Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
datgene 75
dauw 2
david 17
de 6932
deden 107
deed 47
deedt 25
Frequency    [«  »]
-----
-----
7987 en
6932 de
3188 zij
3173 van
3106 het

Koran

IntraText - Concordances

de

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932

                                                        bold = Main text
     Sura, Verse                                        grey = Comment text
2501 13, 42 | wat elke ziel verdient en de ongelovigen zullen weldra 2502 13, 42 | zullen weldra weten voor wie de uiteindelijke woonplaats 2503 13, 43 | 43. De ongelovigen zeggen: "Gij 2504 14 | Ibrahiem) Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 2505 14 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 2506 14 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 2507 14, 1 | hebben geopenbaard, opdat gij de mensen door het gebod van 2508 14, 1 | het gebod van hun Heer uit de duisternis tot het licht 2509 14, 1 | moogt brengen op het pad van de Almachtige, de Geprezene; ~ 2510 14, 1 | het pad van de Almachtige, de Geprezene; ~ 2511 14, 2 | Allah, aan Wie wat er ook in de hemelen en op aarde is, 2512 14, 2 | is, toebehoort. Maar wee de ongelovigen wegens een strenge 2513 14, 4 | geen boodschapper dan met de taal van zijn volk, zodat 2514 14, 4 | leidt wie Hij wil. Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~ 2515 14, 4 | wil. Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~ 2516 14, 5 | zeggende: "Breng uw volk uit de duisternis tot het licht 2517 14, 5 | licht en herinner hen aan de dagen van Allah." Daarin 2518 14, 9 | 9. Zijn de tijdingen niet tot u gekomen 2519 14, 11 | Allah. En in Allah behoren de gelovigen te vertrouwen." ~ 2520 14, 13 | 13. En de ongelovigen zeiden tot hun 2521 14, 13 | Toen zond hun Heer hun de openbaring: "Wij zullen 2522 14, 13 | openbaring: "Wij zullen de onrechtvaardigen zeker vernietigen." ~ 2523 14, 16 | 16. Voor hem is de hel en hij zal worden gedwongen 2524 14, 17 | ternauwernood kunnen slikken. En de dood zal van elke kant tot 2525 14, 18 | 18. De toestand dergenen die in 2526 14, 18 | werken als as zijn waarop de wind hevig waait op een 2527 14, 18 | bezitten. Dit is inderdaad de volstrekte ondergang. ~ 2528 14, 19 | Ziet gij niet dat Allah de hemelen en de aarde in waarheid 2529 14, 19 | dat Allah de hemelen en de aarde in waarheid schiep? 2530 14, 21 | verschijnen, dan zullen de zwakken tot de hoogmoedigen 2531 14, 21 | dan zullen de zwakken tot de hoogmoedigen zeggen: "Wij 2532 14, 22 | 22. Wanneer de zaak is beslist zal Satan 2533 14, 22 | vereenzelvigd. Er zal voor de onrechtvaardigen gewis een 2534 14, 23 | 23. En de gelovigen die goede werken 2535 14, 24 | Ziet gij niet hoe Allah de gelijkenis van een goed 2536 14, 24 | een goede boom, waarvan de wortel hecht is en zijn 2537 14, 24 | zijn takken reiken tot in de hemel. ~ 2538 14, 25 | jaargetijde. En Allah geeft de gelijkenissen voor de mensen, 2539 14, 25 | geeft de gelijkenissen voor de mensen, opdat zij lering 2540 14, 27 | bevestigende woord en Allah laat de onrechtvaardigen dwalen. 2541 14, 29 | 29. Dat is de hel. Daarin zullen zij branden 2542 14, 30 | aan Allah toegekend om (de mensen) van Zijn weg af 2543 14, 32 | 32. Allah is Hij, Die de hemelen en de aarde schiep 2544 14, 32 | is Hij, Die de hemelen en de aarde schiep en water uit 2545 14, 32 | voortbrengt en Hij heeft de schepen in uw dienst gesteld, 2546 14, 32 | zij door Zijn gebod over de zee mogen varen en Hij heeft 2547 14, 32 | mogen varen en Hij heeft de rivieren eveneens in uw 2548 14, 33 | 33. En Hij heeft ook de zon en de maan, die beiden 2549 14, 33 | Hij heeft ook de zon en de maan, die beiden hun werk 2550 14, 33 | voortdurend verrichten alsmede de nacht en de dag in uw dienst 2551 14, 33 | verrichten alsmede de nacht en de dag in uw dienst gesteld. ~ 2552 14, 34 | van Hem vraagt en als gij de gunsten van Allah telt, 2553 14, 34 | kunnen opsommen. Voorwaar, de mens is zeer onrechtvaardig, 2554 14, 36 | hebben inderdaad vele van de mensen op een dwaalspoor 2555 14, 37 | dicht bij Uw heilig huis (de Kabah) gevestigd, onze Heer, 2556 14, 38 | is niets op aarde of in de hemel voor Allah verborgen." ~ 2557 14, 39 | gegeven Waarlijk mijn Heer is de Verhoorder van het gebed." ~ 2558 14, 41 | vergeef mij en mijn ouders en de gelovigen op de Dag waarop 2559 14, 41 | ouders en de gelovigen op de Dag waarop de afrekening 2560 14, 41 | gelovigen op de Dag waarop de afrekening zal plaatsvinden." ~ 2561 14, 42 | achteloos is omtrent hetgeen de onrechtvaardigen doen. Hij 2562 14, 42 | hun slechts uitstel tot de Dag waarop zij zullen staren, ~ 2563 14, 44 | 44. En waarschuw de mensen voor de Dag waarop 2564 14, 44 | waarschuw de mensen voor de Dag waarop kastijding over 2565 14, 44 | hen zal komen; dan zullen de onrechtvaardigen zeggen: " 2566 14, 44 | Uw roep beantwoorden en de boodschappers volgen." " 2567 14, 45 | En gij vertoeft thans in de woonplaatsen van degenen 2568 14, 45 | hen handelden terwijl Wij de voorbeelden voor u hadden 2569 14, 48 | 48. De dag (zal komen) waarop de 2570 14, 48 | De dag (zal komen) waarop de aarde en de hemel door een 2571 14, 48 | komen) waarop de aarde en de hemel door een andere aarde 2572 14, 48 | worden vervangen; en zij (de mensen) allen voor Allah, 2573 14, 48 | mensen) allen voor Allah, de Ene, de Opperste zullen 2574 14, 48 | allen voor Allah, de Ene, de Opperste zullen verschijnen. ~ 2575 14, 49 | En op die Dag zult gij de schuldigen in kettingen 2576 14, 52 | is een aankondiging voor de mensen opdat zij er door 2577 14, 52 | zij mogen weten dat Hij de Enige God is en opdat degenen 2578 15 | Al-Hidjr) ~Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 2579 15 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 2580 15 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 2581 15, 1 | Alif Laam Raa. Dit zijn de verzen van het Boek, de 2582 15, 1 | de verzen van het Boek, de duidelijke Koran. ~ 2583 15, 2 | 2. De ongelovigen zullen dikwijls 2584 15, 6 | zeggen: "O, gij, tot wie de vermaning is nedergezonden, 2585 15, 7 | geen engelen indien gij tot de waarachtigen behoort?" ~ 2586 15, 8 | alleen engelen neder met de werkelijkheid en dan wordt 2587 15, 8 | werkelijkheid en dan wordt hun (de ongelovigen) geen uitstel 2588 15, 9 | Wij hebben deze vermaning (de Koran) nedergezonden en 2589 15, 9 | voorzeker Wij zullen er de Waker over zijn. ~ 2590 15, 10 | reeds (boodschappers) onder de oude stammen. ~ 2591 15, 14 | indien Wij een deur van de hemel voor hen zouden openen 2592 15, 16 | 16. En Wij hebben aan de hemel voorzeker banen (van 2593 15, 19 | 19. En Wij hebben de aarde uitgespreid, er hechte 2594 15, 19 | noodzakelijke dingen in de juiste maat op groeien. ~ 2595 15, 21 | 21. Er is niets of de schatten er van zijn bij 2596 15, 22 | daarna zenden Wij water uit de wolken neder en geven het 2597 15, 23 | doen sterven en Wij zijn de Erfgenaam. ~ 2598 15, 26 | 26. Waarlijk Wij schiepen de mens uit droge, klinkende 2599 15, 27 | En Wij hadden voorheen de djinn uit vlammend vuur 2600 15, 28 | 28. Toen uw Heer tot de engelen zeide: "Ik ga de 2601 15, 28 | de engelen zeide: "Ik ga de mens uit droge, klinkende 2602 15, 30 | 30. De engelen onderwierpen zich 2603 15, 33 | mij niet onderwerpen aan de mens, die Gij uit droge, 2604 15, 35 | 35. "Mijn vloek zal tot de Dag des Oordeels op u rusten." ~ 2605 15, 36 | schenk mij dan uitstel tot de Dag waarop zij zullen worden 2606 15, 38 | 38. "Tot de Dag van de bekende tijd." ~ 2607 15, 38 | 38. "Tot de Dag van de bekende tijd." ~ 2608 15, 39 | geacht, zal ik voor hen (de dingen) op aarde schoonschijnend 2609 15, 42 | hebben, met uitzondering van de dwalenden die u volgen." ~ 2610 15, 43 | 43. "En de hel is zeker de beloofde 2611 15, 43 | 43. "En de hel is zeker de beloofde plaats voor hen 2612 15, 45 | 45. Voorwaar, de rechtschapenen zullen te 2613 15, 50 | 50. En dat Mijn straf de pijnlijke straf is. ~ 2614 15, 54 | mij blijde tijding hoewel de ouderdom mij heeft achterhaald? 2615 15, 56 | Hij zeide: "Wie kunnen aan de genade van hun Heer wanhopen, 2616 15, 56 | van hun Heer wanhopen, dan de dwalenden?" ~ 2617 15, 59 | 59. Doch wat de familie van Lot betreft, 2618 15, 61 | 61. Toen de boodschappers tot de familie 2619 15, 61 | Toen de boodschappers tot de familie van Lot kwamen, ~ 2620 15, 63 | met hetgeen waarover zij (de ongelovigen) twijfelden 2621 15, 64 | 64. "En wij zijn met de waarheid tot u gekomen en 2622 15, 64 | gekomen en wij spreken zeker de waarheid. ~ 2623 15, 65 | 65. Ga daarom gedurende de nacht met uw familie weg 2624 15, 66 | dat hun levenswortel tegen de morgen zou worden afgesneden. ~ 2625 15, 67 | 67. En de mensen der stad kwamen verheugd. ~ 2626 15, 70 | Hebben wij u niet verboden de mensen (te ontvangen)?" ~ 2627 15, 73 | 73. Dus overviel de straf hen bij zonsopgang. ~ 2628 15, 74 | 74. En Wij keerden de stad ondersteboven en Wij 2629 15, 78 | 78. En de mensen van het Woud waren 2630 15, 80 | 80. En ook het volk van de Hidjr verloochende de boodschappers. ~ 2631 15, 80 | van de Hidjr verloochende de boodschappers. ~ 2632 15, 82 | tot veiligheid huizen in de bergen uit. ~ 2633 15, 83 | 83. Toch greep de straf hen in de morgen. ~ 2634 15, 83 | Toch greep de straf hen in de morgen. ~ 2635 15, 85 | 85. En Wij hebben de hemelen en de aarde en al 2636 15, 85 | Wij hebben de hemelen en de aarde en al hetgeen er tussen 2637 15, 86 | 86. Voorwaar, uw Heer is de Schepper, de Alwetende. ~ 2638 15, 86 | uw Heer is de Schepper, de Alwetende. ~ 2639 15, 87 | En Wij hebben u inderdaad de zeven dikwijls herhaalde 2640 15, 87 | dikwijls herhaalde verzen en de grote Koran gegeven. ~ 2641 15, 88 | wees zachtmoedig jegens de gelovigen. ~ 2642 15, 90 | Want wij hebben besloten (de straf) tegen de samenzweerders 2643 15, 90 | besloten (de straf) tegen de samenzweerders te zenden. ~ 2644 15, 91 | 91. Die de Koran verloochenen. ~ 2645 15, 94 | is bevolen en wend u van de afgodendienaren af. ~ 2646 15, 98 | verheerlijk uw Heer met de lof die Hem toekomt en behoor 2647 15, 99 | En aanbid uw Heer totdat de dood u bereikt. ~~ 2648 16 | 16. De Bij (An-Nahl) ~Geopenbaard 2649 16 | An-Nahl) ~Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 2650 16 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 2651 16 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 2652 16, 3 | 3. Hij heeft de hemelen en de aarde in waarheid 2653 16, 3 | Hij heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen. 2654 16, 4 | 4. En Hij heeft de mens uit een levenskiem 2655 16, 9 | En bij Allah berust het, de rechte weg (te tonen) en 2656 16, 10 | het, Die water voor u uit de wolken zendt, gij hebt er 2657 16, 11 | daarmede koren voor u groeien, de olijf, de dadelpalm, de 2658 16, 11 | voor u groeien, de olijf, de dadelpalm, de druiven en 2659 16, 11 | de olijf, de dadelpalm, de druiven en allerlei andere 2660 16, 12 | Hij heeft door Zijn gebod de nacht, de dag, de zon, de 2661 16, 12 | door Zijn gebod de nacht, de dag, de zon, de maan en 2662 16, 12 | gebod de nacht, de dag, de zon, de maan en de sterren 2663 16, 12 | de nacht, de dag, de zon, de maan en de sterren in uw 2664 16, 12 | dag, de zon, de maan en de sterren in uw dienst gesteld. 2665 16, 13 | 13. En in de dingen, die Hij in verscheidene 2666 16, 14 | 14. En Hij is het, Die de zee tot uw beschikking heeft 2667 16, 14 | gij draagt. En gij ziet er de schepen over varen opdat 2668 16, 15 | Hij heeft hechte bergen op de aarde geplaatst opdat gij 2669 16, 15 | rivieren en paden opdat gij de juiste weg moogt inslaan. ~ 2670 16, 16 | En merktekenen en door de sterren vinden zij (de mensen) 2671 16, 16 | door de sterren vinden zij (de mensen) de juiste richting. ~ 2672 16, 16 | sterren vinden zij (de mensen) de juiste richting. ~ 2673 16, 18 | 18. En indien gij de gunsten Van Allah wilt opsommen, 2674 16, 23 | zij openbaren. Hij heeft de hovaardigen voorzeker niet 2675 16, 25 | 25. Dat zij op de Dag der Opstanding hun last 2676 16, 26 | vernietigde hun gebouw tot in de grondvesten zodat het dak 2677 16, 26 | van boven op hen viel; en de straf kwam over hen vanwraar 2678 16, 27 | 27. Dan zal Hij hen op de Dag der Opstanding vernederen 2679 16, 27 | deze Dag voorzeker over de ongelovigen zijn." ~ 2680 16, 28 | 28. "Degenen, die de engelen doen sterven terwijl 2681 16, 29 | 29. Gaat daarom de poorten der hel binnen en 2682 16, 31 | wensen. Zo beloont Allah de rechtvaardigen. ~ 2683 16, 32 | 32. Tot degenen, die de engelen doen sterven terwijl 2684 16, 32 | gezegd: "Vrede zij u. Gaat de hemel binnen voor hetgeen 2685 16, 33 | 33. Zij (de ongelovigen) wachten op 2686 16, 33 | op niets anders dan dat de engelen over hen komen of 2687 16, 35 | 35. De afgodendienaren zeggen: " 2688 16, 35 | handelden evenzo. Maar zijn de boodschappers voor iets 2689 16, 35 | verantwoordelijk dan voor de duidelijke verkondiging? ~ 2690 16, 36 | Aanbidt Allah en vermijdt de boze." Toen waren er sommigen 2691 16, 38 | sterkste eden, dat Allah de doden niet zal doen herrijzen. 2692 16, 38 | is een ware belofte maar de meeste mensen weten het 2693 16, 39 | waarover zij verschilden en dat de ongelovigen mogen weten 2694 16, 41 | voorzeker een goed tehuis in de wereld geven; waarlijk de 2695 16, 41 | de wereld geven; waarlijk de beloning van het Hiernamaals 2696 16, 43 | daarom aan degenen, die de vermaning bezitten als gij 2697 16, 44 | 44. En Wij hebben de vermaning tot u gezonden, 2698 16, 45 | veilig tegen dat Allah hen in de grond zal doen verzinken, 2699 16, 45 | zal doen verzinken, of dat de straf over hen zal komen 2700 16, 48 | Hebben zij niet gezien dat de schaduwen van al hetgeen 2701 16, 49 | 49. En wat ook in de Hemelen is en welk schepsel 2702 16, 49 | onderwerpt zich aan Allah alsmede de engelen, en zij (allen) 2703 16, 52 | aan Hem behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is en 2704 16, 58 | wanneer aan één hunner (de geboorte) van een meisje 2705 16, 60 | kenteken het beste is, Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~ 2706 16, 60 | is, Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~ 2707 16, 61 | 61. En indien Allah de mensen voor hun onrechtvaardigheid 2708 16, 63 | zonden (boodschappers) tot de volkeren die vóór u waren; 2709 16, 64 | leiding en barmhartigheid voor de mensen die geloven. ~ 2710 16, 65 | En Allah heeft water uit de hemel nedergezonden en er 2711 16, 65 | hemel nedergezonden en er de aarde na haar dood mee opgewekt. 2712 16, 67 | 67. En van de vrucht der dadelpalmen en 2713 16, 68 | 68. En uw Heer heeft de bij bezield, (zeggende): " 2714 16, 68 | zeggende): "Maakt huizen in de heuvels en in de bomen en 2715 16, 68 | huizen in de heuvels en in de bomen en in hetgeen men 2716 16, 69 | vruchten en volgt onderdanig de wegen van uw Heer." Er komt 2717 16, 69 | waarin genezing is voor de mens. Voorzeker, daarin 2718 16, 71 | zullen worden. Willen zij de gunst van Allah dan verloochenen? ~ 2719 16, 72 | valse dingen geloven en de gunst van Allah verloochenen? ~ 2720 16, 73 | hun levensonderhoud van de hemelen of van de aarde 2721 16, 73 | levensonderhoud van de hemelen of van de aarde in het geheel niet 2722 16, 75 | 75. Allah geeft de gelijkenis van een slaaf, 2723 16, 75 | lof komt Allah toe! Maar de meesten hunner weten het 2724 16, 77 | behoort het Onzichtbare van de hemelen en van de aarde. 2725 16, 77 | Onzichtbare van de hemelen en van de aarde. En het geval van 2726 16, 78 | terwijl gij niets wist, uit de baarmoeder van uw moeder 2727 16, 79 | 79. Zien zij niet, dat de vogelen in het gewelf van 2728 16, 79 | vogelen in het gewelf van de hemel in onderdanigheid 2729 16, 80 | gemaakt, ook heeft Hij van de huiden van het vee woonplaatsen 2730 16, 80 | die gij licht vindt, op de tijd waarop gij reist en 2731 16, 80 | tijd waarop gij reist en op de tijd waarop gij halt maakt; 2732 16, 81 | schaduw geven, en Hij heeft in de bergen schuilplaatsen voor 2733 16, 82 | zich afwenden zijt gij (de profeet) alleen voor de 2734 16, 82 | de profeet) alleen voor de duidelijke verkondiging 2735 16, 83 | 83. Zij erkennen de gunst van Allah en toch 2736 16, 83 | toch verloochenen zij deze; de meesten hunner zijn ongelovigen. ~ 2737 16, 84 | 84. En de dag, waarop Wij uit elk 2738 16, 85 | degenen die kwaad verrichten de straf in werkelijkheid zien, 2739 16, 86 | 86. En wanneer de afgodendienaren hun afgoden 2740 16, 88 | verwerpen en anderen van de weg van Allah afhouden - 2741 16, 89 | 89. En (gedenk) de dag waarop Wij onder elk 2742 16, 92 | beproeft u daarmee en op de Dag der Opstanding zal Hij 2743 16, 98 | 98. En wanneer gij de Koran voordraagt, zoekt 2744 16, 98 | toevlucht tot Allah tegen Satan de verworpene. ~ 2745 16, 101| Gij verzint slechts." Neen de meesten hunner weten het 2746 16, 102| 102. Zeg: "De Geest van heiligheid heeft 2747 16, 103| slechts een man is, die hem (de profeet) onderwijst. De 2748 16, 103| de profeet) onderwijst. De taal van hem die zij bedoelen 2749 16, 103| bedoelen is vreemd, terwijl dit de duidelijke Arabische taal 2750 16, 104| 104. Degenen die in de tekenen van Allah niet geloven, 2751 16, 105| verzinnen leugens die in de tekenen van Allah niet geloven; 2752 16, 105| Allah niet geloven; zij zijn de leugenaars. ~ 2753 16, 108| heeft gelegd. En dezen zijn de achtelozen. ~ 2754 16, 109| ongetwijfeld in het Hiernamaals de verliezers zijn. ~ 2755 16, 111| 111. De dag waarop elke ziel voor 2756 16, 112| 112. En Allah geeft de gelijkenis van een stad, 2757 16, 112| zij was ondankbaar voor de gunsten van Allah en daarom 2758 16, 113| daarom achterhaalde hen de straf, terwijl zij onrecht 2759 16, 114| 114. Eet daarom van de wettige goede dingen waarvan 2760 16, 114| en weest dankbaar voor de gunst van Allah, indien 2761 16, 115| varkensvlees en hetgeen waarover de naam van een ander dan Allah 2762 16, 115| terwijl hij niet wil, noch de grens wil overschrijden, 2763 16, 116| En zegt niet - vanwege de leugens die uw tong spreekt - " 2764 16, 118| En Wij verboden voordien de Joden al hetgeen Wij u hebben 2765 16, 120| en hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~ 2766 16, 122| Hiernamaals zal hij zeker tot de rechtvaardigen behoren. ~ 2767 16, 123| Mohammed) geopenbaard, "Volg de weg van Abraham, de oprechte, 2768 16, 123| Volg de weg van Abraham, de oprechte, die geen afgodendienaar 2769 16, 124| 124. De Sabbat was alleen aan degenen 2770 16, 124| mening verschilden; en op de Dag der Opstanding zal uw 2771 16, 125| 125. Roep tot de weg van uw Heer met wijsheid 2772 16, 127| uw geduld is alleen met de hulp van Allah (mogelijk). 2773 16, 127| En treur niet over hen (de ongelovigen), noch maak 2774 17 | 17. De Nachtelijke Tocht, De Kinderen 2775 17 | 17. De Nachtelijke Tocht, De Kinderen van Israël (Al-Israa, 2776 17 | iel) ~< Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 2777 17 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 2778 17 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 2779 17, 1 | dienaar bij nacht voerde van de Heilige Moskee naar de Verre 2780 17, 1 | van de Heilige Moskee naar de Verre Moskee welker omgeving 2781 17, 1 | tonen. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende. ~ 2782 17, 1 | Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende. ~ 2783 17, 2 | tot een richtsnoer voor de kinderen van Israël, zeggende: " 2784 17, 3 | dergenen die Wij met Noach (in de Ark) droegen! Hij was inderdaad 2785 17, 4 | 4. En Wij maakten aan de kinderen van Israël in het 2786 17, 4 | Voorwaar, tweemaal zult gij op de aarde verderf teweeg brengen 2787 17, 5 | 5. Toen dan ook de tijd voor de eerste van 2788 17, 5 | Toen dan ook de tijd voor de eerste van de twee bedreigingen 2789 17, 5 | tijd voor de eerste van de twee bedreigingen kwam, 2790 17, 5 | grote macht tegen u uit, die de huizen binnendrongen; dit 2791 17, 7 | het tegen uzelf. En toen de tijd was gekomen voor de 2792 17, 7 | de tijd was gekomen voor de tweede (bedreiging), zonden 2793 17, 7 | schande te treffen zodat zij de Moskee zouden binnendringen 2794 17, 7 | binnendringen zoals zij er de eerste keer binnen gingen 2795 17, 8 | terugkeren en Wij hebben de hel tot een kerker voor 2796 17, 8 | hel tot een kerker voor de ongelovigen gemaakt." ~ 2797 17, 9 | goede werken verrichten de blijde tijding, dat zij 2798 17, 11 | 11. De mens vraagt om het kwade 2799 17, 11 | om het goede vraagt; en de mens is haastig. ~ 2800 17, 12 | 12. En Wij hebben de nacht en de dag gemaakt 2801 17, 12 | En Wij hebben de nacht en de dag gemaakt tot twee tekenen, 2802 17, 12 | twee tekenen, het teken van de nacht hebben Wij donker 2803 17, 12 | donker en het teken van de dag hebben Wij licht gemaakt, 2804 17, 12 | van uw Heer en opdat gij de jaren kunt tellen en (de 2805 17, 12 | de jaren kunt tellen en (de tijd kunt) berekenen. En 2806 17, 13 | 13. En de werken van ieder mens hebben 2807 17, 13 | zijn hals gehangen; en op de Dag der Verrijzenis zullen 2808 17, 15 | 15. Degene die de rechte weg volgt, volgt 2809 17, 15 | En geen lastdrager zal de last dragen van een ander. 2810 17, 16 | overtreden dit, derhalve wordt de verordening tegen haar van 2811 17, 17 | Voldoende kent en ziet uw Heer de zonden van Zijn dienaren. ~ 2812 17, 18 | willen, daarna kennen Wij hem de hel toe waarin hij zal branden, 2813 17, 20 | verstrekken Wij onze gaven. De gaven van uw Heer zijn niet 2814 17, 23 | betoont vriendelijkheid jegens de ouders. Indien één hunner 2815 17, 26 | 26. Geef de verwanten, de armen en de 2816 17, 26 | 26. Geef de verwanten, de armen en de reiziger het 2817 17, 26 | de verwanten, de armen en de reiziger het hun toekomende, 2818 17, 27 | 27. Voorwaar, de verkwisters zijn de broeders 2819 17, 27 | Voorwaar, de verkwisters zijn de broeders der duivelen en 2820 17, 27 | broeders der duivelen en de duivel is ondankbaar jegens 2821 17, 28 | van hen afwendt zoekende de barmhartigheid van uw Heer 2822 17, 31 | die in hun behoeften en in de uwe voorzien. Voorwaar, 2823 17, 33 | zijn, want hij wordt (door de wet) gesteund. ~ 2824 17, 34 | En raakt het eigendom van de wees niet aan dan op de 2825 17, 34 | de wees niet aan dan op de beste wijze tot hij zijn 2826 17, 37 | aarde rond want gij kunt de aarde niet doen splijten, 2827 17, 37 | splijten, noch kunt gij de bergen in hoogte evenaren. ~ 2828 17, 38 | alles is verwerpelijk in de ogen van uw Heer. ~ 2829 17, 39 | is hetgeen uw Heer u van de wijsheid heeft geopenbaard. 2830 17, 39 | zelfverwijt verworpen in de Hel terechtkomen. ~ 2831 17, 42 | weg hebben gezocht naar de Heer van de Troon. ~ 2832 17, 42 | gezocht naar de Heer van de Troon. ~ 2833 17, 44 | 44. De zeven hemelen en de aarde 2834 17, 44 | 44. De zeven hemelen en de aarde en degenen die daarin 2835 17, 44 | is niets dat Hem niet met de lof die Hem toekomt verheerlijkt; 2836 17, 45 | 45. En wanneer gij de Koran voorleest, plaatsen 2837 17, 46 | begrijpen. En wanneer gij in de Koran uw Heer - de Enige - 2838 17, 46 | gij in de Koran uw Heer - de Enige - noemt, wenden zij 2839 17, 46 | wenden zij u in afkeer de rug toe. ~ 2840 17, 47 | beraadslagen en wanneer de onrechtvaardigen zeggen: " 2841 17, 48 | zelf afgedwaald en kunnen de weg niet meer vinden. ~ 2842 17, 51 | herleven?" Zeg: "Hij Die u de eerste maal heeft geschapen." 2843 17, 52 | 52. De Dag waarop Hij u zal roepen 2844 17, 52 | roepen zult gij Hem met de lof die Hem toekomt antwoorden 2845 17, 53 | hen. Voorwaar, Satan is de mens een verklaarde vijand. ~ 2846 17, 55 | kent het best al hetgeen in de hemelen en op aarde is. 2847 17, 55 | hebben sommige profeten boven de anderen doen uitmunten en 2848 17, 55 | David hebben Wij Zaboer (de Psalmen) geschonken. ~ 2849 17, 57 | nabijheid zoekend, zelfs de meest nabijzijnden, op Zijn 2850 17, 57 | straf vrezend. Voorwaar, de straf van uw Heer dient 2851 17, 58 | stad of Wij zullen die voor de Dag der Opstanding verdelgen 2852 17, 59 | van tekenen, behalve dat de vroegere volkeren ze hebben 2853 17, 59 | verloochend. En Wij gaven aan de Samoed de kamelin als een 2854 17, 59 | Wij gaven aan de Samoed de kamelin als een zichtbaar 2855 17, 60 | als een beproeving voor de mensen, evenals de gevloekte 2856 17, 60 | voor de mensen, evenals de gevloekte boom in de Koran. 2857 17, 60 | evenals de gevloekte boom in de Koran. En Wij waarschuwen 2858 17, 61 | 61. En toen Wij tot de engelen zeiden: "Betuigt 2859 17, 62 | geëerd? Indien Gij mij tot de Dag der Opstanding uitstel 2860 17, 63 | onder hen u zal volgen, de hel zal voorwaar een ruime 2861 17, 66 | 66. Uw Heer is Hij Die de schepen voor u over de zee 2862 17, 66 | Die de schepen voor u over de zee stuwt, opdat gij Zijn 2863 17, 67 | brengt wendt gij u af. Want de mens is zeer ondankbaar. ~ 2864 17, 69 | dat Hij u daarin niet voor de tweede maal zal terugzenden 2865 17, 70 | En inderdaad hebben Wij de kinderen van Adam geëerd 2866 17, 71 | 71. (Gedenk) de Dag waarop Wij elk volk 2867 17, 71 | oproepen. Zij die hun boek in de rechter hand ontvangen, 2868 17, 72 | hij is ver afgedwaald van de rechte weg. ~ 2869 17, 73 | voorzeker zij zouden u (de profeet) willen afleiden 2870 17, 78 | gebed bij het verbleken van de zon tot aan het donker van 2871 17, 78 | zon tot aan het donker van de nacht; en het reciteren 2872 17, 78 | nacht; en het reciteren bij de dageraad. Voorwaar, van 2873 17, 78 | Voorwaar, van het reciteren bij de dageraad wordt getuigd. ~ 2874 17, 79 | Blijf gedurende een deel van de nacht vrijwillig wakker ( 2875 17, 81 | leugen is verdwenen. En de leugen is inderdaad onderhevig 2876 17, 82 | 82. En van de Koran openbaren Wij hetgeen 2877 17, 82 | geneesmiddel en een genade is voor de gelovigen; doch voor de 2878 17, 82 | de gelovigen; doch voor de onrechtvaardigen vergroot 2879 17, 83 | 83. En wanneer Wij de mens gunsten bewijzen wendt 2880 17, 85 | stellen u vragen betreffende de Geest. Zeg: "De Geest is 2881 17, 85 | betreffende de Geest. Zeg: "De Geest is op bevel van mijn 2882 17, 88 | 88. Zeg: "Indien de mens en de djinn samenspannen, 2883 17, 88 | Zeg: "Indien de mens en de djinn samenspannen, teneinde 2884 17, 89 | voorzeker Wij hebben voor de mensen in deze Koran allerlei 2885 17, 89 | herhaaldelijk vermeld, doch de meeste mensen tonen slechts 2886 17, 90 | bron doet ontspringen aan de aarde." 2887 17, 92 | 92. "Of tenzij gij de hemel in stukken op ons 2888 17, 92 | beweerd of tenzij gij Allah en de engelen vóór ons brengt." ~ 2889 17, 94 | 94. En niets heeft de mensen belet te geloven 2890 17, 94 | mensen belet te geloven toen de leiding tot hen kwam dan 2891 17, 95 | zouden Wij ongetwijfeld uit de hemel een engel als boodschapper 2892 17, 97 | zullen hen verzamelen op de Dag der Opstanding, op hun 2893 17, 97 | Hun verblijfplaats zal de hel zijn; telkenmale als 2894 17, 97 | Vuur afneemt, zullen Wij de vlam voor hen aanwakkeren. ~ 2895 17, 99 | niet in, dat Allah, Die de hemelen en de aarde schiep, 2896 17, 99 | Allah, Die de hemelen en de aarde schiep, bij machte 2897 17, 99 | geen twijfel bestaat. Doch de onrechtvaardigen tonen slechts 2898 17, 100| 100. Zeg: "Indien gij de schatten der barmhartigheid 2899 17, 100| zouden worden. Waarlijk, de mens is vrekkig." ~ 2900 17, 101| duidelijke tekenen. Vraag dit aan de kinderen van Israël. Toen 2901 17, 102| weet dat niemand anders dan de Heer der Hemelen en der 2902 17, 104| En Wij zeiden na hem tot de kinderen van Israël: "Blijft 2903 17, 104| gij in het land en wanneer de laatste belofte komt zullen 2904 17, 105| en met waarheid is hij (de Koran) nedergedaald. En 2905 17, 106| 106. En Wij hebben u de Koran verduidelijkt opdat 2906 17, 106| gij hem geleidelijk aan de mensheid mocht verkondigen 2907 17, 108| Glorie zij onze Heer. De belofte van onze Heer moest 2908 17, 110| Hem ook noemt, Hij heeft de schoonste namen." En zeg 2909 18 | 18. De Spelonk (Al-Kahf) Geopenbaard 2910 18 | Al-Kahf) Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft 2911 18 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 2912 18 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~ 2913 18, 2 | gestrenge kastijding en de gelovigen die goede werken 2914 18, 2 | goede werken verrichten de blijde tijding te brengen 2915 18, 9 | 9. Denkt gij dat de lieden van de Spelonk en 2916 18, 9 | Denkt gij dat de lieden van de Spelonk en van de Inscriptie 2917 18, 9 | lieden van de Spelonk en van de Inscriptie geen wonder onder 2918 18, 10 | 10. Toen de jongelingen hun toevlucht 2919 18, 10 | hun toevlucht zochten in de Spelonk, zeiden zij: "Onze 2920 18, 11 | Derhalve zonderden Wij hen in de Spelonk af voor een aantal 2921 18, 12 | partijen wijzer was, naar de tijd dat zij daar hadden 2922 18, 14 | en zeiden: "Onze Heer is de Heer der hemelen en der 2923 18, 16 | neemt dan uw toevlucht tot de Spelonk en uw Heer zal Zijn 2924 18, 17 | 17. En wanneer de zon opgaat zult gij haar 2925 18, 17 | zien verwijderen rechts van de Spelonk en wanneer zij ondergaat, 2926 18, 17 | afwenden, daartussen in de holte van (de Spelonk) bevonden 2927 18, 17 | daartussen in de holte van (de Spelonk) bevonden zij zich. 2928 18, 17 | bevonden zij zich. Dit zijn de tekenen van Allah. Hij die 2929 18, 18 | voorpoten uitgestrekt op de drempel ligt. Indien gij 2930 18, 19 | deze zilveren munt naar de stad te zenden en laat hij 2931 18, 21 | opdat zij zouden weten, dat de belofte van Allah waarheid 2932 18, 21 | bestaat. Alsdan redetwisten de mensen over hen, zeggende: " 2933 18, 21 | het beste is. Degenen, die de overhand behielden, zeiden: " 2934 18, 22 | zeggen: "Er waren er drie en de vierde was hun hond." En 2935 18, 22 | zeggen: "Er waren er vijf en de zesde was hun hond," gissende 2936 18, 22 | zeggen: "Er waren er zeven, de achtste was hun hond." Zeg: " 2937 18, 24 | nog dichter dan thans naar de rechte weg zal leiden." ~ 2938 18, 26 | vertoefden." Hem behoren de geheimen der hemelen en 2939 18, 28 | afdwalen door het zoeken van de praal dezer wereld en gehoorzaam 2940 18, 28 | achteloos hebben gemaakt voor de gedachte aan Ons, noch degene 2941 18, 29 | 29. Zeg: "Het is de waarheid van uw Heer: laat 2942 18, 29 | wil." Voorwaar, wij hebben de boosdoeners een Vuur bereid, 2943 18, 29 | Hoe verschrikkelijk is de drank en hoe vreselijk de 2944 18, 29 | de drank en hoe vreselijk de rustbank. ~ 2945 18, 30 | doen, voorwaar, wij doen de beloning der goeden niet 2946 18, 31 | 31. Voor dezulken zijn de Tuinen der eeuwigheid, waardoor 2947 18, 31 | zullen liggen. Hoe goed is de beloning en hoe schoon is 2948 18, 31 | beloning en hoe schoon is de rustplaats. ~ 2949 18, 32 | 32. En geef hun de gelijkenis der twee mannen. 2950 18, 39 | zeidet gij niet, toen gij de tuin binnentraadt: 'Het 2951 18, 40 | tuin en bliksemstralen uit de hemel doen nederdalen op 2952 18, 40 | hemel doen nederdalen op de uwe, waardoor deze grond 2953 18, 41 | Of het water er van in de grond doen zinken, waardoor 2954 18, 42 | wringen wegens hetgeen hij aan de tuin had besteed, terwijl 2955 18, 44 | 44. De bescherming komt alleen 2956 18, 44 | bescherming komt alleen van Allah, de Ware. Hij is de Beste in 2957 18, 44 | van Allah, de Ware. Hij is de Beste in het belonen en 2958 18, 44 | Beste in het belonen en de Beste in het verrekenen. ~ 2959 18, 45 | 45. Geef hun de gelijkenis van het leven 2960 18, 45 | het is als Wij water uit de hemel nederzenden, waardoor 2961 18, 45 | hemel nederzenden, waardoor de planten der aarde volop 2962 18, 45 | en breken in stukken die de wind verspreidt. Allah heeft 2963 18, 47 | 47. En (gedenk) de dag waarop Wij de bergen 2964 18, 47 | gedenk) de dag waarop Wij de bergen zullen verzetten 2965 18, 47 | zullen verzetten en gij de aarde zult zien oprijzen 2966 18, 47 | zien oprijzen en Wij hen (de mensen) zullen verzamelen 2967 18, 49 | voorgelegd; dan zult gij de schuldigen zien vrezen wegens 2968 18, 50 | 50. (Gedenk de tijd) toen Wij tot de engelen 2969 18, 50 | Gedenk de tijd) toen Wij tot de engelen zeiden: "Buigt voor 2970 18, 51 | niet om te getuigen van de schepping der hemelen en 2971 18, 52 | 52. (Gedenk) de dag waarop Hij zal zeggen: " 2972 18, 52 | waren." Dan zullen zij hen (de afgoden) aanroepen, doch 2973 18, 53 | 53. En de schuldigen zullen het Vuur 2974 18, 54 | hebben in deze Koran voor de mensen allerlei gelijkenissen 2975 18, 54 | gelijkenissen vermeld, doch de mens is in vele dingen zeer 2976 18, 55 | 55. En niets belet de mensen te geloven wanneer 2977 18, 55 | mensen te geloven wanneer de leiding tot hen komt en 2978 18, 55 | dan (dat zij vragen) dat de weg der voorvaderen over 2979 18, 55 | voorvaderen over hen kome of dat de straf voor hun ogen kome. ~ 2980 18, 56 | 56. Wij zenden de boodschappers slechts als 2981 18, 56 | slechts als dragers van de blijde tijding en als waarschuwers. 2982 18, 56 | tijding en als waarschuwers. De ongelovigen twisten met 2983 18, 56 | met leugens om daardoor de Waarheid te niet te doen. 2984 18, 57 | die herinnerd wordt aan de tekenen van zijn Heer, doch 2985 18, 57 | Indien gij hen derhalve tot de leiding roept, willen zij 2986 18, 57 | leiding roept, willen zij de rechte weg niet volgen. ~ 2987 18, 60 | 60. En (gedenk de tijd) toen Mozes zeide tot 2988 18, 60 | niet opgeven voordat ik de samenvloeiing van twee zeeën 2989 18, 61 | 61. En toen zij de plek bereikten waar de beide ( 2990 18, 61 | zij de plek bereikten waar de beide (zeeën) samenkwamen, 2991 18, 61 | en deze zwom snel weg in de zee. ~ 2992 18, 63 | antwoordde: "Zie, toen wij ons op de rots begaven vergat ik de 2993 18, 63 | de rots begaven vergat ik de vis - en slechts Satan deed 2994 18, 63 | er over te spreken - en de vis vond op bewonderenswaardige 2995 18, 63 | bewonderenswaardige wijze zijn weg naar de zee." ~ 2996 18, 66 | dat gij mij onderwijst in de leiding, die u is gegeven?" ~ 2997 18, 71 | gat in gemaakt teneinde de opvarenden er van te doen 2998 18, 77 | zij hun weg totdat zij bij de inwoners ener stad kwamen 2999 18, 78 | 78. Hij zeide: "Dit is de scheiding tussen u en mij. 3000 18, 78 | u en mij. Ik zal u thans de verklaring geven van datgene


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License