Sura, Verse
1 2, 5 | leiding van hun Heer volgen en dezen zullen slagen. ~
2 2, 27 | onheil op aarde stichten, dezen zijn de verliezers. ~
3 2, 86 | 86. Dezen zijn het, die het Hiernamaals
4 2, 102| door Allah's bevel; maar dezen leren wat hen schaadt en
5 2, 121| behoort te worden nagevolgd; dezen zijn het, die er in geloven.
6 2, 157| 157. Dezen zijn het, op wie de zegeningen
7 2, 157| barmhartigheid van hun Heer rusten en dezen zijn het, die de rechte
8 2, 160| de Waarheid) verkondigen, dezen zijn het, tot wie Ik Mij
9 2, 177| kwellingen en in oorlogstijd; dezen zijn het, die bewezen hebben,
10 2, 177| hebben, waarachtig te zijn en dezen zijn vromen. ~
11 2, 202| 202. Voor dezen zal er een aandeel zijn
12 2, 257| licht in de duisternis; dezen zijn de bewoners van het
13 3, 10 | in het geheel niet baten: dezen zullen brandstof voor het
14 3, 13 | en het andere ongelovig, dezen zagen de anderen voor hun
15 3, 22 | 22. Dezen zijn het wier daden in deze
16 3, 77 | Allah en voor hun eed, voor dezen is er geen voordeel in het
17 3, 90 | zal niet worden aanvaard, dezen zijn de dwalenden. ~
18 3, 91 | daarmede zou willen vrijkopen. Dezen zijn het wie een smartelijke
19 3, 104| maant en het kwade verbiedt; dezen zijn het die zullen slagen. ~
20 3, 107| gezicht verlicht zal zijn, dezen zullen Allah's barmhartigheid
21 3, 114| elkander in goede werken. Dezen behoren tot de rechtvaardigen. ~
22 3, 116| kunnen baten tegen Allah en dezen worden de bewoners van het
23 3, 136| 136. Dezen zijn het, wier loon vergiffenis
24 3, 175| zijn vrienden bang: vreest dezen niet maar vreest Mij, als
25 3, 199| voor een geringe prijs. Dezen zijn het, die hun beloning
26 4, 12 | deel. Maar als er meer dan dezen zijn, dan zijn zij deelgenoten
27 4, 17 | dan daarna berouw hebben. Dezen zijn het, tot wie Allah
28 4, 18 | als ongelovigen sterven. Dezen zijn het, voor wie Wij een
29 4, 51 | zeggen van de ongelovigen: "Dezen zijn beter geleid op het
30 4, 52 | 52. Dezen zijn degenen die Allah heeft
31 4, 60 | ofschoon het hun was geboden, dezen te verwerpen. En Satan wenst
32 4, 63 | weet wat in het hart van dezen is. Wend u daarom van hen
33 4, 69 | martelaars) en de goeden en dezen zijn uitstekende metgezellen. ~
34 4, 91 | gij hen ook vindt. Tegen dezen hebben Wij u duidelijk gezag
35 4, 97 | ze doen sterven, terwijl dezen hun eigen ziel onrecht aandoen,
36 4, 99 | 99. Dezen zijn het, wie Allah moge
37 4, 121| 121. Dezen zijn het, wier tehuis de
38 4, 143| dit. Zij behoren noch tot dezen, noch tot genen. En voor
39 4, 146| zuiver houden voor Allah. Dezen behoren tot de gelovigen.
40 4, 151| 151. Dezen zijn inderdaad de ongelovigen
41 4, 152| tussen wie dan ook, maken, dezen zijn het, wie Hij spoedig
42 4, 162| de laatste Dag geloven, dezen zullen Wij zeker een grote
43 5, 41 | zouden willen luisteren, dezen luisteren terwille van een
44 5, 60 | Allah erger is dan dit? Dezen zijn het, die Allah heeft
45 5, 60 | duivelsdienaren heeft gemaakt. Dezen zijn inderdaad in een slechte
46 6, 53 | zij kunnen zeggen: "Zijn dezen het, die Allah onder ons
47 6, 70 | haar niet worden aanvaard. Dezen zijn het, die zijn overgeleverd
48 6, 82 | onrechtvaardigheid vermengen - dezen zijn het, die vrede zullen
49 6, 89 | 89. Dezen zijn het, wie Wij het Boek
50 6, 89 | profetenambt gaven. Maar nu dezen er ondankbaar voor zijn,
51 6, 90 | 90. Dezen zijn het, die Allah juist
52 6, 100| deelgenoten van Allah ofschoon Hij dezen schiep; en zij dichten Hem,
53 7, 36 | hoogmoedig van afkeren - dezen zullen de bewoners van het
54 7, 37 | Zijn tekenen verloochent? Dezen zijn het, die hun lot zullen
55 7, 38 | zullen zeggen: "Onze Heer, dezen deden ons dwalen, geef hun
56 7, 42 | ziel boven haar vermogen - dezen zullen de bewoners van het
57 7, 46 | roepen: "Vrede zij over u.'' Dezen zullen het paradijs nog
58 7, 49 | 49. Zijn dezen het aangaande welke gij
59 7, 72 | tekenen verloochenden. En dezen waren geen gelovigen. ~
60 7, 139| 139. "Wat dezen betreft, al hetgeen waarmede
61 8, 4 | 4. Dezen zijn de ware gelovigen.
62 8, 49 | Hun (Moslims) geloof heeft dezen bedrogen." Maar wie zijn
63 9, 4 | geholpen. Vervult daarom aan dezen het verbond tot hun bepaalde
64 9, 18 | niemand vreest behalve Allah. Dezen zijn het die tot de geleiden
65 9, 20 | van Allah de hoogste rang. Dezen zullen zegevieren. ~
66 9, 69 | bezittingen en kinderen. Dezen genoten hun deel; gij zult
67 9, 69 | evenals zij ijdellijk spraken. Dezen zijn het wier werken in
68 9, 71 | Allah en Zijn boodschapper. Dezen zijn het, wie Allah barmhartigheid
69 9, 101| van het volk van Madina, dezen volharden in huichelarij.
70 9, 113| afgodendienaren, zelfs al waren dezen verwanten, nadat hun (de
71 10, 8 | 8. Dezen zijn het, wier verblijfplaats
72 10, 18 | baten kan en zij zeggen: "Dezen zijn onze bemiddelaars bij
73 10, 26 | zal hun gezicht bedekken. Dezen zullen de bewoners van het
74 10, 27 | van de nacht bedekt ware. Dezen zullen de bewoners van het
75 10, 73 | hem in de ark waren. En dezen maakten Wij tot de stedehouders,
76 10, 74 | duidelijke bewijzen. Maar dezen wilden in datgene niet geloven
77 11, 16 | 16. Dezen zijn degenen, die in het
78 11, 17 | richtsnoer en tot barmhartigheid? Dezen geloven in hem. En wie van
79 11, 18 | getuigen zullen zeggen: "Dezen zijn degenen die tegen hun
80 11, 20 | 20. Dezen kunnen in de wereld de straf
81 11, 21 | 21. Dezen zijn het, die hun ziel hebben
82 11, 59 | 59. En dezen waren de Aad. Zij verloochenden
83 13, 18 | als losprijs aanbieden. Dezen zijn het die een boze afrekening
84 13, 22 | met het goede afwenden, dezen zijn het die de beloning
85 14, 3 | afhouden het krom wensend - dezen zijn het die ver afgedwaald
86 15, 6 | 6. En dezen zeggen: "O, gij, tot wie
87 15, 72 | 72. Bij uw leven, dezen zwerven in hun bedwelming
88 16, 86 | zij zeggen: "Onze Heer, dezen zijn onze goden, die wij
89 16, 89 | profeet) als getuige tegen dezen zullen brengen. Wij hebben
90 16, 108| 108. Dezen zijn het op wier hart, oren
91 16, 108| een zegel heeft gelegd. En dezen zijn de achtelozen. ~
92 17, 20 | Aan iedereen - zowel aan dezen als genen - verstrekken
93 17, 42 | Hem geweest, dan zouden dezen ongetwijfeld een weg hebben
94 17, 56 | naast Hem inbeeldt; maar dezen hebben geen macht om het
95 18, 52 | afgoden) aanroepen, doch dezen zullen hun niet antwoorden;
96 18, 77 | zij om eten vroegen, doch dezen weigerden hun gastvrijheid
97 18, 105| 105. Dezen zijn het die de tekenen
98 19, 58 | 58. Dezen zijn het over wie Allah
99 19, 81 | naast Allah genomen, opdat dezen een bron van macht voor
100 21, 22 | hemel en op aarde) zouden dezen voorzeker tot chaos zijn
101 21, 99 | 99. Indien dezen werkelijk Goden waren geweest
102 21, 101| goede beloning is gedaan, dezen zullen er ver van verwijderd
103 23, 10 | 10. Dezen zijn de erfgenamen, ~
104 23, 61 | 61. Dezen zijn het die zich haasten
105 23, 110| maaktet hen ten spot totdat dezen u Mijn gedachtenis deden
106 24, 4 | getuigenis nooit meer, want dezen zijn overtreders. ~
107 24, 26 | zijn voor de goede vrouwen, dezen hebben niets uitstaande
108 24, 47 | sommigen hunner zich af. En dezen zijn geen gelovigen. ~
109 24, 51 | horen en wij gehoorzamen." Dezen zijn het die zullen slagen. ~
110 25, 19 | 19. Zo hebben dezen wat gij zegt, verloochend,
111 27, 34 | de laagsten. Zo handelen dezen (zeker ook met ons). ~
112 28, 48 | elkander ondersteunen." En dezen zeggen: "Wij geloven in
113 29, 23 | aan Zijn barmhartigheid; dezen zullen een smartelijke straf
114 30, 9 | waren sterker in macht dan dezen, zij maakten het land vruchtbaar
115 30, 9 | bebouwden het, meer dan dezen het deden. En hun boodschappers
116 30, 38 | Aangezicht van Allah zoeken, dezen zijn het die zullen slagen. ~
117 30, 39 | Allah's welbehagen zoekend, dezen zullen hun bezit vermeerderd
118 33, 58 | lastig vallen zonder dat dezen er schuld aan hebben, dragen
119 34, 40 | engelen zeggen: "Plachten dezen u te aanbidden?" ~
120 35, 25 | 25. Indien dezen u verloochenen, verloochenden
121 35, 44 | die vóór hen leefden? En dezen waren sterker in macht dan
122 36, 14 | boodschappers maar zij verloochenden dezen waarop wij hen met een derde
123 36, 75 | 75. Dezen kunnen hen niet helpen maar
124 37, 137| gaat hen (de plaats waar dezen woonden) zeker 's morgens
125 38, 4 | 4. En dezen verwonderen zich, omdat
126 38, 13 | e: en de woudbewoners; dezen waren bond genoten. ~
127 38, 15 | 15. En dezen wachten slechts op een enkele
128 39, 3 | zeggende: "Wij aanbidden dezen slechts opdat zij ons in
129 39, 33 | brengt of deze bevestigt - dezen zijn de godvruchtigen. ~
130 39, 51 | de onrechtvaardigen onder dezen doen, zal hen ook treffen
131 40, 21 | Zij waren machtiger dan dezen in kracht en in hun sporen
132 40, 82 | waren groter in aantal dan dezen en machtiger in kracht,
133 42, 42 | land opstand veroorzaken. Dezen zullen een pijnlijke straf
134 43, 29 | 29. Waarlijk, Ik liet dezen en hun vaderen in welvaart
135 46, 6 | worden verzameld zullen dezen (de afgoden) hun vijanden
136 46, 14 | 14. Dezen zijn de bewoners van het
137 47, 23 | 23. Dezen zijn het, die Allah heeft
138 47, 38 | in uw plaats brengen en dezen zullen uw gelijken niet
139 50, 36 | machtiger in gezag waren dan dezen! Zij trokken door het land,
140 54, 43 | uw ongelovigen beter dan dezen? Of zijt gij vrijgesteld
141 56, 11 | 11. Dezen zijn de gunstelingen die
142 56, 35 | 35. Voorwaar, Wij hebben dezen tot een wonderligke schepping
143 57, 16 | vóórdien ontvingen - voor dezen was de termijn (te) lang
144 58, 2 | vrouwen moeders noemen - dezen zijn hun moeders niet; hun
145 58, 22 | tegenwerkt, zelfs al waren dezen hun vader of hun kinderen,
146 58, 22 | broeders, of hun verwanten. Dezen zijn degenen, in wier hart
147 60, 9 | ook vriendschap aanbiedt, dezen zijn de boosdoeners. ~
148 62, 3 | 3. En ook anderen die dezen (gelovigen) nog niet hebben
149 69, 5 | Wat de Samoed betreft, dezen werden door een overweldigende
150 90, 18 | 18. Dezen zullen aan de rechter hand
|