Sura, Verse
1 2, 133| antwoordden: "Wij zullen uw God aanbidden, de God uwer vaderen,
2 2, 133| zullen uw God aanbidden, de God uwer vaderen, Abraham, Ismaël
3 2, 133| Ismaël en Izaäk, de enige God, aan Hem zijn wij onderworpen". ~
4 2, 163| 163. En uw God is één God, er is geen God
5 2, 163| 163. En uw God is één God, er is geen God buiten Hem,
6 2, 163| God is één God, er is geen God buiten Hem, de Barmhartige,
7 2, 203| Dit geldt voor hem, die God vreest. Vreest Allah en
8 2, 255| 255. Allah! Er is geen God dan Hij, de Levende, de
9 3, 2 | 2. Allah! Er is geen God, dan Hij, de Levende, de
10 3, 6 | zoals Hij wil; er is geen God dan Hij, de Almachtige,
11 3, 15 | alles?" Voor degenen, die God vrezen, zijn er tuinen bij
12 3, 18 | Allah getuigt, dat er geen God is dan Hij en de engelen
13 3, 18 | rechtvaardigheid: er is geen God dan Hij, de Almachtige,
14 3, 62 | ware uitleg, en er is geen God dan Allah en waarlijk, Hij
15 3, 120| indien gij geduldig blijft en God vreest, zullen hun plannen
16 4, 87 | 87. Allah! Er is geen God, dan Hij. Hij zal u zeker
17 4, 171| Voorwaar, Allah is de enige God. Het is verre van Zijn heiligheid,
18 5, 17 | Voorzeker, zij lasteren God die zeggen: "De Messias,
19 5, 72 | 72. Zij lasteren God, die zeggen: "Waarlijk Allah,
20 5, 73 | 73. Waarlijk zij lasteren God, die zeggen: "Allah is Eén
21 5, 73 | Eén der Drie." Er is geen God dan de enige God. En indien
22 5, 73 | is geen God dan de enige God. En indien zij niet ophouden
23 6, 19 | niet." Zeg: "Hij is de ene God en ik heb niets uitstaande
24 6, 32 | vermaak. Doch voor degenen die God vrezen, is het tehuis van
25 6, 46 | zou verzegelen, wie is dan God buiten Allah die het u kon
26 6, 51 | bemiddelaar hebben, opdat zij (God) mogen vrezen. ~
27 6, 69 | 69. En degenen die God vrezen, zijn in het geheel
28 6, 102| Allah, uw Heer. Er is geen God naast Hem, (Hij is) de Schepper
29 6, 106| geopenbaard: er is geen God naast Hem; en wend u van
30 7, 59 | aanbidt Allah, gij hebt geen god naast Hem. Ik vrees voor
31 7, 65 | Allah, gij hebt geen andere god naast Hem. Wilt gij dan
32 7, 65 | Hem. Wilt gij dan niet (God) vrezen?" ~
33 7, 73 | Allah; gij hebt geen andere god naast Hem. Voorwaar er is
34 7, 85 | aanbidt Allah, gij hebt geen god naast Hem. Er is inderdaad
35 7, 138| O, Mozes, maak ons een god zoals dit (volk) goden heeft."
36 7, 140| verder): "Zal ik u een andere god dan Allah zoeken, terwijl
37 7, 148| Zij namen het, (als hun god) en zij waren overtreders. ~
38 7, 158| aarde behoort. Er is geen God naast Hem. Hij geeft het
39 7, 161| waar gij ook wilt en zegt: 'God, verlicht onze last', en
40 7, 169| beter voor degenen, die (God) vrezen. Begrijpt gij dat
41 7, 201| 201. Degenen die (God) vrezen, wanneer hen een
42 9, 31 | was bevolen slechts de ene God te aanbidden. Er is geen
43 9, 31 | te aanbidden. Er is geen God naast Hem. Hij is verheven
44 9, 129| mij toereikend. Er is geen God naast Hem. In Hem leg ik
45 10, 90 | Ik geloof dat er geen God is dan Hij, in Wie de kinderen
46 11, 14 | geopenbaard en dat er geen God is behalve Hij. Zult gij
47 11, 46 | 46. Hij (God) zeide: "O, Noach, hij behoort
48 11, 50 | aanbid Allah. Gij hebt geen God naast Hem. Gij verzint slechts
49 11, 61 | aanbid Allah; gij hebt geen God naast Hem. Hij wekte u op
50 11, 75 | wendde zich dikwijls (tot God). ~
51 11, 84 | Allah. Gij hebt geen andere God, dan Hem. En geef geen korte
52 12, 57 | voor degenen die geloven en God vrezen. ~
53 13, 30 | is mijn Heer; er is geen God naast Hem. In Hem leg ik
54 14, 52 | mogen weten dat Hij de Enige God is en opdat degenen die
55 15, 34 | 34. God zeide: "Ga dan heen, gij
56 15, 37 | 37. God zeide: "U wordt uitstel
57 15, 41 | 41. God zeide: "Dit is een pad,
58 16, 2 | dat er buiten Mij geen God is, vreest daarom Mij alleen." ~
59 16, 22 | 22. Uw God is Eén God. En zij die in
60 16, 22 | 22. Uw God is Eén God. En zij die in het Hiernamaals
61 16, 51 | goden. Er is slechts Eén God. Vreest daarom Mij alleen." ~
62 16, 100| aanknopen en die anderen met God vereenzelvigen. ~
63 16, 128| Allah is met degenen, die (God) vrezen en goeddoen. ~~
64 17, 22 | 22. Stel geen andere god naast Allah, anders zult
65 17, 39 | naast Allah geen andere god aan, anders zult gij in
66 18, 14 | Nimmer zullen wij een andere god aanroepen naast Hem, anders
67 18, 19 | Nog anderen zeiden: "Uw God weet het best, hoe lang
68 18, 39 | Allah behaagt, er is geen God dan Allah?' indien gij mij
69 18, 110| wordt geopenbaard dat uw God slechts één God is. Laat
70 18, 110| geopenbaard dat uw God slechts één God is. Laat daarom degene,
71 19, 7 | 7. (God antwoordde) "O Zacharia,
72 19, 10 | Heer, geef mij een teken." (God) zei: "Uw teken is dat gij
73 19, 11 | zijn volk en beduidde hen God in de morgen en in de avond
74 19, 18 | mij met rust, indien gij (God) vreest." ~
75 20, 3 | vermaning voor hem die (God) vreest.
76 20, 8 | 8. Allah, - er is geen God dan Hij. Hij heeft de schoonste
77 20, 14 | Ik ben Allah; er is geen God behalve Ik, aanbid Mij derhalve
78 20, 21 | 21. God zeide: "Raap hem op en vrees
79 20, 36 | 36. God zeide: "Uw verzoek is ingewilligd,
80 20, 88 | En men zeide: "Dit is uw God en de God van Mozes," doch
81 20, 88 | zeide: "Dit is uw God en de God van Mozes," doch hij is
82 20, 97 | ontkomen. Aanschouw thans uw god waarvan gij een toegewijd
83 20, 98 | 98. Uw God is slechts Allah, naast
84 20, 98 | Allah, naast Wie er geen God is. Hij omvat alle dingen
85 20, 113| uiteengezet, opdat men (God) moge vrezen en opdat het
86 20, 123| 123. Hij (God) zeide: "Gaat allen tezamen
87 20, 126| 126. God zal zeggen: "Aldus kwamen
88 21, 25 | openbaren: "Voorzeker er is geen God buiten Mij, aanbidt derhalve
89 21, 29 | zou zeggen: "Ik ben een God naast Hem," die zouden Wij
90 21, 87 | uitriep, zeggende: "Er is geen God dan Gij. Heilig zijt Gij.
91 21, 106| boodschap voor mensen die God dienen. ~
92 21, 108| mij is geopenbaard dat uw God slechts een enig God is,
93 21, 108| uw God slechts een enig God is, zult gij u dan aan Hem
94 22, 34 | Hij hun heeft gegeven. Uw God is dus Eén God, weest daarom
95 22, 34 | gegeven. Uw God is dus Eén God, weest daarom onderdanig
96 23, 23 | Allah. Gij hebt geen andere God buiten Hem. Wilt gij dan
97 23, 32 | Allah, gij hebt geen andere God dan Hem. Wilt gij dan niet
98 23, 40 | 40. (God) zeide: "Binnen korte tijd
99 23, 91 | genomen, noch is er enige God naast Hem, anders zou elke
100 23, 91 | naast Hem, anders zou elke God hetgeen Hij schiep, voor
101 23, 112| 112. Hij (God) zal vragen: "Hoeveel jaren
102 23, 116| ware Koning. Er is geen God behalve Hij, de Heer van
103 23, 117| die naast Allah een andere god aanroept heeft daar geen
104 25, 43 | eigen begeerte als zijn God aanneemt? Wilt gij dan een
105 26, 15 | 15. Hij (God) zeide: "In geen geval,
106 26, 29 | Indien gij een andere God aanneemt dan mij zal ik
107 26, 106| hen zeide: "Wilt gij niet (God) vrezen?" ~
108 26, 213| naast Allah geen andere god aan, anders zult gij gestraft
109 27, 26 | 26. Allah! Er is geen God naast Hem, de Heer van de
110 27, 60 | doen groeien. Is er een God naast Allah? Neen, zij zijn
111 27, 61 | de beide zeeën? Is er een God naast Allah? Neen, de meesten
112 27, 62 | op aarde maakt? Is er een God naast Allah? Hoe weinig
113 27, 63 | barmhartigheid? Is er een God naast Allah? Verheven is
114 27, 64 | hemel en de aarde? Is er een God naast Allah?" Zeg: "Geeft
115 28, 35 | 35. God zeide: "Wij zullen uw arm
116 28, 38 | O leiders, ik erken geen God voor u naast mij; stook
117 28, 38 | ik moge opklimmen naar de God van Mozes want waarlijk
118 28, 62 | 62. En op die Dag zal God hen roepen en zeggen: "Waar
119 28, 70 | Hij is Allah; er is geen God naast Hem. Aan Hem behoort
120 28, 71 | Dag der Opstanding, welke God is er naast Allah die u
121 28, 72 | Dag der Opstanding welke God is er dan naast Allah die
122 28, 88 | naast Allah geen andere God aan. Er is geen God naast
123 28, 88 | andere God aan. Er is geen God naast Hem. Alles is vergankelijk
124 29, 46 | is geopenbaard; en onze God en uw God is Eén; en aan
125 29, 46 | geopenbaard; en onze God en uw God is Eén; en aan Hem onderwerpen
126 34, 9 | elke dienaar, die zich tot God wendt. ~
127 34, 42 | 42. (God zal zeggen) "Heden hebt
128 35, 3 | en de aarde? Er is geen God naast Hem. Waarheen wordt
129 37, 4 | Voorwaar, (voorwaar), uw God is één (enig God), ~
130 37, 4 | voorwaar), uw God is één (enig God), ~
131 37, 35 | werd gezegd: "Er is geen God naast Allah", waren zij
132 37, 166| voorzeker wij verheerlijken (God). ~
133 38, 5 | Heeft hij van vele Goden één God gemaakt? Dit is voorzeker
134 38, 17 | voorzeker hij was altijd tot God geneigd. ~
135 38, 18 | onderwierpen de bergen om met hem (God) te verheerlijken bij avond
136 38, 34 | Salomo) wendde zich tot (God). ~
137 38, 65 | waarschuwer; en er is geen God naast Allah, de Ene, de
138 38, 75 | 75. God zeide: "O Iblies, wat heeft
139 38, 77 | 77. God zeide: "Ga dan hier vandaan,
140 38, 80 | 80. God zeide: "U wordt uitstel
141 38, 84 | 84. God zeide: "Dit is de waarheid
142 39, 6 | het koninkrijk. Er is geen God naast Hem. Waardoor wordt
143 39, 8 | mens waarvoor hij eerst (God) aanriep en stelt medegoden
144 39, 9 | 9. Is hij, die God vereert in de uren der nacht,
145 39, 59 | 59. (God zal antwoorden): "Neen,
146 39, 65 | Als gij deelgenoten aan God toeschrijft, zal uw werk
147 40, 3 | Heer van genade. Er is geen God buiten Hem. Tot Hem is de
148 40, 13 | behalve hij die zich (tot God) wendt. ~
149 40, 37 | der hemelen, opdat ik de God van Mozes moge bereiken
150 40, 62 | aller dingen. Er is geen God naast Hem. Waarheen wordt
151 40, 65 | is de Levende, er is geen God naast Hem. Aanbidt daarom
152 41, 6 | is mij geopenbaard dat uw God slechts één God is; weest
153 41, 6 | geopenbaard dat uw God slechts één God is; weest derhalve oprecht
154 43, 18 | Schrijft gij iemand aan God toe) die omhangen met sieraden
155 43, 84 | 84. En Hij is God in de hemel en op aarde
156 44, 8 | 8. Er is geen God naast Hem. Hij doet leven
157 44, 23 | 23. God zeide: "Trek met Mijn dienaren '
158 45, 23 | eigen begeerte tot zijn God maakt, en die Allah liet
159 46, 31 | verkondiger en geloof in hem. Hij (God) zal u uw zonden vergeven
160 47, 19 | dat er buiten Allah geen God bestaat en vraag bescherming
161 47, 36 | en indien gij gelooft en (God) vreest, zal Hij u belonen
162 50, 26 | 26. "Die een andere God naast Allah oprichtte, doet
163 50, 28 | 28. God zal antwoorden: "Redetwist
164 51, 51 | 51. En werpt geen andere God op naast Allah, waarlijk
165 52, 43 | 43. Hebben zij een andere God buiten Allah? Allah is verheven
166 56, 11 | zijn de gunstelingen die God dicht zullen naderen. ~
167 56, 88 | tot degenen, die dicht bij God zijn, ~
168 59, 22 | Allah, naast Wie er geen God is, de Kenner van het onzienlijke
169 59, 23 | Allah, naast Wie er geen God is, de Koning, de Heilige,
170 64, 13 | 13. Allah! Er is geen God dan Hij; laat de gelovigen
171 68, 28 | tot u: 'Waarom looft gij (God) niet?'" ~
172 73, 9 | Westen, er is geen andere God naast Hem; neem Hem daarom
173 83, 21 | 21. De nabij (God) zijnden zullen het zien. ~
174 83, 28 | Een bron waaruit de nabij (God) zijnden drinken.
175 92, 5 | hem betreft die geeft en God vreest, ~
176 114, 3 | 3. De God der mensen. ~
|