bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1 Voo | volledig richtsnoer voor ons leven. ~Dit gebeurt nu eens in
2 2, 28 | levenloos waart en Hij u leven schonk? Hij zal u doen sterven
3 2, 73 | gedode)". Aldus geeft Allah leven aan de doden en toont u
4 2, 85 | behalve schande in dit leven; en op de Dag van Opstanding
5 2, 86 | Hiernamaals voor het tegenwoordig leven hebben verkocht. Derhalve
6 2, 96 | mensen verlangend naar het leven vinden, zelfs meer dan de
7 2, 96 | van hen wenst, dat hem een leven van duizend jaren geschonken
8 2, 96 | al ware hem zulk een lang leven vergund, dan zou het hem
9 2, 154| zij dood zijn - neen, zij leven, maar gij bemerkt het niet. ~
10 2, 179| 179. En in vergelding is leven voor u, o mensen van begrip,
11 2, 204| wiens spreken over dit leven u zou behagen en hij stelt
12 2, 212| 212. Het leven dezer wereld is voor de
13 2, 243| Sterft" en dan schonk Hij hun leven. Voorzeker, Allah is genadig
14 2, 258| Mijn Heer is Hij, die het leven geeft en doet sterven",
15 2, 258| sterven", zeide hij: "Ik geef leven en doe sterven." Abraham
16 2, 260| mij, hoe Gij de doden tot leven opwekt." Hij zeide: "Gelooft
17 3, 14 | is de voorziening van het leven dezer wereld, maar Allah
18 3, 117| zij voor het tegenwoordige leven besteden is als de wind,
19 3, 156| moge maken. Allah geeft leven en veroorzaakt de dood;
20 3, 176| wil hen aan het toekomstig leven geen deel doen hebben, er
21 3, 185| inderdaad zijn doel bereikt. Het leven dezer wereld is niets dan
22 4, 74 | zij, die hun tegenwoordig leven voor het leven in het Hiernamaals
23 4, 74 | tegenwoordig leven voor het leven in het Hiernamaals willen
24 4, 94 | gij de goederen van dit leven? Bij Allah zijn goede dingen
25 4, 109| die in het tegenwoordige leven voor hen pleiten. Maar wie
26 5, 32 | voor hem, die iemand het leven schenkt, alsof hij aan het
27 5, 32 | aan het gehele mensdom het leven heeft geschonken. En voorzeker
28 5, 45 | schreven hen daarin voor: Een leven voor een leven, oog om oog,
29 5, 45 | voor: Een leven voor een leven, oog om oog, neus om neus,
30 6, 29 | zeggen: "Er is niets dan ons leven van deze wereld en wij kunnen
31 6, 32 | 32. Het wereldse leven is niets dan een spel en
32 6, 70 | gemaakt en wie het wereldse leven heeft bedrogen, met rust.
33 6, 122| dood was en wie Wij het leven gaven en voor wie Wij een
34 6, 130| onszelven." Het wereldse leven bedroog hen. En zij zullen
35 6, 162| gebed en mijn offer, mijn leven en mijn dood zijn gewijd
36 7, 25 | zeide: "Gij zult daarop leven en sterven en gij zult daarvandaan
37 7, 32 | gelovigen in het tegenwoordige leven en voor hen alleen op de
38 7, 51 | vermaak namen en wie het leven van de wereld had bedrogen,
39 7, 152| vernedering in het tegenwoordig leven treffen En zo bejegenen
40 7, 158| naast Hem. Hij geeft het leven en doet sterven. Gelooft
41 8, 24 | Hij u roept, opdat Hij u leven moge geven en weet, dat
42 8, 42 | sterven en dat hij die zou leven door een even duidelijk
43 8, 42 | duidelijk teken zou blijven leven. En voorzeker, Allah is
44 9, 38 | gij met het tegenwoordige leven tevreden boven het Hiernamaals?
45 9, 38 | genoegen van het tegenwoordige leven is vergeleken bij het Hiernamaals
46 9, 116| behoort. Hij schenkt het leven en veroorzaakt de dood.
47 9, 118| te eng werd en hun eigen leven voor hen te moeilijk en
48 9, 120| blijven, of dat zij hun eigen leven in plaats van het zijne
49 10, 7 | ontmoeting met Ons en die met het leven dezer wereld tevreden zijn
50 10, 16 | ik heb voordien een heel leven onder u doorgebracht. Wilt
51 10, 23 | genoegen van het tegenwoordige leven. Daarna zal uw terugkeer
52 10, 24 | gelijkenis van het tegenwoordige leven is slechts als water, dat
53 10, 56 | 56. Hij geeft leven en doet sterven en tot Hem
54 10, 64 | tijdingen in het tegenwoordige leven en het Hiernamaals. De woorden
55 10, 88 | rijkdommen in het tegenwoordige leven geschonken, zodat zij, Onze
56 10, 98 | schande in het tegenwoordige leven van hen en Wij lieten hen
57 11, 15 | 15. Wie het tegenwoordige leven en de schoonheden er van
58 11, 15 | volgens hun werken in dit leven ten volle belonen en zij
59 11, 16 | ontvangen en hetgeen zij in dit leven verrichtten zal teniet gaan
60 11, 99 | 99. En er werd hun in dit leven en op de Dag der Opstanding
61 13, 26 | zich in het tegenwoordige leven, terwijl het tegenwoordige
62 13, 26 | terwijl het tegenwoordige leven slechts een (kortstondig)
63 13, 34 | straf in het tegenwoordige leven; doch de straf van het Hiernamaals
64 14, 3 | 3. Die het tegenwoordige leven boven het Hiernamaals verkiezen
65 14, 27 | geloven in het tegenwoordige leven en in het Hiernamaals met
66 15, 23 | voorwaar, Wij zijn het, die leven geven en doen sterven en
67 15, 72 | 72. Bij uw leven, dezen zwerven in hun bedwelming
68 16, 97 | zullen Wij voorzeker een goed leven schenken; en gewis zullen
69 16, 107| doordat zij het tegenwoordige leven boven het Hiernamaals hebben
70 17, 75 | een dubbele straf in dit leven en in het Hiernamaals hebben
71 18, 45 | hun de gelijkenis van het leven dezer wereld: het is als
72 18, 46 | zijn een sieraad van het leven dezer wereld, maar blijvende
73 18, 104| streven gericht is op het leven dezer wereld en denken dat
74 19, 15 | dag waarop hij weer tot leven zal worden gewekt. ~
75 19, 33 | evenzo op de dag dat ik ten leven zal worden opgewekt." ~
76 19, 66 | wanneer ik dood ben, dan tot leven worden terug gebracht?" ~
77 20, 72 | gij kunt alleen over het leven dezer wereld beslissen." ~
78 20, 74 | zal daarin sterven noch leven. ~
79 20, 97 | heen, gedurende heel uw leven zult gij zeggen: 'Raak mij
80 20, 124| in benarde omstandigheden leven en op de Dag der Opstanding
81 21, 8 | voor eeuwen konden blijven leven. ~
82 21, 34 | niemand vóór u een eeuwig leven geschonken. Indien gij sterft,
83 21, 44 | voorziening gegeven totdat het leven hun verlengd werd. Zien
84 22, 6 | het is Die de doden tot leven wekt en omdat Hij over alle
85 22, 66 | 66. Hij is het, Die u leven schonk. Hij zal u doen sterven,
86 22, 66 | daarna zal Hij u wederom tot leven opwekken. Waarlijk de mens
87 23, 33 | loochenden en wie Wij in dit leven overvloed (van het goede
88 23, 37 | 37. Er is geen ander leven buiten ons tegenwoordige
89 23, 37 | buiten ons tegenwoordige leven; wij leven en sterven en
90 23, 37 | tegenwoordige leven; wij leven en sterven en zullen niet
91 23, 64 | degenen hunner die in weelde leven met straf grijpen, ziet,
92 23, 80 | 80. En Hij is het, Die leven schenkt en de dood veroorzaakt
93 24, 33 | goederen van het tegenwoordige leven te zoeken. Maar indien iemand
94 25, 3 | macht hebben over dood, leven of opstanding. ~
95 25, 49 | 49. Opdat Wij daarmee leven mogen schenken aan een dor
96 26, 18 | onder ons vele jaren van uw leven. ~
97 26, 81 | sterven en daarna weer tot het leven terugroepen. ~
98 26, 129| alsof gij voor eeuwig zult leven? ~
99 28, 45 | geslachten na Mozes voort en het leven werd voor hen verlengd.
100 28, 60 | bestaan voor het tegenwoordige leven en ter versiering er van;
101 28, 79 | pracht en praal. Zij, die het leven dezer wereld wensten, zeiden: "
102 29, 25 | elkander in het tegenwoordige leven. Doch op de Dag der Opstanding
103 29, 27 | hem zijn beloning in dit leven en in het Hiernamaals zal
104 29, 63 | hemel neder en geeft er leven door aan de aarde na haar
105 29, 64 | 64. Het tegenwoordige leven is niets dan een leeg vermaak
106 29, 64 | Hiernamaals, dat is het werkelijke Leven, als zij dit slechts konden
107 30, 7 | schijn van het wereldse leven, en zij zijn zorgeloos over
108 30, 19 | voort; en Hij geeft de aarde leven na haar dood, en evenzo
109 31, 33 | Laat daarom het wereldse leven u niet misleiden, noch laat
110 33, 28 | uw vrouwen, "Als gij het leven dezer wereld en zijn luister
111 35, 5 | Laat het tegenwoordige leven u daarom niet misleiden,
112 35, 9 | een verdord land en geven leven aan de aarde na haar dood.
113 35, 11 | Hij het weet. En niemands leven wordt verkort of verlengd
114 35, 37 | Gaven Wij u niet een leven, lang genoeg dat wie wilde
115 36, 68 | 68. En wie Wij een lang leven schenken, doen Wij achteruitgaan
116 37, 148| de voorziening (van dit leven). ~
117 39, 10 | Heer." Voor hen, die in dit leven goed doen, is het goede.
118 39, 26 | Allah vernederde hen in het leven dezer wereld; doch de straf
119 40, 11 | hebt ons tweemaal in het leven teruggeroepen en wij bekennen
120 40, 39 | 39. O mijn volk, dit leven dezer wereld is slechts
121 40, 51 | boodschappers en de gelovigen in het leven dezer wereld en op de Dag
122 40, 68 | 68. Hij is het Die leven geeft en doet sterven. En
123 41, 16 | dagen, opdat Wij hen in dit leven de straf der vernedering
124 41, 26 | naar deze Koran, maar maakt leven daarbij opdat gij de overhand
125 41, 31 | zijn uw vrienden in dit leven en in het Hiernamaals. Daarin
126 41, 39 | uit. Zeker Hij, Die haar leven geeft, zal ook de doden
127 42, 36 | een voorziening voor dit leven, en hetgeen bij Allah is,
128 43, 29 | hun vaderen in welvaart leven totdat de Waarheid en een
129 43, 32 | Die in het tegenwoordige leven middelen van bestaan onder
130 43, 35 | voorziening voor het tegenwoordige leven, doch het Hiernamaals bij
131 44, 8 | God naast Hem. Hij doet leven en sterven, uw Heer en de
132 45, 21 | werken verrichten, zodat hun leven en hun dood gelijk zullen
133 45, 24 | niets dan dit tegenwoordige leven, wij leven en sterven; alleen
134 45, 24 | tegenwoordige leven, wij leven en sterven; alleen de tijd
135 45, 26 | Zeg: "Het is Allah, Die u leven geeft en u daarna doet sterven,
136 45, 35 | bespottet, daardoor heeft het leven der wereld u misleid." Daarom
137 46, 20 | buittet uw goede dingen in het leven der wereld uit en gij hebt
138 47, 36 | 36. Het leven dezer wereld is slechts
139 50, 3 | 3. Zullen wij in het leven worden geroepen wanneer
140 50, 43 | Voorwaar, Wij zijn het die leven geven en de dood veroorzaken,
141 53, 29 | die niets wenst dan het leven dezer wereld. ~
142 53, 44 | dood veroorzaakt en het leven geeft. ~
143 53, 47 | volgende opwekking (tot leven) op Hem rust: ~
144 57, 2 | aarde. Hij doet sterven en leven en Hij heeft macht over
145 57, 20 | Weet, dat het wereldse leven, alleen spel, vermaak, praalvertoon,
146 57, 20 | vergiffenis en welbehagen. En het leven dezer wereld is niets anders
147 67, 2 | 2. Die de dood en het leven heeft ingesteld, opdat Hij
148 68, 33 | Zo is de straf (voor dit leven). En voorwaar, de straf
149 69, 21 | Deze zal dan een heerlijk leven krijgen ~
150 75, 20 | maar gij (mensen) hebt dit leven lief. ~
151 77, 46 | vermaakt u een poosje (in dit leven). Voorzeker, gij zijt de
152 79, 38 | 38. En die het leven dezer wereld verkoos, ~
153 86, 8 | Voorzeker, Hij kan hem (tot het leven) terugroepen. ~
154 87, 13 | Waarin hij noch sterven noch leven zal. ~
155 87, 16 | 16. Maar gij verkiest het leven dezer wereld, ~
156 89, 24 | had ik (vroeger), voor dit leven iets verricht." ~
157 101, 7 | 7. Een aangenaam leven genieten. ~
|