1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
2501 13, 42 | wat elke ziel verdient en de ongelovigen zullen weldra
2502 13, 42 | zullen weldra weten voor wie de uiteindelijke woonplaats
2503 13, 43 | 43. De ongelovigen zeggen: "Gij
2504 14 | Ibrahiem) Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
2505 14 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
2506 14 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
2507 14, 1 | hebben geopenbaard, opdat gij de mensen door het gebod van
2508 14, 1 | het gebod van hun Heer uit de duisternis tot het licht
2509 14, 1 | moogt brengen op het pad van de Almachtige, de Geprezene; ~
2510 14, 1 | het pad van de Almachtige, de Geprezene; ~
2511 14, 2 | Allah, aan Wie wat er ook in de hemelen en op aarde is,
2512 14, 2 | is, toebehoort. Maar wee de ongelovigen wegens een strenge
2513 14, 4 | geen boodschapper dan met de taal van zijn volk, zodat
2514 14, 4 | leidt wie Hij wil. Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~
2515 14, 4 | wil. Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~
2516 14, 5 | zeggende: "Breng uw volk uit de duisternis tot het licht
2517 14, 5 | licht en herinner hen aan de dagen van Allah." Daarin
2518 14, 9 | 9. Zijn de tijdingen niet tot u gekomen
2519 14, 11 | Allah. En in Allah behoren de gelovigen te vertrouwen." ~
2520 14, 13 | 13. En de ongelovigen zeiden tot hun
2521 14, 13 | Toen zond hun Heer hun de openbaring: "Wij zullen
2522 14, 13 | openbaring: "Wij zullen de onrechtvaardigen zeker vernietigen." ~
2523 14, 16 | 16. Voor hem is de hel en hij zal worden gedwongen
2524 14, 17 | ternauwernood kunnen slikken. En de dood zal van elke kant tot
2525 14, 18 | 18. De toestand dergenen die in
2526 14, 18 | werken als as zijn waarop de wind hevig waait op een
2527 14, 18 | bezitten. Dit is inderdaad de volstrekte ondergang. ~
2528 14, 19 | Ziet gij niet dat Allah de hemelen en de aarde in waarheid
2529 14, 19 | dat Allah de hemelen en de aarde in waarheid schiep?
2530 14, 21 | verschijnen, dan zullen de zwakken tot de hoogmoedigen
2531 14, 21 | dan zullen de zwakken tot de hoogmoedigen zeggen: "Wij
2532 14, 22 | 22. Wanneer de zaak is beslist zal Satan
2533 14, 22 | vereenzelvigd. Er zal voor de onrechtvaardigen gewis een
2534 14, 23 | 23. En de gelovigen die goede werken
2535 14, 24 | Ziet gij niet hoe Allah de gelijkenis van een goed
2536 14, 24 | een goede boom, waarvan de wortel hecht is en zijn
2537 14, 24 | zijn takken reiken tot in de hemel. ~
2538 14, 25 | jaargetijde. En Allah geeft de gelijkenissen voor de mensen,
2539 14, 25 | geeft de gelijkenissen voor de mensen, opdat zij lering
2540 14, 27 | bevestigende woord en Allah laat de onrechtvaardigen dwalen.
2541 14, 29 | 29. Dat is de hel. Daarin zullen zij branden
2542 14, 30 | aan Allah toegekend om (de mensen) van Zijn weg af
2543 14, 32 | 32. Allah is Hij, Die de hemelen en de aarde schiep
2544 14, 32 | is Hij, Die de hemelen en de aarde schiep en water uit
2545 14, 32 | voortbrengt en Hij heeft de schepen in uw dienst gesteld,
2546 14, 32 | zij door Zijn gebod over de zee mogen varen en Hij heeft
2547 14, 32 | mogen varen en Hij heeft de rivieren eveneens in uw
2548 14, 33 | 33. En Hij heeft ook de zon en de maan, die beiden
2549 14, 33 | Hij heeft ook de zon en de maan, die beiden hun werk
2550 14, 33 | voortdurend verrichten alsmede de nacht en de dag in uw dienst
2551 14, 33 | verrichten alsmede de nacht en de dag in uw dienst gesteld. ~
2552 14, 34 | van Hem vraagt en als gij de gunsten van Allah telt,
2553 14, 34 | kunnen opsommen. Voorwaar, de mens is zeer onrechtvaardig,
2554 14, 36 | hebben inderdaad vele van de mensen op een dwaalspoor
2555 14, 37 | dicht bij Uw heilig huis (de Kabah) gevestigd, onze Heer,
2556 14, 38 | is niets op aarde of in de hemel voor Allah verborgen." ~
2557 14, 39 | gegeven Waarlijk mijn Heer is de Verhoorder van het gebed." ~
2558 14, 41 | vergeef mij en mijn ouders en de gelovigen op de Dag waarop
2559 14, 41 | ouders en de gelovigen op de Dag waarop de afrekening
2560 14, 41 | gelovigen op de Dag waarop de afrekening zal plaatsvinden." ~
2561 14, 42 | achteloos is omtrent hetgeen de onrechtvaardigen doen. Hij
2562 14, 42 | hun slechts uitstel tot de Dag waarop zij zullen staren, ~
2563 14, 44 | 44. En waarschuw de mensen voor de Dag waarop
2564 14, 44 | waarschuw de mensen voor de Dag waarop kastijding over
2565 14, 44 | hen zal komen; dan zullen de onrechtvaardigen zeggen: "
2566 14, 44 | Uw roep beantwoorden en de boodschappers volgen." "
2567 14, 45 | En gij vertoeft thans in de woonplaatsen van degenen
2568 14, 45 | hen handelden terwijl Wij de voorbeelden voor u hadden
2569 14, 48 | 48. De dag (zal komen) waarop de
2570 14, 48 | De dag (zal komen) waarop de aarde en de hemel door een
2571 14, 48 | komen) waarop de aarde en de hemel door een andere aarde
2572 14, 48 | worden vervangen; en zij (de mensen) allen voor Allah,
2573 14, 48 | mensen) allen voor Allah, de Ene, de Opperste zullen
2574 14, 48 | allen voor Allah, de Ene, de Opperste zullen verschijnen. ~
2575 14, 49 | En op die Dag zult gij de schuldigen in kettingen
2576 14, 52 | is een aankondiging voor de mensen opdat zij er door
2577 14, 52 | zij mogen weten dat Hij de Enige God is en opdat degenen
2578 15 | Al-Hidjr) ~Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
2579 15 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
2580 15 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
2581 15, 1 | Alif Laam Raa. Dit zijn de verzen van het Boek, de
2582 15, 1 | de verzen van het Boek, de duidelijke Koran. ~
2583 15, 2 | 2. De ongelovigen zullen dikwijls
2584 15, 6 | zeggen: "O, gij, tot wie de vermaning is nedergezonden,
2585 15, 7 | geen engelen indien gij tot de waarachtigen behoort?" ~
2586 15, 8 | alleen engelen neder met de werkelijkheid en dan wordt
2587 15, 8 | werkelijkheid en dan wordt hun (de ongelovigen) geen uitstel
2588 15, 9 | Wij hebben deze vermaning (de Koran) nedergezonden en
2589 15, 9 | voorzeker Wij zullen er de Waker over zijn. ~
2590 15, 10 | reeds (boodschappers) onder de oude stammen. ~
2591 15, 14 | indien Wij een deur van de hemel voor hen zouden openen
2592 15, 16 | 16. En Wij hebben aan de hemel voorzeker banen (van
2593 15, 19 | 19. En Wij hebben de aarde uitgespreid, er hechte
2594 15, 19 | noodzakelijke dingen in de juiste maat op groeien. ~
2595 15, 21 | 21. Er is niets of de schatten er van zijn bij
2596 15, 22 | daarna zenden Wij water uit de wolken neder en geven het
2597 15, 23 | doen sterven en Wij zijn de Erfgenaam. ~
2598 15, 26 | 26. Waarlijk Wij schiepen de mens uit droge, klinkende
2599 15, 27 | En Wij hadden voorheen de djinn uit vlammend vuur
2600 15, 28 | 28. Toen uw Heer tot de engelen zeide: "Ik ga de
2601 15, 28 | de engelen zeide: "Ik ga de mens uit droge, klinkende
2602 15, 30 | 30. De engelen onderwierpen zich
2603 15, 33 | mij niet onderwerpen aan de mens, die Gij uit droge,
2604 15, 35 | 35. "Mijn vloek zal tot de Dag des Oordeels op u rusten." ~
2605 15, 36 | schenk mij dan uitstel tot de Dag waarop zij zullen worden
2606 15, 38 | 38. "Tot de Dag van de bekende tijd." ~
2607 15, 38 | 38. "Tot de Dag van de bekende tijd." ~
2608 15, 39 | geacht, zal ik voor hen (de dingen) op aarde schoonschijnend
2609 15, 42 | hebben, met uitzondering van de dwalenden die u volgen." ~
2610 15, 43 | 43. "En de hel is zeker de beloofde
2611 15, 43 | 43. "En de hel is zeker de beloofde plaats voor hen
2612 15, 45 | 45. Voorwaar, de rechtschapenen zullen te
2613 15, 50 | 50. En dat Mijn straf de pijnlijke straf is. ~
2614 15, 54 | mij blijde tijding hoewel de ouderdom mij heeft achterhaald?
2615 15, 56 | Hij zeide: "Wie kunnen aan de genade van hun Heer wanhopen,
2616 15, 56 | van hun Heer wanhopen, dan de dwalenden?" ~
2617 15, 59 | 59. Doch wat de familie van Lot betreft,
2618 15, 61 | 61. Toen de boodschappers tot de familie
2619 15, 61 | Toen de boodschappers tot de familie van Lot kwamen, ~
2620 15, 63 | met hetgeen waarover zij (de ongelovigen) twijfelden
2621 15, 64 | 64. "En wij zijn met de waarheid tot u gekomen en
2622 15, 64 | gekomen en wij spreken zeker de waarheid. ~
2623 15, 65 | 65. Ga daarom gedurende de nacht met uw familie weg
2624 15, 66 | dat hun levenswortel tegen de morgen zou worden afgesneden. ~
2625 15, 67 | 67. En de mensen der stad kwamen verheugd. ~
2626 15, 70 | Hebben wij u niet verboden de mensen (te ontvangen)?" ~
2627 15, 73 | 73. Dus overviel de straf hen bij zonsopgang. ~
2628 15, 74 | 74. En Wij keerden de stad ondersteboven en Wij
2629 15, 78 | 78. En de mensen van het Woud waren
2630 15, 80 | 80. En ook het volk van de Hidjr verloochende de boodschappers. ~
2631 15, 80 | van de Hidjr verloochende de boodschappers. ~
2632 15, 82 | tot veiligheid huizen in de bergen uit. ~
2633 15, 83 | 83. Toch greep de straf hen in de morgen. ~
2634 15, 83 | Toch greep de straf hen in de morgen. ~
2635 15, 85 | 85. En Wij hebben de hemelen en de aarde en al
2636 15, 85 | Wij hebben de hemelen en de aarde en al hetgeen er tussen
2637 15, 86 | 86. Voorwaar, uw Heer is de Schepper, de Alwetende. ~
2638 15, 86 | uw Heer is de Schepper, de Alwetende. ~
2639 15, 87 | En Wij hebben u inderdaad de zeven dikwijls herhaalde
2640 15, 87 | dikwijls herhaalde verzen en de grote Koran gegeven. ~
2641 15, 88 | wees zachtmoedig jegens de gelovigen. ~
2642 15, 90 | Want wij hebben besloten (de straf) tegen de samenzweerders
2643 15, 90 | besloten (de straf) tegen de samenzweerders te zenden. ~
2644 15, 91 | 91. Die de Koran verloochenen. ~
2645 15, 94 | is bevolen en wend u van de afgodendienaren af. ~
2646 15, 98 | verheerlijk uw Heer met de lof die Hem toekomt en behoor
2647 15, 99 | En aanbid uw Heer totdat de dood u bereikt. ~~
2648 16 | 16. De Bij (An-Nahl) ~Geopenbaard
2649 16 | An-Nahl) ~Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
2650 16 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
2651 16 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
2652 16, 3 | 3. Hij heeft de hemelen en de aarde in waarheid
2653 16, 3 | Hij heeft de hemelen en de aarde in waarheid geschapen.
2654 16, 4 | 4. En Hij heeft de mens uit een levenskiem
2655 16, 9 | En bij Allah berust het, de rechte weg (te tonen) en
2656 16, 10 | het, Die water voor u uit de wolken zendt, gij hebt er
2657 16, 11 | daarmede koren voor u groeien, de olijf, de dadelpalm, de
2658 16, 11 | voor u groeien, de olijf, de dadelpalm, de druiven en
2659 16, 11 | de olijf, de dadelpalm, de druiven en allerlei andere
2660 16, 12 | Hij heeft door Zijn gebod de nacht, de dag, de zon, de
2661 16, 12 | door Zijn gebod de nacht, de dag, de zon, de maan en
2662 16, 12 | gebod de nacht, de dag, de zon, de maan en de sterren
2663 16, 12 | de nacht, de dag, de zon, de maan en de sterren in uw
2664 16, 12 | dag, de zon, de maan en de sterren in uw dienst gesteld.
2665 16, 13 | 13. En in de dingen, die Hij in verscheidene
2666 16, 14 | 14. En Hij is het, Die de zee tot uw beschikking heeft
2667 16, 14 | gij draagt. En gij ziet er de schepen over varen opdat
2668 16, 15 | Hij heeft hechte bergen op de aarde geplaatst opdat gij
2669 16, 15 | rivieren en paden opdat gij de juiste weg moogt inslaan. ~
2670 16, 16 | En merktekenen en door de sterren vinden zij (de mensen)
2671 16, 16 | door de sterren vinden zij (de mensen) de juiste richting. ~
2672 16, 16 | sterren vinden zij (de mensen) de juiste richting. ~
2673 16, 18 | 18. En indien gij de gunsten Van Allah wilt opsommen,
2674 16, 23 | zij openbaren. Hij heeft de hovaardigen voorzeker niet
2675 16, 25 | 25. Dat zij op de Dag der Opstanding hun last
2676 16, 26 | vernietigde hun gebouw tot in de grondvesten zodat het dak
2677 16, 26 | van boven op hen viel; en de straf kwam over hen vanwraar
2678 16, 27 | 27. Dan zal Hij hen op de Dag der Opstanding vernederen
2679 16, 27 | deze Dag voorzeker over de ongelovigen zijn." ~
2680 16, 28 | 28. "Degenen, die de engelen doen sterven terwijl
2681 16, 29 | 29. Gaat daarom de poorten der hel binnen en
2682 16, 31 | wensen. Zo beloont Allah de rechtvaardigen. ~
2683 16, 32 | 32. Tot degenen, die de engelen doen sterven terwijl
2684 16, 32 | gezegd: "Vrede zij u. Gaat de hemel binnen voor hetgeen
2685 16, 33 | 33. Zij (de ongelovigen) wachten op
2686 16, 33 | op niets anders dan dat de engelen over hen komen of
2687 16, 35 | 35. De afgodendienaren zeggen: "
2688 16, 35 | handelden evenzo. Maar zijn de boodschappers voor iets
2689 16, 35 | verantwoordelijk dan voor de duidelijke verkondiging? ~
2690 16, 36 | Aanbidt Allah en vermijdt de boze." Toen waren er sommigen
2691 16, 38 | sterkste eden, dat Allah de doden niet zal doen herrijzen.
2692 16, 38 | is een ware belofte maar de meeste mensen weten het
2693 16, 39 | waarover zij verschilden en dat de ongelovigen mogen weten
2694 16, 41 | voorzeker een goed tehuis in de wereld geven; waarlijk de
2695 16, 41 | de wereld geven; waarlijk de beloning van het Hiernamaals
2696 16, 43 | daarom aan degenen, die de vermaning bezitten als gij
2697 16, 44 | 44. En Wij hebben de vermaning tot u gezonden,
2698 16, 45 | veilig tegen dat Allah hen in de grond zal doen verzinken,
2699 16, 45 | zal doen verzinken, of dat de straf over hen zal komen
2700 16, 48 | Hebben zij niet gezien dat de schaduwen van al hetgeen
2701 16, 49 | 49. En wat ook in de Hemelen is en welk schepsel
2702 16, 49 | onderwerpt zich aan Allah alsmede de engelen, en zij (allen)
2703 16, 52 | aan Hem behoort hetgeen in de hemelen en op aarde is en
2704 16, 58 | wanneer aan één hunner (de geboorte) van een meisje
2705 16, 60 | kenteken het beste is, Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~
2706 16, 60 | is, Hij is de Almachtige, de Alwijze. ~
2707 16, 61 | 61. En indien Allah de mensen voor hun onrechtvaardigheid
2708 16, 63 | zonden (boodschappers) tot de volkeren die vóór u waren;
2709 16, 64 | leiding en barmhartigheid voor de mensen die geloven. ~
2710 16, 65 | En Allah heeft water uit de hemel nedergezonden en er
2711 16, 65 | hemel nedergezonden en er de aarde na haar dood mee opgewekt.
2712 16, 67 | 67. En van de vrucht der dadelpalmen en
2713 16, 68 | 68. En uw Heer heeft de bij bezield, (zeggende): "
2714 16, 68 | zeggende): "Maakt huizen in de heuvels en in de bomen en
2715 16, 68 | huizen in de heuvels en in de bomen en in hetgeen men
2716 16, 69 | vruchten en volgt onderdanig de wegen van uw Heer." Er komt
2717 16, 69 | waarin genezing is voor de mens. Voorzeker, daarin
2718 16, 71 | zullen worden. Willen zij de gunst van Allah dan verloochenen? ~
2719 16, 72 | valse dingen geloven en de gunst van Allah verloochenen? ~
2720 16, 73 | hun levensonderhoud van de hemelen of van de aarde
2721 16, 73 | levensonderhoud van de hemelen of van de aarde in het geheel niet
2722 16, 75 | 75. Allah geeft de gelijkenis van een slaaf,
2723 16, 75 | lof komt Allah toe! Maar de meesten hunner weten het
2724 16, 77 | behoort het Onzichtbare van de hemelen en van de aarde.
2725 16, 77 | Onzichtbare van de hemelen en van de aarde. En het geval van
2726 16, 78 | terwijl gij niets wist, uit de baarmoeder van uw moeder
2727 16, 79 | 79. Zien zij niet, dat de vogelen in het gewelf van
2728 16, 79 | vogelen in het gewelf van de hemel in onderdanigheid
2729 16, 80 | gemaakt, ook heeft Hij van de huiden van het vee woonplaatsen
2730 16, 80 | die gij licht vindt, op de tijd waarop gij reist en
2731 16, 80 | tijd waarop gij reist en op de tijd waarop gij halt maakt;
2732 16, 81 | schaduw geven, en Hij heeft in de bergen schuilplaatsen voor
2733 16, 82 | zich afwenden zijt gij (de profeet) alleen voor de
2734 16, 82 | de profeet) alleen voor de duidelijke verkondiging
2735 16, 83 | 83. Zij erkennen de gunst van Allah en toch
2736 16, 83 | toch verloochenen zij deze; de meesten hunner zijn ongelovigen. ~
2737 16, 84 | 84. En de dag, waarop Wij uit elk
2738 16, 85 | degenen die kwaad verrichten de straf in werkelijkheid zien,
2739 16, 86 | 86. En wanneer de afgodendienaren hun afgoden
2740 16, 88 | verwerpen en anderen van de weg van Allah afhouden -
2741 16, 89 | 89. En (gedenk) de dag waarop Wij onder elk
2742 16, 92 | beproeft u daarmee en op de Dag der Opstanding zal Hij
2743 16, 98 | 98. En wanneer gij de Koran voordraagt, zoekt
2744 16, 98 | toevlucht tot Allah tegen Satan de verworpene. ~
2745 16, 101| Gij verzint slechts." Neen de meesten hunner weten het
2746 16, 102| 102. Zeg: "De Geest van heiligheid heeft
2747 16, 103| slechts een man is, die hem (de profeet) onderwijst. De
2748 16, 103| de profeet) onderwijst. De taal van hem die zij bedoelen
2749 16, 103| bedoelen is vreemd, terwijl dit de duidelijke Arabische taal
2750 16, 104| 104. Degenen die in de tekenen van Allah niet geloven,
2751 16, 105| verzinnen leugens die in de tekenen van Allah niet geloven;
2752 16, 105| Allah niet geloven; zij zijn de leugenaars. ~
2753 16, 108| heeft gelegd. En dezen zijn de achtelozen. ~
2754 16, 109| ongetwijfeld in het Hiernamaals de verliezers zijn. ~
2755 16, 111| 111. De dag waarop elke ziel voor
2756 16, 112| 112. En Allah geeft de gelijkenis van een stad,
2757 16, 112| zij was ondankbaar voor de gunsten van Allah en daarom
2758 16, 113| daarom achterhaalde hen de straf, terwijl zij onrecht
2759 16, 114| 114. Eet daarom van de wettige goede dingen waarvan
2760 16, 114| en weest dankbaar voor de gunst van Allah, indien
2761 16, 115| varkensvlees en hetgeen waarover de naam van een ander dan Allah
2762 16, 115| terwijl hij niet wil, noch de grens wil overschrijden,
2763 16, 116| En zegt niet - vanwege de leugens die uw tong spreekt - "
2764 16, 118| En Wij verboden voordien de Joden al hetgeen Wij u hebben
2765 16, 120| en hij behoorde niet tot de afgodendienaren. ~
2766 16, 122| Hiernamaals zal hij zeker tot de rechtvaardigen behoren. ~
2767 16, 123| Mohammed) geopenbaard, "Volg de weg van Abraham, de oprechte,
2768 16, 123| Volg de weg van Abraham, de oprechte, die geen afgodendienaar
2769 16, 124| 124. De Sabbat was alleen aan degenen
2770 16, 124| mening verschilden; en op de Dag der Opstanding zal uw
2771 16, 125| 125. Roep tot de weg van uw Heer met wijsheid
2772 16, 127| uw geduld is alleen met de hulp van Allah (mogelijk).
2773 16, 127| En treur niet over hen (de ongelovigen), noch maak
2774 17 | 17. De Nachtelijke Tocht, De Kinderen
2775 17 | 17. De Nachtelijke Tocht, De Kinderen van Israël (Al-Israa,
2776 17 | iel) ~< Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
2777 17 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
2778 17 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
2779 17, 1 | dienaar bij nacht voerde van de Heilige Moskee naar de Verre
2780 17, 1 | van de Heilige Moskee naar de Verre Moskee welker omgeving
2781 17, 1 | tonen. Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende. ~
2782 17, 1 | Voorwaar, Hij is de Alhorende, de Alziende. ~
2783 17, 2 | tot een richtsnoer voor de kinderen van Israël, zeggende: "
2784 17, 3 | dergenen die Wij met Noach (in de Ark) droegen! Hij was inderdaad
2785 17, 4 | 4. En Wij maakten aan de kinderen van Israël in het
2786 17, 4 | Voorwaar, tweemaal zult gij op de aarde verderf teweeg brengen
2787 17, 5 | 5. Toen dan ook de tijd voor de eerste van
2788 17, 5 | Toen dan ook de tijd voor de eerste van de twee bedreigingen
2789 17, 5 | tijd voor de eerste van de twee bedreigingen kwam,
2790 17, 5 | grote macht tegen u uit, die de huizen binnendrongen; dit
2791 17, 7 | het tegen uzelf. En toen de tijd was gekomen voor de
2792 17, 7 | de tijd was gekomen voor de tweede (bedreiging), zonden
2793 17, 7 | schande te treffen zodat zij de Moskee zouden binnendringen
2794 17, 7 | binnendringen zoals zij er de eerste keer binnen gingen
2795 17, 8 | terugkeren en Wij hebben de hel tot een kerker voor
2796 17, 8 | hel tot een kerker voor de ongelovigen gemaakt." ~
2797 17, 9 | goede werken verrichten de blijde tijding, dat zij
2798 17, 11 | 11. De mens vraagt om het kwade
2799 17, 11 | om het goede vraagt; en de mens is haastig. ~
2800 17, 12 | 12. En Wij hebben de nacht en de dag gemaakt
2801 17, 12 | En Wij hebben de nacht en de dag gemaakt tot twee tekenen,
2802 17, 12 | twee tekenen, het teken van de nacht hebben Wij donker
2803 17, 12 | donker en het teken van de dag hebben Wij licht gemaakt,
2804 17, 12 | van uw Heer en opdat gij de jaren kunt tellen en (de
2805 17, 12 | de jaren kunt tellen en (de tijd kunt) berekenen. En
2806 17, 13 | 13. En de werken van ieder mens hebben
2807 17, 13 | zijn hals gehangen; en op de Dag der Verrijzenis zullen
2808 17, 15 | 15. Degene die de rechte weg volgt, volgt
2809 17, 15 | En geen lastdrager zal de last dragen van een ander.
2810 17, 16 | overtreden dit, derhalve wordt de verordening tegen haar van
2811 17, 17 | Voldoende kent en ziet uw Heer de zonden van Zijn dienaren. ~
2812 17, 18 | willen, daarna kennen Wij hem de hel toe waarin hij zal branden,
2813 17, 20 | verstrekken Wij onze gaven. De gaven van uw Heer zijn niet
2814 17, 23 | betoont vriendelijkheid jegens de ouders. Indien één hunner
2815 17, 26 | 26. Geef de verwanten, de armen en de
2816 17, 26 | 26. Geef de verwanten, de armen en de reiziger het
2817 17, 26 | de verwanten, de armen en de reiziger het hun toekomende,
2818 17, 27 | 27. Voorwaar, de verkwisters zijn de broeders
2819 17, 27 | Voorwaar, de verkwisters zijn de broeders der duivelen en
2820 17, 27 | broeders der duivelen en de duivel is ondankbaar jegens
2821 17, 28 | van hen afwendt zoekende de barmhartigheid van uw Heer
2822 17, 31 | die in hun behoeften en in de uwe voorzien. Voorwaar,
2823 17, 33 | zijn, want hij wordt (door de wet) gesteund. ~
2824 17, 34 | En raakt het eigendom van de wees niet aan dan op de
2825 17, 34 | de wees niet aan dan op de beste wijze tot hij zijn
2826 17, 37 | aarde rond want gij kunt de aarde niet doen splijten,
2827 17, 37 | splijten, noch kunt gij de bergen in hoogte evenaren. ~
2828 17, 38 | alles is verwerpelijk in de ogen van uw Heer. ~
2829 17, 39 | is hetgeen uw Heer u van de wijsheid heeft geopenbaard.
2830 17, 39 | zelfverwijt verworpen in de Hel terechtkomen. ~
2831 17, 42 | weg hebben gezocht naar de Heer van de Troon. ~
2832 17, 42 | gezocht naar de Heer van de Troon. ~
2833 17, 44 | 44. De zeven hemelen en de aarde
2834 17, 44 | 44. De zeven hemelen en de aarde en degenen die daarin
2835 17, 44 | is niets dat Hem niet met de lof die Hem toekomt verheerlijkt;
2836 17, 45 | 45. En wanneer gij de Koran voorleest, plaatsen
2837 17, 46 | begrijpen. En wanneer gij in de Koran uw Heer - de Enige -
2838 17, 46 | gij in de Koran uw Heer - de Enige - noemt, wenden zij
2839 17, 46 | wenden zij u in afkeer de rug toe. ~
2840 17, 47 | beraadslagen en wanneer de onrechtvaardigen zeggen: "
2841 17, 48 | zelf afgedwaald en kunnen de weg niet meer vinden. ~
2842 17, 51 | herleven?" Zeg: "Hij Die u de eerste maal heeft geschapen."
2843 17, 52 | 52. De Dag waarop Hij u zal roepen
2844 17, 52 | roepen zult gij Hem met de lof die Hem toekomt antwoorden
2845 17, 53 | hen. Voorwaar, Satan is de mens een verklaarde vijand. ~
2846 17, 55 | kent het best al hetgeen in de hemelen en op aarde is.
2847 17, 55 | hebben sommige profeten boven de anderen doen uitmunten en
2848 17, 55 | David hebben Wij Zaboer (de Psalmen) geschonken. ~
2849 17, 57 | nabijheid zoekend, zelfs de meest nabijzijnden, op Zijn
2850 17, 57 | straf vrezend. Voorwaar, de straf van uw Heer dient
2851 17, 58 | stad of Wij zullen die voor de Dag der Opstanding verdelgen
2852 17, 59 | van tekenen, behalve dat de vroegere volkeren ze hebben
2853 17, 59 | verloochend. En Wij gaven aan de Samoed de kamelin als een
2854 17, 59 | Wij gaven aan de Samoed de kamelin als een zichtbaar
2855 17, 60 | als een beproeving voor de mensen, evenals de gevloekte
2856 17, 60 | voor de mensen, evenals de gevloekte boom in de Koran.
2857 17, 60 | evenals de gevloekte boom in de Koran. En Wij waarschuwen
2858 17, 61 | 61. En toen Wij tot de engelen zeiden: "Betuigt
2859 17, 62 | geëerd? Indien Gij mij tot de Dag der Opstanding uitstel
2860 17, 63 | onder hen u zal volgen, de hel zal voorwaar een ruime
2861 17, 66 | 66. Uw Heer is Hij Die de schepen voor u over de zee
2862 17, 66 | Die de schepen voor u over de zee stuwt, opdat gij Zijn
2863 17, 67 | brengt wendt gij u af. Want de mens is zeer ondankbaar. ~
2864 17, 69 | dat Hij u daarin niet voor de tweede maal zal terugzenden
2865 17, 70 | En inderdaad hebben Wij de kinderen van Adam geëerd
2866 17, 71 | 71. (Gedenk) de Dag waarop Wij elk volk
2867 17, 71 | oproepen. Zij die hun boek in de rechter hand ontvangen,
2868 17, 72 | hij is ver afgedwaald van de rechte weg. ~
2869 17, 73 | voorzeker zij zouden u (de profeet) willen afleiden
2870 17, 78 | gebed bij het verbleken van de zon tot aan het donker van
2871 17, 78 | zon tot aan het donker van de nacht; en het reciteren
2872 17, 78 | nacht; en het reciteren bij de dageraad. Voorwaar, van
2873 17, 78 | Voorwaar, van het reciteren bij de dageraad wordt getuigd. ~
2874 17, 79 | Blijf gedurende een deel van de nacht vrijwillig wakker (
2875 17, 81 | leugen is verdwenen. En de leugen is inderdaad onderhevig
2876 17, 82 | 82. En van de Koran openbaren Wij hetgeen
2877 17, 82 | geneesmiddel en een genade is voor de gelovigen; doch voor de
2878 17, 82 | de gelovigen; doch voor de onrechtvaardigen vergroot
2879 17, 83 | 83. En wanneer Wij de mens gunsten bewijzen wendt
2880 17, 85 | stellen u vragen betreffende de Geest. Zeg: "De Geest is
2881 17, 85 | betreffende de Geest. Zeg: "De Geest is op bevel van mijn
2882 17, 88 | 88. Zeg: "Indien de mens en de djinn samenspannen,
2883 17, 88 | Zeg: "Indien de mens en de djinn samenspannen, teneinde
2884 17, 89 | voorzeker Wij hebben voor de mensen in deze Koran allerlei
2885 17, 89 | herhaaldelijk vermeld, doch de meeste mensen tonen slechts
2886 17, 90 | bron doet ontspringen aan de aarde."
2887 17, 92 | 92. "Of tenzij gij de hemel in stukken op ons
2888 17, 92 | beweerd of tenzij gij Allah en de engelen vóór ons brengt." ~
2889 17, 94 | 94. En niets heeft de mensen belet te geloven
2890 17, 94 | mensen belet te geloven toen de leiding tot hen kwam dan
2891 17, 95 | zouden Wij ongetwijfeld uit de hemel een engel als boodschapper
2892 17, 97 | zullen hen verzamelen op de Dag der Opstanding, op hun
2893 17, 97 | Hun verblijfplaats zal de hel zijn; telkenmale als
2894 17, 97 | Vuur afneemt, zullen Wij de vlam voor hen aanwakkeren. ~
2895 17, 99 | niet in, dat Allah, Die de hemelen en de aarde schiep,
2896 17, 99 | Allah, Die de hemelen en de aarde schiep, bij machte
2897 17, 99 | geen twijfel bestaat. Doch de onrechtvaardigen tonen slechts
2898 17, 100| 100. Zeg: "Indien gij de schatten der barmhartigheid
2899 17, 100| zouden worden. Waarlijk, de mens is vrekkig." ~
2900 17, 101| duidelijke tekenen. Vraag dit aan de kinderen van Israël. Toen
2901 17, 102| weet dat niemand anders dan de Heer der Hemelen en der
2902 17, 104| En Wij zeiden na hem tot de kinderen van Israël: "Blijft
2903 17, 104| gij in het land en wanneer de laatste belofte komt zullen
2904 17, 105| en met waarheid is hij (de Koran) nedergedaald. En
2905 17, 106| 106. En Wij hebben u de Koran verduidelijkt opdat
2906 17, 106| gij hem geleidelijk aan de mensheid mocht verkondigen
2907 17, 108| Glorie zij onze Heer. De belofte van onze Heer moest
2908 17, 110| Hem ook noemt, Hij heeft de schoonste namen." En zeg
2909 18 | 18. De Spelonk (Al-Kahf) Geopenbaard
2910 18 | Al-Kahf) Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
2911 18 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
2912 18 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
2913 18, 2 | gestrenge kastijding en de gelovigen die goede werken
2914 18, 2 | goede werken verrichten de blijde tijding te brengen
2915 18, 9 | 9. Denkt gij dat de lieden van de Spelonk en
2916 18, 9 | Denkt gij dat de lieden van de Spelonk en van de Inscriptie
2917 18, 9 | lieden van de Spelonk en van de Inscriptie geen wonder onder
2918 18, 10 | 10. Toen de jongelingen hun toevlucht
2919 18, 10 | hun toevlucht zochten in de Spelonk, zeiden zij: "Onze
2920 18, 11 | Derhalve zonderden Wij hen in de Spelonk af voor een aantal
2921 18, 12 | partijen wijzer was, naar de tijd dat zij daar hadden
2922 18, 14 | en zeiden: "Onze Heer is de Heer der hemelen en der
2923 18, 16 | neemt dan uw toevlucht tot de Spelonk en uw Heer zal Zijn
2924 18, 17 | 17. En wanneer de zon opgaat zult gij haar
2925 18, 17 | zien verwijderen rechts van de Spelonk en wanneer zij ondergaat,
2926 18, 17 | afwenden, daartussen in de holte van (de Spelonk) bevonden
2927 18, 17 | daartussen in de holte van (de Spelonk) bevonden zij zich.
2928 18, 17 | bevonden zij zich. Dit zijn de tekenen van Allah. Hij die
2929 18, 18 | voorpoten uitgestrekt op de drempel ligt. Indien gij
2930 18, 19 | deze zilveren munt naar de stad te zenden en laat hij
2931 18, 21 | opdat zij zouden weten, dat de belofte van Allah waarheid
2932 18, 21 | bestaat. Alsdan redetwisten de mensen over hen, zeggende: "
2933 18, 21 | het beste is. Degenen, die de overhand behielden, zeiden: "
2934 18, 22 | zeggen: "Er waren er drie en de vierde was hun hond." En
2935 18, 22 | zeggen: "Er waren er vijf en de zesde was hun hond," gissende
2936 18, 22 | zeggen: "Er waren er zeven, de achtste was hun hond." Zeg: "
2937 18, 24 | nog dichter dan thans naar de rechte weg zal leiden." ~
2938 18, 26 | vertoefden." Hem behoren de geheimen der hemelen en
2939 18, 28 | afdwalen door het zoeken van de praal dezer wereld en gehoorzaam
2940 18, 28 | achteloos hebben gemaakt voor de gedachte aan Ons, noch degene
2941 18, 29 | 29. Zeg: "Het is de waarheid van uw Heer: laat
2942 18, 29 | wil." Voorwaar, wij hebben de boosdoeners een Vuur bereid,
2943 18, 29 | Hoe verschrikkelijk is de drank en hoe vreselijk de
2944 18, 29 | de drank en hoe vreselijk de rustbank. ~
2945 18, 30 | doen, voorwaar, wij doen de beloning der goeden niet
2946 18, 31 | 31. Voor dezulken zijn de Tuinen der eeuwigheid, waardoor
2947 18, 31 | zullen liggen. Hoe goed is de beloning en hoe schoon is
2948 18, 31 | beloning en hoe schoon is de rustplaats. ~
2949 18, 32 | 32. En geef hun de gelijkenis der twee mannen.
2950 18, 39 | zeidet gij niet, toen gij de tuin binnentraadt: 'Het
2951 18, 40 | tuin en bliksemstralen uit de hemel doen nederdalen op
2952 18, 40 | hemel doen nederdalen op de uwe, waardoor deze grond
2953 18, 41 | Of het water er van in de grond doen zinken, waardoor
2954 18, 42 | wringen wegens hetgeen hij aan de tuin had besteed, terwijl
2955 18, 44 | 44. De bescherming komt alleen
2956 18, 44 | bescherming komt alleen van Allah, de Ware. Hij is de Beste in
2957 18, 44 | van Allah, de Ware. Hij is de Beste in het belonen en
2958 18, 44 | Beste in het belonen en de Beste in het verrekenen. ~
2959 18, 45 | 45. Geef hun de gelijkenis van het leven
2960 18, 45 | het is als Wij water uit de hemel nederzenden, waardoor
2961 18, 45 | hemel nederzenden, waardoor de planten der aarde volop
2962 18, 45 | en breken in stukken die de wind verspreidt. Allah heeft
2963 18, 47 | 47. En (gedenk) de dag waarop Wij de bergen
2964 18, 47 | gedenk) de dag waarop Wij de bergen zullen verzetten
2965 18, 47 | zullen verzetten en gij de aarde zult zien oprijzen
2966 18, 47 | zien oprijzen en Wij hen (de mensen) zullen verzamelen
2967 18, 49 | voorgelegd; dan zult gij de schuldigen zien vrezen wegens
2968 18, 50 | 50. (Gedenk de tijd) toen Wij tot de engelen
2969 18, 50 | Gedenk de tijd) toen Wij tot de engelen zeiden: "Buigt voor
2970 18, 51 | niet om te getuigen van de schepping der hemelen en
2971 18, 52 | 52. (Gedenk) de dag waarop Hij zal zeggen: "
2972 18, 52 | waren." Dan zullen zij hen (de afgoden) aanroepen, doch
2973 18, 53 | 53. En de schuldigen zullen het Vuur
2974 18, 54 | hebben in deze Koran voor de mensen allerlei gelijkenissen
2975 18, 54 | gelijkenissen vermeld, doch de mens is in vele dingen zeer
2976 18, 55 | 55. En niets belet de mensen te geloven wanneer
2977 18, 55 | mensen te geloven wanneer de leiding tot hen komt en
2978 18, 55 | dan (dat zij vragen) dat de weg der voorvaderen over
2979 18, 55 | voorvaderen over hen kome of dat de straf voor hun ogen kome. ~
2980 18, 56 | 56. Wij zenden de boodschappers slechts als
2981 18, 56 | slechts als dragers van de blijde tijding en als waarschuwers.
2982 18, 56 | tijding en als waarschuwers. De ongelovigen twisten met
2983 18, 56 | met leugens om daardoor de Waarheid te niet te doen.
2984 18, 57 | die herinnerd wordt aan de tekenen van zijn Heer, doch
2985 18, 57 | Indien gij hen derhalve tot de leiding roept, willen zij
2986 18, 57 | leiding roept, willen zij de rechte weg niet volgen. ~
2987 18, 60 | 60. En (gedenk de tijd) toen Mozes zeide tot
2988 18, 60 | niet opgeven voordat ik de samenvloeiing van twee zeeën
2989 18, 61 | 61. En toen zij de plek bereikten waar de beide (
2990 18, 61 | zij de plek bereikten waar de beide (zeeën) samenkwamen,
2991 18, 61 | en deze zwom snel weg in de zee. ~
2992 18, 63 | antwoordde: "Zie, toen wij ons op de rots begaven vergat ik de
2993 18, 63 | de rots begaven vergat ik de vis - en slechts Satan deed
2994 18, 63 | er over te spreken - en de vis vond op bewonderenswaardige
2995 18, 63 | bewonderenswaardige wijze zijn weg naar de zee." ~
2996 18, 66 | dat gij mij onderwijst in de leiding, die u is gegeven?" ~
2997 18, 71 | gat in gemaakt teneinde de opvarenden er van te doen
2998 18, 77 | zij hun weg totdat zij bij de inwoners ener stad kwamen
2999 18, 78 | 78. Hij zeide: "Dit is de scheiding tussen u en mij.
3000 18, 78 | u en mij. Ik zal u thans de verklaring geven van datgene
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932 |