bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | codes of aparte tekens, die slechts voor de ingewijde enkeling
2 2, 11 | dan zeggen zij: "Wij zijn slechts vredestichters". ~
3 2, 14 | waarlijk met u, wij spotten slechts (met hen)." ~
4 2, 78 | denkbeelden: zij vermoeden slechts. ~
5 2, 80 | zeggen: "Het Vuur zal ons slechts voor een klein aantal dagen
6 2, 85 | verboden was. Gelooft gij dan slechts in een gedeelte van het
7 2, 91 | zeggen zij: "Wij geloven slechts in hetgeen ons is geopenbaard,"
8 2, 102| hadden gezegd: "Wij zijn slechts een beproeving; weest daarom
9 2, 102| verkocht; hadden zij het slechts ingezien!
10 2, 103| geweest, hadden zij het slechts geweten. ~
11 2, 114| behoorden (de bedehuizen) slechts in vreze binnen te gaan.
12 2, 117| Hij iets besluit, zegt Hij slechts: "Wees" en het wordt". ~
13 2, 143| Qiblah, die gij volgdet slechts, opdat Wij hem, die de gezant
14 2, 167| volgelingen zeggen: "Indien wij slechts terug konden keren, zouden
15 2, 173| 173. Hij heeft u slechts het gestorvene, het bloed,
16 2, 280| beter voor u; wist gij het slechts. ~
17 3, 20 | afwenden, dan is uw plicht slechts de duidelijke verkondiging
18 3, 24 | zeggen: "Het Vuur zal ons slechts voor een luttel aantal dagen
19 3, 26 | vernedert, wie Gij wilt. Slechts in Uw hand is het goede.
20 3, 41 | zijn, dat gij drie dagen slechts door gebaar tot de mensen
21 3, 47 | beslist, zegt Hij daartoe slechts: "Wees" en het wordt. ~
22 3, 87 | vergelding van dezulken is slechts, dat de vloek van Allah,
23 3, 126| te stellen en hulp komt slechts van Allah, de Almachtige,
24 3, 144| 144. En Mohammed is slechts een boodschapper. Waarlijk,
25 3, 147| 147. En hun woord was slechts: "Onze Heer, vergeef ons
26 3, 178| voor hen is; Wij geven hun slechts uitstel, zodat zij in zonde
27 4, 10 | onrechtvaardig verteren, verteren slechts vuur in hun buik en zij
28 4, 11 | de nalatenschap en als er slechts één is, voor haar is de
29 4, 46 | vervloekt, zij geloven dus slechts weinig. ~
30 4, 84 | voor de zaak van Allah - slechts gij wordt verantwoordelijk
31 4, 111| zonde begaat, begaat deze slechts jegens zijn eigen ziel.
32 4, 142| mensen en gedenken Allah slechts weinig, ~
33 4, 155| verzegeld, derhalve geloven zij slechts weinig; ~
34 4, 157| geen kennis van doch volgen slechts een vermoeden en zij doodden
35 4, 171| Jezus, zoon van Maria was slechts een boodschapper van Allah
36 5, 33 | het land te scheppen, is slechts dat zij gedood of gekruisigd
37 5, 55 | 55. Uw vrienden zijn slechts Allah en Zijn boodschapper
38 5, 59 | van het Boek, gij haat ons slechts, omdat wij in Allah geloven
39 5, 75 | Messias, de zoon van Maria was slechts een boodschapper; voorzeker,
40 5, 92 | dat op Onze boodschapper slechts het duidelijk verkondigen
41 5, 99 | Op de boodschapper rust slechts (de plicht van) het overbrengen (
42 6, 27 | 27. En als gij het slechts zoudt kunnen zien, wanneer
43 6, 27 | zeggen: "O, mochten wij slechts worden teruggezonden, dan
44 6, 30 | 30. En wanneer gij het slechts zoudt kunnen zien, wanneer
45 6, 50 | ben een engel'; ik volg slechts hetgeen mij wordt geopenbaard."
46 6, 57 | macht. De beslissing berust slechts bij Allah. Hij zet de waarheid
47 6, 116| doen afdwalen. Zij volgen slechts vermoedens en zij doen niets
48 6, 123| samenspannen en zij smeden slechts tegen hun eigen ziel, maar
49 7, 53 | 53. Wachten zij slechts op (een andere) verklaring
50 7, 82 | antwoord van zijn volk was slechts: "Verdrijft hen uit uw stad,
51 7, 105| 105. "Ik mag slechts de waarheid over Allah spreken.
52 7, 169| Boek, dat zij van Allah slechts de waarheid zouden spreken,
53 7, 184| krankzinnigheid is? Hij is slechts een duidelijk waarschuwer.
54 7, 187| Zeg: "De kennis daarvan is slechts bij mijn Heer. Niemand dan
55 7, 187| en op de aarde. Het zal slechts onverwacht tot u komen.
56 7, 187| Zeg: "De kennis er van is slechts bij Allah, maar de meeste
57 7, 188| niet hebben gedeerd. Ik ben slechts een waarschuwer en een drager
58 8, 2 | 2. Ware gelovigen zijn slechts degenen wier hart vol vrees
59 8, 10 | 10. Allah gaf het slechts als verblijdend nieuws en
60 8, 28 | bezittingen en uw kinderen slechts een beproeving zijn en dat
61 8, 50 | 50. O, hadt gij het slechts kunnen zien, wanneer de
62 9, 31 | hoewel hun was bevolen slechts de ene God te aanbidden.
63 9, 38 | vergeleken bij het Hiernamaals slechts nietig. ~
64 9, 41 | beter voor u als gij het slechts weet. ~
65 9, 54 | niet geloven. En zij komen slechts in luiheid tot het gebed
66 9, 55 | opwekken. Allah wenst hen er slechts mede te straffen en hun
67 9, 59 | 59. Waren zij slechts tevreden geweest met hetgeen
68 9, 65 | beslist zeggen: "Wij spraken slechts ijdellijk (onder elkander)
69 9, 81 | is heter." Konden zij dit slechts begrijpen! ~
70 9, 107| voorzeker zweren: "Wij bedoelden slechts het goede," maar Allah getuigt,
71 10, 15 | veranderen uit mijzelf. Ik volg slechts hetgeen mij is geopenbaard.
72 10, 19 | 19. En het mensdom was slechts één gemeenschap, daarna
73 10, 23 | voorzeker uw opstand keert zich slechts tegen u zelf. Thans geniet
74 10, 24 | het tegenwoordige leven is slechts als water, dat Wij uit de
75 10, 45 | hun toeschijnen, alsof zig slechts een uur van een dag (in
76 10, 66 | afgoden aanroepen? Zij volgen slechts een vermoeden en doen niets
77 10, 81 | Wat gij hebt gebracht is slechts bedrog. Voorzeker, Allah
78 10, 108| ziel en wie dwaalt, dwaalt slechts tot haar nadeel. En ik ben
79 11, 2 | 2. (Daarom) aanbidt slechts Allah. Voorzeker, ik (Mohammed)
80 11, 12 | gekomen?" Voorwaar, gij zijt slechts een waarschuwer en Allah
81 11, 27 | antwoordden: "Wij zien in u slechts een man zoals wij en wij
82 11, 40 | gelovigen." En met hem geloofden slechts weinigen. ~
83 11, 50 | God naast Hem. Gij verzint slechts leugens." ~
84 11, 63 | niet gehoorzaam? Gij zult slechts tot mijn ondergang bijdragen." ~
85 11, 80 | Hij zeide: "Ach, had ik slechts de macht u weerstand te
86 11, 101| Heer kwam; zij voegden hun slechts verderf toe. ~
87 11, 104| 104. En Wij stellen het slechts voor een bepaalde tijd uit. ~
88 11, 109| aanbidden: zij aanbidden slechts, zoals hun vaderen voorheen
89 12, 68 | toch niets baten; het was slechts dat Jacob zijn zin gedaan
90 12, 109| 109. En Wij zonden vóór u slechts mensen uit de inwoners der
91 13, 14 | aanroepen der ongelovigen gaat slechts verloren. ~
92 13, 26 | het tegenwoordige leven slechts een (kortstondig) vermaak
93 13, 33 | onbekend was? Of is het slechts een ledig gezegde? Neen,
94 14, 10 | Zij zeiden: "Gij zijt slechts mensen als wij; gij wenst
95 14, 42 | onrechtvaardigen doen. Hij geeft hun slechts uitstel tot de Dag waarop
96 15, 15 | zeggen: "Onze ogen zijn slechts beneveld; neen wij zijn
97 15, 21 | bij Ons en Wij zenden deze slechts in bepaalde mate neder. ~
98 16, 24 | zeggen zij: "Het zijn slechts fabelen der ouden." ~
99 16, 40 | iets willen, dan zeggen Wij slechts: "Wees", en het wordt. ~
100 16, 41 | is groter; wisten zij het slechts! ~
101 16, 43 | 43. En Wij zonden vóór u, slechts mannen aan wie Wij een openbaring
102 16, 51 | Neemt geen twee goden. Er is slechts Eén God. Vreest daarom Mij
103 16, 95 | beter voor u, wist gij het slechts. ~
104 16, 101| zeggen zij: "Gij verzint slechts." Neen de meesten hunner
105 16, 103| inderdaad dat zij zeggen dat het slechts een man is, die hem (de
106 16, 105| 105. Voorzeker slechts zij verzinnen leugens die
107 17, 15 | rechte weg volgt, volgt deze slechts voor zijn eigen heil en
108 17, 41 | trekken, doch dit doet hen slechts in afkeer toenemen. ~
109 17, 47 | onrechtvaardigen zeggen: "Gij volgt slechts een betoverd man." ~
110 17, 52 | gij zult denken dat gij slechts een korte wijle hebt vertoefd. ~
111 17, 59 | deden haar kwaad; Wij zenden slechts tekenen om te waarschuwen. ~
112 17, 60 | visioen dat Wij u toonden slechts als een beproeving voor
113 17, 60 | waarschuwen hen, doch het doet hen slechts in grotere overtreding toenemen. ~
114 17, 64 | beloften," - maar Satan geeft slechts bedriegelijk beloften - ~
115 17, 76 | daarna (na uw vertrek) nog slechts korte tijd in rust blijven. ~
116 17, 82 | onrechtvaardigen vergroot het slechts het verlies. ~
117 17, 85 | van mijn Heer: en er is u slechts een weinig kennis van gegeven." ~
118 17, 89 | doch de meeste mensen tonen slechts ondankbaarheid. ~
119 17, 93 | Glorie zij mijn Heer: ik ben slechts mens en boodschapper!" ~
120 17, 99 | de onrechtvaardigen tonen slechts ondankbaarheid. ~
121 17, 105| nedergedaald. En Wij hebben u slechts als een brenger van blijde
122 18, 5 | hun mond komt. Zij zeggen slechts onwaarheid. ~
123 18, 56 | zenden de boodschappers slechts als dragers van de blijde
124 18, 63 | begaven vergat ik de vis - en slechts Satan deed mij vergeten
125 18, 110| 110. Zeg: "Ik ben slechts een mens gelijk gij, doch
126 18, 110| wordt geopenbaard dat uw God slechts één God is. Laat daarom
127 19, 19 | Hij antwoordde: "Ik ben slechts een boodschapper van uw
128 19, 35 | neemt, zegt Hij daartoe slechts: "Wees", en het wordt. ~
129 19, 62 | geen ijdel gesprek horen: slechts "vrede", en 's morgens en '
130 19, 64 | 64. "Wij (engelen) dalen slechts neder op bevel van uw Heer.
131 20, 69 | hetgeen zij hebben gemaakt is slechts toverkunst. En een tovenaar
132 20, 98 | 98. Uw God is slechts Allah, naast Wie er geen
133 20, 103| spreken en zeggen: "Gij zijt slechts tien (dagen) gebleven." ~
134 20, 104| hunner beweert: "Gij zijt slechts één dag gebleven." ~
135 21, 3 | Is deze (Mohammed) niet slechts een mens als gij? Wilt gij
136 21, 7 | 7. En vóór u zonden Wij slechts mannen aan wie Wij een openbaring
137 21, 26 | Heilig is Hij. Neen, zij zijn slechts geëerde dienaren.
138 21, 36 | ongelovigen u zien, spotten zij slechts met u, zij zeggen: "Is dit
139 21, 45 | 45. Zeg: "Ik waarschuw u slechts door Openbaring." Doch de
140 21, 47 | aangedaan. En al was het slechts het gewicht van een mosterdzaadje,
141 21, 55 | gebracht, of speelt gij slechts met ons?" ~
142 21, 107| Wij hebben u (Mohammed) slechts als genade voor de werelden
143 21, 108| is geopenbaard dat uw God slechts een enig God is, zult gij
144 22, 49 | Zeg: "O mensdom, ik ben slechts een duidelijke waarschuwer
145 23, 24 | ongelovig waren, zeiden: "Hij is slechts een mens zoals gij, hij
146 23, 25 | 25. Hij is slechts een bezetene; wacht daarom
147 23, 33 | gegeven, zeiden: "Dit is slechts een mens, zoals gij. Hij
148 23, 83 | ook beloofd maar het zijn slechts fabelen der ouden." ~
149 23, 100| In geen geval; het is slechts een woord dat hij uit."
150 24, 51 | recht spreken, zeggen zij slechts: "Wij horen en wij gehoorzamen."
151 24, 54 | indien gij u afwendt is hij slechts verantwoordelijk voor datgene
152 24, 54 | hij is belast, en gij zijt slechts verantwoordelijk voor datgene
153 24, 54 | plicht van de boodschapper is slechts de duidelijke verkondiging.
154 25, 8 | onrechtvaardigen zeggen: "Gij volgt slechts een betoverd man!" ~
155 25, 22 | zullen zij zeggen: "Ware er slechts een grote afscheiding (tussen
156 25, 41 | Wanneer zij u zien maken zij u slechts tot een bespotting. "Is
157 25, 44 | horen of begrijpen? Zij zijn slechts als vee - neen, zij zijn
158 25, 56 | 56. En Wij hebben u slechts als drager van blijde tijdingen
159 25, 60 | gelast?" En dit vermeerdert slechts hun afkeer. ~
160 26, 54 | 54. "Dit is slechts een kleine groep, ~
161 26, 89 | 89. Maar slechts hij, die met een toegewijd
162 26, 99 | 99. En slechts de schuldigen deden ons
163 26, 111| Zullen wij u geloven terwijl slechts de onaanzienlijken u volgen?" ~
164 26, 113| bij mijn Heer, als gij het slechts wist! ~
165 26, 127| beloning voor; mijn loon is slechts bij de Heer der Werelden." ~
166 26, 145| beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden. ~
167 26, 154| 154. Gij zijt slechts een mens zoals wij, toon
168 26, 164| beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden." ~
169 26, 180| beloning voor. Mijn beloning is slechts bij de Heer der Werelden. ~
170 26, 185| 185. Zij zeiden: "Gij zijt slechts betoverd. ~
171 27, 90 | nedergeworpen. "Gij wordt slechts beloond voor hetgeen gij
172 27, 92 | hem die dwaalt: "Ik ben slechts een waarschuwer." ~
173 28, 19 | man gedood hebt? Gij wenst slechts een geweldenaar te worden
174 28, 50 | antwoorden, weet dan dat zij slechts hun eigen begeerten volgen.
175 28, 60 | En wat u gegeven is dient slechts als middel van bestaan voor
176 28, 64 | zullen zien. Hadden zij slechts de leiding gevolgd! ~
177 28, 84 | zij die kwaad doen, worden slechts vergolden naar datgene wat
178 29, 6 | En wie streeft, streeft slechts voor zichzelf; want Allah
179 29, 17 | Gij aanbidt naast Allah slechts afgoden en gij verzint leugens.
180 29, 18 | op de boodschapper rust slechts de duidelijke overbrenging (
181 29, 24 | antwoord van zijn volk was slechts: "Doodt of verbrandt hem."
182 29, 25 | zeide: "Gij hebt naast Allah slechts afgoden voor u gekozen terwille
183 29, 41 | van de spin, als zij het slechts wisten! ~
184 29, 46 | met de mensen van het Boek slechts op de goede wijze; doch
185 29, 50 | Allah alleen, en ik ben slechts een duidelijke waarschuwer." ~
186 29, 64 | werkelijke Leven, als zij dit slechts konden begrijpen! ~
187 30, 7 | 7. Zij kennen slechts de schijn van het wereldse
188 30, 53 | dwaling leiden. Gij kunt slechts diegene doen horen die in
189 30, 55 | schuldigen zweren, dat zij slechts een uur hebben geleefd -
190 30, 58 | ongelovigen zeggen: "Gij zijt slechts leugenaars." ~
191 31, 28 | Schepping en uw Opstanding zijn slechts als die van een enkele ziel.
192 31, 32 | aan land brengt, volgen slechts enigen hunner de rechte
193 32, 12 | 12. O, kondet gij het slechts zien wanneer de schuldigen
194 32, 15 | 15. Slechts zij geloven in Onze tekenen,
195 33, 4 | werkelijke) zonen gemaakt. Dat is slechts een woord dat men uit, maar
196 33, 12 | boodschapper ons beloofden was slechts bedrog." ~
197 33, 13 | blootgesteld, zij wensten slechts te vluchten. ~
198 33, 14 | hebben gedaan en zij zoudlen slechts weinig hebben getalmd. ~
199 33, 16 | voor het gevecht vlucht; slechts korte tijd zult gij genieten." ~
200 33, 22 | waarheid." En dit vermeerderde slechts hun geloof en deed hun onderwerping
201 33, 50 | haar wenst te huwen; dit is slechts voor u en niet voor de gelovigen.
202 33, 60 | brengen; dan zullen zij slechts voor een korte tijd in uw
203 33, 63 | Zeg: "De kennis er van is slechts bij Allah," gij weet het
204 33, 66 | zij zeggen: "O, hadden wij slechts Allah en Zijn boodschapper
205 34, 13 | David, dankbaarheid," doch slechts weinigen van Mijn dienaren
206 34, 28 | 28. En Wij hebben u slechts gezonden als een brenger
207 34, 31 | voorafging." En kondet gij slechts zien wanneer de onrechtvaardigen
208 34, 33 | ongelovigen. Zij zullen slechts worden gestraft voor hetgeen
209 34, 43 | verkondigd, zeggen zij: "Dit is slechts een man, die u van hetgeen
210 34, 43 | En zij zeggen: "Dit is slechts een verzonnen leugen." En
211 34, 46 | 46. Zeg: "Ik raad u aan slechts één ding te doen; dat gij
212 34, 46 | metgezel is; hij is voor u slechts een waarschuwer vóór een
213 34, 50 | Als ik dwaal, dwaal ik slechts door mijzelf; en indien
214 35, 6 | Hij roept zijn volgelingen slechts opdat zij bewoners van het
215 35, 18 | een bloedverwant; gij kunt slechts hen waarschuwen, die hun
216 35, 23 | 23. Gij (profeet) zijt slechts een waarschuwer. ~
217 35, 39 | der ongelovigen doet hen slechts in weerzinwekkendheid toenemen
218 35, 39 | der ongelovigen doet hen slechts toenemen in verlies. ~
219 35, 40 | boosdoeners beloven elkander slechts bedrog." ~
220 35, 42 | tot hen kwam, deed het hen slechts in afkeer toenemen, ~
221 35, 43 | het maken. Verwachten zij slechts de handelwijze waarmee de
222 36, 11 | 11. Gij kunt slechts hem waarschuwen die de vermaning
223 36, 15 | antwoordden: "Gij zijt slechts mensen zoals wij en de Barmhartige
224 36, 15 | niets geopenbaard; gij liegt slechts." ~
225 36, 17 | 17. Op ons rust slechts de duidelijke verkondiging (
226 36, 26 | riep uit: "O, als mijn volk slechts wist, ~
227 36, 29 | 29. Het was slechts een enkele kreet en ziet;
228 36, 47 | kunnen voeden. Gij verkeert slechts in een klaarblijkelijke
229 36, 49 | 49. Zij wachten slechts op een plotselinge straf
230 36, 53 | 53. Het zal slechts een kreet zijn en ziet!
231 36, 69 | voor hem passend, dit is slechts een vermaning en een duidelijke
232 36, 82 | voorneemt is Zijn gebod slechts: "Wees", en het wordt. ~
233 37, 19 | 19. Er zal slechts één roep zijn en ziet, zij
234 37, 39 | 39. En gij zult slechts worden vergolden voor hetgeen
235 38, 15 | 15. En dezen wachten slechts op een enkele roep waarvoor
236 38, 24 | werken doen: en zij zijn slechts weinigen." En David bemerkte,
237 38, 65 | 65. Zeg: "Ik ben slechts een waarschuwer; en er is
238 38, 70 | 70. Slechts dit is aan mij geopenbaard
239 38, 87 | 87. Dit is slechts een vermaning voor de werelden. ~
240 39, 3 | zeggende: "Wij aanbidden dezen slechts opdat zij ons in Allah's
241 39, 26 | zeker groter zijn. Als zij slechts wisten! ~
242 39, 46 | onzichtbare en het zichtbare! Slechts Gij oordeelt onder Uw dienaren
243 39, 49 | geschonken." Neen, het is slechts een beproeving; maar de
244 40, 29 | ik zelf zie en ik leid u slechts naar het pad der rechtschapenheid." ~
245 40, 37 | en Pharao's plan eindigde slechts in ondergang. ~
246 40, 39 | dit leven dezer wereld is slechts een voorbijgaand genoegen;
247 40, 68 | Hij iets besluit, zegt Hij slechts: "Wees", en het wordt. ~
248 41, 6 | 6. Zeg: "Ik ben slechts een mens zoals gij. Het
249 41, 6 | mij geopenbaard dat uw God slechts één God is; weest derhalve
250 42, 14 | 14. En zij waren slechts verdeeld, nadat de kennis
251 42, 36 | 36. Wat u is gegeven is slechts een voorziening voor dit
252 42, 42 | 42. Het verwijt is slechts tegen hen, die de mensen
253 43, 20 | kennis van, zij vermoeden slechts. ~
254 43, 66 | 66. Zij wachten slechts tot het Uur plotseling over
255 44, 35 | 35. "Het is slechts onze enige dood want wij
256 44, 39 | 39. Wij schiepen ze slechts in waarheid, maar de meesten
257 45, 17 | godsdienst. En zij werden onenig slechts nadat kennis tot hen was
258 45, 24 | geen kennis, zij vermoeden slechts. ~
259 45, 32 | Uur is: wij vermoeden het slechts en zijn er niet zeker van." ~
260 45, 34 | vergeten hebt. Uw toevlucht is (slechts) het Vuur en gij hebt daar
261 46, 9 | is geopenbaard; en ik ben slechts een duidelijke waarschuwer." ~
262 46, 17 | de zoon) zegt: "Dit zijn slechts fabelen der ouden." ~
263 46, 23 | zeide: "De kennis daarvan is slechts bij Allah, ik breng waarmede
264 46, 25 | kwam met hen zó ver dat slechts hun lege woningen waren
265 46, 35 | hun toeschijnen alsof zij slechts een uur van een dag hadden
266 47, 36 | Het leven dezer wereld is slechts een spel en een (ijdel)
267 47, 38 | En wie vrekkig is, is dit slechts tegen zichzelf. Allah is
268 48, 15 | ons." Neen, zij begrijpen slechts weinig. ~
269 49, 15 | De ware gelovigen zijn slechts degenen, die in Allah en
270 51, 36 | 36. Maar Wij vonden er slechts één huis der Moslims.
271 51, 56 | heb de djinn en de mensen slechts tot Mijn aanbidding geschapen. ~
272 52, 16 | of ongeduld toont. U is slechts vergolden voor hetgeen gij
273 53, 4 | 4. Het is slechts de Openbaring die wordt
274 53, 23 | 23. Dit zijn slechts namen die gij uitgedacht
275 53, 23 | nedergezonden. Zij volgen slechts hun vermoedens en begeerten.
276 64, 15 | rijkdommen en uw kinderen zijn slechts een beproeving; doch bij
277 66, 7 | verontschuldigt u vandaag niet! U zal slechts vergolden worden voor hetgeen
278 67, 9 | geopenbaard; gij verkeert slechts in grote dwaling." ~
279 67, 26 | alleen bij Allah en ik ben slechts een duideliike waarschuwer." ~
280 71, 4 | uitgesteld, als gij dit slechts wist!" ~
281 71, 6 | Maar mijn roepen heeft slechts hun afkeer vermeerderd. ~
282 71, 21 | wiens bezit en kinderen slechts tot zijn ondergang hebben
283 71, 24 | doet de onrechtvaardigen slechts in dwaling toenemen." ~
284 71, 28 | doe de onrechtvaardigen slechts in verderf toenemen." ~~
285 72, 23 | 23. (Mij is) slechts de verkondiging van Allah'
286 74, 25 | 25. Dit is slechts het woord van een mens." ~
287 75, 12 | 12. Slechts bij uw Heer zal dan uw toevlucht
288 76, 9 | Zeggende): "Wij voeden u slechts ter wille van Allah. Wij
289 78, 30 | dus de straf! Wij zullen u slechts hierin doen toenemen. ~
290 79, 13 | 13. Daar is slechts één dreigende roep. ~
291 79, 45 | 45. Gij zijt slechts een waarschuwer voor hem
292 79, 46 | zal het zijn) alsof zij slechts een avond of een morgen (
293 85, 8 | 8. En zij wreekten zich slechts op hen omdat zij in Allah
294 88, 21 | hen daarom want gij zijt slechts een vermaner; ~
295 98, 5 | 5. En daarin werd hun slechts geboden Allah te aanbidden,
|