Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
datgene 75
dauw 2
david 17
de 6932
deden 107
deed 47
deedt 25
Frequency    [«  »]
-----
-----
7987 en
6932 de
3188 zij
3173 van
3106 het

Koran

IntraText - Concordances

de

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932

                                                        bold = Main text
     Sura, Verse                                        grey = Comment text
1 Voo | Voorwoord~ ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.~ 2 Voo | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.~Geprezen zij 3 Voo | Genadevolle.~Geprezen zij Allah de Heer der hemelen en der 4 Voo | der hemelen en der aarde. ~De Nederlandse vertaling~De 5 Voo | De Nederlandse vertaling~De Nederlandse vertaling der 6 Voo | overwonnen. ~Wij hopen dat de lezers door deze vertaling 7 Voo | indruk zullen krijgen van de rijke inhoud van de Heilige 8 Voo | van de rijke inhoud van de Heilige Koran. Maar hier 9 Voo | in versterkte mate voor de vertaling van dit Heilige 10 Voo | Heilige Boek - en nimmer de plaats kan innemen van de 11 Voo | de plaats kan innemen van de oorspronkelijke tekst. ~ 12 Voo | hebben echter steeds getracht de Arahische tekst in zo goed 13 Voo | tussen fraai Nederlands en de originele bedoeling van 14 Voo | originele bedoeling van de tekst, dan hebben wij ons 15 Voo | dan hebben wij ons aan de letterlijke vertaling gehouden. 16 Voo | vertaling gehouden. Dreigde de bedoeling door een directe 17 Voo | met andere vertalingen. ~De schrijfwijze der Arabische 18 Voo | woorden~Een groot probleem was de schrijfwijze der Arabische 19 Voo | Arabische woorden, temeer, daar de Arabische taal klanken kent, 20 Voo | rijp beraad hebben wij; de meest begrijpelijke vorm 21 Voo | gekozen, d.w.z. wij hebben de woorden phonetisch opgeschreven, 22 Voo | tekens, die slechts voor de ingewijde enkeling begrijpelijk 23 Voo | lezers te bereiken, door de meest nabijkomende Nederlandse 24 Voo | te schrijven. ~Stijl van de Heilige Koran~Wij willen 25 Voo | Heilige Koran~Wij willen de aandacht van de lezers, 26 Voo | Wij willen de aandacht van de lezers, die gewend zijn 27 Voo | vestigen op het feit, dat de stijl van de Heilige Koran 28 Voo | het feit, dat de stijl van de Heilige Koran verschilt 29 Voo | reeks van verhalen of om de biografie van de Profeet 30 Voo | verhalen of om de biografie van de Profeet Mohammad, doch integendeel 31 Voo | Dit gebeurt nu eens in de vorm van gelijkenissen, 32 Voo | gelijkenissen, dan weer in de vorm van geschiedenis der 33 Voo | Derhalve is het mogelijk, dat de lezers van de Heilige Koran 34 Voo | mogelijk, dat de lezers van de Heilige Koran soms geen 35 Voo | verband kunnen zien tussen de verzen en hoofdstukken. 36 Voo | een aandachtige studie zal de nauwe samenhang tussen de 37 Voo | de nauwe samenhang tussen de diverse verzen en hoofdstukken 38 Voo | hoofdstukken tonen. ~Verzoek aan de lezers~Wij zullen de lezers 39 Voo | aan de lezers~Wij zullen de lezers zeer verplicht zijn 40 Voo | verplicht zijn wanneer zy ons op de hoogte willen stellen van 41 Voo | aanmerkingen betreffende de vertaling en de inhoud van 42 Voo | betreffende de vertaling en de inhoud van de Heilige Koran. ~ 43 Voo | vertaling en de inhoud van de Heilige Koran. ~Onze medewerkers~ 44 Voo | Sparenburg, Dr K. H. E. de Jong en de Heer Abdullah 45 Voo | Dr K. H. E. de Jong en de Heer Abdullah van Onck, 46 Voo | Heer Abdullah van Onck, van de Ahmadiyya Moslim Missie 47 Voo | Alle lof komt Allah toe de Heer der Werelden."~'s-Gravenhage. 48 1 | Het Openings Hoofdstuk van de Heilige Koran. Geopenbaard 49 1 | Koran. Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 50 1, 1 | 1. In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 51 1, 1 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 52 1, 2 | 2. Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden. ~ 53 1, 3 | 3. De Barmhartige, de Genadevolle. ~ 54 1, 3 | 3. De Barmhartige, de Genadevolle. ~ 55 1, 4 | 4. Meester van de Dag des Oordeels. ~ 56 2 | 2. De Koe (Al-Baqarah) ~Geopenbaard 57 2 | Al-Baqarah) ~Geopenbaard de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 58 2 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 59 2 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 60 2, 2 | twijfel, een richtsnoer voor de godvrezenden. ~ 61 2, 5 | 5. Zij zijn het, die de leiding van hun Heer volgen 62 2, 6 | 6. Zeker, zij die (de Waarheid) verwerpen, het 63 2, 8 | Wij geloven in Allah en in de laatste Dag, hoewel zij 64 2, 9 | 9. Zij trachten Allah en de gelovigen te bedriegen, 65 2, 13 | Zullen wij geloven, zoals de dwazen hebben geloofd?" 66 2, 14 | 14. En wanneer zij de gelovigen ontmoeten, zeggen 67 2, 16 | hebben aanvaard in ruil voor de rechte weg, maar hun handelwijze 68 2, 17 | 17. Hun toestand is als de toestand van iemand die 69 2, 19 | zij) bij zware regen uit de hemel waarmede dichte duisternis, 70 2, 19 | doodsangst hun vingers in de oren steken vanwege de donderslagen. 71 2, 19 | in de oren steken vanwege de donderslagen. Allah omringt 72 2, 19 | donderslagen. Allah omringt de ongelovigen. ~ 73 2, 22 | 22. Die u de aarde tot een legerstede 74 2, 22 | een legerstede maakte en de hemel tot een gewelf en 75 2, 22 | gewelf en Die water van de wolken deed nederkomen en 76 2, 24 | voor het Vuur, dat voor de ongelovigen is bereid, welks 77 2, 25 | geloven en goede werken doen de blijde tijding, dat er tuinen ( 78 2, 25 | Telkens, wanneer hun van de vruchten hieruit wordt geschonken, 79 2, 26 | die geloven weten, dat dit de Waarheid van hun Heer is, 80 2, 26 | Hij daarmede dwalen, dan de ongehoorzamen, ~ 81 2, 27 | verbond met Allah breken na de bekrachtiging er van en 82 2, 27 | aarde stichten, dezen zijn de verliezers. ~ 83 2, 29 | daarna wendde Hij Zich tot de hemel en vervolmaakte deze 84 2, 30 | 30. En toen uw Heer tot de engelen zeide: "Ik wil een 85 2, 30 | wij U verheerlijken met de lof die U toekomt en Uw 86 2, 31 | 31. En Hij leerde Adam al de namen. Dan plaatste Hij ( 87 2, 31 | namen. Dan plaatste Hij (de voorwerpen dezer) namen 88 2, 31 | voorwerpen dezer) namen voor de engelen en zeide: "Noemt 89 2, 32 | geleerd; waarlijk, Gij zijt de Alwetende, de Alwijze. ~ 90 2, 32 | Gij zijt de Alwetende, de Alwijze. ~ 91 2, 33 | zeide: "O, Adam, zeg hun de namen van deze dingen", 92 2, 33 | deze dingen", en toen hij de namen had genoemd, zeide 93 2, 33 | u niet: Waarlijk Ik ken de geheimen der hemelen en 94 2, 34 | 34. En toen Wij tot de engelen zeiden: "Onderwerpt 95 2, 34 | hoogmoedig. Hij behoorde tot de ongelovigen. ~ 96 2, 35 | verblijf gij met uw gade in de tuin en eet overvloedig, 97 2, 35 | niet, anders zult gij tot de zondaren behoren." ~ 98 2, 36 | 36. Doch door middel van de boom verleidde Satan hen 99 2, 36 | beiden en dreef hen uit de staat waarin zij zich bevonden. 100 2, 39 | tekenen verloochenen, zullen de bewoners van het Vuur zijn; 101 2, 41 | reeds bezit en weest niet de eersten, die het verwerpen; 102 2, 42 | 42. En verwart de waarheid niet met de onwaarheid, 103 2, 42 | verwart de waarheid niet met de onwaarheid, noch verbergt 104 2, 42 | onwaarheid, noch verbergt de waarheid tegen beter weten 105 2, 43 | houdt het gebed en betaalt de Zakaat en bidt met hen, 106 2, 44 | 44. Beveelt gij de mensen het goede te doen 107 2, 45 | inderdaad moeilijk, behalve voor de ootmoedigen, ~ 108 2, 47 | u bewees, dat Ik u boven de volkeren verhief. ~ 109 2, 48 | 48. En vreest de Dag, dat de ene ziel de 110 2, 48 | 48. En vreest de Dag, dat de ene ziel de andere niet 111 2, 48 | de Dag, dat de ene ziel de andere niet zal kunnen helpen, 112 2, 50 | 50. En toen Wij de zee voor u spleten en u 113 2, 57 | 57. En Wij deden de wolken een schaduw over 114 2, 57 | kwartels, (zeggende): "Eet van de goede dingen, waarmede Wij 115 2, 58 | waar gij ook wilt; treedt de poort onderdanig binnen 116 2, 59 | 59. Maar de onrechtvaardigen vervingen 117 2, 59 | Daarom zonden Wij over de onrechtvaardigen een grote 118 2, 59 | onrechtvaardigen een grote straf vanuit de hemel, omdat zij plachten 119 2, 60 | bad zeiden Wij: "Sla op de rots met uw staf" en er 120 2, 61 | zich; dit kwam, omdat zij de tekenen van Allah verwierpen 121 2, 61 | van Allah verwierpen en de profeten onrechtvaardig 122 2, 62 | 62. Voorzeker, de gelovigen, de Joden, de 123 2, 62 | Voorzeker, de gelovigen, de Joden, de Christenen en 124 2, 62 | de gelovigen, de Joden, de Christenen en de Sabianen - 125 2, 62 | Joden, de Christenen en de Sabianen - wie onder hen 126 2, 62 | onder hen ook in Allah en de laatste Dag geloven en goede 127 2, 63 | verbond met u aangingen en de berg hoog boven u verhieven, 128 2, 65 | onder u gekend, die inzake de Sabbath overtraden. Alzo 129 2, 66 | kwamen en tot een les voor de godvrezenden. ~ 130 2, 67 | zeiden zij: "Drijft gij de spot met ons?" Hij zeide: " 131 2, 67 | toevlucht bij Allah, om niet tot de onwetenden te behoren." ~ 132 2, 71 | afgericht is geweest, om de aarde te beploegen, of de 133 2, 71 | de aarde te beploegen, of de akkers te bevloeien, een 134 2, 72 | over twisttet, was Allah de onthuller van wat gij verborgen 135 2, 73 | zeiden Wij: "Treft hem (de moordenaar) voor een gedeelte 136 2, 73 | het vergrijp tegen hem (de gedode)". Aldus geeft Allah 137 2, 73 | Aldus geeft Allah leven aan de doden en toont u Zijn tekenen, 138 2, 76 | 76. Wanneer zij de gelovigen ontmoeten zeggen 139 2, 81 | zonden is omringd - zij zijn de bewoners van het Vuur; daarin 140 2, 82 | werken doen, - zij zijn de bewoners van de Hemel, daarin 141 2, 82 | zij zijn de bewoners van de Hemel, daarin zullen zij 142 2, 83 | Wij een verbond sloten met de kinderen Israëls, zeiden 143 2, 83 | uw ouders, uw verwanten, de wezen en de armen; spreekt 144 2, 83 | uw verwanten, de wezen en de armen; spreekt goed tegen 145 2, 83 | armen; spreekt goed tegen de mensen en houdt het gebed 146 2, 83 | houdt het gebed en geeft de Zakaat. Doch gij wenddet 147 2, 85 | schande in dit leven; en op de Dag van Opstanding zullen 148 2, 85 | van Opstanding zullen zij de strengste kastijding moeten 149 2, 87 | Boek en deden boodschappers de een na de ander zijn voetsporen 150 2, 87 | boodschappers de een na de ander zijn voetsporen volgen. 151 2, 87 | tekenen en versterkten hem met de geest der heiligheid. Telkens 152 2, 89 | voordien om overwinning over de ongelovigen plachten te 153 2, 89 | Gods vloek rust derhalve op de ongelovigen. ~ 154 2, 90 | vernederende kastijding voor de ongelovigen. ~ 155 2, 91 | geopenbaard, hoewel het de Waarheid is, vervullende 156 2, 91 | hun "Waarom hebt gij dan de vroegere profeten van Allah 157 2, 93 | verbond met U sloten en de berg (Sinaï) hoog boven 158 2, 94 | andere mensen, wenst dan eer de dood, als gij te goeder 159 2, 95 | hunner handen. En Allah kent de boosdoeners goed. ~ 160 2, 96 | leven vinden, zelfs meer dan de afgodendienaren. Ieder van 161 2, 96 | vergund, dan zou het hem tegen de straf toch niet beschermen. 162 2, 97 | en een blijde mare voor de gelovlgen. - ~ 163 2, 99 | gegeven en niemand, dan de overtreders, verwerpt ze. ~ 164 2, 100| gedeelte hunner het. Neen, de meesten hunner geloven niet. ~ 165 2, 102| volgen dezelfde weg, die de duivels volgden tegen de 166 2, 102| de duivels volgden tegen de regering van Salomo - en 167 2, 102| ongelovig, maar ongelovig waren de duivels en zij leerden de 168 2, 102| de duivels en zij leerden de mensen leugen en bedrog. 169 2, 102| handelen naar) hetgeen aan de twee engelen, Haroet en 170 2, 102| ongelovig". Zo leren zij (de mensen) van hen datgene 171 2, 104| en luistert. Er is voor de ongelovigen een pijnlijke 172 2, 105| Zij die niet geloven onder de mensen van het Boek, en 173 2, 105| mensen van het Boek, en de afgodendienaren, gunnen 174 2, 105| wie Hij wil en Allah is de Heer van grote genade. ~ 175 2, 108| 108. Zoudt gij de boodschapper die tot u z 176 2, 109| 109. Velen van de mensen van het Boek, wensen, 177 2, 109| ongelovigen te maken, nadat de Waarheid hun is duidelijk 178 2, 110| onderhoudt het gebed en betaalt de Za'kaat; het goede dat gij 179 2, 111| zeggen: "Niemand, behalve de Joden en de Christenen, 180 2, 111| Niemand, behalve de Joden en de Christenen, zal ooit de 181 2, 111| de Christenen, zal ooit de Eemel binnengaan." Dat zijn 182 2, 113| 113. De Joden zeggen: "De Christenen 183 2, 113| 113. De Joden zeggen: "De Christenen hebben geen ware 184 2, 113| hebben geen ware grondslag en de Christenen zeggen: "De Joden 185 2, 113| en de Christenen zeggen: "De Joden hebben geen ware grondslag", 186 2, 113| hebben. Maar Allah zal op de Dag der Opstanding uitspraak 187 2, 114| dan hij, die verbiedt, dat de naam van Allah wordt verheerlijkt 188 2, 114| vernietigen? Zij behoorden (de bedehuizen) slechts in vreze 189 2, 116| Hij. Neen, alles, wat in de hemelen en op aarde is, 190 2, 117| 117. Wondere Schepper van de hemelen en aarde. Wanneer 191 2, 118| 118. En de onwetenden zeggen: "Waarom 192 2, 118| elkander gelijk. Wij hebben de tekenen voorzeker duidelijk 193 2, 119| waarschuwer gezonden met de Waarheid. En gij zult niet 194 2, 119| verantwoordelijk worden gesteld voor de bewoners der hel. ~ 195 2, 120| 120. En de Joden en de Christenen zullen 196 2, 120| 120. En de Joden en de Christenen zullen u nooit 197 2, 120| Voorzeker, Allah's leiding is de Merkelijke leiding". En, 198 2, 120| hun wensen volgt, nadat de kennis tot u is gekomen, 199 2, 121| niet in geloven, zullen de verliezers zijn. ~ 200 2, 123| 123. En vreest de Dag, waarop geen ziel een 201 2, 124| zeide: "Mijn verbond betreft de overtreders niet". ~ 202 2, 125| plaats van verzameling voor de mensheid en een toevluchtsoord 203 2, 125| maakten, zeggende: "Neemt de plaats van Abraham als een 204 2, 125| Mijn Huis voor degenen, die de ommegang verrichten en voor 205 2, 126| bewoners, die aan Allah en de laatste dag geloven", zeide 206 2, 127| En toen Abraham en Ismaël de muren van het Huis optrokken, 207 2, 127| dit van ons, want Gij zijt de Alhorende, de Alwetende, ~ 208 2, 127| want Gij zijt de Alhorende, de Alwetende, ~ 209 2, 129| verkondigen en hun het Boek en de Wijsheid zal verklaren en 210 2, 129| louteren. Voorzeker, Gij zijt de Almachtige, de Alwijze. ~ 211 2, 129| Gij zijt de Almachtige, de Alwijze. ~ 212 2, 130| wereld uitverkoren en in de volgende zal hij gewis onder 213 2, 130| volgende zal hij gewis onder de rechtvaardigen zijn. ~ 214 2, 131| zeide hij: "Ik heb mij aan de Heer der Werelden onderworpen". ~ 215 2, 133| waart gij aanwezig, toen de dood tot Jacob kwam en hij 216 2, 133| zullen uw God aanbidden, de God uwer vaderen, Abraham, 217 2, 133| Abraham, Ismaël en Izaäk, de enige God, aan Hem zijn 218 2, 135| hun): "Neen, maar (volg) de godsdienst van Abraham, 219 2, 135| godsdienst van Abraham, de oprechte: hij behoorde niet 220 2, 135| oprechte: hij behoorde niet tot de afgodendienaren". ~ 221 2, 136| Ismaël, Izaäk, Jacob en de stammen werd nedergezonden 222 2, 137| zijn tegen hen, want Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~ 223 2, 137| want Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~ 224 2, 138| Maakt Allah's kleur tot de uwe en wie is beter in kleur, 225 2, 140| Ismaël en Izaäk en Jacob en de stammen Joden of Christenen 226 2, 142| 142. De dwazen onder het volk zullen 227 2, 143| getuige zult zijn tegenover de mensen en de Gezant zij 228 2, 143| zijn tegenover de mensen en de Gezant zij een getuige tegenover 229 2, 143| tegenover u. Wij bepaalden de Qiblah, die gij volgdet 230 2, 143| slechts, opdat Wij hem, die de gezant van Allah volgt, 231 2, 143| onderscheiden van degene die hem de rug toekeert. En dit is 232 2, 143| Liefderijk en Genadevol jegens de mensen. ~ 233 2, 144| uw aangezicht zich naar de hemel wenden, daarom zullen 234 2, 144| tot beheerder maken van de Qiblah, die u behaagt. Wend 235 2, 144| daarom uw aanaangezicht naar de Heilige Moskee en waar gij 236 2, 144| gegeven, weten, dat dit de Waarheid is van hun Heer; 237 2, 145| noch zijn er onder hen, die de Qiblah van anderen volgen. 238 2, 145| gekomen, zoudt gij zeker tot de onrechtvaardigen behoren. ~ 239 2, 146| sommigen hunner verbergen de Waarheid tegen beter weten 240 2, 147| 147. De Waarheid is van uw Heer, 241 2, 149| wend uw aangezicht naar de Heilige Moskee, want dat 242 2, 149| Moskee, want dat is inderdaad de Waarheid van uw Heer. En 243 2, 150| wend uw aangezicht naar de Heilige Moskee; waar gij 244 2, 150| aangezicht daarheen, opdat de mensen, met uitzondering 245 2, 150| mensen, met uitzondering van de onrechtvaardigen geen bezwaar 246 2, 151| u zuivert, u het Boek en de Wijsheid onderwijst en u 247 2, 153| voorzeker, Allah is met de geduldigen. ~ 248 2, 155| verkondig blijde tijdingen aan de geduldigen, ~ 249 2, 157| Dezen zijn het, op wie de zegeningen en de barmhartigheid 250 2, 157| op wie de zegeningen en de barmhartigheid van hun Heer 251 2, 157| rusten en dezen zijn het, die de rechte weg volgen. 252 2, 158| Safaa en Marwah zijn onder de tekenen van Allah. Er rust 253 2, 158| rust derhalve op hem, die de Hadj (pelgrimstocht) doet, 254 2, 158| pelgrimstocht) doet, of (of soms) de Omrah verricht, geen blaam, 255 2, 159| nadat Wij zein het Boek aan de mensen duidelijk hebben 256 2, 160| hebben en zich beteren en (de Waarheid) verkondigen, dezen 257 2, 161| ongelovigen sterven, over hen zal de vloek komen van Allah en 258 2, 161| vloek komen van Allah en van de engelen en van alle mensen. ~ 259 2, 163| is geen God buiten Hem, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 260 2, 163| buiten Hem, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 261 2, 164| 164. Voorwaar, in de schepping der hemelen en 262 2, 164| hemelen en der aarde en in de wisseling van nacht en dag 263 2, 164| wisseling van nacht en dag en in de schepen die de zee bevaren, 264 2, 164| dag en in de schepen die de zee bevaren, met datgene 265 2, 164| bevaren, met datgene wat de mensen tot voordeel strekt; 266 2, 164| het water dat Allah van de hemel nederzendt, waarmede 267 2, 164| nederzendt, waarmede Hij de aarde doet herleven na haar 268 2, 164| dieren verspreidt, en in de verandering der winden, 269 2, 164| verandering der winden, en in de wolken die tussen de hemel 270 2, 164| in de wolken die tussen de hemel en de aarde in dienst 271 2, 164| wolken die tussen de hemel en de aarde in dienst zijn gesteld, 272 2, 165| 165. Onder de mensen zijn er, die voorwerpen 273 2, 165| zij die overtreden (nu) de tijd kunnen zien wanneer 274 2, 165| kunnen zien wanneer zij de straf zullen zien, (dan 275 2, 166| 166. Wanneer de leiders hun volgelingen 276 2, 166| volgelingen zullen verzaken en de straf zullen bemerken en 277 2, 167| 167. Zullen de volgelingen zeggen: "Indien 278 2, 168| aarde en treedt niet in de voetstappen van Satan; voorzeker, 279 2, 170| verstand en volgden zij ook de rechte weg niet? ~ 280 2, 171| 171. De ongelovigen gelijken op 281 2, 172| gij die gelooft, eet van de goede dingen, waarmede Wij 282 2, 174| dan Vuur. Allah zal op de Dag der Opstanding niet 283 2, 176| omdat Allah het Boek met de Waarheid heeft nedergezonden 284 2, 177| is in hem, die in Allah, de Laatste Dag, de engelen, 285 2, 177| in Allah, de Laatste Dag, de engelen, het Boek en de 286 2, 177| de engelen, het Boek en de profeten gelooft en die 287 2, 177| uit liefde voor Hem aan de verwanten, de wezen, de 288 2, 177| voor Hem aan de verwanten, de wezen, de armen, de reiziger, 289 2, 177| de verwanten, de wezen, de armen, de reiziger, de bedelaars 290 2, 177| verwanten, de wezen, de armen, de reiziger, de bedelaars en 291 2, 177| de armen, de reiziger, de bedelaars en voor het vrijkopen 292 2, 177| het gebed onderhoudt en de Zakaat betaalt; verder in 293 2, 177| zij een belofte doen en de geduldigen in armoede, in 294 2, 178| doodslag is u voorgeschreven: de vrije man tegen de vrije 295 2, 178| voorgeschreven: de vrije man tegen de vrije man, de slaaf tegen 296 2, 178| man tegen de vrije man, de slaaf tegen de slaaf en 297 2, 178| vrije man, de slaaf tegen de slaaf en de vrouw tegen 298 2, 178| slaaf tegen de slaaf en de vrouw tegen de vrouw. Maar, 299 2, 178| slaaf en de vrouw tegen de vrouw. Maar, indien iemand 300 2, 178| door zijn broeder, dan moet de eis billijk zijn, en betaling 301 2, 180| voorgeschreven, dat wanneer de dood tot één uwer komt, 302 2, 180| is een verplichting voor de godvruchtigen. ~ 303 2, 181| nadat hij het heeft gehoord, de schuld er van zal gewis 304 2, 182| schikking treft (tussen de belanghebbenden), die zal 305 2, 185| 185. De maand Ramadaan is die, waarin 306 2, 185| Ramadaan is die, waarin de Koran als een richtsnoer 307 2, 185| als een richtsnoer voor de mensen werd nedergezonden 308 2, 186| Ik verhoor het gebed van de smekeling, wanneer hij Mij 309 2, 187| is u veroorloofd, om op de nacht van het vasten tot 310 2, 187| eet en drinkt, totdat bij de dageraad de witte draad 311 2, 187| totdat bij de dageraad de witte draad zich onderscheidt 312 2, 187| draad zich onderscheidt van de zwarte draad. Voltooit dan 313 2, 187| vasten tot het vallen van de avond. En verbreng uw tijd 314 2, 187| uw vrouwen wanneer u in de Moskeeën ??? houdt. Dit 315 2, 187| Moskeeën ??? houdt. Dit zijn de beperkingen van Allah - 316 2, 187| zijn geboden uiteen voor de mensen, opdat zij vroom 317 2, 188| middelen en brengt ze niet naar de rechters, opdat gij een 318 2, 189| Zij vragen u betreffende de nieuwe manen. Zeg: "Zij 319 2, 189| zijn tijdsaanwijzingen voor de mensen en voor de bedevaart." 320 2, 189| tijdsaanwijzingen voor de mensen en voor de bedevaart." Het is geen 321 2, 189| Het is geen deugd, dat gij de huizen binnengaat aan de 322 2, 189| de huizen binnengaat aan de achterzijde: maar deugdzaamheid 323 2, 189| die Allah vreest. Dus gaat de huizen door de deuren binnen 324 2, 189| Dus gaat de huizen door de deuren binnen en vreest, 325 2, 190| 190. En strijdt voor de zaak van Allah tegen degenen, 326 2, 190| strijden, maar overschrijdt de grens niet. Voorzeker, Allah 327 2, 190| Voorzeker, Allah heeft de overtreders niet lief. ~ 328 2, 191| En bevecht hen niet nabij de heilige Moskee, voordat 329 2, 191| bevecht hen dan - zo is de vergelding voor de ongelovigen. ~ 330 2, 191| zo is de vergelding voor de ongelovigen. ~ 331 2, 193| geen vervolging meer is en de godsdienst alleen voor Allah 332 2, 193| toegestaan, behalve tegen de onrechtvaardigen. ~ 333 2, 194| 194. De heilige maand voor de heilige 334 2, 194| 194. De heilige maand voor de heilige maand! Er is (een 335 2, 194| Allah en weet, dat Allah met de godvruchtzgen is. ~ 336 2, 195| En besteedt uw bezit voor de zaak van Allah en stort 337 2, 196| 196. En voleindigt de Hadj (pilgrimstocht) en 338 2, 196| van Omrah, tegelijk met de Hadj een offer brengen, 339 2, 196| moeten drie dagen gedurende de bedevaart vasten en zeven 340 2, 196| wiens familie niet dicht bij de Heilige Moskee woont. En 341 2, 197| 197. De maanden der bedevaart zijn 342 2, 197| noch enige twist gedurende de bedevaart mag zijn. En wat 343 2, 197| uit met het nodige, maar de beste uitrusting is godsvrucht. 344 2, 198| geen zonde, wanneer gij de overvloed van uw Heer zoekt. 345 2, 198| Maar, wanneer gij van (de berg ) Arafaat weggaat, 346 2, 198| terwijl gij voordien tot de dwalenden behoordet. ~ 347 2, 201| in deze wereld, alsook in de komende wereld en bescherm 348 2, 201| wereld en bescherm ons voor de marteling van het Vuur." ~ 349 2, 204| 204. En onder de mensen is iemand, wiens 350 2, 204| zijn hart is en toch is hij de meest twistzieke. ~ 351 2, 205| er wanorde te stichten en de oogst en het nageslacht ( 352 2, 205| oogst en het nageslacht (van de mens) te vernietigen, maar 353 2, 206| Vrees Allah", dan spoort de trots hem aan tot verdere 354 2, 206| verdere zonde. Daarom is de hel goed genoeg voor hem 355 2, 207| 207. En onder de mensen is iemand, die zich 356 2, 208| volledige overgave en volgt de voetstappen van Satan niet; 357 2, 209| indien gij uitglijdt nadat de duidelijke tekenen tot u 358 2, 210| anders, dan dat Allah en de engelen in de schaduw der 359 2, 210| dat Allah en de engelen in de schaduw der wolken tot hen 360 2, 210| wolken tot hen komen en dat de zaak beslist wordt. En tot 361 2, 211| 211. Vraag de kinderen Israëls, hoeveel 362 2, 211| hebben gegeven. Maar hij die de gunst van Allah verandert, 363 2, 212| leven dezer wereld is voor de ongelovigen schoonschijnend 364 2, 212| gemaakt en zij bespotten de gelovigen. Maar de godvrezenden 365 2, 212| bespotten de gelovigen. Maar de godvrezenden zullen boven 366 2, 212| boven hen verheven zijn op de dag der opstanding: Allah 367 2, 213| 213. De mensheid was één gemeenschap. 368 2, 213| hen het Boek neder, dat de waarheid bevatte, om onder 369 2, 213| waarheid bevatte, om onder de mensen te richten over datgene 370 2, 213| heeft Allah door Zijn gebod de gelovigen geleid betreffende 371 2, 213| gelovigen geleid betreffende de waarheid, waarover zij hot 372 2, 214| 214. Denkt gij dat gij de Hemel zult binnengaan, terwijl 373 2, 214| werden hevig geschokt, totdat de boodschapper en de gelovigen 374 2, 214| totdat de boodschapper en de gelovigen met hem zeiden: " 375 2, 214| s hulp?" Ja, voorzeker, de hulp van Allah is nabij. ~ 376 2, 217| u omtrent het vechten in de heilige maand. Zeg: "Het 377 2, 217| grote overtreding, maar de mensen van de weg van Allah 378 2, 217| overtreding, maar de mensen van de weg van Allah af te houden 379 2, 217| Hem ondankbaar te zijn en (de toegang tot) de Heilige 380 2, 217| zijn en (de toegang tot) de Heilige Moskee (te verhinderen) 381 2, 217| zijn in deze wereld en in de toekomende. Dezulken zijn 382 2, 217| toekomende. Dezulken zijn de bewoners van het Vuur en 383 2, 218| geloven en zij die voor de zaak van Allah hun land 384 2, 219| en ook enig voordeel voor de mensen, maar het nadeel 385 2, 219| opdat gij over deze en de volgende wereld zult nadenken. ~ 386 2, 220| En zij vragen u omtrent de wezen. Zeg hun: "De bevordering 387 2, 220| omtrent de wezen. Zeg hun: "De bevordering van hun welzijn 388 2, 220| broeders. En Allah weet de kwaadstichters van de vredestichters 389 2, 220| weet de kwaadstichters van de vredestichters te onderscheiden. 390 2, 221| maar Allah noodt u tot de Hemel en tot vergiffenis 391 2, 221| Hij maakt Zijn tekenen aan de mensen duidelijk, opdat 392 2, 222| En zij vragen u omtrent de menstruatie. Zeg (hun): " 393 2, 222| schadelijks, blijft dus gedurende de menstruatie van de vrouwen 394 2, 222| gedurende de menstruatie van de vrouwen weg en gaat niet 395 2, 223| geef goede tijdingen aan de gelovigen. ~ 396 2, 224| stichten van vrede tussen de mensen. Allah is Alhorend, 397 2, 226| zweren jegens hun vrouwen is de wachtperiode vier maanden; 398 2, 228| 228. De gescheiden vrouwen moeten 399 2, 228| indien zij in Allah en de laatste dag geloven; en 400 2, 228| haar, hetgeen billijk is, de mannen hebben voorrang boven 401 2, 229| 229. Is de echtscheiding twee keer 402 2, 229| vrij te worden. Dit zijn de door Allah voorgeschreven 403 2, 229| overschrijdt ze daarom niet; wie de door Allah voorgeschreven 404 2, 230| overtuigd zijn, dat zij de door Allah voorgeschreven 405 2, 230| bepalingen, welke Hij aan de mensen, die kennis hebben 406 2, 231| scheidt en zij het einde van de haar voorgeschreven periode 407 2, 231| haar nadeel, waardoor gij de perken te buiten gaat. Wie 408 2, 231| onrecht. En drijft niet de spot met Allah's geboden 409 2, 231| en (gedenkt) het Boek en de wijsheid, die Hij u heeft 410 2, 231| Allah en weet, dat Allah de Kenner is van alle dingen. ~ 411 2, 232| als zij met elkander op de gebruikelijke wijze tot 412 2, 232| die onder u in Allah en de laatste dag gelooft. Het 413 2, 233| zogen, dit is voor hen, die de zoogtijd wensen te voltooien. 414 2, 233| wensen te voltooien. En op de vader rust de zorg voor 415 2, 233| voltooien. En op de vader rust de zorg voor voedsel en kleding 416 2, 233| belast boven haar vermogen. De moeder zal geen leed worden 417 2, 233| wegens haar kind, noch zal de vader leed worden aangedaan 418 2, 233| en hetzelfde geldt voor de erfgenaam. Als beiden besluiten, 419 2, 235| het geheim tenzij gij op de goede wijze spreekt. En 420 2, 235| spreekt. En besluit niet tot de huwelijksband, voordat de 421 2, 235| de huwelijksband, voordat de voorgeschreven wachttijd 422 2, 236| een voorziening voor haar, de rijke naar zijn middelen 423 2, 236| rijke naar zijn middelen en de arme naar zijn middelen, 424 2, 236| is een verplichting voor de deugdzamen. ~ 425 2, 237| hebt toegekend, (geeft) dan de helft van hetgeen gij hebt 426 2, 237| kwijtschelden, of degene, die de huwelijksband in handen 427 2, 237| kwijtscheldt is dit dichter bij de godsvrucht. En vergeet niet, 428 2, 241| 241. En er moet voor de gescheiden vrouwen een billijke 429 2, 241| is een verplichting voor de godvruchtigen. ~ 430 2, 243| degenen, die uit angst voor de dood hun huizen verlieten - 431 2, 243| Allah is genadig jegens de mensen, maar de meeste mensen 432 2, 243| genadig jegens de mensen, maar de meeste mensen zijn ondankbaar. ~ 433 2, 244| 244. Strijdt voor de zaak van Allah en weet, 434 2, 246| 246. Weet gij niet van de leiders der kinderen Israëls 435 2, 246| aantal hunner; Allah kent de overtreders goed. ~ 436 2, 248| zal worden gegeven, waarin de kalmte van uw Heer zal zijn, 437 2, 248| zal zijn, het beste van de nalatenschap der volgelingen 438 2, 248| van Aäron, (een hart) door de engelen gebracht. Voorzeker, 439 2, 249| 249. En toen Taloet met de strijdkrachten uitrukte, 440 2, 249| zij er van. En toen zij de rivier overstaken, hij en 441 2, 249| rivier overstaken, hij en de gelovigen met hem - zeiden 442 2, 249| gezegevierd." En Allah is met de geduldigen. ~ 443 2, 251| laten terugdrijven, dan zou de aarde verdorven zijn. Maar 444 2, 251| Allah is genadig jegens de werelden. ~ 445 2, 252| 252. Dit zijn de tekenen van Allah. Wij dragen 446 2, 253| tekenen en versterkten hem met de geest der heiligheid. En 447 2, 253| hebben bestreden, nadat de duidelijke tekenen tot hen 448 2, 254| hebben geschonken, voordat de dag komt, waarop noch handel, 449 2, 254| voorspraak zal zijn; en de ongelovigen zijn de onrechtvaardigen. ~ 450 2, 254| en de ongelovigen zijn de onrechtvaardigen. ~ 451 2, 255| Er is geen God dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande. 452 2, 255| God dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande. Sluimer, 453 2, 255| overmant Hem. Al wat in de hemelen en wat op aarde 454 2, 255| vermoeit Hem niet; Hij is de Verhevene, de Grote. ~ 455 2, 255| niet; Hij is de Verhevene, de Grote. ~ 456 2, 256| 256. Er is geen dwang in de godsdienst. Voorzeker, het 457 2, 256| onderscheiden; derhalve, hij die de duivel verloochent en in 458 2, 257| 257. Allah is de Vriend dergenen, die geloven; 459 2, 257| geloven; Hij brengt hen uit de duisternis tot het licht. 460 2, 257| duisternis tot het licht. Maar de vrienden der ongelovigen 461 2, 257| vrienden der ongelovigen zijn de duivelen, zij brengen hen 462 2, 257| brengen hen uit het licht in de duisternis; dezen zijn de 463 2, 257| de duisternis; dezen zijn de bewoners van het vuur, daarin 464 2, 258| Abraham zeide: "Nu, Allah doet de zon van het Oosten opgaan, 465 2, 258| opgaan." Daarop verstomde de ongelovige in verbazing. 466 2, 259| Wij u tot een teken voor de mensen maken. En kijk naar 467 2, 259| mensen maken. En kijk naar de beenderen, hoe Wij ze in 468 2, 260| Heer, toon mij, hoe Gij de doden tot leven opwekt." 469 2, 261| 261. De gelijkenis van degenen, 470 2, 261| die hun rijkdommen voor de zaak van Allah besteden, 471 2, 261| van Allah besteden, is als de gelijkenis van een graankorrel, 472 2, 264| weggeeft, om op te vallen bij de mensen en hij gelooft niet 473 2, 264| gelooft niet in Allah en de laatste dag. Hij is als 474 2, 265| 265. En de gelijkenis van degenen, 475 2, 266| nakomelingschap heeft, en dat hem (de tuin) een vurige wervelwind 476 2, 267| gij die gelooft, geeft van de goede dingen weg, die gij 477 2, 267| van hetgeen Wij voor u uit de aarde voortbrengen en zoekt 478 2, 270| het; er is geen hulp voor de onrechtvaardigen. ~ 479 2, 271| dit in stilte doet en aan de armen geeft is het beter 480 2, 271| beter voor u en Hij zal de fouten van u wegnemen. En 481 2, 273| 273. (Aalmoezen zijn) voor de armen, die gebonden zijn ( 482 2, 273| niet kunnen rondtrekken. De onwetende beschouwt hen 483 2, 273| een opdringerige wijze bij de mensen vragen. En welke 484 2, 275| aan rente", terwijl Allah de heeft wettig en de rente 485 2, 275| Allah de heeft wettig en de rente onwettig heeft verklaard. 486 2, 275| die terugvallen, zij zijn de mensen van het Vuur, daarin 487 2, 276| 276. Allah schaft de rente af en doet de weldadigheid 488 2, 276| schaft de rente af en doet de weldadigheid toenemen. En 489 2, 277| doen en het gebed houden en de Zakaat betalen, hun beloning 490 2, 278| Allah en doet afstand van de rest van de rente, als gij 491 2, 278| afstand van de rest van de rente, als gij gelovigen 492 2, 281| 281. En vreest de dag, waarop gij tot Allah 493 2, 282| daarom schrijven en laat de schuldenaar dicteren en 494 2, 282| daaraan afdoen. Maar, indien de schuldenaar weinig verstand 495 2, 282| vrouwen zich zou vergissen, de ene de andere indachtig 496 2, 282| zich zou vergissen, de ene de andere indachtig moge maken. 497 2, 282| indachtig moge maken. En de getuigen mogen niet weigeren, 498 2, 282| of veel zij, betreffende de vervaltijd. Dit is in Allah' 499 2, 282| aan elkander verkoopt en de schrijver en de getuigen 500 2, 282| verkoopt en de schrijver en de getuigen mag geen leed worden


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License