Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
boden 1
boeien 3
boeit 2
boek 249
boeken 6
boekstaven 1
boete 4
Frequency    [«  »]
258 waren
254 zijt
251 hebt
249 boek
238 boodschapper
234 vóór
231 geopenbaard

Koran

IntraText - Concordances

boek

                                                 bold = Main text
    Sura, Verse                                  grey = Comment text
1 Voo | vertaling van dit Heilige Boek - en nimmer de plaats kan 2 2, 2 | 2. Dit is een volmaakt Boek, daaraan is geen twijfel, 3 2, 44 | daarbij u zelf, hoewel gij het Boek leest? Wilt gij dan niet 4 2, 53 | toen gaven Wij Mozes het Boek en het oordeel des onderscheids, 5 2, 78 | zij weten niets van het Boek, maar hebben hun valse denkbeelden: 6 2, 79 | daarom degenen, die een boek met hun eigen handen schrijven 7 2, 85 | in een gedeelte van het Boek en verwerpt gij een ander 8 2, 87 | Voorwaar, Wij gaven Mozes het Boek en deden boodschappers de 9 2, 89 | 89. En toen een Boek van Allah tot hen kwam, 10 2, 101| gedeelte der mensen van het Boek, Allah's Boek achter zich 11 2, 101| mensen van het Boek, Allah's Boek achter zich geworpen, alsof 12 2, 105| onder de mensen van het Boek, en de afgodendienaren, 13 2, 109| Velen van de mensen van het Boek, wensen, nadat gij gelovig 14 2, 113| terwijl zij beiden hetzelfde Boek lezen. Hetzelfde zeggen 15 2, 121| 121. Zij, wie Wij het Boek hebben gegeven, volgen het 16 2, 129| zal verkondigen en hun het Boek en de Wijsheid zal verklaren 17 2, 144| En voorzeker, zij wie het Boek is gegeven, weten, dat dit 18 2, 145| aan degenen aan wie het Boek is gegeven, zouden zij nooit 19 2, 146| Degenen aan wie Wij het Boek hebben gegeven erkennen 20 2, 151| verkondigt, u zuivert, u het Boek en de Wijsheid onderwijst 21 2, 159| verbergen, nadat Wij zein het Boek aan de mensen duidelijk 22 2, 174| geopenbaard, namelijk het Boek en het voor een geringe 23 2, 176| Dit komt, omdat Allah het Boek met de Waarheid heeft nedergezonden 24 2, 176| voorzeker, zij, die tegen het Boek ingaan, zijn in verregaand 25 2, 177| Laatste Dag, de engelen, het Boek en de profeten gelooft en 26 2, 213| waarschuwers en zond met hen het Boek neder, dat de waarheid bevatte, 27 2, 213| dan degenen aan wie het (Boek) was gegeven, nadat duidelijke 28 2, 231| gunst aan u en (gedenkt) het Boek en de wijsheid, die Hij 29 3, 3 | 3. Hij heeft u het Boek met de waarheid nedergezonden, 30 3, 7 | 7. Hij is het, Die u het Boek heeft nedergezonden; er 31 3, 7 | vormen de grondslag van het Boek, en er zijn andere (verzen), 32 3, 19 | En degenen, aan wie het Boek was gegeven, verschilden 33 3, 20 | tot degenen aan wie het Boek is gegeven en tot de onwetenden: " 34 3, 23 | wie een gedeelte van het Boek werd gegeven? Zij worden 35 3, 23 | gegeven? Zij worden tot het Boek van Allah geroepen, opdat 36 3, 48 | 48. "En Hij zal hem het Boek (de goddelijke Wet) en de 37 3, 64 | Zeg: "O, mensen van het Boek, komt tot één woord, waarin 38 3, 65 | 65. O, mensen van het Boek, waarom redetwist gij over 39 3, 69 | deel der mensen van het Boek zou u gaarne willen doen 40 3, 70 | 70. O, mensen van het Boek, waarom verwerpt gij de 41 3, 71 | 71. O, mensen van het Boek, waarom verwart gij de waarheid 42 3, 72 | gedeelte der mensen van het Boek zegt: "Gelooft in hetgeen 43 3, 75 | Onder de mensen van het Boek is hij, die, als gij hem 44 3, 78 | verdraaien, terwijl zij het Boek voordragen, opdat gij het 45 3, 78 | voordragen, opdat gij het van het Boek moogt achten, hoewel het 46 3, 78 | hoewel het niet van het Boek is. En zij zeggen: "Dit 47 3, 79 | niet, als Allah hem het Boek en de macht en het profeetschap 48 3, 79 | van de Heer, daar gij het Boek onderwijst en zelf bestudeert." ~ 49 3, 81 | Voorwaar, Ik heb u het Boek en de Wijsheid geschonken 50 3, 98 | Zeg: "O, mensen van het Boek, waarom verwerpt gij de 51 3, 99 | Zeg: "O, mensen van het Boek waarom houdt gij de mensen 52 3, 100| sommigen hunner wie het Boek is gegeven gehoorzaamt, 53 3, 110| indien de mensen van het Boek hadden geloofd, zou het 54 3, 113| Onder de mensen van het Boek is een oprechte groep, die 55 3, 119| gij gelooft in het gehele Boek; wanneer zij u ontmoeten 56 3, 164| hen loutert en hun het Boek en de wijsheid onderwijst, 57 3, 184| geschriften en het stralende Boek kwamen. ~ 58 3, 186| van degenen, aan wie het Boek was gegeven vóór u en van 59 3, 187| sloot met degenen, die het Boek gegeven was, zeide Hij: " 60 3, 199| onder de mensen van het Boek zijn er, die in Allah en 61 4, 44 | die deel hebben aan het Boek? Zij geven de voorkeur aan 62 4, 47 | 47. O, mensen van het Boek, gelooft in hetgeen Wij 63 4, 51 | wie een gedeelte van het Boek was gegeven? Zij geloven 64 4, 54 | kinderen van Abraham het Boek en de Wijsheid en Wij gaven 65 4, 105| Wij hebben u waarlijk het Boek (de Koran), dat. de waarheid 66 4, 113| schaden. En Allah heeft u het Boek en de Wijsheid nedergezonden 67 4, 123| wensen van de mensen van het Boek. Wie kwaad doet zal er voor 68 4, 127| alsmede hetgeen u in het Boek (de Koran) is verkondigd 69 4, 131| degenen aan wie vóór u het Boek werd gegeven en ook u geboden: 70 4, 136| Zijn boodschapper en in het Boek dat Hij Zijn boodschapper 71 4, 136| heeft geopenbaard, en in het Boek, dat Hij voordien openbaarde. 72 4, 140| Hij heeft u reeds in het Boek ( Koran) geopenbaard, dat 73 4, 153| 153. De mensen van het Boek vragen u een Boek uit de 74 4, 153| van het Boek vragen u een Boek uit de hemel op hen te doen 75 4, 159| onder de mensen van het Boek die er niet in zal geloven 76 4, 171| 171. O, mensen van het Boek, overdrijft in uw godsdienst 77 5, 5 | voedsel der mensen van het Boek is u geoorloofd en uw voedsel 78 5, 5 | midden dergenen, wie het Boek was gegeven vóór u, wanneer 79 5, 15 | 15. O, mensen van het Boek, Onze boodschapper is tot 80 5, 15 | verborgen bleef van het Boek heeft ontsluierd en veel 81 5, 15 | een licht en een duidelijk Boek tot u gekomen. ~ 82 5, 19 | 19. O, gij mensen van het Boek, Onze boodschapper is tot 83 5, 44 | de bewaking van Allah's Boek was opgelegd en zij waren 84 5, 48 | 48. En Wij hebben u het Boek (de Koran) met de waarheid 85 5, 48 | hetgeen daarvóór in het Boek (de Bijbel) was (verkondigd) 86 5, 57 | de kring dergenen wie het Boek was gegeven vóór u, noch 87 5, 59 | Zeg: "O, mensen van het Boek, gij haat ons slechts, omdat 88 5, 65 | 65. Als de mensen van het Boek hadden geloofd en rechtvaardig 89 5, 68 | Zeg: "O, mensen van het Boek, gij steunt op niets voordat 90 5, 77 | Zeg: "O, mensen van het Boek, overdrijft uw godsdienst 91 5, 110| spraakt en toen Ik u het Boek en de wijsheid en de Torah 92 6, 7 | En al hadden Wij u een boek op perkament nedergezonden 93 6, 20 | 20. Degenen, wie Wij het Boek gaven, erkennen hem (de 94 6, 38 | Wij hebben niets uit het Boek weggelaten. Dan zullen zij 95 6, 59 | dat het in een duidelijk Boek is vermeld. ~ 96 6, 89 | Dezen zijn het, wie Wij het Boek en de heerschappij en het 97 6, 91 | Zeg: "Wie openbaarde het Boek dat Mozes bracht als licht 98 6, 92 | 92. En dit Boek vol zegeningen, hebben Wij 99 6, 114| terwijl Hij het is, Die u het Boek heeft nedergezonden dat 100 6, 114| En degenen, wie Wij het Boek gaven weten dat het van 101 6, 154| En Wij gaven Mozes het Boek, als voltooiing van de gunst 102 6, 155| 155. En dit is een Boek dat Wij hebben nedergezonden, 103 6, 156| niet zoudt zeggen: "Het Boek was alleen geopenbaard voor 104 6, 157| Voorzeker, als ons het Boek was nedergezonden, zouden 105 7, 2 | Dit is) een (volmaakt) Boek, dat aan u is geopenbaard - 106 7, 52 | hebben hun voorzeker een Boek gebracht, dat Wij met kennis 107 7, 169| een boos geslacht dat het Boek erfde. Zij namen de goederen 108 7, 169| Werd de belofte in het Boek, dat zij van Allah slechts 109 7, 170| 170. En die zich aan het Boek vasthouden en in het gebed 110 7, 196| is alleen Allah Die het Boek (de Koran) heeft geopenbaard. 111 8, 75 | nader tot elkander in het Boek van Allah. Voorzeker, Allah 112 9, 29 | onder de mensen van het Boek, die in Allah noch in de 113 10, 1 | Dit zijn de verzen van het Boek vol van Wijsheid. ~ 114 10, 61 | staat in het duidelijke Boek vermeld. ~ 115 10, 94 | vraagt dan degenen die het Boek vóór u hebben gelezen. Inderdaad, 116 11, 1 | Alif Laam Raa. Dit is een Boek, waarvan de verzen onherroepelijk 117 11, 6 | Alles staat in een duidelijk Boek. ~ 118 11, 17 | voorafgegaan is door het Boek van Mozes, als richtsnoer 119 11, 110| gaven Mozes voorzeker het Boek, maar men werd er oneens 120 12, 1 | Dit zijn de verzen van het Boek, dat alles verklaart: ~ 121 13, 1 | Dit zijn de verzen van het Boek. En hetgeen u door uw Heer 122 13, 36 | En degenen, wie Wij het Boek hebben gegeven, verheugen 123 13, 39 | is de oorsprong van het Boek. ~ 124 13, 43 | alsmede hij die kennis van het Boek bezit zijn toereikend als 125 14, 1 | Alif Laam Raa. Dit is een Boek dat Wij u hebben geopenbaard, 126 15, 1 | Dit zijn de verzen van het Boek, de duidelijke Koran. ~ 127 16, 64 | En Wij hebben alleen dit Boek tot u nedergezonden, opdat 128 16, 89 | brengen. Wij hebben u het Boek nedergezonden, alles verklarend, 129 17, 2 | 2. Wij gaven Mozes het Boek en maakten het tot een richtsnoer 130 17, 4 | kinderen van Israël in het Boek bekend: "Voorwaar, tweemaal 131 17, 13 | zullen Wij voor hem een boek brengen en hij zal het opengeslagen 132 17, 14 | 14. "Lees het boek. Uw eigen ziel is op deze 133 17, 58 | straffen. Dit staat in het Boek geschreven. ~ 134 17, 71 | zullen oproepen. Zij die hun boek in de rechter hand ontvangen, 135 17, 71 | hand ontvangen, zullen hun boek lezen en hen zal geen onrecht 136 17, 93 | geloven tenzij gij ons een boek nederzendt dat wij kunnen 137 18, 1 | behoort aan Allah, Die het Boek aan Zijn dienaar heeft geopenbaard, 138 18, 27 | Heer is geopenbaard in het Boek. Er is niemand, die Zijn 139 18, 49 | 49. En het Boek zal worden voorgelegd; dan 140 18, 49 | Wee ons! Wat voor een boek is dit! Het slaat klein 141 19, 12 | houd u krachtig aan het Boek." Wij schonken hem wijsheid, 142 19, 16 | En vermeld Maria in het Boek. Toen zij zich van haar 143 19, 30 | Allah. Hij heeft mij het Boek gegeven en mij tot een profeet 144 19, 41 | En vermeld Abraham in het Boek. Hij was een waarheidslievend 145 19, 51 | En vermeld Mozes in het Boek. Voorwaar hij was een uitverkorene, 146 19, 54 | En gedenk Ismaël in het Boek. Hij was getrouw aan zijn 147 19, 56 | En vermeld Idries in het Boek Hij was een waarheidslievend 148 20, 52 | is bij mijn Heer in een Boek. Mijn Heer dwaalt, noch 149 20, 113| 113. Aldus hebben Wij het (Boek) als een duidelijke Koran 150 21, 10 | 10. Wij hebben u een Boek (de Koran) nedergezonden 151 22, 8 | richtsnoer of verlichtend Boek. ~ 152 22, 70 | dat is vastgesteld in een Boek, dat is gemakkelijk voor 153 22, 78 | genoemd voorheen en in dit Boek, opdat Onze boodschapper 154 23, 49 | En wij schonken Mozes het Boek opdat zij (de kinderen Israëls) 155 23, 62 | vermogen. Bij Ons is een boek, dat de waarheid spreekt 156 23, 63 | onverschillig jegens dit Boek, en buitendien hebben zij 157 25, 35 | 35. Wij gaven Mozes het Boek (der Wet) en stelden zijn 158 26, 2 | verzen van het duidelijke Boek. ~ 159 26, 192| 192. Voorwaar dit Boek is een openbaring van de 160 27, 1 | de Koran, het duidelijke Boek. ~ 161 27, 75 | het staat in een duidelijk boek opgeschreven. ~ 162 28, 2 | verzen van het duidelijke Boek. ~ 163 28, 43 | 43. En Wij gaven het Boek aan Mozes nadat Wij de vroegere 164 28, 49 | 49. Zeg: "Brengt dan een Boek van Allah dat een betere 165 28, 52 | 52. Zij aan wie Wij het Boek voordien gaven, geloven 166 28, 86 | hadt niet verwacht dat het Boek (de Koran) aan u zou worden 167 29, 27 | het profetenambt en het Boek onder zijn nageslacht, en 168 29, 45 | Verkondig hetgeen u in het Boek is geopenbaard, en onderhoud 169 29, 46 | twist met de mensen van het Boek slechts op de goede wijze; 170 29, 47 | En aldus hebben Wij u het Boek nedergezonden en zij wie 171 29, 47 | nedergezonden en zij wie Wij het Boek hebben gegeven geloven daarin; 172 29, 48 | voordien placht gij geen boek te lezen, noch met uw rechter 173 29, 51 | genoeg voor hen dat Wij u het Boek hebben geopenbaard dat aan 174 30, 56 | zullen zeggen: "Volgens het Boek van Allah zijt gij inderdaad 175 31, 2 | Dit zijn verzen van het Boek vol van Wijsheid. ~ 176 31, 20 | leiding of een verlichtend Boek. 177 32, 2 | 2. De openbaring van het Boek is zonder twijfel van de 178 32, 23 | Voorzeker, Wij gaven Mozes het Boek - twijfel dus niet aan de 179 33, 6 | bij elkander volgens het Boek van Allah, dan de gelovigen 180 33, 6 | gunst bewijst. Dit is in het Boek neergeschreven. ~ 181 33, 26 | Hij deed de mensen van het Boek die hen (de vijand) hielpen 182 34, 3 | het staat in een duidelijk Boek. ~ 183 34, 44 | 44. En Wij gaven hun geen boek dat zij bestudeerden, noch 184 35, 11 | verlengd zonder dat het in het Boek is vermeld. Voorzeker, dit 185 35, 25 | Geschriften en met een verlichtend Boek. ~ 186 35, 29 | 29. Waarlijk, zij die het Boek (de Koran) van Allah voordragen 187 35, 31 | hebben geopenbaard van het Boek is de Waarheid, vervullend 188 35, 32 | 32. Dan gaven Wij het Boek als erfdeel aan diegenen 189 35, 40 | hemelen?" Hebben Wij hun een Boek gegeven waaruit zij een 190 36, 12 | dingen in een duidelijk boek geschreven. ~ 191 37, 117| gaven hun het duidelijke boek. ~ 192 37, 157| 157. Toont dan uw Boek, indien gij waarachtig zijt." ~ 193 38, 29 | 29. Het Boek dat Wij aan u hebben geopenbaard 194 39, 1 | 1. De openbaring van dit Boek is van Allah, de Almachtige, 195 39, 2 | Voorwaar, Wij hebben u het Boek met waarheid geopenbaard; 196 39, 23 | verkondiging geopenbaard, een Boek (de Koran), overeenkomstig 197 39, 41 | ten bate der mensen het Boek met Waarheid nedergezonden. 198 39, 69 | Heer schitteren, en het Boek zal nedergelegd worden en 199 40, 2 | 2. De openbaring van dit Boek is van Allah, de Almachtige, 200 40, 53 | kinderen van Israël het Boek erven. ~ 201 40, 70 | 70. Degenen die het Boek en hetgeen waarmee Wij Onze 202 41, 3 | 3. Een Boek waarvan de verzen zijn verklaard 203 41, 41 | waarlijk het is een machtig Boek. ~ 204 41, 45 | En Wij gaven Mozes het Boek, maar men verschilde er 205 42, 14 | En waarlijk, zij die het Boek erfden, na hen, zijn er 206 42, 15 | maar zeg: "Ik geloof in elk Boek dat Allah heeft neder gezonden 207 42, 17 | 17. Allah is het Die dit Boek (de Koran) met de Weegschaal 208 42, 52 | geopenbaard. Gij wist niet wat het Boek noch wat het geloof was. 209 43, 2 | 2. Bij het duidelijke Boek; ~ 210 43, 4 | voorwaar, dit is in het Boek der Boeken bij Ons, verheven, 211 43, 21 | Wij hun ooit te voren een Boek gegeven waar zij zich aan 212 44, 2 | 2. Bij het duidelijke Boek. ~ 213 45, 2 | 2. De openbaring van dit Boek is van Allah, de Almachtige, 214 45, 16 | 16. Wij gaven het Boek en de heerschappij en het 215 45, 28 | knielen. Elk volk zal tot zijn boek worden geroepen en er zal 216 45, 29 | 29. "Dit is Ons Boek: het spreekt tot u; met 217 46, 2 | 2. De openbaring van dit Boek is van Allah, de Machtige, 218 46, 4 | hemelen? Brengt mij een boek, dat vóór dit is geopenbaard 219 46, 12 | 12. En voordien was het Boek van Mozes een leiding en 220 46, 12 | een barmhartigheid: en dit Boek (de Koran) is bevestigend 221 46, 30 | ons volk, wij hebben een Boek horen voorlezen, dat na 222 50, 4 | verteert en bij Ons is een Boek dat alles bewaart. ~ 223 50, 17 | de twee (engelen) die te boek stellen, schrijven, zit 224 52, 2 | 2. En bij het geschreven Boek, ~ 225 56, 78 | 78. Een beschermd Boek, ~ 226 57, 16 | worden zoals zij die het Boek vóórdien ontvingen - voor 227 57, 22 | het is opgetekend in het Boek voordat Wij het openbaren. 228 57, 25 | bewijzen en openbaarden hun het Boek en de Weegschaal opdat het 229 57, 26 | het profetenambt en het Boek. En enigen van hen waren 230 57, 29 | Opdat de mensen van het Boek mogen weten, dat zij geen 231 59, 2 | onder de mensen van het Boek, uit hun huizen zette bij 232 59, 11 | onder de mensen van het Boek: "Indien gij verdreven wordt, 233 62, 2 | en hen zuivert en hun het Boek en de wijsheid onderwijst, 234 68, 37 | 37. Hebt gij een Boek waarin gij leest? ~ 235 68, 52 | 52. Neen, het (Boek) is niets dan een vermaning 236 69, 19 | 19. En hij, aan wie zijn boek in de rechter hand wordt 237 69, 19 | zeggen: "Komt, leest mijn boek. ~ 238 69, 25 | 25. Maar, hij wiens boek in de linker hand wordt 239 69, 25 | zal zeggen: "O was mijn boek mij maar niet gegeven! ~ 240 74, 31 | ongelovigen, opdat wie het Boek is gegeven zekerheid mogen 241 74, 31 | opdat de mensen van het Boek en de gelovigen niet zullen 242 78, 29 | Wij hebben alles in een boek neergeschreven. ~ 243 83, 9 | 9. Het is een geschreven boek. ~ 244 83, 20 | 20. Een geschreven boek. ~ 245 84, 7 | Wat hem betreft, wie het boek in zijn rechter hand wordt 246 84, 10 | 10. Maar hij, wie het boek achter zijn rug wordt gegeven, ~ 247 98, 1 | onder de mensen van het Boek en onder de afgodendienaren 248 98, 4 | 4. En de mensen van het Boek werden eerst onenig, nadat 249 98, 6 | onder de mensen van het Boek en de afgodendienaren zullen


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License