bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | vertaling van dit Heilige Boek - en nimmer de plaats kan
2 2, 2 | 2. Dit is een volmaakt Boek, daaraan is geen twijfel,
3 2, 44 | daarbij u zelf, hoewel gij het Boek leest? Wilt gij dan niet
4 2, 53 | toen gaven Wij Mozes het Boek en het oordeel des onderscheids,
5 2, 78 | zij weten niets van het Boek, maar hebben hun valse denkbeelden:
6 2, 79 | daarom degenen, die een boek met hun eigen handen schrijven
7 2, 85 | in een gedeelte van het Boek en verwerpt gij een ander
8 2, 87 | Voorwaar, Wij gaven Mozes het Boek en deden boodschappers de
9 2, 89 | 89. En toen een Boek van Allah tot hen kwam,
10 2, 101| gedeelte der mensen van het Boek, Allah's Boek achter zich
11 2, 101| mensen van het Boek, Allah's Boek achter zich geworpen, alsof
12 2, 105| onder de mensen van het Boek, en de afgodendienaren,
13 2, 109| Velen van de mensen van het Boek, wensen, nadat gij gelovig
14 2, 113| terwijl zij beiden hetzelfde Boek lezen. Hetzelfde zeggen
15 2, 121| 121. Zij, wie Wij het Boek hebben gegeven, volgen het
16 2, 129| zal verkondigen en hun het Boek en de Wijsheid zal verklaren
17 2, 144| En voorzeker, zij wie het Boek is gegeven, weten, dat dit
18 2, 145| aan degenen aan wie het Boek is gegeven, zouden zij nooit
19 2, 146| Degenen aan wie Wij het Boek hebben gegeven erkennen
20 2, 151| verkondigt, u zuivert, u het Boek en de Wijsheid onderwijst
21 2, 159| verbergen, nadat Wij zein het Boek aan de mensen duidelijk
22 2, 174| geopenbaard, namelijk het Boek en het voor een geringe
23 2, 176| Dit komt, omdat Allah het Boek met de Waarheid heeft nedergezonden
24 2, 176| voorzeker, zij, die tegen het Boek ingaan, zijn in verregaand
25 2, 177| Laatste Dag, de engelen, het Boek en de profeten gelooft en
26 2, 213| waarschuwers en zond met hen het Boek neder, dat de waarheid bevatte,
27 2, 213| dan degenen aan wie het (Boek) was gegeven, nadat duidelijke
28 2, 231| gunst aan u en (gedenkt) het Boek en de wijsheid, die Hij
29 3, 3 | 3. Hij heeft u het Boek met de waarheid nedergezonden,
30 3, 7 | 7. Hij is het, Die u het Boek heeft nedergezonden; er
31 3, 7 | vormen de grondslag van het Boek, en er zijn andere (verzen),
32 3, 19 | En degenen, aan wie het Boek was gegeven, verschilden
33 3, 20 | tot degenen aan wie het Boek is gegeven en tot de onwetenden: "
34 3, 23 | wie een gedeelte van het Boek werd gegeven? Zij worden
35 3, 23 | gegeven? Zij worden tot het Boek van Allah geroepen, opdat
36 3, 48 | 48. "En Hij zal hem het Boek (de goddelijke Wet) en de
37 3, 64 | Zeg: "O, mensen van het Boek, komt tot één woord, waarin
38 3, 65 | 65. O, mensen van het Boek, waarom redetwist gij over
39 3, 69 | deel der mensen van het Boek zou u gaarne willen doen
40 3, 70 | 70. O, mensen van het Boek, waarom verwerpt gij de
41 3, 71 | 71. O, mensen van het Boek, waarom verwart gij de waarheid
42 3, 72 | gedeelte der mensen van het Boek zegt: "Gelooft in hetgeen
43 3, 75 | Onder de mensen van het Boek is hij, die, als gij hem
44 3, 78 | verdraaien, terwijl zij het Boek voordragen, opdat gij het
45 3, 78 | voordragen, opdat gij het van het Boek moogt achten, hoewel het
46 3, 78 | hoewel het niet van het Boek is. En zij zeggen: "Dit
47 3, 79 | niet, als Allah hem het Boek en de macht en het profeetschap
48 3, 79 | van de Heer, daar gij het Boek onderwijst en zelf bestudeert." ~
49 3, 81 | Voorwaar, Ik heb u het Boek en de Wijsheid geschonken
50 3, 98 | Zeg: "O, mensen van het Boek, waarom verwerpt gij de
51 3, 99 | Zeg: "O, mensen van het Boek waarom houdt gij de mensen
52 3, 100| sommigen hunner wie het Boek is gegeven gehoorzaamt,
53 3, 110| indien de mensen van het Boek hadden geloofd, zou het
54 3, 113| Onder de mensen van het Boek is een oprechte groep, die
55 3, 119| gij gelooft in het gehele Boek; wanneer zij u ontmoeten
56 3, 164| hen loutert en hun het Boek en de wijsheid onderwijst,
57 3, 184| geschriften en het stralende Boek kwamen. ~
58 3, 186| van degenen, aan wie het Boek was gegeven vóór u en van
59 3, 187| sloot met degenen, die het Boek gegeven was, zeide Hij: "
60 3, 199| onder de mensen van het Boek zijn er, die in Allah en
61 4, 44 | die deel hebben aan het Boek? Zij geven de voorkeur aan
62 4, 47 | 47. O, mensen van het Boek, gelooft in hetgeen Wij
63 4, 51 | wie een gedeelte van het Boek was gegeven? Zij geloven
64 4, 54 | kinderen van Abraham het Boek en de Wijsheid en Wij gaven
65 4, 105| Wij hebben u waarlijk het Boek (de Koran), dat. de waarheid
66 4, 113| schaden. En Allah heeft u het Boek en de Wijsheid nedergezonden
67 4, 123| wensen van de mensen van het Boek. Wie kwaad doet zal er voor
68 4, 127| alsmede hetgeen u in het Boek (de Koran) is verkondigd
69 4, 131| degenen aan wie vóór u het Boek werd gegeven en ook u geboden:
70 4, 136| Zijn boodschapper en in het Boek dat Hij Zijn boodschapper
71 4, 136| heeft geopenbaard, en in het Boek, dat Hij voordien openbaarde.
72 4, 140| Hij heeft u reeds in het Boek ( Koran) geopenbaard, dat
73 4, 153| 153. De mensen van het Boek vragen u een Boek uit de
74 4, 153| van het Boek vragen u een Boek uit de hemel op hen te doen
75 4, 159| onder de mensen van het Boek die er niet in zal geloven
76 4, 171| 171. O, mensen van het Boek, overdrijft in uw godsdienst
77 5, 5 | voedsel der mensen van het Boek is u geoorloofd en uw voedsel
78 5, 5 | midden dergenen, wie het Boek was gegeven vóór u, wanneer
79 5, 15 | 15. O, mensen van het Boek, Onze boodschapper is tot
80 5, 15 | verborgen bleef van het Boek heeft ontsluierd en veel
81 5, 15 | een licht en een duidelijk Boek tot u gekomen. ~
82 5, 19 | 19. O, gij mensen van het Boek, Onze boodschapper is tot
83 5, 44 | de bewaking van Allah's Boek was opgelegd en zij waren
84 5, 48 | 48. En Wij hebben u het Boek (de Koran) met de waarheid
85 5, 48 | hetgeen daarvóór in het Boek (de Bijbel) was (verkondigd)
86 5, 57 | de kring dergenen wie het Boek was gegeven vóór u, noch
87 5, 59 | Zeg: "O, mensen van het Boek, gij haat ons slechts, omdat
88 5, 65 | 65. Als de mensen van het Boek hadden geloofd en rechtvaardig
89 5, 68 | Zeg: "O, mensen van het Boek, gij steunt op niets voordat
90 5, 77 | Zeg: "O, mensen van het Boek, overdrijft uw godsdienst
91 5, 110| spraakt en toen Ik u het Boek en de wijsheid en de Torah
92 6, 7 | En al hadden Wij u een boek op perkament nedergezonden
93 6, 20 | 20. Degenen, wie Wij het Boek gaven, erkennen hem (de
94 6, 38 | Wij hebben niets uit het Boek weggelaten. Dan zullen zij
95 6, 59 | dat het in een duidelijk Boek is vermeld. ~
96 6, 89 | Dezen zijn het, wie Wij het Boek en de heerschappij en het
97 6, 91 | Zeg: "Wie openbaarde het Boek dat Mozes bracht als licht
98 6, 92 | 92. En dit Boek vol zegeningen, hebben Wij
99 6, 114| terwijl Hij het is, Die u het Boek heeft nedergezonden dat
100 6, 114| En degenen, wie Wij het Boek gaven weten dat het van
101 6, 154| En Wij gaven Mozes het Boek, als voltooiing van de gunst
102 6, 155| 155. En dit is een Boek dat Wij hebben nedergezonden,
103 6, 156| niet zoudt zeggen: "Het Boek was alleen geopenbaard voor
104 6, 157| Voorzeker, als ons het Boek was nedergezonden, zouden
105 7, 2 | Dit is) een (volmaakt) Boek, dat aan u is geopenbaard -
106 7, 52 | hebben hun voorzeker een Boek gebracht, dat Wij met kennis
107 7, 169| een boos geslacht dat het Boek erfde. Zij namen de goederen
108 7, 169| Werd de belofte in het Boek, dat zij van Allah slechts
109 7, 170| 170. En die zich aan het Boek vasthouden en in het gebed
110 7, 196| is alleen Allah Die het Boek (de Koran) heeft geopenbaard.
111 8, 75 | nader tot elkander in het Boek van Allah. Voorzeker, Allah
112 9, 29 | onder de mensen van het Boek, die in Allah noch in de
113 10, 1 | Dit zijn de verzen van het Boek vol van Wijsheid. ~
114 10, 61 | staat in het duidelijke Boek vermeld. ~
115 10, 94 | vraagt dan degenen die het Boek vóór u hebben gelezen. Inderdaad,
116 11, 1 | Alif Laam Raa. Dit is een Boek, waarvan de verzen onherroepelijk
117 11, 6 | Alles staat in een duidelijk Boek. ~
118 11, 17 | voorafgegaan is door het Boek van Mozes, als richtsnoer
119 11, 110| gaven Mozes voorzeker het Boek, maar men werd er oneens
120 12, 1 | Dit zijn de verzen van het Boek, dat alles verklaart: ~
121 13, 1 | Dit zijn de verzen van het Boek. En hetgeen u door uw Heer
122 13, 36 | En degenen, wie Wij het Boek hebben gegeven, verheugen
123 13, 39 | is de oorsprong van het Boek. ~
124 13, 43 | alsmede hij die kennis van het Boek bezit zijn toereikend als
125 14, 1 | Alif Laam Raa. Dit is een Boek dat Wij u hebben geopenbaard,
126 15, 1 | Dit zijn de verzen van het Boek, de duidelijke Koran. ~
127 16, 64 | En Wij hebben alleen dit Boek tot u nedergezonden, opdat
128 16, 89 | brengen. Wij hebben u het Boek nedergezonden, alles verklarend,
129 17, 2 | 2. Wij gaven Mozes het Boek en maakten het tot een richtsnoer
130 17, 4 | kinderen van Israël in het Boek bekend: "Voorwaar, tweemaal
131 17, 13 | zullen Wij voor hem een boek brengen en hij zal het opengeslagen
132 17, 14 | 14. "Lees het boek. Uw eigen ziel is op deze
133 17, 58 | straffen. Dit staat in het Boek geschreven. ~
134 17, 71 | zullen oproepen. Zij die hun boek in de rechter hand ontvangen,
135 17, 71 | hand ontvangen, zullen hun boek lezen en hen zal geen onrecht
136 17, 93 | geloven tenzij gij ons een boek nederzendt dat wij kunnen
137 18, 1 | behoort aan Allah, Die het Boek aan Zijn dienaar heeft geopenbaard,
138 18, 27 | Heer is geopenbaard in het Boek. Er is niemand, die Zijn
139 18, 49 | 49. En het Boek zal worden voorgelegd; dan
140 18, 49 | Wee ons! Wat voor een boek is dit! Het slaat klein
141 19, 12 | houd u krachtig aan het Boek." Wij schonken hem wijsheid,
142 19, 16 | En vermeld Maria in het Boek. Toen zij zich van haar
143 19, 30 | Allah. Hij heeft mij het Boek gegeven en mij tot een profeet
144 19, 41 | En vermeld Abraham in het Boek. Hij was een waarheidslievend
145 19, 51 | En vermeld Mozes in het Boek. Voorwaar hij was een uitverkorene,
146 19, 54 | En gedenk Ismaël in het Boek. Hij was getrouw aan zijn
147 19, 56 | En vermeld Idries in het Boek Hij was een waarheidslievend
148 20, 52 | is bij mijn Heer in een Boek. Mijn Heer dwaalt, noch
149 20, 113| 113. Aldus hebben Wij het (Boek) als een duidelijke Koran
150 21, 10 | 10. Wij hebben u een Boek (de Koran) nedergezonden
151 22, 8 | richtsnoer of verlichtend Boek. ~
152 22, 70 | dat is vastgesteld in een Boek, dat is gemakkelijk voor
153 22, 78 | genoemd voorheen en in dit Boek, opdat Onze boodschapper
154 23, 49 | En wij schonken Mozes het Boek opdat zij (de kinderen Israëls)
155 23, 62 | vermogen. Bij Ons is een boek, dat de waarheid spreekt
156 23, 63 | onverschillig jegens dit Boek, en buitendien hebben zij
157 25, 35 | 35. Wij gaven Mozes het Boek (der Wet) en stelden zijn
158 26, 2 | verzen van het duidelijke Boek. ~
159 26, 192| 192. Voorwaar dit Boek is een openbaring van de
160 27, 1 | de Koran, het duidelijke Boek. ~
161 27, 75 | het staat in een duidelijk boek opgeschreven. ~
162 28, 2 | verzen van het duidelijke Boek. ~
163 28, 43 | 43. En Wij gaven het Boek aan Mozes nadat Wij de vroegere
164 28, 49 | 49. Zeg: "Brengt dan een Boek van Allah dat een betere
165 28, 52 | 52. Zij aan wie Wij het Boek voordien gaven, geloven
166 28, 86 | hadt niet verwacht dat het Boek (de Koran) aan u zou worden
167 29, 27 | het profetenambt en het Boek onder zijn nageslacht, en
168 29, 45 | Verkondig hetgeen u in het Boek is geopenbaard, en onderhoud
169 29, 46 | twist met de mensen van het Boek slechts op de goede wijze;
170 29, 47 | En aldus hebben Wij u het Boek nedergezonden en zij wie
171 29, 47 | nedergezonden en zij wie Wij het Boek hebben gegeven geloven daarin;
172 29, 48 | voordien placht gij geen boek te lezen, noch met uw rechter
173 29, 51 | genoeg voor hen dat Wij u het Boek hebben geopenbaard dat aan
174 30, 56 | zullen zeggen: "Volgens het Boek van Allah zijt gij inderdaad
175 31, 2 | Dit zijn verzen van het Boek vol van Wijsheid. ~
176 31, 20 | leiding of een verlichtend Boek.
177 32, 2 | 2. De openbaring van het Boek is zonder twijfel van de
178 32, 23 | Voorzeker, Wij gaven Mozes het Boek - twijfel dus niet aan de
179 33, 6 | bij elkander volgens het Boek van Allah, dan de gelovigen
180 33, 6 | gunst bewijst. Dit is in het Boek neergeschreven. ~
181 33, 26 | Hij deed de mensen van het Boek die hen (de vijand) hielpen
182 34, 3 | het staat in een duidelijk Boek. ~
183 34, 44 | 44. En Wij gaven hun geen boek dat zij bestudeerden, noch
184 35, 11 | verlengd zonder dat het in het Boek is vermeld. Voorzeker, dit
185 35, 25 | Geschriften en met een verlichtend Boek. ~
186 35, 29 | 29. Waarlijk, zij die het Boek (de Koran) van Allah voordragen
187 35, 31 | hebben geopenbaard van het Boek is de Waarheid, vervullend
188 35, 32 | 32. Dan gaven Wij het Boek als erfdeel aan diegenen
189 35, 40 | hemelen?" Hebben Wij hun een Boek gegeven waaruit zij een
190 36, 12 | dingen in een duidelijk boek geschreven. ~
191 37, 117| gaven hun het duidelijke boek. ~
192 37, 157| 157. Toont dan uw Boek, indien gij waarachtig zijt." ~
193 38, 29 | 29. Het Boek dat Wij aan u hebben geopenbaard
194 39, 1 | 1. De openbaring van dit Boek is van Allah, de Almachtige,
195 39, 2 | Voorwaar, Wij hebben u het Boek met waarheid geopenbaard;
196 39, 23 | verkondiging geopenbaard, een Boek (de Koran), overeenkomstig
197 39, 41 | ten bate der mensen het Boek met Waarheid nedergezonden.
198 39, 69 | Heer schitteren, en het Boek zal nedergelegd worden en
199 40, 2 | 2. De openbaring van dit Boek is van Allah, de Almachtige,
200 40, 53 | kinderen van Israël het Boek erven. ~
201 40, 70 | 70. Degenen die het Boek en hetgeen waarmee Wij Onze
202 41, 3 | 3. Een Boek waarvan de verzen zijn verklaard
203 41, 41 | waarlijk het is een machtig Boek. ~
204 41, 45 | En Wij gaven Mozes het Boek, maar men verschilde er
205 42, 14 | En waarlijk, zij die het Boek erfden, na hen, zijn er
206 42, 15 | maar zeg: "Ik geloof in elk Boek dat Allah heeft neder gezonden
207 42, 17 | 17. Allah is het Die dit Boek (de Koran) met de Weegschaal
208 42, 52 | geopenbaard. Gij wist niet wat het Boek noch wat het geloof was.
209 43, 2 | 2. Bij het duidelijke Boek; ~
210 43, 4 | voorwaar, dit is in het Boek der Boeken bij Ons, verheven,
211 43, 21 | Wij hun ooit te voren een Boek gegeven waar zij zich aan
212 44, 2 | 2. Bij het duidelijke Boek. ~
213 45, 2 | 2. De openbaring van dit Boek is van Allah, de Almachtige,
214 45, 16 | 16. Wij gaven het Boek en de heerschappij en het
215 45, 28 | knielen. Elk volk zal tot zijn boek worden geroepen en er zal
216 45, 29 | 29. "Dit is Ons Boek: het spreekt tot u; met
217 46, 2 | 2. De openbaring van dit Boek is van Allah, de Machtige,
218 46, 4 | hemelen? Brengt mij een boek, dat vóór dit is geopenbaard
219 46, 12 | 12. En voordien was het Boek van Mozes een leiding en
220 46, 12 | een barmhartigheid: en dit Boek (de Koran) is bevestigend
221 46, 30 | ons volk, wij hebben een Boek horen voorlezen, dat na
222 50, 4 | verteert en bij Ons is een Boek dat alles bewaart. ~
223 50, 17 | de twee (engelen) die te boek stellen, schrijven, zit
224 52, 2 | 2. En bij het geschreven Boek, ~
225 56, 78 | 78. Een beschermd Boek, ~
226 57, 16 | worden zoals zij die het Boek vóórdien ontvingen - voor
227 57, 22 | het is opgetekend in het Boek voordat Wij het openbaren.
228 57, 25 | bewijzen en openbaarden hun het Boek en de Weegschaal opdat het
229 57, 26 | het profetenambt en het Boek. En enigen van hen waren
230 57, 29 | Opdat de mensen van het Boek mogen weten, dat zij geen
231 59, 2 | onder de mensen van het Boek, uit hun huizen zette bij
232 59, 11 | onder de mensen van het Boek: "Indien gij verdreven wordt,
233 62, 2 | en hen zuivert en hun het Boek en de wijsheid onderwijst,
234 68, 37 | 37. Hebt gij een Boek waarin gij leest? ~
235 68, 52 | 52. Neen, het (Boek) is niets dan een vermaning
236 69, 19 | 19. En hij, aan wie zijn boek in de rechter hand wordt
237 69, 19 | zeggen: "Komt, leest mijn boek. ~
238 69, 25 | 25. Maar, hij wiens boek in de linker hand wordt
239 69, 25 | zal zeggen: "O was mijn boek mij maar niet gegeven! ~
240 74, 31 | ongelovigen, opdat wie het Boek is gegeven zekerheid mogen
241 74, 31 | opdat de mensen van het Boek en de gelovigen niet zullen
242 78, 29 | Wij hebben alles in een boek neergeschreven. ~
243 83, 9 | 9. Het is een geschreven boek. ~
244 83, 20 | 20. Een geschreven boek. ~
245 84, 7 | Wat hem betreft, wie het boek in zijn rechter hand wordt
246 84, 10 | 10. Maar hij, wie het boek achter zijn rug wordt gegeven, ~
247 98, 1 | onder de mensen van het Boek en onder de afgodendienaren
248 98, 4 | 4. En de mensen van het Boek werden eerst onenig, nadat
249 98, 6 | onder de mensen van het Boek en de afgodendienaren zullen
|