1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3188
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
501 4, 157| hem niet, noch kruisigden zij hem (ten dode), - doch het
502 4, 157| het werd hun verward, en zij, die hierover van mening
503 4, 157| verschilden zijn zeker in twijfel, zij hebben er geen kennis van
504 4, 157| slechts een vermoeden en zij doodden hem gewis niet, ~
505 4, 167| 167. Zij, die verwerpen en (anderen)
506 4, 169| Dan de weg der hel, waarin zij voor een lange tijd zullen
507 4, 173| pijnlijke straf straffen; zij zullen buiten Allah vriend,
508 4, 175| 175. Daarom, zij die in Allah geloven en
509 4, 176| 176. Zij vragen om een uitspraak.
510 4, 176| heeft een zuster, dan moet zij de helft van hetgeen hij
511 4, 176| haar erven (alles) indien zij geen kind heeft. Maar als
512 4, 176| zusters zijn, dan moeten zij twee derde van hetgeen hij
513 5, 2 | vijandschap van een volk, omdat zij u de toegang tot de heilige
514 5, 4 | 4. Zij vragen u, wat hun geoorloofd
515 5, 4 | onderwezen. Eet dus van hetgeen zij voor u vangen en spreekt
516 5, 9 | verrichten beloofd, dat zij vergiffenis en een grote
517 5, 13 | vervloekt en hun hart verhard. Zij rukken de woorden uit hun
518 5, 14 | eveneens) een verbond, maar zij vergaten een deel van hetgeen
519 5, 14 | weldra laten weten, wat zij deden. ~
520 5, 17 | 17. Voorzeker, zij lasteren God die zeggen: "
521 5, 22 | 22. Zij zeiden: "O, Mozes, daarin
522 5, 22 | niet binnengaan voordat zij er uit weggaan. En indien
523 5, 22 | er uit weggaan. En indien zij er uit weggaan, zullen wij
524 5, 24 | 24. Zij zeiden: "O, Mozes, wij zullen
525 5, 24 | stellig niet binnengaan zolang zij er in zijn. Gaat gij en
526 5, 26 | verboden; dwalende zullen zij door het land trekken. Bekommer
527 5, 27 | twee zonen van Adam, toen zij een offer brachten en het
528 5, 33 | scheppen, is slechts dat zij gedood of gekruisigd worden,
529 5, 33 | worden afgesneden, of dat zij het land worden uitgezet.
530 5, 33 | in het Hiernamaals zullen zij een grote straf ontvangen. ~
531 5, 37 | 37. Zij zullen uit het vuur willen
532 5, 37 | vuur willen komen, maar zij zullen er niet kunnen uitgaan
533 5, 38 | hand af, als straf voor wat zij misdeden, een voorbeeldige
534 5, 41 | u niet verdrieten, n.l. zij die met hun mond zeggen: "
535 5, 41 | maar in hun hart hebben zij niet geloofd. En onder de
536 5, 41 | dat niet tot u is gekomen. Zij verdraaien woorden, nadat
537 5, 41 | verdraaien woorden, nadat zij op hun juiste plaatsen waren
538 5, 42 | 42. Zij zijn luisteraars naar leugens
539 5, 42 | verboden dingen. Indien zij tot u om recht komen, spreek
540 5, 42 | u van hen afwendt kunnen zij u in het geheel niet schaden.
541 5, 43 | 43. Hoe zullen zij u tot rechter maken wanneer
542 5, 43 | tot rechter maken wanneer zij de Torah bij zich hebben
543 5, 43 | oordeel is? Toch wenden zij zich af. En zij zijn geen
544 5, 43 | Toch wenden zij zich af. En zij zijn geen gelovigen. ~
545 5, 44 | Allah's Boek was opgelegd en zij waren daarvan getuigen.
546 5, 44 | Allah heeft nedergezonden, zij zijn ongelovigen. ~
547 5, 49 | en wees op uw hoede dat zij u niet afleiden van hetgeen
548 5, 49 | geopenbaard. Maar indien zij zich afwenden, weet dan,
549 5, 50 | 50. Wensen zij het oordeel van onwetendheid?
550 5, 51 | Christenen niet tot vrienden. Zij zijn elkanders vrienden.
551 5, 52 | zal brengen. Dan zullen zij berouw hebben over hetgeen
552 5, 52 | berouw hebben over hetgeen zij in hun innerlijk verborgen. ~
553 5, 53 | eden bij Allah zwoeren dat zij waarlijk met u waren?" Hun
554 5, 53 | zijn verloren gegaan en zij zijn verliezers geworden. ~
555 5, 54 | streng jegens de ongelovigen. Zij zullen voor Allah's zaak
556 5, 58 | 58. En zij die, wanneer gij tot het
557 5, 58 | maken. Dit komt doordat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~
558 5, 61 | 61. Wanneer zij tot u komen, zeggen zij: "
559 5, 61 | zij tot u komen, zeggen zij: "Wij geloven," terwijl
560 5, 61 | Wij geloven," terwijl zij met ongeloof binnenkomen
561 5, 61 | Allah weet het beste, wat zij verbergen. ~
562 5, 62 | is inderdaad slecht, wat zij doen. ~
563 5, 63 | is inderdaad slecht wat zij doen. ~
564 5, 64 | handen zijn gebonden en zij zijn vervloekt voor hetgeen
565 5, 64 | zijn vervloekt voor hetgeen zij zeggen. Neen, Zijn handen
566 5, 64 | Opstanding. Telkens wanneer zij het oorlogsvuur ontsteken,
567 5, 64 | ontsteken, dooft Allah het en zij pogen wanorde te scheppen
568 5, 66 | 66. En als zij de Torah en het Evangelie
569 5, 66 | acht hadden genomen, zouden zij zeker van wat boven hen
570 5, 69 | vrees komen, noch zullen zij treuren. ~
571 5, 70 | niet wenste, behandelden zij sommigen als leugenaars
572 5, 70 | leugenaars en trachtten zij sommigen te doden. ~
573 5, 71 | 71. En zij dachten, dat er geen beproeving
574 5, 71 | is waakzaam over hetgeen zij doen. ~
575 5, 72 | 72. Zij lasteren God, die zeggen: "
576 5, 73 | 73. Waarlijk zij lasteren God, die zeggen: "
577 5, 73 | de enige God. En indien zij niet ophouden met hetgeen
578 5, 73 | niet ophouden met hetgeen zij beweren, zal de ongelovigen
579 5, 74 | 74. Willen zij zich dan niet tot Allah
580 5, 75 | waarheidslievende vrouw. Zij plachten beiden voedsel
581 5, 75 | verduidelijken, en zie, hoe zij zich afwenden. ~
582 5, 78 | vervloekt. Dit geschiedde, omdat zij niet gehoorzaamden en plachten
583 5, 79 | 79. Zij plachten elkander de ongerechtigheid
584 5, 79 | niet te verbieden, welke Zij begingen. Slecht is inderdaad
585 5, 79 | Slecht is inderdaad hetgeen zij deden. ~
586 5, 80 | Waarlijk slecht is hetgeen zij voor zichzelf deden zodat
587 5, 80 | toornig op hen is geworden en zij zullen in de straf verblijven. ~
588 5, 81 | 81. En indien zij in Allah en deze profeet
589 5, 81 | geopenbaard hadden geloofd, zouden zij hen niet tot vrienden hebben
590 5, 82 | en monniken zijn en wijl zij niet trots zijn. ~
591 5, 83 | 83. En indien zij hetgeen deze boodschapper
592 5, 83 | vanwege de waarheid welke zij hebben herkend. Zij zeggen: "
593 5, 83 | welke zij hebben herkend. Zij zeggen: "Onze Heer, wij
594 5, 85 | beloonde Allah hen voor hetgeen zij zeiden met tuinen, waardoorheen
595 5, 85 | rivieren stromen. Daarin zullen zij vertoeven en dit is de beloning
596 5, 93 | zonde rusten voor hetgeen zij eten mits zij Allah vrezen
597 5, 93 | voor hetgeen zij eten mits zij Allah vrezen en geloven
598 5, 101| niet naar dingen die u, als zij u zullen worden geopenbaard,
599 5, 101| wordt nedergezonden, zullen zij u worden onthuld. Allah
600 5, 102| iets - naderhand werden zij er ongelovigen door. ~
601 5, 104| de boodschapper," zeggen zij: "Voor ons is datgene waarin
602 5, 109| Hoe werd gij aangenomen?" Zij zullen zeggen: "Wij hebben
603 5, 111| boodschapper te geloven, zeiden zij: "Wij geloven en getuigt
604 5, 113| 113. Zij zeiden: "Wij verlangen zeer,
605 5, 118| Indien Gij hen straft, zijn zij Uw dienaren en indien Gij
606 5, 119| doorheen rivieren stromen; zij zullen daarin voor eeuwig
607 5, 119| heeft behagen in hen en zij hebben behagen in Hem, dit
608 6, 4 | Heer geen teken tot hen of zij wenden zich er van af. ~
609 6, 5 | 5. Zij hebben de waarheid verloochend
610 6, 5 | maar de tijdingen waarover zij spotten zullen hen weldra
611 6, 6 | 6. Zien zij niet, hoeveel geslachten
612 6, 7 | nedergezonden en al hadden zij het met hun handen betast,
613 6, 8 | 8. Zij zeggen: "Waarom is er geen
614 6, 9 | en zo zouden Wij hetgeen zij verwarren, voor hen nog
615 6, 10 | bespotten, de straf voor hetgeen zij bespotten. ~
616 6, 12 | daaraan is geen twijfel. Zij, die hun zielen hebben tekort
617 6, 20 | hem (de Profeet), zoals zij hun kinderen erkennen. Maar
618 6, 20 | kinderen erkennen. Maar zij, die hun ziel hebben tekort
619 6, 23 | niet anders zijn dan dat zij zeggen: "Bij Allah, onze
620 6, 24 | 24. Zie, hoe zij tegen zichzelven liegen
621 6, 24 | zichzelven liegen en hoe hetgeen zij plachten te verzinnen voor
622 6, 25 | hun oren verstopt, zodat zij niet begrijpen. En al zagen
623 6, 25 | niet begrijpen. En al zagen zij elk teken, zouden zij er
624 6, 25 | zagen zij elk teken, zouden zij er toch niet in geloven;
625 6, 25 | niet in geloven; wanneer zij tot u komen redetwisten
626 6, 25 | tot u komen redetwisten zij met u, en de ongelovigen
627 6, 26 | 26. En zij verbieden (anderen) en blijven
628 6, 26 | blijven er zelt verre van. En zij deren niemand dan zichzelven,
629 6, 26 | niemand dan zichzelven, zij bemerken het echter niet. ~
630 6, 27 | zoudt kunnen zien, wanneer zij voor het Vuur zullen worden
631 6, 27 | zullen worden gebracht! Zij zullen dan zeggen: "O, mochten
632 6, 28 | 28. Neen, hetgeen zij voorheen plachten te verbergen
633 6, 28 | duidelijk geworden. En als zij zouden worden teruggezonden
634 6, 28 | worden teruggezonden zoudden zij gewis tot hetgeen hen was
635 6, 28 | verboden terugkeren; Voorzeker zij zijn leugenaars. ~
636 6, 29 | 29. En zij zeggen: "Er is niets dan
637 6, 30 | zoudt kunnen zien, wanneer zij voor hun Heer zullen worden
638 6, 30 | Is dit niet de waarheid?" Zij zullen antwoorden: "Ja zeker,
639 6, 31 | 31. Voorzeker, zij, die de ontmoeting met Allah
640 6, 31 | onverwachts over hen komt, en zij zullen zeggen: "O, wij hebben
641 6, 31 | tekortkoming hierin." En zij zullen hun lasten op hun
642 6, 31 | ruggen dragen. Ziet toe, wat zij dragen is zeker slecht. ~
643 6, 33 | weten zeer goed dat hetgeen zij zeggen u verdriet doet,
644 6, 33 | zeggen u verdriet doet, doch zij verloochenen u (profeet)
645 6, 34 | gekweld, niettemin bleven zij geduldig in datgene, waarvoor
646 6, 34 | geduldig in datgene, waarvoor zij waren verloochend; totdat
647 6, 36 | Allah opwekken en dan zullen zij tot Hem worden teruggebracht. ~
648 6, 37 | 37. En zij zeggen: "Waarom is er over
649 6, 38 | zijn vleugels vliegt, of zij vormen gemeenschappen, zoals
650 6, 38 | Boek weggelaten. Dan zullen zij tot hun Heer tezamen worden
651 6, 39 | 39. Zij, die Onze tekenen verloochenen,
652 6, 42 | armoede en tegenspoed opdat zij zich mochten verootmoedigen. ~
653 6, 43 | Waarom verootmoedigden zij zich niet toen Onze straf
654 6, 43 | schoon schijnen al hetgeen zij verrichtten. ~
655 6, 44 | 44. Toen zij dan hetgeen waarvoor zij
656 6, 44 | zij dan hetgeen waarvoor zij waren gewaarschuwd vergaten,
657 6, 44 | dingen (der wereld) totdat zij verheugd werden over hetgeen
658 6, 44 | onverwachts aan en zie, zij werden wanhopig. ~
659 6, 46 | tekenen verklaren, toch wenden Zij zich af. ~
660 6, 48 | vrees komen noch zullen zij treuren. ~
661 6, 49 | hen zal straf raken, omdat zij niet gehoorzaam waren. ~
662 6, 51 | degenen die vrezen, dat zij tot hun Heer worden verzameld,
663 6, 51 | Heer worden verzameld, dat zij buiten Hem vriend noch bemiddelaar
664 6, 51 | bemiddelaar hebben, opdat zij (God) mogen vrezen. ~
665 6, 52 | verantwoordelijk voor hen, noch zijn zij enigermate verantwoordelijk
666 6, 53 | anderen beproefd, zodat zij kunnen zeggen: "Zijn dezen
667 6, 54 | u komen, zeg dan: "Vrede zij u." Uw Heer heeft barmhartigheid
668 6, 61 | boodschappers zijn ziel wegnemen; zij falen daarin niet. ~
669 6, 62 | 62. Dan worden zij tot Allah, hun ware Heer
670 6, 65 | tekenen uiteenzetten opdat zij mogen begrijpen. ~
671 6, 68 | u dan van hen af, totdat zij een ander gesprek beginnen.
672 6, 69 | voor de vermaning, opdat zij behoed zullen worden. ~
673 6, 70 | overgeleverd voor hetgeen zij heeft gedaan. Zij zal naast
674 6, 70 | hetgeen zij heeft gedaan. Zij zal naast Allah geen helper
675 6, 70 | bemiddelaar hebben. En indien zij (zelfs) alles als losprijs
676 6, 70 | overgeleverd voor hetgeen zij verdienden. Zij zullen een
677 6, 70 | hetgeen zij verdienden. Zij zullen een drank van kokend
678 6, 70 | smartelijke straf ontvangen, omdat zij verwerpen. ~
679 6, 76 | is mijn Heer." Maar toen zij onderging, zeide hij: "Ik
680 6, 77 | is mijn Heer." Maar toen zij onderging zeide hij: "Had
681 6, 78 | is de grootste" Maar toen zij onderging, zeide hij: "O,
682 6, 82 | 82. Zij die geloven en hun geloof
683 6, 82 | vrede zullen hebben want zij zijn recht geleid. ~
684 6, 88 | wie Hij wil. En, indien zij iets naast Hem hadden aanbeden,
685 6, 88 | zou voorzeker al hetgeen zij plachten te doen, verloren
686 6, 91 | 91. En zij schatten de juiste waarde
687 6, 91 | waarde van Allah niet wanneer zij zeggen: "Allah heeft aan
688 6, 92 | geloven, geloven er in en zij waken over hun gebed. ~
689 6, 94 | waarvan gij beweerdet dat zij deelgenoten waren in uw
690 6, 100| 100. En zij houden de djinn voor deelgenoten
691 6, 100| ofschoon Hij dezen schiep; en zij dichten Hem, zonder kennis,
692 6, 100| en verheven boven hetgeen zij Hem toeschrijven. ~
693 6, 105| de tekenen uiteen, zodat zij zeggen: "Gij hebt het geleerd (
694 6, 107| Allah had gewild, zouden zij geen goden hebben opgericht.
695 6, 108| En scheldt degenen, die zij naast Allah aanroepen niet
696 6, 108| niet uit, anders zullen zij uit nijd in hun onwetendheid
697 6, 108| doen schijnen. Dan zullen zij tot hun Heer terugkeren
698 6, 108| hen inlichten over hetgeen zij plachten te doen. ~
699 6, 109| 109. En zij zweren hun sterkste eden
700 6, 109| teken tot hen zou komen, zij er gewis in zouden geloven.
701 6, 109| de tekenen komen, zullen zij stellig niet geloven. ~
702 6, 110| verwarring brengen, omdat zij er voor de eerste keer niet
703 6, 111| aangezicht tot aangezicht, zij zouden er niet in geloven,
704 6, 112| onder de mensen en de djinn. Zij fluisteren elkander vergulde
705 6, 112| Heer had gewild, zouden zij het niet hebben gedaan;
706 6, 112| daarom met rust met hetgeen zij verzinnen. ~
707 6, 113| geloven er zich toe neigen en zij er tevreden mee mogen zijn
708 6, 113| tevreden mee mogen zijn en dat zij mogen verdienen hetgeen
709 6, 113| mogen verdienen hetgeen zij willen verdienen. ~
710 6, 116| aarde zijn, volgt, zullen zij u van Allah's weg doen afdwalen.
711 6, 116| Allah's weg doen afdwalen. Zij volgen slechts vermoedens
712 6, 116| volgen slechts vermoedens en zij doen niets dan gissen. ~
713 6, 120| begaan, zal voor hetgeen zij doen, worden vergolden. ~
714 6, 121| sporen hun vrienden aan opdat zij met u mogen redetwisten.
715 6, 122| schoonschijnend gemaakt hetgeen zij deden. ~
716 6, 123| schuldigen gemaakt zodat zij er in samenspannen en zij
717 6, 123| zij er in samenspannen en zij smeden slechts tegen hun
718 6, 123| tegen hun eigen ziel, maar zij bemerken het niet. ~
719 6, 124| hen een teken komt, zeggen zij: "Wij zullen niet geloven
720 6, 124| treffen, wegens hetgeen zij beramen. ~
721 6, 127| hun Vriend, wegens hetgeen zij doen. ~
722 6, 129| de anderen, voor hetgeen zij verdienen. ~
723 6, 130| van deze Dag waarschuwden? Zij zullen zeggen: "Wij getuigen
724 6, 130| wereldse leven bedroog hen. En zij zullen tegen zichzelf getuigen,
725 6, 130| tegen zichzelf getuigen, dat zij ongelovigen waren. ~
726 6, 132| graden overeenkomstig hetgeen zij doen en uw Heer is niet
727 6, 132| onopmerkzaam jegens hetgeen zij doen. ~
728 6, 136| 136. En zij hebben Allah een deel van
729 6, 136| Hij heeft voortgebracht en zij zeggen: "Dit is voor Allah
730 6, 136| voor onze goden," zoals zij het zich denken. Maar hetgeen
731 6, 136| bereikt. Slecht is hetgeen zij oordelen. ~
732 6, 137| schoonschijnend gemaakt, opdat zij hen mogen vernietigen en
733 6, 137| Allah het wilde, zouden zij dit niet hebben gedaan,
734 6, 137| daarom met rust met hetgeen zij verzinnen. ~
735 6, 138| 138. Zij zeggen: "Dit en dat vee
736 6, 138| belieft" - alzo beweren zij - en er is vee, welks ruggen
737 6, 138| zijn en er is vee, waarover zij de naam van Allah niet uitspreken
738 6, 138| Allah niet uitspreken en zij bedenken een leugen over
739 6, 138| weldra vergelden, hetgeen zij verzinnen. ~
740 6, 139| 139. En zij zeggen: "Hetgeen in de baarmoeders
741 6, 139| dood geboren wordt hebben zij allen er deel aan." Hij
742 6, 140| 140. Zij, die hun kinderen door gebrek
743 6, 140| afgedwaald - noch kunnen zij recht geleid worden. ~
744 6, 141| de vruchten ervan wanneer zij vruchten dragen, maar betaalt
745 6, 147| 147. En indien zij u verloochenen zeg: "Uw
746 6, 148| 148. Zij die afgoderij bedrijven,
747 6, 148| dezelfde wijze loochenden ook zij die vóór hen waren, totdat
748 6, 148| die vóór hen waren, totdat zij Onze straf ondergingen.
749 6, 150| dit heeft verboden.'' Als zij getuigen, getuig niet met
750 6, 153| geen andere wegen opdat zij u niet van Mijn weg afleiden.
751 6, 154| een barmhartigheid, opdat zij in de ontmoeting van hun
752 6, 157| wij beter zijn geleid dan zij." Er is nu een duidelijk
753 6, 157| vreselijke straf vergelden omdat zij zich hebben afgewend. ~
754 6, 158| 158. Verwachten zij niets anders dan dat engelen
755 6, 159| bekend maken met hetgeen zij deden. ~
756 7, 5 | roep niet anders dan dat zij zeiden: "Wij waren inderdaad
757 7, 9 | 9. En zij, wier schalen licht zullen
758 7, 9 | hun zielen tekort, omdat zij ten opzichte van Onze tekenen
759 7, 11 | Onderwerpt u aan Adam" en zij onderwierpen zich, behalve
760 7, 14 | uitstel tot aan de Dag waarop zij zullen worden opgewekt." ~
761 7, 22 | door bedrog vallen. En toen zij van de boom proefden werd
762 7, 22 | naaktheid hun duidelijk en zij begonnen zich te bedekken
763 7, 23 | 23. Zij antwoordden: "Onze Heer,
764 7, 26 | een teken van Allah, opdat zij er lering uit mogen trekken. ~
765 7, 28 | 28. En wanneer zij een slechte daad begaan,
766 7, 28 | slechte daad begaan, zeggen zij: "Wij zagen dit onze vaderen
767 7, 30 | anderen werd dwaling hun deel. Zij hebben buiten Allah de bozen
768 7, 30 | tot vrienden genomen en zij denken dat zij recht geleid
769 7, 30 | genomen en zij denken dat zij recht geleid zijn. ~
770 7, 32 | voedsel, verboden?" Zeg: "Zij zijn ook voor de gelovigen
771 7, 34 | hun tijd is gekomen kunnen zij geen uur uitstel krijgen,
772 7, 34 | uitstel krijgen, noch kunnen zij vooruitlopen. ~
773 7, 35 | vrees komen, noch zullen zij treuren. ~
774 7, 36 | 36. Maar zij, die Onze tekenen verloochenen
775 7, 36 | bewoners van het Vuur zijn, zij zullen daarin vertoeven. ~
776 7, 37 | hun zielen weg te nemen; zij zullen hen vragen: "Waar
777 7, 37 | gij naast Allah aanriept?" Zij zullen antwoorden: "Het
778 7, 37 | verloren geraakt voor ons," en zij zullen tegen zichzelven
779 7, 37 | zichzelven getuigen, dat zij ongelovig waren. ~
780 7, 38 | vervloeken, totdat, wanneer zij er allen opeenvolgend in
781 7, 40 | worden geopend, noch zullen zij in het paradijs komen; eer
782 7, 41 | 41. Zij zullen de hel tot bed en
783 7, 42 | bewoners van het paradijs zijn, zij zullen daarin vertoeven. ~
784 7, 43 | rivieren voor hen vloeien. En zij zullen zeggen: "Alle lof
785 7, 44 | wat uw Heer u beloofde?" Zij zullen zeggen: "Ja." Dan
786 7, 46 | merktekenen herkennen. En zij zullen tot de bewoners van
787 7, 46 | paradijs roepen: "Vrede zij over u.'' Dezen zullen het
788 7, 46 | zijn binnengegaan, maar zij hopen het. ~
789 7, 47 | Vuur zijn gericht, zullen zij zeggen: "Onze Heer, plaats
790 7, 48 | zullen tot de mensen die zij aan hun merktekenen herkennen
791 7, 50 | Allah u heeft voorzien." Zij zullen antwoorden: "Allah
792 7, 51 | deze Dag vergeten, zoals zij de ontmoeting op deze dag
793 7, 51 | deze dag vergaten en zoals zij Onze tekenen verwierpen. ~
794 7, 53 | 53. Wachten zij slechts op (een andere)
795 7, 53 | dan hetgeen wij deden?" Zij deden hun ziel inderdaad
796 7, 53 | inderdaad tekort en hetgeen zij verzonnen is voor hen verloren
797 7, 56 | wanorde op aarde, nadat zij is geordend en roept Hem
798 7, 57 | uitzendt; totdat, wanneer zij zware wolken dragen, Wij
799 7, 64 | 64. Maar zij verloochenden hem; Wij redden
800 7, 64 | Onze tekenen verwierpen. Zij waren inderdaad een verblind
801 7, 70 | 70. Zij zeiden: "Zijt gij tot ons
802 7, 73 | haar daarom met rust opdat zij zich van Allah's aarde moge
803 7, 75 | zeiden tot de gelovigen, die zij zwak achtten: "Weet gij
804 7, 75 | zijn Heer gezondene is?" Zij antwoordden: "Wij geloven
805 7, 77 | 77. Toen verlamden zij de kamelin en overtraden
806 7, 78 | aardbeving overviel hen en zij lagen uitgestrekt op de
807 7, 82 | Verdrijft hen uit uw stad, want zij zijn mannen die zich rein
808 7, 83 | uitzondering van zijn vrouw, zij behoorde tot de achterblijvenden. ~
809 7, 85 | geen wanorde op aarde nadat zij geordend is. Dit is beter
810 7, 91 | greep de aardbeving hen en zij lagen uitgestrekt op de
811 7, 92 | werden (zo vernietigd) alsof zij er nooit in hadden gewoond.
812 7, 92 | van leugen beschuldigden - zij waren de verliezers. ~
813 7, 94 | en lijden troffen, opdat zij zouden verootmoedigen. ~
814 7, 95 | boze met het goede, totdat zij groeiden en zeiden: "Lijden
815 7, 95 | Wij hen plotseling terwijl zij er niet aan dachten. ~
816 7, 96 | hen hebben gezonden, maar zij verloochenden (onze profeet);
817 7, 97 | hen, 's nachts, terwijl zij slapen? ~
818 7, 98 | komen, des daags terwijl zij zich vermaken? ~
819 7, 99 | 99. Zijn zij dan veilig voor Allah's
820 7, 100| hun hart verzegelen, zodat zij niet meer horen? ~
821 7, 101| duidelijke tekenen tot hen. Doch zij wilden niet geloven omdat
822 7, 101| wilden niet geloven omdat zij voorheen reeds loochenden.
823 7, 103| Pharao en zijn leiders, maar zij geloofden er niet in. Ziet
824 7, 108| hand tevoorschijn en ziet, zij was wit (geworden) voor
825 7, 111| 111. Zij zeiden: "Geef hem en zijn
826 7, 115| 115. Zij zeiden: "O Mozes zult gij
827 7, 116| antwoordde: "Werpt gij." En toen zij wierpen, betoverden zij
828 7, 116| zij wierpen, betoverden zij de ogen der mensen en deden
829 7, 117| deze slokte al hetgeen zij getoverd hadden op. ~
830 7, 118| waarheid bevestigd en bleek wat zij deden ijdel te zijn. ~
831 7, 119| 119. Zo werden zij verslagen en vernederd. ~
832 7, 125| 125. Zij antwoordden: "Wij zullen
833 7, 126| Heer hebben geloofd toen zij ons getoond werden. Onze
834 7, 129| 129. Zij antwoordden: "Wij werden
835 7, 130| schaarste van vruchten, opdat zij er lering uit mochten trekken.
836 7, 131| goeds tot hen kwam zeiden zij: "Dit komt ons toe." En
837 7, 131| kwaad overkwam, schreven zij de tegenspoed toe aan Mozes
838 7, 132| 132. En zij zeiden (tot Mozes): "Welk
839 7, 133| duidelijke tekenen, doch zij gedroegen zich hoogmoedig
840 7, 134| straf op hen viel, zeiden zij: "O, Mozes, bid voor ons
841 7, 135| een bepaalde termijn, die zij moesten voleindigen, ziet,
842 7, 135| voleindigen, ziet, toen braken zij (hun beloften.) ~
843 7, 136| verdronken hen in zee, omdat zij Onze tekenen verloochenden
844 7, 137| kinderen Israëls vervuld omdat zij geduldig waren geweest;
845 7, 137| hadden gebouwd en al hetgeen zij hadden opgericht. ~
846 7, 138| Israëls door de zee trekken en zij kwamen tot een volk dat
847 7, 138| zijn afgoden was gehecht. Zij zeiden: "O, Mozes, maak
848 7, 139| betreft, al hetgeen waarmede zij zich bezig houden, zal worden
849 7, 139| vernietigd en al hetgeen zij doen zal vergeefs zijn." ~
850 7, 146| tekenen afkeren; en hoewel zij alle tekenen zien, zullen
851 7, 146| alle tekenen zien, zullen zij er niet in geloven, en als
852 7, 146| niet in geloven, en als zij het pad der rechtvaardigheid
853 7, 146| rechtvaardigheid zien zullen zij dit als weg niet aanvaarden,
854 7, 146| aanvaarden, maar indien zij het pad der dwaling zien,
855 7, 146| der dwaling zien, zullen zij deze als weg wel inslaan.
856 7, 146| inslaan. Dat komt, omdat zij Onze tekenen verloochenden
857 7, 147| 147. En zij, die Onze tekenen en de
858 7, 147| zullen verloren gaan. Zullen zij worden beloond, anders dan
859 7, 147| anders dan voor hetgeen zij deden? ~
860 7, 148| toon voortbracht. Zagen zij niet, dat het niet tot hen
861 7, 148| naar een goede weg leiden? Zij namen het, (als hun god)
862 7, 148| namen het, (als hun god) en zij waren overtreders. ~
863 7, 149| 149. Toen zij wroeging gevoelden en zagen,
864 7, 149| gevoelden en zagen, dat zij inderdaad gedwaald hadden,
865 7, 149| gedwaald hadden, zeiden zij: "Als onze Heer ons geen
866 7, 157| reine profeet volgen, die zij in de Torah en het Evangelie
867 7, 157| kluisters die hen bonden. Zij, die in hem geloven en hem
868 7, 160| Wij u hebben voorzien." En zij deden Ons geen onrecht aan,
869 7, 160| Ons geen onrecht aan, maar zij schaadden zichzelf. ~
870 7, 162| hemel over hen neder omdat zij onrechtvaardig waren. ~
871 7, 163| die aan de zee lag. Toen zij de Sabbath ontheiligden
872 7, 163| water, maar de dag waarop zij geen Sabbath hielden kwam
873 7, 163| geen Sabbath hielden kwam zij niet tot hen. Zo beproefden
874 7, 163| beproefden Wij hen omdat zij overtreders waren. ~
875 7, 164| tegenover uw Heer en opdat zij rechtvaardig mogen worden."
876 7, 165| 165. En toen zij de vermaning vergaten redden
877 7, 165| strenge straf aan, omdat zij verkeerd handelden. ~
878 7, 166| 166. En toen zij overtraden, hetgeen hun
879 7, 168| voor- en tegenspoed, opdat zij zich mochten bekeren. ~
880 7, 169| geslacht dat het Boek erfde. Zij namen de goederen van deze
881 7, 169| goederen tot hen kwamen zouden zij deze ook hebben genomen.
882 7, 169| belofte in het Boek, dat zij van Allah slechts de waarheid
883 7, 169| hen afgenomen? En hebben zij hetgeen er in staat, niet
884 7, 171| losse bedekking was, dachten zij, dat deze op hen zou vallen;
885 7, 172| Heer niet?" antwoordden zij: "Ja, wij getuigen" zodat
886 7, 174| verklaren Wij de tekenen opdat zij zich mogen bekeren. ~
887 7, 176| daarom deze gelijkenis opdat zij mogen nadenken. ~
888 7, 179| wier einde de hel zal zijn. Zij hebben harten maar begrijpen
889 7, 179| begrijpen er niet mede en zij hebben ogen maar zij zien
890 7, 179| en zij hebben ogen maar zij zien er niet mede en zij
891 7, 179| zij zien er niet mede en zij hebben oren maar zij horen
892 7, 179| en zij hebben oren maar zij horen er niet mede. Zij
893 7, 179| zij horen er niet mede. Zij zijn als vee, neen zij dwalen
894 7, 179| Zij zijn als vee, neen zij dwalen nog meer (dan dit),
895 7, 179| dwalen nog meer (dan dit), zij zijn de achtelozen. ~
896 7, 180| worden vergolden naar hetgeen zij hebben bedreven. ~
897 7, 182| aangrijpen, op een wijze die zij niet verwachten. ~
898 7, 184| 184. Hebben zij er niet over nagedacht dat
899 7, 185| 185. Hebben zij het koninkrijk der hemelen
900 7, 185| gekomen? In welk woord zullen zij dan daarna geloven? ~
901 7, 187| 187. Vragen zij u omtrent het uur, wanneer
902 7, 187| onverwacht tot u komen. Zij ondervragen u of gij er
903 7, 189| haar bekend heeft, draagt zij een lichte last en gaat
904 7, 189| deze zwaar wordt, bidden zij beiden tot Allah hun Heer: "
905 7, 190| welgeschapen kind geeft, schrijven zij deelgenoten aan Hem toe,
906 7, 190| is verheven boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
907 7, 191| 191. Vereenzelvigen zij met Allah degenen die niets
908 7, 192| 192. En zij kunnen anderen geen hulp
909 7, 192| hulp verlenen noch kunnen zij zichzelf helpen. ~
910 7, 193| tot leiding roept zullen zij u niet volgen. Het is gelijk
911 7, 195| 195. Hebben zij voeten waarmede zij lopen
912 7, 195| Hebben zij voeten waarmede zij lopen of hebben zij handen
913 7, 195| waarmede zij lopen of hebben zij handen waarmede zij vasthouden,
914 7, 195| hebben zij handen waarmede zij vasthouden, of hebben zij
915 7, 195| zij vasthouden, of hebben zij ogen waarmede zij zien of
916 7, 195| hebben zij ogen waarmede zij zien of hebben zij oren
917 7, 195| waarmede zij zien of hebben zij oren waarmede zij horen?
918 7, 195| hebben zij oren waarmede zij horen? Zeg: "Roept de deelgenoten
919 7, 197| 197. En zij, die gij naast Hem aanroept
920 7, 197| u te helpen noch kunnen zij zichzelf helpen. ~
921 7, 198| leiding uitnodigt horen zij u niet. En gij ziet hen
922 7, 198| ziet hen naar u kijken maar zij zien niet. ~
923 7, 201| gedenken Allah en ziet, zij zijn ziende. ~
924 7, 202| toenemen in dwaling, doch zij falen niet. ~
925 7, 203| geen teken brengt, zeggen zij: "Waarom verzint gij het
926 7, 206| Zijn aanbidding af doch zij verheerlijken Hem en werpen
927 8, 1 | 1. Zij vragen u omtrent de oorlogsbuit.
928 8, 6 | 6. Zij redetwistten met u over
929 8, 6 | was bekend gemaakt alsof zij zienderogen tot de dood
930 8, 7 | twee partijen beloofde dat zij de uwe zou zijn, wenstet
931 8, 13 | 13. Dit is, omdat zij zich tegen Allah en Zijn
932 8, 19 | geheel niet baten hoe talrijk zij ook moge zijn en Allah is
933 8, 21 | zeggen: "Wij horen," maar zij horen niet. ~
934 8, 23 | hebben laten horen hadden zij zich in afkerigheid afgewend. ~
935 8, 30 | ongelovigen tegan u plannen, opdat zij u gevangen mochten nemen
936 8, 30 | of doden of verbannen. En zij maakten plannen en Allah
937 8, 31 | voorgelezen aan hen, zeggen zij: "Wij hebben het gehoord.
938 8, 32 | 32. En toen zij zeiden: "O Allah, als dit
939 8, 33 | Allah hen straffen indien zij om vergiffenis vragen. ~
940 8, 34 | hen niet straffen, wanneer zij de mensen beletten de heilige
941 8, 36 | van Allah af te leiden. Zij zullen doorgaan ze te verspillen
942 8, 36 | verspillen maar daarna zullen zij spijt hebben en worden overwonnen.
943 8, 36 | en worden overwonnen. En zij die verwerpen zullen in
944 8, 38 | die niet geloven, dat als zij ophouden (u te vervolgen),
945 8, 38 | worden vergeven en indien zij er weer in vervallen, voorwaar,
946 8, 39 | voor Allah wordt. Maar als zij ophouden dan ziet Allah
947 8, 39 | Allah voorzeker hetgeen zij doen. ~
948 8, 40 | 40. En als zij terugvallen weet dan, dat
949 8, 42 | nabijzijnde kant waart en zij zich op de andere zijde
950 8, 47 | en Allah omvat al hetgeen zij doen. ~
951 8, 52 | degenen die vóór hen waren; zij verwierpen de tekenen van
952 8, 53 | bewezen zal veranderen totdat zij, wat in hun hart is, veranderen.
953 8, 54 | degenen, die vóór hen waren; zij verloochenden de tekenen
954 8, 54 | het volk van Pharao want zij waren allen onrechtvaardig. ~
955 8, 55 | in de ogen van Allah zijn zij, die (de waarheid) verwerpen
956 8, 55 | verwerpen erger dan beesten want zij willen niet geloven: ~
957 8, 56 | verbond sluit, daarna schenden zij dit verbond telkens weer
958 8, 56 | verbond telkens weer en zij vrezen niet. ~
959 8, 57 | vrees aan wegens hen, opdat zij er lering uit mogen trekken. ~
960 8, 59 | ongelovigen niet denken dat zij een voorsprong hebben. Voorzeker,
961 8, 59 | voorsprong hebben. Voorzeker, zij kunnen Ons niet ontkomen. ~
962 8, 61 | 61. En als zij tot vrede neigen, neigt
963 8, 62 | 62. En als zij u willen bedriegen is Allah
964 8, 65 | die stand houden, zullen zij tweehonderd overwinnen en
965 8, 65 | honderd uwer zijn zullen zij duizend der ongelovigen
966 8, 65 | ongelovigen verslaan, omdat zij een volk zijn dat niet wil
967 8, 66 | standvastig zijn, zullen zij tweehonderd overweldigen
968 8, 66 | duizend uwer zijn zullen zij door het gebod van Allah
969 8, 71 | 71. Maar als zij voornemens zijn u ontrouw
970 8, 71 | ontrouw te worden, zijn zij reeds voorheen Allah ontrouw
971 8, 72 | voor hun bescherming tenzij zij hun huizen verlaten. Maar
972 8, 72 | huizen verlaten. Maar als zij hulp inzake het geloof zoeken
973 9, 5 | elke hinderlaag. Maar als zij berouw hebben en het gebed
974 9, 6 | veilig is. Dit is omdat zij een volk zijn dat niet weet. ~
975 9, 7 | verbond hebt gesloten? Zolang zij daarom getrouw jegens u
976 9, 8 | kan het zijn dat wanneer zij de overhand over u hebben,
977 9, 8 | overhand over u hebben, zij geen band van verwantschap
978 9, 8 | u in acht zullen nemen? Zij behagen u met hun mond terwijl
979 9, 9 | 9. Zij verkopen de tekenen van
980 9, 9 | Slecht is inderdaad hetgeen zij doen. ~
981 9, 10 | 10. Zij nemen geen band van verwantschap
982 9, 10 | een gelovige in acht, en zij zijn overtreders. ~
983 9, 11 | 11. Maar als zij berouw tonen en het gebed
984 9, 11 | de Zakaat betalen worden zij uw broeders in het geloof.
985 9, 12 | 12. Maar indien zij na hun verbond hun eden
986 9, 12 | eden zijn niets - opdat zij mogen ophouden. ~
987 9, 17 | niet onderhouden, terwijl zij van ongeloof tegen zichzelf
988 9, 17 | tegen zichzelf getuigen. Zij zijn het wier werken ijdel
989 9, 17 | werken ijdel zullen zijn en zij zullen in het Vuur vertoeven. ~
990 9, 19 | zaak van Allah strijdt? Zij zijn in de ogen van Allah
991 9, 20 | 20. Zij, die geloven en van hun
992 9, 22 | 22. Zij zullen daarin voor eeuwig
993 9, 23 | broeders niet tot vrienden als zij ongeloof boven geloof verkiezen.
994 9, 28 | afgodendienaren zijn voorzeker onrein. Zij zullen daarom na (verloop
995 9, 29 | godsdienst belijden totdat zij de belasting met eigen hand
996 9, 29 | eigen hand betalen, terwijl zij onderdanig zign. ~
997 9, 30 | Allah." Dit is, hetgeen zij met hun mond zeggen. Zij
998 9, 30 | zij met hun mond zeggen. Zij spreken de woorden na van
999 9, 30 | ongelovig waren; Allah's vloek zij over hen, hoe zijn zij afgekeerd! ~
1000 9, 30 | vloek zij over hen, hoe zijn zij afgekeerd! ~
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3188 |