageslacht van Abraham en Israël; en zij behoren tot
4134 19, 58 | nageslacht van Abraham en Israël; en zij behoren tot degenen
4135 19, 58 | degenen die Wij leidden en uitverkoren. Toen de tekenen
4136 19, 58 | voorgelezen vielen zij buigend en wenend neder. ~
4137 19, 59 | het gebed verwaarloosden, en hun hartstochten gehoor
4138 19, 60 | Maar zij die berouw hebben en geloven en goede werken
4139 19, 60 | berouw hebben en geloven en goede werken verrichten,
4140 19, 60 | het paradijs binnengaan en zij zullen geenszins schade
4141 19, 62 | horen: slechts "vrede", en 's morgens en 's avonds
4142 19, 62 | slechts "vrede", en 's morgens en 's avonds zullen zij hun
4143 19, 64 | behoort al hetgeen vóór ons is en al hetgeen achter ons is
4144 19, 64 | al hetgeen achter ons is en al hetgeen er tussen ligt;
4145 19, 64 | hetgeen er tussen ligt; en uw Heer vergeet nimmer." ~
4146 19, 65 | Hij is de Heer der hemelen en der aarde en al hetgeen
4147 19, 65 | der hemelen en der aarde en al hetgeen hier tussen is.
4148 19, 65 | tussen is. Dien Hem derhalve en wees volhardend in Zijn
4149 19, 66 | 66. En de mens zegt: "Zal ik wanneer
4150 19, 68 | 68. En bij uw Heer, Wij zullen
4151 19, 68 | uw Heer, Wij zullen hen en de duivelen zeker verzamelen:
4152 19, 70 | 70. En voorzeker, Wij weten het
4153 19, 72 | de rechtvaardigen redden en de bozen op hun knieën daarin
4154 19, 73 | 73. En wanneer Onze duidelijke
4155 19, 73 | neemt de beste plaats in en welke is beter als kring?" ~
4156 19, 74 | een groter bezit hadden en een beter uiterlijk! ~
4157 19, 75 | slechtste plaats inneemt en wie zwakkere strijdkrachten
4158 19, 76 | 76. En Allah vermeerdert leiding
4159 19, 76 | geven een betere beloning en (vormen) de beste toevlucht
4160 19, 77 | die Onze tekenen verwerpt en zegt: "Mij zullen zeker
4161 19, 77 | zullen zeker rijkdommen en kinderen worden geschonken?" ~
4162 19, 79 | hij zegt tekenen Wij aan en Wij zullen de straf voor
4163 19, 80 | 80. En Wij zullen al hetgeen waarover
4164 19, 80 | waarover hij spreekt erven en hij zal alleen tot Ons komen. ~
4165 19, 82 | hun aanbidding ontkennen en hun tegenstanders blijken
4166 19, 88 | 88. En zij zeggen: "De Barmhartige
4167 19, 90 | dreigen vaneen te scheuren, en de aarde te splijten en
4168 19, 90 | en de aarde te splijten en de bergen in stukken te
4169 19, 93 | is niemand in de hemelen en op de aarde die niet als
4170 19, 94 | Voorwaar, Hij kent hen en heeft hen allen precies
4171 19, 95 | 95. En op de Dag der Opstanding
4172 19, 96 | 96. Degenen die geloven en goede daden doen - aan hen
4173 19, 97 | godvruchtigen moogt geven en een twistziek volk er door
4174 19, 98 | 98. En hoevele geslachten hebben
4175 20, 4 | openbaring van Hem, Die de aarde en de verheven hemelen heeft
4176 20, 6 | al hetgeen in de hemelen en op aarde is, eveneens hetgeen
4177 20, 6 | eveneens hetgeen er tussen ligt en hetgeen zich onder de grond
4178 20, 7 | fluistert), Hij kent het geheime en verborgene. ~
4179 20, 11 | 11. En toen hij het (vuur) naderde
4180 20, 14 | Ik, aanbid Mij derhalve en verricht het gebed tot Mijn
4181 20, 16 | degene die er niet in gelooft en zijn eigen neigingen volgt,
4182 20, 17 | 17. "En wat hebt gij in uw rechter
4183 20, 18 | mijn staf waarop ik leun, en waarmee ik bladeren afsla
4184 20, 20 | Dus wierp hij hem neer, en zie, het was een kronkelende
4185 20, 21 | God zeide: "Raap hem op en vrees niet. Wij zullen hem
4186 20, 22 | 22. "En leg uw hand onder uw arm,
4187 20, 26 | 26. "En maak mij mijn taak lichter," ~
4188 20, 27 | 27. "En ontdoe de knoop in mijn
4189 20, 32 | 32. "En laat hem mijn arbeid delen," ~
4190 20, 34 | 34. "En U zeer indachtig mogen zijn." ~
4191 20, 37 | 37. "En bij een andere gelegenheid
4192 20, 39 | Plaats hem in het kistje en werp dit in de rivier, dan
4193 20, 39 | zodat een vijand van Mij en van hem, hem zal opnemen'.
4194 20, 39 | van hem, hem zal opnemen'. En Ik omhulde u met Mijn liefde;
4195 20, 40 | Toen uw zuster voorbijkwam en zeide: 'Zal ik u iemand
4196 20, 40 | oog zou worden verfrist en zij niet zou treuren. En
4197 20, 40 | en zij niet zou treuren. En gij dooddet een man, doch
4198 20, 40 | Wij verlosten u van smart. En Wij beproefden u op verschillende
4199 20, 40 | verschillende manieren. En gij vertoefdet jaren te
4200 20, 41 | 41. "En Ik heb u uitverkoren voor
4201 20, 42 | 42. "Gaat, gij en uw broeder, met Mijn tekenen,
4202 20, 42 | broeder, met Mijn tekenen, en verwaarloost niet Mijner
4203 20, 46 | want Ik ben met u. Ik hoor en Ik zie." ~
4204 20, 47 | Gaat dus naar hem toe en zegt: 'Wij zijn de boodschappers
4205 20, 47 | Israël met ons weggaan, en doe hun geen leed aan. Wij
4206 20, 48 | komen over hem, die loochent en zich afwendt.'" ~
4207 20, 50 | alles een eigen vorm gaf en het daarna leidde." ~
4208 20, 53 | heeft gegeven tot een wieg en wegen voor u heeft doen
4209 20, 53 | voor u heeft doen ontstaan en Die regen doet nederdalen
4210 20, 54 | Zeggende): "eet hiervan en weidt uw vee." Voorwaar,
4211 20, 55 | aarde hebben Wij u geschapen en daarin zullen Wij u doen
4212 20, 55 | zullen Wij u doen terugkeren en daaruit zullen Wij u weer
4213 20, 56 | 56. En Wij toonden (Pharao) Onze
4214 20, 56 | doch hij loochende deze en weigerde deze (te geloven). ~
4215 20, 59 | op de dag van het feest en laat het volk bijeenkomen
4216 20, 60 | Daarop trok Pharao zich terug en stelde zijn plan vast en
4217 20, 60 | en stelde zijn plan vast en kwam vervolgens (op de bijeenkomst). ~
4218 20, 62 | over hun aangelegenheden en pleegden geheim overleg. ~
4219 20, 63 | land wensen te verdrijven en uw schone kultuur te vernietigen." ~
4220 20, 64 | Beraamt derhalve uw plan en treedt dan eensgezind naar
4221 20, 64 | dan eensgezind naar voren. En voorwaar hij die op deze
4222 20, 66 | toverkunst toe, dat hun koorden en staven zich voortbewogen. ~
4223 20, 67 | 67. En Mozes sloeg de angst om
4224 20, 69 | gemaakt is slechts toverkunst. En een tovenaar slaagt nooit
4225 20, 70 | 70. En de tovenaars werden plat
4226 20, 70 | geloven in de Heer van Aäron en Mozes." ~
4227 20, 71 | Daarom zal ik uw handen en voeten aan de tegenovergestelde
4228 20, 71 | tegenovergestelde kant afhakken en ik zal u voorzeker aan de
4229 20, 71 | van palmbomen kruisigen; en gij zult met zekerheid weten
4230 20, 71 | weten wie van ons gestrenger en langduriger is in het straffen." ~
4231 20, 72 | die tot ons zijn gekomen, en boven Hem Die ons geschapen
4232 20, 73 | opdat Hij ons onze zonden en de tovenarij die gij ons
4233 20, 75 | gelovigen tot Hem komen en goede werken hebben verricht,
4234 20, 76 | doorheen rivieren stromen en waarin zij voor eeuwig zullen
4235 20, 76 | eeuwig zullen vertoeven. En dat is de beloning dergenen
4236 20, 77 | dienaren weg in de nacht en baan voor hen een droge
4237 20, 78 | hen Pharao met zijn leger en toen overspoelde de zee
4238 20, 79 | 79. En Pharao voerde zijn volk
4239 20, 80 | bevrijdden u van uw vijand en Wij gingen met u een verbond
4240 20, 80 | zijde van de Berg (Sinaï) en zonden manna en kwartels
4241 20, 80 | Sinaï) en zonden manna en kwartels op u neder." ~
4242 20, 81 | die Wij u hebben verschaft en overtreedt niet hier in,
4243 20, 81 | Mijn toorn op u nederdalen en degene op wie Mijn toorn
4244 20, 82 | jegens hem die berouw heeft en gelooft en het goede doet
4245 20, 82 | berouw heeft en gelooft en het goede doet en het richtsnoer
4246 20, 82 | gelooft en het goede doet en het richtsnoer volgt." ~
4247 20, 83 | 83. "En wat heeft u van uw volk
4248 20, 84 | Zij volgen in mijn spoor, en ik heb mij tot U gehaast,
4249 20, 85 | uw afwezigheid beproefd en Saamiri heeft hen misleid." ~
4250 20, 86 | keerde daarop verontwaardigd en bedroefd tot zijn volk terug.
4251 20, 87 | derhalve wierpen wij deze weg, en dat heeft Saamiri voorgesteld." ~
4252 20, 88 | loeiend geluid voortbracht. En men zeide: "Dit is uw God
4253 20, 88 | men zeide: "Dit is uw God en de God van Mozes," doch
4254 20, 89 | kalf) hun geen antwoord gaf en geen macht had om hun kwaad
4255 20, 90 | 90. En inderdaad had Aäron reeds
4256 20, 90 | Barmhartige; volgt mij derhalve en gehoorzaamt mijn bevel." ~
4257 20, 94 | onder de kinderen van Israël en hebt niet op mijn woord
4258 20, 95 | 95. Hij (Mozes) zeide: "En wat hebt gij te zeggen,
4259 20, 97 | zeggen: 'Raak mij niet aan,' en bovendien is er voor u een
4260 20, 97 | Wij zullen hem verbranden en daarna in zee strooien." ~
4261 20, 101| Daaronder zullen zij blijven en deze last zal voor hen op
4262 20, 102| zondigen bijeenverzamelen en hun ogen zullen zonder licht
4263 20, 103| elkander op zachte toon spreken en zeggen: "Gij zijt slechts
4264 20, 106| 106. "En Hij zal haar (de aarde)
4265 20, 108| Barmhartige worden verzacht en gij zult een gedempt geluid
4266 20, 109| Barrnhartige verlof geeft en wiens woord Hem welgevallig
4267 20, 110| weet al hetgeen vóór hen en al hetgeen achter hen is,
4268 20, 112| die goede werken verricht en gelovig is, behoeft geen
4269 20, 113| duidelijke Koran nedergezonden en Wij hebben daarin duidelijk
4270 20, 113| opdat men (God) moge vrezen en opdat het hen tot nadenken
4271 20, 114| zij Allah, de Ware Koning. En haast u niet met de Koran
4272 20, 114| er van aan u voltooid is en zeg: "O mijn Heer, doe mij
4273 20, 115| 115. En waarlijk wij gaven voorheen
4274 20, 115| bevel, doch hij vergat het en Wij vonden in hem geen voornemen
4275 20, 116| 116. En toen Wij tot de engelen
4276 20, 117| O Adam, deze is voor u en uw vrouw een vijand; laat
4277 20, 119| 119. "En dat gij er geen dorst zult
4278 20, 120| de Boom der Eeuwigheid, en een koninkrijk dat nimmer
4279 20, 121| schaamte hun duidelijk werd en zij zich begonnen te bekleden
4280 20, 121| met bladeren uit de tuin. En Adam was ongehoorzaam aan
4281 20, 122| zijn Heer hem, vergaf hem en leidde hem. ~
4282 20, 123| elkander tot vijanden zijn. En indien er leiding van Mij
4283 20, 124| benarde omstandigheden leven en op de Dag der Opstanding
4284 20, 126| kwamen Onze tekenen tot u en gij hebt er geen acht op
4285 20, 126| er geen acht op geslagen en insgelijks zal op deze Dag
4286 20, 127| hem die buitensporig is en niet gelooft in de tekenen
4287 20, 127| de tekenen van zijn Heer; en de straf van het Hiernamaals
4288 20, 127| Hiernamaals is zeker gestrenger en langer van duur. ~
4289 20, 129| 129. En ware het niet om een woord
4290 20, 130| lijdzaam hetgeen zij zeggen en verheerlijk uw Heer met
4291 20, 130| voor het opgaan der zon en voor haar ondergang en verheerlijk
4292 20, 130| zon en voor haar ondergang en verheerlijk Hem in de uren
4293 20, 130| in de uren van de nacht en op de gedeelten van de dag,
4294 20, 131| 131. En wend uw ogen niet naar hetgeen
4295 20, 131| voorziening van uw Heer is beter en van langer duur. ~
4296 20, 132| 132. En spoor uw volk aan tot gebed
4297 20, 132| spoor uw volk aan tot gebed en wees daarin volhardend.
4298 20, 132| van u, Wij onderhouden u. En het einde is voor de godvruchtigen. ~
4299 20, 133| 133. En zij (de ongelovigen) zeggen: "
4300 20, 134| 134. En indien Wij hen voor zijn (
4301 20, 134| volgen eer wij vernederd en onteerd werden?" ~
4302 20, 135| wacht gij derhalve ook en weldra zult gij te weten
4303 20, 135| van het rechte pad zijn en wie de rechte weg volgen." ~~
4304 21, 1 | afrekening dichterbij gekomen en toch wenden zij zich in
4305 21, 3 | 3. En hun hart is achteloos. En
4306 21, 3 | En hun hart is achteloos. En de onrechtvaardigen plegen
4307 21, 4 | Heer, weet wat in de hemel en op aarde wordt gezegd; Hij
4308 21, 7 | 7. En vóór u zonden Wij slechts
4309 21, 8 | 8. En Wij maakten hun lichaam
4310 21, 9 | Wij aan hen Onze belofte, en Wij redden hen en degenen
4311 21, 9 | belofte, en Wij redden hen en degenen die Wij wilden;
4312 21, 11 | ongerechtigheid hebben Wij vernietigd en na haar hebben Wij een ander
4313 21, 12 | 12. En toen zij Onze straf bemerkten,
4314 21, 13 | 13. "Vlucht niet en keert terug tot de genoegens
4315 21, 13 | die u waren veroorloofd en tot uw woningen opdat gij
4316 21, 15 | 15. En hun geroep hield niet op
4317 21, 15 | totdat Wij hen nedermaaiden en uitblusten. ~
4318 21, 16 | 16. Wij schiepen de hemel en de aarde en al hetgeen er
4319 21, 16 | schiepen de hemel en de aarde en al hetgeen er tussen is,
4320 21, 18 | laatste het hoofd breekt en ziet, zij vergaat. En wee
4321 21, 18 | breekt en ziet, zij vergaat. En wee u, wegens hetgeen gij
4322 21, 19 | behoort wat in de hemelen en op aarde is, en degenen
4323 21, 19 | hemelen en op aarde is, en degenen die zich in Zijn
4324 21, 20 | Zij verheerlijken Hem dag en nacht, en zij verslappen
4325 21, 20 | verheerlijken Hem dag en nacht, en zij verslappen hierin nimmer. ~
4326 21, 22 | Goden waren in (de hemel en op aarde) zouden dezen voorzeker
4327 21, 24 | kennen de waarheid niet en zij zijn er afkerig van. ~
4328 21, 25 | 25. En Wij zonden geen boodschapper
4329 21, 26 | 26. En zij zeggen: "De Barmhartige
4330 21, 27 | niet eer Hij het beveelt, en zij handelen volgens Zijn
4331 21, 28 | Hij weet wat vóór hen is, en wat achter hen is, zij zijn
4332 21, 28 | voor degene die Hem behaagt en zij sidderen uit eerbied
4333 21, 29 | 29. En wie hunner zou zeggen: "
4334 21, 30 | niet ingezien dat de hemel en de aarde gesloten waren
4335 21, 30 | de aarde gesloten waren en dat Wij ze dan hebben geopend?
4336 21, 30 | Wij ze dan hebben geopend? En al hetgeen leeft, hebben
4337 21, 31 | 31. En Wij hebben op aarde onwrikbare
4338 21, 31 | de mensen) zouden beven; en Wij hebben er wijde wegen
4339 21, 32 | 32. En Wij hebben de hemel gemaakt
4340 21, 33 | 33. En Hij is het, Die de nacht
4341 21, 33 | Hij is het, Die de nacht en de dag schiep. Ook de zon
4342 21, 33 | de dag schiep. Ook de zon en de maan, elk hunner beweegt
4343 21, 35 | ziel zal de dood ondergaan en Wij beproeven u met kwaad
4344 21, 35 | Wij beproeven u met kwaad en goed en tot Ons zult gij
4345 21, 35 | beproeven u met kwaad en goed en tot Ons zult gij terugkeren. ~
4346 21, 38 | 38. En zij zeggen: "Wanneer zal
4347 21, 39 | of van hun rug te weren en niet zullen worden geholpen! ~
4348 21, 40 | zal het hen achterhalen en het zal hen verbijsteren;
4349 21, 40 | het zal hen verbijsteren; en zij zullen niet bij machte
4350 21, 42 | Zeg: "Wie beschermt u dag en nacht behalve de Barmhartige?"
4351 21, 44 | Wij hebben deze (mensen) en hun vaderen een voorziening
4352 21, 46 | 46. En indien een ademtocht der
4353 21, 47 | 47. En Wij zullen weegschalen der
4354 21, 47 | onrecht zal worden aangedaan. En al was het slechts het gewicht
4355 21, 47 | zullen het naar voren brengen en Wij zijn voldoende als Rekenaar. ~
4356 21, 48 | 48. En Wij schonken Mozes en Aäron
4357 21, 48 | 48. En Wij schonken Mozes en Aäron het Onderscheid, tot
4358 21, 48 | Onderscheid, tot een licht en een gedachtenis voor de
4359 21, 49 | in het verborgene vrezen en het Uur duchten. ~
4360 21, 50 | 50. En dit (de Koran) is een gezegende
4361 21, 51 | 51. En voorheen schonken Wij aan
4362 21, 51 | Abraham zijn rechtschapenheid en Wij kenden hem goed. ~
4363 21, 52 | Toen hij tot zijn vader en tot zijn volk zeide: "Wat
4364 21, 56 | is de Heer van de hemelen en van de aarde, Die deze schiep
4365 21, 56 | de aarde, Die deze schiep en ik leg getuigenis er van
4366 21, 57 | 57. En, bij Allah, ik zal tegen
4367 21, 64 | Toen kwamen zij tot inkeer en zeiden (bij zichzelf) "Gij
4368 21, 65 | 65. En zij lieten (beschaamd) het
4369 21, 67 | 67. "Schande over u en over hetgeen gij buiten
4370 21, 68 | Zij zeiden: "Verbrandt hem en helpt uw goden indien gij
4371 21, 69 | zeiden: "O vuur, wees koel en onschadelijk voor Abraham." ~
4372 21, 70 | 70. En zij wensten hem kwaad te
4373 21, 71 | 71. En Wij redden hem en Lot en
4374 21, 71 | 71. En Wij redden hem en Lot en voerden hen naar
4375 21, 71 | En Wij redden hem en Lot en voerden hen naar het land
4376 21, 72 | 72. En Wij schonken hem Izaäk en
4377 21, 72 | En Wij schonken hem Izaäk en Jacob als kleinzoon en Wij
4378 21, 72 | Izaäk en Jacob als kleinzoon en Wij maakten hen allen rechtvaardig. ~
4379 21, 73 | 73. En Wij maakten hen tot leiders
4380 21, 73 | mensen leidden op Ons bevel en Wij zonden een Openbaring
4381 21, 73 | het gebed te onderhouden en aalmoezen te geven. En zij
4382 21, 73 | onderhouden en aalmoezen te geven. En zij aanbaden Ons alleen. ~
4383 21, 74 | 74. En aan Lot schonken Wij wijsheid
4384 21, 74 | Lot schonken Wij wijsheid en kennis. En Wij bevrijdden
4385 21, 74 | Wij wijsheid en kennis. En Wij bevrijdden hem uit de
4386 21, 74 | waren inderdaad een boos en opstandig volk. ~
4387 21, 75 | 75. En Wij namen hem in Onze barmhartigheid
4388 21, 76 | 76. En toen Noach voordien riep,
4389 21, 76 | verhoorden Wij zijn gebed en redden hem en zijn gezin
4390 21, 76 | zijn gebed en redden hem en zijn gezin uit de grote
4391 21, 77 | 77. En Wij stonden hem bij tegen
4392 21, 78 | 78. En toen David en Salomo rechtspraken
4393 21, 78 | 78. En toen David en Salomo rechtspraken betreffende
4394 21, 79 | Salomo begrip van de zaak en aan elk hunner schonken
4395 21, 79 | hunner schonken Wij wijsheid en kennis. En Wij noopten de
4396 21, 79 | Wij wijsheid en kennis. En Wij noopten de bergen en
4397 21, 79 | En Wij noopten de bergen en de vogels om samen met David
4398 21, 79 | Gods heerlijkheid te loven. En Wij waren het, Die dat deden. ~
4399 21, 80 | 80. En Wij leerden hem de kunst,
4400 21, 81 | 81. En Wij maakten de geweldige
4401 21, 81 | dat Wij hadden gezegend. En Wij bezitten kennis van
4402 21, 82 | 82. En Wij maakten onder de duivels,
4403 21, 82 | duivels, die voor hem doken en daarnaast andere arbeid
4404 21, 82 | andere arbeid verrichtten en Wij waren het die over hen
4405 21, 83 | 83. En (gedenk) Job toen hij tot
4406 21, 83 | heeft mij terneer geworpen en Gij zijt de Genadigste der
4407 21, 84 | verhoorden daarom zijn gebed en bevrijdden hem van moeilijkheden
4408 21, 84 | bevrijdden hem van moeilijkheden en gaven hem de zijnen en het
4409 21, 84 | moeilijkheden en gaven hem de zijnen en het gelijke er van daarnevens,
4410 21, 84 | bewijs Onzer barmhartigheid en als een herinnering voor
4411 21, 85 | 85. En Ismaël en Idries en Zol-Kifl;
4412 21, 85 | 85. En Ismaël en Idries en Zol-Kifl; allen
4413 21, 85 | 85. En Ismaël en Idries en Zol-Kifl; allen behoorden
4414 21, 86 | 86. En Wij namen hen op in Onze
4415 21, 87 | 87. En Zonnoen (Jonas) toen hij
4416 21, 87 | toen hij in toorn heenging en dacht dat Wij geen macht
4417 21, 87 | geen macht over hem hadden en in de duisternis uitriep,
4418 21, 88 | verhoorden toen zijn gebed en namen zijn droefenis van
4419 21, 88 | zijn droefenis van hem weg. En aldus verlossen Wij de gelovigen. ~
4420 21, 89 | 89. En Zacharia, toen hij tot zijn
4421 21, 89 | Heer, laat mij niet alleen en Gij zijt de Beste der erfgenamen." ~
4422 21, 90 | verhoorden Wij zijn gebed en beloofden hem Johannes en
4423 21, 90 | en beloofden hem Johannes en Wij maakten zijn vrouw geschikt (
4424 21, 90 | wedijveren in goede werken en zij riepen Ons in hoop en
4425 21, 90 | en zij riepen Ons in hoop en vrees aan en waren nederig
4426 21, 90 | Ons in hoop en vrees aan en waren nederig voor Ons. ~
4427 21, 91 | 91. En (gedenk) haar, die haar
4428 21, 91 | bliezen haar Onze geest in en Wij maakten haar en haar
4429 21, 91 | geest in en Wij maakten haar en haar zoon tot een teken
4430 21, 92 | gemeenschap: één gemeenschap; en Ik ben uw Heer, aanbidt
4431 21, 94 | ook goede werken verricht en een gelovige is, voor diens
4432 21, 95 | 95. En voor een stad die Wij verdelgd
4433 21, 96 | 96. Zelfs wanneer Gog en Magog zullen worden losgelaten
4434 21, 96 | zullen worden losgelaten en zij elke hoogte zullen overschrijden. ~
4435 21, 97 | 97. En als de ware Belofte nadert,
4436 21, 100| Daarin zullen zij weeklagen en niets horen. ~
4437 21, 102| de hel) zullen zij horen, en zij zullen voor eeuwig vertoeven
4438 21, 103| zal hen niet beangstigen en de engelen zullen hen tegemoet
4439 21, 105| 105. En voordien hebben Wij na de
4440 21, 107| 107. En Wij hebben u (Mohammed)
4441 21, 109| allen gelijkelijk ingelicht en ik weet niet of hetgeen
4442 21, 110| openlijk besproken wordt en Hij weet hetgeen gij verbergt." ~
4443 21, 111| 111. "En ik weet niet of het voor
4444 21, 112| Heer, oordeel in waarheid." En "Onze Heer is de Barmhartige
4445 22, 2 | haar zuigeling zal vergeten en elke zwangere vrouw zich
4446 22, 2 | ontdoen van haar dracht; en gij zult mensen bedwelmd
4447 22, 3 | 3. En onder de mensen zijn er
4448 22, 3 | redetwisten zonder kennis en elke opstandige Satan volgen. ~
4449 22, 4 | dat hij hem zal verleiden en naar de straf van het Vuur
4450 22, 5 | een klomp vlees, volkomen en onvolkomen in maaksel, opdat
4451 22, 5 | Wij het u duidelijk maken. En Wij laten wat Ons behaagt
4452 22, 5 | zodat gij volwassen wordt. En daar zijn er onder u die
4453 22, 5 | dood worden achterhaald en anderen die zulk een hoge
4454 22, 5 | hebben, niets meer weten. En gij ziet de aarde levenloos,
4455 22, 5 | beweegt zij zich, zwelt op en brengt iedere mooie soort
4456 22, 6 | omdat Allah de Waarheid is en omdat Hij het is Die de
4457 22, 6 | de doden tot leven wekt en omdat Hij over alle dingen
4458 22, 8 | 8. En onder de mensen zijn er
4459 22, 9 | er schande in deze wereld en op de Dag der Verrijzenis
4460 22, 11 | 11. En onder de mensen zijn er
4461 22, 13 | slecht is de beschermer en waarlijk slecht de metgezel. ~
4462 22, 14 | Allah zal hen die geloven en goede werken verrichten,
4463 22, 15 | andere wijze ten hemel gaan en (Gods hulp) tegenhouden;
4464 22, 16 | 16. En aldus hebben Wij hem duidelijke
4465 22, 16 | duidelijke tekenen gezonden, en Allah zal voorzeker leiden
4466 22, 17 | de Christenen, de Magiërs en de afgodendienaren, Allah
4467 22, 18 | nederwerpt, wat in de hemelen en op aarde is, de zon, de
4468 22, 18 | bergen, de bomen, het vee en een groot deel der mensen;
4469 22, 18 | de kastijding ten deel. En die Allah vernedert, kan
4470 22, 19 | van Vuur worden gesneden en over hun hoofd zal kokend
4471 22, 21 | 21. En hen zullen ijzeren roeden
4472 22, 23 | zal degenen die geloven en goede werken verrichten
4473 22, 23 | getooid met armbanden van goud en parels, en hun gewaden zullen
4474 22, 23 | armbanden van goud en parels, en hun gewaden zullen van zijde
4475 22, 24 | 24. En zij zullen naar het reine
4476 22, 24 | zullen naar het reine woord en het pad van de Geprezene
4477 22, 25 | degenen die niet geloven en mensen afhouden van de weg
4478 22, 25 | afhouden van de weg van Allah en van de Heilige Moskee (te
4479 22, 25 | vreemdeling) die van buiten komt - en hij die in de Moskee onrechtvaardig
4480 22, 26 | 26. En toen Wij Abraham de plaats
4481 22, 26 | Vereenzelvig niets met Mij, en houd Mijn Huis rein voor
4482 22, 26 | die de rondgang verrichten en degenen die opstaan (voor
4483 22, 26 | die opstaan (voor gebed) en neerbuigen en zich ter aarde
4484 22, 26 | voor gebed) en neerbuigen en zich ter aarde werpen. ~
4485 22, 27 | 27. En verkondig de bedevaart aan
4486 22, 28 | voordeel getuigenis afleggen en de naam van Allah uitspreken
4487 22, 28 | voorzien. Eet dan daarvan en spijzigt de behoeftigen
4488 22, 29 | hun vuilheid verwijderen en hun geloften vervullen en
4489 22, 29 | en hun geloften vervullen en een omgang maken om het
4490 22, 30 | in de ogen van zijn Heer. En wettig voor u is alle vee
4491 22, 30 | onreinheid der afgodsbeelden en vermijdt het valse woord. ~
4492 22, 31 | met Hem vereenzelvigende. En wie iets met Allah vereenzelvigt,
4493 22, 31 | hij van een hoogte valt en de vogels hem wegrukken
4494 22, 32 | 32. Zo zij het. En wie de heilige tekenen van
4495 22, 34 | 34. En voor elk volk hebben Wij
4496 22, 34 | Wij handelingen van offer en wijdingen vastgesteld, opdat
4497 22, 34 | daarom onderdanig aan Hem. En geef blijde tijding aan
4498 22, 35 | Allah's naam wordt genoemd, en die geduldig dragen al hetgeen
4499 22, 35 | die het gebed onderhouden, en geven van hetgeen Wij hun
4500 22, 36 | 36. En onder de heilige tekenen
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-7000 | 7001-7500 | 7501-7987 |