Sura, Verse
1 2, 26 | zulk een voorbeeld?" Velen laat Hij daardoor dwalen en velen
2 2, 26 | daardoor terecht - en niemand laat Hij daarmede dwalen, dan
3 2, 185| daarom deze maand beleeft, laat hem daarin vasten. Maar
4 2, 280| iemand in verlegenheid is, laat er dan uitstel zijn tot
5 2, 282| periode, schrijft het dan op. Laat een schrijver het naar waarheid
6 2, 282| Allah hem heeft onderwezen; laat hem daarom schrijven en
7 2, 282| hem daarom schrijven en laat de schuldenaar dicteren
8 2, 282| zelf niet kan dicteren, laat dan zijn zaakwaarnemer eerlijk
9 2, 283| en geen schrijver vindt, laat er dan een onderpand voor
10 2, 283| ander iets toevertrouwt, laat dan degene aan wie het toevertrouwd
11 2, 283| toevertrouwde teruggeven en laat hem Allah zijn Heer vrezen.
12 3, 8 | 8. "Onze Heer, laat ons hart niet afdwalen nadat
13 3, 28 | 28. Laat de gelovigen geen ongelovigen
14 3, 61 | gekomen is, zeg dan: "Kom, laat ons onze kinderen en uw
15 3, 61 | volk en uw volk roepen; laat ons daarna vurig bidden
16 3, 104| 104. En laat er een groep onder u zijn
17 3, 176| 176. En laat degenen, die vlug tot ongeloof
18 3, 178| 178. En laat de ongelovigen niet denken
19 3, 179| gelovigen in de toestand laat waarin zij verkeren, totdat
20 3, 180| 180. En laat degenen, die gierig zijn,
21 3, 196| 196. Laat de bewegingen der ongelovigen
22 4, 6 | omdat zij opgroeien. En laat hij, die rijk is zich onthouden
23 4, 6 | rijk is zich onthouden en laat hij die arm is naar billijkheid
24 4, 9 | 9. En laat hen Allah vrezen, die, indien
25 4, 9 | achterlaten, bezorgd zouden zijn. Laat hen Allah daarom vrezen
26 4, 9 | hen Allah daarom vrezen en laat hen het juiste woord spreken. ~
27 4, 16 | hebben en zich verbeteren, laat hen dan met rust, voorzeker,
28 4, 34 | vreest, wijst haar terecht en laat haar in haar bedden alleen
29 4, 102| het gebed voor hen leidt, laat een deel hunner bij u staan
30 4, 102| prostratie hebben verricht, laat hen achter u gaan en laat
31 4, 102| laat hen achter u gaan en laat die andere groep, die nog
32 4, 102| komen en met u bidden en laat hen hun afweermiddelen en
33 4, 129| de andere in onzekerheid laat. En als gij u betert en
34 5, 2 | ontdoet, moogt gij jagen. En laat de vijandschap van een volk,
35 5, 8 | met rechtvaardigheid. En laat de vijandschap van een volk
36 5, 41 | 41. O gij boodschapper, laat degenen, die gemakkelijk
37 5, 47 | 47. En laat de mensen van het Evangelie
38 5, 54 | zijn godsdienst afkeert, laat hem weten, dat Allah weldra
39 5, 106| houdt hen na het gebed en laat hen zweren bij Allah, zeggende: "
40 6, 39 | in de duisternis. Allah laat wie Hij wil dwalen en Hij
41 6, 70 | 70. Laat degenen die hun geloof tot
42 6, 91 | wisten?" - Zeg: "Allah". Laat hen dan met rust om zich
43 6, 112| het niet hebben gedaan; laat hen daarom met rust met
44 6, 137| dit niet hebben gedaan, laat hen daarom met rust met
45 7, 2 | dat aan u is geopenbaard - laat er daarom in uw hart geen
46 7, 27 | 27. O kinderen van Adam, laat Satan u niet verleiden,
47 7, 73 | Allah, een teken voor u. Laat haar daarom met rust opdat
48 7, 150| zwak en wilde mij doden. Laat zich de vijanden daarom
49 7, 151| vergeef mij en mijn broeder en laat ons tot Uw barmhartigheid
50 7, 155| een beproeving van U. Gij laat daardoor dwalen wie Gij
51 7, 176| als gij hem achtervolgt laat deze zijn tong (uit de bek)
52 7, 176| indien gij hem met rust laat steekt hij ook zijn tong
53 7, 178| het rechte pad. En wie Hij laat dwalen, zal tot de verliezers
54 7, 180| Roept Hem daarbij aan. En laat degenen, die ten opzichte
55 7, 186| 186. En wie Allah laat dwalen, voor hem kan er
56 7, 186| kan er geen gids zijn. Hij laat dezulken in hun koppigheid
57 7, 194| gij. Roept hen dan aan en laat hen u verhoren als gij waarheid
58 8, 59 | 59. En laat de ongelovigen niet denken
59 9, 5 | houden en de Zakaat betalen, laat hun weg dan vrij. Voorzeker,
60 9, 55 | 55. Laat daarom hun rijkdommen noch
61 9, 85 | 85. Laat hun eigendommen en hun kinderen
62 9, 86 | toestemming en zeggen: "Laat ons achter, opdat vij bij
63 9, 95 | hen met rust moogt laten. Laat hen daarom alleen. Voorzeker,
64 9, 115| 115. En Allah laat een volk niet dwalen nadat
65 9, 123| in uw nabijheid zijn en laat hen hardheid in u vinden
66 10, 58 | door Zijn barmhartigheid; laat hen er zich daarom in verheugen.
67 10, 65 | 65. En laat hun woorden u niet verdrieten.
68 10, 71 | plannen en uw afgoden bijeen; laat dan uw handelwijze duidelijk
69 10, 81 | ijdel maken. Voorwaar, Allah laat het werk der kwaadstichters
70 11, 64 | Allah als teken voor u; laat haar daarom met rust opdat
71 11, 81 | familie gedurende de nacht, laat niemand uwer omkijken dan
72 11, 89 | 89. "O, mijn volk, laat vijandigheid jegens mij
73 12, 52 | de ontrouwe mensen niet laat slagen." ~
74 12, 67 | stel ik mijn vertrouwen en laat allen die willen vertrouwen,
75 13, 27 | nedergezonden?" Zeg: "Allah laat diegene dwalen die Hij wil
76 13, 33 | teruggehouden. En hij, die Allah laat dwalen zal geen helper vinden. ~
77 14, 4 | duidelijk moge maken. Dan laat Allah dwalen wie Hij wil
78 14, 12 | doet met geduld dragen. Laat daarom allen die willen
79 14, 27 | bevestigende woord en Allah laat de onrechtvaardigen dwalen.
80 15, 3 | 3. Laat hen eten en zich vermaken
81 15, 3 | eten en zich vermaken en laat hun ijdele hoop hen achteloos
82 15, 65 | weg en volg achter hen. En laat niemand uwer omkijken en
83 16, 6 | wanneer gij het 's morgens laat weiden. ~
84 16, 93 | hebben gemaakt; maar Hij laat hem die wil, dwalen en leidt
85 17, 33 | zeker gezag verleend, doch laat hem bij het doden niet buitensporig
86 17, 80 | 80. En zeg: "O mijn Heer, laat mijn intrede een goede intrede
87 17, 97 | geleid, doch voor hem die Hij laat dwalen zult gij buiten Hem
88 18, 17 | geleid doch degene, die Hij laat dwalen, voor hem zult gij
89 18, 19 | naar de stad te zenden en laat hij zien, wat het beste
90 18, 19 | levensmiddelen meebrengen en laat hij zich vriendelijk gedragen
91 18, 26 | Hem en aan Zijn koninkrijk laat Hij niemand deelnemen. ~
92 18, 28 | Zijn welbehagen zoeken en laat uw ogen niet van hen afdwalen
93 18, 29 | de waarheid van uw Heer: laat daarom geloven die geloven
94 18, 110| God slechts één God is. Laat daarom degene, die op de
95 19, 18 | de Barmhartige tegen u, laat mij met rust, indien gij (
96 19, 46 | zal ik u zeker uitbannen. Laat mij een tijd met rust." ~
97 20, 16 | 16. "Laat degene die er niet in gelooft
98 20, 32 | 32. "En laat hem mijn arbeid delen," ~
99 20, 47 | boodschappers van uw Heer; laat derhalve de kinderen van
100 20, 59 | de dag van het feest en laat het volk bijeenkomen in
101 20, 117| en uw vrouw een vijand; laat hij u derhalve niet uit
102 21, 5 | neen, hij is een dichter. Laat hem ons een teken brengen
103 21, 89 | riep, zeggende: "Mijn Heer, laat mij niet alleen en Gij zijt
104 22, 15 | 15. Laat hij die denkt dat Allah
105 22, 15 | Gods hulp) tegenhouden; laat hem dan zien of zijn plan
106 22, 29 | 29. Laat hen dan hun vuilheid verwijderen
107 22, 67 | vastgesteld die zij moeten volgen; laat hen daarom niet met u er
108 23, 54 | 54. Laat hen daarom voor een tijd
109 24, 2 | echtbreker met honderd slagen. En laat medelijden met hen u van
110 24, 2 | Laatste Dag gelooft. En laat een groep gelovigen getuige
111 24, 6 | geen getuigen hebben, - laat ieder hunner vier maal in
112 24, 22 | 22. En laat hen, die rijkdommen en overvloed
113 24, 31 | vrouw niets afweten. En laat haar niet met haar voeten
114 24, 33 | 33. En laat degenen, die geen mogelijkheid
115 24, 63 | wegsluipen en zich verbergen. Laat daarom degenen die tegen
116 25, 29 | mij was gekomen." En Satan laat de mens in de steek. ~
117 26, 17 | 17. Laat de kinderen Israëls met
118 27, 19 | mijn ouders hebt bewezen en laat mij het goede doen dat U
119 27, 19 | goede doen dat U behaagt en laat mij door Uw barmhartigheid
120 30, 60 | Belofte van Allah is waar; en laat hen die geen zekerheid hebben
121 31, 23 | En zij die niet geloven, laat hun ongeloof u niet verdrieten.
122 31, 33 | s belofte is zeker waar. Laat daarom het wereldse leven
123 31, 33 | leven u niet misleiden, noch laat de Verleider u omtrent Allah
124 33, 49 | haar daarom een gave en laat haar op een grootmoedige
125 35, 5 | is voorzeker waarachtig. Laat het tegenwoordige leven
126 35, 5 | daarom niet misleiden, noch laat de aarts-bedrieger u van
127 35, 8 | leiding vinden). Zeker, Allah laat dwalen wie Hij wil en leidt
128 35, 8 | wil en leidt wie Hij wil. Laat uw ziel dus niet wegkwijnen
129 36, 76 | 76. Laat daarom hun spraak u niet
130 37, 61 | 61. Laat daarom de werkers voor zo
131 37, 97 | 97. Zij zeiden: "Laat ons een omheining bouwen
132 38, 10 | wat er tussen is van hen? Laat hen dan hun middelen vermeerderen. ~
133 38, 29 | geopenbaard is vol van zegeningen, laat hen dus over zijn verzen
134 38, 29 | zijn verzen nadenken en laat de verstandigen er lering
135 38, 57 | 57. Deze! Laat hen daarom een kokende en
136 39, 23 | wie Hij wil. En wie Allah laat dwalen, zal geen leider
137 39, 36 | zijn. Voor hem die Allah laat dwalen is er geen leider. ~
138 40, 4 | behalve de ongelovigen. Laat hun bedrijvigheid in het
139 40, 26 | 26. En Pharao zeide: "Laat mij Mozes doodslaan en laat
140 40, 26 | Laat mij Mozes doodslaan en laat hem dan zijn Heer aanroepen.
141 40, 33 | Allah. En hij die Allah laat dwalen zal geen leider hebben. ~
142 40, 34 | boodschapper meer zenden." Alzo laat Allah de buitensporigen
143 40, 74 | niets te aanbidden." Zo laat Allah de ongelovigen dwalen. ~
144 42, 8 | hebben gemaakt, maar Hij laat in Zijn barmhartigheid toe
145 42, 15 | werken en aan u uw werken. Laat er geen twist tussen u en
146 42, 44 | 44. Hij die Allah laat dwalen, zal buiten Hem geen
147 42, 46 | er is voor hen die Allah laat dwalen geen uitweg. ~
148 43, 62 | 62. En laat Satan u niet verleiden.
149 43, 77 | zullen schreeuwen: "O, Malik, laat uw Heer een einde aan ons
150 43, 83 | 83. Laat hen praten en zich vermaken
151 44, 21 | 21. En laat mij alleen, indien gij mij
152 46, 15 | doen, dat U behaagt. En laat mijn nakomelingen rechtvaardig
153 47, 4 | de oorlog opgehouden is, laat hen dan vrij uit gunst of
154 49, 11 | 11. O, gij die gelooft! Laat een volk het andere volk
155 51, 59 | aan dat van hun gezellen. Laat hen derhalve niet wensen
156 52, 34 | 34. Laat hen dan een woord hieraan
157 52, 38 | waardoor zij kunnen luisteren? Laat hun luisteraar dan openlijk
158 52, 45 | 45. Laat hen daarom, totdat zij hun
159 53, 19 | 19. Ziet, de Laat en de Ozza, ~
160 57, 6 | 6. Hij laat de nacht in de dag overgaan
161 57, 13 | gelovigen zullen zeggen: "Laat ons iets van uw licht nemen,"
162 58, 4 | Maar wie geen slaaf vindt, laat hem twee achtereenvolgende
163 58, 10 | dan met Allah's toelating. Laat dus de gelovigen in Allah
164 59, 10 | voorafgingen in het geloof, en laat geen wrok in ons hart blijven
165 59, 18 | gelooft, vreest Allah; en laat iedere ziel acht geven op
166 63, 9 | 9. O, gij die gelooft, laat uw rijkdommen en uw kinderen
167 64, 13 | Er is geen God dan Hij; laat de gelovigen daarom in Allah
168 65, 2 | uw midden tot getuigen en laat dit een ware getuigenis
169 65, 6 | lastig voor elkander maakt laat dan een andere vrouw het
170 65, 7 | 7. Laat hij die overvloed heeft
171 65, 7 | geven uit zijn overvloed. En laat hij wiens middelen beperkt
172 68, 24 | 24. "Laat heden geen arme bij u binnen
173 68, 44 | 44. Laat Mij en degenen die deze
174 71, 26 | had gezegd: "Mijn Heer, laat in het land geen huis der
175 73, 11 | 11. En laat Mij alleen met degenen die
176 74, 11 | 11. Laat Mij alleen met hem die Ik
177 74, 28 | Het ontziet niets, noch laat het iets (onverteerd) achter, ~
178 74, 31 | met deze gelijkenis?" Zo laat Allah dwalen wie Hij wil
179 76, 31 | 31. Hij laat tot Zijn barmhartigheid
180 78, 39 | de werkelijkheid. Daarom, laat hij die het wil een toevlucht
181 80, 12 | 12. Dus, wie het wil, laat hem er lering uit trekken. ~
182 80, 24 | 24. Laat nu de mens naar zijn voedsel
183 83, 26 | Welks zegel muskus is. En laat degenen die wedijveren,
184 86, 5 | 5. Laat de mens derhalve overwegen
185 91, 13 | boodschapper van Allah: "Laat de kamelin van Allah vrij
186 96, 17 | 17. Laat hij dan zijn raadgevers
|