1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
3501 23, 96 | met het beste. Wij zijn op de hoogte van hetgeen zij zeggen, ~
3502 23, 97 | ik mijn toevlucht tegen de inblazingen der duivelen. ~
3503 23, 99 | 99. Wanneer de dood tot een hunner komt,
3504 23, 100| hen is een hindernis tot de Dag waarop zij gewekt zullen
3505 23, 101| 101. En wanneer de bazuin wordt geblazen zal
3506 23, 101| tussen hen bestaan, noch zal de een naar de ander vragen. ~
3507 23, 101| bestaan, noch zal de een naar de ander vragen. ~
3508 23, 103| benadeelden - zullen in de hel vertoeven. ~
3509 23, 109| jegens ons. En Gij zijt de Beste der barmhartigen." ~
3510 23, 111| geduld. Voorzeker, zij zijn de overwinnaars." ~
3511 23, 112| Hoeveel jaren zijt gij op de aarde gebleven?" ~
3512 23, 116| 116. Verheven is Allah, de ware Koning. Er is geen
3513 23, 116| is geen God behalve Hij, de Heer van de aanzienlijke
3514 23, 116| behalve Hij, de Heer van de aanzienlijke Troon. ~
3515 23, 117| daar geen bewijs voor: en de vergelding ervan berust
3516 23, 117| bij zijn Heer. Voorzeker de ongelovigen slagen nooit! ~
3517 23, 118| Barmhartig, want Gij zijt de Barmhartigste der barmhartigen." ~~
3518 24 | An-Noer) Geopenbaard nà de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
3519 24 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3520 24 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3521 24, 2 | medelijden met hen u van de gehoorzaamheid aan Allah
3522 24, 2 | afhouden indien gij in Allah en de Laatste Dag gelooft. En
3523 24, 3 | 3. De echtbreker zal alleen een
3524 24, 3 | afgodendienares huwen, en met de echtbreekster zal alleen
3525 24, 3 | afgodendienaar huwen. En dit is de gelovigen verboden. ~
3526 24, 6 | ieder hunner vier maal in de naam van Allah zweren dat
3527 24, 6 | zweren dat hij voorzeker de waarheid spreekt. ~
3528 24, 7 | 7. En de vijfde maal zal hij zeggen:
3529 24, 7 | op hem ruste als hij tot de leugenaars behoort. ~
3530 24, 8 | 8. Maar het zal de straf van haar afwenden
3531 24, 8 | afwenden indien zij viermaal in de naam van Allah getuigt en
3532 24, 8 | getuigt en zegt, dat hij tot de leugenaars behoort. ~
3533 24, 9 | 9. En de vijfde maal zal zij zeggen:
3534 24, 9 | maal zal zij zeggen: dat de toorn van Allah over haar
3535 24, 9 | haar zij als hij (haar man) de waarheid spreekt. ~
3536 24, 11 | 11. Waarlijk, zij die de lastering voortbrachten
3537 24, 11 | goed voor u. Elk hunner zal de straf voor de zonde die
3538 24, 11 | hunner zal de straf voor de zonde die hij heeft begaan,
3539 24, 12 | 12. Waarom dachten de gelovige mannen en vrouwen,
3540 24, 13 | medegebracht zijn zij in de ogen van Allah leugenaars. ~
3541 24, 15 | onbeduidend was, terwijl het in de ogen van Allah belangrijk
3542 24, 18 | 18. En Allah legt u de geboden uit; Allah is Alwetend,
3543 24, 19 | onbetamelijkheid zich onder de gelovigen moge verspreiden,
3544 24, 21 | O gij die gelooft, volgt de voetstappen van Satan niet.
3545 24, 21 | voetstappen van Satan niet. Wie de voetstappen van Satan volgt
3546 24, 24 | 24. Op de Dag waarop hun tong, hun
3547 24, 25 | Op die Dag zal Allah hun de hun toekomende vergelding
3548 24, 25 | zullen weten dat alleen Allah de duidelijke Waarheid is. ~
3549 24, 26 | Slechte vrouwen zijn voor de slechte mannen, en de slechte
3550 24, 26 | voor de slechte mannen, en de slechte mannen zijn voor
3551 24, 26 | slechte mannen zijn voor de slechte vrouwen. En goede
3552 24, 26 | goede vrouwen zijn voor de goede mannen en de goede
3553 24, 26 | voor de goede mannen en de goede mannen zijn voor de
3554 24, 26 | de goede mannen zijn voor de goede vrouwen, dezen hebben
3555 24, 27 | gaat geen andere huizen dan de uwe binnen zonder de bewoners
3556 24, 27 | dan de uwe binnen zonder de bewoners er van te waarschuwen
3557 24, 28 | voegzamer voor u. Allah is op de hoogte van hetgeen gij doet. ~
3558 24, 30 | 30. Zeg tot de gelovige mannen dat zij
3559 24, 30 | Voorzeker, Allah is wel op de hoogte van hetgeen zij doen. ~
3560 24, 31 | 31. En zeg tot de gelovige vrouwen dat zij
3561 24, 31 | echtgenoot of haar vader of de vader van haar echtgenoot,
3562 24, 31 | echtgenoot, of haar zonen of de zonen van haar echtgenoot,
3563 24, 31 | echtgenoot, of haar broeders, of de zonen van haar broeders,
3564 24, 31 | zonen van haar broeders, of de zonen van haar zusters of
3565 24, 31 | geslachtsdrang hebben, of de jonge kinderen die van de
3566 24, 31 | de jonge kinderen die van de naaktheid van een vrouw
3567 24, 32 | 32. En huwt uw weduwen en de deugdzamen onder uw mannelijke
3568 24, 33 | Zijn overvloed verrijkt. En de slaven die een acte van
3569 24, 33 | hen ziet; en geeft hun van de rijkdommen van Allah, die
3570 24, 33 | zijn, niet tot ontucht om de goederen van het tegenwoordige
3571 24, 34 | tot u nedergezonden, en de voorbeelden van hen die
3572 24, 34 | geweest en een raadgeving voor de godvrezenden. ~
3573 24, 35 | Allah is het Licht van de hemelen en de aarde. De
3574 24, 35 | Licht van de hemelen en de aarde. De gelijkenis van
3575 24, 35 | de hemelen en de aarde. De gelijkenis van Zijn Licht
3576 24, 35 | nis waarin een lamp staat. De lamp is door een glas omsloten;
3577 24, 35 | geeft gelijkenissen voor de mensen; Allah heeft kennis
3578 24, 37 | het gebed te houden en de Zakaat te betalen, zij vrezen
3579 24, 37 | Zakaat te betalen, zij vrezen de Dag waarop harten en ogen
3580 24, 38 | 38. Opdat Allah hen voor de beste hunner daden moge
3581 24, 39 | 39. Maar de daden der ongelovigen zijn
3582 24, 39 | luchtspiegeling op een vlakte. De dorstige denkt dat het water
3583 24, 41 | Ziet gij niet, dat alles in de hemelen en op aarde, ook
3584 24, 41 | hemelen en op aarde, ook de vogels met hun uitgespreide
3585 24, 42 | der aarde en tot Allah is de terugkeer. ~
3586 24, 43 | gij niet gezien dat Allah de wolken voortdrijft, ze dan
3587 24, 43 | voortkomen? En Hij zendt van de hemel neder (wolken als)
3588 24, 43 | het af van wie Hij wil. De glans van de bliksem neemt
3589 24, 43 | wie Hij wil. De glans van de bliksem neemt het gezicht
3590 24, 47 | Wij geloven in Allah en in de boodschapper en wij gehoorzamen."
3591 24, 50 | zijn? Neen, zij zijn zelf de onrechtvaardigen. ~
3592 24, 51 | 51. Wanneer de gelovigen tot Allah en Zijn
3593 24, 53 | Voorzeker Allah is goed op de hoogte van hetgeen gij doet. ~
3594 24, 54 | Gehoorzaamt Allah en gehoorzaamt de boodschapper. Maar indien
3595 24, 54 | zult gij geleid worden. En de plicht van de boodschapper
3596 24, 54 | worden. En de plicht van de boodschapper is slechts
3597 24, 54 | boodschapper is slechts de duidelijke verkondiging.
3598 24, 55 | stedehouders maakte en dat Hij de godsdienst, die Hij voor
3599 24, 56 | houdt het gebed en betaalt de Zakaat en gehoorzaamt de
3600 24, 56 | de Zakaat en gehoorzaamt de boodschapper, opdat gij
3601 24, 57 | ontsnappen, hun tehuis is de hel, en deze is inderdaad
3602 24, 58 | slaven en degenen uwer die de geslachtsrijpheid nog niet
3603 24, 58 | morgengebed, wanneer gij wegens de middaghitte u van uw klederen
3604 24, 58 | omgaan; aldus maakt Allah u de geboden duidelijk; Allah
3605 24, 59 | 59. En wanneer de kinderen onder u geslachtsrijpheid
3606 24, 61 | 61. Het doet de blinden, de lammen, de zieken
3607 24, 61 | 61. Het doet de blinden, de lammen, de zieken of uzelven
3608 24, 61 | doet de blinden, de lammen, de zieken of uzelven geen kwaad,
3609 24, 61 | uw eigen huizen eet of in de huizen van uw broeders,
3610 24, 61 | huizen van uw broeders, of in de huizen van uw zusters, of
3611 24, 61 | huizen van uw zusters, of in de huizen van uw vaders broeders,
3612 24, 61 | uw vaders broeders, of in de huizen van uw vaders zusters,
3613 24, 61 | uw vaders zusters, of in de huizen van uw moeders broeders,
3614 24, 61 | moeders broeders, of in de huizen van uw moeders zusters,
3615 24, 61 | in dat huis waarvan gij de sleutel in uw bezit hebt,
3616 24, 61 | afzonderlijk eet. Wanneer gij de huizen betreedt groet dan
3617 24, 61 | reinheid is. Zo maakt Allah u de geboden duidelijk, opdat
3618 24, 62 | belangrijk is, bij hem (de profeet) zijn, zich niet
3619 24, 63 | 63. Behandelt de uitnodiging van de boodschapper
3620 24, 63 | Behandelt de uitnodiging van de boodschapper onder u niet
3621 24, 63 | boodschapper onder u niet zoals gij de uitnodiging van elkander
3622 24, 64 | aan Allah behoort wat in de hemelen en op aarde is.
3623 24, 64 | kent uw toestand goed. En de Dag waarop zij tot Hem zullen
3624 25 | Al-Forqaan) ~Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
3625 25 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3626 25 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3627 25, 1 | 1. Gezegend is Hij, die de Forqaan (het onderscheid)
3628 25, 2 | alles geschapen, en het de juiste maat gegeven. ~
3629 25, 3 | 3. Toch hebben zij (de mensen) naast Hem goden
3630 25, 4 | 4. De ongelovigen zeggen: "Dit
3631 25, 4 | dan een leugen, die hij (de Profeet) verzonnen heeft
3632 25, 6 | 6. Zeg: "Hij, Die de geheimen der hemelen en
3633 25, 8 | een tuin moeten hebben om (de vruchten) er van te eten."
3634 25, 8 | vruchten) er van te eten." En de onrechtvaardigen zeggen: "
3635 25, 9 | zijn verdwaald en kunnen de rechte weg niet vinden. ~
3636 25, 12 | 12. Wanneer de hel hen vanuit de verte
3637 25, 12 | Wanneer de hel hen vanuit de verte zal zien, zullen zij
3638 25, 15 | 15. Zeg: "Is dit beter of de tuin der eeuwigheid die
3639 25, 15 | tuin der eeuwigheid die de rechtvaardigen is beloofd?
3640 25, 17 | 17. En de Dag waarop Hij de ongelovigen
3641 25, 17 | 17. En de Dag waarop Hij de ongelovigen en degenen die
3642 25, 18 | doen genieten totdat zij de aanmaning vergaten en een
3643 25, 19 | verloochend, zodat gij de straf niet kunt afwenden
3644 25, 21 | schatten zich te hoog en zijn de perken ver te buiten gegaan. ~
3645 25, 22 | 22. De Dag waarop zij de engelen
3646 25, 22 | 22. De Dag waarop zij de engelen zullen zien, zal
3647 25, 22 | geen goed nieuws zijn voor de schuldigen; dan zullen zij
3648 25, 24 | 24. De bewoners van het paradijs
3649 25, 24 | tehuis, en beter betreffende de rustplaats. ~
3650 25, 25 | 25. En de Dag waarop de hemel met
3651 25, 25 | 25. En de Dag waarop de hemel met de wolken zal
3652 25, 25 | Dag waarop de hemel met de wolken zal worden gespleten
3653 25, 25 | zal worden gespleten en de engelen worden nedergezonden
3654 25, 26 | Koninkrijk zal op die Dag aan de Genadevolle behoren, maar
3655 25, 26 | behoren, maar het zal voor de ongelovigeneen moeilijke
3656 25, 27 | 27. De Dag waarop de onrechtvaardige
3657 25, 27 | 27. De Dag waarop de onrechtvaardige op zijn
3658 25, 27 | zal hij zeggen: "O, had ik de weg met de boodschapper
3659 25, 27 | zeggen: "O, had ik de weg met de boodschapper maar gevolgd. ~
3660 25, 29 | 29. Hij deed mij van de herinnering afdwalen nadat
3661 25, 29 | gekomen." En Satan laat de mens in de steek. ~
3662 25, 29 | En Satan laat de mens in de steek. ~
3663 25, 30 | 30. En de boodschapper zal zeggen: "
3664 25, 31 | profeet een vijand van onder de zondaren; uw Heer is voldoende
3665 25, 32 | 32. En de ongelovigen zeggen: "Waarom
3666 25, 32 | ongelovigen zeggen: "Waarom werd de Koran niet ineens aan hem
3667 25, 33 | geen vraag of Wij geven u de waarheid en een uitmuntende
3668 25, 34 | Zij die vernederd naar de hel zullen worden gebracht,
3669 25, 37 | volk van Noach: toen dit de boodschappers verloochende,
3670 25, 37 | een pijnlijke straf voor de onrechtvaardigen bereid. ~
3671 25, 38 | en Samoed en het volk van de Bron en vele andere geslachten
3672 25, 40 | En zij komen voorzeker de stad voorbij, waarop een
3673 25, 40 | niet? Neen, zij verwachten de Opstanding niet. ~
3674 25, 42 | weten komen, wanneer zij de straf zullen aanschouwen,
3675 25, 44 | 44. Denkt gij dat de meesten hunner horen of
3676 25, 45 | niet gezien hoe uw Heer de schaduw verlengt? - En indien
3677 25, 45 | gemaakt - Dan hebben Wij de zon tot een leider er van
3678 25, 47 | 47. En Hij is het, Die de nacht tot een bedekking
3679 25, 47 | voor u heeft gemaakt en de slaap voor rust, en de dag
3680 25, 47 | en de slaap voor rust, en de dag voor het opstaan. ~
3681 25, 48 | 48. En Hij is het, Die de winden als blijde aankondiging
3682 25, 48 | zenden zuiver water uit de wolken neer. ~
3683 25, 50 | uit mogen trekken, maar de meeste mensen weigeren alles,
3684 25, 52 | 52. Dus volg de ongelovigen niet, en voer
3685 25, 52 | ongelovigen niet, en voer met (de Koran) een grote strijd
3686 25, 54 | 54. En Hij is het Die de mens uit water heeft geschapen
3687 25, 55 | helpen noch schaden kan. De ongelovige is een helper
3688 25, 57 | behalve dat hij, die dit wil, de weg naar zijn Heer moge
3689 25, 58 | En stel uw vertrouwen in de Levende, Die niet sterft,
3690 25, 58 | en verheerlijk Hem met de lof die Hem toekomt. Hij
3691 25, 58 | toekomt. Hij is goed op de hoogte met de zonden van
3692 25, 58 | is goed op de hoogte met de zonden van Zijn dienaren. ~
3693 25, 59 | 59. Hij, Die de hemelen en de aarde en alles
3694 25, 59 | Hij, Die de hemelen en de aarde en alles wat er tussen
3695 25, 59 | schiep, zette Zich dan op de Troon. Hij is de Barmhartige.
3696 25, 59 | dan op de Troon. Hij is de Barmhartige. Vraag dus iemand
3697 25, 60 | 60. En wanneer er tot de ongelovigen wordt gezegd: "
3698 25, 60 | gezegd: "Werpt u neder voor de Barmhartige," zeggen zij: "
3699 25, 60 | zeggen zij: "En wie is de Barmhartige? Zullen wij
3700 25, 61 | 61. Gezegend is Hij, Die de sterren, de stralende zon
3701 25, 61 | is Hij, Die de sterren, de stralende zon en de glanzende
3702 25, 61 | sterren, de stralende zon en de glanzende maan aan de hemel
3703 25, 61 | en de glanzende maan aan de hemel heeft geplaatst. ~
3704 25, 62 | 62. En Hij is het Die de nacht en de dag heeft ingesteld
3705 25, 62 | Hij is het Die de nacht en de dag heeft ingesteld die
3706 25, 63 | 63. En de dienaren van de Barmhartige
3707 25, 63 | 63. En de dienaren van de Barmhartige zijn zij, die
3708 25, 63 | op aarde wandelen en als de onwetenden hen aanspreken,
3709 25, 64 | 64. En zij, die de nacht doorbrengen zich voor
3710 25, 65 | zeggen:"Onze Heer, wend de straf der hel van ons af
3711 25, 65 | der hel van ons af want de straf daarvan is een voortdurende
3712 25, 69 | 69. De straf zal hem verdubbeld
3713 25, 69 | hem verdubbeld worden op de Dag der Opstanding, en hij
3714 25, 70 | voor dezulken zal Allah de slechte daden in goede daden
3715 25, 74 | maak ons tot voorbeeld voor de godvruchtigen." ~
3716 25, 75 | beloond zullen worden met de hoogste plaats (in het paradijs) -
3717 25, 77 | gij niet bidt. Gij hebt de waarheid verloochend en
3718 25, 77 | verloochend en weldra zal de straf (u) worden opgelegd." ~~
3719 26 | 26. De Dichters (Asj-Sjoaraa)
3720 26 | Asj-Sjoaraa) Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
3721 26 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3722 26 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3723 26, 2 | 2. Dit zijn de verzen van het duidelijke
3724 26, 4 | kunnen Wij hun een teken van de hemel nederzenden, zodat
3725 26, 5 | 5. Maar er komt van de Barmhartige geen nieuwe
3726 26, 6 | verloochend, maar weldra zullen de tijdingen hun bereiken van
3727 26, 8 | inderdaad een teken; maar de meesten onder hen willen
3728 26, 9 | En voorzeker uw Heer is de Machtige, de Genadige.
3729 26, 9 | uw Heer is de Machtige, de Genadige.
3730 26, 16 | Pharao en zegt: 'Wij zijn de boodschappers van de Heer
3731 26, 16 | zijn de boodschappers van de Heer der Werelden. ~
3732 26, 17 | 17. Laat de kinderen Israëls met ons
3733 26, 20 | deed dit, toen ik nog tot de dwalenden behoorde." ~
3734 26, 22 | 22. Is dit de gunst die gij mij in herinnering
3735 26, 22 | herinnering brengt, dat gij de kinderen van Israël tot
3736 26, 23 | Pharao zeide: "En wie is de Heer der Werelden?" ~
3737 26, 24 | 24. Mozes antwoordde: "De Heer der hemelen en der
3738 26, 26 | Mozes zeide: "Uw Heer, en de Heer uwer voorvaderen." ~
3739 26, 27 | Pharao zeide: "Waarlijk, de boodschapper die tot u is
3740 26, 28 | 28. Mozes zeide: "Hij is de Heer van het Oosten en van
3741 26, 29 | dan mij zal ik u zeker in de gevangenis werpen." ~
3742 26, 31 | Breng het dan als gij tot de waarachtigen behoort." ~
3743 26, 33 | en ziet! zij was wit voor de toeschouwers. ~
3744 26, 34 | 34. Pharao zeide tot de vooraanstaanden om zich
3745 26, 36 | en zend aankondigers naar de steden. ~
3746 26, 38 | 38. Dus werden de tovenaars verzameld op de
3747 26, 38 | de tovenaars verzameld op de bepaalde tijd op een vastgestelde
3748 26, 40 | 40. Opdat wij de tovenaars mogen volgen als
3749 26, 41 | 41. En toen de tovenaars kwamen, vroegen
3750 26, 41 | beloning voor ons zijn als wij de overwinnaars worden?" ~
3751 26, 42 | bovendien zult gij tot de gunstelingen behoren." ~
3752 26, 44 | roeden, en zeiden: "Bij de macht van Pharao, wij zullen
3753 26, 44 | macht van Pharao, wij zullen de overhand krijgen." ~
3754 26, 46 | 46. Daarop wierpen de tovenaars zich op de grond
3755 26, 46 | wierpen de tovenaars zich op de grond neder. ~
3756 26, 47 | riepen uit: "Wij geloven in de Heer der Werelden, ~
3757 26, 48 | 48. De Heer van Mozes en Aäron." ~
3758 26, 51 | vergeven, want wij zijn de eersten der gelovigen." ~
3759 26, 52 | Neemt Mijn dienaren mede in de nacht, want gij zult worden
3760 26, 53 | Pharao zond herauten naar de steden, zeggende, ~
3761 26, 59 | die als een erfenis aan de kinderen van Israël." ~
3762 26, 61 | 61. En toen de twee scharen elkander zagen,
3763 26, 61 | scharen elkander zagen, zeiden de metgezellen van Mozes: "
3764 26, 63 | openbaarden Wij aan Mozes: "Tref de zee met uw staf." Waarop
3765 26, 64 | 64. En Wij lieten de anderen naderbij komen. ~
3766 26, 66 | 66. Daarna verdronken Wij de anderen. ~
3767 26, 67 | is zeker een teken maar de meesten onder hen willen
3768 26, 68 | 68. Voorwaar, uw Heer is de Almachtige, de Genadevolle. ~
3769 26, 68 | uw Heer is de Almachtige, de Genadevolle. ~
3770 26, 77 | vijanden van mij behalve de Heer der Werelden,
3771 26, 82 | tekortkomingen zal vergeven op de Dag des Oordeels." ~
3772 26, 83 | wijsheid en voeg mij bij de rechtvaardigen; ~
3773 26, 84 | mij een goede naam onder de komende geslachten. ~
3774 26, 85 | mij een der erfgenamen van de Tuin der Zaligheid. ~
3775 26, 86 | vader, want hij behoorde tot de dwalenden. ~
3776 26, 87 | En verneder mij niet op de Dag waarop de mensen zullen
3777 26, 87 | mij niet op de Dag waarop de mensen zullen worden opgewekt, ~
3778 26, 88 | 88. De Dag waarop rijkdom noch
3779 26, 90 | nabij worden gebracht voor de rechtvaardigen. ~
3780 26, 91 | 91. En de hel zal worden onthuld voor
3781 26, 91 | zal worden onthuld voor de dwalenden. ~
3782 26, 94 | zullen zij hals over kop in (de hel) worden geworpen, zij
3783 26, 94 | worden geworpen, zij en de dwalenden. ~
3784 26, 95 | 95. En de scharen van Iblies, allen
3785 26, 96 | twisten, zullen zij (tegen de afgoden) zeggen: ~
3786 26, 98 | wij u gelijk stelden aan de Heer der Werelden. ~
3787 26, 99 | 99. En slechts de schuldigen deden ons dwalen. ~
3788 26, 102| ons een terugkeer (naar de aarde) was, zouden wij tot
3789 26, 102| aarde) was, zouden wij tot de gelovigen behoren." ~
3790 26, 103| waarlijk een teken, maar de meesten onder hen willen
3791 26, 104| En voorwaar, uw Heer is de Machtige, de Genadevolle. ~
3792 26, 104| uw Heer is de Machtige, de Genadevolle. ~
3793 26, 105| volk van Noach verloochende de boodschappers.
3794 26, 109| beloning voor: Mijn loon is bij de Heer der Werelden. ~
3795 26, 111| geloven terwijl slechts de onaanzienlijken u volgen?" ~
3796 26, 114| 114. "En ik ga de gelovigen niet verdrijven. ~
3797 26, 118| hen en mij; en red mij en de gelovigen die met mij zijn." ~
3798 26, 119| en degenen die met hem in de geladen ark waren. ~
3799 26, 121| voorwaar een teken, maar de meesten hunner willen niet
3800 26, 122| 122. Waarlijk uw Heer is de Machtige, de Genadevolle. ~
3801 26, 122| uw Heer is de Machtige, de Genadevolle. ~
3802 26, 123| 123. De Aad verloochenden de boodschappers, ~
3803 26, 123| 123. De Aad verloochenden de boodschappers, ~
3804 26, 127| mijn loon is slechts bij de Heer der Werelden." ~
3805 26, 135| Ik vrees voor u inderdaad de straf van een grote Dag." ~
3806 26, 139| waarlijk een teken, maar de meesten hunner willen niet
3807 26, 140| En voorwaar uw Heer is de Machtige, de Genadevolle. ~
3808 26, 140| uw Heer is de Machtige, de Genadevolle. ~
3809 26, 141| van Samoed verloochende de boodschappers eveneens. ~
3810 26, 145| beloning is slechts bij de Heer der Werelden. ~
3811 26, 146| rust worden gelaten tussen de dingen die hier zijn, ~
3812 26, 149| 149. En de huizen, welke gij met grote
3813 26, 149| met grote handigheid uit de bergen maakt? ~
3814 26, 154| dan een teken, als gij tot de waarachtigen behoort." ~
3815 26, 156| haar geen kwaad anders zal de straf van een grote Dag
3816 26, 158| 158. Maar de straf achterhaalde hen.
3817 26, 158| daarin is een teken maar de meesten hunner willen niet
3818 26, 159| 159. Uw Heer is de Machtige, de Genadevolle. ~
3819 26, 159| Uw Heer is de Machtige, de Genadevolle. ~
3820 26, 160| volk van Lot verloochende de boodschappers, ~
3821 26, 164| beloning is slechts bij de Heer der Werelden." ~
3822 26, 165| gij van alle schepselen de mannen?
3823 26, 166| Neen, gij zijt een volk dat de perken te buiten gaat." ~
3824 26, 172| Daarna vernietigden Wij de anderen. ~
3825 26, 173| regenen, en vreselijk was de regen voor hen, die waren
3826 26, 174| waarlijk een teken maar de meesten hunner willen niet
3827 26, 175| En voorwaar, uw Heer is de Machtige, de Genadevolle. ~
3828 26, 175| uw Heer is de Machtige, de Genadevolle. ~
3829 26, 176| het woud verloochende ook de boodschappers. ~
3830 26, 180| beloning is slechts bij de Heer der Werelden. ~
3831 26, 181| 181. Geeft de volle maat en behoort niet
3832 26, 182| 182. En weegt met de zuivere weegschaal. ~
3833 26, 183| 183. En doet de mensen in hetgeen hun toekomt
3834 26, 184| En vreest Hem, Die u en de vroegere geslachten schiep." ~
3835 26, 186| en wij denken dat gij tot de leugenaars behoort. ~
3836 26, 187| 187. Doe dan stukken van de hemel op ons vallen als
3837 26, 189| Daarna achterhaalde hen de straf van de dag der overschaduwing.
3838 26, 189| achterhaalde hen de straf van de dag der overschaduwing.
3839 26, 189| overschaduwing. Dat was waarlijk de straf van een grote dag. ~
3840 26, 190| daarin is een teken maar de meesten hunner willen niet
3841 26, 191| 191. Waarlijk uw Heer is de Almachtige, de Genadevolle.
3842 26, 191| uw Heer is de Almachtige, de Genadevolle.
3843 26, 192| Boek is een openbaring van de Heer der Werelden. ~
3844 26, 193| 193. De Heilige Geest (Gabriël)
3845 26, 194| 194. In uw hart, opdat gij de waarschuwer moogt zijn. ~
3846 26, 196| 196. En het is zeker in de geschriften der vroegere
3847 26, 197| geen teken voor hen dat de geleerden onder de kinderen
3848 26, 197| hen dat de geleerden onder de kinderen van Israël het
3849 26, 200| hebben Wij het (ongeloof) in de harten der zondaren doen
3850 26, 201| niet in geloven voordat zij de smartelijke straf zien; ~
3851 26, 210| 210. De duivelen hebben (de Koran)
3852 26, 210| 210. De duivelen hebben (de Koran) niet nedergebracht, ~
3853 26, 215| met zachtmoedigheid tot de gelovigen die u volgen." ~
3854 26, 217| En stel uw vertrouwen in de Almachtige, de Genadevolle. ~
3855 26, 217| vertrouwen in de Almachtige, de Genadevolle. ~
3856 26, 220| 220. Want Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~
3857 26, 220| Want Hij is de Alhorende, de Alwetende. ~
3858 26, 221| Zal ik u mededelen op wie de duivelen nederdalen? ~
3859 26, 224| 224. En de dichters! de dwalenden volgen
3860 26, 224| 224. En de dichters! de dwalenden volgen hen. ~
3861 26, 227| onrecht is aangedaan, maar de onrechtvaardigen zullen
3862 27 | 27. De Mieren (An-Naml) Geopenbaard
3863 27 | An-Naml) Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
3864 27 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3865 27 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3866 27, 1 | 1. Taa Sien. Dit zijn de verzen van de Koran, het
3867 27, 1 | Dit zijn de verzen van de Koran, het duidelijke Boek. ~
3868 27, 2 | richtsnoer en goed nieuws voor de gelovigen. ~
3869 27, 3 | Die het gebed houden en de Zakaat betalen, en een vast
3870 27, 5 | zullen in het Hiernamaals de grootste verliezers zijn. ~
3871 27, 6 | 6. Voorwaar, aan u wordt de Koran overgedragen door
3872 27, 6 | Koran overgedragen door de Alwijze, de Alwetende. ~
3873 27, 6 | overgedragen door de Alwijze, de Alwetende. ~
3874 27, 8 | dichtbij is, glorie zij Allah, de Heer der Werelden! ~
3875 27, 9 | O Mozes, Ik ben Allah, de Machtige, de Alwijze. ~
3876 27, 9 | ben Allah, de Machtige, de Alwijze. ~
3877 27, 10 | staf neder." Maar toen hij de staf zich als een slang
3878 27, 10 | voorwqwaar bij Mij vrezen de boodschappers niet." ~
3879 27, 12 | voorschijn komen. Dit behoort tot de negen tekenen voor Pharao
3880 27, 14 | kwaad het einde was van de onruststokers. ~
3881 27, 16 | zeide: "O gij mensen, ons is de taal der vogelen onderwezen,
3882 27, 18 | Toen zij tot het dal van de mieren kwamen, zei een mier: "
3883 27, 20 | 20. En hij overzag de vogelen, en zeide: "Hoe
3884 27, 20 | Hoe kan het zijn dat ik de hop niet zie? Is hij onder
3885 27, 20 | hop niet zie? Is hij onder de afwezigen? ~
3886 27, 24 | vond, dat zij en haar volk de zon aanbaden in plaats van
3887 27, 24 | schoonschijnend gemaakt en heeft hun de weg versperd, zodat zij
3888 27, 25 | Allah niet, Die hetgeen in de hemelen en op aarde verborgen
3889 27, 26 | Er is geen God naast Hem, de Heer van de Grote Troon. ~
3890 27, 26 | God naast Hem, de Heer van de Grote Troon. ~
3891 27, 27 | Wij zullen zien of gij de waarheid hebt gesproken
3892 27, 27 | gesproken of dat gij tot de leugenaars behoort. ~
3893 27, 29 | 29. Zij (de Koningin) zeide: "Gij, leiders,
3894 27, 30 | luidt: "In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3895 27, 30 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3896 27, 32 | leiders, geeft mij raad in de zaak die voor mij ligt,
3897 27, 33 | antwoordden: "Wij hebben de macht en wij bezitten een
3898 27, 33 | een grote dapperheid in de oorlog, maar de zaak is
3899 27, 33 | dapperheid in de oorlog, maar de zaak is in uw handen; overdenk
3900 27, 34 | binnen trekken en maken de hoogsten van het volk tot
3901 27, 34 | hoogsten van het volk tot de laagsten. Zo handelen dezen (
3902 27, 35 | sturen en afwachten waarmede de afgevaardigden terugkeren." ~
3903 27, 36 | 36. Toen de gezant (der koningin) tot
3904 27, 37 | hen met ontering daaruit (de stad) verdrijven en zij
3905 27, 39 | 39. Een dappere van de djinn zeide: "Ik zal deze
3906 27, 40 | terugkeert," en toen Salomo de troon naast zich zag geplaatst,
3907 27, 40 | zeide hij: "Dit is bij de gratie van mijn Heer, opdat
3908 27, 41 | Wij zullen zien of zij de rechte weg volgt of dat
3909 27, 41 | behoort tot degenen die van de rechte weg worden afgeleid." ~
3910 27, 44 | mij met Salomo aan Allah, de Heer der Werelden." ~
3911 27, 45 | En Wij zonden zeker tot de Samoed hun broeder Salih,
3912 27, 48 | waren negen personen in de stad die onrust in het land
3913 27, 49 | Salih en zijn familie in de nacht zullen aanvallen en
3914 27, 49 | waren geen getuigen van de vernietiging van zijn familie
3915 27, 49 | familie en wij spreken zeker de waarheid." ~
3916 27, 55 | 55. Nadert gij wellustig de mannen in plaats van de
3917 27, 55 | de mannen in plaats van de vrouwen? Neen, gij zijt
3918 27, 57 | vrouw; Wij deden haar tot de achterblijvenden behoren. ~
3919 27, 58 | komen, en vreselijk was de regen voor de gewaarschuwden. ~
3920 27, 58 | vreselijk was de regen voor de gewaarschuwden. ~
3921 27, 60 | 60. Hij Die de hemelen en de aarde schiep
3922 27, 60 | 60. Hij Die de hemelen en de aarde schiep en water uit
3923 27, 60 | aarde schiep en water uit de hemelen nederzendt waarmee
3924 27, 61 | 61. Hij Die de aarde tot een rustplaats
3925 27, 61 | zette en een dam tussen de beide zeeën? Is er een God
3926 27, 61 | een God naast Allah? Neen, de meesten hunner (willen)
3927 27, 62 | 62. Hij Die de wanhopige verhoort als deze
3928 27, 63 | duister van het land en van de zee, en Die u winden zendt
3929 27, 64 | 64. Hij Die de schepping voortbrengt en
3930 27, 64 | u (voedsel) voorziet uit de hemel en de aarde? Is er
3931 27, 64 | voorziet uit de hemel en de aarde? Is er een God naast
3932 27, 65 | 65. Zeg: "Niemand in de hemelen en op aarde kent
3933 27, 67 | 67. En de ongelovigen zeggen: "Zullen
3934 27, 71 | bedreiging worden vervuld als gij de waarheid spreekt?" ~
3935 27, 72 | zijn, dat een gedeelte van de straf die gij wildet verhaasten,
3936 27, 73 | Heer is goedertieren voor de mensen maar de meesten hunner
3937 27, 73 | goedertieren voor de mensen maar de meesten hunner zijn ondankbaar. ~
3938 27, 75 | 75. En er is niets in de hemelen of op aarde verborgen,
3939 27, 76 | Waarlijk deze Koran legt aan de kinderen van Israël veel
3940 27, 77 | richtsnoer en barmhartigheid voor de gelovigen. ~
3941 27, 78 | door Zijn gebod en Hij is de Almachtige, de Alwetende. ~
3942 27, 78 | en Hij is de Almachtige, de Alwetende. ~
3943 27, 79 | Allah; voorzeker gij bezit de duidelijke Waarheid. ~
3944 27, 80 | 80. Waarlijk, gij kunt de doden, noch de doven de
3945 27, 80 | gij kunt de doden, noch de doven de oproep doen horen
3946 27, 80 | de doden, noch de doven de oproep doen horen als Zij
3947 27, 81 | 81. Noch kunt gij de blindeen van hun dwaling
3948 27, 82 | zullen Wij een dier uit de aarde te voorschijn brengen
3949 27, 82 | hen zal verwonden, omdat de mensen niet in Onze tekenen
3950 27, 83 | 83. En op de Dag waarop Wij van elk volk
3951 27, 86 | zij niet gezien dat Wij de nacht hebben ingesteld opdat
3952 27, 86 | zij er in mogen rusten, en de dag om licht te geven. Daarin
3953 27, 87 | 87. En de Dag, waarop de bazuin zal
3954 27, 87 | 87. En de Dag, waarop de bazuin zal worden geblazen,
3955 27, 87 | zullen zij (allen) die in de hemelen en ook zij die op
3956 27, 88 | 88. En gij ziet de bergen en gij denkt ze onbewegelijk
3957 27, 88 | onbewegelijk terwijl zij als de wolken voorbijgaan. Dit
3958 27, 88 | Voorwaar, Hij is goed op de hoogte van hetgeen gij doet. ~
3959 27, 91 | Het is mij geboden alleen de Heer dezer stad die Hij
3960 27, 91 | en het is mij geboden tot de Moslims te behoren ~
3961 27, 92 | 92. En de Koran te verkondigen.''
3962 28 | 28. De Vertelling (Al-Qasas) Geopenbaard
3963 28 | Al-Qasas) Geopenbaard vóór de Hidjrah. Dit hoofdstuk heeft
3964 28 | strofen. ~In naam van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3965 28 | van Allah, de Barmhartige, de Genadevolle. ~
3966 28, 2 | 2. Dit zijn de verzen van het duidelijke
3967 28, 4 | zwak beschouwde doodde hij de zonen en spaarde de vrouwen.
3968 28, 4 | hij de zonen en spaarde de vrouwen. Zeker, hij behoorde
3969 28, 4 | Zeker, hij behoorde tot de onheilstichters. ~
3970 28, 7 | En Wij openbaarden aan de moeder van Mozes: "Zoog
3971 28, 7 | vreest, werp hem dan in de rivier en vrees noch treur;
3972 28, 9 | kind is) een troost voor de ogen voor u en voor mij.
3973 28, 10 | niet gesterkt hadden om tot de gelovigen te behoren. ~
3974 28, 11 | sloeg hem van verre gade en de anderen bemerkten het niet. ~
3975 28, 12 | 12. En Wij hadden hem de minnen voordien verboden.
3976 28, 13 | opdat zij mocht weten dat de belofte van Allah waar is.
3977 28, 13 | van Allah waar is. Maar de meeste mensen kennen (de
3978 28, 13 | de meeste mensen kennen (de Waarheid) niet. ~
3979 28, 15 | 15. En hij ging de stad binnen op een tijdstip
3980 28, 15 | binnen op een tijdstip waarop de bewoners achteloos waren,
3981 28, 15 | er twee vechtende mannen, de ene van zijn eigen volk
3982 28, 15 | ene van zijn eigen volk en de andere van zijn vijanden.
3983 28, 16 | vergaf Hij hem; want Hij is de Vergevensgezinde, de Genadevolle. ~
3984 28, 16 | is de Vergevensgezinde, de Genadevolle. ~
3985 28, 17 | zeide: "Mijn Heer, door de gunsten die Gij mij hebt
3986 28, 17 | hebt bewezen zal ik nooit de schuldigen ondersteunen." ~
3987 28, 18 | 18. En in de morgen was hij in de stad,
3988 28, 18 | in de morgen was hij in de stad, vrezend, op zijn hoede;
3989 28, 18 | hoede; en ziet! hij, die de vorige dag zign hulp had
3990 28, 20 | zeggende: "O Mozes, waarlijk, de leiders beraadslagen om
3991 28, 22 | hoop dat mijn Heer mij naar de rechte weg zal leiden."
3992 28, 23 | 23. En toen hij bij de bron van Midian aankwam,
3993 28, 23 | kunnen niet drenken, totdat de herders hun kudden terugnemen
3994 28, 24 | Daarna ging hij opzij in de schaduw, en zeide: "Mijn
3995 28, 26 | neem hem in dienst, want de beste man die gij kunt huren
3996 28, 27 | Allah het wil, dat ik tot de rechtvaardigen behoor." ~
3997 28, 28 | tussen u en mij. Welke van de twee termijnen ik ook vervul,
3998 28, 29 | 29. Toen Mozes de termijn had voltooid, en
3999 28, 29 | bemerkte hij een vuur in de richting van de berg Sinaï.
4000 28, 29 | vuur in de richting van de berg Sinaï. Hij zeide tot
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3500 | 3501-4000 | 4001-4500 | 4501-5000 | 5001-5500 | 5501-6000 | 6001-6500 | 6501-6932 |