Sura, Verse
1 2, 59 | de onrechtvaardigen een grote straf vanuit de hemel, omdat
2 2, 105| en Allah is de Heer van grote genade. ~
3 2, 114| deze wereld en er zal een grote straf voor hen zijn in het
4 2, 217| Het vechten hierin is een grote overtreding, maar de mensen
5 2, 249| onder Allah's bevel over een grote groep gezegevierd." En Allah
6 2, 255| Hij is de Verhevene, de Grote. ~
7 3, 30 | zal zij wensen dat er een grote afstand ware tussen haar
8 3, 74 | wil. Allah is de Heer van grote genade. ~
9 3, 172| rechtvaardig handelen, zullen een grote beloning ontvangen. ~
10 3, 174| en Allah is de Heer van grote overvloed. ~
11 3, 179| rechtvaardig zijt, zal er een grote beloning voor u zijn. ~
12 4, 2 | uwe. Voorzeker, dat is een grote zonde. ~
13 4, 13 | verblijven en dat is een grote zegepraal. ~
14 4, 31 | en u tot een plaats van grote eer toelaten. ~
15 4, 40 | geeft van Zijn kant een grote beloning. ~
16 4, 48 | heeft inderdaad een zeer grote zonde begaan. ~
17 4, 67 | Wij zouden hun gewis een grote beloning van Ons hebben
18 4, 74 | weldra zullen Wij hem een grote beloning geven. ~
19 4, 93 | vervloekt en zal hem een grote straf bereiden. ~
20 4, 95 | doen uitblinken door een grote beloning, ~
21 4, 114| zoekt, hem zullen Wij een grote beloning schenken. ~
22 4, 146| de gelovigen weldra een grote beloning geven. ~
23 4, 162| dezen zullen Wij zeker een grote beloning geven. ~
24 5, 9 | dat zij vergiffenis en een grote beloning zullen verkrijgen. ~
25 5, 33 | Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen. ~
26 5, 41 | schande in deze wereld en een grote straf in het Hiernamaals
27 5, 119| behagen in Hem, dit is de grote zegepraal. ~
28 6, 15 | gehoorzaam, de straf van de grote Dag." ~
29 6, 128| van djinn, gij hebt een grote hoeveelheid mensen tot u
30 7, 59 | vrees voor u de straf van de grote Dag." ~
31 7, 116| hen vrezen en toonden hun grote toverkunst. ~
32 8, 17 | opdat Hij de gelovigen een grote gunst van Zich mocht bewijzen.
33 8, 28 | voorzeker bij Allah een grote beloning is. ~
34 8, 29 | vergeven; Allah is Heer van grote Genade. ~
35 8, 68 | geweest zou u voorzeker een grote rampspoed zijn overkomen
36 8, 73 | ingrijpt zal er onheil en grote wanorde in het land komen. ~
37 9, 3 | mensen op de dag van de grote bedevaart, dat Allah alsmede
38 9, 22 | Voorwaar er is bij Allah een grote beloning. ~
39 9, 25 | dag van Honain, toen uw grote aantal u verheugde, maar
40 9, 57 | zouden zij er zich zeker met grote spoed heenwenden. ~
41 9, 63 | zal vertoeven? Dat is de grote vernedering. ~
42 9, 100| eeuwig vertoeven. Dat is de grote zegepraal. ~
43 9, 101| daarna zullen zij aan een grote straf worden overgeleverd. ~
44 9, 111| hebt gesloten en dat is de grote zegepraal. ~
45 9, 129| want Hij is de Heer van de grote heerschappij." ~~
46 10, 15 | gehoorzaam, de straf van de grote Dag." ~
47 11, 3 | voor u de straf van de grote Dag. ~
48 11, 11 | zullen vergiffenis en een grote beloning ontvangen. ~
49 11, 28 | mijn Heer beroep en Hij mij grote barmhartigheid heeft geschonken,
50 12, 68 | want hij had voorzeker grote kennis, omdat Wij hem hadden
51 13, 9 | onzienlijke en het zienlijke, de Grote, de Verhevene. ~
52 14, 6 | spaarde; daarin was een grote beproeving van uw Heer." ~
53 15, 87 | dikwijls herhaalde verzen en de grote Koran gegeven. ~
54 16, 7 | land, dat gij niet zonder grote moeilijkheid (voor uzelf)
55 16, 106| Allah's toorn; en er zal een grote straf voor hem zijn. ~
56 17, 5 | dienaren, toegerust met grote macht tegen u uit, die de
57 17, 9 | blijde tijding, dat zij een grote beloning zullen ontvangen. ~
58 17, 31 | Voorwaar, hen te doden is een grote zonde. ~
59 18, 14 | zouden wij inderdaad een grote dwaasheid begaan." ~
60 19, 37 | bij hun aanwezigheid op de grote Dag. ~
61 21, 76 | hem en zijn gezin uit de grote ramp. ~
62 21, 103| 103. De grote ontzetting zal hen niet
63 22, 62 | Voorzeker Allah is de Hoge, de Grote. ~
64 23, 86 | hemelen en de Heer van de Grote Troon?" ~
65 24, 11 | voortbrachten waren een grote groep uit uw midden; beschouwt
66 24, 14 | hetgeen gij hebt begaan, een grote straf hebben getroffen. ~
67 24, 16 | Heilig zijt Gij, dit is een grote lastering!" ~
68 24, 23 | vervloekt. Voor hen is er een grote kastijding. ~
69 25, 22 | zeggen: "Ware er slechts een grote afscheiding (tussen ons)." ~
70 25, 25 | worden nedergezonden in grote aantallen; ~
71 25, 49 | schepping - aan vee en mensen in grote getale. ~
72 25, 52 | voer met (de Koran) een grote strijd tegen hen. ~
73 26, 63 | elk gedeelte was als een grote berg. ~
74 26, 135| inderdaad de straf van een grote Dag." ~
75 26, 149| de huizen, welke gij met grote handigheid uit de bergen
76 26, 156| anders zal de straf van een grote Dag u achterhalen." ~
77 26, 189| waarlijk de straf van een grote dag. ~
78 27, 26 | naast Hem, de Heer van de Grote Troon. ~
79 27, 33 | macht en wij bezitten een grote dapperheid in de oorlog,
80 31, 13 | afgoderij is inderdaad een grote ongerechtigheid." ~
81 31, 30 | omdat Allah de Verhevene, de Grote is. ~
82 33, 29 | onder u die goed doen, een grote beloning." ~
83 33, 35 | Allah vergiffenis en een grote beloning bereid. ~
84 33, 47 | nieuws dat zij van Allah grote genade zullen ontvangen. ~
85 33, 53 | van Allah inderdaad een grote (belediging) zijn. ~
86 33, 67 | gehoorzaamden onze leiders en onze grote mannen maar zij deden ons
87 33, 71 | gehoorzaamt, heeft zeker een grote overwinning behaald. ~
88 34, 13 | standbeelden, en waterreservoirs en grote pannen: "Betoon, O Huis
89 34, 23 | is de Hoogverhevene, de Grote. ~
90 35, 7 | er is vergiffenis en een grote beloning voor de gelovigen
91 35, 32 | Allah's gebod. Dat is de grote genade. ~
92 37, 76 | hem en zijn familie uit de grote nood; ~
93 37, 106| 106. Dit was voorzeker een grote beproenng. ~
94 37, 115| beiden en hun volk uit een grote nood; ~
95 37, 142| 142. Een grote vis slokte hem op terwijl
96 39, 13 | vrees ik de straf van de grote Dag." ~
97 40, 28 | die buitensporig en een grote leugenaar is, niet. ~
98 41, 35 | gegeven behalve zij die een grote gave hebben. ~
99 42, 22 | wat zij wensen. Dat is de grote genade. ~
100 44, 54 | hen met schone meisjes die grote, mooie ogen hebben, verenigen. ~
101 45, 10 | beschermers namen, terwijl zij een grote straf zullen ontvangen. ~
102 46, 21 | ik vrees de straf van een grote Dag voor u." ~
103 48, 10 | vervult, Hij zal hem een grote beloning geven. ~
104 48, 19 | 19. En een grote buit die zij konden bemachtigen.
105 48, 20 | 20. Allah heeft u een grote buit beloofd die gij moogt
106 48, 29 | doen, vergiffenis en een grote beloning beloofd. ~~
107 49, 3 | is er vergiffenis en een grote beloning. ~
108 52, 20 | schone meisjes verenigen die grote, mooie ogen hebben. ~
109 53, 5 | 5. Hij, die grote macht heeft, onderwees hem, ~
110 53, 18 | 18. Voorwaar, hij zag de grote tekenen van zijn Heer. ~
111 54, 25 | gegeven? Neen, hij is een grote leugenaar en misdadiger." ~
112 54, 26 | zullen zij weten wie de grote leugenaar en misdadiger
113 56, 22 | zullen schonen zijn met grote, mooie ogen,
114 56, 46 | 46. En volhardden in grote zonde. ~
115 56, 76 | En inderdaad is dat een grote eed, indien gij het beseft -; ~
116 57, 7 | als weldaad) zullen een grote beloning ontvangen. ~
117 57, 21 | en Allah is de Heer van grote genade. ~
118 57, 25 | nedergezonden, waardoor grote strijd doch ook grote voordelen
119 57, 25 | waardoor grote strijd doch ook grote voordelen voor het mensdom
120 57, 29 | En Allah is de Heer van grote genade. ~~
121 59, 14 | ofschoon zij onderling grote dapperheid tonen. Gij denkt
122 61, 12 | der Eeuwigheid. Dat is de grote zegepraal. ~
123 62, 4 | en Allah is de Heer van grote genade. ~
124 64, 9 | te vertoeven. Dat is de grote zegepraal. ~
125 64, 15 | doch bij Allah is er een grote beloning. ~
126 67, 9 | gij verkeert slechts in grote dwaling." ~
127 67, 12 | zullen vergiffenis en een grote beloning ontvangen. ~
128 69, 9 | verwoest werden begingen grote zonde; ~
129 69, 15 | 15. Op die Dag zal de grote gebeurtenis plaats vinden.
130 69, 33 | geloofde niet in Allah, de Grote. ~
131 78, 2 | 2. Over de grote aankondiging, ~
132 79, 20 | toonde hij hem (Pharao) het grote teken, ~
133 79, 34 | 34. Maar als de grote ramp zal komen, ~
134 83, 5 | 5. Op een grote Dag, ~
135 85, 11 | rivieren stromen. Dat is de grote zegepraal. ~
136 87, 12 | 12. Die het grote Vuur zal binnengaan, ~
137 89, 10 | met Pharao, de heer der grote scharen? ~
|