bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | Geprezen zij Allah de Heer der hemelen en der aarde. ~De Nederlandse
2 2, 29 | vervolmaakte deze tot zeven hemelen, want Hij heeft kennis van
3 2, 33 | Waarlijk Ik ken de geheimen der hemelen en der aarde en Ik weet,
4 2, 107| dat het koninkrijk der hemelen en der aarde aan Allah behoort?
5 2, 116| Neen, alles, wat in de hemelen en op aarde is, behoort
6 2, 117| Wondere Schepper van de hemelen en aarde. Wanneer Hij iets
7 2, 164| Voorwaar, in de schepping der hemelen en der aarde en in de wisseling
8 2, 255| overmant Hem. Al wat in de hemelen en wat op aarde is, behoort
9 2, 255| troon strekt zich uit over hemelen en aarde en het waken over
10 2, 284| Allah behoort wat in de hemelen en wat op de aarde is; en
11 3, 5 | niets op aarde of in de hemelen voor Allah verborgern. ~
12 3, 29 | het en Hij weet wat in de hemelen en op aarde is. Allah heeft
13 3, 83 | terwijl al hetgeen in de hemelen en op aarde is zich willens
14 3, 109| behoort al hetgeen in de hemelen en al hetgeen op aarde is
15 3, 129| behoort al hetgeen in de hemelen en al hetgeen op aarde is.
16 3, 133| welks uitgestrektheid de hemelen en de aarde is, bereid voor
17 3, 180| behoort het erfdeel der hemelen en der aarde en Allah is
18 3, 189| behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde en Allah heeft
19 3, 190| voorzeker in de schepping der hemelen en der aarde en in de wisseling
20 3, 191| nadenken over de schepping der hemelen en der aarde, zeggende: "
21 4, 126| behoort alles, wat in de hemelen en alles wat op aarde is
22 4, 131| Allah behoort, wat in de hemelen en wat op aarde is. En wij
23 4, 131| verwerpt - voorzeker wat in de hemelen en op de aarde is behoort
24 4, 132| behoort alles, wat in de hemelen en alles, wat op aarde is
25 4, 170| Allah behoort wat in de hemelen en op aarde is en Allah
26 4, 171| Aan Hem behoort wat in de hemelen en op aarde is en Allah
27 5, 17 | behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde en al wat daartussen
28 5, 18 | behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde en wat daartussen
29 5, 40 | dat het koninkrijk der hemelen en der aarde aan Allah toebehoort?
30 5, 97 | dat Allah weet, wat in de hemelen en wat op aarde is en dat
31 5, 120| behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde en wat daartussen
32 6, 1 | lof komt Allah toe, Die de hemelen en de aarde schiep en de
33 6, 3 | 3. En Hij is Allah in de hemelen en op aarde. Hij kent uw
34 6, 12 | wie behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is?" Zeg: "Aan
35 6, 14 | dan Allah, de Schepper der hemelen en der aarde, Die voedt
36 6, 35 | aarde of een ladder naar de hemelen kunt vinden. En indian Allah
37 6, 73 | 73. En Hij is het, Die de hemelen en de aarde in werkelijkheid
38 6, 75 | Abraham het koninkrijk der hemelen en der aarde, opdat hij
39 6, 79 | oprecht gewend tot Hem, Die de hemelen en de aarde schiep en ik
40 6, 101| 101. Wondere Schepper der hemelen en der aarde. Hoe kan Hij
41 7, 54 | uw Heer is Allah, Die de hemelen en de aarde in zes dagen
42 7, 158| aan Wie het koninkrijk der hemelen en der aarde behoort. Er
43 7, 185| Hebben zij het koninkrijk der hemelen en der aarde en alle dingen
44 9, 36 | sinds de tijd waarop Hij de hemelen en de aarde schiep. Vier
45 9, 116| aan Wie het koninkrijk der hemelen en der aarde behoort. Hij
46 10, 3 | Allah is uw Heer, Die de hemelen en de aarde in zes dagen
47 10, 6 | in al hetgeen Allah in de hemelen en op aarde heeft geschapen
48 10, 18 | over iets, dat Hij in de hemelen of op aarde nog niet zou
49 10, 55 | behoort al hetgeen in de hemelen en op aarde is en weet,
50 10, 66 | Allah is al hetgeen in de hemelen en op aarde bestaat. Wat
51 10, 68 | Aan Hem behoort wat in de hemelen en op aarde is. Gij hebt
52 10, 101| Zeg: "Overweeg, wat in de hemelen en op aarde gebeurt." Maar
53 11, 7 | 7. En Hij is het, Die de hemelen en de aarde in zes dagen
54 11, 107| 107. En er, zolang de Hemelen en de Aarde bestaan in vertoeven,
55 11, 108| Hemel vertoeven, zolang de Hemelen en de Aarde bestaan, met
56 11, 123| behoren de geheimen van de hemelen en de aarde en naar Hem
57 12, 101| onderwezen. O, Schepper der hemelen en der aarde, Gij zijt mijn
58 12, 105| tekenen zijn er niet in de hemelen en op aarde waaraan zij,
59 13, 2 | 2. Allah is Hij, Die de hemelen heeft doen verrijzen zonder
60 13, 15 | 15. En wie in de hemelen en op aarde is, onderwerpt
61 13, 16 | Zeg: "Wie is de Heer der hemelen en der aarde?" Zeg: "Allah."
62 14, 2 | aan Wie wat er ook in de hemelen en op aarde is, toebehoort.
63 14, 10 | over Allah, Schepper der hemelen en der aarde? Hij roept
64 14, 19 | Ziet gij niet dat Allah de hemelen en de aarde in waarheid
65 14, 32 | 32. Allah is Hij, Die de hemelen en de aarde schiep en water
66 15, 85 | 85. En Wij hebben de hemelen en de aarde en al hetgeen
67 16, 3 | 3. Hij heeft de hemelen en de aarde in waarheid
68 16, 49 | 49. En wat ook in de Hemelen is en welk schepsel ook
69 16, 52 | Hem behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is en Hem is
70 16, 73 | hun levensonderhoud van de hemelen of van de aarde in het geheel
71 16, 77 | behoort het Onzichtbare van de hemelen en van de aarde. En het
72 17, 44 | 44. De zeven hemelen en de aarde en degenen die
73 17, 55 | het best al hetgeen in de hemelen en op aarde is. En Wij hebben
74 17, 99 | niet in, dat Allah, Die de hemelen en de aarde schiep, bij
75 17, 102| niemand anders dan de Heer der Hemelen en der aarde deze tekenen
76 18, 14 | Onze Heer is de Heer der hemelen en der aarde. Nimmer zullen
77 18, 26 | behoren de geheimen der hemelen en der aarde, hoe Ziende
78 18, 51 | getuigen van de schepping der hemelen en der aarde, noch van hun
79 19, 65 | 65. Hij is de Heer der hemelen en der aarde en al hetgeen
80 19, 90 | 90. De hemelen dreigen vaneen te scheuren,
81 19, 93 | 93. Er is niemand in de hemelen en op de aarde die niet
82 20, 4 | de aarde en de verheven hemelen heeft geschapen. ~
83 20, 6 | behoort al hetgeen in de hemelen en op aarde is, eveneens
84 21, 19 | 19. Hem behoort wat in de hemelen en op aarde is, en degenen
85 21, 56 | uw Heer is de Heer van de hemelen en van de aarde, Die deze
86 21, 104| 104. De Dag, waarop Wij de hemelen zullen oprollen zoals een
87 22, 18 | Allah nederwerpt, wat in de hemelen en op aarde is, de zon,
88 22, 64 | behoort al hetgeen in de hemelen en op aarde is. En Allah
89 22, 70 | dat Allah al hetgeen in de hemelen en op aarde is, kent? Voorwaar
90 23, 71 | voorwaar dan zouden de hemelen en de aarde en al hetgeen
91 23, 86 | Wie is de Heer der zeven hemelen en de Heer van de Grote
92 24, 35 | Allah is het Licht van de hemelen en de aarde. De gelijkenis
93 24, 41 | gij niet, dat alles in de hemelen en op aarde, ook de vogels
94 24, 42 | behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde en tot Allah
95 24, 64 | Allah behoort wat in de hemelen en op aarde is. Hij kent
96 25, 2 | Aan Wie het Koninkrijk der hemelen en der aarde toebehoort,
97 25, 6 | Hij, Die de geheimen der hemelen en der aarde kent, heeft
98 25, 59 | 59. Hij, Die de hemelen en de aarde en alles wat
99 26, 24 | antwoordde: "De Heer der hemelen en der aarde en van alles
100 27, 25 | niet, Die hetgeen in de hemelen en op aarde verborgen is
101 27, 60 | 60. Hij Die de hemelen en de aarde schiep en water
102 27, 60 | aarde schiep en water uit de hemelen nederzendt waarmee Hij prachtige
103 27, 65 | 65. Zeg: "Niemand in de hemelen en op aarde kent het onzienlijke,
104 27, 75 | 75. En er is niets in de hemelen of op aarde verborgen, of
105 27, 87 | zullen zij (allen) die in de hemelen en ook zij die op aarde
106 29, 44 | 44. Allah schiep de hemelen en de aarde in waarheid
107 29, 52 | Hij weet alles wat in de hemelen en op aarde is. Zij die
108 29, 61 | hen vraagt: "Wie heeft de hemelen en de aarde geschapen, en
109 30, 8 | nagedacht? Allah heeft de hemelen en de aarde en alles wat
110 30, 18 | behoort alle roem in de hemelen en op aarde - bij nacht
111 30, 22 | behoort ook de schepping der hemelen en der aarde, en de verscheidenheid
112 30, 25 | onder Zijn tekenen, dat de hemelen en de aarde in stand blijven
113 30, 26 | behoort een ieder, die in de hemelen en op aarde is; allen zijn
114 30, 27 | verhevenste attributen in de hemelen en op aarde, en Hij is de
115 31, 10 | 10. Hij heeft de hemelen geschapen zonder enige voor
116 31, 16 | een rots bevinden of in de hemelen of op aarde, Allah zal het
117 31, 20 | dat Allah alles wat in de hemelen en op aarde is in uw dienst
118 31, 25 | hun vraagt: "Wie schiep de hemelen en de aarde?" zullen zij
119 31, 26 | behoort al hetgeen in de hemelen en op aarde is, voorzeker
120 32, 4 | 4. Allah is het, Die de hemelen en de aarde en hetgeen er
121 33, 72 | Voorwaar, Wij boden de hemelen, de aarde en de bergen aan,
122 34, 1 | alles behoort wat in de hemelen en op aarde is en Hem komt
123 34, 3 | Voor Hem is niets in de hemelen of op de aarde verborgen,
124 34, 22 | gewicht van een atoom in de hemelen of op aarde noch hebben
125 34, 24 | uw levensonderhoud van de hemelen en de aarde?" Zeg: "Allah."
126 35, 1 | Allah toe, de Schepper der hemelen en der aarde, Die de engelen
127 35, 3 | levensonderhoud geeft van de hemelen en de aarde? Er is geen
128 35, 38 | Allah kent de geheimen der hemelen en der aarde. Waarlijk,
129 35, 40 | hebben zij een aandeel aan de hemelen?" Hebben Wij hun een Boek
130 35, 41 | Voorzeker, Allah houdt de hemelen en de aarde in stand opdat
131 35, 44 | dan zij. Er is niets in de hemelen en op aarde dat Allah kan
132 36, 81 | 81. "Is Hij, Die de hemelen en de aarde schiep, niet
133 37, 5 | 5. Heer der hemelen en der aarde en van alles
134 38, 10 | Of is het koninkrijk der hemelen en der aarde en alles wat
135 38, 27 | 27. En Wij hebben de hemelen en de aarde en alles wat
136 38, 66 | 66. De Heer van de hemelen en de aarde, en alles wat
137 39, 5 | 5. Hij schiep de hemelen en de aarde in waarheid.
138 39, 38 | hun vraagt: "Wie heeft de hemelen en de aarde geschapen?",
139 39, 44 | behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde en naar Hem
140 39, 46 | O, Allah! Schepper der hemelen en der aarde! Kenner van
141 39, 63 | behoren de schatten der hemelen en der aarde; en zij die
142 39, 67 | Dag der Opstanding, en de hemelen zullen worden opgerold in
143 39, 68 | geblazen en allen die in de hemelen en op aarde zijn, zullen
144 40, 37 | 37. De toegangswegen der hemelen, opdat ik de God van Mozes
145 40, 57 | Voorzeker, de schepping der hemelen en der aarde is groter dan
146 40, 64 | rustplaats heeft gemaakt en de hemelen als gewelf, Die u gevormd
147 41, 12 | voltooide Hij hen als de zeven hemelen in twee dagen, en Hij wees
148 42, 4 | Hem behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is en Hij is
149 42, 5 | 5. Het is nabij dat de hemelen zullen worden uiteengescheurd
150 42, 11 | Hij is de Schepper der hemelen en der aarde. Hij heeft
151 42, 12 | behoren de schatten van de hemelen en de aarde. Hij vergroot
152 42, 29 | tekenen is de Schepping der hemelen en der aarde, en der levende
153 42, 49 | behoort het koninkrijk der hemelen en der aarde. Hij schept
154 42, 53 | Allah, aan Wie hetgeen in de hemelen en op aarde is, toebehoort.
155 43, 9 | hun vraagt: "Wie schiep de hemelen en de aarde?" zullen zij
156 43, 82 | Verheven is de Heer der hemelen en der aarde, de Heer van
157 43, 85 | Wie het Koninkrijk der hemelen en der aarde en alles, wat
158 44, 7 | 7. Van de Heer der hemelen en der aarde en alles wat
159 44, 38 | 38. En Wij hebben de hemelen en de aarde en alles wat
160 45, 3 | 3. Voorwaar, in de hemelen en op aarde zijn tekenen
161 45, 13 | van Hem afkomstig in de hemelen en op aarde aan u onderworpen.
162 45, 22 | 22. Allah heeft de hemelen en de aarde in waarheid
163 45, 27 | behoort de heerschappij der hemelen en der aarde; de Dag waarop
164 45, 36 | komt Allah toe, de Heer der hemelen en der aarde; de Heer der
165 45, 37 | behoort de Grootheid in de hemelen en op aarde: en Hij is de
166 46, 3 | 3. Wij hebben de hemelen en de aarde en alles wat
167 46, 4 | hebben zij aandeel aan de hemelen? Brengt mij een boek, dat
168 46, 33 | ingezien dat Allah, Die de hemelen en de aarde schiep en niet
169 48, 4 | Allah behoren de scharen der hemelen en der aarde en Allah is
170 48, 7 | Allah behoren de scharen der hemelen en der aarde; Allah is de
171 48, 14 | Allah is het koninkrijk der hemelen en der aarde. Hij vergeeft
172 49, 16 | terwijl Hij weet wat in de hemelen en op aarde is; waarlijk
173 49, 18 | Allah kent de geheimen der hemelen en der aarde. Waarlijk Allah
174 50, 38 | voorwaar, Wij schiepen de hemelen en de aarde en alles wat
175 51, 7 | 7. Bij de hemelen vol van paden, ~
176 52, 36 | 36. Schiepen zij de hemelen en de aarde? Neen, zij willen
177 53, 26 | engelen zijn er niet in de hemelen wier voorspraak van geen
178 53, 31 | Allah behoort hetgeen in de hemelen en hetgeen op aarde is,
179 55, 29 | smeken allen, die in de hemelen en op aarde zijn, (gunsten)
180 55, 33 | als gij de grenzen der hemelen en der aarde wilt overschrijden,
181 57, 1 | 1. Wat er ook in de hemelen en op aarde is, verheerlijkt
182 57, 2 | Hem is het koninkrijk der hemelen en der aarde. Hij doet sterven
183 57, 4 | 4. Hij is het Die de hemelen en de aarde in zes dagen
184 57, 4 | voortkomt, en wat van de hemelen nederkomt en wat er naar
185 57, 5 | Hem is het koninkrijk der hemelen en der aarde en naar Allah
186 57, 10 | Allah de erfenis van de hemelen en de aarde behoort? Degenen
187 58, 7 | Allah alles weet wat in de hemelen en op aarde is? Er is geen
188 59, 1 | 1. Alles wat in de hemelen en op aarde is, verheerlijkt
189 59, 24 | schoonste namen. Alles wat in de hemelen en op aarde is verheerlijkt
190 61, 1 | 1. Wat zich ook in de hemelen en op de aarde bevindt,
191 62, 1 | 1. Alles wat zich in de hemelen en op aarde bevindt verheerlijkt
192 63, 7 | aan Allah de schatten der hemelen en der aarde behoren; doch
193 64, 1 | 1. Wat er ook in de hemelen en op aarde is, verheerlijkt
194 64, 3 | 3. Hij schiep de hemelen en de aarde in waarheid,
195 64, 4 | 4. Hij weet wat in de hemelen en op aarde is, Hij weet
196 65, 12 | Allah is Hij Die de zeven hemelen schiep, en van de aarde
197 67, 3 | 3. Hij Die de zeven hemelen opeenvolgend heeft geschapen.
198 69, 16 | 16. En de hemelen zullen uiteen splijten,
199 70, 8 | 8. De Dag waarop de hemelen als gesmolten koper zullen
200 71, 15 | Allah de zeven opeenvolgende hemelen schiep? ~
201 77, 9 | 9. En als de hemelen geopend zullen worden. ~
202 78, 12 | hebben Wij niet zeven sterke (hemelen) boven u gebouwd; ~
203 78, 37 | 37. Van de Heer der hemelen en der aarde en van alles
204 85, 9 | Aan Wie het koninkrijk der hemelen en der aarde behoort; en
|