1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3188
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
1001 9, 31 | 31. Zij hebben naast Allah hun geleerde
1002 9, 31 | is verheven boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
1003 9, 32 | 32. Zij wensen het licht van Allah
1004 9, 36 | afgodendienaren allen tezamen, zoals zij u bestrijden en weet, dat
1005 9, 37 | gebracht. Het ene jaar staan zij het toe en het andere jaar
1006 9, 37 | het andere jaar verbieden zij het, opdat zij betreffende
1007 9, 37 | verbieden zij het, opdat zij betreffende het aantal dat
1008 9, 37 | mogen overeenkomen, waardoor zij hetgeen Allah heeft verboden
1009 9, 40 | één van de twee was - en zij beiden in de grot waren
1010 9, 42 | reis was geweest, zouden zij u zeker zijn gevolgd, maar
1011 9, 42 | hun te lang. Toch willen zij bij Allah zweren: "Als wij
1012 9, 42 | zeker met u zijn gegaan." Zij doen hun ziel te gronde
1013 9, 42 | gronde gaan en Allah weet dat zij leugenaars zijn. ~
1014 9, 45 | worden vrijgesteld daar zij aarzelen in hun twijfel. ~
1015 9, 46 | 46. Indien zij hadden willen vertrekken,
1016 9, 46 | willen vertrekken, zouden zij er zeker enige voorbereiding
1017 9, 47 | 47. En als zij met u waren gegaan, zouden
1018 9, 47 | met u waren gegaan, zouden zij u niets dan last hebben
1019 9, 47 | dan last hebben bezorgd en zij zouden zich heen en weer
1020 9, 48 | 48. Voorzeker, zij zochten voordien reeds tweedracht
1021 9, 48 | tweedracht te scheppen en zij smeedden complotten tegen
1022 9, 48 | overhand kreeg, ofschoon zij er afkerig van waren. ~
1023 9, 49 | op de proef." Voorzeker, zij zijn reeds op de proef gesteld.
1024 9, 50 | rampspoed overkomt, zeggen zij: "Wij hadden inderdaad onze
1025 9, 50 | voorzorgen genomen." En zij wenden zich juichend af. ~
1026 9, 54 | worden aangenomen behalve dat zij in Allah en de boodschapper
1027 9, 54 | boodschapper niet geloven. En zij komen slechts in luiheid
1028 9, 54 | luiheid tot het gebed en zij geven niet, dan onwillig. ~
1029 9, 55 | ziel zal heengaan, terwijl zij ongelovigen Zijn. ~
1030 9, 56 | 56. En zij zweren bij Allah dat zij
1031 9, 56 | zij zweren bij Allah dat zij inderdaad tot de uwen behoren,
1032 9, 56 | de uwen behoren, terwijl zij (in feite) niet tot de uwen
1033 9, 56 | uwen behoren, toch zijn zij een volk dat vreest. ~
1034 9, 57 | 57. Als zij een schuilplaats of grotten
1035 9, 57 | er binnen te gaan, zouden zij er zich zeker met grote
1036 9, 58 | ervan wordt gegeven zijn zij tevreden, maar als hun er
1037 9, 58 | wordt gegeven, ziet, worden zij boos. ~
1038 9, 59 | 59. Waren zij slechts tevreden geweest
1039 9, 59 | hadden gegeven en hadden zij gezegd: "Allah is ons toereikend:
1040 9, 61 | de gelovigen onder u." En zij, die de boodschapper van
1041 9, 62 | 62. Zij zweren bij Allah om u te
1042 9, 62 | boodschapper zijn waardiger, dat zij hen zouden behagen, als
1043 9, 62 | hen zouden behagen, als zij gelovigen zijn. ~
1044 9, 63 | 63. Weten zij niet, dat hem die Allah
1045 9, 65 | hen ondervraagt, zullen zij beslist zeggen: "Wij spraken
1046 9, 66 | deel uwer straffen, omdat zij schuldig waren." ~
1047 9, 67 | met elkander verbonden. Zij sporen aan tot het kwade
1048 9, 67 | geen aalmoezen te geven). Zij vergaten Allah, daarom heeft
1049 9, 68 | het Vuur der hel, waarin zij zullen vertoeven. Het zal
1050 9, 68 | heeft hen vervloekt, en zij zullen een blijvende straf
1051 9, 69 | Evenals die vóór u waren: zij hadden meer macht dan gij
1052 9, 69 | uw deel genieten, zoals zij die voor u waren hun deel
1053 9, 69 | spreekt ijdellijk, evenals zij ijdellijk spraken. Dezen
1054 9, 69 | verloren zijn gegaan. En zij zijn de verliezers. ~
1055 9, 70 | hun onrecht aandeed, maar zij deden zichzelf onrecht aan. ~
1056 9, 71 | zijn vrienden van elkander. Zij sporen aan tot het goede
1057 9, 74 | 74. Zij zweren bij Allah, dat zij
1058 9, 74 | Zij zweren bij Allah, dat zij niets zeiden, maar voorzeker
1059 9, 74 | niets zeiden, maar voorzeker zij spraken het woord des ongeloofs
1060 9, 74 | hebben aanvaard, verwierpen zij deze en zij besloten tot
1061 9, 74 | verwierpen zij deze en zij besloten tot hetgeen zij
1062 9, 74 | zij besloten tot hetgeen zij niet konden volbrengen.
1063 9, 74 | niet konden volbrengen. Zij koesterden haat alleen omdat
1064 9, 74 | overvloed hadden verrijkt. Als zij berouw tonen zal het beter
1065 9, 74 | voor hen zijn, maar indien zij zich afwenden zal Allah
1066 9, 74 | Hiernamaals straffen en zij zullen op aarde vriend noch
1067 9, 75 | Allah een verbond sloten. Zij zeiden: "Als Hij ons van
1068 9, 76 | Zijn overvloed gaf werden zij er vrekkig mede en wendden
1069 9, 77 | wekken tot aan de Dag, waarop zij Hem zullen ontmoeten, omdat
1070 9, 77 | zullen ontmoeten, omdat zij hun belofte aan Allah braken
1071 9, 78 | 78. Weten zij niet dat Allah hun geheimen
1072 9, 79 | 79. Zij, die de gelovigen belasteren
1073 9, 80 | niet vergeven. Dit is omdat zij in Allah en Zijn boodschapper
1074 9, 81 | 81. Zij die achter de boodschapper
1075 9, 81 | van Allah te strijden. En zij zeiden: "Trekt niet uit
1076 9, 81 | der hel is heter." Konden zij dit slechts begrijpen! ~
1077 9, 82 | 82. Laten zij weinig lachen en veel wenen
1078 9, 82 | vergelding voor hetgeen zij deden. ~
1079 9, 83 | gedeelte hunner terugzendt en zij u om toestemming vragen
1080 9, 84 | sta bij zijn graf, want zij verwierpen Allah en Zijn
1081 9, 84 | boodschapper en stierven, terwijl zij overtreders waren. ~
1082 9, 85 | zal hen verlaten, terwijl zij ongelovigen zijn. ~
1083 9, 87 | 87. Zij stellen zich tevreden om
1084 9, 87 | verzegeld, derhalve begrijpen zij niet.
1085 9, 88 | bezit en hun persoon en zij zijn het, die het goede
1086 9, 88 | goede zullen ontvangen en zij zullen slagen. ~
1087 9, 89 | doorheen rivieren stromen; zij zullen daarin vertoeven.
1088 9, 91 | geven, geen schuld, indien zij oprecht zijn jegens Allah
1089 9, 92 | waarop ik u kan doen rijden." Zij gingen met hun ogen vol
1090 9, 92 | tranen terug uit spijt, dat zij niets konden vinden om hiertoe
1091 9, 93 | om verlof vragen, terwijl zij rijk zijn. Zij verkozen
1092 9, 93 | terwijl zij rijk zijn. Zij verkozen om met de achterblijvenden
1093 9, 93 | gelegd, derhalve begrijpen zij niet. ~
1094 9, 94 | 94. Zij zullen met uitvluchten tot
1095 9, 95 | 95. Zij zullen, wanneer gij tot
1096 9, 95 | daarom alleen. Voorzeker, zij zijn onrein en hun huis
1097 9, 95 | een vergelding voor wat zij deden. ~
1098 9, 96 | 96. Zij zullen u zweren, opdat gij
1099 9, 98 | woestijn-Arabieren, die hetgeen zij weggeven als boete beschouwen
1100 9, 99 | Dag geloven en die hetgeen zij weggeven als middelen beschouwen
1101 9, 100| heeft welbehagen in hen en zij hebben welbehagen in Hem;
1102 9, 100| rivieren stromen. Daarin zullen zij voor eeuwig vertoeven. Dat
1103 9, 101| straffen, daarna zullen zij aan een grote straf worden
1104 9, 102| die hun fouten bekennen. Zij vermengden een goede met
1105 9, 104| 104. Weten zij niet, dat Allah berouw van
1106 9, 107| boodschapper oorlog voerde; zij zullen voorzeker zweren: "
1107 9, 107| maar Allah getuigt, dat zij leugenaars zijn. ~
1108 9, 110| 110. Het gebouw dat zij hebben opgericht, zal een
1109 9, 111| ruil voor het paradijs - zij vechten voor de zaak van
1110 9, 111| voor de zaak van Allah en zij doden en worden gedood -
1111 9, 113| duidelijk is geworden, dat zij (afgodendienaren) het volk
1112 9, 115| duidelijk gemaakt, waartegen zij zich behoren te behoeden.
1113 9, 118| voor hen te moeilijk en zij geloofden dat er tegen Allah
1114 9, 118| barmhartigheid tot hen, opdat zij zich mochten bekeren. Voorzeker,
1115 9, 120| woestijn-Arabieren niet, dat zij achter de boodschapper van
1116 9, 120| Allah zouden blijven, of dat zij hun eigen leven in plaats
1117 9, 120| teistert, noch betreden zij een spoor, dat de ongelovigen
1118 9, 120| vertoornt, noch berokkenen zij een vijand enige schade,
1119 9, 121| 121. En zij besteden geen som, groot
1120 9, 121| klein, noch doorkruisen zij een landstreek, of dit is
1121 9, 121| moge geven voor hetgeen zij deden. ~
1122 9, 122| een deel hunner op, opdat zij in de godsdienst goed onderlegd
1123 9, 122| onderlegd mogen worden en opdat zij hun volk, wanneer zij tot
1124 9, 122| opdat zij hun volk, wanneer zij tot hen terugkeren mogen
1125 9, 122| mogen waarschuwen, zodat zij gered mogen worden.
1126 9, 124| dit in geloof toenemen en zij verheugen zich daarover. ~
1127 9, 125| onreinheid bij onreinheid en zij sterven terwijl zij ongelovig
1128 9, 125| onreinheid en zij sterven terwijl zij ongelovig zijn. ~
1129 9, 126| 126. Zien zij niet, dat zij elk jaar één-
1130 9, 126| 126. Zien zij niet, dat zij elk jaar één- of tweemaal
1131 9, 126| worden gesteld? Toch tonen zij geen berouw noch trekken
1132 9, 126| geen berouw noch trekken zij er lering uit. ~
1133 9, 127| wordt nedergezonden kijken zij elkander aan zeggende: "
1134 9, 127| iemand ons?" Dan wenden zij zich af. Allah heeft hun
1135 9, 127| hun hart afgewend, omdat zij tot een volk behoren dat
1136 9, 129| 129. Maar indien zij zich afwenden zeg dan: "
1137 10, 2 | degenen die geloven, dat zij een ware rang bij hun Heer
1138 10, 4 | pijnlijke straf ontvangen, daar zij (de waarheid) verwierpen. ~
1139 10, 8 | het Vuur is, voor hetgeen zij verdienen. ~
1140 10, 12 | schoonschijnend gemaakt, wat zij deden. ~
1141 10, 13 | die vóór u bestonden toen zij kwaad verrichtten en er
1142 10, 13 | duidelijke tekenen, maar zij wilden niet geloven. Zo
1143 10, 18 | 18. En zij bidden buiten Allah om tot
1144 10, 18 | schaden noch baten kan en zij zeggen: "Dezen zijn onze
1145 10, 18 | verheven boven al hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
1146 10, 19 | gemeenschap, daarna verschilden zij en ware het Woord van uw
1147 10, 20 | 20. En zij zeggen: "Waarom is er geen
1148 10, 21 | tegenspoed hen overviel, zie! zij beginnen tegen Onze tekenen
1149 10, 22 | gij op de schepen zijt en zij met een mooie bries varen
1150 10, 22 | zijden over hen komen en zij overtuigd zijn dat zij verloren
1151 10, 22 | en zij overtuigd zijn dat zij verloren zijn; dan roepen
1152 10, 22 | verloren zijn; dan roepen zij Allah in oprechte aanbidding
1153 10, 23 | heeft gered, ziet, beginnen zij ten onrechte een opstand
1154 10, 24 | haar eigenaars denken, dat zij er macht over bezitten,
1155 10, 26 | bewoners van het paradijs zijn, zij zullen daarin vertoeven. ~
1156 10, 27 | schaamte zal hen bedekken. Zij zullen niemand hebben om
1157 10, 27 | bewoners van het Vuur zijn, zij zullen daarin vertoeven. ~
1158 10, 30 | iedere ziel ondervinden wat zij heeft gedaan. En zij zullen
1159 10, 30 | wat zij heeft gedaan. En zij zullen tot Allah, hun ware
1160 10, 30 | teruggebracht en al hetgeen zij plachten te verzinnen zal
1161 10, 31 | En wie bestuurt het al?" Zij zullen zeggen: "Allah."
1162 10, 33 | degenen, die overtraden omdat zij niet geloofden. ~
1163 10, 36 | Waarlijk, AIlah weet goed wat zij doen. ~
1164 10, 38 | 38. Of zeggen zij: "Hij (de profeet) heeft
1165 10, 39 | 39. Neen, zij loochenen datgene waarvan
1166 10, 39 | loochenen datgene waarvan zij de kennis niet konden omvatten,
1167 10, 41 | 41. En indien zij u van leugen besehuldigen,
1168 10, 42 | doen horen, zelfs al willen zij niet begrijpen? ~
1169 10, 43 | leiden, zelfs al willen zij niet zien? ~
1170 10, 45 | wereld) hadden vertoefd. Zij zullen elkander herkennen.
1171 10, 46 | is Getuige van al hetgeen zij doen. ~
1172 10, 48 | 48. En zij zeggen: "Wanneer zal deze
1173 10, 49 | termijn is verlopen kunnen zij hem geen uur uitstellen,
1174 10, 49 | uitstellen, noch kunnen zij hem vervroegen. ~
1175 10, 53 | 53. En zij vragen u: "Is dit de waarheid?"
1176 10, 54 | aarde is, zou bezitten, zou zij er zich voorzeker mede trachten
1177 10, 54 | vrij te kopen. En wanneer zij de straf zien zullen zij
1178 10, 54 | zij de straf zien zullen zij hun spijt tonen. Er zal
1179 10, 58 | Dat is beter, dan hetgeen zij vergaren." ~
1180 10, 62 | vrees hebben, noch zullen zij treuren. ~
1181 10, 66 | aarde bestaat. Wat volgen zij die buiten Allah afgoden
1182 10, 66 | Allah afgoden aanroepen? Zij volgen slechts een vermoeden
1183 10, 68 | 68. Zij zeggen: "Allah heeft een
1184 10, 70 | 70. Zij zullen in deze wereld tijdelijk
1185 10, 70 | straf doen ondergaan, omdat zij niet geloofden. ~
1186 10, 73 | 73. Maar zij verloochenden hem; daarom
1187 10, 74 | datgene niet geloven wat zij voorheen hadden verloochend.
1188 10, 75 | Pharao en zijn leiders, maar zij handelden aanmatigend. En
1189 10, 75 | handelden aanmatigend. En zij waren een misdadig volk. ~
1190 10, 76 | Ons tot hen kwam, zeiden zij: "Dit is gewis duidelijke
1191 10, 77 | dit van de waarheid nadat zij tot u is gekomen? Is dit
1192 10, 78 | 78. Zij antwoordden: "Zijt gij tot
1193 10, 81 | 81. En toen zij wierpen zeide Mozes: "Wat
1194 10, 85 | 85. En zij antwoordden: "Wij leggen
1195 10, 88 | leven geschonken, zodat zij, Onze Heer, van Uw pad afleiden.
1196 10, 88 | en verhard hun hart, want zij zullen niet geloven voordat
1197 10, 88 | zullen niet geloven voordat zij de pijnlijke straf zien." ~
1198 10, 93 | hen van goede dingen en zij verschilden niet van mening
1199 10, 93 | richten over hetgeen waarin zij verschilden. ~
1200 10, 97 | teken hun getoond, voordat zij de smartelijke straf hebben
1201 10, 98 | hebben kunnen helpen? Toen zij geloofden, verwijderden
1202 10, 102| 102. Verwachten zij iets anders dan het gelijke (
1203 11, 1 | gemaakt en bovendien zijn zij in bijzonderheden uitgelegd,
1204 11, 5 | 5. Let op, zij verbergen hun vijandschap
1205 11, 5 | hun innerlijk. Ja, wanneer zij zich met hun kleding bedekken,
1206 11, 5 | kleding bedekken, weet Hij wat zij verbergen en wat zij tonen.
1207 11, 5 | wat zij verbergen en wat zij tonen. Voorzeker, Hij weet
1208 11, 8 | tijd uitstellen, zeggen zij: "Wie weerhoudt haar?" Ziet
1209 11, 8 | Ziet toe! de dag waarop zij over hen komt zal niemand
1210 11, 8 | kunnen afwenden, en hetgeen zij plachten te bespotten zal
1211 11, 12 | 12. (Zij verbeelden zich dat) gij
1212 11, 12 | wordt er door benauwd, omdat zij zeggen: "Waarom is er tot
1213 11, 13 | 13. Zeggen zij: "Hij heeft dit (de Koran)
1214 11, 14 | 14. En indien zij uw (uitdaging) niet aannemen,
1215 11, 15 | leven ten volle belonen en zij zullen daarin niet tekort
1216 11, 16 | zullen ontvangen en hetgeen zij in dit leven verrichtten
1217 11, 16 | zal teniet gaan en hetgeen zij doen is vergeefs. ~
1218 11, 19 | afleiden, het krom wensend. En zij geloven niet in het Hiernamaals. ~
1219 11, 20 | ontvluchten, noch hebben zij enige vrienden naast Allah.
1220 11, 20 | voor hen worden verdubbeld. Zij deden geen moeite om te
1221 11, 21 | te kort gedaan en hetgeen zij verzinnen, zal falen. ~
1222 11, 22 | 22. Zij zijn ongetwijfeld degenen,
1223 11, 23 | bewoners van de Hemel, waarin zij zullen vertoeven. ~
1224 11, 29 | gelovigen niet verdrijven, zij zullen voorzeker hun Heer
1225 11, 32 | 32. Zij antwoordden: "O Noach, gij
1226 11, 35 | 35. Zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen?"
1227 11, 36 | daarom niet over hetgeen zij doen. ~
1228 11, 37 | onrechtvaardigen niet aan. Zij zullen zeker worden verdronken.'' ~
1229 11, 38 | voorbijgingen, bespotten zij hem. Hij zeide: "Als gij
1230 11, 41 | u in. In naam van Allah zij haar vaart en haar ankeren.
1231 11, 42 | 42. En zij bewoog zich met hen op golven
1232 11, 44 | werd gezegd: "Vervloekt zij het onrechtvaardige volk." ~
1233 11, 53 | 53. Zij zeiden: "O Hoed, gij hebt
1234 11, 59 | En dezen waren de Aad. Zij verloochenden de tekenen
1235 11, 60 | hun Heer. Ziet! vervloekt zij de Aad, het volk van Hoed. ~
1236 11, 62 | 62. Zij zeiden: "O Salih, gij waart
1237 11, 64 | haar daarom met rust opdat zij zich (in vrijheid) op Allah'
1238 11, 65 | 65. Maar zij verlamden haar; toen zeide
1239 11, 67 | kwaad hadden gesticht en zij lagen uitgestrekt in hun
1240 11, 68 | 68. Alsof zij er nooit in hadden gewoond.
1241 11, 68 | hun Heer; ziet! vervloekt zij de Samoed. ~
1242 11, 69 | blijde tijdingen tot Abraham. Zij zeiden: "Vrede zij met u."
1243 11, 69 | Abraham. Zij zeiden: "Vrede zij met u." Hij antwoordde: "
1244 11, 69 | Hij antwoordde: "Vrede zij met u" en terstond bracht
1245 11, 70 | hen vreemd en vreesde hen. Zij zeiden: "Vrees niet, want
1246 11, 72 | 72. Zij zeide: "O wonder! Zal ik
1247 11, 73 | 73. Zij zeiden: "Verwondert gij
1248 11, 78 | toe. Ook voordien plachten zij kwaad te doen. Hij (Lot)
1249 11, 78 | dit zijn mijn dochters, zij zijn te rein voor u. Vrees
1250 11, 79 | 79. Zij antwoordden: "Gij weet wel,
1251 11, 81 | 81. Zij (de boodschappers) zeiden: "
1252 11, 81 | boodschappers van uw Heer, zij zullen u stellig niet bereiken.
1253 11, 87 | 87. Zij antwoordden: "O Shoaib,
1254 11, 91 | 91. Zij antwoordden: "O, Shoaib,
1255 11, 94 | de onrechtvaardigen zodat zij uitgestrekt in hun huizen
1256 11, 95 | 95. Alsof zij er nooit hadden gewoond.
1257 11, 97 | Pharao en zijn leiders, zij volgden het gebod van Pharao
1258 11, 101| deden hun geen onrecht maar zij deden zichzelf onrecht aan.
1259 11, 101| onrecht aan. En hun goden, die zij naast Allah aanriepen, baatten
1260 11, 101| gebod van uw Heer kwam; zij voegden hun slechts verderf
1261 11, 102| de steden grijpt, terwijl zij kwaad verrichten. Voorzeker,
1262 11, 106| in het Vuur zijn waarin zij zullen zuchten en steunen; ~
1263 11, 109| hetgeen deze mensen aanbidden: zij aanbidden slechts, zoals
1264 11, 110| zijn beslist; en waarlijk zij zijn er in een verontrustende
1265 11, 111| op de hoogte van hetgeen zij doen. ~
1266 11, 116| overvloed werd verleend en zij waren schuldig. ~
1267 11, 118| volk hebben gemaakt, maar zij zullen blijven verschillen. ~
1268 12, 5 | droom niet, anders zullen zij plannen tegen u smeden,
1269 12, 8 | 8. Toen zij zeiden: "Voorwaar, Jozef
1270 12, 11 | 11. Zij zeiden: "O, onze vader,
1271 12, 14 | 14. Zij zeiden: "Indien de wolf
1272 12, 15 | 15. Toen zij hem medenamen, kwamen zij
1273 12, 15 | zij hem medenamen, kwamen zij overeen hem op de bodem
1274 12, 15 | zaak vertellen zonder dat zij het beseffen." ~
1275 12, 16 | 16. 's Avonds kwamen zij wenend tot hun vader. ~
1276 12, 18 | 18. En zij brachten zijn hemd met bloed,
1277 12, 19 | Hier is een jongeling." En zij verborgen hem als een stuk
1278 12, 19 | en Allah wist goed, wat zij deden. ~
1279 12, 20 | 20. Zij verkochten hem voor een
1280 12, 20 | paar zilverstukken, want zij waren onverschillig jegens
1281 12, 23 | 23. En zij, in wier huis hij was, zocht
1282 12, 23 | zijn wil) te verleiden. Zij grendelde de deuren en zeide: "
1283 12, 24 | 24. En zij nam een besluit betreffende
1284 12, 25 | 25. En zij holden beiden naar de deur
1285 12, 25 | holden beiden naar de deur en zij scheurde zijn hemd van achteren
1286 12, 25 | zijn hemd van achteren en zij ontmoetten haar echtgenoot
1287 12, 25 | echtgenoot aan de deur. Zij zeide: "Wat zal de straf
1288 12, 26 | 26. Hij (Jozef) zeide: "Zij is het die mij tegen mijn
1289 12, 26 | voren is gescheurd, heeft zij de waarheid gesproken en
1290 12, 27 | achteren is gescheurd, heeft zij gelogen en behoort hij tot
1291 12, 31 | 31. En toen zij van hun plannen hoorde,
1292 12, 31 | plannen hoorde, nodigde zij haar uit en bereidde haar
1293 12, 31 | Ga naar hen toe." En toen zij hem zagen achtten zij hem
1294 12, 31 | toen zij hem zagen achtten zij hem grotelijks en zij sneden
1295 12, 31 | achtten zij hem grotelijks en zij sneden zich in de handen
1296 12, 31 | handen en zeiden: "Allah zij verheerlijkt. Dit is geen
1297 12, 32 | 32. Zij zeide: "Dit is hij nu over
1298 12, 33 | verkiezen boven hetgeen waartoe zij mij roepen; tenzij Gij haar
1299 12, 35 | hun (mannen) voor, nadat zij de tekenen van zijn onschuld
1300 12, 35 | onschuld hadden gezien, dat zij hem voor een tijd gevangen
1301 12, 44 | 44. Zij antwoordden: "Het zijn verwarde
1302 12, 46 | volk moge terugkeren, zodat zij mogen weten." ~
1303 12, 49 | worden geholpen en waarin zij (vruchten) zullen persen." ~
1304 12, 51 | wil zocht te verleiden?" Zij zeiden: "Allah zij verheerlijkt.
1305 12, 51 | verleiden?" Zij zeiden: "Allah zij verheerlijkt. Wij hebben
1306 12, 58 | en hij herkende hen, maar zij herkenden hem niet. ~
1307 12, 61 | 61. Zij antwoordden: "Wij zullen
1308 12, 62 | geld in de zadeltassen, dat zij het mogen herkennen, wanneer
1309 12, 62 | mogen herkennen, wanneer zij tot hun familie terugkeren,
1310 12, 62 | familie terugkeren, opdat zij terug mogen komen." ~
1311 12, 63 | 63. En toen zij tot hun vader terugkeerden,
1312 12, 63 | vader terugkeerden, zeiden zij: "Onze vader, een (verdere)
1313 12, 65 | 65. En toen zij hun reisgoederen openden,
1314 12, 65 | reisgoederen openden, vonden zij hun geld aan hen teruggegeven.
1315 12, 65 | geld aan hen teruggegeven. Zij riepen uit: "O, onze vader,
1316 12, 66 | omsingeld zoudt worden." En toen zij de belofte hadden afgelegd,
1317 12, 68 | 68. Maar toen zij (de stad) binnen gingen
1318 12, 69 | 69. En toen zij Jozef bezochten, huisvestte
1319 12, 69 | daarom niet over hetgeen zij hebben gedaan." ~
1320 12, 71 | 71. Zij vroegen, zich tot hem wendend: "
1321 12, 73 | 73. Zij antwoordden: "Bij Allah,
1322 12, 74 | 74. Zij (de Egyptenaren) zeiden: "
1323 12, 75 | 75. Zij antwoordden: "De straf er
1324 12, 77 | 77. Zij (zijn broeders) zeiden: "
1325 12, 78 | 78. Zij zeiden: "O Aziez, hij heeft
1326 12, 80 | 80. En toen zij wanhoopten trokken zij zich
1327 12, 80 | toen zij wanhoopten trokken zij zich terug om in afzondering
1328 12, 85 | 85. Zij zeiden: "Bij Allah, gij
1329 12, 88 | 88. En toen zij (opnieuw) voor hem (Jozef)
1330 12, 88 | hem (Jozef) kwamen, zeiden zij: "O, Aziez, armoede heeft
1331 12, 90 | 90. Zij vroegen. "Zijt gij dan Jozef?"
1332 12, 91 | 91. Zij antwoordden: "Bij Allah,
1333 12, 92 | Hij (Jozef) zeide: "Heden zij er geen verwijt tegen u:
1334 12, 95 | 95. Zij antwoordden: "Bij Allah,
1335 12, 97 | 97. Zij antwoordden: "O, onze vader,
1336 12, 99 | 99. En toen zij tot Jozef kwamen, huisvestte
1337 12, 100| zijn ouders op de troon en zij wierpen zich voor hem neder.
1338 12, 102| waart niet bij hen, toen zij zich (tegen u) verenigden
1339 12, 105| hemelen en op aarde waaraan zij, zich afwendend, voorbijgaan! ~
1340 12, 107| 107. Voelen zij zich dan nu veilig voor
1341 12, 107| het Uur over hen, terwijl zij het niet bemerken? ~
1342 12, 109| Wij inspireerden. Hebben zij dan niet op aarde gereisd
1343 12, 110| boodschappers wanhoopten en zij dachten dat zij voor leugenaars
1344 12, 110| wanhoopten en zij dachten dat zij voor leugenaars verden gehouden,
1345 13, 4 | met verschillende wortels, zij worden met hetzelfde water
1346 13, 5 | verworpen, daarom zullen zij ketenen om hun hals hebben
1347 13, 5 | Vuur zijn; daarin zullen zij vertoeven. ~
1348 13, 6 | 6. En zij vragen eerder het kwade
1349 13, 8 | baarmoeders niet voldragen en wat zij doen groeien. En bij Hem
1350 13, 11 | engelen) vóór en achter hem; zij bewaken hem door het gebod
1351 13, 11 | van een volk niet voordat zij hetgeen in hun hart is veranderen.
1352 13, 11 | afwenden mogelijk, noch hebben zij een helper naast Hem. ~
1353 13, 13 | nog steeds redetwisten zij over Allah. terwijl Hij
1354 13, 14 | ware gebed. En degenen, die zij buiten Hem aanroepen, verhoren
1355 13, 14 | in het geheel niet, doch zij zijn als iemand die zijn
1356 13, 16 | het licht? Of schrijven zij aan Allah medegoden toe
1357 13, 17 | schuim draagt. En van hetgeen zij (de mensen) in het vuur
1358 13, 18 | geven - deze zouden, indien zij al hetgeen op aarde is en
1359 13, 23 | Tuinen der eeuwigheid. Zij en degenen van hun vaderen
1360 13, 24 | 24. "Vrede zij over u, omdat gij geduldig
1361 13, 25 | verbond van Allah breken nadat zij het hadden bevestigd en
1362 13, 25 | stichten, hen treft de vloek en zij zullen een slecht tehuis
1363 13, 26 | voor wie Hem behaagt. En zij (de mensen) verheugen zich
1364 13, 30 | moogt verkondigen doch zij verwerpen de Barmhartige.
1365 13, 31 | worden gebracht, (zouden zij er nog niet in geloven). "
1366 13, 33 | ten aanzien van hetgeen zij verdient (hen dan laten
1367 13, 33 | laten gaan)? Toch kennen zij medegoden aan Allah toe.
1368 13, 33 | schoonschijnend gemaakt en zij worden van de juiste weg
1369 13, 34 | Hiernamaals is gewis zwaarder en zij zullen tegen Allah geen
1370 13, 41 | 41. Zien zij niet dat Wij tot hun land
1371 14, 9 | duidelijke tekenen tot hen, maar zij deden hen zwijgen en zeiden: "
1372 14, 10 | een vastgestelde periode." Zij zeiden: "Gij zijt slechts
1373 14, 15 | 15. Zij vroegen om een oordeel en (
1374 14, 18 | op een stormachtige dag. Zij zullen over hetgeen zij
1375 14, 18 | Zij zullen over hetgeen zij verdienen geen macht bezitten.
1376 14, 21 | 21. Zij zullen allen voor Allah
1377 14, 21 | Allah's straf niet helpen?" Zij zullen zeggen: "Als Allah
1378 14, 23 | rivieren stromen, daarin zullen zij vertoeven door het gebod
1379 14, 25 | gelijkenissen voor de mensen, opdat zij lering mogen trekken. ~
1380 14, 29 | is de hel. Daarin zullen zij branden en dit is een boze
1381 14, 30 | 30. En zij hebben medegoden aan Allah
1382 14, 31 | mijn gelovige dienaren dat zij het gebed behoren te onderhouden
1383 14, 32 | uw dienst gesteld, opdat zij door Zijn gebod over de
1384 14, 36 | 36. Mijn Heer, zij hebben inderdaad vele van
1385 14, 37 | gevestigd, onze Heer, opdat zij het gebed mogen houden.
1386 14, 37 | voorzie hen van vruchten opdat zij dankbaar mogen zijn." ~
1387 14, 42 | uitstel tot de Dag waarop zij zullen staren, ~
1388 14, 43 | zich voorthaastend, terwijl zij hun blik niet kunnen afwenden
1389 14, 46 | 46. En zij hadden hun plannen reeds
1390 14, 48 | zullen worden vervangen; en zij (de mensen) allen voor Allah,
1391 14, 51 | moge vergelden voor hetgeen zij heeft gedaan. Voorzeker,
1392 14, 52 | aankondiging voor de mensen opdat zij er door mogen worden gewaarschuwd
1393 14, 52 | worden gewaarschuwd en opdat zij mogen weten dat Hij de Enige
1394 15, 2 | zullen dikwijls wensen, dat zij Moslims waren. ~
1395 15, 3 | hoop hen achteloos maken; zij zullen het weldra te weten
1396 15, 5 | vooruitlopen noch kunnen zij daarbij achterblijven. ~
1397 15, 11 | boodschapper tot hen of zij bespotten hem. ~
1398 15, 13 | 13. Zij geloven er niet in, hoewel
1399 15, 14 | voor hen zouden openen waar zij door zouden klimmen, ~
1400 15, 15 | 15. Dan zouden zij zeker zeggen: "Onze ogen
1401 15, 36 | uitstel tot de Dag waarop zij zullen worden opgewekt." ~
1402 15, 44 | 44. "Zij heeft zeven poorten en elke
1403 15, 47 | uitroeien, op tronen zullen zij als broeders tegenover elkander
1404 15, 48 | daar niet raken noch zullen zij er van worden verdreven. ~
1405 15, 52 | 52. Toen zij bij hem binnentraden zeiden
1406 15, 52 | hem binnentraden zeiden zij "Vrede", hij antwoordde: "
1407 15, 53 | 53. Zij zeiden: "Vreest niet, wij
1408 15, 55 | 55. Zij zeiden: "Wij hebben u inderdaad
1409 15, 58 | 58. Zij zeiden: "Wij zijn naar een
1410 15, 60 | Wij hebben besloten, dat zij tot degenen zal behoren
1411 15, 63 | 63. Zij zeiden: "Neen, wij zijn
1412 15, 63 | zijn met hetgeen waarover zij (de ongelovigen) twijfelden
1413 15, 70 | 70. Zij zeiden; "Hebben wij u niet
1414 15, 76 | 76. En zij ligt aan een bestaande weg. ~
1415 15, 79 | straften hen daarom. En zij liggen beiden aan een open
1416 15, 81 | gaven hun Onze tekenen, maar zij keerden er zich van af. ~
1417 15, 82 | 82. En zij hieuwen tot veiligheid huizen
1418 15, 84 | 84. En al hetgeen zij hadden vervaardigd baatte
1419 15, 93 | 93. Over hetgeen zij deden. ~
1420 15, 96 | Allah vereenzelvigen; maar zij zullen het weldra te weten
1421 15, 97 | benauwd wordt vanwege hetgeen zij zeggen. ~
1422 16, 1 | verheven boven al hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
1423 16, 3 | is Hij boven al hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
1424 16, 7 | 7. En zij dragen uw lasten naar een
1425 16, 16 | en door de sterren vinden zij (de mensen) de juiste richting. ~
1426 16, 20 | 20. Maar degenen, die zij naast Allah aanroepen, scheppon
1427 16, 20 | aanroepen, scheppon niets, want zij zijn zelf geschapen, ~
1428 16, 21 | Dood en niet levend, en zij weten niet wanneer zij zullen
1429 16, 21 | en zij weten niet wanneer zij zullen worden opgewekt. ~
1430 16, 22 | 22. Uw God is Eén God. En zij die in het Hiernamaals niet
1431 16, 22 | vervreemd (van waarheid) en zij zijn hoogmoedig. ~
1432 16, 23 | Allah weet ongetwijfeld wat zij verbergen en wat zij openbaren.
1433 16, 23 | wat zij verbergen en wat zij openbaren. Hij heeft de
1434 16, 24 | Heer geopenbaard?", zeggen zij: "Het zijn slechts fabelen
1435 16, 25 | 25. Dat zij op de Dag der Opstanding
1436 16, 25 | der last van degenen die zij zonder kennis doen dwalen.
1437 16, 25 | Ziet! slecht is hetgeen zij dragen. ~
1438 16, 26 | straf kwam over hen vanwraar zij het niet vermoedden. ~
1439 16, 28 | engelen doen sterven terwijl zij hun ziel onrecht aandoen
1440 16, 30 | geopenbaard?", dan zullen zij zeggen: "Het beste." Er
1441 16, 31 | Tuinen der eeuwigheid zullen zij binnengaan, waardoor rivieren
1442 16, 31 | waardoor rivieren vloeien. Zij zullen er in ontvangen wat
1443 16, 31 | zullen er in ontvangen wat zij wensen. Zo beloont Allah
1444 16, 32 | engelen doen sterven terwijl zij rein zijn, wordt gezegd: "
1445 16, 32 | zijn, wordt gezegd: "Vrede zij u. Gaat de hemel binnen
1446 16, 33 | 33. Zij (de ongelovigen) wachten
1447 16, 33 | hun geen onrecht aan, maar zij deden zichzelf onrecht aan. ~
1448 16, 34 | 34. Het boze dat zij deden trof hen en wat zij
1449 16, 34 | zij deden trof hen en wat zij bespotten overviel hen. ~
1450 16, 37 | profeet) begerig zijt dat zij geleid zullen worden, weet
1451 16, 38 | 38. En zij zweren bij Allah hun sterkste
1452 16, 39 | duidelijk moge maken waarover zij verschilden en dat de ongelovigen
1453 16, 39 | ongelovigen mogen weten dat zij leugenaars waren. ~
1454 16, 41 | Hiernamaals is groter; wisten zij het slechts! ~
1455 16, 44 | werd nedergezonden, zodat zij mogen nadenken. ~
1456 16, 45 | over hen zal komen vanwaar zij het niet bemerken? ~
1457 16, 46 | zal treffen, zonder dat zij het kunnen verijdelen? ~
1458 16, 48 | 48. Hebben zij niet gezien dat de schaduwen
1459 16, 48 | Allah nederwerpen terwijl zij nederig zijn. ~
1460 16, 49 | Allah alsmede de engelen, en zij (allen) tonen geen hoogmoed. ~
1461 16, 50 | 50. Zij vrezen hun Heer boven hen
1462 16, 53 | zegeningen gij ook ontvangt, zij komen van Allah. En wanneer
1463 16, 55 | 55. Zodat zij ondankbaar zijn voor hetgeen
1464 16, 56 | 56. En zij bestemmen een gedeelte van
1465 16, 56 | geschonken voor datgene, waarvan zij geen kennis hebben. Bij
1466 16, 57 | 57. En zij schrijven dochters aan Allah
1467 16, 57 | is Hij - en zichzelf wat zij wensen (zonen). ~
1468 16, 59 | Voorwaar, slecht is hetgeen zij besluiten. ~
1469 16, 61 | hun tijd is gekomen kunnen zij deze niet voor een enkel
1470 16, 62 | 62. En zij schrijven aan Allah toe
1471 16, 62 | schrijven aan Allah toe waar zij niet van houden (dochters);
1472 16, 62 | het vuur hun toe waaraan zij zullen worden overgeleverd. ~
1473 16, 63 | het Hiernamaals) zullen zij een smartelijke straf ontvangen. ~
1474 16, 64 | gij hun hetgeen waarover zij verschillen moogt uitleggen
1475 16, 70 | ouderdom bereiken, waardoor zij na kennis te hebben vergaard,
1476 16, 71 | in zullen worden. Willen zij de gunst van Allah dan verloochenen? ~
1477 16, 72 | dingen voorzien. Willen zij dan in valse dingen geloven
1478 16, 73 | 73. En zij aanbidden naast Allah dingen (
1479 16, 75 | openlijk van besteedt. Zijn zij gelijk? Alle lof komt Allah
1480 16, 79 | 79. Zien zij niet, dat de vogelen in
1481 16, 82 | 82. Maar indien zij zich afwenden zijt gij (
1482 16, 83 | 83. Zij erkennen de gunst van Allah
1483 16, 83 | Allah en toch verloochenen zij deze; de meesten hunner
1484 16, 86 | afgoden zullen zien, zullen zij zeggen: "Onze Heer, dezen
1485 16, 86 | buiten u aanbaden." Maar zij (afgoden) zullen tegenwerpen: "
1486 16, 87 | 87. En op die dag zullen zij aan Allah onderwerping aanbieden
1487 16, 87 | aanbieden en al hetgeen zij verzinnen zal hun falen. ~
1488 16, 88 | bij hun straf voegen omdat zij onheil stichtten. ~
1489 16, 92 | 92. En weest niet zoals zij die haar garen in stukken
1490 16, 92 | in stukken breekt nadat zij het sterk heeft gemaakt.
1491 16, 96 | geven naar het beste van wat zij doen. ~
1492 16, 101| wat Hij openbaart - zeggen zij: "Gij verzint slechts."
1493 16, 103| Wij weten inderdaad dat zij zeggen dat het slechts een
1494 16, 103| onderwijst. De taal van hem die zij bedoelen is vreemd, terwijl
1495 16, 105| 105. Voorzeker slechts zij verzinnen leugens die in
1496 16, 105| van Allah niet geloven; zij zijn de leugenaars. ~
1497 16, 107| 107. Dit komt doordat zij het tegenwoordige leven
1498 16, 110| degenen die ontvluchten, nadat zij worden vervolgd en ter wille
1499 16, 111| worden vergoed voor hetgeen zij deed en haar zal geen onrecht
1500 16, 112| kanten tot haar kwam; maar zij was ondankbaar voor de gunsten
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3188 |