1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | Voorwoord~ ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.~
2 Voo | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle.~Geprezen zij
3 Voo | Genadevolle.~Geprezen zij Allah de Heer der hemelen en der
4 Voo | der hemelen en der aarde. ~De Nederlandse vertaling~De
5 Voo | De Nederlandse vertaling~De Nederlandse vertaling der
6 Voo | overwonnen. ~Wij hopen dat de lezers door deze vertaling
7 Voo | indruk zullen krijgen van de rijke inhoud van de Heilige
8 Voo | van de rijke inhoud van de Heilige Koran. Maar hier
9 Voo | in versterkte mate voor de vertaling van dit Heilige
10 Voo | Heilige Boek - en nimmer de plaats kan innemen van de
11 Voo | de plaats kan innemen van de oorspronkelijke tekst. ~
12 Voo | hebben echter steeds getracht de Arahische tekst in zo goed
13 Voo | tussen fraai Nederlands en de originele bedoeling van
14 Voo | originele bedoeling van de tekst, dan hebben wij ons
15 Voo | dan hebben wij ons aan de letterlijke vertaling gehouden.
16 Voo | vertaling gehouden. Dreigde de bedoeling door een directe
17 Voo | met andere vertalingen. ~De schrijfwijze der Arabische
18 Voo | woorden~Een groot probleem was de schrijfwijze der Arabische
19 Voo | Arabische woorden, temeer, daar de Arabische taal klanken kent,
20 Voo | rijp beraad hebben wij; de meest begrijpelijke vorm
21 Voo | gekozen, d.w.z. wij hebben de woorden phonetisch opgeschreven,
22 Voo | tekens, die slechts voor de ingewijde enkeling begrijpelijk
23 Voo | lezers te bereiken, door de meest nabijkomende Nederlandse
24 Voo | te schrijven. ~Stijl van de Heilige Koran~Wij willen
25 Voo | Heilige Koran~Wij willen de aandacht van de lezers,
26 Voo | Wij willen de aandacht van de lezers, die gewend zijn
27 Voo | vestigen op het feit, dat de stijl van de Heilige Koran
28 Voo | het feit, dat de stijl van de Heilige Koran verschilt
29 Voo | reeks van verhalen of om de biografie van de Profeet
30 Voo | verhalen of om de biografie van de Profeet Mohammad, doch integendeel
31 Voo | Dit gebeurt nu eens in de vorm van gelijkenissen,
32 Voo | gelijkenissen, dan weer in de vorm van geschiedenis der
33 Voo | Derhalve is het mogelijk, dat de lezers van de Heilige Koran
34 Voo | mogelijk, dat de lezers van de Heilige Koran soms geen
35 Voo | verband kunnen zien tussen de verzen en hoofdstukken.
36 Voo | een aandachtige studie zal de nauwe samenhang tussen de
37 Voo | de nauwe samenhang tussen de diverse verzen en hoofdstukken
38 Voo | hoofdstukken tonen. ~Verzoek aan de lezers~Wij zullen de lezers
39 Voo | aan de lezers~Wij zullen de lezers zeer verplicht zijn
40 Voo | verplicht zijn wanneer zy ons op de hoogte willen stellen van
41 Voo | aanmerkingen betreffende de vertaling en de inhoud van
42 Voo | betreffende de vertaling en de inhoud van de Heilige Koran. ~
43 Voo | vertaling en de inhoud van de Heilige Koran. ~Onze medewerkers~
44 Voo | Sparenburg, Dr K. H. E. de Jong en de Heer Abdullah
45 Voo | Dr K. H. E. de Jong en de Heer Abdullah van Onck,
46 Voo | Heer Abdullah van Onck, van de Ahmadiyya Moslim Missie
47 Voo | Alle lof komt Allah toe de Heer der Werelden."~'s-Gravenhage.
48 1 | Het Openings Hoofdstuk van de Heilige Koran. Geopenbaard
49 1 | Koran. Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
50 1, 1 | 1. In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
51 1, 1 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
52 1, 2 | 2. Alle lof zij Allah, de Heer der Werelden. ~
53 1, 3 | 3. De Barmhartige, de Genadevolle. ~
54 1, 3 | 3. De Barmhartige, de Genadevolle. ~
55 1, 4 | 4. Meester van de Dag des Oordeels. ~
56 2 | 2. De Koe (Al-Baqarah) ~Geopenbaard
57 2 | Al-Baqarah) ~Geopenbaard nà de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
58 2 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
59 2 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
60 2, 2 | twijfel, een richtsnoer voor de godvrezenden. ~
61 2, 5 | 5. Zij zijn het, die de leiding van hun Heer volgen
62 2, 6 | 6. Zeker, zij die (de Waarheid) verwerpen, het
63 2, 8 | Wij geloven in Allah en in de laatste Dag, hoewel zij
64 2, 9 | 9. Zij trachten Allah en de gelovigen te bedriegen,
65 2, 13 | Zullen wij geloven, zoals de dwazen hebben geloofd?"
66 2, 14 | 14. En wanneer zij de gelovigen ontmoeten, zeggen
67 2, 16 | hebben aanvaard in ruil voor de rechte weg, maar hun handelwijze
68 2, 17 | 17. Hun toestand is als de toestand van iemand die
69 2, 19 | zij) bij zware regen uit de hemel waarmede dichte duisternis,
70 2, 19 | doodsangst hun vingers in de oren steken vanwege de donderslagen.
71 2, 19 | in de oren steken vanwege de donderslagen. Allah omringt
72 2, 19 | donderslagen. Allah omringt de ongelovigen. ~
73 2, 22 | 22. Die u de aarde tot een legerstede
74 2, 22 | een legerstede maakte en de hemel tot een gewelf en
75 2, 22 | gewelf en Die water van de wolken deed nederkomen en
76 2, 24 | voor het Vuur, dat voor de ongelovigen is bereid, welks
77 2, 25 | geloven en goede werken doen de blijde tijding, dat er tuinen (
78 2, 25 | Telkens, wanneer hun van de vruchten hieruit wordt geschonken,
79 2, 26 | die geloven weten, dat dit de Waarheid van hun Heer is,
80 2, 26 | Hij daarmede dwalen, dan de ongehoorzamen, ~
81 2, 27 | verbond met Allah breken na de bekrachtiging er van en
82 2, 27 | aarde stichten, dezen zijn de verliezers. ~
83 2, 29 | daarna wendde Hij Zich tot de hemel en vervolmaakte deze
84 2, 30 | 30. En toen uw Heer tot de engelen zeide: "Ik wil een
85 2, 30 | wij U verheerlijken met de lof die U toekomt en Uw
86 2, 31 | 31. En Hij leerde Adam al de namen. Dan plaatste Hij (
87 2, 31 | namen. Dan plaatste Hij (de voorwerpen dezer) namen
88 2, 31 | voorwerpen dezer) namen voor de engelen en zeide: "Noemt
89 2, 32 | geleerd; waarlijk, Gij zijt de Alwetende, de Alwijze. ~
90 2, 32 | Gij zijt de Alwetende, de Alwijze. ~
91 2, 33 | zeide: "O, Adam, zeg hun de namen van deze dingen",
92 2, 33 | deze dingen", en toen hij de namen had genoemd, zeide
93 2, 33 | u niet: Waarlijk Ik ken de geheimen der hemelen en
94 2, 34 | 34. En toen Wij tot de engelen zeiden: "Onderwerpt
95 2, 34 | hoogmoedig. Hij behoorde tot de ongelovigen. ~
96 2, 35 | verblijf gij met uw gade in de tuin en eet overvloedig,
97 2, 35 | niet, anders zult gij tot de zondaren behoren." ~
98 2, 36 | 36. Doch door middel van de boom verleidde Satan hen
99 2, 36 | beiden en dreef hen uit de staat waarin zij zich bevonden.
100 2, 39 | tekenen verloochenen, zullen de bewoners van het Vuur zijn;
101 2, 41 | reeds bezit en weest niet de eersten, die het verwerpen;
102 2, 42 | 42. En verwart de waarheid niet met de onwaarheid,
103 2, 42 | verwart de waarheid niet met de onwaarheid, noch verbergt
104 2, 42 | onwaarheid, noch verbergt de waarheid tegen beter weten
105 2, 43 | houdt het gebed en betaalt de Zakaat en bidt met hen,
106 2, 44 | 44. Beveelt gij de mensen het goede te doen
107 2, 45 | inderdaad moeilijk, behalve voor de ootmoedigen, ~
108 2, 47 | u bewees, dat Ik u boven de volkeren verhief. ~
109 2, 48 | 48. En vreest de Dag, dat de ene ziel de
110 2, 48 | 48. En vreest de Dag, dat de ene ziel de andere niet
111 2, 48 | de Dag, dat de ene ziel de andere niet zal kunnen helpen,
112 2, 50 | 50. En toen Wij de zee voor u spleten en u
113 2, 57 | 57. En Wij deden de wolken een schaduw over
114 2, 57 | kwartels, (zeggende): "Eet van de goede dingen, waarmede Wij
115 2, 58 | waar gij ook wilt; treedt de poort onderdanig binnen
116 2, 59 | 59. Maar de onrechtvaardigen vervingen
117 2, 59 | Daarom zonden Wij over de onrechtvaardigen een grote
118 2, 59 | onrechtvaardigen een grote straf vanuit de hemel, omdat zij plachten
119 2, 60 | bad zeiden Wij: "Sla op de rots met uw staf" en er
120 2, 61 | zich; dit kwam, omdat zij de tekenen van Allah verwierpen
121 2, 61 | van Allah verwierpen en de profeten onrechtvaardig
122 2, 62 | 62. Voorzeker, de gelovigen, de Joden, de
123 2, 62 | Voorzeker, de gelovigen, de Joden, de Christenen en
124 2, 62 | de gelovigen, de Joden, de Christenen en de Sabianen -
125 2, 62 | Joden, de Christenen en de Sabianen - wie onder hen
126 2, 62 | onder hen ook in Allah en de laatste Dag geloven en goede
127 2, 63 | verbond met u aangingen en de berg hoog boven u verhieven,
128 2, 65 | onder u gekend, die inzake de Sabbath overtraden. Alzo
129 2, 66 | kwamen en tot een les voor de godvrezenden. ~
130 2, 67 | zeiden zij: "Drijft gij de spot met ons?" Hij zeide: "
131 2, 67 | toevlucht bij Allah, om niet tot de onwetenden te behoren." ~
132 2, 71 | afgericht is geweest, om de aarde te beploegen, of de
133 2, 71 | de aarde te beploegen, of de akkers te bevloeien, een
134 2, 72 | over twisttet, was Allah de onthuller van wat gij verborgen
135 2, 73 | zeiden Wij: "Treft hem (de moordenaar) voor een gedeelte
136 2, 73 | het vergrijp tegen hem (de gedode)". Aldus geeft Allah
137 2, 73 | Aldus geeft Allah leven aan de doden en toont u Zijn tekenen,
138 2, 76 | 76. Wanneer zij de gelovigen ontmoeten zeggen
139 2, 81 | zonden is omringd - zij zijn de bewoners van het Vuur; daarin
140 2, 82 | werken doen, - zij zijn de bewoners van de Hemel, daarin
141 2, 82 | zij zijn de bewoners van de Hemel, daarin zullen zij
142 2, 83 | Wij een verbond sloten met de kinderen Israëls, zeiden
143 2, 83 | uw ouders, uw verwanten, de wezen en de armen; spreekt
144 2, 83 | uw verwanten, de wezen en de armen; spreekt goed tegen
145 2, 83 | armen; spreekt goed tegen de mensen en houdt het gebed
146 2, 83 | houdt het gebed en geeft de Zakaat. Doch gij wenddet
147 2, 85 | schande in dit leven; en op de Dag van Opstanding zullen
148 2, 85 | van Opstanding zullen zij de strengste kastijding moeten
149 2, 87 | Boek en deden boodschappers de een na de ander zijn voetsporen
150 2, 87 | boodschappers de een na de ander zijn voetsporen volgen.
151 2, 87 | tekenen en versterkten hem met de geest der heiligheid. Telkens
152 2, 89 | voordien om overwinning over de ongelovigen plachten te
153 2, 89 | Gods vloek rust derhalve op de ongelovigen. ~
154 2, 90 | vernederende kastijding voor de ongelovigen. ~
155 2, 91 | geopenbaard, hoewel het de Waarheid is, vervullende
156 2, 91 | hun "Waarom hebt gij dan de vroegere profeten van Allah
157 2, 93 | verbond met U sloten en de berg (Sinaï) hoog boven
158 2, 94 | andere mensen, wenst dan eer de dood, als gij te goeder
159 2, 95 | hunner handen. En Allah kent de boosdoeners goed. ~
160 2, 96 | leven vinden, zelfs meer dan de afgodendienaren. Ieder van
161 2, 96 | vergund, dan zou het hem tegen de straf toch niet beschermen.
162 2, 97 | en een blijde mare voor de gelovlgen. - ~
163 2, 99 | gegeven en niemand, dan de overtreders, verwerpt ze. ~
164 2, 100| gedeelte hunner het. Neen, de meesten hunner geloven niet. ~
165 2, 102| volgen dezelfde weg, die de duivels volgden tegen de
166 2, 102| de duivels volgden tegen de regering van Salomo - en
167 2, 102| ongelovig, maar ongelovig waren de duivels en zij leerden de
168 2, 102| de duivels en zij leerden de mensen leugen en bedrog.
169 2, 102| handelen naar) hetgeen aan de twee engelen, Haroet en
170 2, 102| ongelovig". Zo leren zij (de mensen) van hen datgene
171 2, 104| en luistert. Er is voor de ongelovigen een pijnlijke
172 2, 105| Zij die niet geloven onder de mensen van het Boek, en
173 2, 105| mensen van het Boek, en de afgodendienaren, gunnen
174 2, 105| wie Hij wil en Allah is de Heer van grote genade. ~
175 2, 108| 108. Zoudt gij de boodschapper die tot u z
176 2, 109| 109. Velen van de mensen van het Boek, wensen,
177 2, 109| ongelovigen te maken, nadat de Waarheid hun is duidelijk
178 2, 110| onderhoudt het gebed en betaalt de Za'kaat; het goede dat gij
179 2, 111| zeggen: "Niemand, behalve de Joden en de Christenen,
180 2, 111| Niemand, behalve de Joden en de Christenen, zal ooit de
181 2, 111| de Christenen, zal ooit de Eemel binnengaan." Dat zijn
182 2, 113| 113. De Joden zeggen: "De Christenen
183 2, 113| 113. De Joden zeggen: "De Christenen hebben geen ware
184 2, 113| hebben geen ware grondslag en de Christenen zeggen: "De Joden
185 2, 113| en de Christenen zeggen: "De Joden hebben geen ware grondslag",
186 2, 113| hebben. Maar Allah zal op de Dag der Opstanding uitspraak
187 2, 114| dan hij, die verbiedt, dat de naam van Allah wordt verheerlijkt
188 2, 114| vernietigen? Zij behoorden (de bedehuizen) slechts in vreze
189 2, 116| Hij. Neen, alles, wat in de hemelen en op aarde is,
190 2, 117| 117. Wondere Schepper van de hemelen en aarde. Wanneer
191 2, 118| 118. En de onwetenden zeggen: "Waarom
192 2, 118| elkander gelijk. Wij hebben de tekenen voorzeker duidelijk
193 2, 119| waarschuwer gezonden met de Waarheid. En gij zult niet
194 2, 119| verantwoordelijk worden gesteld voor de bewoners der hel. ~
195 2, 120| 120. En de Joden en de Christenen zullen
196 2, 120| 120. En de Joden en de Christenen zullen u nooit
197 2, 120| Voorzeker, Allah's leiding is de Merkelijke leiding". En,
198 2, 120| hun wensen volgt, nadat de kennis tot u is gekomen,
199 2, 121| niet in geloven, zullen de verliezers zijn. ~
200 2, 123| 123. En vreest de Dag, waarop geen ziel een
201 2, 124| zeide: "Mijn verbond betreft de overtreders niet". ~
202 2, 125| plaats van verzameling voor de mensheid en een toevluchtsoord
203 2, 125| maakten, zeggende: "Neemt de plaats van Abraham als een
204 2, 125| Mijn Huis voor degenen, die de ommegang verrichten en voor
205 2, 126| bewoners, die aan Allah en de laatste dag geloven", zeide
206 2, 127| En toen Abraham en Ismaël de muren van het Huis optrokken,
207 2, 127| dit van ons, want Gij zijt de Alhorende, de Alwetende, ~
208 2, 127| want Gij zijt de Alhorende, de Alwetende, ~
209 2, 129| verkondigen en hun het Boek en de Wijsheid zal verklaren en
210 2, 129| louteren. Voorzeker, Gij zijt de Almachtige, de Alwijze. ~
211 2, 129| Gij zijt de Almachtige, de Alwijze. ~
212 2, 130| wereld uitverkoren en in de volgende zal hij gewis onder
213 2, 130| volgende zal hij gewis onder de rechtvaardigen zijn. ~
214 2, 131| zeide hij: "Ik heb mij aan de Heer der Werelden onderworpen". ~
215 2, 133| waart gij aanwezig, toen de dood tot Jacob kwam en hij
216 2, 133| zullen uw God aanbidden, de God uwer vaderen, Abraham,
217 2, 133| Abraham, Ismaël en Izaäk, de enige God, aan Hem zijn
218 2, 135| hun): "Neen, maar (volg) de godsdienst van Abraham,
219 2, 135| godsdienst van Abraham, de oprechte: hij behoorde niet
220 2, 135| oprechte: hij behoorde niet tot de afgodendienaren". ~
221 2, 136| Ismaël, Izaäk, Jacob en de stammen werd nedergezonden
222 2, 137| zijn tegen hen, want Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~
223 2, 137| want Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~
224 2, 138| Maakt Allah's kleur tot de uwe en wie is beter in kleur,
225 2, 140| Ismaël en Izaäk en Jacob en de stammen Joden of Christenen
226 2, 142| 142. De dwazen onder het volk zullen
227 2, 143| getuige zult zijn tegenover de mensen en de Gezant zij
228 2, 143| zijn tegenover de mensen en de Gezant zij een getuige tegenover
229 2, 143| tegenover u. Wij bepaalden de Qiblah, die gij volgdet
230 2, 143| slechts, opdat Wij hem, die de gezant van Allah volgt,
231 2, 143| onderscheiden van degene die hem de rug toekeert. En dit is
232 2, 143| Liefderijk en Genadevol jegens de mensen. ~
233 2, 144| uw aangezicht zich naar de hemel wenden, daarom zullen
234 2, 144| tot beheerder maken van de Qiblah, die u behaagt. Wend
235 2, 144| daarom uw aanaangezicht naar de Heilige Moskee en waar gij
236 2, 144| gegeven, weten, dat dit de Waarheid is van hun Heer;
237 2, 145| noch zijn er onder hen, die de Qiblah van anderen volgen.
238 2, 145| gekomen, zoudt gij zeker tot de onrechtvaardigen behoren. ~
239 2, 146| sommigen hunner verbergen de Waarheid tegen beter weten
240 2, 147| 147. De Waarheid is van uw Heer,
241 2, 149| wend uw aangezicht naar de Heilige Moskee, want dat
242 2, 149| Moskee, want dat is inderdaad de Waarheid van uw Heer. En
243 2, 150| wend uw aangezicht naar de Heilige Moskee; waar gij
244 2, 150| aangezicht daarheen, opdat de mensen, met uitzondering
245 2, 150| mensen, met uitzondering van de onrechtvaardigen geen bezwaar
246 2, 151| u zuivert, u het Boek en de Wijsheid onderwijst en u
247 2, 153| voorzeker, Allah is met de geduldigen. ~
248 2, 155| verkondig blijde tijdingen aan de geduldigen, ~
249 2, 157| Dezen zijn het, op wie de zegeningen en de barmhartigheid
250 2, 157| op wie de zegeningen en de barmhartigheid van hun Heer
251 2, 157| rusten en dezen zijn het, die de rechte weg volgen.
252 2, 158| Safaa en Marwah zijn onder de tekenen van Allah. Er rust
253 2, 158| rust derhalve op hem, die de Hadj (pelgrimstocht) doet,
254 2, 158| pelgrimstocht) doet, of (of soms) de Omrah verricht, geen blaam,
255 2, 159| nadat Wij zein het Boek aan de mensen duidelijk hebben
256 2, 160| hebben en zich beteren en (de Waarheid) verkondigen, dezen
257 2, 161| ongelovigen sterven, over hen zal de vloek komen van Allah en
258 2, 161| vloek komen van Allah en van de engelen en van alle mensen. ~
259 2, 163| is geen God buiten Hem, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
260 2, 163| buiten Hem, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
261 2, 164| 164. Voorwaar, in de schepping der hemelen en
262 2, 164| hemelen en der aarde en in de wisseling van nacht en dag
263 2, 164| wisseling van nacht en dag en in de schepen die de zee bevaren,
264 2, 164| dag en in de schepen die de zee bevaren, met datgene
265 2, 164| bevaren, met datgene wat de mensen tot voordeel strekt;
266 2, 164| het water dat Allah van de hemel nederzendt, waarmede
267 2, 164| nederzendt, waarmede Hij de aarde doet herleven na haar
268 2, 164| dieren verspreidt, en in de verandering der winden,
269 2, 164| verandering der winden, en in de wolken die tussen de hemel
270 2, 164| in de wolken die tussen de hemel en de aarde in dienst
271 2, 164| wolken die tussen de hemel en de aarde in dienst zijn gesteld,
272 2, 165| 165. Onder de mensen zijn er, die voorwerpen
273 2, 165| zij die overtreden (nu) de tijd kunnen zien wanneer
274 2, 165| kunnen zien wanneer zij de straf zullen zien, (dan
275 2, 166| 166. Wanneer de leiders hun volgelingen
276 2, 166| volgelingen zullen verzaken en de straf zullen bemerken en
277 2, 167| 167. Zullen de volgelingen zeggen: "Indien
278 2, 168| aarde en treedt niet in de voetstappen van Satan; voorzeker,
279 2, 170| verstand en volgden zij ook de rechte weg niet? ~
280 2, 171| 171. De ongelovigen gelijken op
281 2, 172| gij die gelooft, eet van de goede dingen, waarmede Wij
282 2, 174| dan Vuur. Allah zal op de Dag der Opstanding niet
283 2, 176| omdat Allah het Boek met de Waarheid heeft nedergezonden
284 2, 177| is in hem, die in Allah, de Laatste Dag, de engelen,
285 2, 177| in Allah, de Laatste Dag, de engelen, het Boek en de
286 2, 177| de engelen, het Boek en de profeten gelooft en die
287 2, 177| uit liefde voor Hem aan de verwanten, de wezen, de
288 2, 177| voor Hem aan de verwanten, de wezen, de armen, de reiziger,
289 2, 177| de verwanten, de wezen, de armen, de reiziger, de bedelaars
290 2, 177| verwanten, de wezen, de armen, de reiziger, de bedelaars en
291 2, 177| de armen, de reiziger, de bedelaars en voor het vrijkopen
292 2, 177| het gebed onderhoudt en de Zakaat betaalt; verder in
293 2, 177| zij een belofte doen en de geduldigen in armoede, in
294 2, 178| doodslag is u voorgeschreven: de vrije man tegen de vrije
295 2, 178| voorgeschreven: de vrije man tegen de vrije man, de slaaf tegen
296 2, 178| man tegen de vrije man, de slaaf tegen de slaaf en
297 2, 178| vrije man, de slaaf tegen de slaaf en de vrouw tegen
298 2, 178| slaaf tegen de slaaf en de vrouw tegen de vrouw. Maar,
299 2, 178| slaaf en de vrouw tegen de vrouw. Maar, indien iemand
300 2, 178| door zijn broeder, dan moet de eis billijk zijn, en betaling
301 2, 180| voorgeschreven, dat wanneer de dood tot één uwer komt,
302 2, 180| is een verplichting voor de godvruchtigen. ~
303 2, 181| nadat hij het heeft gehoord, de schuld er van zal gewis
304 2, 182| schikking treft (tussen de belanghebbenden), die zal
305 2, 185| 185. De maand Ramadaan is die, waarin
306 2, 185| Ramadaan is die, waarin de Koran als een richtsnoer
307 2, 185| als een richtsnoer voor de mensen werd nedergezonden
308 2, 186| Ik verhoor het gebed van de smekeling, wanneer hij Mij
309 2, 187| is u veroorloofd, om op de nacht van het vasten tot
310 2, 187| eet en drinkt, totdat bij de dageraad de witte draad
311 2, 187| totdat bij de dageraad de witte draad zich onderscheidt
312 2, 187| draad zich onderscheidt van de zwarte draad. Voltooit dan
313 2, 187| vasten tot het vallen van de avond. En verbreng uw tijd
314 2, 187| uw vrouwen wanneer u in de Moskeeën ??? houdt. Dit
315 2, 187| Moskeeën ??? houdt. Dit zijn de beperkingen van Allah -
316 2, 187| zijn geboden uiteen voor de mensen, opdat zij vroom
317 2, 188| middelen en brengt ze niet naar de rechters, opdat gij een
318 2, 189| Zij vragen u betreffende de nieuwe manen. Zeg: "Zij
319 2, 189| zijn tijdsaanwijzingen voor de mensen en voor de bedevaart."
320 2, 189| tijdsaanwijzingen voor de mensen en voor de bedevaart." Het is geen
321 2, 189| Het is geen deugd, dat gij de huizen binnengaat aan de
322 2, 189| de huizen binnengaat aan de achterzijde: maar deugdzaamheid
323 2, 189| die Allah vreest. Dus gaat de huizen door de deuren binnen
324 2, 189| Dus gaat de huizen door de deuren binnen en vreest,
325 2, 190| 190. En strijdt voor de zaak van Allah tegen degenen,
326 2, 190| strijden, maar overschrijdt de grens niet. Voorzeker, Allah
327 2, 190| Voorzeker, Allah heeft de overtreders niet lief. ~
328 2, 191| En bevecht hen niet nabij de heilige Moskee, voordat
329 2, 191| bevecht hen dan - zo is de vergelding voor de ongelovigen. ~
330 2, 191| zo is de vergelding voor de ongelovigen. ~
331 2, 193| geen vervolging meer is en de godsdienst alleen voor Allah
332 2, 193| toegestaan, behalve tegen de onrechtvaardigen. ~
333 2, 194| 194. De heilige maand voor de heilige
334 2, 194| 194. De heilige maand voor de heilige maand! Er is (een
335 2, 194| Allah en weet, dat Allah met de godvruchtzgen is. ~
336 2, 195| En besteedt uw bezit voor de zaak van Allah en stort
337 2, 196| 196. En voleindigt de Hadj (pilgrimstocht) en
338 2, 196| van Omrah, tegelijk met de Hadj een offer brengen,
339 2, 196| moeten drie dagen gedurende de bedevaart vasten en zeven
340 2, 196| wiens familie niet dicht bij de Heilige Moskee woont. En
341 2, 197| 197. De maanden der bedevaart zijn
342 2, 197| noch enige twist gedurende de bedevaart mag zijn. En wat
343 2, 197| uit met het nodige, maar de beste uitrusting is godsvrucht.
344 2, 198| geen zonde, wanneer gij de overvloed van uw Heer zoekt.
345 2, 198| Maar, wanneer gij van (de berg ) Arafaat weggaat,
346 2, 198| terwijl gij voordien tot de dwalenden behoordet. ~
347 2, 201| in deze wereld, alsook in de komende wereld en bescherm
348 2, 201| wereld en bescherm ons voor de marteling van het Vuur." ~
349 2, 204| 204. En onder de mensen is iemand, wiens
350 2, 204| zijn hart is en toch is hij de meest twistzieke. ~
351 2, 205| er wanorde te stichten en de oogst en het nageslacht (
352 2, 205| oogst en het nageslacht (van de mens) te vernietigen, maar
353 2, 206| Vrees Allah", dan spoort de trots hem aan tot verdere
354 2, 206| verdere zonde. Daarom is de hel goed genoeg voor hem
355 2, 207| 207. En onder de mensen is iemand, die zich
356 2, 208| volledige overgave en volgt de voetstappen van Satan niet;
357 2, 209| indien gij uitglijdt nadat de duidelijke tekenen tot u
358 2, 210| anders, dan dat Allah en de engelen in de schaduw der
359 2, 210| dat Allah en de engelen in de schaduw der wolken tot hen
360 2, 210| wolken tot hen komen en dat de zaak beslist wordt. En tot
361 2, 211| 211. Vraag de kinderen Israëls, hoeveel
362 2, 211| hebben gegeven. Maar hij die de gunst van Allah verandert,
363 2, 212| leven dezer wereld is voor de ongelovigen schoonschijnend
364 2, 212| gemaakt en zij bespotten de gelovigen. Maar de godvrezenden
365 2, 212| bespotten de gelovigen. Maar de godvrezenden zullen boven
366 2, 212| boven hen verheven zijn op de dag der opstanding: Allah
367 2, 213| 213. De mensheid was één gemeenschap.
368 2, 213| hen het Boek neder, dat de waarheid bevatte, om onder
369 2, 213| waarheid bevatte, om onder de mensen te richten over datgene
370 2, 213| heeft Allah door Zijn gebod de gelovigen geleid betreffende
371 2, 213| gelovigen geleid betreffende de waarheid, waarover zij hot
372 2, 214| 214. Denkt gij dat gij de Hemel zult binnengaan, terwijl
373 2, 214| werden hevig geschokt, totdat de boodschapper en de gelovigen
374 2, 214| totdat de boodschapper en de gelovigen met hem zeiden: "
375 2, 214| s hulp?" Ja, voorzeker, de hulp van Allah is nabij. ~
376 2, 217| u omtrent het vechten in de heilige maand. Zeg: "Het
377 2, 217| grote overtreding, maar de mensen van de weg van Allah
378 2, 217| overtreding, maar de mensen van de weg van Allah af te houden
379 2, 217| Hem ondankbaar te zijn en (de toegang tot) de Heilige
380 2, 217| zijn en (de toegang tot) de Heilige Moskee (te verhinderen)
381 2, 217| zijn in deze wereld en in de toekomende. Dezulken zijn
382 2, 217| toekomende. Dezulken zijn de bewoners van het Vuur en
383 2, 218| geloven en zij die voor de zaak van Allah hun land
384 2, 219| en ook enig voordeel voor de mensen, maar het nadeel
385 2, 219| opdat gij over deze en de volgende wereld zult nadenken. ~
386 2, 220| En zij vragen u omtrent de wezen. Zeg hun: "De bevordering
387 2, 220| omtrent de wezen. Zeg hun: "De bevordering van hun welzijn
388 2, 220| broeders. En Allah weet de kwaadstichters van de vredestichters
389 2, 220| weet de kwaadstichters van de vredestichters te onderscheiden.
390 2, 221| maar Allah noodt u tot de Hemel en tot vergiffenis
391 2, 221| Hij maakt Zijn tekenen aan de mensen duidelijk, opdat
392 2, 222| En zij vragen u omtrent de menstruatie. Zeg (hun): "
393 2, 222| schadelijks, blijft dus gedurende de menstruatie van de vrouwen
394 2, 222| gedurende de menstruatie van de vrouwen weg en gaat niet
395 2, 223| geef goede tijdingen aan de gelovigen. ~
396 2, 224| stichten van vrede tussen de mensen. Allah is Alhorend,
397 2, 226| zweren jegens hun vrouwen is de wachtperiode vier maanden;
398 2, 228| 228. De gescheiden vrouwen moeten
399 2, 228| indien zij in Allah en de laatste dag geloven; en
400 2, 228| haar, hetgeen billijk is, de mannen hebben voorrang boven
401 2, 229| 229. Is de echtscheiding twee keer
402 2, 229| vrij te worden. Dit zijn de door Allah voorgeschreven
403 2, 229| overschrijdt ze daarom niet; wie de door Allah voorgeschreven
404 2, 230| overtuigd zijn, dat zij de door Allah voorgeschreven
405 2, 230| bepalingen, welke Hij aan de mensen, die kennis hebben
406 2, 231| scheidt en zij het einde van de haar voorgeschreven periode
407 2, 231| haar nadeel, waardoor gij de perken te buiten gaat. Wie
408 2, 231| onrecht. En drijft niet de spot met Allah's geboden
409 2, 231| en (gedenkt) het Boek en de wijsheid, die Hij u heeft
410 2, 231| Allah en weet, dat Allah de Kenner is van alle dingen. ~
411 2, 232| als zij met elkander op de gebruikelijke wijze tot
412 2, 232| die onder u in Allah en de laatste dag gelooft. Het
413 2, 233| zogen, dit is voor hen, die de zoogtijd wensen te voltooien.
414 2, 233| wensen te voltooien. En op de vader rust de zorg voor
415 2, 233| voltooien. En op de vader rust de zorg voor voedsel en kleding
416 2, 233| belast boven haar vermogen. De moeder zal geen leed worden
417 2, 233| wegens haar kind, noch zal de vader leed worden aangedaan
418 2, 233| en hetzelfde geldt voor de erfgenaam. Als beiden besluiten,
419 2, 235| het geheim tenzij gij op de goede wijze spreekt. En
420 2, 235| spreekt. En besluit niet tot de huwelijksband, voordat de
421 2, 235| de huwelijksband, voordat de voorgeschreven wachttijd
422 2, 236| een voorziening voor haar, de rijke naar zijn middelen
423 2, 236| rijke naar zijn middelen en de arme naar zijn middelen,
424 2, 236| is een verplichting voor de deugdzamen. ~
425 2, 237| hebt toegekend, (geeft) dan de helft van hetgeen gij hebt
426 2, 237| kwijtschelden, of degene, die de huwelijksband in handen
427 2, 237| kwijtscheldt is dit dichter bij de godsvrucht. En vergeet niet,
428 2, 241| 241. En er moet voor de gescheiden vrouwen een billijke
429 2, 241| is een verplichting voor de godvruchtigen. ~
430 2, 243| degenen, die uit angst voor de dood hun huizen verlieten -
431 2, 243| Allah is genadig jegens de mensen, maar de meeste mensen
432 2, 243| genadig jegens de mensen, maar de meeste mensen zijn ondankbaar. ~
433 2, 244| 244. Strijdt voor de zaak van Allah en weet,
434 2, 246| 246. Weet gij niet van de leiders der kinderen Israëls
435 2, 246| aantal hunner; Allah kent de overtreders goed. ~
436 2, 248| zal worden gegeven, waarin de kalmte van uw Heer zal zijn,
437 2, 248| zal zijn, het beste van de nalatenschap der volgelingen
438 2, 248| van Aäron, (een hart) door de engelen gebracht. Voorzeker,
439 2, 249| 249. En toen Taloet met de strijdkrachten uitrukte,
440 2, 249| zij er van. En toen zij de rivier overstaken, hij en
441 2, 249| rivier overstaken, hij en de gelovigen met hem - zeiden
442 2, 249| gezegevierd." En Allah is met de geduldigen. ~
443 2, 251| laten terugdrijven, dan zou de aarde verdorven zijn. Maar
444 2, 251| Allah is genadig jegens de werelden. ~
445 2, 252| 252. Dit zijn de tekenen van Allah. Wij dragen
446 2, 253| tekenen en versterkten hem met de geest der heiligheid. En
447 2, 253| hebben bestreden, nadat de duidelijke tekenen tot hen
448 2, 254| hebben geschonken, voordat de dag komt, waarop noch handel,
449 2, 254| voorspraak zal zijn; en de ongelovigen zijn de onrechtvaardigen. ~
450 2, 254| en de ongelovigen zijn de onrechtvaardigen. ~
451 2, 255| Er is geen God dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande.
452 2, 255| God dan Hij, de Levende, de Zelfbestaande. Sluimer,
453 2, 255| overmant Hem. Al wat in de hemelen en wat op aarde
454 2, 255| vermoeit Hem niet; Hij is de Verhevene, de Grote. ~
455 2, 255| niet; Hij is de Verhevene, de Grote. ~
456 2, 256| 256. Er is geen dwang in de godsdienst. Voorzeker, het
457 2, 256| onderscheiden; derhalve, hij die de duivel verloochent en in
458 2, 257| 257. Allah is de Vriend dergenen, die geloven;
459 2, 257| geloven; Hij brengt hen uit de duisternis tot het licht.
460 2, 257| duisternis tot het licht. Maar de vrienden der ongelovigen
461 2, 257| vrienden der ongelovigen zijn de duivelen, zij brengen hen
462 2, 257| brengen hen uit het licht in de duisternis; dezen zijn de
463 2, 257| de duisternis; dezen zijn de bewoners van het vuur, daarin
464 2, 258| Abraham zeide: "Nu, Allah doet de zon van het Oosten opgaan,
465 2, 258| opgaan." Daarop verstomde de ongelovige in verbazing.
466 2, 259| Wij u tot een teken voor de mensen maken. En kijk naar
467 2, 259| mensen maken. En kijk naar de beenderen, hoe Wij ze in
468 2, 260| Heer, toon mij, hoe Gij de doden tot leven opwekt."
469 2, 261| 261. De gelijkenis van degenen,
470 2, 261| die hun rijkdommen voor de zaak van Allah besteden,
471 2, 261| van Allah besteden, is als de gelijkenis van een graankorrel,
472 2, 264| weggeeft, om op te vallen bij de mensen en hij gelooft niet
473 2, 264| gelooft niet in Allah en de laatste dag. Hij is als
474 2, 265| 265. En de gelijkenis van degenen,
475 2, 266| nakomelingschap heeft, en dat hem (de tuin) een vurige wervelwind
476 2, 267| gij die gelooft, geeft van de goede dingen weg, die gij
477 2, 267| van hetgeen Wij voor u uit de aarde voortbrengen en zoekt
478 2, 270| het; er is geen hulp voor de onrechtvaardigen. ~
479 2, 271| dit in stilte doet en aan de armen geeft is het beter
480 2, 271| beter voor u en Hij zal de fouten van u wegnemen. En
481 2, 273| 273. (Aalmoezen zijn) voor de armen, die gebonden zijn (
482 2, 273| niet kunnen rondtrekken. De onwetende beschouwt hen
483 2, 273| een opdringerige wijze bij de mensen vragen. En welke
484 2, 275| aan rente", terwijl Allah de heeft wettig en de rente
485 2, 275| Allah de heeft wettig en de rente onwettig heeft verklaard.
486 2, 275| die terugvallen, zij zijn de mensen van het Vuur, daarin
487 2, 276| 276. Allah schaft de rente af en doet de weldadigheid
488 2, 276| schaft de rente af en doet de weldadigheid toenemen. En
489 2, 277| doen en het gebed houden en de Zakaat betalen, hun beloning
490 2, 278| Allah en doet afstand van de rest van de rente, als gij
491 2, 278| afstand van de rest van de rente, als gij gelovigen
492 2, 281| 281. En vreest de dag, waarop gij tot Allah
493 2, 282| daarom schrijven en laat de schuldenaar dicteren en
494 2, 282| daaraan afdoen. Maar, indien de schuldenaar weinig verstand
495 2, 282| vrouwen zich zou vergissen, de ene de andere indachtig
496 2, 282| zich zou vergissen, de ene de andere indachtig moge maken.
497 2, 282| indachtig moge maken. En de getuigen mogen niet weigeren,
498 2, 282| of veel zij, betreffende de vervaltijd. Dit is in Allah'
499 2, 282| aan elkander verkoopt en de schrijver en de getuigen
500 2, 282| verkoopt en de schrijver en de getuigen mag geen leed worden
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932 |