Sura, Verse
1 2, 7 | 7. Allah heeft hun hart en oren verzegeld en over
2 2, 10 | Er is een ziekte in hun hart en Allah heeft die ziekte
3 2, 74 | Daarna verhardde zich uw hart. Zij zijn als stenen, of
4 2, 88 | 88. En zij zeiden: "Ons hart is verhuld." Neen, Allah
5 2, 93 | wij gehoorzamen niet"; hun hart was vervuld van het kalf,
6 2, 97 | op Allah's bevel aan uw hart, vervullende datgene, wat
7 2, 204| getuige voor wat in zijn hart is en toch is hij de meest
8 2, 225| verantwoording roepen voor hetgeen uw hart heeft verdiend. Allah is
9 2, 248| heerschappij is, dat u een hart zal worden gegeven, waarin
10 2, 248| volgelingen van Aäron, (een hart) door de engelen gebracht.
11 2, 260| zeide: "Ja, maar opdat mijn hart rustig zij." Hij antwoordde: "
12 2, 283| en wie dat wel doet diens hart is zeker zondig en Allah
13 3, 7 | zijn. Maar degenen in wier hart dwaling is, volgen die,
14 3, 8 | 8. "Onze Heer, laat ons hart niet afdwalen nadat Gij
15 3, 29 | Zeg: "Of gij dat wat in uw hart is verbergt of onthult,
16 3, 126| boodschap voor u gemaakt om uw hart daardoor gerust te stellen
17 3, 154| was en louteren wat in uw hart was. Allah weet, wat in
18 3, 156| in hun (der ongelovigen) hart moge maken. Allah geeft
19 3, 167| hun mond wat niet in hun hart is. Doch Allah weet goed
20 4, 63 | 63. Allah weet wat in het hart van dezen is. Wend u daarom
21 4, 65 | hun geschillen en in hun hart geen aarzeling vinden aangaande
22 4, 90 | tot u komen terwijl hun hart zich verzet u te bestrijden
23 5, 13 | Wij hen vervloekt en hun hart verhard. Zij rukken de woorden
24 5, 41 | Wij geloven," maar in hun hart hebben zij niet geloofd.
25 5, 41 | Dit zijn degenen, wier hart het Allah niet heeft behaagd
26 5, 52 | gij zult degenen in wier hart een ziekte is, zich tot
27 5, 70 | hen kwam met hetgeen hun hart niet wenste, behandelden
28 5, 113| te mogen eten zodat ons hart gerustgesteld moge worden
29 6, 25 | Wij hebben sluiers om hun hart gelegd en hun oren verstopt,
30 6, 43 | over hen kwam? Maar hun hart was verhard en Satan deed
31 6, 46 | gezicht zou wegnemen en uw hart zou verzegelen, wie is dan
32 6, 110| 110. En Wij zullen hun hart en ogen in verwarring brengen,
33 6, 125| leiden, Hij verruimt zijn hart voor de Islam en wie Hij
34 6, 125| wenst te laten dwalen, zijn hart maakt Hij eng en gesloten
35 7, 2 | geopenbaard - laat er daarom in uw hart geen twijfel zijn om er
36 7, 43 | Welke wrok er ook in hun hart moge zijn, wij zullen deze
37 7, 100| hun zonden treffen en hun hart verzegelen, zodat zij niet
38 7, 101| loochenden. Zo zegelt Allah het hart der ongelovigen. ~
39 8, 2 | zijn slechts degenen wier hart vol vrees klopt, wanneer
40 8, 10 | verblijdend nieuws en opdat uw hart daardoor mocht worden gerustgesteld.
41 8, 11 | verwijderen en opdat Hij uw hart mocht sterken en u mocht
42 8, 24 | Allah tussen een man en zijn hart komt en dat Hij het is tot
43 8, 49 | huichelaars en degenen in wier hart een ziekte is, zeiden: "
44 8, 53 | veranderen totdat zij, wat in hun hart is, veranderen. En voorzeker
45 8, 70 | Als Allah enig goed in uw hart vindt, zal Hij u beter geven
46 9, 8 | met hun mond terwijl hun hart dit weigert en de meesten
47 9, 15 | Hij zal de nijd van hun hart wegnemen. Allah wendt Zich
48 9, 45 | laatste Dag geloven en wier hart vol twijfel is, zullen u
49 9, 60 | zijn en voor degenen wier hart verzoend is en voor de slaven
50 9, 64 | onderrichten over hetgeen in hun hart is. Zeg (tot hen): "Spot
51 9, 77 | huichelachtigheid in hun hart op te wekken tot aan de
52 9, 87 | achterblijvenden te zijn en hun hart is verzegeld, derhalve begrijpen
53 9, 93 | zijn. En Allah heeft op hun hart een zegel gelegd, derhalve
54 9, 110| een bron van onrust in hun hart blijven, tenzij hun hart
55 9, 110| hart blijven, tenzij hun hart in stukken wordt gescheurd.
56 9, 117| nood volgden, nadat het hart van een gedeelte hunner
57 9, 125| En voor degenen in wier hart een ziekte is, voegt het
58 9, 127| zich af. Allah heeft hun hart afgewend, omdat zij tot
59 10, 74 | verloochend. Zo verzegelen Wij het hart der overtreders. ~
60 10, 88 | bezittingen en verhard hun hart, want zij zullen niet geloven
61 11, 12 | geopenbaard, zult opgeven; uw hart wordt er door benauwd, omdat
62 11, 120| verhalen Wij u om daardoor uw hart te versterken. Hierdoor
63 12, 77 | Jozef hield het in zijn hart geheim en onthulde het hun
64 13, 11 | voordat zij hetgeen in hun hart is veranderen. En wanneer
65 13, 28 | Degenen die geloven, en wier hart rust vindt in de gedachtenis
66 14, 37 | gebed mogen houden. Stem het hart der mensen gunstig voor
67 14, 43 | niet kunnen afwenden en hun hart ledig is. ~
68 15, 12 | Zo doen Wij dat in het hart der schuldigen binnendringen. ~
69 15, 47 | zullen alle wrok uit hun hart uitroeien, op tronen zullen
70 16, 22 | Hiernamaals niet geloven hun hart is vervreemd (van waarheid)
71 16, 78 | voort en gaf u oren, ogen en hart, opdat gij dankbaar moogt
72 16, 106| wordt gedwongen terwijl zijn hart in het geloof vrede blijft
73 16, 106| blijft vinden - en zijn hart voor het ongeloof opent,
74 16, 108| Dezen zijn het op wier hart, oren en ogen Allah een
75 17, 36 | Voorwaar, het oor, oog en het hart - al deze zullen worden
76 17, 46 | leggen een bedekking over hun hart en doofheid in hun oren
77 18, 14 | En Wij versterkten hun hart toen zij opstonden en zeiden: "
78 18, 28 | gehoorzaam niet aan hem, wiens hart Wij achteloos hebben gemaakt
79 18, 57 | hebben sluiers over hun hart gelegd zodat zij niet begrijpen
80 20, 67 | Mozes sloeg de angst om het hart. ~
81 21, 3 | 3. En hun hart is achteloos. En de onrechtvaardigen
82 22, 46 | het land gereisd zodat zij hart moesten hebben waarmee zij
83 22, 46 | die blind zijn doch het hart in (hun) borst is blind. ~
84 22, 53 | maken voor degenen in wier hart een ziekte is en wier hart
85 22, 53 | hart een ziekte is en wier hart verhard is - voorzeker,
86 22, 54 | in mogen geloven en hun hart nederig voor Hem moge worden.
87 23, 60 | kunnen) geven terwijl hun hart is vervuld van vrees. omdat
88 23, 63 | 63. Maar hun hart is onverschillig jegens
89 23, 78 | het, Die oren, en ogen en hart voor u heeft geschapen,
90 24, 50 | Is er een ziekte in hun hart? Of twijfelen zij, of vrezen
91 25, 32 | het, opdat Wij daarmee uw hart mogen versterken. En Wij
92 26, 89 | hij, die met een toegewijd hart tot Allah komt, (zal baat
93 26, 194| 194. In uw hart, opdat gij de waarschuwer
94 27, 74 | Heer weet alles wat hun hart verbergt en wat het openbaart. ~
95 28, 10 | 10. En het hart der moeder van Mozes werd
96 28, 10 | bijna onthuld als Wij haar hart niet gesterkt hadden om
97 29, 49 | duidelijke tekonen in het hart van hen aan wie kennis is
98 30, 59 | Zo verzegelt Allah het hart van hen, die niet willen
99 31, 14 | Wij hebhen de mens op het hart gedrukt betreffende zijn
100 32, 9 | Hij gaf u oren, ogen en hart. Maar gij betoont weinig
101 33, 5 | maar wel in hetgeen uw hart zich heeft voorgenomen.
102 33, 10 | uw ogen staarden en het hart in de keel klopte, en gij
103 33, 12 | huichelaars en zij in wier hart een ziekte is, zeiden: "
104 33, 26 | vestingen komen en vervulde hun hart met ontzetting. Gij dooddet
105 33, 32 | anders zal hij in wiens hart ziekte is, verwachtingen
106 33, 37 | Allah." Gij verborgt in uw hart wat Allah aan het licht
107 33, 51 | En Allah weet wat in uw hart is; Allah is Alwetend, Verdraagzaam. ~
108 33, 53 | gordijn. Dat is reiner voor uw hart en haar hart. En het past
109 33, 53 | reiner voor uw hart en haar hart. En het past u niet de boodschapper
110 33, 60 | huichelaars en degenen in wier hart een ziekte is en degenen
111 34, 23 | wanneer de vrees van hun hart wordt weggenomen, zeggen: "
112 37, 84 | Heer kwam met een deemoedig hart; ~
113 39, 22 | 22. Hij wiens hart Allah voor de Islam heeft
114 39, 22 | Heer. Wee dan degenen, wier hart verhard is bij de gedachtenis
115 39, 23 | ontspant zich hun huid en hun hart wordt zacht bij de gedachte
116 39, 45 | de Enige, dan krimpt het hart dergenen die in het Hiernamaals
117 40, 18 | naderende Dag, wanneer het hart in de keel klopt terwijl
118 40, 35 | Alzo verzegelt Allah het hart van iedere hoogmoedige en
119 42, 24 | Allah het wilde kon Hij uw hart verzegelen. Maar Allah zal
120 45, 23 | en wiens oren en wiens hart Hij heeft verzegeld en op
121 46, 26 | hadden hun oren, ogen en een hart gegeven. Maar hun oren,
122 46, 26 | noch hun ogen noch hun hart baatten hen iets, daar zij
123 47, 16 | juist?" Allah heeft hun hart verzegeld, zij volgen hun
124 47, 20 | gesproken, zult gij hen in wier hart een ziekte is naar u zien
125 47, 24 | of zijn er sloten op hun hart? ~
126 47, 29 | 29. Denken zij wier hart ziek is, dat Allah hun boosaardigheden
127 48, 4 | is het, Die rust in het hart der gelovigen heeft nedergezonden,
128 48, 11 | tong hetgeen niet in hun hart is. Zeg: "Wie kan u iets
129 48, 12 | terugkeren en dat was voor uw hart schoonschjinend gemaakt
130 48, 18 | zwoeren en Hij wist wat in hun hart was en Hij zond op hen kalmte
131 48, 26 | ongelovigen verwaandheid in hun hart verborgen- de verwaandheid
132 49, 3 | Allah, zijn degenen wier hart Allah tot rechtvaardigheid
133 49, 7 | maar Allah heeft in uw hart het geloof dierbaar en schoon
134 49, 14 | onderworpen want het geloof is uw hart nog niet binnengedrongen.
135 50, 33 | vreesde en met een berouwvol hart tot Hem kwam. ~
136 50, 37 | vermaning voor hem die een hart heeft of die luistert en
137 53, 11 | 11. Het hart loog niet over wat het zag. ~
138 57, 16 | niet aangebroken dat hun hart nederig worde om Allah gedachtig
139 57, 16 | lang geworden waardoor hun hart werd verhard en velen van
140 57, 27 | en barmhartigheid in het hart zijner volgelingen. Doch
141 58, 22 | Dezen zijn degenen, in wier hart Allah geloof heeft ingegrift
142 59, 2 | en wierp schrik in hun hart, zodat zij hun huizen met
143 59, 9 | gevoelen geen behoefte in hun hart aan hetgeen hun gegeven
144 59, 10 | en laat geen wrok in ons hart blijven tegen de gelovigen.
145 59, 13 | hebben meer angst in hun hart voor u (Moslims) dan voor
146 61, 5 | afdwaalden deed Allah hun hart zich afwenden, want Allah
147 63, 3 | Derhalve is een zegel op hun hart gedrukt en zij begrijpen
148 64, 11 | gelooft, - Hij leidt zijn hart. - En Allah heeft kennis
149 66, 4 | u tot Allah wendt en uw hart is reeds hiertoe geneigd (
150 67, 23 | schiep, en u oren, ogen en hart gaf; weinig dank betuigt
151 74, 4 | 4. En reinig uw hart. ~
152 74, 31 | En dat degenen in wier hart een ziekte is en degenen
153 83, 14 | heeft zich als roest aan hun hart gehecht. ~
154 114, 5 | 5. Die in het hart der mensen fluistert ~
|