Sura, Verse
1 2, 87 | heiligheid. Telkens als een boodschapper tot u kwam, met hetgeen
2 2, 101| 101. En nu er een boodschapper van Allah tot hen is gekomen,
3 2, 108| 108. Zoudt gij de boodschapper die tot u z werd gezonden,
4 2, 129| Heer, doe onder hen een boodschapper opstaan, die hun Uw tekenen
5 2, 151| Omdat Wij uit uw midden een boodschapper hebben gezonden, die u Onze
6 2, 214| hevig geschokt, totdat de boodschapper en de gelovigen met hem
7 2, 279| oorlog met Allah en Zijn boodschapper; indien gij berouw hebt
8 2, 285| 285. Deze boodschapper gelooft in hetgeen hem van
9 3, 32 | Gehoorzaamt Allah en de boodschapper", maar als zij zich afwenden,
10 3, 49 | 49. En hij zal een boodschapper voor de kinderen Israëls
11 3, 53 | geopenbaard en volgen deze boodschapper. Schrijf ons onder hen die
12 3, 81 | geschonken en daarna zal een boodschapper tot u komen, vervullend
13 3, 86 | te hebben afgelegd dat de boodschapper waarachtig was en nadat
14 3, 101| worden voorgedragen en Zijn boodschapper onder u aan wezig is? En
15 3, 132| gehoorzaamt Allah en de boodschapper, zodat u barmhartigheid
16 3, 144| Mohammed is slechts een boodschapper. Waarlijk, alle boodschappers
17 3, 153| niemand omzaagt, terwijl de boodschapper u van verre nariep, gaf
18 3, 164| gunst bewezen, daar Hij een boodschapper uit hun midden opwekte,
19 3, 172| de roep van Allah en de boodschapper beantwoordden, nadat zij
20 3, 183| heeft ons opgedragen in geen boodschapper te geloven, voordat deze
21 4, 13 | bepalingen en wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, Hij zal hem
22 4, 14 | 14. En wie Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzaamt en Zijn
23 4, 42 | zij, die verwierpen en de boodschapper niet gehoorzaamden, wensen,
24 4, 59 | gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper en degenen, die onder u
25 4, 59 | verwijst het naar Allah en Zijn boodschapper, als gij gelooft in Allah
26 4, 61 | nedergezonden en tot Zijn boodschapper", ziet gij dan de huichelaars
27 4, 64 | 64. Wij zenden geen boodschapper of hij moet worden gehoorzaamd
28 4, 64 | vergiffenis hadden gevraagd en de boodschapper ook om vergiffenis voor
29 4, 69 | wie aldus Allah en deze boodschapper gehoorzaamt, zal zijn onder
30 4, 79 | uzelf. En wij hebben u als boodschapper tot de mensheid gezonden;
31 4, 80 | 80. Wie de boodschapper gehoorzaamt, gehoorzaamt
32 4, 83 | en indien zij het naar de boodschapper hadden verwezen en naar
33 4, 100| terwille van Allah en Zijn boodschapper en de dood achterhaalt hem -
34 4, 115| En hij, die zich tegen de boodschapper verzet nadat diens leiding
35 4, 136| gelooft in Allah en Zijn boodschapper en in het Boek dat Hij Zijn
36 4, 136| in het Boek dat Hij Zijn boodschapper heeft geopenbaard, en in
37 4, 157| Jezus, zoon van Maria, de boodschapper van Allah gedood", - maar
38 4, 170| 170. O mensdom, de boodschapper is inderdaad met waarheid
39 4, 171| van Maria was slechts een boodschapper van Allah en Zijn woord
40 5, 15 | mensen van het Boek, Onze boodschapper is tot u gekomen, die veel
41 5, 19 | mensen van het Boek, Onze boodschapper is tot u gekomen na een
42 5, 41 | 41. O gij boodschapper, laat degenen, die gemakkelijk
43 5, 55 | zijn slechts Allah en Zijn boodschapper en de gelovigen die het
44 5, 56 | En hij, die Allah en de boodschapper en de gelovigen tot vrienden
45 5, 67 | 67. O boodschapper, verkondig hetgeen u van
46 5, 70 | Maar telkens, wanneer een boodschapper tot hen kwam met hetgeen
47 5, 75 | van Maria was slechts een boodschapper; voorzeker, alle boodschappers
48 5, 83 | indien zij hetgeen deze boodschapper is geopenbaard, horen, ziet
49 5, 92 | Allah en gehoorzaamt de boodschapper en weest op uw hoede. Maar
50 5, 92 | afwendt, weet dan, dat op Onze boodschapper slechts het duidelijk verkondigen
51 5, 99 | 99. Op de boodschapper rust slechts (de plicht
52 5, 104| heeft geopenbaard en tot de boodschapper," zeggen zij: "Voor ons
53 5, 111| bezielde om in Mij en Mijn boodschapper te geloven, zeiden zij: "
54 7, 61 | dwaling, doch ik ben een boodschapper van de Heer der Werelden." ~
55 7, 67 | dwaasheid, maar ik ben een boodschapper van de Heer der Werelden." ~
56 7, 104| Pharao, ik ben waarlijk een boodschapper van de Heer der Werelden." ~
57 7, 157| 157. "Hun, die de boodschapper, de reine profeet volgen,
58 7, 158| ik ben u allen tot een boodschapper van Allah, aan Wie het koninkrijk
59 7, 158| daarom in Allah en Zijn boodschapper, de reine Profeet, die in
60 8, 1 | behoort aan Allah en de boodschapper. Vreest daarom Allah en
61 8, 1 | gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper als gij gelovigen zijt." ~
62 8, 13 | zich tegen Allah en Zijn boodschapper hebben verzet. En wie tegen
63 8, 13 | wie tegen Allah en Zijn boodschapper strijdt, (wete) Allah is
64 8, 20 | gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper en wendt u niet van hem
65 8, 24 | geeft gehoor aan Allah en de boodschapper wanneer Hij u roept, opdat
66 8, 27 | gelooft, weest Allah en de boodschapper niet ontrouw en weest niet
67 8, 41 | vijfde van voor Allah, de boodschapper, de verwanten, de wezen,
68 8, 46 | gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper en redetwist niet met elkander,
69 9, 1 | ontheffing door Allah en zijn boodschapper tegenover degenen der afgodendienaren
70 9, 3 | verklaring van Allah en Zijn boodschapper aan de mensen op de dag
71 9, 3 | dat Allah alsmede Zijn boodschapper niets uitstaande hebben
72 9, 7 | afgodendienaren met Allah en Zijn boodschapper, met uitzondering van hen,
73 9, 13 | en plannen smeedde om de boodschapper te verdrijven en dat het
74 9, 16 | niemand buiten Allah en Zijn boodschapper en de gelovigen tot boezemvriend
75 9, 24 | zijn, dan Allah en Zijn boodschapper en het streven voor Zijn
76 9, 26 | Allah Zijn vrede over de boodschapper en over de gelovigen neder
77 9, 29 | houden wat Allah en Zijn boodschapper voor onwettig hebben verklaard,
78 9, 33 | 33. Hij is het, Die Zijn boodschapper met leiding en de ware godsdienst
79 9, 54 | behalve dat zij in Allah en de boodschapper niet geloven. En zij komen
80 9, 59 | met hetgeen Allah en Zijn boodschapper hun hadden gegeven en hadden
81 9, 59 | overvloed geven evenals Zijn boodschapper. Voorzeker, tot Allah zijn
82 9, 61 | onder u." En zij, die de boodschapper van Allah lastig vallen,
83 9, 62 | behagen, maar Allah en Zijn boodschapper zijn waardiger, dat zij
84 9, 63 | dat hem die Allah en Zijn Boodschapper vijandig gezind is het Vuur
85 9, 65 | en Zijn tekenen en Zijn boodschapper dat gij spotte?" ~
86 9, 71 | gehoorzamen Allah en Zijn boodschapper. Dezen zijn het, wie Allah
87 9, 74 | alleen omdat Allah en Zijn boodschapper hen uit Zijn overvloed hadden
88 9, 80 | omdat zij in Allah en Zijn boodschapper niet geloven. Allah leidt
89 9, 81 | 81. Zij die achter de boodschapper van Allah bleven verheugden
90 9, 84 | verwierpen Allah en Zijn boodschapper en stierven, terwijl zij
91 9, 86 | strijdt tezamen met Zijn boodschapper," vragen de rijken onder
92 9, 88 | 88. Maar de boodschapper en de gelovigen met hem,
93 9, 90 | logen jegens Allah en Zijn boodschapper, bleven thuis. En degenen
94 9, 91 | zijn jegens Allah en Zijn boodschapper. Er rust geen blaam op degenen
95 9, 94 | ingelicht. En Allah en Zijn boodschapper zullen u uw gedrag weldra
96 9, 97 | geboden, die Allah tot Zijn boodschapper heeft nedergezonden niet
97 9, 105| Werkt en Allah zal met Zijn boodschapper en de gelovigen uw werk
98 9, 107| voorheen tegen Allah en Zijn boodschapper oorlog voerde; zij zullen
99 9, 120| niet, dat zij achter de boodschapper van Allah zouden blijven,
100 9, 128| 128. Voorzeker, een boodschapper is uit uw midden tot u gekomen;
101 10, 47 | Voor elk volk is er een boodschapper. Wanneer daarom hun boodschapper
102 10, 47 | boodschapper. Wanneer daarom hun boodschapper komt, wordt er met rechtvaardigheid
103 12, 50 | hem tot mij." Maar toen de boodschapper tot hem (Jozef) kwam, zeide
104 13, 11 | 11. Er zijn voor hem (de Boodschapper) bewakers (engelen) vóór
105 13, 38 | kinderen. En het is een boodschapper niet mogelijk een teken
106 14, 4 | 4. Wij zonden geen boodschapper dan met de taal van zijn
107 15, 11 | Maar er kwam nooit een boodschapper tot hen of zij bespotten
108 16, 36 | wekten onder elk volk een boodschapper op, "Aanbidt Allah en vermijdt
109 16, 113| En er was inderdaad een boodschapper uit hun midden tot hen gekomen
110 17, 15 | straffen nimmer voordat Wij een boodschapper hebben gezonden. ~
111 17, 93 | ik ben slechts mens en boodschapper!" ~
112 17, 94 | Heeft Allah een mens als boodschapper gezonden?" ~
113 17, 95 | uit de hemel een engel als boodschapper tot hen hebben gezonden." ~
114 19, 19 | antwoordde: "Ik ben slechts een boodschapper van uw Heer opdat ik u een
115 19, 24 | 24. Dan riep (Gods boodschapper) haar van beneden toe, zeggende: "
116 19, 51 | hij was een uitverkorene, boodschapper en profeet. ~
117 19, 54 | En hij was (eveneens) een boodschapper - profeet. ~
118 20, 96 | volgde de voetstappen van de boodschapper naar mijn beste vermogen,
119 20, 134| waarom hebt Gij ons geen boodschapper gezonden, dan hadden wij
120 21, 25 | 25. En Wij zonden geen boodschapper vóór u zonder hem te openbaren: "
121 22, 52 | 52. Nimmer zonden Wij een boodschapper of een profeet vóór u of,
122 22, 78 | in dit Boek, opdat Onze boodschapper getuige over u zij, en dat
123 23, 24 | hebben nooit van zulk (een boodschapper) onder onze voorvaderen
124 23, 32 | Wij zonden onder hen een boodschapper uit hun midden, die zeide: "
125 23, 44 | ander. Telkens wanneer een Boodschapper tot een volk kwam, verloochenden
126 23, 69 | 69. Of hebben zij hun boodschapper niet erkend dat zij hem
127 24, 47 | geloven in Allah en in de boodschapper en wij gehoorzamen." Maar
128 24, 48 | wanneer zij tot Allah en Zijn boodschapper worden geroepen opdat hij
129 24, 50 | vrezen zij dat Allah en Zijn boodschapper onrechtvaardig jegens hen
130 24, 51 | gelovigen tot Allah en Zijn boodschapper worden geroepen opdat Hij
131 24, 52 | 52. En wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt en Allah vreest
132 24, 54 | Allah en gehoorzaamt de boodschapper. Maar indien gij u afwendt
133 24, 54 | worden. En de plicht van de boodschapper is slechts de duidelijke
134 24, 56 | Zakaat en gehoorzaamt de boodschapper, opdat gij barmhartigheid
135 24, 62 | gelovigen die in Allah en Zijn boodschapper geloven, en die, wanneer
136 24, 62 | werkelijk in Allah en Zijn boodschapper geloven. Wanneer zij daarom
137 24, 63 | Behandelt de uitnodiging van de boodschapper onder u niet zoals gij de
138 25, 7 | En zij zeggen: "Wat voor boodschapper is deze die voedsel gebruikt
139 25, 27 | O, had ik de weg met de boodschapper maar gevolgd. ~
140 25, 30 | 30. En de boodschapper zal zeggen: "O, mijn Heer,
141 25, 41 | Is hij het, die Allah als boodschapper heeft gezonden? ~
142 26, 21 | geschonken en mij tot een boodschapper gemaakt. ~
143 26, 27 | Pharao zeide: "Waarlijk, de boodschapper die tot u is gezonden, is
144 26, 107| ben voor u een getrouwe boodschapper, ~
145 26, 125| ik ben tot u een getrouwe boodschapper. ~
146 26, 143| ben voor u een getrouwe boodschapper. ~
147 26, 162| Waarlijk, ik ben u een getrouwe boodschapper, ~
148 26, 178| ben voor u een getrouwe boodschapper, ~
149 28, 7 | teruggeven en zullen hem tot een boodschapper maken." ~
150 28, 47 | waarom zondt Gij ons geen boodschapper, opdat wij Uwe tekenen hadden
151 28, 59 | Hij in de hoofdstad een boodschapper heeft verwekt die hun Ons
152 29, 18 | verloochenden ook. En op de boodschapper rust slechts de duidelijke
153 33, 12 | zeiden: "Wat Allah en Zijn boodschapper ons beloofden was slechts
154 33, 22 | Dit is wat Allah en Zijn boodschapper ons beloofden; en Allah
155 33, 22 | beloofden; en Allah en Zijn boodschapper spraken de waarheid." En
156 33, 29 | indien gij Allah en Zijn boodschapper en het tehuis van het Hiernamaals
157 33, 31 | van u aan Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt en goede werken
158 33, 33 | gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper. O huisgenoten, Allah wenst
159 33, 36 | niet, wanneer Allah en Zijn boodschapper over een zaak hebben beslist,
160 33, 36 | zaak. En wie Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzaamt, is zeker
161 33, 40 | één uwer mannen, maar de boodschapper van Allah en het zegel der
162 33, 53 | hart. En het past u niet de boodschapper van Allah lastig te vallen,
163 33, 57 | Betreffende hen, die Allah en Zijn boodschapper lastig vallen, Allah heeft
164 33, 66 | wij slechts Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamd!" ~
165 33, 71 | vergeven. En wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, heeft zeker
166 35, 24 | volk waaronder zich geen boodschapper heeft bevonden. ~
167 36, 30 | de mensen: er komt geen boodschapper tot hen of zij bespotten
168 37, 147| 147. En Wij zonden hem als boodschapper tot honderdduizend of meer
169 40, 5 | en elk volk besloot zijn boodschapper te vangen en twistte door
170 40, 34 | Allah zal na hem geen boodschapper meer zenden." Alzo laat
171 40, 78 | Wij niet genoemd en geen boodschapper kan een teken brengen zonder
172 42, 51 | achter een sluier of door een boodschapper te zenden om door Zijn gebod
173 43, 29 | Waarheid en een welsprekende boodschapper, die alles verduidelijkte,
174 43, 46 | zeide: "Ik ben waarlijk een boodschapper van de Heer der Werelden." ~
175 44, 13 | terwijl er tot hen een boodschapper is gekomen, die alles duidelijk
176 44, 17 | er kwam een eerwaardige boodschapper tot hen zeggende: ~
177 44, 18 | ben voor u een betrouwbare Boodschapper. ~
178 46, 9 | Zeg: "Ik ben geen nieuwe boodschapper, noch weet ik wat met u
179 47, 32 | s pad afleiden en die de boodschapper tegenwerken, nadat de leiding
180 47, 33 | gehoorzaamt Allah en de boodschapper en maakt uw werken niet
181 48, 9 | Opdat gji in Allah en Zijn boodschapper zoudt geloven, hem steunen
182 48, 12 | Neen, gij dacht dat de boodschapper en de gelovigen nooit tot
183 48, 13 | die niet in Allah en Zijn boodschapper geloven hebben Wij voorzeker
184 48, 17 | zieke. En wie Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, hem zal Hij
185 48, 26 | Allah Zijn kalmte over Zijn boodschapper en over de gelovigen neder
186 48, 27 | vervulde het visioen van Zijn boodschapper naar waarheid. Voorzeker
187 48, 28 | 28. Hij is het, Die Zijn boodschapper met leiding en de godsdienst
188 48, 29 | 29. Mohammed is de boodschapper van Allah. En zij, die met
189 49, 1 | voorbarig bij Allah en Zijn boodschapper, maar vreest Allah. Voorwaar
190 49, 3 | verzachten in het bijzijn van de boodschapper van Allah, zijn degenen
191 49, 14 | indien gij Allah en Zijn boodschapper gehoorzaamt, zal Hij u van
192 49, 15 | degenen, die in Allah en Zijn boodschapper geloven en daarna niet twijfelen,
193 50, 14 | elk hunner verloochende de boodschapper. Daarom ging de bedreiging
194 51, 52 | die vóór hen waren, geen boodschapper of zij zeiden: "Dit is een
195 57, 7 | Gelooft in Allah en Zijn boodschapper en geeft weg van datgene
196 57, 8 | Allah gelooft, terwijl de boodschapper u roept om in uw Heer te
197 57, 28 | Allah en gelooft in Zijn boodschapper. Hij zal u een dubbel aandeel
198 58, 4 | geloven aan Allah en Zijn boodschapper. Dit zijn de verordeningen
199 58, 5 | die tegen Allah en Zijn boodschapper ingaan, zullen zeker vernederd
200 58, 8 | ongehoorzaamheid jegens de boodschapper? En als zij tot u komen,
201 58, 9 | ongehoorzaamheid jegens de boodschapper, maar beraadslaagt over
202 58, 12 | die gelooft, indien gij de boodschapper (in het bijzonder) wiltraadplegen,
203 58, 13 | gehoorzaamt Allah en Zijn boodschapper. En Allah is goed op de
204 58, 20 | degenen die Allah en Zijn Boodschapper tegenwerken zullen worden
205 58, 22 | liefhebben die Allah en Zijn boodschapper tegenwerkt, zelfs al waren
206 59, 4 | omdat zij Allah en Zijn boodschapper tegenwerkten - en hij die
207 59, 6 | van hen als buit aan, Zijn boodschapper heeft gegeven daarvoor spoordet
208 59, 7 | 7. Wat Allah aan Zijn boodschapper heeft gegeven als buit van
209 59, 7 | stadsgebieden, is voor Allah en Zijn boodschapper en voor de naaste familieleden
210 59, 7 | rijken onder u. En wat de boodschapper u ook moge geven, neemt
211 59, 8 | zochten en Allah en Zijn boodschapper hielpen; dit zijn de waarachtigen. ~
212 60, 1 | gekomen hebben verworpen en de boodschapper en uzelf verdrijven, omdat
213 61, 5 | wetende dat ik Allah's boodschapper voor u ben?" En toen zij
214 61, 6 | van Israël, Ik ben Allah's boodschapper voor u, datgene bevestigend
215 61, 6 | tijding gevende van een boodschapper die na mij komen zal, zijn
216 61, 9 | 9. Hij is het Die Zijn boodschapper heeft gezonden met leiding
217 61, 11 | Dat gij in Allah en Zijn boodschapper gelooft en voor de zaak
218 62, 2 | onder de ongeletterden een boodschapper heeft verwekt die Zijn tekenen
219 63, 1 | getuigen dat gij inderdaad de boodschapper van Allah zijt." Allah weet
220 63, 1 | Allah weet dat gij Zijn boodschapper zijt, en Allah getuigt dat
221 63, 5 | wordt gezegd: "Komt, de boodschapper van Allah zal voor u om
222 63, 7 | voor degenen die met de boodschapper van Allah zijn zodat deze
223 63, 8 | behoort aan Allah, Zijn boodschapper en de gelovigen; de huichelaars
224 64, 8 | daarom in Allah en Zijn boodschapper, en in het Licht dat Wij
225 64, 12 | Allah en gehoorzaamt de boodschapper. Maar indien gij u afwendt
226 64, 12 | afwendt dan berust op Onze boodschapper alleen, de boodschap duidelijk
227 65, 11 | 11. Een boodschapper, die aan u de duidelijke
228 69, 10 | En zij gehoorzaamden de boodschapper van hun Heer niet, daarom
229 69, 40 | boodschap die een eerwaardige boodschapper heeft gebracht. ~
230 72, 7 | meendet, dat Allah nooit een boodschapper zou zenden. ~
231 72, 23 | degenen die Allah en Zijn boodschapper niet gehoorzamen is het
232 72, 27 | Behalve hem die Hij als boodschapper kiest. Dan doet Hij een
233 73, 15 | Waarlijk, Wij hebben tot u een boodschapper gezonden, die een getuige
234 73, 15 | tegen u is, geljik Wij een boodschapper tot Pharao zonden. ~
235 73, 16 | Maar Pharao gehoorzaamde de boodschapper niet, daarom grepen Wij
236 81, 19 | boodschap van een edele boodschapper, ~
237 91, 13 | 13. Zeide de boodschapper van Allah: "Laat de kamelin
238 98, 2 | 2. Een boodschapper van Allah, die aan hen de
|