Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
naald 1
naam 156
naamt 3
naar 276
naarmate 1
naartoe 1
naast 116
Frequency    [«  »]
291 om
280 tekenen
277 voorwaar
276 naar
272 zeker
267 tegen
261 ongelovigen

Koran

IntraText - Concordances

naar

    Sura, Verse
1 2, 14 | geloven", doch wanneer zij naar hun leiders gaan, zeggen 2 2, 61 | voor hetgeen beter is? Gaat naar een stad, daar zult gij 3 2, 96 | van alle mensen verlangend naar het leven vinden, zelfs 4 2, 102| bedrog. En (zij handelen naar) hetgeen aan de twee engelen, 5 2, 142| Hij leidt, wie Hij wil naar het rechte pad". ~ 6 2, 144| zien uw aangezicht zich naar de hemel wenden, daarom 7 2, 144| daarom uw aanaangezicht naar de Heilige Moskee en waar 8 2, 149| komt, wend uw aangezicht naar de Heilige Moskee, want 9 2, 150| komt, wend uw aangezicht naar de Heilige Moskee; waar 10 2, 171| gelijken op hem, die schreeuwt naar hetgeen niets hoort, het 11 2, 177| deugd, dat gij uw gezicht naar het Oosten of naar het Westen 12 2, 177| gezicht naar het Oosten of naar het Westen wendt, maar waarlijke 13 2, 186| aanroept." Daarom moeten zij naar Mij luisteren en in Mij 14 2, 188| middelen en brengt ze niet naar de rechters, opdat gij een 15 2, 213| oneens waren; en Allah leidt naar het rechte pad, wie Hij 16 2, 233| hetgeen gij overeenkomt naar billijkheid betaalt. En 17 2, 236| voorziening voor haar, de rijke naar zijn middelen en de arme 18 2, 236| zijn middelen en de arme naar zijn middelen, een gebruikelijke 19 2, 252| Allah. Wij dragen ze u voor naar waarheid. Voorzeker, gij 20 2, 259| jaren gebleven. Kijk nu naar uw voedsel en uw drank; 21 2, 259| zijn niet bedorven. En kijk naar uw ezel; (dit is) opdat 22 2, 259| de mensen maken. En kijk naar de beenderen, hoe Wij ze 23 2, 282| Laat een schrijver het naar waarheid in uw bijzijn optekenen 24 3, 97 | in vrede. En de bedevaart naar het Huis is door Allah aan 25 3, 101| vasthoudt, is inderdaad naar het rechte pad geleid. ~ 26 3, 108| tekenen van Allah welke wij u naar waarheid voordragen; Allah 27 3, 143| gezien en gij staart er naar. ~ 28 3, 153| Toen gij wegvluchttet en naar niemand omzaagt, terwijl 29 3, 154| strijden was bevolen, zeker naar de plaats waar zij zouden 30 3, 161| ten volle worden vergolden naar hetgeen zij verdiende, - 31 4, 4 | huwelijksgift. Maar als zij naar haar eigen behagen u er 32 4, 6 | onthouden en laat hij die arm is naar billijkheid er gebruik van 33 4, 26 | onderrichten en te leiden naar de paden van degenen die 34 4, 59 | iets twist, verwijst het naar Allah en Zijn boodschapper, 35 4, 83 | zij het en indien zij het naar de boodschapper hadden verwezen 36 4, 83 | boodschapper hadden verwezen en naar hun gezaghebbers dan zouden 37 4, 102| die nog niet gebeden heeft naar voren komen en met u bidden 38 4, 123| 123. Niet naar uw wensen (de ongelovigen), 39 4, 123| wensen (de ongelovigen), noch naar de wensen van de mensen 40 5, 2 | noch degenen, die zich naar het heilige Huis begeven 41 5, 16 | Zijn gebod en leidt hen naar het rechte pad. ~ 42 5, 27 | 27. En vertel naar waarheid het verhaal van 43 5, 28 | 28. "Als gij uw hand naar mij uitstrekt om mij te 44 5, 28 | doden, zal ik mijn hand niet naar u uitstrekken, om u te doden. 45 5, 33 | boodschappers voeren en er naar streven wanorde in het land 46 5, 41 | onder de Joden zijn er die naar een leugen zouden willen 47 5, 42 | 42. Zij zijn luisteraars naar leugens en verbruikers van 48 5, 47 | van het Evangelie richten naar hetgeen Allah daarin heeft 49 5, 47 | geopenbaard en wie niet richten naar hetgeen Allah heeft geopenbaard, 50 5, 48 | Richt daarom tussen hen naar hetgeen Allah heeft geopenbaard 51 5, 49 | spreek recht tussen hen naar hetgeen Allah u heeft geopenbaard 52 5, 95 | beoordelen; - hetwelk als offer naar de Kaba moet worden gebracht; 53 5, 101| die gelooft, vraagt niet naar dingen die u, als zij u 54 5, 101| mishagen; indien gij er naar vraagt terwijl de Koran 55 5, 108| getuigenis doen afleggen naar de feiten, of hen doen vrezen, 56 6, 25 | zijn sommigen hunner, die naar u luisteren, maar Wij hebben 57 6, 35 | in de aarde of een ladder naar de hemelen kunt vinden. 58 6, 99 | en ongelijke soort. Kijkt naar het fruit ervan, wanneer 59 6, 99 | wanneer het vrucht zet en naar het rijpen daarvan. Hierin 60 6, 135| Zeg: "O mijn volk, handel naar uw vermogen, ik handel ook. 61 6, 139| er deel aan." Hij zal hen naar hun bewering belonen. Voorzeker, 62 7, 44 | van het paradijs zullen naar de bewoners van de hel roepen: " 63 7, 47 | 47. En wanneer hun ogen naar de bewoners van het Vuur 64 7, 53 | wij worden teruggezonden (naar de aarde), opdat wij anders 65 7, 57 | zware wolken dragen, Wij ze naar een dor land drijven, daarna 66 7, 73 | 73. Naar de Samoed (kwam) hun broeder 67 7, 89 | En het past ons niet er naar te willen terugkeren, behalve, 68 7, 94 | zonden nimmer een profeet naar een stad zonder dat Wij 69 7, 103| Mozes met Onze tekenen naar Pharao en zijn leiders, 70 7, 106| teken zijt gekomen breng het naar voren als gij tot de waarachtigen 71 7, 125| antwoordden: "Wij zullen voorzeker naar onze Heer terugkeren." ~ 72 7, 143| kunnen aanschouwen, maar kijk naar de berg en als deze op zijn 73 7, 148| hen kon spreken, noch hen naar een goede weg leiden? Zij 74 7, 150| broeders haar en sleepte hem naar zich toe. Hij (Aäron) zeide: " 75 7, 180| Hun zal worden vergolden naar hetgeen zij hebben bedreven. ~ 76 7, 198| u niet. En gij ziet hen naar u kijken maar zij zien niet. ~ 77 7, 204| voorgedragen, luistert er naar en weest stil, opdat u barmhartigheid 78 9, 6 | moge horen; voer hem dan naar de plaats, waar hij veilig 79 9, 47 | En er zijn er onder u die naar hen geluisterd zouden hebben. 80 9, 61 | en zeggen: "Hij luistert naar iedereen." Zeg: "Zijn luisteren 81 9, 79 | niets vinden (te geven) dan naar hun vermogen, bespotten: 82 10, 7 | Voorzeker, die niet uitzien naar de ontmoeting met Ons en 83 10, 11 | Wij laten degenen die niet naar de ontmoeting met Ons uitzien, 84 10, 15 | zeggen degenen, die niet naar de ontmoeting met Ons uitzien: " 85 10, 25 | 25. En Allah roept naar het tehuis van Vrede en 86 10, 25 | Vrede en leidt wie Hij wil naar het rechte pad. ~ 87 10, 42 | zijn sommigen onder hen die naar u luisteren. Maar kunt gij 88 10, 43 | zijn sommigen onder hen die naar u kijken. Maar kunt gij 89 10, 74 | hem andere boodschappers naar hun volk en deze kwamen 90 10, 75 | en Aäron met Onze tekenen naar Pharao en zijn leiders, 91 11, 70 | hun handen er zich niet naar uitstrekten, vond bij hen 92 11, 78 | Zijn volk kwam haastig naar hem toe. Ook voordien plachten 93 11, 97 | 97. Naar Pharao en zijn leiders, 94 11, 98 | zijn volk uitgaan en hen naar het Vuur leiden. En slecht 95 11, 111| En uw Heer zal hen allen naar hun werken ten volle vergelden. 96 11, 121| die niet geloven: "Handelt naar uw vermogen, wij handelen 97 11, 123| de hemelen en de aarde en naar Hem zal het geheel worden 98 12, 7 | er zijn voor de zoekers (naar waarheid) tekenen in (de 99 12, 9 | Doodt Jozef of verdrijft hem naar een (ver) land, zodat uw 100 12, 25 | 25. En zij holden beiden naar de deur en zij scheurde 101 12, 31 | zeide dan (tot Jozef): "Ga naar hen toe." En toen zij hem 102 12, 37 | van heb gegeven. Dit is naar aanleiding van hetgeen mijn 103 12, 50 | kwam, zeide hij: "Ga terug naar uw heer en vraag hem hoe 104 12, 87 | mijn zonen, gaat en zoekt naar Jozef en zijn broeder en 105 13, 14 | die zijn handen uitstrekt naar het water, opdat het zijn 106 13, 22 | volharden in het zoeken naar de gunst van hun Heer en 107 14, 30 | is uw terugkeer voorzeker naar het Vuur." ~ 108 15, 58 | 58. Zij zeiden: "Wij zijn naar een schuldig volk gezonden." ~ 109 15, 88 | 88. Richt uw ogen niet naar hetgeen Wij sommige groepen 110 16, 6 | wanneer gij het 's avonds naar huis drijft en wanneer gij 111 16, 7 | En zij dragen uw lasten naar een land, dat gij niet zonder 112 16, 84 | zal hun worden toegestaan naar Gods gunst te dingen. 113 16, 96 | voorzeker hun beloning geven naar het beste van wat zij doen. ~ 114 16, 97 | gewis zullen Wij hen belonen naar hun beste werken. ~ 115 16, 121| verkoos hem en leidde hem naar het rechte pad. ~ 116 16, 126| gij vergeldt, doe dit dan naar mate u onrecht werd aangedaan; 117 17, 1 | voerde van de Heilige Moskee naar de Verre Moskee welker omgeving 118 17, 19 | Hiernamaals begeert en er naar streeft zoals er naar gestreefd 119 17, 19 | er naar streeft zoals er naar gestreefd behoort te worden 120 17, 42 | ongetwijfeld een weg hebben gezocht naar de Heer van de Troon. ~ 121 17, 47 | zij op letten terwijl zij naar u luisteren, en wanneer 122 17, 51 | een andere schepping die naar uw gedachte het moeilijkst, 123 18, 10 | genade en bereid ons een weg naar vrede en voorspoed uit onze 124 18, 12 | twee partijen wijzer was, naar de tijd dat zij daar hadden 125 18, 17 | ondergaat, ziet gij haar zich naar links afwenden, daartussen 126 18, 18 | slapen en Wij zullen hen zich naar links en rechts doen wenden, 127 18, 19 | ons met deze zilveren munt naar de stad te zenden en laat 128 18, 24 | mij nog dichter dan thans naar de rechte weg zal leiden." ~ 129 18, 63 | bewonderenswaardige wijze zijn weg naar de zee." ~ 130 19, 21 | 21. Hij zeide: "Het is zo naar uw Heer zegt, 'het is gemakkelijk 131 19, 23 | der bevalling dreven haar naar de voet van een palmboom. 132 19, 25 | de stam van de palmboom naar u toe, deze zal verse, rijpe 133 19, 29 | 29. Dan wees zij naar het kind. Zij zeiden: "Hoe 134 19, 43 | volg mij daarom, ik zal u naar een pad leiden dat effen 135 19, 86 | schuldigen als een dorstige kudde naar de hel drijven. ~ 136 20, 13 | uitverkoren; luister dus naar hetgeen wordt geopenbaard." ~ 137 20, 24 | 24. "Ga naar Pharao; hij heeft inderdaad 138 20, 47 | 47. "Gaat dus naar hem toe en zegt: 'Wij zijn 139 20, 64 | en treedt dan eensgezind naar voren. En voorwaar hij die 140 20, 96 | voetstappen van de boodschapper naar mijn beste vermogen, doch 141 20, 131| 131. En wend uw ogen niet naar hetgeen Wij hebben toebedeeld 142 21, 2 | Heer of zij luisteren er naar terwijl zij er mee spelen. ~ 143 21, 47 | mosterdzaadje, Wij zullen het naar voren brengen en Wij zijn 144 21, 71 | hem en Lot en voerden hen naar het land dat Wij zegenden 145 22, 4 | hij hem zal verleiden en naar de straf van het Vuur voeren. ~ 146 22, 24 | 24. En zij zullen naar het reine woord en het pad 147 22, 25 | de Moskee onrechtvaardig naar goddeloosheid streeft - 148 22, 31 | of de wind hem wegblaast naar een afgelegen plaats. ~ 149 22, 54 | leidt degenen die geloven naar het rechte pad. ~ 150 22, 73 | wordt gegeven, luistert er naar. Voorzeker, degenen die 151 22, 76 | hetgeen achter hen is en naar Allah worden alle zaken 152 23, 101| bestaan, noch zal de een naar de ander vragen. ~ 153 24, 46 | nedergezonden. En Allah leidt naar het rechte pad wie Hij wil. ~ 154 24, 49 | dan zouden zij ijlings naar hem toe komen. ~ 155 25, 16 | alles in ontvangen waar zij naar verlangen en zij zullen 156 25, 34 | 34. Zij die vernederd naar de hel zullen worden gebracht, 157 25, 36 | Wij zeiden: "Gaat samen naar het volk dat Onze Tekenen 158 25, 57 | hij, die dit wil, de weg naar zijn Heer moge inslaan. ~ 159 26, 10 | Heer tot Mozes riep: "Ga naar het onrechtvaardige volk, ~ 160 26, 16 | 16. "Gaat dus naar Pharao en zegt: 'Wij zijn 161 26, 36 | uitstel en zend aankondigers naar de steden. ~ 162 26, 53 | En Pharao zond herauten naar de steden, zeggende, ~ 163 26, 102| voor ons een terugkeer (naar de aarde) was, zouden wij 164 28, 22 | En toen hij zijn gezicht naar Midian keerde, zeide hij: " 165 28, 22 | Ik hoop dat mijn Heer mij naar de rechte weg zal leiden." 166 28, 25 | twee vrouwen kwam verlegen naar hem toelopen. Zij zeide: " 167 28, 38 | opdat ik moge opklimmen naar de God van Mozes want waarlijk 168 28, 39 | zij dachten, dat zij nooit naar Ons zouden worden teruggebracht. ~ 169 28, 46 | aan de bergkant toen Wij (naar Mozes) riepen. Maar uit 170 28, 46 | gezonden, opdat gij een volk naar hetwelk geen waarschuwer 171 28, 61 | op de Dag der Opstanding naar de hel worden gebracht? ~ 172 28, 73 | gij er in moogt rusten en naar Zijn overvloed moogt uitzien, 173 28, 84 | worden slechts vergolden naar datgene wat zij deden. ~ 174 29, 26 | Abraham zeide: "Ik vlucht naar mijn Heer; want Hij is de 175 29, 69 | 69. En zij, die naar Ons streven, - Wij zullen 176 30, 23 | slapen 's nachts en uw zoeken naar Zijn overvloed overdag. 177 30, 30 | overeenkomstig de natuur naar welke Allah de mensen heeft 178 30, 46 | opdat gij moogt zoeken naar Zijn overvloed en opdat 179 30, 47 | zonden boodschappers vóór u naar hun volkeren. Zij brachten 180 32, 5 | een dag, waarvan de duur naar uw berekening duizend jaar 181 32, 27 | gezien dat Wij het water naar het droge land voeren en 182 33, 18 | hun broeders zeggen: "Komt naar ons toe," en die zich weinig 183 33, 19 | gevaar komt, ziet gij hen naar u kijken met rollende ogen 184 33, 19 | scherpe tong door hun zucht naar rijkdommen. Zulken hebben 185 34, 2 | hemel nederdaalt en wat er naar opstijgt; Hij is de Barmhartige, 186 34, 9 | Hebben zij dan niet gezien naar hetgeen vóór hen en achter 187 35, 9 | drijven Wij deze (de wolken) naar een verdord land en geven 188 35, 32 | goedheid en deugd uitmunten naar Allah's gebod. Dat is de 189 36, 25 | uw Heer, luistert daarom naar mij." ~ 190 36, 38 | En de zon beweegt zich naar haar bestemming. Dat is 191 36, 51 | zullen zich vanuit hun graven naar hun Heer haasten. ~ 192 36, 66 | gedoofd; dan zouden zij zich naar het pad hebben willen haasten. 193 37, 23 | Naast Allah. Leidt hen dan naar het pad van het Vuur; ~ 194 37, 68 | zal hun terugkeer zeker naar het Vuur zijn. ~ 195 37, 94 | afgodendienaren) haastten zich naar hem toe. ~ 196 37, 99 | 99. Hij zeide: "Ik ga naar mijn Heer, Die zal mij leiden. ~ 197 38, 22 | onrechtvaardig en leid ons naar het rechte pad." ~ 198 38, 26 | daarom recht over de mensen naar waarheid en volg (hun) begeerten 199 38, 33 | 33. "Brengt ze naar mij terug." Toen begon hij 200 39, 18 | 18. Die naar het Woord luisteren en dit 201 39, 44 | hemelen en der aarde en naar Hem zult gij worden teruggebracht." ~ 202 39, 71 | En de ongelovigen zullen naar de hel worden gedreven, 203 39, 73 | vreesden zullen in groepen naar de Hemel worden geleid; 204 40, 16 | 16. De Dag waarop zij naar voren zullen komen - zal 205 40, 18 | noch enige bemiddelaar naar wie zal worden geluisterd. ~ 206 40, 20 | 20. En Allah richt naar waarheid, maar degenen die 207 40, 29 | zie en ik leid u slechts naar het pad der rechtschapenheid." ~ 208 40, 40 | 40. Wie kwaad doet zal naar evenredigheid hiervan worden 209 41, 19 | vijanden, in groepen verdeeld naar het Vuur zullen worden gebracht, ~ 210 41, 26 | ongelovigen zeggen: "Luistert niet naar deze Koran, maar maakt leven 211 41, 47 | 47. Naar Hem alleen wordt de kennis 212 42, 20 | doen Wij toenemen, doch wie naar de oogst der wereld verlangt 213 42, 38 | 38. En voor degenen die naar hun Heer luisteren en hun 214 42, 45 | er met neergeslagen ogen naar kijken. De gelovigen zullen 215 42, 47 | 47. Luistert naar uw Heer voordat Allah's 216 42, 52 | gij leidt de mens zeker naar het rechte pad, ~ 217 43, 22 | volgen en wij richten ons naar hun voetstappen." ~ 218 43, 23 | zonden Wij geen waarschuwer naar een stad vóór u of de rijken 219 43, 33 | huizen en trappen waarop zij naar boven konden lopen van zilver 220 43, 38 | een afstand van het Oosten naar het Westen geweest. Wat 221 43, 46 | zonden Mozes met Onze tekenen naar Pharao en zijn leiders, 222 44, 53 | zijde en zwaar goudlaken naar elkander toegekeerd. ~ 223 44, 55 | 55. Zij zullen daar naar alle fruitsoorten vragen ( 224 45, 6 | tekenen van Allah, die wij naar waarheid aan u voordragen. 225 45, 12 | door Zijn gebod opdat gij naar Zijn overvloed zult zoeken 226 46, 24 | 24. Toen zij een wolk naar hun valleien zagen komen, 227 46, 29 | een aantal van de djinn naar u deden komen, die de Koran 228 46, 29 | beëindigd was, gingen zij naar hun volk terug en waarschuwden 229 47, 16 | sommigen onder hen luisteren naar u doch wanneer zij van u 230 47, 20 | wier hart een ziekte is naar u zien kijken als iemand 231 48, 27 | visioen van Zijn boodschapper naar waarheid. Voorzeker gij 232 49, 4 | van buiten de huizen uit naar u schreeuwen - de meesten 233 50, 6 | 6. Zien zij niet naar de hemel boven hen hoe Wij 234 51, 26 | 26. Maar hij ging rustig naar zijn gezin en bracht een ( 235 51, 32 | Zij antwoordden: "Wij zijn naar een schuldig volk gezonden ~ 236 51, 44 | de bliksem terwijl zij er naar keken, ~ 237 52, 34 | een woord hieraan gelijk naar voren brengen, als zij waarachtig 238 52, 38 | 38. Hebben zij een ladder naar de hemel waardoor zij kunnen 239 53, 3 | 3. Noch spreekt hij naar eigen begeerte. ~ 240 54, 8 | 8. Zich naar de omroeper haastend. De 241 54, 49 | Voorwaar, Wij hebben alles naar maat geschapen. ~ 242 55, 9 | 9. Houdt de weegschaal naar recht en doet aan de maat 243 56, 16 | 16. Daarop nederliggende, naar elkander toegewend! ~ 244 57, 4 | hemelen nederkomt en wat er naar toe opstijgt. Hij is met 245 57, 5 | hemelen en der aarde en naar Allah worden alle dingen 246 58, 8 | die daarna terugkeerden naar hetgeen hun verboden was 247 60, 2 | zullen hun handen en tong naar u uitsteken om u kwaad te 248 60, 4 | tot U wenden wij ons, en naar U is de terugkeer. ~ 249 60, 10 | zijn, zendt haar niet terug naar de ongelovigen. Deze vrouwen 250 62, 10 | dan over het land en zoekt naar Allah's genade, en gedenkt 251 63, 4 | zij spreken luistert gij naar hen. Zij lijken op aangeklede 252 63, 8 | 8. Zij zeggen: "Als wij naar Madinah terugkeren zal de 253 64, 16 | 16. Weest godvruchtig naar vermogen, luistert, gehoorzaamt 254 68, 22 | 22. Zeggende: "Gaat vroeg naar uw veld indien gij het fruit 255 68, 41 | deelgenoten? Laten zij dan deze naar voren brengen als zij de 256 70, 1 | 1. Men vraagt naar de straf, die straks zal 257 70, 36 | de ongelovigen die zich naar u toe spoeden ~ 258 70, 43 | zullen haasten alsof zij zich naar een bepaald doel spoeden, ~ 259 72, 1 | djinn heeft geluisterd (naar de Koran), en zij zeiden: ' 260 73, 20 | het land trekken, zoekende naar Allah's genade, en weer 261 75, 23 | 23. Opziende naar hun Heer; ~ 262 75, 33 | 33. Dan ging hij trots naar zijn familie terug. ~ 263 77, 29 | 29. Men zal zeggen: "Gaat naar (de straf) welke gij loochendet. ~ 264 78, 11 | dag niet voor (het zoeken) naar levensonderhoud gemaakt? ~ 265 79, 17 | 17. "Ga naar Pharao; want hij is opstandig. ~ 266 80, 24 | 24. Laat nu de mens naar zijn voedsel zien; ~ 267 84, 6 | O mens, gij moet ijverig naar uw Heer streven, dan zult 268 84, 19 | zeker van de ene toestand naar de andere overgaat. ~ 269 88, 17 | 17. Zien zij niet naar de wolken, hoe zij gevormd 270 88, 18 | 18. En naar de hemel, hoe deze hoog 271 88, 19 | 19. En naar de bergen, hoe zij opgericht 272 88, 20 | 20. En naar de aarde, hoe zij uitgespreid 273 92, 10 | 10. Wij zullen hem naar moeilijkheden leiden. ~ 274 99, 2 | 2. En zij haar binnenste naar buiten zal keren, ~ 275 100, 8 | heeft een hevige begeerte naar rijkdommen. ~ 276 102, 1 | 1. Jacht naar vermeerdering van rijkdom (


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License