Sura, Verse
1 2, 29 | deze tot zeven hemelen, want Hij heeft kennis van alle
2 2, 61 | onrechtvaardig doodden, want zij waren ongehoorzaam en
3 2, 70 | ons mededele, hoe zij is, want al zulke koeien zien er
4 2, 74 | als stenen, of nog harder, want er zijn stenen, waaruit
5 2, 85 | kastijding moeten ondergaan, want Allah is niet onachtzaam
6 2, 97 | vijand van Gabriël is" - want waarlijk, hij openbaarde
7 2, 127| Heer, aanvaard dit van ons, want Gij zijt de Alhorende, de
8 2, 137| voldoende zijn tegen hen, want Hij is de Alhorende, de
9 2, 149| naar de Heilige Moskee, want dat is inderdaad de Waarheid
10 2, 173| op hem rust geen zonde. Want Allah is Vergevensgezind,
11 2, 191| zij u hebben uitgedreven; want vervolging is erger dan
12 4, 28 | wil uw last verlichten, want de mens is zwak geschapen. ~
13 4, 99 | wie Allah moge vergeven, want Allah is de Inschikkelijke,
14 5, 107| wij zijn geen overtreders, want dan zouden wij inderdaad
15 5, 114| en tot onderhoud van ons, want Gij zijt de Beste der onderhouders." ~
16 6, 82 | die vrede zullen hebben want zij zijn recht geleid. ~
17 6, 102| aller dingen, aanbidt Hem Want Hij is de Voogd over alles.
18 6, 103| maar Hij bereikt de ogen. Want Hij is de Ontastbare, de
19 6, 121| Allah niet is uitgesproken, want dat is zeker ongehoorzaamheid.
20 6, 145| vloeiend bloed of varkensvlees, want dit alles is onrein - of,
21 7, 7 | zeker met kennis doen weten; want Wij zijn nooit afwezig. ~
22 7, 82 | Verdrijft hen uit uw stad, want zij zijn mannen die zich
23 7, 87 | totdat Allah onder ons richt. Want Hij is de beste Rechter." ~
24 7, 151| tot Uw barmhartigheid toe want Gij zijt de Allergenadigste. ~
25 8, 10 | mocht worden gerustgesteld. Want hulp komt alleen van Allah;
26 8, 48 | de overhand over u hebben want ik ben uw metgezel." Maar
27 8, 54 | verdronken het volk van Pharao want zij waren allen onrechtvaardig. ~
28 8, 55 | verwerpen erger dan beesten want zij willen niet geloven: ~
29 8, 66 | Allah uw last verlicht, want Hij weet dat er zwakheid
30 9, 40 | metgezel zeide: "Treur niet, want Allah is met ons." Toen
31 9, 84 | noch sta bij zijn graf, want zij verwierpen Allah en
32 9, 129| Hem leg ik mijn vertrouwen want Hij is de Heer van de grote
33 10, 88 | bezittingen en verhard hun hart, want zij zullen niet geloven
34 11, 70 | Zij zeiden: "Vrees niet, want wij zijn tot het volk van
35 11, 91 | zouden u zeker stenigen, want gij zijt niet in aanzien
36 11, 112| overtreedt de grenzen niet, want Hij ziet voorzeker, wat
37 12, 5 | plannen tegen u smeden, want Satan is een openlijke vijand
38 12, 20 | een paar zilverstukken, want zij waren onverschillig
39 12, 53 | van zwakheid) te zijn, want het menselijke, ik' spoort
40 12, 55 | de schatten van het land want ik ben een deskundig bewaarder." ~
41 12, 68 | Jacob zijn zin gedaan kreeg, want hij had voorzeker grote
42 12, 78 | één onzer in zijn plaats, want wij zien dat gij tot degenen
43 12, 79 | wij ons eigendom vonden; want dan zouden wij zeker onrechtvaardig
44 12, 87 | aan de genade van Allah, want niemand wanhoopt aan Allah'
45 14, 21 | of wel geduldig blijven, want er is voor ons geen toevlucht." ~
46 15, 90 | 90. Want wij hebben besloten (de
47 16, 20 | aanroepen, scheppon niets, want zij zijn zelf geschapen, ~
48 17, 32 | houdt u verre van overspel; want het is een afschuwelijke
49 17, 33 | niet buitensporig zijn, want hij wordt (door de wet)
50 17, 34 | En vervult het verbond; want gij zult omtrent het verbond
51 17, 37 | hoogmoedig op aarde rond want gij kunt de aarde niet doen
52 17, 67 | land brengt wendt gij u af. Want de mens is zeer ondankbaar. ~
53 18, 20 | 20. "Want indien zij over jullie te
54 18, 68 | 68. "Want hoe kunt gij geduldig zijn
55 18, 79 | haar onbruikbaar te maken want achter hen was een koning
56 19, 44 | mijn vader, dien Satan niet want Satan is weerspannig tegen
57 20, 12 | ontdoe u van uw schoeisel; want gij zijt in de heilige vallei
58 20, 43 | Gaat gij beiden tot Pharao, want hij is alle perken te buiten
59 20, 46 | Allah) zei: "Vreest niet, want Ik ben met u. Ik hoor en
60 20, 68 | Wij zeiden: "Vrees niet, want gij zijt de overwinnaar." ~
61 20, 69 | voortgebracht verslinden, want hetgeen zij hebben gemaakt
62 20, 123| allen tezamen hier vandaan, want gij zult elkander tot vijanden
63 21, 75 | Onze barmhartigheid op, want hij was een der rechtvaardigen. ~
64 21, 86 | namen hen op in Onze genade want zij behoorden tot de rechtvaardigen. ~
65 22, 1 | O volk, vrees uw Heer, want de schok van het Uur is
66 22, 10 | hebben vooruit gezonden; want Allah is niet onrechtvaardig
67 22, 17 | op de Dag der Opstanding, want Allah is Getuige over alle
68 23, 6 | hetgeen hun rechterhand bezit, want dan treft hen geen verwijt. ~
69 23, 26 | O mijn Heer, help mij, want zij hebben mij verloochend." ~
70 23, 27 | over de onrechtvaardigen, want zij zullen worden verdronken. ~
71 23, 29 | mij een gezegende landing, want Gij zijt de Beste Landingshulp." ~
72 23, 39 | zeide: "Mijn Heer, help mij, want zij hebben mij verloochend." ~
73 23, 65 | Klaag niet op deze Dag, want gij zult door Ons niet worden
74 23, 118| vergeef en wees Barmhartig, want Gij zijt de Barmhartigste
75 24, 4 | hun getuigenis nooit meer, want dezen zijn overtreders. ~
76 24, 28 | Gaat terug," gaat dan terug want dit is voegzamer voor u.
77 24, 32 | Zijn overvloed verrijken, want Allah is milddadig, Alwetend. ~
78 24, 58 | noch voor hen hinderlijk, want sommigen uwer moeten met
79 25, 20 | Zult gij geduldig zijn? Want uw Heer is Alziende. ~
80 25, 65 | straf der hel van ons af want de straf daarvan is een
81 25, 70 | goede daden veranderen, want Allah is Vergevensgezind,
82 26, 51 | onze zonden zal vergeven, want wij zijn de eersten der
83 26, 52 | dienaren mede in de nacht, want gij zult worden achtervolgd." ~
84 26, 86 | En vergeef mijn vader, want hij behoorde tot de dwalenden. ~
85 26, 220| 220. Want Hij is de Alhorende, de
86 27, 11 | kwade door goed vereffent; want waarlijk, Ik ben dan Vergevensgezind,
87 27, 12 | voor Pharao en zijn volk; want zij zijn een opstandig volk." ~
88 27, 37 | 37. Gaat tot hen terug, want wij zullen zeker tot hen
89 27, 43 | plaats van Allah aanbad; want zij behoorde tot een ongelovig
90 27, 56 | Lot's familie uit uw stad want zij zijn mensen, die zich
91 28, 7 | rivier en vrees noch treur; want Wij zullen hem aan u teruggeven
92 28, 8 | en een smart zou worden; want Pharao en Hamaan en hun
93 28, 16 | Daarom vergaf Hij hem; want Hij is de Vergevensgezinde,
94 28, 23 | herders hun kudden terugnemen want onze vader is een zeer oude
95 28, 26 | vader neem hem in dienst, want de beste man die gij kunt
96 28, 31 | Mozes, kom en vrees niet, want gij behoort tot hen die
97 28, 34 | getuigen van mijn waarheid, want ik vrees dat zij mij zullen
98 28, 38 | opklimmen naar de God van Mozes want waarlijk ik beschouw hem
99 28, 54 | tweemaal worden gegeven want zij zijn standvastig geweest
100 28, 76 | tot hem zeide: "Poch niet, want Allah houdt niet van degenen
101 28, 77 | schep geen wanorde op aarde, want Allah heeft hen, die onheil
102 29, 6 | streeft slechts voor zichzelf; want Allah is Onafhankelijk van
103 29, 17 | Hem en weest Hem dankbaar want tot Hem zult gij worden
104 29, 26 | Ik vlucht naar mijn Heer; want Hij is de Almachtige, de
105 29, 31 | dezer stad vernietigen; want haar inwoners zijn onrechtvaardigen." ~
106 31, 12 | zeggende: "Wees Allah dankbaar, want hij die dankbaar is, is
107 31, 18 | wandel in hoogmoed op aarde; want Allah heeft de hoogmoedige
108 31, 19 | stap en verzacht uw stem; want de meest onaangename stem
109 33, 3 | uw vertrouwen in Allah, want Allah is als beschermer
110 33, 34 | huizen wordt verkondigd; want Allah is Aldoordringend,
111 33, 48 | uw vertrouwen in Allah, want Allah is Toereikend als
112 34, 11 | en verricht goede werken: want Ik zie alles wat gij doet." ~
113 35, 1 | schepping toe wat Hij wil; want Allah heeft macht over alle
114 35, 37 | Ondergaat daarom de straf, want voor de boosdoeners is er
115 36, 7 | opzichte van de meesten hunner, want zij geloven niet. ~
116 37, 24 | Doch houdt hen staande want zij moeten worden ondervraagd." ~
117 37, 175| 175. En sla hen gade; want zij zullen het weldra inzien ~
118 39, 54 | voordat de straf over u komt, want dan zult gij niet meer worden
119 41, 45 | over hen geoordeeld zijn, want waarlijk zij verkeerden
120 42, 21 | geoordeeld zijn geweest. Want de onrechtvaardigen zullen
121 43, 13 | onze dienst heeft gesteld want wij konden die zelf niet
122 44, 23 | Mijn dienaren 's nachts weg want gij zult gewis worden achtervolgd. ~
123 44, 31 | 31. Door Pharao: want hij was trots en één der
124 44, 35 | slechts onze enige dood want wij zullen niet worden opgewekt. ~
125 46, 17 | om hulp: "Wee u! Geloof: want de belofte van Allah is
126 46, 21 | geweest - "Dient Allah alleen, want ik vrees de straf van een
127 47, 35 | niet noch roept om vrede, want gij zult de overhand hebben.
128 47, 37 | 37. Want indien Hij dit van u zou
129 48, 23 | die ook vroeger is geweest want gij zult in Allah's handelwijze
130 49, 12 | het algemeen verdenking want achterdoeht is een zonde.
131 49, 14 | Wij hebben ons onderworpen want het geloof is uw hart nog
132 51, 55 | ga door met het vermanen want de vermaning helpt degenen
133 52, 48 | het oordeel van uw Heer. want gij zijt onder Onze ogen
134 57, 4 | waar gij ook zijn moogt, want Allah ziet alles wat gij
135 57, 23 | hetgeen Hij u heeft gegeven, want Allah heeft geen pocher
136 58, 5 | gingen vernederd werden; want Wij hebben reeds duidelijke
137 60, 7 | in vijandschap verkeert; want Allah is Almachtig en Allah
138 61, 5 | hun hart zich afwenden, want Allah leidt het opstandige
139 64, 1 | het Koninkrijk en de Lof, want Hij heeft macht over alle
140 64, 6 | Zijn zelfgenoegzaamheid, want AIlah is Zichzelf-genoeg,
141 64, 17 | vermenigvuldigen en Hij zal u vergeven; want Allah is Waarderend, Verdraagzaam. ~
142 66, 8 | voor ons en vergeef ons; want Gij hebt macht over alle
143 68, 43 | vernedering zal hen overvallen, want zij werden tot het prostraat
144 68, 45 | En Ik geef hun uitstel; want Mijn opzet is sterk. ~
145 69, 33 | 33. Want hij geloofde niet in Allah,
146 71, 10 | vergiffenis van uw Heer, want Hij is de Vergevensgezinde. ~
147 71, 27 | 27. Want als Gij hen achterlaat zullen
148 74, 8 | 8. Want als de bazuin wordt geblazen, ~
149 74, 16 | 16. Stellig niet; want hij was vijandig tegenover
150 75, 31 | 31. Want hij (mens) nam de Waarheid
151 79, 17 | 17. "Ga naar Pharao; want hij is opstandig. ~
152 88, 21 | 21. Vermaant hen daarom want gij zijt slechts een vermaner; ~
153 96, 3 | 3. Verkondig, want uw Heer is de meest Eerbiedwaardige ~
|