Sura, Verse
1 2, 30 | prijzen," antwoordde Hij: "Ik weet wat gij niet weet." ~
2 2, 30 | Hij: "Ik weet wat gij niet weet." ~
3 2, 33 | hemelen en der aarde en Ik weet, wat gij onthult en wat
4 2, 77 | zij dan niet, dat Allah weet, wat zij verbergen en wat
5 2, 80 | over Allah, dat gij niet weet? ~
6 2, 106| betere of daaraan gelijke. Weet gij niet, dat Allah macht
7 2, 107| 107. Weet gij niet, dat het koninkrijk
8 2, 140| Christenen waren? Zeg: "Weet gij het beter of Allah?"
9 2, 169| Allah zegt, wat gij niet weet. ~
10 2, 187| zijt haar een gewaad. Allah weet, dat gij onrechtvaardig
11 2, 194| gedaan. En vreest Allah en weet, dat Allah met de godvruchtzgen
12 2, 196| woont. En vreest Allah en weet, dat Allah streng is in
13 2, 197| ook aan goeds doet, Allah weet het. En rust u uit met het
14 2, 203| vreest. Vreest Allah en weet, dat gij voor Hem zult worden
15 2, 209| tekenen tot u zijn gekomen, weet dan, dat Allah Almachtig,
16 2, 215| weldaad gij ook doet - Allah weet het goed. ~
17 2, 216| slecht voor u is. Allah weet het en gij weet het niet. ~
18 2, 216| is. Allah weet het en gij weet het niet. ~
19 2, 220| zij uw broeders. En Allah weet de kwaadstichters van de
20 2, 223| uzelf en vreest Allah en weet, dat gij Hem zult ontmoeten
21 2, 231| vermaant. En vreest Allah en weet, dat Allah de Kenner is
22 2, 232| en reiner voor u; Allah weet en gij niet. ~
23 2, 233| betaalt. En vreest Allan en weet, dat Allah ziet, wat gij
24 2, 234| behoorlijke wijze doen; Allah weet, wat gij doet. ~
25 2, 235| gedachten verborgen houdt. Allah weet, dat gij het haar zult zeggen.
26 2, 235| wachttijd ten einde is. En weet, dat Allah weet, wat in
27 2, 235| einde is. En weet, dat Allah weet, wat in uw gedachten is
28 2, 235| vreest derhalve voor Hem en weet, dat Allah Vergevensgezind,
29 2, 243| 243. Weet gij niet van degenen, die
30 2, 244| voor de zaak van Allah en weet, dat Allah Alhorend, Alwetend
31 2, 246| 246. Weet gij niet van de leiders
32 2, 259| duidelijk werd zeide hij: "Ik weet, dat Allah macht heeft over
33 2, 260| haastig tot u komen. En weet, dat Allah Almachtig, Alwijs
34 2, 267| nemen, tenzij oogluikend; en weet, dat Allah Zichzelf-genoeg,
35 2, 270| aflegt, voorzeker Allah weet het; er is geen hulp voor
36 2, 271| van u wegnemen. En Allah weet, wat gij doet. ~
37 2, 273| besteedt, voorzeker, Allah weet het goed. ~
38 2, 282| schenkt u kennis en Allah weet alle dingen goed. ~
39 2, 283| is zeker zondig en Allah weet goed, wat gij doet. ~
40 3, 29 | verbergt of onthult, Allah weet het en Hij weet wat in de
41 3, 29 | onthult, Allah weet het en Hij weet wat in de hemelen en op
42 3, 66 | geen kennis hebt? Allah weet en gij weet niet. ~
43 3, 66 | hebt? Allah weet en gij weet niet. ~
44 3, 92 | gij ook besteedt. Allah weet dit eveneens. ~
45 3, 119| razernij." Waarlijk, Allah weet goed wat in de harter is. ~
46 3, 120| schaden; voorzeker, Allah weet hetgeen zij doen. ~
47 3, 154| wat in uw hart was. Allah weet, wat in het innerlijk is. ~
48 3, 167| hun hart is. Doch Allah weet goed wat zij verbergen. ~
49 3, 184| de profeet) verloochent, (weet dan) dat er eveneens boodschappers
50 4, 11 | ouders en uw kinderen, gij weet niet, wie van hen u het
51 4, 43 | bedwelmd zijt; totdat gij weet wat gij zegt, noch, wanneer
52 4, 63 | 63. Allah weet wat in het hart van dezen
53 4, 94 | onderzoek in. Voorzeker, Allah weet, wat gij doet. ~
54 4, 108| Hem niet behaagt. Allah weet, wat zij doen. ~
55 4, 127| verricht, voorzeker, Allah weet het goed. ~
56 5, 7 | Allah. Voorzeker, Allah weet goed, wat in uw innerlijk
57 5, 34 | gij hen in uw macht hebt. Weet derhalve, dat Allah Vergevensgezind,
58 5, 40 | 40. Weet gij niet, dat het koninkrijk
59 5, 49 | indien zij zich afwenden, weet dan, dat Allah hen voor
60 5, 61 | er mee heengaan en Allah weet het beste, wat zij verbergen. ~
61 5, 92 | Maar indien gij u afwendt, weet dan, dat op Onze boodschapper
62 5, 97 | zult begrijpen, dat Allah weet, wat in de hemelen en wat
63 5, 98 | 98. Weet, dat Allah streng is in
64 5, 99 | der boodschap). En Allah weet, wat gij openbaart en wat
65 5, 116| zeker hebben geweten. Gij weet, wat in mijn innerlijk is
66 5, 116| mijn innerlijk is en ik weet niet, wat in U is. Gij zijt
67 6, 3 | innerlijk en uw uiterlijk en Hij weet, wat gij verdient. ~
68 6, 59 | dit, behalve Hij. En Hij weet wat op het land en wat in
69 6, 59 | blad zonder dat Hij het weet, noch is er een korrel in
70 6, 60 | ziel in de nacht neemt en weet hetgeen gij overdag doet;
71 6, 81 | dan veiliger, als gij dat weet?" ~
72 6, 109| zijn bij Allah." En wat weet gij: Wanneer de tekenen
73 6, 117| 117. Voorzeker, uw Heer weet het beste wie van Zijn weg
74 6, 124| boodschappers is gegeven." Allah weet het beste waar Zijn boodschapte
75 7, 28 | Allah, hetgeen gij niet weet?" ~
76 7, 33 | dingen zegt, die gij niet weet. ~
77 7, 38 | iedereen het dubbele, maar gij weet het niet.'' ~
78 7, 62 | geef u oprechte raad en ik weet van Allah wat gij niet weet." ~
79 7, 62 | weet van Allah wat gij niet weet." ~
80 7, 75 | die zij zwak achtten: "Weet gij zeker, dat Salih een
81 8, 14 | ondergaat haar daarom en weet dat er voor de ongelovigen
82 8, 24 | Hij u leven moge geven en weet, dat Allah tussen een man
83 8, 25 | kwaad doen zal treffen. En weet, dat Allah streng is in
84 8, 28 | 28. En weet, dat uw bezittingen en uw
85 8, 40 | En als zij terugvallen weet dan, dat Allah uw Beschermer
86 8, 41 | 41. En weet, dat wat gij ook als buit
87 8, 66 | last verlicht, want Hij weet dat er zwakheid in u is.
88 9, 2 | rond voor vier maanden en weet, dat gij Allah niet kunt
89 9, 3 | maar indien gij u afwendt, weet dan, dat gij Allah niet
90 9, 6 | zij een volk zijn dat niet weet. ~
91 9, 36 | zoals zij u bestrijden en weet, dat Allah met de rechtvaardigen
92 9, 41 | voor u als gij het slechts weet. ~
93 9, 42 | te gronde gaan en Allah weet dat zij leugenaars zijn. ~
94 9, 123| hardheid in u vinden en weet, dat Allah met de godvruchtigen
95 10, 36 | waarheid. Waarlijk, AIlah weet goed wat zij doen. ~
96 10, 55 | hemelen en op aarde is en weet, dat Allah's belofte waar
97 10, 68 | over Allah wat gij niet weet? ~
98 10, 104| godsdienst in twijfel verkeert, (weet) dan dat ik niet aanbid
99 11, 5 | met hun kleding bedekken, weet Hij wat zij verbergen en
100 11, 5 | zij tonen. Voorzeker, Hij weet goed wat in het innerlijk
101 11, 14 | uitdaging) niet aannemen, weet dan, dat het met Allah's
102 11, 31 | goeds zal schenken. Allah weet het best, wat in hun innerlijk
103 11, 79 | 79. Zij antwoordden: "Gij weet wel, dat wij geen recht
104 11, 79 | hebben op uw dochters en gij weet ook, wat wij wensen." ~
105 12, 73 | antwoordden: "Bij Allah, gij weet goed, dat wij niet kwamen
106 12, 77 | slechte toestand. Allah weet het beste wat gij beweert." ~
107 12, 80 | beraadslagen. De oudste zeide: "Weet gij niet, dat uw vader een
108 12, 86 | verdriet tot Allah en ik weet van Allah, wat gij niet
109 12, 86 | van Allah, wat gij niet weet." ~
110 12, 89 | 89. Hij zeide: "Weet gij wat gij Jozef en zijn
111 12, 96 | uit: "Zei ik u niet: 'Ik weet van Allah wat gij niet weet'?"
112 12, 96 | weet van Allah wat gij niet weet'?"
113 13, 8 | 8. Allah weet wat elke vrouw baart en
114 13, 19 | 19. Is dan hij die weet, dat hetgeen u van uw Heer
115 13, 42 | plannen berust bij Allah. Hij weet wat elke ziel verdient en
116 14, 38 | 38. "Onze Heer, Gij weet voorzeker hetgeen wij verbergen
117 16, 19 | 19. En Allah weet wat gij verbergt en wat
118 16, 23 | 23. Allah weet ongetwijfeld wat zij verbergen
119 16, 28 | geen kwaad." Neen, Allah weet, wat gij deedt. ~
120 16, 37 | zij geleid zullen worden, weet dan dat Allah voorzeker
121 16, 43 | bezitten als gij het niet weet - met duidelijke tekenen
122 16, 74 | Allah toe. Voorzeker Allah weet (alles), en gij weet niets. ~
123 16, 74 | Allah weet (alles), en gij weet niets. ~
124 16, 91 | gemaakt. Voorzeker, Allah weet wat gij doet. ~
125 16, 101| andere brengen - en Allah weet het beste wat Hij openbaart -
126 16, 125| wijze. Voorzeker uw Heer weet het beste wie van Zijn weg
127 17, 25 | 25. Uw Heer weet het best, wat in uw gedachten
128 17, 69 | 69. Of weet gij dan zo zeker dat Hij
129 17, 84 | eigen wijze maar uw Heer weet het goed, wie op het rechte
130 17, 96 | tussen u en mij; voorwaar Hij weet en ziet alles betreffende
131 17, 102| Hij zeide: "Voorzeker gij weet dat niemand anders dan de
132 18, 19 | anderen zeiden: "Uw God weet het best, hoe lang gij hier
133 18, 21 | gedenkteken voor hen op." Hun Heer weet wat het beste is. Degenen,
134 18, 26 | 26. Zeg: "Allah weet het best, hoelang zij daar
135 20, 110| 110. Hij weet al hetgeen vóór hen en al
136 21, 4 | 4. Zeg: "Mijn Heer, weet wat in de hemel en op aarde
137 21, 7 | bezitten, indien gij het niet weet. - ~
138 21, 28 | 28. Hij weet wat vóór hen is, en wat
139 21, 65 | het hoofd hangen, "Gij weet wel dat deze niet kunnen
140 21, 109| gelijkelijk ingelicht en ik weet niet of hetgeen waar gij
141 21, 110| 110. "Voorwaar, Hij weet wat openlijk besproken wordt
142 21, 110| openlijk besproken wordt en Hij weet hetgeen gij verbergt." ~
143 21, 111| 111. "En ik weet niet of het voor u een beproeving
144 22, 68 | redetwisten, zeg dan: "Allah weet het beste wat gij doet." ~
145 22, 70 | 70. Weet gij niet dat Allah al hetgeen
146 22, 76 | 76. Hij weet hetgeen vóór hen en hetgeen
147 23, 51 | goede werken. Voorwaar Ik weet goed wat gij doet. ~
148 23, 52 | 52. En weet dat uw gemeenschap één gemeenschap
149 23, 84 | hetgeen daarop is, als gij het weet?" ~
150 23, 88 | bescherming is, - als gij het weet?" ~
151 24, 19 | pijnlijke straf ondergaan. Allah weet, en gij weet niet. ~
152 24, 19 | ondergaan. Allah weet, en gij weet niet. ~
153 24, 29 | staan, binnengaat. Allah weet wat gij openlijk doet en
154 24, 41 | bidden en lofzang. En Allah weet goed wat zij doen. ~
155 25, 59 | iemand die meer over Hem weet. ~
156 26, 19 | 19. En gij weet wat gij deedt, terwijl gij
157 26, 112| Hij (Noach) zeide: "En wat weet ik er van wat zij deden?" ~
158 26, 132| vreest Hem, Die alles wat gij weet aan u geschonken heeft. ~
159 26, 188| 188. Hij zeide: "Mijn Heer weet het beste wat gij doet." ~
160 27, 22 | datgene gezien wat gij niet weet; en ik heb over Saba betrouwbare
161 27, 25 | het licht brengt en Die weet wat gij verbergt en wat
162 27, 74 | 74. En zeker uw Heer weet alles wat hun hart verbergt
163 28, 37 | Mozes zeide: "Mijn Heer weet het beste wie de leiding
164 28, 50 | als zij u niet antwoorden, weet dan dat zij slechts hun
165 28, 69 | 69. En uw Heer weet wat hun harten verbergen
166 28, 85 | brengen. Zeg: "Mijn Heer weet het beste wie de ware leiding
167 29, 10 | Voorzeker, wij waren met U." Weet Allah niet het best wat
168 29, 42 | 42. Voorwaar, Allah weet wat zij naast Hem aanroepen:
169 29, 45 | inderdaad het hoogste. Allah weet wat gij doet. ~
170 29, 52 | Getuige tussen u en mij. Hij weet alles wat in de hemelen
171 31, 23 | over wat zij deden; Allah weet heel goed wat in hun innerlijk
172 31, 34 | zendt de regen neder en Hij weet wat zich in de baarmoeder
173 31, 34 | baarmoeder bevindt. Geen ziel weet wat zij morgen zal doen,
174 31, 34 | morgen zal doen, en geen ziel weet in welk land zij zal sterven.
175 32, 17 | 17. Maar niemand weet welke verkwikking der ogen
176 33, 51 | gij haar geeft. En Allah weet wat in uw hart is; Allah
177 33, 63 | slechts bij Allah," gij weet het niet; het kan zijn dat
178 34, 2 | 2. Hij weet alles wat de aarde binnengaat
179 35, 8 | over hen. Voorzeker, Allah weet wat zij doen. ~
180 35, 11 | voort, zonder dat Hij het weet. En niemands leven wordt
181 35, 38 | der aarde. Waarlijk, Hij weet wat in de harten leeft. ~
182 36, 16 | Zij zeiden: "Onze Heer weet dat wij inderdaad tot u
183 39, 7 | wat gij deedt. Zeker, Hij weet goed wat in uw innerlijk
184 39, 70 | hetgeen zij deed. En Hij weet het beste wat zij volbrachten. ~
185 40, 37 | bereiken ofschoon ik zeker weet dat hij een leugenaar is."
186 42, 17 | heeft nedergezonden. Wat weet gij waarschijnlijk is het
187 42, 24 | bevestigen. Voorzeker, Hij weet wat in de harten is. ~
188 42, 25 | hun) zonden vergeeft. Hij weet wat gij doet. ~
189 46, 4 | 4. Zeg: "Weet gij wat gij naast Allah
190 46, 8 | tegen Allah niets baten. Hij weet het beste, wat gij daaromtrent
191 46, 9 | nieuwe boodschapper, noch weet ik wat met u of mij zal
192 47, 19 | 19. Weet, dat er buiten Allah geen
193 49, 7 | 7. En weet, dat de boodsehapper van
194 49, 16 | doen weten, terwijl Hij weet wat in de hemelen en op
195 57, 4 | zich op de Troon neder. Hij weet wat de aarde ingaat en wat
196 57, 17 | 17. Weet, dat Allah de aarde doet
197 57, 20 | 20. Weet, dat het wereldse leven,
198 58, 7 | gij niet, dat Allah alles weet wat in de hemelen en op
199 60, 1 | vriendschap betuigen? En Ik weet het beste wat gij verbergt
200 61, 11 | beter voor u als gij het weet. ~
201 62, 9 | beter voor u indien gij het weet. ~
202 63, 1 | boodschapper van Allah zijt." Allah weet dat gij Zijn boodschapper
203 64, 4 | 4. Hij weet wat in de hemelen en op
204 64, 4 | hemelen en op aarde is, Hij weet wat gij verbergt en wat
205 64, 4 | openbaar maakt; en Allah weet alles wat in het innerlijk
206 65, 1 | eigen ziel onrecht aan. Gij weet niet; misschien zal Allah
207 67, 13 | verbergt of openbaar maakt, Hij weet, wat in (uw) binnenste is. ~
208 68, 7 | 7. Zeker, uw Heer weet het beste wie van Zijn weg
209 69, 3 | 3. Gij weet niet wat plaats zal hebben. ~
210 72, 25 | 25. Zeg hun: "Ik weet niet of hetgeen waarmede
211 73, 20 | 20. Waarlijk uw Heer weet dat gij bijna twee-derde
212 73, 20 | maat van dag en nacht. Hij weet, dat gij het niet kunt volhouden,
213 73, 20 | u gemakkelijk valt. Hij weet dat er enigen onder u ziek
214 74, 27 | 27. En wat weet gij wat het Vuur der hel
215 75, 28 | 28. Dan weet hij dat hij scheiden moet. ~
216 77, 14 | 14. En wat weet gij ervan wat de Dag der
217 80, 3 | 3. (Mens) wat weet gij? Misschien wilde hij
218 82, 17 | 17. En wat weet gij er van wat de Dag des
219 82, 18 | 18. Nogmaals, wat weet gij er van wat de Dag des
220 83, 8 | 8. En wat weet gij er van wat Sidjdjien
221 83, 19 | 19. En wat weet gij er van wat"Illijjien"
222 84, 23 | 23. Doch Allah weet het beste wat zij denken. ~
223 86, 2 | 2. En wat weet gij (er van) wat de morgenster
224 89, 6 | 6. Weet gij niet hoe uw Heer met
225 90, 12 | 12. En wat weet gij (er van) wat de heuvel
226 96, 14 | 14. Weet hij niet dat Allah alles
227 97, 2 | 2. Wat weet gij (er van) wat de waardevolle
228 100, 9 | 9. Weet zo iemand dan niet, dat
229 101, 3 | 3. En wat weet gij (er van) wat de ramp
230 101, 10 | 10. En gij weet niet, wat dit is. ~
231 104, 5 | 5. En wat weet gij er van wat het verterende
|