Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
want 153
wapenen 5
ware 62
waren 258
warm 1
warmte 1
was 315
Frequency    [«  »]
272 zeker
267 tegen
261 ongelovigen
258 waren
254 zijt
251 hebt
249 boek

Koran

IntraText - Concordances

waren

    Sura, Verse
1 2, 21 | u en degenen, die vóór u waren, schiep - opdat gij behouden 2 2, 61 | onrechtvaardig doodden, want zij waren ongehoorzaam en telkens 3 2, 102| ongelovig, maar ongelovig waren de duivels en zij leerden 4 2, 118| ook degenen, die vóór hen waren. Hun harten zijn aan elkander 5 2, 140| stammen Joden of Christenen waren? Zeg: "Weet gij het beter 6 2, 183| zoals het degenen die vóór u waren was voorgeschreven, opdat 7 2, 213| duidelijke tekenen tot hen waren gekomen, - uit afgunst jegens 8 2, 213| waarover zij hot oneens waren; en Allah leidt naar het 9 2, 243| hun huizen verlieten - het waren er duizenden. Allah zeide 10 2, 249| Maar zij, die er zeker van waren, dat zij Allah zouden ontmoeten, 11 2, 253| duidelijke tekenen tot hen waren gekomen, maar zij twistten, 12 2, 286| Gij degenen, die vóór ons waren hebt belast; onze Heer belast 13 3, 11 | en degenen, die vóór hen waren. Zij verloochenden Onze 14 3, 86 | duidelijke bewijzen tot hen waren gekomen? Allah leidt het 15 3, 105| als degenen, die verdeeld waren en van mening verschilden 16 3, 105| duidelijke bewijzen tot hen waren, gekomen. Voor hen zal er 17 3, 112| doordat zij ongehoorzaam waren en (zijn gebod) overtraden. ~ 18 3, 152| had laten zien. Onder u waren er die deze tegenwoordige 19 3, 152| tegenwoordige wereld begeerden en er waren onder u die het Hiernamaals 20 3, 156| strijde trekken, zeggen: "Waren zij bij ons gebleven, zij 21 3, 172| beantwoordden, nadat zij gewond waren - diegenen hunner, die goeddoen 22 4, 26 | paden van degenen die vóór u waren en u Zijn barmhartigheid 23 4, 64 | Allah's gebod. Als zij tot u waren gekomen, toen zij hun ziel 24 4, 97 | zullen antwoorden: "Wij waren in het land machteloos." 25 4, 141| ten deel valt, zeggen: "Waren wij niet met u?" En als 26 4, 153| tekenen tot hen gekomen waren, namen zij toch het (gouden) 27 4, 160| dingen die ben (voordien) waren toegestaan. ~ 28 4, 165| nadat de boodschappers (waren gekomen). En Allah is Almachtig, 29 4, 173| versmaadden en hoogmoedig waren, zal Hij met een pijnlijke 30 5, 41 | zij op hun juiste plaatsen waren gezet en zeggen: "Als u 31 5, 44 | profeten die gehoorzaam waren recht spraken voor de Joden 32 5, 44 | Boek was opgelegd en zij waren daarvan getuigen. Vreest 33 5, 53 | zwoeren dat zij waarlijk met u waren?" Hun werken zijn verloren 34 6, 23 | Bij Allah, onze Heer; wij waren geen afgodendienaren." ~ 35 6, 34 | in datgene, waarvoor zij waren verloochend; totdat onze 36 6, 42 | tot de volkeren die vóór u waren, (een profeet) toen troffen 37 6, 44 | dan hetgeen waarvoor zij waren gewaarschuwd vergaten, openden 38 6, 49 | omdat zij niet gehoorzaam waren. ~ 39 6, 94 | beweerdet dat zij deelgenoten waren in uw zaken, niet bij u. 40 6, 130| getuigen, dat zij ongelovigen waren. ~ 41 6, 131| de mensen er van onbewust waren. ~ 42 6, 148| loochenden ook zij die vóór hen waren, totdat zij Onze straf ondergingen. 43 6, 156| vóór ons leefden, en wij waren inderdaad met de inhoud 44 7, 5 | dan dat zij zeiden: "Wij waren inderdaad onrechtvaardigen." ~ 45 7, 6 | tot wie de boodschappers waren gezonden zeker ter verantwoording 46 7, 9 | Onze tekenen onrechtvaardig waren. ~ 47 7, 37 | getuigen, dat zij ongelovig waren. ~ 48 7, 64 | degenen die met hem in de ark waren en Wij verdronken degenen, 49 7, 64 | tekenen verwierpen. Zij waren inderdaad een verblind volk. ~ 50 7, 72 | en degenen, die met hem waren door Onze barmhartigheid 51 7, 72 | verloochenden. En dezen waren geen gelovigen. ~ 52 7, 75 | zijn volk, die aanmatigend waren, zeiden tot de gelovigen, 53 7, 76 | Degenen die aanmatigend waren zeiden: "Voorwaar, wij geloven 54 7, 88 | zijn volk die aanmatigend waren, antwoordden: "Wij zullen 55 7, 92 | leugen beschuldigden - zij waren de verliezers. ~ 56 7, 96 | geloofd en rechtvaardig waren geweest, zouden Wij zeker 57 7, 101| 101. Zo waren de steden wier verhaal Wij 58 7, 102| meesten hunner overtreders waren. ~ 59 7, 133| gedroegen zich hoogmoedig en waren een schuldig volk. ~ 60 7, 137| vervuld omdat zij geduldig waren geweest; en Wij vernietigden 61 7, 146| verloochenden en er onachtzaam op waren. ~ 62 7, 148| het, (als hun god) en zij waren overtreders. ~ 63 7, 162| omdat zij onrechtvaardig waren. ~ 64 7, 163| hen omdat zij overtreders waren. ~ 65 7, 172| niet zoudt zeggen: "Wij waren ons hiervan zeker niet bewust." ~ 66 7, 173| gij zolldt zeggen: "Het waren alleen onze vaderen die 67 7, 173| afgoderij bedreven en wij waren een geslacht na hen. Wilt 68 8, 52 | en degenen die vóór hen waren; zij verwierpen de tekenen 69 8, 54 | en degenen, die vóór hen waren; zij verloochenden de tekenen 70 8, 54 | volk van Pharao want zij waren allen onrechtvaardig. ~ 71 9, 30 | degenen die vóór hen ongelovig waren; Allah's vloek zij over 72 9, 40 | en zij beiden in de grot waren en hij tot zijn metgezel 73 9, 42 | Als wij er toe in staat waren geweest, zouden wij zeker 74 9, 43 | waarheid spraken u bekend waren geworden en totdat gij de 75 9, 47 | 47. En als zij met u waren gegaan, zouden zij u niets 76 9, 48 | ofschoon zij er afkerig van waren. ~ 77 9, 59 | 59. Waren zij slechts tevreden geweest 78 9, 66 | straffen, omdat zij schuldig waren." ~ 79 9, 69 | 69. Evenals die vóór u waren: zij hadden meer macht dan 80 9, 69 | hadden meer macht dan gij en waren rijker in bezittingen en 81 9, 69 | genieten, zoals zij die voor u waren hun deel genoten. En gij 82 9, 70 | van degenen, die vóór hen waren? Het volk van Noach en Aad 83 9, 76 | mede en wendden zich om en waren afkerig. ~ 84 9, 81 | over hun thuiszitten en waren er afkerig van met hun eigendommen 85 9, 84 | terwijl zij overtreders waren. ~ 86 9, 113| afgodendienaren, zelfs al waren dezen verwanten, nadat hun ( 87 9, 118| barmhartigheid) tot de drie die waren achtergelaten gewend, totdat 88 10, 29 | Getuige tussen u en ons. Wij waren zeker van uw aanbidden onbewust." ~ 89 10, 39 | ook degenen, die vóór hen waren. Maar ziet, wat het einde 90 10, 73 | degenen die met hem in de ark waren. En dezen maakten Wij tot 91 10, 75 | handelden aanmatigend. En zij waren een misdadig volk. ~ 92 11, 59 | 59. En dezen waren de Aad. Zij verloochenden 93 11, 83 | verordening van uw Heer waren gemerkt. En zulk een straf 94 11, 116| 116. Waarom waren er onder de geslachten die 95 11, 116| de geslachten die vóór u waren dan geen verstandige mensen, 96 11, 116| overvloed werd verleend en zij waren schuldig. ~ 97 12, 20 | zilverstukken, want zij waren onverschillig jegens hem. ~ 98 12, 82 | volk der stad waarin wij waren en de karavaan waarmede 99 12, 109| was dergenen die vóór hen waren? En het tehuis van het Hiernamaals 100 13, 42 | En degenen, die vóór hen waren, verzonnen plannen, maar ( 101 14, 9 | gekomen van degenen die vóór u waren, het volk van Noach en van 102 14, 21 | hoogmoedigen zeggen: "Wij waren voorzeker uw volgelingen; 103 14, 46 | plannen zijn bij Allah, al waren hun plannen dat er bergen 104 15, 2 | wensen, dat zij Moslims waren. ~ 105 15, 78 | En de mensen van het Woud waren eveneens onrechtvaardig. ~ 106 16, 26 | 26. Degenen, die vóór hen waren, smeedden ook plannen, maar 107 16, 33 | uitgevoerd. Degenen, die vóór hen waren deden dat evenzo. Allah 108 16, 35 | Degenen, die vóór hen waren handelden evenzo. Maar zijn 109 16, 36 | vermijdt de boze." Toen waren er sommigen onder hen die 110 16, 36 | hen die Allah leidde en er waren sommigen die bleven dwalen. 111 16, 39 | weten dat zij leugenaars waren. ~ 112 16, 63 | tot de volkeren die vóór u waren; maar Satan deed hun werken 113 17, 42 | 42. Zeg: "Waren er zoals gij zegt andere 114 17, 103| deden hem en die met hem waren allen tezamen verdrinken. ~ 115 18, 9 | wonder onder Onze tekenen waren? ~ 116 18, 13 | in waarheid verhalen. Zij waren jongelingen die in hun Heer 117 18, 22 | Sommigen zullen zeggen: "Er waren er drie en de vierde was 118 18, 22 | sommigen zullen zeggen: "Er waren er vijf en de zesde was 119 18, 22 | sommigen zullen zeggen: "Er waren er zeven, de achtste was 120 18, 52 | dat zij Mijn deelgenoten waren." Dan zullen zij hen (de 121 18, 80 | jongeling betreft, zijn ouders waren gelovigen en wij vreesden 122 18, 97 | 97. Derhalve waren zij (Gog en Magog) niet ( 123 18, 97 | overheen te klimmen, noch waren zij bij machte er doorheen 124 18, 101| 101. Wier ogen gesluierd waren voor de herinnering aan 125 19, 69 | uitkiezen die het opstandigst waren tegen de Weldadige. ~ 126 20, 87 | aan u gebroken, doch wij waren belast met een lading sieraden 127 21, 13 | terug tot de genoegens die u waren veroorloofd en tot uw woningen 128 21, 14 | Wee ons, voorzeker, wij waren onrechtvaardig." ~ 129 21, 22 | naast Allah andere Goden waren in (de hemel en op aarde) 130 21, 24 | verkondiging dergenen die vóór mij waren. Doch de meesten hunner 131 21, 30 | hemel en de aarde gesloten waren en dat Wij ze dan hebben 132 21, 46 | ongetwijfeld zeggen: "Wee ons, wij waren inderdaad onrechtvaardigen." ~ 133 21, 74 | gruwelijk handelde. Zij waren inderdaad een boos en opstandig 134 21, 77 | tekenen verloochenden. Zij waren voorzeker een slecht volk; 135 21, 78 | mensen bij nacht graasden, waren Wij Getuige van hun oordeel. ~ 136 21, 79 | heerlijkheid te loven. En Wij waren het, Die dat deden. ~ 137 21, 82 | arbeid verrichtten en Wij waren het die over hen waakten. ~ 138 21, 90 | in hoop en vrees aan en waren nederig voor Ons. ~ 139 21, 97 | zeggen): "O! wee ons, wij waren hier inderdaad onachtzaam 140 21, 97 | onachtzaam over, neen, wij waren onrechtvaardigen." ~ 141 21, 99 | Indien dezen werkelijk Goden waren geweest zouden zij niet 142 22, 48 | zij vol ongerechtigheden waren. Daarna greep Ik hen en 143 23, 24 | zijn volk, die ongelovig waren, zeiden: "Hij is slechts 144 23, 33 | zijn volk, die ongelovig waren en die de ontmoeting in 145 23, 46 | zij toonden hoogmoed en waren een aanmatigend volk. ~ 146 23, 106| heeft ons overweldigd en wij waren een dwalend volk. ~ 147 24, 11 | lastering voortbrachten waren een grote groep uit uw midden; 148 24, 55 | Hij degenen die vóór hen waren tot stedehouders maakte 149 25, 42 | jegens hen niet standvastig waren gebleven." Maar zij zullen 150 25, 75 | omdat zij standvastig waren - waar zij zullen worden 151 26, 25 | degenen die om hem heen waren: "Hoort gij het niet?" ~ 152 26, 65 | Mozes en allen die met hem waren. ~ 153 26, 97 | 97. "Bij Allah, wij waren klaarblijkelijk in dwaling, ~ 154 26, 119| met hem in de geladen ark waren. ~ 155 26, 173| was de regen voor hen, die waren gewaarschuwd. ~ 156 26, 209| 209. Om te vermanen. Wij waren nooit onrechtvaardig. 157 27, 14 | zielen er van overtuigd waren. Ziet, hoe kwaad het einde 158 27, 17 | 17. Er waren legers voor Salomo verzameld 159 27, 48 | 48. En er waren negen personen in de stad 160 27, 49 | bloedverwanten zeggen: "Wij waren geen getuigen van de vernietiging 161 27, 52 | omdat zij onrechtvaardig waren. Daarin is voorwaar een 162 27, 53 | geloofden en godvrezend waren. ~ 163 28, 8 | en Hamaan en hun scharen waren boosdoeners. ~ 164 28, 15 | waarop de bewoners achteloos waren, en hij vond er twee vechtende 165 28, 45 | hen voordroeg, maar Wij waren het, Die boodschappers stuurden. ~ 166 28, 58 | niet vernietigd die trots waren op hun middelen van bestaan! 167 28, 58 | middelen van bestaan! En ginds waren hun woonplaatsen die tot 168 28, 63 | onze onschuld aan U. Wij waren het niet die zij aanbaden." ~ 169 28, 76 | sleutels zeker een last waren geweest voor een groep sterke 170 28, 78 | vernietigd die machtiger waren dan hij en groter in aantal? 171 29, 3 | beproefden degenen die vóór hen waren. Daarom zal Allah ook hen 172 29, 10 | zeggen zij: "Voorzeker, wij waren met U." Weet Allah niet 173 29, 14 | terwijl zij onrechtvaardig waren. ~ 174 29, 40 | zijn zonden en onder hen waren er, die een rukwind achterhaalde, 175 29, 40 | achterhaalde, en onder hen waren er die de aardbeving overviel, 176 29, 40 | aardbeving overviel, en onder hen waren er die Wij in de aarde deden 177 29, 40 | verzinken, en onder hen waren er die Wij deden verdrinken. 178 30, 9 | van degenen die vóór hen waren? Zij waren sterker in macht 179 30, 9 | die vóór hen waren? Zij waren sterker in macht dan dezen, 180 30, 9 | onrecht aandeed, maar zij waren het die hun eigen ziel onrecht 181 30, 42 | van degenen die voordien waren. De meesten hunner waren 182 30, 42 | waren. De meesten hunner waren afgodendienaren." ~ 183 31, 7 | hoorde en zijn oren verstopt waren. Kondig hem daarom een pijnlijke 184 31, 27 | alle bomen op aarde pennen waren en de oceaan, met nog zeven 185 32, 24 | zolang zij standvastig waren en in Onze woorden een hecht 186 33, 13 | aan de vijand bloot." Deze waren echter niet blootgesteld, 187 33, 20 | vragende. En als zij onder u waren, zouden zij weinig vechten. ~ 188 34, 12 | koper voor hem vloeien. Er waren enige onder de djinn die 189 34, 18 | bloeiende steden die aanzienlijk waren, en Wij maakten het reizen 190 34, 32 | de zwakkelingen zeggen: "Waren wij het die u van de leiding 191 34, 45 | 45. Zij, die vóór hen waren verloochenden ook - en zij 192 35, 25 | verloochenden ook zij, die voor hen waren. Hun boodschappers kwamen 193 35, 44 | vóór hen leefden? En dezen waren sterker in macht dan zij. 194 36, 29 | enkele kreet en ziet; zij waren als uitgeblust. ~ 195 37, 32 | omdat wij zelf in dwaling waren." ~ 196 37, 35 | is geen God naast Allah", waren zij vanmatigend. ~ 197 37, 49 | zorgvuldig bewaarde eieren waren. ~ 198 37, 73 | het einde was van hen die waren gewaarschuwd. ~ 199 37, 116| tegen de Egyptenaren) en zij waren het die de overwinning verkregen. ~ 200 37, 150| geschapen, terwijl zij getuigen waren? ~ 201 38, 13 | en de woudbewoners; dezen waren bond genoten. ~ 202 38, 19 | vogelen die tezamen verzameld waren, waren hem allen gehoorzaam. ~ 203 38, 19 | tezamen verzameld waren, waren hem allen gehoorzaam. ~ 204 38, 32 | door een sluier verborgen waren, zei hij: ~ 205 38, 38 | die met ketenen geboeid waren. ~ 206 39, 25 | Ook degenen die vóór hen waren, verloochenden, daarom kwam 207 39, 65 | zoals aan hen die vóór u waren, is geopenbaard: "Als gij 208 40, 21 | was van hen die vóór hen waren? Zij waren machtiger dan 209 40, 21 | die vóór hen waren? Zij waren machtiger dan dezen in kracht 210 40, 31 | Samoed en degenen die na hen waren. Allah wil Zijn dienaren 211 40, 47 | zeggen: "Voorzeker, wij waren uw volgelingen; wilt gij 212 40, 48 | 48. Zij die trots waren zullen zeggen: "Wij zijn 213 40, 82 | van degenen die voor hen waren? Zij waren groter in aantal 214 40, 82 | die voor hen waren? Zij waren groter in aantal dan dezen 215 41, 18 | gelovigen, die godvruchtig waren; ~ 216 41, 25 | hen leefden. Zeker, zij waren verliezers. ~ 217 42, 3 | en aan degenen die vóór u waren, geopenbaard. ~ 218 42, 14 | 14. En zij waren slechts verdeeld, nadat 219 43, 19 | tot vrouwelijke wezens. Waren zij dan van hun schepping 220 43, 54 | zij gehoorzaamden hem. Zij waren inderdaad een overtredend 221 43, 76 | hun geen onrecht, doch zij waren tet die zichzelf onrecht 222 43, 78 | Waarheid maar de meesten uwer waren er afkerig van. ~ 223 44, 37 | vernietigden hen omdat zij schuldig waren. ~ 224 45, 17 | zij het met elkaar oneens waren. ~ 225 46, 25 | slechts hun lege woningen waren te zien. Zo straffen Wij 226 46, 35 | mannen van karaktervastheid waren, en wees omtrent hen niet 227 47, 10 | van degenen, die vóór hen waren? Allah vernietigde hen geheel 228 47, 13 | hoevele steden die sterker waren dan de stad die u heeft 229 48, 25 | wil. Als zij gescheiden waren zouden Wij de ongelovigen 230 48, 26 | zij hadden er recht op en waren het waardig. Allah heeft 231 50, 36 | die machtiger in gezag waren dan dezen! Zij trokken door 232 51, 35 | De gelovigen die daarin waren lieten Wij (veilig) weggaan. ~ 233 51, 46 | een teken), voorwaar zij waren een ongehoorzaam volk. ~ 234 51, 52 | tot degenen, die vóór hen waren, geen boodschapper of zij 235 53, 52 | Noach vóórdien; waarlijk zij waren uiterst onrechtvaardig en 236 54, 20 | Die mensen wegtrok als waren zij de stammen van ontwortelde 237 55, 58 | 58. Als waren zij robijnen en koralen. ~ 238 56, 45 | 45. Voordien waren zij inderdaad in weelde ( 239 57, 14 | tot de gelovigen) roepen: "Waren wij niet met u?" Zij zullen 240 57, 15 | van degenen die ongelovig waren. Uw tehuis zal het Vuur 241 57, 26 | Boek. En enigen van hen waren op het rechte pad, maar 242 57, 26 | maar de meesten hunner waren overtreders. ~ 243 57, 27 | beloning, maar velen onder hen waren overtreders. ~ 244 58, 22 | boodschapper tegenwerkt, zelfs al waren dezen hun vader of hun kinderen, 245 60, 4 | Abraham en degenen die met hem waren toen zij tegen hun volk 246 64, 5 | degenen die vroeger ongelovig waren? Zo ondergingen zij het 247 66, 10 | rechtvaardige dienaren maar zij waren hun ontrouw. Daarom baatten 248 67, 18 | loochenden zij die vóór u waren ook (de boodschap). Hoe ( 249 68, 29 | onze Heer! Voorzeker wij waren onrechtvaardig." ~ 250 68, 31 | En zeiden: "Wee ons, wij waren inderdaad overtreders. ~ 251 69, 7 | gevallen palmboomstammen waren. ~ 252 69, 9 | en degenen die vóór hem waren, en de steden die verwoest 253 70, 13 | familieleden die hem een toevlucht waren, ~ 254 72, 6 | 6. Voorzeker, waren er enige mensen die toevlucht 255 77 | 77. Zij Die Gezonden Waren (Al-Morsalaat) ~Geopenbaard 256 77, 33 | kamelen van een gele kleur waren. ~ 257 83, 33 | 33. Maar zij waren niet als bewakers over hen 258 85, 7 | 7. En waren getuigen van wat zij de


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License