bold = Main text
     Sura, Verse                                        grey = Comment text

3001  18, 79 |                                 79. "Wat de boot betreft, deze behoorde
3002  18, 79 |          behoorde aan arme lieden die op de rivier werkten, en ik verkoos
3003  18, 80 |                              80. "En wat de jongeling betreft, zijn
3004  18, 82 |                              82. "En wat de muur betreft, deze behoorde
3005  18, 82 |                  aan twee weesjongens in de stad en daaronder lag hun
3006  18, 82 |                  niet uit mezelf. Dit is de verklaring van datgene waarvoor
3007  18, 84 |                 op aarde en schonken hem de middelen (en het vermogen)
3008  18, 86 |            totdat hij het verste punt in de richting van de ondergaande
3009  18, 86 |                  punt in de richting van de ondergaande zon bereikte,
3010  18, 90 |                  Totdat hij het land van de rijzende zon bereikte, en
3011  18, 95 |                     95. Hij antwoordde: "De macht waarmee mijn Heer
3012  18, 96 |                Zij deden dit) totdat hij de ruimte tussen de beide rotsen
3013  18, 96 |              totdat hij de ruimte tussen de beide rotsen had opgevuld;
3014  18, 98 |                  mijn Heer. Maar wanneer de belofte van mijn Heer vervuld
3015  18, 98 |               dit uiteen doen vallen. En de belofte van mijn Heer is
3016  18, 99 |                 anderen laten opstaan en de bazuin zal worden geblazen.
3017  18, 100|                 En Wij zullen op die dag de hel aan de ongelovigen tonen. ~
3018  18, 100|             zullen op die dag de hel aan de ongelovigen tonen. ~
3019  18, 101|                ogen gesluierd waren voor de herinnering aan Mij, en
3020  18, 102|                              102. Denken de ongelovigen dat zij Mijn
3021  18, 102|                 Mij? Voorwaar Wij hebben de hel bereid tot een onthaal
3022  18, 102|              bereid tot een onthaal voor de ongelovigen. ~
3023  18, 105|                  105. Dezen zijn het die de tekenen van hun Heer en
3024  18, 105|                  tekenen van hun Heer en de ontmoeting met Hem verwerpen.
3025  18, 105|             werken verloren gegaan en op de Dag der Verrijzenis zullen
3026  18, 106|                                     106. De hel is hun beloning wegens
3027  18, 106|          beloning wegens hun ongeloof en de spot die zij met Mijn Tekenen
3028  18, 107|                           107. Voorwaar, de gelovigen die goede werken
3029  18, 107|                goede werken doen, zullen de tuinen van het Paradijs
3030  18, 109|                       109. Zeg: "Al ware de oceaan inkt voor de Woorden
3031  18, 109|                 ware de oceaan inkt voor de Woorden van mijn Heer, zo
3032  18, 109|            Woorden van mijn Heer, zo zou de oceaan zijn uitgeput eer
3033  18, 109|                 oceaan zijn uitgeput eer de Woorden van mijn Heer ten
3034  18, 110|               Laat daarom degene, die op de ontmoeting met zijn Heer
3035  18, 110|                  daden verrichten en bij de aanbidding van zijn Heer
3036  19     |                Marjam) ~Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
3037  19     |             strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3038  19     |               van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3039  19, 2  |                Dit is een vermelding van de barmhartigheid van uw Heer,
3040  19, 8  |              vrouw onvruchtbaar is en ik de uiterste grens des ouderdoms
3041  19, 11 |                   11. Aldus kwam hij uit de kamer tot zijn volk en beduidde
3042  19, 11 |              volk en beduidde hen God in de morgen en in de avond te
3043  19, 11 |               hen God in de morgen en in de avond te verheerlijken. ~
3044  19, 15 |                 15. Vrede was met hem op de dag zijner geboorte, en
3045  19, 15 |                 eveneens met hem zijn op de dag waarop hij weer tot
3046  19, 17 |                hij verscheen aan haar in de gestalte van een volmaakte
3047  19, 18 |                  neem mijn toevlucht tot de Barmhartige tegen u, laat
3048  19, 21 |               Wij hem tot een teken voor de mensen maken, een genade
3049  19, 23 |                                   23. En de smarten der bevalling dreven
3050  19, 23 |               bevalling dreven haar naar de voet van een palmboom. Zij
3051  19, 23 |               geschiedde gestorven en in de vergetelheid geraakt zijn." ~
3052  19, 25 |                            25. "En schud de stam van de palmboom naar
3053  19, 25 |                25. "En schud de stam van de palmboom naar u toe, deze
3054  19, 26 |                  beduid hem dan: 'Ik heb de Barmhartige gelofte gedaan
3055  19, 33 |                33. "Vrede was met mij op de dag mijner geboorte en zal
3056  19, 33 |          geboorte en zal met mij zijn op de dag van mijn dood en evenzo
3057  19, 33 |               van mijn dood en evenzo op de dag dat ik ten leven zal
3058  19, 34 |                     34. Aldus was Jezus, de zoon van Maria. En (dit
3059  19, 36 |             Aanbidt Hem derhalve, dit is de rechte weg." ~
3060  19, 37 |           onderling van mening; maar wee de ongelovigen bij hun aanwezigheid
3061  19, 37 |                  bij hun aanwezigheid op de grote Dag. ~
3062  19, 38 |                  zullen komen. Waarlijk, de onrechtvaardigen zijn in
3063  19, 39 |                39. En waarschuw hen voor de Dag der Smart wanneer het
3064  19, 40 |                    40. Wij zijn het, Die de aarde en alles wat zich
3065  19, 44 |               Satan is weerspannig tegen de Barmhartige;" ~
3066  19, 45 |                 mijn vader, ik vrees dat de straf van de Barmhartige
3067  19, 45 |                ik vrees dat de straf van de Barmhartige u zal treffen
3068  19, 52 |                   52. Wij riepen hem van de rechter zijde van de Berg (
3069  19, 52 |                 van de rechter zijde van de Berg (Sinaï), en deden hem
3070  19, 58 |               heeft uitgestort; namelijk de profeten van het nageslacht
3071  19, 58 |                Wij met Noach droegen (in de ark) en van het nageslacht
3072  19, 58 |             leidden en uitverkoren. Toen de tekenen van de Weldadige
3073  19, 58 |         uitverkoren. Toen de tekenen van de Weldadige hun werden voorgelezen
3074  19, 59 |                          59. Hen volgden de bozen op, die het gebed
3075  19, 61 |               van het Onzienlijke, welke de Barmhartige aan Zijn dienaren
3076  19, 65 |                               65. Hij is de Heer der hemelen en der
3077  19, 66 |                                   66. En de mens zegt: "Zal ik wanneer
3078  19, 67 |                            67. Herinnert de mens zich dan niet dat Wij
3079  19, 68 |                  Heer, Wij zullen hen en de duivelen zeker verzamelen:
3080  19, 68 |        verzamelen: dan zullen Wij hen op de knieën rondom de hel plaatsen. ~
3081  19, 68 |                  hen op de knieën rondom de hel plaatsen. ~
3082  19, 69 |                  opstandigst waren tegen de Weldadige. ~
3083  19, 72 |                       72. Dan zullen Wij de rechtvaardigen redden en
3084  19, 72 |                 rechtvaardigen redden en de bozen op hun knieën daarin
3085  19, 73 |               worden voorgehouden zeggen de ongelovigen tot de gelovigen: "
3086  19, 73 |                zeggen de ongelovigen tot de gelovigen: "Welke van de
3087  19, 73 |                 de gelovigen: "Welke van de twee partijen neemt de beste
3088  19, 73 |               van de twee partijen neemt de beste plaats in en welke
3089  19, 75 |                                75. Zeg: "De Weldadige geeft degenen
3090  19, 75 |               worden bedreigd, - zij het de kastijding of het Uur -
3091  19, 75 |              daarna zullen zij weten wie de slechtste plaats inneemt
3092  19, 76 |              degenen die leiding volgen. De blijvende goede werken geven
3093  19, 76 |              betere beloning en (vormen) de beste toevlucht bij uw Heer. ~
3094  19, 78 |                heeft hij een belofte uit de hand van de Weldadige ontvangen? ~
3095  19, 78 |                  belofte uit de hand van de Weldadige ontvangen? ~
3096  19, 79 |            tekenen Wij aan en Wij zullen de straf voor hem vermeerderen. ~
3097  19, 82 |           Stellig niet! Integendeel zij (de afgoden) zullen hun aanbidding
3098  19, 83 |               niet dat Wij duivelen over de ongelovigen hebben losgelaten
3099  19, 84 |                 hen, Wij zullen voor hen de juiste (vergelding) voorbereiden. ~
3100  19, 85 |                  85. Ten dage waarop Wij de godvrezenden in groepen
3101  19, 85 |            groepen zullen verzamelen tot de Barmhartige. ~
3102  19, 86 |                           86. Zullen Wij de schuldigen als een dorstige
3103  19, 86 |                  een dorstige kudde naar de hel drijven. ~
3104  19, 87 |                  behalve degenen die van de Weldadige een belofte hebben
3105  19, 88 |                      88. En zij zeggen: "De Barmhartige heeft zich een
3106  19, 90 |                                      90. De hemelen dreigen vaneen te
3107  19, 90 |           dreigen vaneen te scheuren, en de aarde te splijten en de
3108  19, 90 |                  de aarde te splijten en de bergen in stukken te vallen. ~
3109  19, 91 |                         91. Daar zij aan de Barmhartige een zoon hebben
3110  19, 92 |                              92. Terwijl de Barmhartige te verheven
3111  19, 93 |                     93. Er is niemand in de hemelen en op de aarde die
3112  19, 93 |              niemand in de hemelen en op de aarde die niet als een dienaar
3113  19, 93 |                 niet als een dienaar tot de Barmhartige zal komen. ~
3114  19, 95 |                                95. En op de Dag der Opstanding zal elk
3115  19, 96 |                 daden doen - aan hen zal de Barmhartige liefde betonen. ~
3116  19, 97 |                97. Aldus hebben Wij hem (de Koran) gemakkelijk voor
3117  19, 97 |                 mede goede tijdingen aan de godvruchtigen moogt geven
3118  20     |                Taa Haa ~Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
3119  20     |             strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3120  20     |               van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3121  20, 2  |                          2. Wij hebben u de Koran niet geopenbaard opdat
3122  20, 4  |                  openbaring van Hem, Die de aarde en de verheven hemelen
3123  20, 4  |                 van Hem, Die de aarde en de verheven hemelen heeft geschapen. ~
3124  20, 5  |                                       5. De Barmhartige, Die Zich nederzette
3125  20, 5  |                   Die Zich nederzette op de Troon. ~
3126  20, 6  |                Hem behoort al hetgeen in de hemelen en op aarde is,
3127  20, 6  |               ligt en hetgeen zich onder de grond bevindt. ~
3128  20, 8  |              geen God dan Hij. Hij heeft de schoonste eigenschappen. ~
3129  20, 9  |                              9. Hebt gij de geschiedenis van Mozes gehoord? ~
3130  20, 10 |                  vuur zag, zeide hij tot de zijnen: "Blijft hier, ik
3131  20, 10 |                 brengen of door het vuur de weg vinden." ~
3132  20, 12 |              schoeisel; want gij zijt in de heilige vallei van Towa." ~
3133  20, 15 |                onthullen opdat elke ziel de beloning zal ontvangen waarnaar
3134  20, 24 |              Pharao; hij heeft inderdaad de perken overschreden." ~
3135  20, 27 |                           27. "En ontdoe de knoop in mijn tong," ~
3136  20, 28 |                          28. "Opdat zij (de mensen) mijn woorden mogen
3137  20, 39 |                het kistje en werp dit in de rivier, dan zal de rivier
3138  20, 39 |                dit in de rivier, dan zal de rivier het op de oever werpen,
3139  20, 39 |                 dan zal de rivier het op de oever werpen, zodat een
3140  20, 47 |               hem toe en zegt: 'Wij zijn de boodschappers van uw Heer;
3141  20, 47 |               van uw Heer; laat derhalve de kinderen van Israël met
3142  20, 47 |              Heer; vrede rust op hem die de leiding volgt;'" ~
3143  20, 52 |                                     52. "De kennis daarvan is bij mijn
3144  20, 53 |                     53. Hij is het Die u de aarde heeft gegeven tot
3145  20, 53 |                regen doet nederdalen uit de hemel, waardoor Hij allerlei
3146  20, 55 |                                  55. Uit de aarde hebben Wij u geschapen
3147  20, 58 |     gelijkwaardige toverkunst tegenover (de uwe) stellen; maak derhalve
3148  20, 59 |            afspraak zal plaats vinden op de dag van het feest en laat
3149  20, 59 |                  het volk bijeenkomen in de voormiddag." ~
3150  20, 60 |              vast en kwam vervolgens (op de bijeenkomst). ~
3151  20, 62 |             Vervolgens redetwistten zij (de tegenstanders) onder elkander
3152  20, 65 |                 werpt gij, of zullen wij de eersten zijn om te werpen?" ~
3153  20, 67 |                       67. En Mozes sloeg de angst om het hart. ~
3154  20, 68 |                Vrees niet, want gij zijt de overwinnaar." ~
3155  20, 70 |                                   70. En de tovenaars werden plat ter
3156  20, 70 |                  zeiden: "Wij geloven in de Heer van Aäron en Mozes." ~
3157  20, 71 |                 uw meester zijn die u in de toverkunst heeft onderwezen.
3158  20, 71 |                  uw handen en voeten aan de tegenovergestelde kant afhakken
3159  20, 71 |                en ik zal u voorzeker aan de stammen van palmbomen kruisigen;
3160  20, 72 |             zullen wij u verkiezen boven de duidelijke tekenen die tot
3161  20, 73 |             opdat Hij ons onze zonden en de tovenarij die gij ons hebt
3162  20, 73 |                  moge vergeven. Allah is de Beste, de Bestendigste." ~
3163  20, 73 |             vergeven. Allah is de Beste, de Bestendigste." ~
3164  20, 74 |                 als schuldige, hem wacht de (straf der) hel: hij zal
3165  20, 75 |                  hebben verricht, zullen de hoogste graden der gelukzaligheid
3166  20, 76 |              zullen vertoeven. En dat is de beloning dergenen die zich
3167  20, 77 |                Voer Mijn dienaren weg in de nacht en baan voor hen een
3168  20, 77 |              voor hen een droge weg door de zee. Gij behoeft niet te
3169  20, 78 |                leger en toen overspoelde de zee hen allen. ~
3170  20, 79 |                   hij leidde hen niet op de rechte weg. ~
3171  20, 80 |               met u een verbond aan, aan de rechter zijde van de Berg (
3172  20, 80 |                 aan de rechter zijde van de Berg (Sinaï) en zonden manna
3173  20, 81 |                             81. "Eet van de goede dingen die Wij u hebben
3174  20, 86 |              schone belofte gedaan? Kwam de vastgestelde tijd u dan
3175  20, 86 |              voor, of verlangdet gij dat de toorn van uw Heer op u zou
3176  20, 88 |                 zeide: "Dit is uw God en de God van Mozes," doch hij
3177  20, 90 |            voorzeker gij zijt daarmee op de proef gesteld. Voorwaar
3178  20, 90 |             gesteld. Voorwaar uw Heer is de Barmhartige; volgt mij derhalve
3179  20, 94 |          scheuring teweeg gebracht onder de kinderen van Israël en hebt
3180  20, 96 |              niet konden zien. Ik volgde de voetstappen van de boodschapper
3181  20, 96 |                volgde de voetstappen van de boodschapper naar mijn beste
3182  20, 99 |              vermeldden Wij u (Mohammed) de tijdingen van het voorafgaande,
3183  20, 100|                  van zal afwenden zal op de Dag der Opstanding de last
3184  20, 100|                 op de Dag der Opstanding de last hiervan dragen. ~
3185  20, 101|                deze last zal voor hen op de Dag der Herrijzenis ondraaglijk
3186  20, 102|                                     102. De Dag waarop de bazuin zal
3187  20, 102|                       102. De Dag waarop de bazuin zal worden geblazen
3188  20, 102|               worden geblazen zullen Wij de zondigen bijeenverzamelen
3189  20, 104|                zij zullen zeggen wanneer de beste hunner beweert: "Gij
3190  20, 105|                                105. Zij (de ongelovigen) vragen u betreffende
3191  20, 105|        ongelovigen) vragen u betreffende de bergen. Zeg: "Mijn Heer
3192  20, 106|                   106. "En Hij zal haar (de aarde) als een lege vlakte
3193  20, 108|               108. Op die Dag zullen zij de oproeper volgen, die recht
3194  20, 108|                 alle stemmen zullen voor de Barmhartige worden verzacht
3195  20, 109|                  behalve van hem aan wie de Barrnhartige verlof geeft
3196  20, 111|                  in tegenwoordigheid van de Levende, de Uitzichzelf -
3197  20, 111|         tegenwoordigheid van de Levende, de Uitzichzelf - Bestaande.
3198  20, 114|                 114. Verheven zij Allah, de Ware Koning. En haast u
3199  20, 114|              Koning. En haast u niet met de Koran eer de openbaring
3200  20, 114|                  u niet met de Koran eer de openbaring er van aan u
3201  20, 116|                     116. En toen Wij tot de engelen zeiden: "Bewijst
3202  20, 117|                  hij u derhalve niet uit de tuin verdrijven, anders
3203  20, 119|               zult blootgesteld zijn aan de hitte van de zon." ~
3204  20, 119|       blootgesteld zijn aan de hitte van de zon." ~
3205  20, 120|                Adam, zal ik u voeren tot de Boom der Eeuwigheid, en
3206  20, 121|                bekleden met bladeren uit de tuin. En Adam was ongehoorzaam
3207  20, 124|               omstandigheden leven en op de Dag der Opstanding zullen
3208  20, 127|       buitensporig is en niet gelooft in de tekenen van zijn Heer; en
3209  20, 127|                tekenen van zijn Heer; en de straf van het Hiernamaals
3210  20, 129|            vastgestelde termijn, dan zou de straf al gekomen zijn. ~
3211  20, 130|                  verheerlijk uw Heer met de lof die Hem toekomt voor
3212  20, 130|          ondergang en verheerlijk Hem in de uren van de nacht en op
3213  20, 130|           verheerlijk Hem in de uren van de nacht en op de gedeelten
3214  20, 130|                  uren van de nacht en op de gedeelten van de dag, opdat
3215  20, 130|             nacht en op de gedeelten van de dag, opdat gij gelukkig
3216  20, 131|                Wij hebben toebedeeld van de heerlijkheid dezer wereld
3217  20, 131|               hen daardoor te beproeven. De voorziening van uw Heer
3218  20, 132|                  u. En het einde is voor de godvruchtigen. ~
3219  20, 133|                             133. En zij (de ongelovigen) zeggen: "Waarom
3220  20, 133|                hen gekomen in hetgeen in de vroegere geschriften staat? ~
3221  20, 134|            indien Wij hen voor zijn (van de profeet) komst met een straf
3222  20, 135|              zult gij te weten komen wie de mensen van het rechte pad
3223  20, 135|               het rechte pad zijn en wie de rechte weg volgen." ~~
3224  21     |                                      21. De Profeten (Al-Anmbi'jaa) ~
3225  21     |          Al-Anmbi'jaa) ~Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
3226  21     |             strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3227  21     |               van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3228  21, 1  |                                  1. Voor de mensen is de afrekening
3229  21, 1  |                     1. Voor de mensen is de afrekening dichterbij gekomen
3230  21, 3  |                hun hart is achteloos. En de onrechtvaardigen plegen
3231  21, 3  |               mens als gij? Wilt gij dan de tovenarij met open ogen
3232  21, 4  |                   Mijn Heer, weet wat in de hemel en op aarde wordt
3233  21, 4  |               aarde wordt gezegd; Hij is de Alhorende, de Alwetende." ~
3234  21, 4  |             gezegd; Hij is de Alhorende, de Alwetende." ~
3235  21, 5  |                  een teken brengen zoals de vroegere (profeten) dit
3236  21, 7  |           gezonden - Vraagt degenen, die de Vermaning bezitten, indien
3237  21, 9  |              wilden; doch Wij verdelgden de buitensporigen. ~
3238  21, 10 |                   Wij hebben u een Boek (de Koran) nedergezonden waardoor
3239  21, 12 |              toen sloegen zij er voor op de vlucht. ~
3240  21, 13 |                  niet en keert terug tot de genoegens die u waren veroorloofd
3241  21, 16 |                         16. Wij schiepen de hemel en de aarde en al
3242  21, 16 |                 Wij schiepen de hemel en de aarde en al hetgeen er tussen
3243  21, 18 |                    18. Neen, Wij stellen de waarheid tegenover de valsheid
3244  21, 18 |            stellen de waarheid tegenover de valsheid zodat de eerste
3245  21, 18 |              tegenover de valsheid zodat de eerste de laatste het hoofd
3246  21, 18 |                 valsheid zodat de eerste de laatste het hoofd breekt
3247  21, 19 |                   19. Hem behoort wat in de hemelen en op aarde is,
3248  21, 21 |                          21. Hebben zij (de afgodendienaars) goden genomen
3249  21, 21 |       afgodendienaars) goden genomen van de aarde die de doden kunnen
3250  21, 21 |                 genomen van de aarde die de doden kunnen opwekken? ~
3251  21, 22 |             Allah andere Goden waren in (de hemel en op aarde) zouden
3252  21, 22 |            vervallen. Verheven is Allah, de Heer van de Troon, boven
3253  21, 22 |           Verheven is Allah, de Heer van de Troon, boven hetgeen zij
3254  21, 24 |                met uw bewijzen." Hier is de verkondiging dergenen die
3255  21, 24 |                 die vóór mij waren. Doch de meesten hunner kennen de
3256  21, 24 |                 de meesten hunner kennen de waarheid niet en zij zijn
3257  21, 26 |                      26. En zij zeggen: "De Barmhartige heeft Zich een
3258  21, 29 |                 Hem," die zouden Wij met de hel vergelden. Aldus vergelden
3259  21, 29 |           vergelden. Aldus vergelden Wij de onrechtvaardigen. ~
3260  21, 30 |                               30. Hebben de ongelovigen niet ingezien
3261  21, 30 |            ongelovigen niet ingezien dat de hemel en de aarde gesloten
3262  21, 30 |                 ingezien dat de hemel en de aarde gesloten waren en
3263  21, 31 |                  opdat zij niet met hen (de mensen) zouden beven; en
3264  21, 31 |                 wegen gemaakt, opdat zij de juiste richting zouden volgen. ~
3265  21, 32 |                        32. En Wij hebben de hemel gemaakt tot een welbeschermd
3266  21, 33 |                   33. En Hij is het, Die de nacht en de dag schiep.
3267  21, 33 |                  is het, Die de nacht en de dag schiep. Ook de zon en
3268  21, 33 |              nacht en de dag schiep. Ook de zon en de maan, elk hunner
3269  21, 33 |                dag schiep. Ook de zon en de maan, elk hunner beweegt
3270  21, 35 |                      35. Iedere ziel zal de dood ondergaan en Wij beproeven
3271  21, 36 |                              36. Wanneer de ongelovigen u zien, spotten
3272  21, 36 |                 terwijl zij het zijn die de verkondiging van de Barmhartige
3273  21, 36 |                  die de verkondiging van de Barmhartige verwerpen. ~
3274  21, 37 |                                      37. De mens is met een haastige
3275  21, 39 |                            39. O, wisten de ongelovigen maar de tijd
3276  21, 39 |               wisten de ongelovigen maar de tijd wanneer zij niet bij
3277  21, 41 |                     41. Voorzeker werden de boodschappers vóór u ook
3278  21, 42 |         beschermt u dag en nacht behalve de Barmhartige?" Neen, zij
3279  21, 42 |                   zij wenden zich af van de gedachtenis aan hun Heer.
3280  21, 44 |           ongelovigen) bezoeken, het van de buitenzijde af besnoeiend?
3281  21, 44 |               besnoeiend? Zullen zij dan de overhand hebben? ~
3282  21, 45 |           slechts door Openbaring." Doch de doven horen de roep niet
3283  21, 45 |         Openbaring." Doch de doven horen de roep niet wanneer zij worden
3284  21, 47 |               gerechtigheid instellen op de Dag der Opstanding, zodat
3285  21, 48 |                  en een gedachtenis voor de godvrezenden. ~
3286  21, 50 |                              50. En dit (de Koran) is een gezegende
3287  21, 55 |                Zij zeiden: "Hebt gij ons de waarheid gebracht, of speelt
3288  21, 56 |            antwoordde: "Neen, uw Heer is de Heer van de hemelen en van
3289  21, 56 |                   uw Heer is de Heer van de hemelen en van de aarde,
3290  21, 56 |               Heer van de hemelen en van de aarde, Die deze schiep en
3291  21, 58 |               hij ze in stukken, behalve de grootste daarvan, opdat
3292  21, 61 |             zeiden: "Brengt hem dan voor de ogen des volks, opdat zij
3293  21, 63 |                 heeft het gedaan; dit is de grootste van hen. Vraagt
3294  21, 64 |                 zichzelf) "Gij zijt zelf de boosdoeners." ~
3295  21, 70 |                  doen doch Wij deden hen de grootste verliezers zijn. ~
3296  21, 73 |              maakten hen tot leiders die de mensen leidden op Ons bevel
3297  21, 74 |                En Wij bevrijdden hem uit de stad die gruwelijk handelde.
3298  21, 76 |             redden hem en zijn gezin uit de grote ramp. ~
3299  21, 78 |                betreffende het veld waar de geiten van zekere mensen
3300  21, 79 |               schonken Salomo begrip van de zaak en aan elk hunner schonken
3301  21, 79 |                en kennis. En Wij noopten de bergen en de vogels om samen
3302  21, 79 |                 Wij noopten de bergen en de vogels om samen met David
3303  21, 80 |                   80. En Wij leerden hem de kunst, maliënkolders voor
3304  21, 81 |                       81. En Wij maakten de geweldige wind aan Salomo
3305  21, 81 |                 blies om zijnentwille in de richting van het land dat
3306  21, 82 |                 82. En Wij maakten onder de duivels, die voor hem doken
3307  21, 83 |             terneer geworpen en Gij zijt de Genadigste der genadigen." ~
3308  21, 84 |               moeilijkheden en gaven hem de zijnen en het gelijke er
3309  21, 84 |                 als een herinnering voor de vromen. ~
3310  21, 85 |            Zol-Kifl; allen behoorden tot de standvastigen. ~
3311  21, 86 |            genade want zij behoorden tot de rechtvaardigen. ~
3312  21, 87 |              macht over hem hadden en in de duisternis uitriep, zeggende: "
3313  21, 87 |                Ik behoorde inderdaad tot de onrechtvaardigen." ~
3314  21, 88 |                   En aldus verlossen Wij de gelovigen. ~
3315  21, 89 |                  niet alleen en Gij zijt de Beste der erfgenamen." ~
3316  21, 97 |                               97. En als de ware Belofte nadert, dan
3317  21, 97 |                Belofte nadert, dan ziet, de ogen der ongelovigen zullen
3318  21, 98 |               buiten Allah aanbidt, zult de brandstof der hel zijn.
3319  21, 101|                 aan wie door Ons tevoren de belofte van een goede beloning
3320  21, 102|                Geen gerucht daarvan (van de hel) zullen zij horen, en
3321  21, 103|                                     103. De grote ontzetting zal hen
3322  21, 103|                  hen niet beangstigen en de engelen zullen hen tegemoet
3323  21, 103|                 komen, zeggende: "Dit is de Dag die u was beloofd." ~
3324  21, 104|                                     104. De Dag, waarop Wij de hemelen
3325  21, 104|                  104. De Dag, waarop Wij de hemelen zullen oprollen
3326  21, 104|           geschriften oprolt. Gelijk Wij de schepping eerst begonnen,
3327  21, 105|                En voordien hebben Wij na de Vermaning in de geschriften
3328  21, 105|            hebben Wij na de Vermaning in de geschriften geschreven dat
3329  21, 105|              Mijn rechtvaardige dienaren de aarde zullen erven. ~
3330  21, 107|                  slechts als genade voor de werelden gezonden. ~
3331  21, 112|              waarheid." En "Onze Heer is de Barmhartige Wiens hulp moet
3332  22     |                                      22. De Pilgrimstocht (Al-Hadj) ~
3333  22     |                 Al-Hadj) ~Geopenbaard nà de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
3334  22     |             strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3335  22     |               van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3336  22, 1  |                volk, vrees uw Heer, want de schok van het Uur is een
3337  22, 2  |                                       2. De Dag waarop elke zogende
3338  22, 2  |                  niet dronken zijn, doch de kastijding van uw Heer is
3339  22, 3  |                              3. En onder de mensen zijn er sommigen,
3340  22, 4  |                hem zal verleiden en naar de straf van het Vuur voeren. ~
3341  22, 5  |                 in twijfel verkeert over de Opstanding, bedenkt, dat
3342  22, 5  |                 een vastgestelde tijd in de baarmoeder blijven, dan
3343  22, 5  |                 zijn er onder u die door de dood worden achterhaald
3344  22, 5  |                  meer weten. En gij ziet de aarde levenloos, doch wanneer
3345  22, 6  |                 6. Dit is zo omdat Allah de Waarheid is en omdat Hij
3346  22, 6  |                  en omdat Hij het is Die de doden tot leven wekt en
3347  22, 7  |              Allah zal al degenen die in de graven zijn, opwekken. ~
3348  22, 8  |                              8. En onder de mensen zijn er die over
3349  22, 9  |             schande in deze wereld en op de Dag der Verrijzenis zullen
3350  22, 9  |               Verrijzenis zullen Wij hem de straf van het branden doen
3351  22, 11 |                             11. En onder de mensen zijn er die Allah
3352  22, 13 |                 baat. Voorwaar slecht is de beschermer en waarlijk slecht
3353  22, 13 |            beschermer en waarlijk slecht de metgezel. ~
3354  22, 15 |                 die denkt dat Allah hem (de profeet) in deze wereld
3355  22, 15 |          Hiernamaals niet zal helpen, op de een of andere wijze ten
3356  22, 17 |                            17. Voorzeker de gelovigen, de Joden, de
3357  22, 17 |                  Voorzeker de gelovigen, de Joden, de Sabianen, de Christenen,
3358  22, 17 |                  de gelovigen, de Joden, de Sabianen, de Christenen,
3359  22, 17 |                   de Joden, de Sabianen, de Christenen, de Magiërs en
3360  22, 17 |                 Sabianen, de Christenen, de Magiërs en de afgodendienaren,
3361  22, 17 |                Christenen, de Magiërs en de afgodendienaren, Allah zal
3362  22, 17 |                zal tussen hen richten op de Dag der Opstanding, want
3363  22, 18 |                 Allah nederwerpt, wat in de hemelen en op aarde is,
3364  22, 18 |                  hemelen en op aarde is, de zon, de maan, de sterren,
3365  22, 18 |                  en op aarde is, de zon, de maan, de sterren, de bergen,
3366  22, 18 |               aarde is, de zon, de maan, de sterren, de bergen, de bomen,
3367  22, 18 |                zon, de maan, de sterren, de bergen, de bomen, het vee
3368  22, 18 |                   de sterren, de bergen, de bomen, het vee en een groot
3369  22, 18 |                 maar toch valt nog velen de kastijding ten deel. En
3370  22, 19 |          redetwisten over hun Heer. Voor de ongelovigen zullen gewaden
3371  22, 22 |                  wanneer zij er uit (uit de hel) wensen te gaan, zullen
3372  22, 22 |                  zal zeggen: "Proeft gij de straf van het branden?" ~
3373  22, 24 |               reine woord en het pad van de Geprezene worden geleid. ~
3374  22, 25 |           geloven en mensen afhouden van de weg van Allah en van de
3375  22, 25 |                  de weg van Allah en van de Heilige Moskee (te Mekka) -
3376  22, 25 |                 hetzij degene die er in (de stad) vertoeft of (de vreemdeling)
3377  22, 25 |                in (de stad) vertoeft of (de vreemdeling) die van buiten
3378  22, 25 |              buiten komt - en hij die in de Moskee onrechtvaardig naar
3379  22, 26 |                  26. En toen Wij Abraham de plaats voor het Huis (de
3380  22, 26 |                 de plaats voor het Huis (de Kaaba) aanwezen zeggende: "
3381  22, 26 |               Huis rein voor degenen die de rondgang verrichten en degenen
3382  22, 27 |                         27. En verkondig de bedevaart aan de mensen.
3383  22, 27 |               verkondig de bedevaart aan de mensen. Zij zullen te voet
3384  22, 28 |          voordeel getuigenis afleggen en de naam van Allah uitspreken
3385  22, 28 |               Allah uitspreken gedurende de vastgestelde dagen over
3386  22, 28 |                  dan daarvan en spijzigt de behoeftigen in nood. ~
3387  22, 30 |                  30. Zo zij het. Wie dus de heilige geboden van Allah
3388  22, 30 |                zal voor hem goed zijn in de ogen van zijn Heer. En wettig
3389  22, 30 |            verkondigd. Vermijdt derhalve de onreinheid der afgodsbeelden
3390  22, 31 |               hij van een hoogte valt en de vogels hem wegrukken of
3391  22, 31 |                  vogels hem wegrukken of de wind hem wegblaast naar
3392  22, 32 |                   32. Zo zij het. En wie de heilige tekenen van Allah
3393  22, 32 |                vereert, voorwaar, dat is de oprechtheid des harten. ~
3394  22, 33 |                           33. Daar is in de offeranden een profijt voor
3395  22, 34 |         wijdingen vastgesteld, opdat zij de naam van Allah mogen uitspreken
3396  22, 34 |                  geef blijde tijding aan de ootmoedigen. ~
3397  22, 36 |                             36. En onder de heilige tekenen van Allah
3398  22, 36 |                  Allah hebben Wij voor u de offerkamelen aangewezen.
3399  22, 36 |          voordeel voor u. Spreekt daarom de naam van Allah over hen
3400  22, 36 |          neervallen, eet er van en voedt de rijken en de armen. Aldus
3401  22, 36 |                van en voedt de rijken en de armen. Aldus hebben Wij
3402  22, 37 |                  geef blijde tijding aan de goeden. ~
3403  22, 38 |                Voorwaar, Allah verdedigt de gelovigen. Voorzeker, Allah
3404  22, 39 |         aangedaan, voorzeker Allah heeft de macht hen bij te staan. ~
3405  22, 40 |                moskeeën, waarin dikwijls de naam van Allah wordt herdacht,
3406  22, 41 |                  het gebed verrichten en de Zakaat betalen en het goede
3407  22, 44 |                                   44. En de inwoners van Midian eveneens.
3408  22, 44 |              verloochend. Maar Ik schonk de ongelovigen uitstel, daarna
3409  22, 45 |               ongerechtigheid was, zodat de daken er van zijn ingestort
3410  22, 46 |                 Voorzeker, het zijn niet de ogen die blind zijn doch
3411  22, 47 |                 En zij dringen bij u aan de straf te verhaasten, doch
3412  22, 48 |               greep Ik hen en tot Mij is de terugkeer.
3413  22, 51 |             krachteloos te maken, zullen de bewoners van het Vuur zijn. ~
3414  22, 52 |             boodschap) verkondigde, kwam de duivel er tussen. Doch Allah
3415  22, 53 |                  verhard is - voorzeker, de onrechtvaardigen zijn in
3416  22, 54 |             gegeven mogen weten dat het (de verkondiging) de waarheid
3417  22, 54 |                dat het (de verkondiging) de waarheid is van uw Heer,
3418  22, 55 |                                   55. En de ongelovigen zullen er over
3419  22, 55 |                  Uur hen achterhaalt, of de straf van een rampzalige
3420  22, 58 |       verschaffen. En voorzeker Allah is de Beste der Voorzieners. ~
3421  22, 60 |                 zijn. En wie vergeldt in de mate waarin hem onrecht
3422  22, 61 |                   61. Dat is omdat Allah de nacht doet overgaan in de
3423  22, 61 |                de nacht doet overgaan in de dag en de dag doet overgaan
3424  22, 61 |               doet overgaan in de dag en de dag doet overgaan in de
3425  22, 61 |                  de dag doet overgaan in de nacht, en omdat Allah Alhorend,
3426  22, 62 |                   62. Dat is omdat Allah de Waarheid is en hetgeen zij
3427  22, 62 |              vals is. Voorzeker Allah is de Hoge, de Grote. ~
3428  22, 62 |              Voorzeker Allah is de Hoge, de Grote. ~
3429  22, 63 |              gezien, dat Allah water uit de hemel nederzendt en de aarde
3430  22, 63 |               uit de hemel nederzendt en de aarde daardoor groen wordt?
3431  22, 64 |                Hem behoort al hetgeen in de hemelen en op aarde is.
3432  22, 65 |             dienst heeft gesteld, en dat de schepen op Zijn bevel de
3433  22, 65 |                 de schepen op Zijn bevel de zeeën doorkruisen? En Hij
3434  22, 65 |            doorkruisen? En Hij weerhoudt de hemel ervan op aarde te
3435  22, 65 |             Liefderijk en Genadevol voor de mensen. ~
3436  22, 66 |                 leven opwekken. Waarlijk de mens is uiterst ondankbaar. ~
3437  22, 67 |                 Heer, waarlijk gij volgt de juiste leiding. ~
3438  22, 69 |             Allah zal onder u richten op de Dag der Opstanding over
3439  22, 70 |                  dat Allah al hetgeen in de hemelen en op aarde is,
3440  22, 72 |              Allah heeft het beloofd aan de ongelovigen. En dat is een
3441  22, 73 |                terugnemen. Zwak is zowel de zoeker als de gezochte. ~
3442  22, 73 |              Zwak is zowel de zoeker als de gezochte. ~
3443  22, 74 |                Zij achten Allah niet met de achting die Hem verschuldigd
3444  22, 78 |                      78. En strijdt voor de zaak van Allah zoals er
3445  22, 78 |                 u verkozen en heeft u in de godsdienst geen lasten opgelegd -
3446  22, 78 |                  getuige moogt zijn over de mensheid. Onderhoudt het
3447  22, 78 |            Onderhoudt het gebed, betaalt de Zakaat en houdt u aan Allah
3448  23     |                                      23. De Gelovigen (Al-Mominoen) ~
3449  23     |           Al-Mominoen) ~Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
3450  23     |             strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3451  23     |               van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3452  23, 1  |               Inderdaad voorspoedig zijn de gelovigen. ~
3453  23, 10 |                           10. Dezen zijn de erfgenamen, ~
3454  23, 12 |                   Voorwaar, Wij scheppen de mens uit een uittreksel
3455  23, 14 |                14. Vervolgens vormen Wij de levenskiem tot een klonter
3456  23, 14 |           schepping. Gezegend zij Allah, de Beste Schepper. ~
3457  23, 16 |                                16. En op de Dag der Verrijzenis zult
3458  23, 17 |                nimmer veronachtzamen Wij de schepping. ~
3459  23, 18 |                 18. Wij zenden water uit de hemel neer in bepaalde hoeveelheid
3460  23, 18 |          hoeveelheid en Wij doen deze in de aarde blijven en voorzeker
3461  23, 20 |                boom voort die groeit uit de berg Sinaï: deze brengt
3462  23, 21 |               Wij geven u te drinken van de melk die in hun buik is
3463  23, 24 |                                   24. En de hoofden van zijn volk, die
3464  23, 27 |               openbaarden Wij hem: "Bouw de Ark onder Onze ogen en in
3465  23, 27 |                wanneer Ons bevel komt en de oppervlakte der aarde overstroomt,
3466  23, 27 |                  En spreek Mij niet over de onrechtvaardigen, want zij
3467  23, 28 |                      28. "En wanneer gij de Ark zult hebben betrokken -
3468  23, 29 |         gezegende landing, want Gij zijt de Beste Landingshulp." ~
3469  23, 30 |                 en waarlijk Wij stellen (de mensen) op de proef. ~
3470  23, 30 |               Wij stellen (de mensen) op de proef. ~
3471  23, 33 |                                   33. En de hoofden van zijn volk, die
3472  23, 33 |               die ongelovig waren en die de ontmoeting in het Hiernamaals
3473  23, 41 |                 Terecht greep hen daarom de rukwind en Wij maakten hen
3474  23, 44 |            zonden Wij Onze boodschappers de een na de ander. Telkens
3475  23, 44 |                  boodschappers de een na de ander. Telkens wanneer een
3476  23, 49 |                Mozes het Boek opdat zij (de kinderen Israëls) leiding
3477  23, 50 |                     50. En Wij bestemden de zoon van Maria en zijn moeder
3478  23, 55 |                   Denken zij dat vanwege de rijkdom en de zonen waarmee
3479  23, 55 |                dat vanwege de rijkdom en de zonen waarmee Wij hen helpen, ~
3480  23, 58 |                En degenen die geloven in de tekenen van hun Heer, ~
3481  23, 62 |                 Bij Ons is een boek, dat de waarheid spreekt en hun
3482  23, 70 |         krankzinng?" Neen, hij heeft hun de Waarheid gebracht maar de
3483  23, 70 |                de Waarheid gebracht maar de meesten hunner houden niet
3484  23, 70 |           meesten hunner houden niet van de Waarheid. ~
3485  23, 71 |                            71. En indien de Waarheid hun wensen had
3486  23, 71 |             gevolgd, voorwaar dan zouden de hemelen en de aarde en al
3487  23, 71 |                 dan zouden de hemelen en de aarde en al hetgeen daarin
3488  23, 72 |                 hen enige beloning? Doch de beloning van uw Heer is
3489  23, 72 |                  Heer is beter en Hij is de beste Voorziener. ~
3490  23, 77 |               Maar, wanneer Wij voor hen de poort der gestrenge straf
3491  23, 80 |                het, Die leven schenkt en de dood veroorzaakt en in Zijn
3492  23, 80 |         veroorzaakt en in Zijn handen is de wisseling van nacht en dag.
3493  23, 81 |                 zij zeggen hetzelfde als de voormalige volkeren zeiden. ~
3494  23, 84 |                    84. Zeg: "Wie behoort de aarde toe en al hetgeen
3495  23, 86 |                         86. Zeg: "Wie is de Heer der zeven hemelen en
3496  23, 86 |                Heer der zeven hemelen en de Heer van de Grote Troon?" ~
3497  23, 86 |             zeven hemelen en de Heer van de Grote Troon?" ~
3498  23, 88 |                 Wie is het in Wiens hand de heerschappij over alle dingen
3499  23, 90 |                       90. Wij hebben hun de Waarheid gebracht en zij
3500  23, 95 |                 En voorzeker, Wij hebben de macht u datgene te laten