Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
datgene 75
dauw 2
david 17
de 6932
deden 107
deed 47
deedt 25
Frequency    [«  »]
-----
-----
7987 en
6932 de
3188 zij
3173 van
3106 het

Koran

IntraText - Concordances

de

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932

                                                        bold = Main text
     Sura, Verse                                        grey = Comment text
1001 4, 153| Boek vragen u een Boek uit de hemel op hen te doen nederdalen. 1002 4, 153| openlijk." Toen trof hen de bliksem wegens hun overtreding. 1003 4, 154| 154. Wij verhieven de berg hoog boven hen tijdens 1004 4, 154| hen en Wij zeiden: "Gaat de poort ootmoedig binnen" 1005 4, 154| Overtreedt niet inzake de Sabbath". En Wij sloten 1006 4, 155| schending van hun verbond en de verwerping van Allah's tekenen 1007 4, 155| het ten onrechte doden van de profeten en omdat ze zeggen: " 1008 4, 157| hun zeggen: "Wij hebben de Messias, Jezus, zoon van 1009 4, 157| Jezus, zoon van Maria, de boodschapper van Allah gedood", - 1010 4, 159| 159. Er is niemand onder de mensen van het Boek die 1011 4, 159| geloven vóór zijn dood. En op de Dag der Opstanding zal hij ( 1012 4, 160| 160. En wegens de onrechtvaardigheid van de 1013 4, 160| de onrechtvaardigheid van de Joden en hun weerhouden 1014 4, 160| s weg, verboden Wij hen de reine dingen die ben (voordien) 1015 4, 162| grondige kennis bezitten en de gelovigen, geloven in hetgeen 1016 4, 162| gebed houden en degenen, die de Zakaat betalen en degenen, 1017 4, 162| degenen, die in Allah en de laatste Dag geloven, dezen 1018 4, 163| Waarlijk, Wij hebben u de openbaring gezonden, zoals 1019 4, 163| gezonden, zoals Wij Noach en de profeten na hem openbaring 1020 4, 163| Ismaël en Izaäk en Jacob en de stammen; en aan Jezus, Job, 1021 4, 165| tijding en waarschuwende, dat de mensen geen tegenwerping 1022 4, 165| Allah zullen maken nadat de boodschappers (waren gekomen). 1023 4, 166| nedergezonden met Zijn kennis en de engelen getuigen eveneens 1024 4, 169| 169. Dan de weg der hel, waarin zij 1025 4, 170| 170. O mensdom, de boodschapper is inderdaad 1026 4, 170| aan Allah behoort wat in de hemelen en op aarde is en 1027 4, 171| zegt van Allah niets dan de waarheid. Voorwaar, de Messias, 1028 4, 171| dan de waarheid. Voorwaar, de Messias, Jezus, zoon van 1029 4, 171| voor u. Voorwaar, Allah is de enige God. Het is verre 1030 4, 171| Aan Hem behoort wat in de hemelen en op aarde is en 1031 4, 172| 172. Voorzeker, de Messias zal het nooit versmaden, 1032 4, 172| Allah te zijn, noch zullen de nabijzijnde engelen dit 1033 4, 176| een zuster, dan moet zij de helft van hetgeen hij nalaat 1034 4, 176| mannen als vrouwen - dan zal de man evenveel als het aandeel 1035 5 | drie bevat waarschijnlijk de laatste woorden van de Koran 1036 5 | waarschijnlijk de laatste woorden van de Koran die werden gereveleerd. 1037 5 | gereveleerd. Geopenbaard de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 1038 5 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 1039 5 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 1040 5, 2 | die gelooft, ontheiligt de tekenen van Allah niet, 1041 5, 2 | tekenen van Allah niet, noch de heilige maand, noch de offerdieren, 1042 5, 2 | noch de heilige maand, noch de offerdieren, noch dieren 1043 5, 2 | moogt gij jagen. En laat de vijandschap van een volk, 1044 5, 2 | van een volk, omdat zij u de toegang tot de heilige Moskee 1045 5, 2 | omdat zij u de toegang tot de heilige Moskee verhinderen, 1046 5, 3 | doodgevallen of hetgeen door de horens van dieren is gedood 1047 5, 3 | overtreding. Heden zullen de ongelovigen aan uw godsdienst 1048 5, 3 | gunst aan u voltooid en de Islam voor u als godsdienst 1049 5, 3 | gedwongen zonder dat hij tot de zonde is geneigd, voorzeker, 1050 5, 4 | hebt geleerd terwille van de jacht, zoals Allah u heeft 1051 5, 5 | in het Hiernamaals onder de verliezers zijn. ~ 1052 5, 6 | gezicht en uw handen tot aan de ellebogen en wrijft uw ( 1053 5, 6 | wast) uw voeten tot aan de enkels. En als gij onrein 1054 5, 6 | zijt en een uwer komt van de afzondering, of gij hebt 1055 5, 8 | rechtvaardigheid. En laat de vijandschap van een volk 1056 5, 8 | rechtvaardig, dat is dichter bij de vroomheid en vreest Allah, 1057 5, 8 | voorzeker, Allah is op de hoogte van hetgeen gij doet. ~ 1058 5, 10 | tekenen verwerpen, zullen de bewoners der hel zijn. ~ 1059 5, 11 | vreest Allah. Op Allah moeten de gelovigen zich verlaten. ~ 1060 5, 12 | Allah sloot een verbond met de kinderen Israëls en Wij 1061 5, 12 | Indien gij het gebed houdt en de Zakaat betaalt en in Mijn 1062 5, 13 | hart verhard. Zij rukken de woorden uit hun verband 1063 5, 14 | onder hen ontstaan, tot de Dag der Opstanding. Allah 1064 5, 16 | Zijn welbehagen zoeken op de paden van vrede en leidt 1065 5, 16 | van vrede en leidt hen uit de duisternis tot het licht 1066 5, 17 | lasteren God die zeggen: "De Messias, zoon van Maria, 1067 5, 17 | macht tegen Allah, als Hij de Messias, zoon van Maria 1068 5, 18 | 18. De Joden en de Christenen zeggen: " 1069 5, 18 | 18. De Joden en de Christenen zeggen: "Wij 1070 5, 18 | daartussen is en tot Hem is de terugkeer. ~ 1071 5, 19 | gekomen na een onderbreking in de reeks van boodschappers, 1072 5, 20 | wat Hij aan niemand onder de volkeren heeft gegeven." ~ 1073 5, 21 | bestemd en keert het niet de rug toe, anders zult gij 1074 5, 23 | gunst had bewezen: "Gaat de poort (van de stad) binnen, 1075 5, 23 | bewezen: "Gaat de poort (van de stad) binnen, hen tegemoet - 1076 5, 27 | waarheid het verhaal van de twee zonen van Adam, toen 1077 5, 27 | hunner werd aangenomen en van de ander niet. De laatstgenoemde 1078 5, 27 | aangenomen en van de ander niet. De laatstgenoemde zeide: "Ik 1079 5, 27 | Ik zal u zeker doden." - De eerste zeide: "Allah neemt 1080 5, 27 | Allah neemt alleen iets van de rechtvaardigen aan." - ~ 1081 5, 28 | te doden. Ik vrees Allah, de Heer der Werelden. ~ 1082 5, 29 | wens, dat gij zowel met de zonde tegen mij, als met 1083 5, 29 | terugkeert, zodat gij tot de bewoners van het Vuur zult 1084 5, 29 | Vuur zult behoren, dat is de beloning der misdadigers." ~ 1085 5, 31 | zond Allah een raaf, die in de grond krabde, om hem te 1086 5, 31 | Hij zeide: "Ware ik maar de raaf gelijk, zodat ik het 1087 5, 32 | 32. Deswegen schreven Wij de kinderen Israëls voor, dat 1088 5, 33 | 33. De vergelding dergenen die 1089 5, 33 | hun handen en hun voeten de ene rechts en de andere 1090 5, 33 | voeten de ene rechts en de andere links, worden afgesneden, 1091 5, 35 | gelooft, vreest Allah en zoekt de weg tot toenadering tot 1092 5, 36 | 36. Voorzeker, al hadden de ongelovigen al hetgeen op 1093 5, 36 | zoveel, om zich daarmede van de straf op de Dag der Opstanding 1094 5, 36 | daarmede van de straf op de Dag der Opstanding vrij 1095 5, 38 | 38. En snijdt de dief en de dievegge de hand 1096 5, 38 | 38. En snijdt de dief en de dievegge de hand af, als 1097 5, 38 | snijdt de dief en de dievegge de hand af, als straf voor 1098 5, 41 | zij niet geloofd. En onder de Joden zijn er die naar een 1099 5, 42 | Voorzeker, Allah heeft de rechtvaardigen lief. ~ 1100 5, 43 | rechter maken wanneer zij de Torah bij zich hebben waarin 1101 5, 44 | 44. Waarlijk, Wij zonden de Torah neder, waarin leiding 1102 5, 44 | leiding en licht was, waarmede de profeten die gehoorzaam 1103 5, 44 | waren recht spraken voor de Joden en de Rabbijnen en 1104 5, 44 | spraken voor de Joden en de Rabbijnen en de wetgeleerden, 1105 5, 44 | Joden en de Rabbijnen en de wetgeleerden, omdat hun 1106 5, 44 | wetgeleerden, omdat hun de bewaking van Allah's Boek 1107 5, 44 | getuigen. Vreest daarom de mensen niet, doch vreest 1108 5, 46 | vervullende, hetgeen vóór hem in de Torah was (geopenbaard), 1109 5, 46 | bevestigende hetgeen daarvóór in de Torah was en een leiding 1110 5, 46 | leiding en een vermaning voor de godvrezenden. ~ 1111 5, 47 | 47. En laat de mensen van het Evangelie 1112 5, 47 | heeft geopenbaard, zijn de overtreders. ~ 1113 5, 48 | En Wij hebben u het Boek (de Koran) met de waarheid geopenbaard 1114 5, 48 | het Boek (de Koran) met de waarheid geopenbaard vervullende 1115 5, 48 | hetgeen daarvóór in het Boek (de Bijbel) was (verkondigd) 1116 5, 48 | boze neigingen niet tegen de waarheid die tot u is gekomen. 1117 5, 51 | gij die gelooft, neemt de Joden en de Christenen niet 1118 5, 51 | gelooft, neemt de Joden en de Christenen niet tot vrienden. 1119 5, 53 | 53. En de gelovigen zullen zeggen: " 1120 5, 54 | en nederig zijnde jegens de gelovigen en hard en streng 1121 5, 54 | en hard en streng jegens de ongelovigen. Zij zullen 1122 5, 55 | en Zijn boodschapper en de gelovigen die het gebed 1123 5, 55 | die het gebed houden en de Zakaat betalen en aanbidden. ~ 1124 5, 56 | 56. En hij, die Allah en de boodschapper en de gelovigen 1125 5, 56 | Allah en de boodschapper en de gelovigen tot vrienden neemt ( 1126 5, 56 | vrienden neemt (wete) dat de partij van Allah gewis zal 1127 5, 57 | maken van uw godsdienst, uit de kring dergenen wie het Boek 1128 5, 57 | gegeven vóór u, noch van de ongelovigen. En vreest Allah 1129 5, 59 | nedergezonden of doordat de meesten van u ongehoorzaam 1130 5, 64 | 64. En de Joden zeggen: "De hand van 1131 5, 64 | 64. En de Joden zeggen: "De hand van Allah is gebonden." 1132 5, 64 | onder hen gezaaid tot aan de Dag der Opstanding. Telkens 1133 5, 64 | op aarde en Allah heeft de onruststokers niet lief. ~ 1134 5, 65 | 65. Als de mensen van het Boek hadden 1135 5, 66 | 66. En als zij de Torah en het Evangelie en 1136 5, 66 | groep die matig is, maar de handelwijze van velen hunner 1137 5, 67 | overgebracht. Allah zal u tegen de mensen beschermen. Voorzeker, 1138 5, 68 | steunt op niets voordat gij de Torah en het Evangelie en 1139 5, 69 | 69. Voorzeker, de gelovigen en de Joden en 1140 5, 69 | Voorzeker, de gelovigen en de Joden en de Sabianen en 1141 5, 69 | gelovigen en de Joden en de Sabianen en de Christenen 1142 5, 69 | Joden en de Sabianen en de Christenen die in Allah 1143 5, 69 | Christenen die in Allah en de laatste Dag geloven en goede 1144 5, 70 | waarlijk een verbond met de kinderen Israëls gesloten 1145 5, 72 | Waarlijk Allah, Hij is de Messias, de zoon van Maria," 1146 5, 72 | Allah, Hij is de Messias, de zoon van Maria," terwijl 1147 5, 72 | zoon van Maria," terwijl de Messias zelf zeide: "O, 1148 5, 72 | vereenzelvigt, heeft Allah de Hemel verboden en het Vuur 1149 5, 72 | verblijfplaats zijn. Er is voor de onrechtvaardigen geen helper. ~ 1150 5, 73 | Drie." Er is geen God dan de enige God. En indien zij 1151 5, 73 | hetgeen zij beweren, zal de ongelovigen een smartelijke 1152 5, 75 | 75. De Messias, de zoon van Maria 1153 5, 75 | 75. De Messias, de zoon van Maria was slechts 1154 5, 75 | zich te nemen. Zie, hoe Wij de tekenen voor hen (de mensen) 1155 5, 75 | Wij de tekenen voor hen (de mensen) verduidelijken, 1156 5, 77 | ten onrechte, noch volgt de neigingen van een volk dat 1157 5, 78 | 78. Degenen onder de kinderen Israëls, die niet 1158 5, 78 | niet geloofden, werden door de mond van David en door Jezus 1159 5, 78 | van David en door Jezus de zoon van Maria, vervloekt. 1160 5, 79 | 79. Zij plachten elkander de ongerechtigheid niet te 1161 5, 80 | 80. Gij zult velen hunner de ongelovigen tot vrienden 1162 5, 80 | geworden en zij zullen in de straf verblijven. ~ 1163 5, 82 | 82. Waarlijk, gij zult de Joden en de afgodendienaren 1164 5, 82 | Waarlijk, gij zult de Joden en de afgodendienaren het meest 1165 5, 82 | het meest vijandig jegens de gelovigen vinden. En gij 1166 5, 82 | vriendschappelijkst vinden jegens de gelovigen. Dit is, wijl 1167 5, 83 | ogen vol tranen vanwege de waarheid welke zij hebben 1168 5, 83 | Reken ons daarom onder de getuigen." ~ 1169 5, 84 | wij niet in Allah en in de waarheid die tot ons is 1170 5, 84 | dat onze Heer ons onder de rechtvaardige mensen zou 1171 5, 85 | zij vertoeven en dit is de beloning voor hen die goeddoen. ~ 1172 5, 86 | 86. Maar de ongelovigen die Onze tekenen 1173 5, 86 | tekenen verloochenen zullen de bewoners der hel zijn. ~ 1174 5, 87 | gij die gelooft, maakt de goede dingen die Allah voor 1175 5, 87 | niet. Waarlijk, Allah heeft de overtreders niet lief. ~ 1176 5, 89 | verantwoording roepen voor de eden welke gij in ernst 1177 5, 89 | welke gij in ernst aflegt. De boetedoening er voor is: 1178 5, 89 | drie dagen vasten. Dit is de boete voor uw eden, wanneer 1179 5, 92 | gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de boodschapper en weest op 1180 5, 93 | 93. Op de gelovigen die goede werken 1181 5, 95 | hetwelk als offer naar de Kaba moet worden gebracht; 1182 5, 95 | straffen. Allah is Machtig, de Meester der vergelding. ~ 1183 5, 96 | 96. De vangst uit zee en het eten 1184 5, 96 | voorziening voor u zelf en de reizigers, doch zolang gij 1185 5, 97 | 97. Allah heeft de Kaaba, het onschendbare 1186 5, 97 | onschendbare Huis tot behoud van de mensheid gemaakt, alsook 1187 5, 97 | mensheid gemaakt, alsook de heilige maand en het offer, 1188 5, 97 | heilige maand en het offer, en de kamelen met de halsbanden. 1189 5, 97 | offer, en de kamelen met de halsbanden. Dit is, opdat 1190 5, 97 | dat Allah weet, wat in de hemelen en wat op aarde 1191 5, 99 | 99. Op de boodschapper rust slechts ( 1192 5, 99 | boodschapper rust slechts (de plicht van) het overbrengen ( 1193 5, 100| 100. Zeg: "De bozen en de goeden zijn 1194 5, 100| 100. Zeg: "De bozen en de goeden zijn niet gelijk, 1195 5, 100| zijn niet gelijk, ofschoon de overvloed der bozen u in 1196 5, 101| gij er naar vraagt terwijl de Koran wordt nedergezonden, 1197 5, 103| of Haam verordend, maar de ongelovigen verzinnen een 1198 5, 103| een leugen tegen Allah en de meesten hunner begrijpen 1199 5, 104| heeft geopenbaard en tot de boodschapper," zeggen zij: " 1200 5, 106| gij die gelooft, wanneer de dood één uwer nadert, ten 1201 5, 106| gij door het land reist en de rampspoed des doods u overvalt. 1202 5, 106| zouden in dat geval tot de zondaars behoren." ~ 1203 5, 107| indien ontdekt wordt, dat de twee schuldig zijn aan zonde 1204 5, 107| midden van degenen, tegen wie de twee eersten hebben getuigd; 1205 5, 107| eersten hebben getuigd; en de laatste twee moeten bij 1206 5, 107| getuigenis is oprechter dan de getuigenis van hen (de eersten) 1207 5, 107| dan de getuigenis van hen (de eersten) en wij zijn geen 1208 5, 107| zouden wij inderdaad tot de onrechtvaardigen behoren." ~ 1209 5, 108| getuigenis doen afleggen naar de feiten, of hen doen vrezen, 1210 5, 109| 109. Gedenkt de dag, waarop Allah de boodschappers 1211 5, 109| Gedenkt de dag, waarop Allah de boodschappers zal verzamelen 1212 5, 109| kennis, Gij alleen zijt de Oerkenner van het verborgene." ~ 1213 5, 110| uw moeder, toen Ik u met de geest van heiligheid versterkte, 1214 5, 110| en toen Ik u het Boek en de wijsheid en de Torah en 1215 5, 110| het Boek en de wijsheid en de Torah en het Evangelie onderwees 1216 5, 110| door Mijn gebod uit klei de vorm van een vogel maakte, 1217 5, 110| Mijn gebod; en toen gij de blinden en de melaatsen 1218 5, 110| en toen gij de blinden en de melaatsen door Mijn gebod 1219 5, 110| Mijn gebod hebt genezen en de doden opgewekt; en toen 1220 5, 110| doden opgewekt; en toen Ik de kinderen Israëls er van 1221 5, 111| 111. "En toen Ik de discipelen bezielde om in 1222 5, 112| 112. Toen de discipelen zeiden: "O, Jezus, 1223 5, 112| voedsel) gedekte tafel van de hemel neder te zenden?", 1224 5, 113| wij mogen weten dat gij de waarheid tot ons hebt gesproken 1225 5, 114| 114. Jezus, de zoon van Maria, zeide: " 1226 5, 114| voedsel) gedekte tafel van de hemel neder, opdat het voor 1227 5, 114| hemel neder, opdat het voor de eersten en de laatsten onzer 1228 5, 114| opdat het voor de eersten en de laatsten onzer een feest 1229 5, 114| onderhoud van ons, want Gij zijt de Beste der onderhouders." ~ 1230 5, 115| Waarlijk, Ik zal haar (de tafel) tot u nederzenden, 1231 5, 115| als Ik geen ander onder de volkeren gestraft heb." ~ 1232 5, 116| van Maria, hebt gij tot de mensen gezegd: 'Beschouwt 1233 5, 116| niet, wat in U is. Gij zijt de Kenner van het onzienlijke. ~ 1234 5, 117| deedt sterven, waart Gij de Bewaker over hen en Gij 1235 5, 118| vergeeft, zijt Gij zeker de Almachtige, de Alwijze. ~ 1236 5, 118| Gij zeker de Almachtige, de Alwijze. ~ 1237 5, 119| dag waarop waarachtigheid de waarachtigen zal baten. 1238 5, 119| hebben behagen in Hem, dit is de grote zegepraal. ~ 1239 6 | Al-An'aam) Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 1240 6 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 1241 6 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 1242 6, 1 | lof komt Allah toe, Die de hemelen en de aarde schiep 1243 6, 1 | Allah toe, Die de hemelen en de aarde schiep en de duisternis 1244 6, 1 | hemelen en de aarde schiep en de duisternis en het licht 1245 6, 1 | deed ontstaan; toch stellen de ongelovigen gelijken naast 1246 6, 2 | daarna een termijn bepaalde. De vastgestelde termijn is 1247 6, 3 | 3. En Hij is Allah in de hemelen en op aarde. Hij 1248 6, 4 | 4. En er komt van de tekenen van hun Heer geen 1249 6, 5 | 5. Zij hebben de waarheid verloochend toen 1250 6, 5 | deze tot hen kwam, maar de tijdingen waarover zij spotten 1251 6, 6 | hadden hun zulke macht op de aarde gegeven als Wij u 1252 6, 7 | hun handen betast, zouden de ongelovigen toch hebben 1253 6, 8 | is er geen engel tot hem (de Profeet) nedergezonden?" 1254 6, 8 | een engel zenden dan wordt de zaak afgedaan en er wordt 1255 6, 10 | 10. En voorzeker de boodschappers vóór u werden 1256 6, 10 | diegenen die bespotten, de straf voor hetgeen zij bespotten. ~ 1257 6, 12 | Aan wie behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is?" 1258 6, 12 | Voorzeker Hij zal u op de Dag der Opstanding verzamelen, 1259 6, 13 | en dag bestaat. En Hij is de Alhorende, Alwetende. ~ 1260 6, 14 | Beschermer nemen, dan Allah, de Schepper der hemelen en 1261 6, 14 | Zeg: "Het is mij bevolen, de eerste te zijn die zich 1262 6, 14 | onderwerpt." En behoort niet tot de afgodendienaren. ~ 1263 6, 15 | mijn Heer niet gehoorzaam, de straf van de grote Dag." ~ 1264 6, 15 | gehoorzaam, de straf van de grote Dag." ~ 1265 6, 18 | 18. Hij is de Oppermachtige over Zijn 1266 6, 18 | Zijn dienaren en Hij is de Alwijze, en van alles op 1267 6, 18 | Alwijze, en van alles op de hoogte. ~ 1268 6, 19 | getuig niet." Zeg: "Hij is de ene God en ik heb niets 1269 6, 20 | Boek gaven, erkennen hem (de Profeet), zoals zij hun 1270 6, 21 | verloochent? Voorzeker, de onrechtvaardigen zullen 1271 6, 22 | 22. (Gedenk) de Dag, waarop Wij hen allen 1272 6, 25 | redetwisten zij met u, en de ongelovigen zeggen: "Dit 1273 6, 27 | teruggezonden, dan zouden wij de tekenen van onze Heer niet 1274 6, 27 | verloochenen en wij zouden tot de gelovigen behoren." ~ 1275 6, 30 | Hij zeggen: "Is dit niet de waarheid?" Zij zullen antwoorden: " 1276 6, 30 | zal zeggen: "Ondergaat dan de straf, omdat gij placht 1277 6, 31 | 31. Voorzeker, zij, die de ontmoeting met Allah verloochenen, 1278 6, 33 | profeet) niet, maar het zijn de tekenen van Allah die de 1279 6, 33 | de tekenen van Allah die de boosdoeners verwerpen. ~ 1280 6, 34 | 34. Gewis, de boodschappers vóór u werden 1281 6, 34 | kwam. Er is niemand die de woorden van Allah kan veranderen. 1282 6, 35 | indien gij een opening in de aarde of een ladder naar 1283 6, 35 | aarde of een ladder naar de hemelen kunt vinden. En 1284 6, 35 | verzameld. Behoor dus niet tot de onwetenden. ~ 1285 6, 36 | luisteren, kunnen aannemen. De doden zal Allah opwekken 1286 6, 37 | Voorzeker, Allah heeft de macht om een teken neder 1287 6, 37 | teken neder te zenden." Maar de meesten hunner beseffen 1288 6, 38 | er is geen beest dat op de aarde kruipt, noch een vogel 1289 6, 39 | verloochenen, zijn doof en stom, in de duisternis. Allah laat wie 1290 6, 40 | Zeg: "Wat denkt gij? Als de straf van Allah, of het 1291 6, 42 | Wij zonden inderdaad tot de volkeren die vóór u waren, ( 1292 6, 44 | vergaten, openden Wij hun de poorten van alle dingen ( 1293 6, 45 | 45. Zo werd de levensader van de mensen, 1294 6, 45 | Zo werd de levensader van de mensen, die slecht handelden, 1295 6, 45 | Alle lof komt Allah toe, de Heer der Werelden. ~ 1296 6, 46 | teruggeven? Zie, hoe Wij de tekenen verklaren, toch 1297 6, 47 | Zeg: "Wat denkt gij? Als de straf van Allah onverwachts 1298 6, 48 | 48. Wij zenden de boodschappers alleen als 1299 6, 50 | Ik zeg niet tot u, dat ik de schatten van Allah bezit, 1300 6, 50 | geopenbaard." Zeg: "Kunnen de blinde en de ziende gelijk 1301 6, 50 | Zeg: "Kunnen de blinde en de ziende gelijk zijn? Wilt 1302 6, 52 | verdrijven, dan zult gij tot de onrechtvaardigen behoren. ~ 1303 6, 55 | 55. En zo zetten Wij de tekenen uiteen opdat de 1304 6, 55 | de tekenen uiteen opdat de weg der schuldigen openbaar 1305 6, 56 | In dat geval zal ik tot de dwalenden behoren en niet 1306 6, 57 | 57. Zeg: "Ik ben op de rechte weg van mijn Heer 1307 6, 57 | verhaast is niet in mijn macht. De beslissing berust slechts 1308 6, 57 | slechts bij Allah. Hij zet de waarheid uiteen en Hij is 1309 6, 57 | waarheid uiteen en Hij is de beste der seheidsrechters." ~ 1310 6, 58 | verhaast in mijn macht was, zou de zaak voorzeker tussen u 1311 6, 58 | zijn beslist. En Allah kent de onrechtvaardigen met beste. ~ 1312 6, 59 | 59. En bij Hem zijn de sleutels van het onzienlijke; 1313 6, 59 | wat op het land en wat in de zee is. En er valt geen 1314 6, 59 | noch is er een korrel in de duisternis der aarde, noch 1315 6, 60 | Hij is het, Die uw ziel in de nacht neemt en weet hetgeen 1316 6, 60 | wekt Hij u weder op, opdat de vastgestelde termijn moge 1317 6, 61 | over u, totdat, wanneer de dood tot een uwer komt, 1318 6, 62 | teruggebracht. Voorzeker, de beslissing ligt in Zijn 1319 6, 63 | Zeg: "Wie verlost u van de rampen van het land en van 1320 6, 63 | rampen van het land en van de zee wanneer gij Hem in nederigheid 1321 6, 63 | redt zullen wij zeker tot de dankbaren behoren." ~ 1322 6, 65 | laten doen." Zie, hoe Wij de tekenen uiteenzetten opdat 1323 6, 66 | verworpen, ofschoon het de waarheid is. Zeg: "Ik ben 1324 6, 69 | verantwoordelijk voor hen, behalve voor de vermaning, opdat zij behoed 1325 6, 71 | verwijderd, zoals iemand die de bozen hebben neergeveld 1326 6, 71 | bozen hebben neergeveld op de aarde in een toestand van 1327 6, 71 | metgezellen heeft die hem tot de weg roepen, zeggende: 'Kom 1328 6, 71 | zeggende: 'Kom tot ons'?" Zeg: "De leiding van Allah is voorzeker 1329 6, 71 | leiding van Allah is voorzeker de enige leiding en het is 1330 6, 71 | het is ons bevolen ons aan de Heer der Werelden te onderwerpen." ~ 1331 6, 73 | 73. En Hij is het, Die de hemelen en de aarde in werkelijkheid 1332 6, 73 | is het, Die de hemelen en de aarde in werkelijkheid schiep. 1333 6, 73 | werkelijkheid schiep. En de dag, waarop Hij zegt: "Wees", 1334 6, 73 | behoort het koninkrijk op de Dag waarop de bazuin zal 1335 6, 73 | koninkrijk op de Dag waarop de bazuin zal worden geblazen. 1336 6, 73 | bazuin zal worden geblazen. De Kenner v an het onzichtbare 1337 6, 73 | en het zichtbare. Hij is de Alwijze, de Al- kennende. ~ 1338 6, 73 | zichtbare. Hij is de Alwijze, de Al- kennende. ~ 1339 6, 75 | der aarde, opdat hij tot de vastgelovenden zou behoren. ~ 1340 6, 76 | 76. En toen de nacht over hem kwam, zag 1341 6, 76 | onderging, zeide hij: "Ik heb de dingen, die ondergaan niet 1342 6, 77 | 77. En toen hij de maan zag glanzen, zeide 1343 6, 78 | 78. En toen hij de zon zag stralen zeide hij: " 1344 6, 78 | Dit is mijn Heer. Dit is de grootste" Maar toen zij 1345 6, 79 | oprecht gewend tot Hem, Die de hemelen en de aarde schiep 1346 6, 79 | tot Hem, Die de hemelen en de aarde schiep en ik behoor 1347 6, 79 | schiep en ik behoor niet tot de afgodendienaren." ~ 1348 6, 81 | heeft nedergezonden? Wie van de twee partijen is dan veiliger, 1349 6, 84 | en Aäron. Zo belonen Wij de goeden. ~ 1350 6, 85 | Elk hunner behoorde tot de deugdzamen. ~ 1351 6, 86 | hunner verhieven Wij boven de volkeren. ~ 1352 6, 88 | 88. Dit is de leiding van Allah, Hij leidt 1353 6, 89 | het, wie Wij het Boek en de heerschappij en het profetenambt 1354 6, 91 | 91. En zij schatten de juiste waarde van Allah 1355 6, 91 | als licht en leiding voor de mensen - dat gij op papieren 1356 6, 92 | aan voorafging, opdat gij de moeder der steden (Mekka) 1357 6, 93 | gij het waarnemen, wanneer de onrechtvaardigen in doodsstrijd 1358 6, 93 | onrechtvaardigen in doodsstrijd zijn en de engelen hun handen uitstrekken, ( 1359 6, 93 | zielen op. Deze dag zal u de straf der schande worden 1360 6, 94 | achter u gelaten en Wij zien de bemiddelaren, waarvan gij 1361 6, 94 | bij u. Voorzeker is nu (de band) tussen u afgesneden 1362 6, 95 | Voorwaar, het is Allah die de graankorrel en de dadelpit 1363 6, 95 | Allah die de graankorrel en de dadelpit doet uitspruiten. 1364 6, 95 | uitspruiten. Hij brengt de levenden uit de doden voort 1365 6, 95 | Hij brengt de levenden uit de doden voort en is de Voortbrenger 1366 6, 95 | uit de doden voort en is de Voortbrenger van doden uit 1367 6, 95 | Voortbrenger van doden uit de levenden. Dat is Allah, 1368 6, 96 | 96. Hij doet de dag aanbreken en Hij heeft 1369 6, 96 | dag aanbreken en Hij heeft de nacht voor rust ingesteld 1370 6, 96 | nacht voor rust ingesteld en de zon en de maan voor het 1371 6, 96 | rust ingesteld en de zon en de maan voor het uitrekenen ( 1372 6, 96 | der jaargetijden). Dat is de ordening van de Almachtige, 1373 6, 96 | Dat is de ordening van de Almachtige, de Alwetende. ~ 1374 6, 96 | ordening van de Almachtige, de Alwetende. ~ 1375 6, 97 | 97. Hij is het, Die de sterren voor u heeft gemaakt, 1376 6, 97 | gemaakt, opdat gij daardoor de juiste richting in de duisternissen 1377 6, 97 | daardoor de juiste richting in de duisternissen van het land 1378 6, 97 | duisternissen van het land en van de zee moogt volgen. Wij hebben 1379 6, 97 | moogt volgen. Wij hebben de tekenen uitgelegd aan een 1380 6, 98 | bewaarplaats voor u. Wij hebben de tekenen verklaard aan een 1381 6, 99 | Hij is het, Die water uit de wolken nederzendt en daardoor 1382 6, 99 | voortbrengen. En er komen uit de scheden van de dadelpalm 1383 6, 99 | komen uit de scheden van de dadelpalm laaghangende trossen. 1384 6, 99 | brengen er) wijngaarden en de olijf en de granaatappel ( 1385 6, 99 | wijngaarden en de olijf en de granaatappel (mee voort) 1386 6, 100| 100. En zij houden de djinn voor deelgenoten van 1387 6, 101| alles geschapen; en Hij is de Kenner van alle dingen. ~ 1388 6, 102| God naast Hem, (Hij is) de Schepper aller dingen, aanbidt 1389 6, 102| aanbidt Hem Want Hij is de Voogd over alles. 1390 6, 103| bereiken; maar Hij bereikt de ogen. Want Hij is de Ontastbare, 1391 6, 103| bereikt de ogen. Want Hij is de Ontastbare, de Alwetende. ~ 1392 6, 103| Want Hij is de Ontastbare, de Alwetende. ~ 1393 6, 105| 105. En zo zetten Wij de tekenen uiteen, zodat zij 1394 6, 106| naast Hem; en wend u van de afgodendienaren af. ~ 1395 6, 107| opgericht. Wij hebben u (de Profeet) geen bewaker over 1396 6, 109| geloven. Zeg: "Voorzeker, de tekenen zijn bij Allah." 1397 6, 109| En wat weet gij: Wanneer de tekenen komen, zullen zij 1398 6, 110| brengen, omdat zij er voor de eerste keer niet in geloofden 1399 6, 111| hen neder en al spraken de doden tot hen en Wij verzamelden 1400 6, 111| tenzij Allah dit wilde. Maar de meesten hunner gedragen 1401 6, 112| gemaakt, bozen van onder de mensen en de djinn. Zij 1402 6, 112| bozen van onder de mensen en de djinn. Zij fluisteren elkander 1403 6, 113| 113. En opdat de harten dergenen die niet 1404 6, 114| Heer is nedergezonden met de waarheid; behoort daarom 1405 6, 115| woorden veranderen; Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~ 1406 6, 115| veranderen; Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~ 1407 6, 118| daarom van hetgeen waarover de naam van Allah is uitgesproken 1408 6, 119| datgene zoudt eten, waarover de naam van Allah is uitgesproken, 1409 6, 119| Waarlijk, uw Heer kent de overtreders het beste. ~ 1410 6, 121| niet van hetgeen, waarover de naam van Allah niet is uitgesproken, 1411 6, 121| zeker ongehoorzaamheid. En de bozen sporen hun vrienden 1412 6, 122| maakten waardoor hij onder de mensen wandelt, gelijk aan 1413 6, 122| toestand zodanig is dat hij in de duisternissen verblijft 1414 6, 122| kan wegkomen? Zo werd voor de ongelovigen schoonschijnend 1415 6, 123| hebben Wij in elke stad de groten tot haar schuldigen 1416 6, 124| en een strenge straf zal de overtreders voorzeker treffen, 1417 6, 125| verruimt zijn hart voor de Islam en wie Hij wenst te 1418 6, 126| van uw Heer. Wij hebben de tekenen inderdaad verduidelijkt 1419 6, 128| 128. De Dag, waarop Hij hen allen 1420 6, 128| En hun vrienden onder de mensen zullen zeggen: "Onze 1421 6, 128| geprofiteerd, maar nu hebben wij de termijn welke Gij voor ons 1422 6, 129| onrechtvaardigen tot vrienden voor de anderen, voor hetgeen zij 1423 6, 130| verhaalden en die u voor de ontmoeting van deze Dag 1424 6, 131| Dit komt, omdat uw Heer de steden niet onrechtvaardig 1425 6, 131| wilde vernietigen, terwijl de mensen er van onbewust waren. ~ 1426 6, 135| zult weldra weten voor wie de uiteindelijke beloning van 1427 6, 135| tehuis zal zijn." Waarlijk de onrechtvaardigen slagen 1428 6, 136| hebben Allah een deel van de oogsten en van het vee aangewezen, 1429 6, 138| er is vee, waarover zij de naam van Allah niet uitspreken 1430 6, 139| zij zeggen: "Hetgeen in de baarmoeders van dit en dat 1431 6, 141| ontstaan, wel of niet gestut en de dadelpalm en de korenvelden, 1432 6, 141| gestut en de dadelpalm en de korenvelden, waarvan de 1433 6, 141| de korenvelden, waarvan de vruchten van verschillende 1434 6, 141| verschillende soorten zijn en de olijf en de granaatappel 1435 6, 141| soorten zijn en de olijf en de granaatappel van gelijke 1436 6, 141| en ongelijke soort. Eet de vruchten ervan wanneer zij 1437 6, 141| dragen, maar betaalt op de dag van de oogst, wat Hem 1438 6, 141| maar betaalt op de dag van de oogst, wat Hem verschuldigd 1439 6, 141| Voorzeker, Allah heeft de verkwisters niet lief. ~ 1440 6, 142| heeft voorzien en volgt de voetstappen van Satan niet. 1441 6, 143| Acht, in paren: Twee van de schapen en twee van de geiten. 1442 6, 143| van de schapen en twee van de geiten. Zeg: "Zijn het de 1443 6, 143| de geiten. Zeg: "Zijn het de twee mannelijke dieren, 1444 6, 143| die Hij heeft verboden, of de twee vrouwelijke dieren, 1445 6, 143| vrouwelijke dieren, ofwel, hetgeen de baarmoeders der twee vrouwelijke 1446 6, 144| runderen. Zeg: "Zijn het de twee mannelijke dieren die 1447 6, 144| die Hij heeft verboden of de twee vrouwelijke dieren 1448 6, 144| vrouwelijke dieren ofwel, hetgeen de baarmoeders der twee vrouwelijke 1449 6, 144| leugen over Allah bedenkt om de mensen zonder kennis te 1450 6, 145| en niet begerig is noch de grens overschrijdt: uw Heer 1451 6, 146| 146. Wij verboden de Joden alle dieren die klauwen 1452 6, 146| been is gemengd. Dit is de vergelding, welke Wij hun 1453 6, 147| verloochenen zeg: "Uw Heer is de Heer der alomvattende Barmhartigheid 1454 6, 150| niet met hen, noch volg de boze neigingen van degenen 1455 6, 152| Beheert het eigendom van de wees, voordat hij volwassen 1456 6, 152| volwassen is, niet anders dan op de beste wijze. En geeft de 1457 6, 152| de beste wijze. En geeft de volle maat en het volle 1458 6, 154| Boek, als voltooiing van de gunst aan hem die goed wilde 1459 6, 154| barmhartigheid, opdat zij in de ontmoeting van hun Heer 1460 6, 156| wij waren inderdaad met de inhoud er van onbekend." ~ 1461 6, 157| onrechtvaardiger dan hij die de tekenen van Allah verwerpt 1462 6, 158| zouden plaatshebben? Op de dag, wanneer enige der tekenen 1463 6, 161| geleid - een goed geloof, de godsdienst van Abraham, 1464 6, 161| godsdienst van Abraham, de oprechte. En hij behoorde 1465 6, 161| En hij behoorde niet tot de afgodendienaren." ~ 1466 6, 162| dood zijn gewijd aan Allah, de Heer der Werelden." ~ 1467 6, 163| is mij bevolen en ik ben de eerste der Moslims." ~ 1468 6, 164| buiten Allah, terwijl Hij de Heer aller dingen is?" En 1469 6, 164| noch draagt een lastdrager de last van anderen. Dan zal 1470 7 | 7. De Verheven Plaatsen (Al-Aa' 1471 7 | raaf) ~Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 1472 7 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 1473 7 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 1474 7, 2 | dit is een aanmaning voor de gelovigen. ~ 1475 7, 3 | dan Hem. Hoe gering is de lering, die gij trekt. ~ 1476 7, 4 | straf overviel hen gedurende de nacht of tijdens de middagslaap. ~ 1477 7, 4 | gedurende de nacht of tijdens de middagslaap. ~ 1478 7, 6 | zullen degenen, tot wie de boodschappers waren gezonden 1479 7, 6 | verantwoording roepen; en Wij zullen de boodschappers ook ondervragen. ~ 1480 7, 11 | Wij u; toen zeiden Wij tot de engelen: "Onderwerpt u aan 1481 7, 14 | Geef mij uitstel tot aan de Dag waarop zij zullen worden 1482 7, 16 | zal ik hen voorzeker in de weg gaan zitten op Uw rechte 1483 7, 17 | zijde tonen en Gij zult de meesten hunner niet dankbaar 1484 7, 18 | volgen, Ik zal voorzeker de hel met u allen vullen." ~ 1485 7, 19 | vertoef met uw vrouw in de tuin en eet, wat gij wilt, 1486 7, 19 | niet, anders zult gij tot de onrechtvaardigen behoren." ~ 1487 7, 22 | vallen. En toen zij van de boom proefden werd hun naaktheid 1488 7, 22 | bedekken met bladeren uit de tuin. En hun Heer riep hen 1489 7, 23 | zijt, zullen wij zeker tot de benadeelden behoren. ~ 1490 7, 24 | heen, sommigen uwer zullen de vijanden van anderen zijn. 1491 7, 27 | ziet. Voorzeker, Wij hebben de duivelen vrienden gemaakt 1492 7, 30 | Zij hebben buiten Allah de bozen tot vrienden genomen 1493 7, 31 | verkwist niet. Hij heeft de verkwisters zeker niet lief. ~ 1494 7, 32 | 32. Zeg: "Wie heeft de tooi van Allah, die Hij 1495 7, 32 | Zeg: "Zij zijn ook voor de gelovigen in het tegenwoordige 1496 7, 32 | leven en voor hen alleen op de Dag der Opstanding." Zo 1497 7, 32 | Opstanding." Zo verklaren Wij de tekenen aan een volk dat 1498 7, 36 | van afkeren - dezen zullen de bewoners van het Vuur zijn, 1499 7, 38 | zal zeggen: "Gaat onder de volkeren van djinn en mensen 1500 7, 38 | opeenvolgend in zijn aangekomen, de laatsten over de eersten


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License