Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
vullen 7
vurig 3
vurige 2
vuur 178
vuurbrand 1
vuurput 1
w 1
Frequency    [«  »]
186 laat
183 alle
181 wil
178 vuur
176 god
175 kunnen
171 ziet

Koran

IntraText - Concordances

vuur

    Sura, Verse
1 2, 17 | toestand van iemand die een vuur ontstak en toen het zijn 2 2, 24 | doen - wacht u dan voor het Vuur, dat voor de ongelovigen 3 2, 39 | zullen de bewoners van het Vuur zijn; zij zullen daarin 4 2, 80 | 80. En zij zeggen: "Het Vuur zal ons slechts voor een 5 2, 81 | zijn de bewoners van het Vuur; daarin zullen zij verblijven. ~ 6 2, 126| daarna zal Ik hem in het Vuur drijven: het is een slechte 7 2, 167| wroeging en zij zullen het Vuur niet kunnen ontkomen. ~ 8 2, 174| hun buik met niets, dan Vuur. Allah zal op de Dag der 9 2, 175| hun overmoed tegenover het Vuur! ~ 10 2, 201| voor de marteling van het Vuur." ~ 11 2, 217| zijn de bewoners van het Vuur en zij zullen daarin verblijven. ~ 12 2, 221| behagen. Zij noden tot het Vuur, maar Allah noodt u tot 13 2, 257| zijn de bewoners van het vuur, daarin zullen zij wonen. ~ 14 2, 275| zij zijn de mensen van het Vuur, daarin zullen zij vertoeven. ~ 15 3, 10 | zullen brandstof voor het Vuur zijn, ~ 16 3, 16 | ons van de straf van het Vuur." ~ 17 3, 24 | doordat zij zeggen: "Het Vuur zal ons slechts voor een 18 3, 116| worden de bewoners van het Vuur. Zij zullen daarin verblijven. ~ 19 3, 131| 131. En vreest het Vuur dat voor de ongelovigen 20 3, 151| Hun verblijfplaats is het Vuur en slecht is de woning der 21 3, 183| offer brengt dat door het vuur wordt verteerd", zeg hun: " 22 3, 185| uitbetaald. Wie daarom van het Vuur wordt verwijderd en de Hemel 23 3, 191| daarom van de straf van het Vuur. ~ 24 3, 192| Onze Heer, wie Gij het Vuur doet ingaan, hem hebt Gij 25 4, 10 | verteren, verteren slechts vuur in hun buik en zij zullen 26 4, 10 | zij zullen in een laaiend Vuur branden. ~ 27 4, 14 | overschrijdt zal Hij het Vuur doen binnengaan; hij zal 28 4, 30 | onrechtvaardigieid, hem zullen Wij in het Vuur werpen; en dat is voor Allah 29 4, 55 | De hel, met het laaiende vuur is toereikend (voor hen). ~ 30 4, 56 | verwerpen zullen Wij weldra het Vuur doen binnengaan. Wij zullen 31 4, 121| is en zij zullen voor het Vuur geen wijkplaats vinden. ~ 32 4, 145| de diepste diepte van het Vuur zijn en gij zult voor hen 33 5, 29 | tot de bewoners van het Vuur zult behoren, dat is de 34 5, 37 | 37. Zij zullen uit het vuur willen komen, maar zij zullen 35 5, 72 | de Hemel verboden en het Vuur zal zijn verblijfplaats 36 6, 27 | zien, wanneer zij voor het Vuur zullen worden gebracht! 37 6, 128| bereikt." Hij zal zeggen: "Het Vuur is uw tehuis waarin gij 38 7, 12 | dan hij. Gij hebt mij uit vuur en hem uit klei geschapen. ~ 39 7, 36 | zullen de bewoners van het Vuur zijn, zij zullen daarin 40 7, 38 | die vóór u heengingen, het Vuur binnen." Steeds wanneer 41 7, 38 | een dubbele straf van het Vuur." Hij (Allah) zal zeggen: " 42 7, 47 | naar de bewoners van het Vuur zijn gericht, zullen zij 43 7, 50 | En de bewoners van het Vuur zullen tot de bewoners van 44 8, 14 | ongelovigen de straf van het Vuur is. ~ 45 9, 17 | zijn en zij zullen in het Vuur vertoeven. ~ 46 9, 35 | waarop het (geld) in het Vuur der hel verhit zal worden 47 9, 63 | Boodschapper vijandig gezind is het Vuur der hel wacht, waarin hij 48 9, 68 | vrouwen en de ongelovigen het Vuur der hel, waarin zij zullen 49 9, 81 | in de hitte." Zeg: "Het Vuur der hel is heter." Konden 50 9, 109| stichtte, dat met hem in het Vuur der hel zal storten? En 51 10, 8 | wier verblijfplaats het Vuur is, voor hetgeen zij verdienen. ~ 52 10, 27 | zullen de bewoners van het Vuur zijn, zij zullen daarin 53 11, 16 | Hiernamaals niets dan het Vuur zullen ontvangen en hetgeen 54 11, 17 | volkeren hem verwerpt, het Vuur zal zijn bestemming zijn. 55 11, 98 | uitgaan en hen naar het Vuur leiden. En slecht is de 56 11, 106| zullen zijn, zullen in het Vuur zijn waarin zij zullen zuchten 57 11, 113| onrechtvaardigen, anders zal het Vuur ook u aanraken en gij zult 58 13, 5 | hebben en de bewoners van het Vuur zijn; daarin zullen zij 59 13, 17 | hetgeen zij (de mensen) in het vuur verhitten om sieraden en 60 13, 35 | van de ongelovigen is het Vuur. ~ 61 14, 30 | terugkeer voorzeker naar het Vuur." ~ 62 14, 50 | zullen van pek zijn en het Vuur zal hun gezicht omhullen. ~ 63 15, 27 | voorheen de djinn uit vlammend vuur geschapen. ~ 64 16, 62 | gewordt. Ongetwijfeld komt het vuur hun toe waaraan zij zullen 65 17, 97 | zijn; telkenmale als het Vuur afneemt, zullen Wij de vlam 66 18, 29 | hebben de boosdoeners een Vuur bereid, welks omheining 67 18, 53 | de schuldigen zullen het Vuur zien en weten dat zij daarin 68 20, 10 | 10. Toen hij een vuur zag, zeide hij tot de zijnen: " 69 20, 10 | Blijft hier, ik bespeur een vuur; misschien zal ik u daarvan 70 20, 10 | kunnen brengen of door het vuur de weg vinden." ~ 71 20, 11 | 11. En toen hij het (vuur) naderde werd hij aangeroepen: " 72 21, 39 | bij machte zullen zijn het Vuur van hun gezicht of van hun 73 21, 69 | 69. Wij zeiden: "O vuur, wees koel en onschadelijk 74 22, 4 | en naar de straf van het Vuur voeren. ~ 75 22, 19 | ongelovigen zullen gewaden van Vuur worden gesneden en over 76 22, 51 | zullen de bewoners van het Vuur zijn. ~ 77 22, 72 | ergers dan dat inlichten? Het Vuur, Allah heeft het beloofd 78 23, 104| 104. Het Vuur zal hun gezicht branden 79 24, 35 | lichten, zelfs al raakte vuur haar niet. Licht op Licht. 80 25, 11 | verloochenen hebben Wij een laaiend Vuur bereid. ~ 81 27, 7 | familieleden zeide: "Ik zie een vuur. Ik zal u daarvan enig bericht 82 27, 7 | brengen of ik breng wat vuur mee opdat gij u moogt verwarmen." ~ 83 27, 8 | Gezegend is hij, die in het vuur is en gezegend is hij die 84 27, 90 | op hun aangezicht in het Vuur worden nedergeworpen. "Gij 85 28, 29 | reis ging, bemerkte hij een vuur in de richting van de berg 86 28, 29 | Wacht hier, ik zie een vuur, misschien kan ik u nieuws 87 28, 29 | misschien kan ik u nieuws of wat vuur daarvan brengen opdat gij 88 28, 38 | mij; stook voor mij een vuur O Hamaan, om stenen van 89 28, 41 | hun leiders die tot het Vuur uitnodigen; en op de Dag 90 29, 24 | Allah redde hem van het vuur. Daarin zijn zeker tekenen 91 29, 25 | vervloeken. En uw tehuis zal het Vuur zijn; en gij zult geen helper 92 32, 20 | de ongehoorzamen zal het Vuur zijn. Telkens wanneer zij 93 32, 20 | Ondergaat de straf van het Vuur die gij loochendet." ~ 94 33, 64 | vervloekt en heeft een laaiend Vuur voor hen bereid. ~ 95 33, 66 | hun gezicht zich in het Vuur zal wentelen zullen zij 96 34, 12 | de straf van het brandend Vuur doen ondergaan. ~ 97 34, 42 | Ondergaat de straf van het Vuur die gij placht te verloochenen." ~ 98 35, 6 | bewoners van het brandende Vuur mogen worden. ~ 99 35, 36 | voor de ongelovigen is het Vuur der hel. Voor hen zal de 100 36, 80 | uit een groene boom voor u vuur voortbrengt, en ziet, gij 101 37, 23 | dan naar het pad van het Vuur; ~ 102 37, 55 | hem in het midden van het Vuur zien. ~ 103 37, 68 | terugkeer zeker naar het Vuur zijn. ~ 104 37, 97 | omheining bouwen en hem in het vuur werpen." ~ 105 37, 163| 163. Behalve hem die het Vuur zal binnengaan. ~ 106 38, 27 | ongelovigen vanwege het Vuur. ~ 107 38, 59 | voor hen, zij moeten in het Vuur branden." ~ 108 38, 61 | een dubbele straf in het Vuur toe." ~ 109 38, 64 | redetwisten van de mensen in het Vuur is de waarheid. ~ 110 38, 76 | dan hij, Gij hebt mij uit vuur en hem uit klei geschapen." ~ 111 39, 8 | tot de bewoners van het Vuur." ~ 112 39, 16 | 16. Zij zullen lagen van Vuur over en onder zich hebben. 113 39, 19 | bevestigd, en die in het Vuur is redden? ~ 114 40, 6 | zij de bewoners van het Vuur zouden zijn. ~ 115 40, 41 | roep en gij mij tot het Vuur wilt leiden? ~ 116 40, 43 | zullen de bewoners van het Vuur zijn. ~ 117 40, 46 | 46. Aan het Vuur zullen zij morgen en avond 118 40, 47 | zij met elkander in het Vuur zullen twisten, zullen de 119 40, 47 | nu een gedeelte van het Vuur van ons wegnemen?" ~ 120 40, 49 | 49. En degenen die in het Vuur zijn zullen tot de bewaarders 121 40, 72 | water; dan zullen zij in het vuur worden geworpen. ~ 122 41, 19 | groepen verdeeld naar het Vuur zullen worden gebracht, ~ 123 41, 24 | zij nu volharden, is het Vuur hun tehuis; en als zij om 124 41, 28 | van Allah's vijanden: het Vuur. Daar zullen zij een langdurig 125 41, 40 | verborgen. Is dan hij die in het Vuur geworpen wordt beter dan 126 42, 7 | ander deel in het laaiend Vuur. ~ 127 42, 45 | En gij zult hen aan het Vuur zien blootgesteld, door 128 44, 47 | het midden van het laaiend Vuur; ~ 129 44, 56 | de straf van het laaiend Vuur behoed. ~ 130 45, 34 | toevlucht is (slechts) het Vuur en gij hebt daar geen helpers." ~ 131 45, 35 | op die Dag niet uit het Vuur worden genomen, noch zal 132 46, 20 | waarop de ongelovigen aan het Vuur zullen worden blootgesteld, 133 46, 34 | waarop de ongelovigen aan het Vuur zullen worden blootgesteld 134 47, 12 | eten zoals het vee; het Vuur zal hun tehuis zijn. ~ 135 47, 15 | zijn aan degenen die in het Vuur vertoeven en die kokend 136 48, 13 | Wij voorzeker een laaiend Vuur bereid. ~ 137 51, 13 | zijn, wanneer zij in het Vuur zullen worden beproefd. ~ 138 52, 13 | De Dag waarop zij in het Vuur der hel zullen worden geslingerd: ~ 139 52, 14 | zal zeggen:) "Dit is het Vuur dat gij placht te loochenen." ~ 140 52, 18 | voor de marteling van het Vuur behoed. ~ 141 54, 47 | en zich in een vlammend Vuur bevinden. ~ 142 54, 48 | met hun aangezicht in het Vuur zullen worden gesleurd, 143 55, 15 | de djinn uit de vlam van Vuur. ~ 144 55, 44 | Zij zullen daar tussen vuur en fel kokend water rondgaan. ~ 145 56, 71 | 71. En zeg mij; het vuur dat gij aansteekt, ~ 146 57, 15 | waren. Uw tehuis zal het Vuur zijn; dat is uw vriend en 147 58, 17 | zijn de bewoners van het Vuur en zij zullen daarin vertoeven. ~ 148 59, 3 | Hiernamaals de straf van het Vuur. ~ 149 59, 17 | wezen, dat zij samen in het Vuur zullen vertoeven; dit is 150 59, 20 | 20. De bewoners van het Vuur en de bewoners van het paradijs 151 64, 10 | zullen de bewoners van het Vuur zijn, daarin zullen zij 152 66, 6 | zelf en uw gezinnen van het Vuur, welks brandstof mensen 153 66, 10 | tot hen gezegd: "Gaat het Vuur in tezamen met degenen die 154 67, 5 | de straf van het razende Vuur bereid. ~ 155 67, 10 | bewonerg van het laaiende Vuur bevinden." ~ 156 67, 11 | maar de bewoners van het Vuur zijn verre (van genade). ~ 157 70, 15 | Waarlijk het is een laaiend Vuur. ~ 158 71, 25 | zonden verdronken en in het Vuur gedreven. Zij konden daar 159 72, 23 | niet gehoorzamen is het Vuur der hel, waarin zij lange 160 73, 12 | zware boeien en een laaiend Vuur, ~ 161 74, 26 | Weldra zal Ik hem in het Vuur werpen. ~ 162 74, 27 | En wat weet gij wat het Vuur der hel is? ~ 163 74, 31 | engelen tot wachters van het Vuur gemaakt. En Wij hebben hun 164 76, 4 | halsbanden en een laaiend Vuur bereid. ~ 165 77, 32 | 32. Ziet! Het (Vuur der hel) gooit vonken op 166 79, 39 | 39. Brandend Vuur zijn tehuis zijn. ~ 167 84, 12 | 12. En een laaiend Vuur ingaan. ~ 168 85, 5 | 5. Daarin vuur stookten - ~ 169 87, 12 | 12. Die het grote Vuur zal binnengaan, ~ 170 88, 4 | zullen in een vreselijk Vuur branden, ~ 171 90, 20 | 20. Een gesloten Vuur zal hen omringen. ~~ 172 92, 14 | waarschuw Ik u voor het laaiend Vuur; ~ 173 98, 6 | afgodendienaren zullen in het Vuur der hel geworpen worden, 174 101, 11 | 11. Het is een laaiend Vuur. ~~ 175 104, 4 | zeker in het Verterende Vuur worden geworpen. ~ 176 104, 5 | er van wat het verterende Vuur betekent? ~ 177 104, 6 | 6. Het is het Vuur dat Allah heeft aan gewakkerd. ~ 178 111, 3 | Weldra zal hij in een laaiend Vuur branden. ~


Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License