Sura, Verse
1 2, 19 | donderslagen. Allah omringt de ongelovigen. ~
2 2, 24 | voor het Vuur, dat voor de ongelovigen is bereid, welks brandstof
3 2, 34 | hoogmoedig. Hij behoorde tot de ongelovigen. ~
4 2, 89 | voordien om overwinning over de ongelovigen plachten te bidden, toen
5 2, 89 | vloek rust derhalve op de ongelovigen. ~
6 2, 90 | vernederende kastijding voor de ongelovigen. ~
7 2, 98 | is een vijand van zulke ongelovigen." ~
8 2, 104| luistert. Er is voor de ongelovigen een pijnlijke straf. ~
9 2, 109| u uit afgunst weder tot ongelovigen te maken, nadat de Waarheid
10 2, 161| Voorzeker, die verwerpen en als ongelovigen sterven, over hen zal de
11 2, 171| 171. De ongelovigen gelijken op hem, die schreeuwt
12 2, 191| is de vergelding voor de ongelovigen. ~
13 2, 212| dezer wereld is voor de ongelovigen schoonschijnend gemaakt
14 2, 254| voorspraak zal zijn; en de ongelovigen zijn de onrechtvaardigen. ~
15 2, 257| licht. Maar de vrienden der ongelovigen zijn de duivelen, zij brengen
16 3, 10 | bezittingen en kinderen der ongelovigen hun tegen Allah in het geheel
17 3, 12 | 12. Zeg tot de ongelovigen: "Gij zult worden terneergeslagen
18 3, 28 | Laat de gelovigen geen ongelovigen als vrienden verkiezen boven
19 3, 32 | afwenden, dan heeft Allah de ongelovigen niet lief. ~
20 3, 55 | opheffen en u zuiveren van de ongelovigen en zal uw volgelingen tot
21 3, 56 | 56. Doch de ongelovigen zal Ik in deze wereld en
22 3, 91 | die ongelovig zijn en als ongelovigen sterven, van geen hunner
23 3, 100| gehoorzaamt, zullen zij u weer tot ongelovigen maken, nadat gij hebt geloofd. ~
24 3, 125| rechtvaardit zijt en zij (de ongelovigen) u dadelijk in wilde vaart
25 3, 127| Opdat Hij een deel der ongelovigen kon afsnijden en hen vernederen,
26 3, 131| vreest het Vuur dat voor de ongelovigen is bereid. ~
27 3, 141| gelovigen moge louteren en de ongelovigen vernietigen. ~
28 3, 149| die gelooft, als gij de ongelovigen gehoorzaamt, zullen zij
29 3, 151| Wij zullen de harten der ongelovigen met ontzag vervullen omdat
30 3, 156| gelooft, weest niet als de ongelovigen die over hun broeders, wanneer
31 3, 156| van wroeging in hun (der ongelovigen) hart moge maken. Allah
32 3, 178| 178. En laat de ongelovigen niet denken dat het uitstel,
33 3, 196| Laat de bewegingen der ongelovigen in het land u niet bedriegen. ~
34 4, 18 | noch voor degenen die als ongelovigen sterven. Dezen zijn het,
35 4, 37 | verbergen. Wij hebben voor de ongelovigen een vernederende straf bereid, ~
36 4, 51 | duivelen en zeggen van de ongelovigen: "Dezen zijn beter geleid
37 4, 76 | zaak van Allah, maar de ongelovigen strijden voor de zaak van
38 4, 84 | dat Allah de macht der ongelovigen zal beteugelen en Allah
39 4, 101| veroorzaken. Voorwaar, de ongelovigen zijn een openlijke vijand
40 4, 102| en wapenen medenemen. De ongelovigen wensen, dat gij onachtzaam
41 4, 102| Voorzeker, Allah heeft voor de ongelovigen een vernederende straf bereid. ~
42 4, 123| Niet naar uw wensen (de ongelovigen), noch naar de wensen van
43 4, 139| 139. Zij, die ongelovigen tot vrienden nemen liever
44 4, 140| zal de huichelaars en de ongelovigen allen tezamen in de hel
45 4, 141| wij niet met u?" En als de ongelovigen er aandeel in krijgen, zeggen
46 4, 141| richten en Allah zal de ongelovigen op generlei wijze over de
47 4, 144| die gelooft, neemt geen ongelovigen tot vrienden boven de gelovigen.
48 4, 151| Dezen zijn inderdaad de ongelovigen en Wij hebben voor de ongelovigen
49 4, 151| ongelovigen en Wij hebben voor de ongelovigen een vernederende straf bereid. ~
50 5, 3 | overtreding. Heden zullen de ongelovigen aan uw godsdienst wanhopen.
51 5, 36 | Voorzeker, al hadden de ongelovigen al hetgeen op aarde is en
52 5, 44 | nedergezonden, zij zijn ongelovigen. ~
53 5, 54 | hard en streng jegens de ongelovigen. Zij zullen voor Allah's
54 5, 57 | gegeven vóór u, noch van de ongelovigen. En vreest Allah als gij
55 5, 73 | hetgeen zij beweren, zal de ongelovigen een smartelijke straf overkomen. ~
56 5, 80 | Gij zult velen hunner de ongelovigen tot vrienden zien nemen.
57 5, 86 | 86. Maar de ongelovigen die Onze tekenen verloochenen
58 5, 102| naderhand werden zij er ongelovigen door. ~
59 5, 103| Haam verordend, maar de ongelovigen verzinnen een leugen tegen
60 6, 1 | ontstaan; toch stellen de ongelovigen gelijken naast hun Heer. ~
61 6, 7 | handen betast, zouden de ongelovigen toch hebben gezegd: "Dit
62 6, 25 | redetwisten zij met u, en de ongelovigen zeggen: "Dit zijn niets
63 6, 122| wegkomen? Zo werd voor de ongelovigen schoonschijnend gemaakt
64 6, 130| zichzelf getuigen, dat zij ongelovigen waren. ~
65 7, 50 | heeft voorzeker dit voor de ongelovigen verboden." ~
66 7, 101| zegelt Allah het hart der ongelovigen. ~
67 8, 7 | bevestigen en de levenswortel der ongelovigen afsnijden. ~
68 8, 12 | ontzag in de harten der ongelovigen. Slaat daarom hun hoofd
69 8, 14 | daarom en weet dat er voor de ongelovigen de straf van het Vuur is. ~
70 8, 18 | degene, Die het plan van de ongelovigen verijdelt. ~
71 8, 30 | 30. Toen smeedden de ongelovigen tegan u plannen, opdat zij
72 8, 36 | 36. Voorzeker, de ongelovigen besteden hun rijkdommen
73 8, 45 | wanneer gij een leger (van ongelovigen) ontmoet en gedenkt Allah
74 8, 50 | wanneer de engelen de ziel der ongelovigen wegnemen, hun gezicht en
75 8, 58 | Voorzeker, Allah heeft de ongelovigen niet lief. ~
76 8, 59 | 59. En laat de ongelovigen niet denken dat zij een
77 8, 65 | zijn zullen zij duizend der ongelovigen verslaan, omdat zij een
78 8, 73 | 73. De ongelovigen zijn vrienden van elkander.
79 9, 2 | ontsnappen en dat Allah de ongelovigen zal vernederen. ~
80 9, 3 | een pijnlijke straf aan de ongelovigen. ~
81 9, 26 | zaagt en Hij strafte de ongelovigen. En dit is de vergelding
82 9, 32 | vervolmaken, zelfs al mogen de ongelovigen er een afkeer van hebben. ~
83 9, 40 | Allah hielp hem, toen de ongelovigen hem verdreven - toen hij
84 9, 40 | vernederde het woord van de ongelovigen en Allah's woord is het
85 9, 49 | proef gesteld. De hel zal de ongelovigen zeker omvatten. ~
86 9, 55 | zal heengaan, terwijl zij ongelovigen Zijn. ~
87 9, 68 | mannen en vrouwen en de ongelovigen het Vuur der hel, waarin
88 9, 73 | profeet, strijd tegen de ongelovigen en de huichelaars. En wees
89 9, 85 | hen verlaten, terwijl zij ongelovigen zijn. ~
90 9, 120| betreden zij een spoor, dat de ongelovigen vertoornt, noch berokkenen
91 9, 123| die gelooft, bestrijdt de ongelovigen die in uw nabijheid zijn
92 10, 2 | Heer zullen hebben"? De ongelovigen zeggen: "Voorzeker, deze
93 10, 4 | rechtvaardigheid moge belonen. En de ongelovigen zullen een drank van kokend
94 10, 86 | Uw barmhartigheid van de ongelovigen."
95 11, 7 | worden opgewekt," zullen de ongelovigen zeggen: "Dit is niets dan
96 11, 27 | 27. De leiders der ongelovigen onder zijn volk antwoordden: "
97 11, 42 | ons in en wees niet met de ongelovigen." ~
98 13, 7 | 7. En de ongelovigen zeggen: "Waarom is hem (
99 13, 14 | bereiken. En het aanroepen der ongelovigen gaat slechts verloren. ~
100 13, 31 | zou hebben geleid? En de ongelovigen zullen onophoudelijk door
101 13, 32 | Ik schonk uitstel aan de ongelovigen. Dan greep Ik hen en hoe (
102 13, 33 | Neen, maar het plan der ongelovigen is voor hen schoonschijnend
103 13, 35 | en maar het loon van de ongelovigen is het Vuur. ~
104 13, 42 | elke ziel verdient en de ongelovigen zullen weldra weten voor
105 13, 43 | 43. De ongelovigen zeggen: "Gij zijt geen gezant."
106 14, 2 | toebehoort. Maar wee de ongelovigen wegens een strenge straf. ~
107 14, 13 | 13. En de ongelovigen zeiden tot hun boodschappers: "
108 15, 2 | 2. De ongelovigen zullen dikwijls wensen,
109 15, 8 | werkelijkheid en dan wordt hun (de ongelovigen) geen uitstel geschonken. ~
110 15, 63 | hetgeen waarover zij (de ongelovigen) twijfelden tot u gekomen." ~
111 16, 27 | deze Dag voorzeker over de ongelovigen zijn." ~
112 16, 33 | 33. Zij (de ongelovigen) wachten op niets anders
113 16, 39 | zij verschilden en dat de ongelovigen mogen weten dat zij leugenaars
114 16, 83 | de meesten hunner zijn ongelovigen. ~
115 16, 127| treur niet over hen (de ongelovigen), noch maak u ongerust over
116 17, 8 | hel tot een kerker voor de ongelovigen gemaakt." ~
117 18, 56 | en als waarschuwers. De ongelovigen twisten met leugens om daardoor
118 18, 100| op die dag de hel aan de ongelovigen tonen. ~
119 18, 102| 102. Denken de ongelovigen dat zij Mijn dienaren tot
120 18, 102| tot een onthaal voor de ongelovigen. ~
121 19, 37 | van mening; maar wee de ongelovigen bij hun aanwezigheid op
122 19, 73 | worden voorgehouden zeggen de ongelovigen tot de gelovigen: "Welke
123 19, 83 | dat Wij duivelen over de ongelovigen hebben losgelaten om hen
124 20, 105| 105. Zij (de ongelovigen) vragen u betreffende de
125 20, 133| 133. En zij (de ongelovigen) zeggen: "Waarom brengt
126 21, 30 | 30. Hebben de ongelovigen niet ingezien dat de hemel
127 21, 36 | 36. Wanneer de ongelovigen u zien, spotten zij slechts
128 21, 39 | 39. O, wisten de ongelovigen maar de tijd wanneer zij
129 21, 44 | met dat Wij het land (der ongelovigen) bezoeken, het van de buitenzijde
130 21, 97 | nadert, dan ziet, de ogen der ongelovigen zullen verstard zijn. (Zij
131 22, 19 | redetwisten over hun Heer. Voor de ongelovigen zullen gewaden van Vuur
132 22, 44 | verloochend. Maar Ik schonk de ongelovigen uitstel, daarna greep Ik
133 22, 55 | 55. En de ongelovigen zullen er over in twijfel
134 22, 72 | bespeuren op het gezicht der ongelovigen. Bijna zouden zij degenen,
135 22, 72 | heeft het beloofd aan de ongelovigen. En dat is een slechte bestemming." ~
136 23, 117| zijn Heer. Voorzeker de ongelovigen slagen nooit! ~
137 24, 39 | 39. Maar de daden der ongelovigen zijn als een luchtspiegeling
138 25, 4 | 4. De ongelovigen zeggen: "Dit is niets dan
139 25, 17 | En de Dag waarop Hij de ongelovigen en degenen die zij naast
140 25, 32 | 32. En de ongelovigen zeggen: "Waarom werd de
141 25, 52 | 52. Dus volg de ongelovigen niet, en voer met (de Koran)
142 25, 60 | 60. En wanneer er tot de ongelovigen wordt gezegd: "Werpt u neder
143 27, 67 | 67. En de ongelovigen zeggen: "Zullen wij wanneer
144 28, 86 | nooit een ondersteuner der ongelovigen. ~
145 29, 12 | 12. En de ongelovigen zeggen tot de gelovigen: "
146 29, 54 | maar waarlijk de hel zal de ongelovigen omringen. ~
147 29, 68 | woning in de hel voor de ongelovigen? ~
148 30, 45 | Voorzeker, Hij heeft de ongelovigen niet lief.
149 30, 58 | teken brengt, zullen de ongelovigen zeggen: "Gij zijt slechts
150 32, 28 | 28. En zij (de ongelovigen) zeggen: "Wanneer zal deze
151 32, 29 | Beslissing zal het geloof der ongelovigen hen niet baten, noch zal
152 33, 1 | bij Allah en gehoorzaam de ongelovigen en de huichelaars niet.
153 33, 8 | ondervragen. En voor de ongelovigen heeft Hij een pijnlijke
154 33, 25 | 25. Allah weerhield de ongelovigen in hun woede; zij verwierven
155 33, 48 | 48. En gehoorzaam de ongelovigen en de huichelaars niet en
156 33, 64 | 64. Allah heeft de ongelovigen zeker vervloekt en heeft
157 34, 3 | 3. De ongelovigen zeggen: "Het Uur zal niet
158 34, 7 | 7. En de ongelovigen zeggen: "Zullen wij u een
159 34, 31 | 31. En de ongelovigen zeggen: "Wij zullen stellig
160 34, 33 | leggen om de halzen der ongelovigen. Zij zullen slechts worden
161 34, 43 | verzonnen leugen." En de ongelovigen zeggen van de Waarheid als
162 35, 26 | 26. Dan greep Ik de ongelovigen aan en hoe (vreselijk) was
163 35, 36 | 36. Maar voor de ongelovigen is het Vuur der hel. Voor
164 35, 39 | zijn en het ongeloof der ongelovigen doet hen slechts in weerzinwekkendheid
165 35, 39 | Heer, en het ongeloof der ongelovigen doet hen slechts toenemen
166 36, 47 | heeft geschonken," zeggen de ongelovigen tot de gelovigen, "Moeten
167 36, 70 | opdat het oordeel tegen de ongelovigen gerechtvaardigd moge zijn. ~
168 37, 11 | 11. Vraag hun (de ongelovigen) of zij moeilijker zijn
169 38, 2 | 2. Maar de ongelovigen zijn in valse trots en strijd. ~
170 38, 4 | tot hen is gekomen; en de ongelovigen zeggen. "Dit is een tovenaar
171 38, 27 | Dat is het vermoeden der ongelovigen. En wee de ongelovigen vanwege
172 38, 27 | der ongelovigen. En wee de ongelovigen vanwege het Vuur. ~
173 38, 74 | hoogmoed en behoorde tot de ongelovigen. ~
174 39, 32 | hem komt? Is er voor de ongelovigen geen plaats in de hel? ~
175 39, 59 | hoogmoedig en behoordet tot de ongelovigen.'' ~
176 39, 71 | 71. En de ongelovigen zullen naar de hel worden
177 39, 71 | uitspraak van de straf tegen de ongelovigen van kracht geworden. ~
178 40, 4 | woorden van Allah behalve de ongelovigen. Laat hun bedrijvigheid
179 40, 6 | bewaarheid ten opzichte van de ongelovigen: dat zij de bewoners van
180 40, 10 | 10. De ongelovigen zullen worden toegesproken: "
181 40, 14 | gehoorzaamheid tot Hem, hoewel de ongelovigen er tegen zijn. ~
182 40, 25 | vrouwen." Maar het plan der ongelovigen is ijdel. ~
183 40, 50 | dan." Maar het bidden der ongelovigen is nutteloos. ~
184 40, 74 | aanbidden." Zo laat Allah de ongelovigen dwalen. ~
185 40, 85 | dienaren en zo gingen de ongelovigen verloren. ~~
186 41, 26 | 26. En de ongelovigen zeggen: "Luistert niet naar
187 41, 27 | Maar Wij zullen zeker de ongelovigen een strenge straf doen toekomen
188 41, 29 | 29. En de ongelovigen zullen zeggen: "Onze Heer,
189 41, 38 | 38. Maar al tonen zij (de ongelovigen) hoogmoed, degenen die bij
190 41, 44 | voor de gelovigen." Maar de ongelovigen hebben doofheid in hun oren
191 41, 50 | Doch Wij zullen stellig de ongelovigen alles vertellen wat zij
192 42, 18 | 18. De ongelovigen vragen het te verhaasten
193 42, 26 | uit Zijn overvloed maar de ongelovigen zullen een strenge straf
194 44, 34 | 34. Deze mensen (de ongelovigen) zeggen: ~
195 45, 31 | 31. Maar tot de ongelovigen (zal gezegd worden): "Werden
196 46, 3 | vastgestelde tijd; maar de ongelovigen wenden zich af van hetgeen,
197 46, 11 | 11. En de ongelovigen zeggen over de gelovigen: "
198 46, 20 | 20. De Dag, waarop de ongelovigen aan het Vuur zullen worden
199 46, 34 | 34. En de Dag, waarop de ongelovigen aan het Vuur zullen worden
200 47, 3 | 3. Dat is omdat de ongelovigen de leugen volgen, terwijl
201 47, 4 | 4. Wanneer gij de ongelovigen (in oorlog) ontmoet, treft
202 47, 8 | 8. Maar de ongelovigen wacht vernietiging en Hij
203 47, 10 | en hetzelfde zal voor de ongelovigen gelden. ~
204 47, 11 | de gelovigen en voor de ongelovigen is er geen Beschermer. ~
205 47, 12 | rivieren vloeien: terwijl de ongelovigen zich vermaken en eten zoals
206 47, 18 | 18. Zij (de ongelovigen) wachten op niets dan het
207 47, 34 | 34. Waarlijk, de ongelovigen, die van het pad van Allah
208 48, 22 | 22. Indien de ongelovigen u bestrijden zullen zij
209 48, 25 | gescheiden waren zouden Wij de ongelovigen onder hen voorzeker met
210 48, 26 | 26. Toen de ongelovigen verwaandheid in hun hart
211 48, 29 | zijn, zijn hard tegen de ongelovigen en zachtmoedig onder elkander.
212 48, 29 | der zaaiers en woede der ongelovigen. Allah heeft aan de gelovigen
213 50, 2 | waarschuwer tot hen kwam. En de ongelovigen zeggen: "Dit is een zonderling
214 51, 60 | 60. Wee over de ongelovigen vanwege de Dag waarmede
215 52, 42 | smeden (tegen u)? Maar de ongelovigen zullen door hun eigen plan
216 54, 2 | 2. Maar als zij (de ongelovigen) een teken zien wenden zij
217 54, 8 | de omroeper haastend. De ongelovigen zullen zeggen "Dit is een
218 54, 43 | 43. Zijn uw ongelovigen beter dan dezen? Of zijt
219 58, 4 | pijnlijke straf voor de ongelovigen. ~
220 58, 5 | tekenen nedergezonden. En de ongelovigen zullen een onterende straf
221 59, 2 | 2. Hij is het Die de ongelovigen onder de mensen van het
222 59, 12 | 12. Als zij (de ongelovigen) verbannen zouden worden,
223 60, 2 | zij wensen vurig dat gij ongelovigen zult worden. ~
224 60, 5 | voorwerp van beproeving voor de ongelovigen en vergeef ons o, Heer,
225 60, 10 | haar niet terug naar de ongelovigen. Deze vrouwen zijn voor
226 60, 10 | niet wettig, noch zijn de ongelovigen wettig voor deze vrouwen.
227 60, 11 | overgaat in de handen der ongelovigen geeft dan in het omgekeerde
228 60, 13 | het Hiernamaals zoals de ongelovigen wanhopen aan hen, die in
229 61, 8 | licht vervolmaken, hoewel de ongelovigen er afkerig van zijn. ~
230 64, 7 | 7. De ongelovigen denken dat zij niet zullen
231 66, 7 | 7. O, gij ongelovigen, verontschuldigt u vandaag
232 66, 9 | profeet, strijd tegen de ongelovigen en de huichelaars en wees
233 66, 10 | 10. Allah vergelijkt de ongelovigen met de vrouw van Noach en
234 67, 20 | om zou kunnen helpen? De ongelovigen zijn omhuld door bedrog. ~
235 67, 27 | zien, zal het gezicht der ongelovigen zich verduisteren en er
236 67, 28 | genadig zijn - wie zal de ongelovigen tegen een pijnlijke straf
237 68, 5 | gij zult zien en zij (de ongelovigen) zullen ook zien, ~
238 68, 17 | Voorwaar, Wij zullen hen (de ongelovigen) op de proef stellen zoals
239 68, 51 | 51. En de ongelovigen wanneer zij het vermaan
240 69, 50 | 50. Waarlijk, de ongelovigen zullen er wroeging over
241 70, 2 | 2. Over de ongelovigen, die niemand kan weerhouden, ~
242 70, 6 | 6. Zij (de ongelovigen) zien (de straf) ver weg. ~
243 70, 36 | 36. Maar wat scheelt de ongelovigen die zich naar u toe spoeden ~
244 71, 26 | in het land geen huis der ongelovigen achterblijven; ~
245 73, 10 | geduld alles wat zij (de ongelovigen) zeggen; en verlaat hen
246 74, 10 | Niet gemakkelijk voor de ongelovigen. ~
247 74, 31 | dan tot beproeving der ongelovigen, opdat wie het Boek is gegeven
248 76, 4 | Voorwaar, Wij hebben voor de ongelovigen ketenen, ijzeren halsbanden
249 76, 27 | 27. Waarlijk, de ongelovigen houden van de voorbijgaande
250 77, 16 | Hebben Wij de vroegere (ongelovigen) niet vernietigd? ~
251 79, 10 | 10. Zij (de ongelovigen) zeggen: "Zullen wij werkelijk
252 80, 42 | 42. Dat zijn de ongelovigen, de slechten. ~~
253 83, 34 | Dag de gelovigen over de ongelovigen lachen, ~
254 83, 36 | 36. Voorzeker wordt de ongelovigen vergolden voor hetgeen zij
255 84, 22 | 22. Integendeel, de ongelovigen loochenen (deze). ~
256 85, 19 | 19. Ja, maar de ongelovigen loochenen het. ~
257 86, 17 | 17. Geef derhalve de ongelovigen voor een wijle uitstel, ~~
258 98, 1 | 1. De ongelovigen onder de mensen van het
259 98, 6 | 6. Voorwaar, de ongelovigen onder de mensen van het
260 109 | 109. De Ongelovigen (Al-Kaafiroen) ~Geopenbaard
261 109, 1 | 1. Zeg: "O gij ongelovigen, ~
|