Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zign 10
zigt 1
zii 1
zij 3188
zijd 1
zijde 14
zijden 7
Frequency    [«  »]
-----
7987 en
6932 de
3188 zij
3173 van
3106 het
2844 allah

Koran

IntraText - Concordances

zij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3188

                                                      bold = Main text
     Sura, Verse                                      grey = Comment text
2001 27, 23 | haar is alles gegeven en zij heeft een machtige troon. ~ 2002 27, 24 | 24. Ik vond, dat zij en haar volk de zon aanbaden 2003 27, 24 | hun de weg versperd, zodat zij geen rechte leiding volgen; ~ 2004 27, 25 | 25. Zij aanbidden Allah niet, Die 2005 27, 28 | terug, en zie welk antwoord zij terugzenden.'' ~ 2006 27, 29 | 29. Zij (de Koningin) zeide: "Gij, 2007 27, 32 | 32. Zij zeide: "Gij leiders, geeft 2008 27, 33 | 33. Zij antwoordden: "Wij hebben 2009 27, 34 | 34. Zij zeide: "Voorzeker, koningen 2010 27, 34 | verwoesten een stad als zij er (met geweld) binnen trekken 2011 27, 37 | komen met scharen waartegen zij geen macht zullen hebben, 2012 27, 37 | de stad) verdrijven en zij zullen vernederd worden." 2013 27, 38 | voor haar brengen voordat zij onderdanig tot mij komt?" ~ 2014 27, 41 | tegenstaat. Wij zullen zien of zij de rechte weg volgt of dat 2015 27, 41 | rechte weg volgt of dat zij behoort tot degenen die 2016 27, 42 | 42. En toen zij kwam, werd haar gevraagd: " 2017 27, 42 | Is uw troon als deze?" Zij antwoordde: "Hij is als 2018 27, 43 | het aanbidden van hetgeen zij in plaats van Allah aanbad; 2019 27, 43 | plaats van Allah aanbad; want zij behoorde tot een ongelovig 2020 27, 44 | paleis binnen." En toen zij het zag, dacht zij dat het 2021 27, 44 | toen zij het zag, dacht zij dat het een massa water 2022 27, 44 | een massa water was, en zij raakte in verwarring. Hij 2023 27, 44 | geplaveid is met glas." Zij zeide: "Mijn Heer, ik heb 2024 27, 45 | Aanbidt Allah." Maar ziet, zij werden in twee partijen 2025 27, 47 | 47. Zij antwoordden: "Wij voorzien 2026 27, 49 | 49. Zij zeiden: "Zweert tot elkander 2027 27, 50 | 50. En zij smeedden een plan, en Wij 2028 27, 50 | een plan (tegen hen) maar zij bemerkten het niet. ~ 2029 27, 52 | ingestorte huizen omdat zij onrechtvaardig waren. Daarin 2030 27, 56 | was niets anders dan dat zij zeiden: "Verdrijft Lot's 2031 27, 56 | familie uit uw stad want zij zijn mensen, die zich rein 2032 27, 59 | behoort aan Allah en vrede zij met Zijn uitverkoren dienaren. 2033 27, 59 | dienaren. Is Allah beter of wat zij met Hem vereenzelvigen? ~ 2034 27, 60 | een God naast Allah? Neen, zij zijn een volk dat het spoor 2035 27, 63 | Verheven is Allah boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~ 2036 27, 65 | onzienlijke, behalve Allah; en zij weten niet wanneer zij zullen 2037 27, 65 | en zij weten niet wanneer zij zullen worden opgewekt. ~ 2038 27, 66 | betreffende het Hiernamaals, neen, zij twijfelen er aan, neen, 2039 27, 66 | twijfelen er aan, neen, zij zijn er blind voor." ~ 2040 27, 71 | 71. En zij zullen zeggen: "Wanneer 2041 27, 76 | van hetgeen waaromtrent zij verschillen. ~ 2042 27, 80 | de oproep doen horen als Zij zich verwijderen. ~ 2043 27, 83 | tekenen loochenden, zullen zij in groepen worden bijeengehouden, ~ 2044 27, 84 | 84. Wanneer zij komen, zal Hij zeggen: " 2045 27, 85 | wegens hun ongerechtigheid en zij zullen niet kunnen spreken. ~ 2046 27, 86 | 86. Hebben zij niet gezien dat Wij de nacht 2047 27, 86 | nacht hebben ingesteld opdat zij er in mogen rusten, en de 2048 27, 87 | worden geblazen, zullen zij (allen) die in de hemelen 2049 27, 87 | die in de hemelen en ook zij die op aarde zijn, schrikken, 2050 27, 88 | ze onbewegelijk terwijl zij als de wolken voorbijgaan. 2051 27, 89 | beloning hebben dan deze en zij zullen op die Dag veilig 2052 27, 90 | 90. Maar zij die een slechte daad begaan, 2053 28, 6 | datgene te tonen waarvoor zij vreesden. ~ 2054 28, 9 | als zoon opnemen." Maar zij doorzagen het niet. ~ 2055 28, 10 | Mozes werd vrij (van angst). Zij had het bijna onthuld als 2056 28, 11 | 11. En zij zeide tot zijn zuster: " 2057 28, 11 | zuster: "Ga hem achterna." Zij sloeg hem van verre gade 2058 28, 12 | voordien verboden. Daarom zeide zij (zijn zuster): "Zal ik u 2059 28, 13 | getroost mocht worden en opdat zij niet behoefde te treuren 2060 28, 13 | behoefde te treuren en opdat zij mocht weten dat de belofte 2061 28, 23 | tot haar: "Wat scheelt u?" Zij antwoordden: "Wij kunnen 2062 28, 25 | verlegen naar hem toelopen. Zij zeide: "Mijn vader roept 2063 28, 32 | Steek uw hand in uw boezem; zij zal zonder ziekte wit te 2064 28, 32 | zijn leiders. Waarlijk, zij zijn een opstandig volk." ~ 2065 28, 33 | onder hen, en ik vrees dat zij mij nu zullen doden. ~ 2066 28, 34 | waarheid, want ik vrees dat zij mij zullen verloochenen." ~ 2067 28, 35 | beiden macht geven zodat zij u niet zullen kunnen bereiken. 2068 28, 35 | tekenen zult gij beiden en zij die u volgen overwinnaars 2069 28, 36 | tekenen tot hen kwam, zeiden zij: "Dit is niets dan verzonnen 2070 28, 39 | aanmatigend in het land. En zij dachten, dat zij nooit naar 2071 28, 39 | land. En zij dachten, dat zij nooit naar Ons zouden worden 2072 28, 41 | Dag der Opstanding zullen zij niet worden geholpen. ~ 2073 28, 42 | Dag der Opstanding zullen zij de verachten zijn. ~ 2074 28, 43 | leiding en een genade, opdat zij er lering uit mochten trekken. ~ 2075 28, 46 | moogt waarschuwen opdat zij er lering uit mogen trekken. ~ 2076 28, 47 | zou komen wegens hetgeen zij verdienen, mogen zij niet 2077 28, 47 | hetgeen zij verdienen, mogen zij niet meer zeggen: "Onze 2078 28, 48 | Ons tot hen kwam, zeiden zij: "Waarom is hem niet hetzelfde 2079 28, 48 | werd gegeven?" Verwierpen zij datgene niet, wat Mozes 2080 28, 48 | Mozes voorheen was gegeven? Zij zeiden: "Twee tovenaars 2081 28, 50 | 50. Maar als zij u niet antwoorden, weet 2082 28, 50 | antwoorden, weet dan dat zij slechts hun eigen begeerten 2083 28, 51 | hen nedergezonden opdat zij er lering uit mogen trekken. ~ 2084 28, 52 | 52. Zij aan wie Wij het Boek voordien 2085 28, 53 | is voorgedragen, zeggen zij: "Wij geloven er in. Voorwaar, 2086 28, 54 | tweemaal worden gegeven want zij zijn standvastig geweest 2087 28, 54 | standvastig geweest en omdat zij het kwade met het goede 2088 28, 55 | 55. Wanneer zij ijdele gesprekken horen, 2089 28, 55 | gesprekken horen, wenden zij zich er van af en zeggen: " 2090 28, 55 | en aan u uw werken. Vrede zij met u. Wij zoeken de onwetenden 2091 28, 57 | 57. En zij (de bewoners van Mekka) 2092 28, 63 | 63. Zij, tegen wie het Woord van 2093 28, 63 | Wij waren het niet die zij aanbaden." ~ 2094 28, 64 | Roept uw afgoden aan." En zij zullen hen aanroepen maar 2095 28, 64 | hen niet horen. Terwijl zij de straf zullen zien. Hadden 2096 28, 64 | straf zullen zien. Hadden zij slechts de leiding gevolgd! ~ 2097 28, 66 | voor hen duister worden en zij zullen elkander niet kunnen 2098 28, 68 | schept en kiest wat Hij wil, zij (de afgoden) hebben geen 2099 28, 68 | hebben geen keuze. Glorie zij Allah en verheven is Hij 2100 28, 68 | verheven is Hij boven alles wat zij met Hem vereenzelvigen. ~ 2101 28, 69 | harten verbergen en wat zij openbaren. ~ 2102 28, 75 | Brengt uw bewijs." Dan zullen zij weten dat de Waarheid aan 2103 28, 75 | Allah behoort. En hetgeen zij plachten te verzinnen zal 2104 28, 79 | volk met pracht en praal. Zij, die het leven dezer wereld 2105 28, 80 | 80. Maar zij, aan wie kennis was gegeven, 2106 28, 82 | 82. En zij, die zijn plaats de vorige 2107 28, 84 | 84. Zij die goed doen worden er 2108 28, 84 | beter voor beloond, maar zij die kwaad doen, worden slechts 2109 28, 84 | vergolden naar datgene wat zij deden. ~ 2110 28, 87 | 87. En laten zij u niet afwenden van de woorden 2111 28, 87 | woorden van Allah nadat zij tot u zijn nedergezonden; 2112 29, 2 | 2. Denken de mensen dat zij (met rust) zullen worden 2113 29, 2 | worden gelaten, alleen omdat zij zeggen: "Wij geloven" zonder 2114 29, 2 | Wij geloven" zonder dat zij zullen worden beproefd? ~ 2115 29, 4 | 4. Of denken zij, die slechte daden doen, 2116 29, 4 | slechte daden doen, dat zij Ons zullen ontsnappen? Hun 2117 29, 7 | beloning geven voor wat zij deden. ~ 2118 29, 8 | goed te doen; en indien zij trachten u er toe te brengen 2119 29, 9 | 9. En zij die geloven en goede werken 2120 29, 10 | geloven in Allah", maar als zij vervolgd worden om Allah' 2121 29, 10 | worden om Allah's zaak, zien zij de vervolging van de mens 2122 29, 10 | van uw Heer komt, zeggen zij: "Voorzeker, wij waren met 2123 29, 12 | uw zonden dragen." Doch zij kunnen niets van hun zonden 2124 29, 12 | niets van hun zonden dragen. Zij zijn zeker leugenaars. ~ 2125 29, 13 | 13. Voorzeker zij zullen hun eigen last dragen 2126 29, 13 | eigen last. En waarlijk zij zullen op de Dag der Opstanding 2127 29, 13 | ondervraagd over hetgeen zij plachten te verzinnen. ~ 2128 29, 14 | achterhaalde hen terwijl zij onrechtvaardig waren. ~ 2129 29, 17 | en gij verzint leugens. Zij die gij naast Allah aanbidt 2130 29, 19 | 19. Zien zij niet hoe Allah de schepping 2131 29, 23 | 23. Zij, die in de tekenen van Allah 2132 29, 29 | was niet anders dan dat zij zeiden: "Breng de straf 2133 29, 31 | nieuws brachten, zeiden zij: "Wij willen het volk dezer 2134 29, 32 | zeide: "Maar Lot is daar." Zij zeiden: "Wij weten wel wie 2135 29, 33 | daardoor in moeilijkheid. En zij zeiden: "Vrees niet, noch 2136 29, 37 | 37. Maar zij verloochenden hem. Daarom 2137 29, 37 | een hevige aardbeving en zij lagen in hun huizen plat 2138 29, 38 | hen van het pad ofschoon zij het duidelijk konden zien. ~ 2139 29, 39 | duidelijke tekenen, maar zij handelden hoogmoedig op 2140 29, 39 | hoogmoedig op aarde; toch konden zij Ons niet ontsnappen. ~ 2141 29, 40 | hen onrecht aandeed, maar zij handelden onrechtvaardig 2142 29, 41 | het huis van de spin, als zij het slechts wisten! ~ 2143 29, 42 | Voorwaar, Allah weet wat zij naast Hem aanroepen: en 2144 29, 43 | mensen geven, maar alleen zij die kennis bezitten begrijpen 2145 29, 47 | het Boek nedergezonden en zij wie Wij het Boek hebben 2146 29, 50 | 50. Toch zeggen zij: "Waarom zijn hem geen tekenen 2147 29, 52 | hemelen en op aarde is. Zij die in de leugen geloven 2148 29, 53 | 53. Zij vragen u de straf te verhaasten; 2149 29, 53 | onverwachts overvallen terwijl zij het niet voorzien. ~ 2150 29, 54 | 54. Zij vragen u de straf te verhaasten; 2151 29, 58 | 58. Zij, die geloven en goede werken 2152 29, 58 | waarin rivieren stromen. Zij zullen er in vertoeven. 2153 29, 61 | dienst gesteld?" zullen zij gewis zeggen, "Allah". Hoe 2154 29, 61 | zeggen, "Allah". Hoe worden zij dan (van het goede pad) 2155 29, 63 | aarde na haar dood?", zullen zij gewis zeggen: "Allah". Zeg: " 2156 29, 64 | het werkelijke Leven, als zij dit slechts konden begrijpen! ~ 2157 29, 65 | 65. En wanneer zij aan boord van een schip 2158 29, 65 | van een schip gaan, roepen zij Allah aan, oprecht zijnde 2159 29, 65 | veilig aan wal brengt, zie, zij schrijven deelgenoten aan 2160 29, 66 | 66. Zodat zij datgene, wat Wij hun hebben 2161 29, 66 | verloochenen en zich vermaken. Maar zij zullen het weldra te weten 2162 29, 67 | 67. Hebben zij niet gezien, dat Wij een 2163 29, 67 | worden weggerukt? Geloven zij dan aan een leugen en ontkennen 2164 29, 67 | een leugen en ontkennen zij de gunsten van Allah? ~ 2165 29, 68 | Waarheid verloochent wanneer zij tot hem komt? Is er geen 2166 29, 69 | 69. En zij, die naar Ons streven, - 2167 30, 3 | het nabijzijnde land, maar zij zullen na hun nederlaag 2168 30, 7 | 7. Zij kennen slechts de schijn 2169 30, 7 | van het wereldse leven, en zij zijn zorgeloos over het 2170 30, 8 | 8. Hebben zij over zichzelf niet nagedacht? 2171 30, 9 | 9. Hebben zij niet op aarde gereisd, zodat 2172 30, 9 | op aarde gereisd, zodat zij mochten zien hoe het einde 2173 30, 9 | degenen die vóór hen waren? Zij waren sterker in macht dan 2174 30, 9 | sterker in macht dan dezen, zij maakten het land vruchtbaar 2175 30, 9 | hun onrecht aandeed, maar zij waren het die hun eigen 2176 30, 10 | hen die kwaad deden, omdat zij de tekenen van Allah loochenden, 2177 30, 13 | een bemiddelaar zijn; en zij zullen hun afgoderij verwerpen. ~ 2178 30, 14 | het Uur zal komen, zullen zij worden gescheiden. ~ 2179 30, 15 | 15. Dan zullen zij die geloven en goede werken 2180 30, 16 | 16. Maar zij die niet geloofden en Onze 2181 30, 17 | 17. Glorie zij Allah, wanneer gij de avond 2182 30, 32 | partij zich verheugt in wat zij heeft. ~ 2183 30, 33 | over de mensen komt roepen zij hun Heer aan, zich tot Hem 2184 30, 34 | 34. Zodat zij ondankbaar worden voor hetgeen 2185 30, 35 | dat spreekt over hetgeen zij met Hem vereenzelvigen? ~ 2186 30, 36 | barmhartigheid doen smaken, verheugen zij zich daarin; maar als een 2187 30, 36 | werken, ziet! dan wanhopen zij. ~ 2188 30, 37 | 37. Hebben zij niet ingezien, dat Allah 2189 30, 40 | en verheven boven hetgeen zij (met Hem) vereenzelvigen. ~ 2190 30, 41 | daden zou doen smaken, opdat zij zich bekeren. ~ 2191 30, 44 | ongeloof zal tegen hem zijn, en zij die goede daden verrichten, 2192 30, 47 | vóór u naar hun volkeren. Zij brachten hun duidelijke 2193 30, 48 | Hij wil, ziet! verheugen zij zich. ~ 2194 30, 49 | 49. Ofschoon zij voordien, voordat hij (de 2195 30, 51 | wind hadden gezonden en zij de aarde zagen geel worden, 2196 30, 51 | zagen geel worden, zouden zij daarna zeker ondankbaarheid 2197 30, 52 | roep doen horen wanneer zij u hun rug toekeren, ~ 2198 30, 53 | zouden willen geloven, zodat zij zich onderwerpen. ~ 2199 30, 55 | de schuldigen zweren, dat zij slechts een uur hebben geleefd - 2200 30, 55 | hebben geleefd - zo werden zij bedrogen. ~ 2201 30, 56 | 56. Maar zij wie wijsheid en geloof was 2202 31, 4 | 4. Zij, die het Gebed naleven en 2203 31, 5 | 5. Zij zijn het, die de leiding 2204 31, 5 | van hun Heer volgen, en zij zullen slagen. ~ 2205 31, 9 | 9. Waarin zij zullen vertoeven, zo is 2206 31, 10 | hechte bergen gemaakt opdat zij niet beven met u, en Hij 2207 31, 21 | heeft geopenbaard," zeggen zij: "Neen, wij zullen datgene 2208 31, 23 | 23. En zij die niet geloven, laat hun 2209 31, 23 | verdrieten. Tot Ons zullen zij wederkeren en Wij zullen 2210 31, 23 | zullen hen inlichten over wat zij deden; Allah weet heel goed 2211 31, 25 | hemelen en de aarde?" zullen zij gewis antwoorden: "Allah". 2212 31, 30 | Allah de Waarheid en wat zij naast Hem aanroepen vals 2213 31, 32 | schaduwen omhullen, roepen zij Allah oprecht zijnde in 2214 31, 34 | bevindt. Geen ziel weet wat zij morgen zal doen, en geen 2215 31, 34 | geen ziel weet in welk land zij zal sterven. Voorwaar, Allah 2216 32, 3 | 3. Zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen?" 2217 32, 3 | waarschuwer is geweest, opdat zij geleid mogen worden. ~ 2218 32, 10 | 10. En zij zeggen: "Zullen wij, wanneer 2219 32, 10 | worden geschapen?" Neen, zij geloven niet in de ontmoeting 2220 32, 15 | 15. Slechts zij geloven in Onze tekenen, 2221 32, 15 | Onze tekenen, die, wanneer zij er aan herinnerd worden, 2222 32, 16 | 16. Zij verwijderen zich van hun 2223 32, 16 | vrees en hoop aanroepende en zij doen wel met hetgeen Wij 2224 32, 17 | gehouden als beloning voor wat zij hebben gedaan. ~ 2225 32, 18 | hem die ongehoorzaam is? Zij zijn (stellig) niet gelijk. ~ 2226 32, 19 | 19. Zij, dje geloven en goede werken 2227 32, 19 | als onthaal voor hetgeen zij deden. ~ 2228 32, 20 | Vuur zijn. Telkens wanneer zij er uit willen komen, zullen 2229 32, 20 | uit willen komen, zullen zij er weer in worden teruggedreven 2230 32, 21 | vóór de grotere straf opdat zij zich mogen bekeren. ~ 2231 32, 24 | Ons gebod leidden, zolang zij standvastig waren en in 2232 32, 25 | over hetgeen waaromtrent zij onderling verschillen. ~ 2233 32, 26 | 26. Komen zij niet tot inzicht (door het 2234 32, 26 | vernietigd in wier woonplaatsen zij nu rondlopen? Daarin zijn 2235 32, 26 | zijn zeker tekenen. Willen zij dan niet luisteren? ~ 2236 32, 27 | 27. Hebben zij niet gezien dat Wij het 2237 32, 27 | oogsten voortbrengen waarvan zij en hun vee eten? Willen 2238 32, 27 | en hun vee eten? Willen zij dan niet inzien? ~ 2239 32, 28 | 28. En zij (de ongelovigen) zeggen: " 2240 32, 30 | af, en wacht; voorzeker zij wachten ook. ~~ 2241 33, 5 | vader niet kent, dan zijn zij uw broeders in het geloof 2242 33, 6 | dichter bij de gelovigen dan zij zelven, en zijn vrouwen 2243 33, 10 | 10. Toen zij over u kwamen van boven 2244 33, 11 | de gelovigen beproefd en zij werden hevig geschokt. ~ 2245 33, 12 | En toen de huichelaars en zij in wier hart een ziekte 2246 33, 13 | echter niet blootgesteld, zij wensten slechts te vluchten. ~ 2247 33, 14 | onlusten te veroorzaken, zouden zij dat terstond hebben gedaan 2248 33, 14 | terstond hebben gedaan en zij zoudlen slechts weinig hebben 2249 33, 15 | 15. Waarlijk, zij hadden reeds vroeger een 2250 33, 15 | een verbond gesloten dat zij hun rug niet zouden tonen. 2251 33, 17 | barmhartigheid betonen? En zij zullen voor zich buiten 2252 33, 19 | 19. Zij zijn terughoudend in hun 2253 33, 19 | vrees is weggevaagd, treffen zij u met hun scherpe tong door 2254 33, 20 | 20. Zij denken, dat de bondgenoten 2255 33, 20 | zouden wederkomen, zouden zij gaarne onder de zwervende 2256 33, 20 | over u vragende. En als zij onder u waren, zouden zij 2257 33, 20 | zij onder u waren, zouden zij weinig vechten. ~ 2258 33, 22 | de scharen zagen, zeiden zij: "Dit is wat Allah en Zijn 2259 33, 23 | zijn aan het verbond dat zij met Allah hebben gesloten. 2260 33, 25 | ongelovigen in hun woede; zij verwierven geen voordeel. 2261 33, 37 | hun aangenomen zonen, als zij van haar zijn gescheiden. 2262 33, 44 | 44. De Dag waarop zij Hem zullen ontmoeten zal 2263 33, 47 | gelovigen het blijde nieuws dat zij van Allah grote genade zullen 2264 33, 49 | hebt aangeraakt dan behoeft zij om uwentwille geen wachtperiode 2265 33, 50 | elke gelovige vrouw indien zij zich aan de profeet toevertrouwt 2266 33, 51 | verust te stellen, zodat zij niet treuren en allen tevreden 2267 33, 55 | vrouwen) geen schuld als zij zich tonen aan haar vaders 2268 33, 58 | 58. En zij, die gelovige mannen en 2269 33, 59 | vrouwen der gelovigen dat zij een gedeelte van haar omslagdoeken 2270 33, 59 | hangen. Dit is beter, opdat zij mogen worden onderscheiden 2271 33, 60 | beweging brengen; dan zullen zij slechts voor een korte tijd 2272 33, 61 | 61. Vervloekt zijn zij; waar zij zich ook bevinden 2273 33, 61 | Vervloekt zijn zij; waar zij zich ook bevinden zullen 2274 33, 61 | zich ook bevinden zullen zij worden gegrepen en gedood. ~ 2275 33, 65 | 65. Daarin zullen zij voor lange tijd vertoeven 2276 33, 66 | Vuur zal wentelen zullen zij zeggen: "O, hadden wij slechts 2277 33, 67 | 67. En zij zullen zeggen: "Onze Heer, 2278 33, 67 | en onze grote mannen maar zij deden ons van de rechte 2279 33, 69 | zuiverde hem van hetgeen zij zeiden. En hij was in aanzien 2280 33, 72 | toe te vertrouwen, maar zij weigerden dit te dragen 2281 34, 5 | 5. Maar zij die Onze woorden trachten 2282 34, 6 | 6. En zij, wie kennis is gegeven, 2283 34, 8 | een waanzinnige?" Neen, zij die niet in het Hiernamaals 2284 34, 8 | onder de straf lijden, en zij zijn ver afgedwaald. ~ 2285 34, 9 | 9. Hebben zij dan niet gezien naar hetgeen 2286 34, 13 | 13. Zij maakten voor hem wat hij 2287 34, 14 | dijnn duidelijk, dat, indien zij het onzichtbare gekend hadden, 2288 34, 14 | onzichtbare gekend hadden, zij niet zolang in een toestand 2289 34, 16 | 16. Maar zij wendden zich af; daarom 2290 34, 19 | 19. Maar zij zeiden: "Onze Heer, maak 2291 34, 19 | tussen onze reizen." En zij deden zich daarmee onrecht 2292 34, 20 | zijn mening over hen en zij volgden hem, behalve een 2293 34, 22 | waarvan gij beweert dat zij Goden zijn buiten Allah. 2294 34, 22 | Goden zijn buiten Allah. Zij hebben zelfs geen macht 2295 34, 22 | of op aarde noch hebben zij enig aandeel aan beiden, 2296 34, 23 | wie Hij het toestaat, tot zij, wanneer de vrees van hun 2297 34, 23 | zeggen: "Wat zeide uw Heer?" Zij zullen antwoorden: "De Waarheid." 2298 34, 29 | 29. En zij zeggen: "Wanneer zal deze 2299 34, 31 | worden gebracht, terwijl zij de schuld op elkander zullen 2300 34, 32 | leiding afwendden, nadat zij tot u was gekomen? Neen, 2301 34, 33 | gelijken aan Hem op werpen." En zij zullen berouw tonen wanneer 2302 34, 33 | zullen berouw tonen wanneer zij de straf zullen zien. En 2303 34, 33 | halzen der ongelovigen. Zij zullen slechts worden gestraft 2304 34, 33 | worden gestraft voor hetgeen zij deden. ~ 2305 34, 35 | 35. En zij zeiden: "Wij hebben meer 2306 34, 37 | nabijheid brengen, maar zij die geloven en goede werken 2307 34, 37 | ontvangen, voor hetgeen zij deden en zullen veilig zijn 2308 34, 38 | 38. En zij, die Onze woorden trachten 2309 34, 41 | 41. Zij zullen antwoorden: "Glorie 2310 34, 41 | zullen antwoorden: "Glorie zij U! Gij zijt onze Vriend, 2311 34, 41 | Gij zijt onze Vriend, niet zij. Neen, zij aanbaden de djinn; 2312 34, 41 | Vriend, niet zij. Neen, zij aanbaden de djinn; in hen 2313 34, 43 | zijn verkondigd, zeggen zij: "Dit is slechts een man, 2314 34, 43 | wenst af te leiden." En zij zeggen: "Dit is slechts 2315 34, 44 | gaven hun geen boek dat zij bestudeerden, noch zonden 2316 34, 45 | 45. Zij, die vóór hen waren verloochenden 2317 34, 45 | waren verloochenden ook - en zij hebben zelfs geen tiende 2318 34, 45 | hetgeen Wij hun gaven - zij verloochenden Mijn Boodschappers 2319 34, 51 | hen) maar zien, wanneer zij schrikken! Dan zal er geen 2320 34, 51 | geen ontvluchten zijn als zij van nabij worden gegrepen!" ~ 2321 34, 52 | 52. Dan zullen zij zeggen: "Wij geloven er 2322 34, 53 | 53. Terwijl zij voorheen hebben verworpen? 2323 34, 53 | voorheen hebben verworpen? En zij uiten gissingen omtrent 2324 34, 54 | gemaakt tussen hen en hetgeen zij verlangen zoals met hun 2325 34, 54 | gelijken vóór hen was gedaan. Zij verkeerden inderdaad in 2326 35, 4 | 4. En indien zij u verloochenen (bedenk dan) 2327 35, 6 | volgelingen slechts opdat zij bewoners van het brandende 2328 35, 8 | Voorzeker, Allah weet wat zij doen. ~ 2329 35, 9 | Die de winden zendt zodat zij wolken doen opstijgen, dan 2330 35, 10 | verheft het (tot Hem). En zij, die slechte plannen maken, 2331 35, 13 | Hem is het Koninkrijk en zij, die gij buiten Hem aanroept, 2332 35, 14 | gij hen aanroept, zullen zij uw roep niet horen en indien 2333 35, 14 | roep niet horen en indien zij uw roep horen, zullen zij 2334 35, 14 | zij uw roep horen, zullen zij u niet kunnen antwoorden. 2335 35, 14 | Dag der Opstanding zullen zij uw afgoderij verwerpen. 2336 35, 25 | verloochenen, verloochenden ook zij, die voor hen waren. Hun 2337 35, 29 | 29. Waarlijk, zij die het Boek (de Koran) 2338 35, 33 | tuinen der eeuwigheid zullen zij binnengaan, zij zullen er 2339 35, 33 | eeuwigheid zullen zij binnengaan, zij zullen er in worden getooid 2340 35, 34 | 34. En zij zullen zeggen: "Alle lof 2341 35, 34 | zullen zeggen: "Alle lof zij Allah, Die droefheid van 2342 35, 36 | niet worden verordend opdat zij mochten sterven, noch zal 2343 35, 37 | 37. En zij zullen er in schreeuwen, 2344 35, 40 | aanroept- Toont mij aan hetgeen zij van de aarde hebben geschapen. 2345 35, 40 | hebben geschapen. Of hebben zij een aandeel aan de hemelen?" 2346 35, 40 | een Boek gegeven waaruit zij een bewijs hebben? Neen, 2347 35, 41 | de aarde in stand opdat zij niet vergaan. En indien 2348 35, 41 | niet vergaan. En indien zij uit elkaar zouden vallen, 2349 35, 42 | 42. Zij zweren bij Allah hun plechtigste 2350 35, 42 | waarschuwer tot hen zou komen, zij de leiding beter zouden 2351 35, 43 | die het maken. Verwachten zij slechts de handelwijze waarmee 2352 35, 44 | 44. Hebben zij niet op aarde gereisd en 2353 35, 44 | waren sterker in macht dan zij. Er is niets in de hemelen 2354 35, 45 | zou straffen voor hetgeen zij doen, zou Hij geen schepsel 2355 36, 7 | de meesten hunner, want zij geloven niet. ~ 2356 36, 9 | hebben hen gesluierd, zodat zij niet kunnen zien. ~ 2357 36, 10 | hen waarschuwt of niet; zij willen niet geloven. ~ 2358 36, 12 | doden doen herleven, en wat zij doen, optekenen evenals 2359 36, 12 | optekenen evenals de sporen die zij nalaten en Wij hebben alle 2360 36, 14 | twee boodschappers maar zij verloochenden dezen waarop 2361 36, 14 | een derde versterkten en zij zeiden: "Waarlijk, wij zijn 2362 36, 15 | 15. Zij (de bewoners) antwoordden: " 2363 36, 16 | 16. Zij zeiden: "Onze Heer weet 2364 36, 19 | 19. Zij antwoordden: "Uw onheil 2365 36, 23 | niets baten noch kunnen zij mij redden. ~ 2366 36, 29 | een enkele kreet en ziet; zij waren als uitgeblust. ~ 2367 36, 30 | boodschapper tot hen of zij bespotten hem. ~ 2368 36, 31 | 31. Hebben zij niet gezien, hoeveel geslachten 2369 36, 33 | uit haar voort, waarvan zij eten. ~ 2370 36, 35 | 35. Opdat zij van de vruchten daarvan 2371 36, 35 | handen toebereiden. Willen zij dan niet dankbaar zijn? 2372 36, 36 | 36. Glorie zij Hem, Die alles in paren 2373 36, 37 | nemen de dag weg en ziet! zij zijn in duisternis. ~ 2374 36, 39 | hebben Wij fasen bepaald tot zij als een oude tak van een 2375 36, 40 | nacht de dag voorbijstreven. Zij zweven elk in hun eigen 2376 36, 42 | dergelijks scheppen, waarop zij zullen varen. ~ 2377 36, 43 | helper zijn noch kunnen zij gered worden, ~ 2378 36, 46 | tekenen van hun Heer, of zij wenden er zich van af. ~ 2379 36, 48 | 48. En zij zeggen: "Wanneer zal deze 2380 36, 49 | 49. Zij wachten slechts op een plotselinge 2381 36, 49 | hen zal overkomen terwijl zij nog aan het redetwisten 2382 36, 50 | 50. En zij zullen geen testament meer 2383 36, 50 | kunnen maken noch zullen zij tot hun families terugkeren. ~ 2384 36, 51 | worden geblazen, en ziet! zij zullen zich vanuit hun graven 2385 36, 52 | 52. Zij zullen zeggen: "O wee ons, 2386 36, 53 | een kreet zijn en ziet! zij zullen allen voor Ons worden 2387 36, 56 | 56. Zij en hun echtgenoten zullen 2388 36, 57 | 57. Zij zullen daar vruchten hebben 2389 36, 57 | vruchten hebben en alles waar zij om vragen ontvangen. ~ 2390 36, 65 | getuigenis afleggen van alles wat zij hebben bedreven. ~ 2391 36, 66 | hebben gedoofd; dan zouden zij zich naar het pad hebben 2392 36, 66 | haasten. Maar hoe konden zij zien? ~ 2393 36, 67 | hebben doen verstijven zodat zij noch vóór- noch achteruit 2394 36, 68 | achteruitgaan in kracht. Willen zij dan niet begrijpen? ~ 2395 36, 71 | 71. Hebben zij niet gezien, dat onder de 2396 36, 71 | vee hebben geschapen, waar zij meesters over zijn? ~ 2397 36, 73 | 73. En zij hebben er voordelen van 2398 36, 73 | voordelen van en dranken. Willen zij dan niet dankbaar zijn? ~ 2399 36, 74 | 74. En zij hebben andere goden naast 2400 36, 74 | Allah genomen, hopende dat zij mogen worden geholpen. ~ 2401 36, 75 | kunnen hen niet helpen maar zij zullen als een schare tegen 2402 36, 76 | Voorwaar, Wij weten wat zij verbergen en wat zij tonen. ~ 2403 36, 76 | wat zij verbergen en wat zij tonen. ~ 2404 36, 78 | beenderen doen herleven als zij vergaan zijn?" ~ 2405 36, 83 | 83. Glorie zij daarom Hem, in wiens hand 2406 37 | 37. Zij die in de Rangen behoren ( 2407 37, 8 | 8. Zij kunnen van de verheven bijeenkomst 2408 37, 8 | bijeenkomst niets horen en zij worden van elke kant verdreven. ~ 2409 37, 11 | hun (de ongelovigen) of zij moeilijker zijn te scheppen, 2410 37, 12 | Neen, gij verwondert u en zij spotten. ~ 2411 37, 13 | 13. En wanneer zij vermaand worden, trekken 2412 37, 13 | vermaand worden, trekken zij er geen lering uit. ~ 2413 37, 14 | 14. En wanneer zij een teken zien, bespotten 2414 37, 14 | een teken zien, bespotten zij het. ~ 2415 37, 15 | 15. En zij zeggen: "Dit is niets dan 2416 37, 19 | slechts één roep zijn en ziet, zij zullen beginnen te zien. ~ 2417 37, 20 | 20. Dan zullen zij zeggen: "Wee ons! Dit is 2418 37, 22 | hun metgezellen en hetgeen zij aanbaden ~ 2419 37, 24 | Doch houdt hen staande want zij moeten worden ondervraagd." ~ 2420 37, 26 | Neen, op die Dag zullen zij onderworpen zijn. ~ 2421 37, 28 | 28. Zij zullen zeggen: "Voorwaar, 2422 37, 29 | 29. Zij zullen antwoorden: "Neen, 2423 37, 33 | Waarlijk, op die Dag zullen zij allen deelgenoten zijn in 2424 37, 35 | God naast Allah", waren zij vanmatigend. ~ 2425 37, 42 | 42. Zij zullen vruchten ontvangen, 2426 37, 47 | zal ontstaans noch zullen zij er door worden uitgeput. ~ 2427 37, 49 | 49. Rein, alsof zij zorgvuldig bewaarde eieren 2428 37, 66 | 66. En zij zullen er zeker van eten 2429 37, 67 | 67. Dan zullen zij bovendien een drank van 2430 37, 69 | 69. Zij vonden inderdaad hun voorvaderen 2431 37, 70 | 70. En zij haastten zich in hun voetstappen 2432 37, 79 | 79. "Vrede zij Noach onder de volkeren." ~ 2433 37, 90 | 90. En zij wendden zich van hem af 2434 37, 94 | 94. En zij (de afgodendienaren) haastten 2435 37, 97 | 97. Zij zeiden: "Laat ons een omheining 2436 37, 98 | 98. En zij hadden een komplot tegen 2437 37, 103| 103. En toen zij zich beiden aan (Gods bevel) 2438 37, 109| 109. "Vrede zij Abraham." ~ 2439 37, 116| tegen de Egyptenaren) en zij waren het die de overwinning 2440 37, 120| 120. "Vrede zij Mozes en Aäron." ~ 2441 37, 122| 122. Voorwaar zij behoorden tot Onze gelovige 2442 37, 127| 127. Maar zij verloochenden hem en zij 2443 37, 127| zij verloochenden hem en zij zullen zeker worden overgeleverd. ~ 2444 37, 130| 130. "Vrede zij Elias." ~ 2445 37, 148| 148. En zij geloofden, daarom gaven 2446 37, 149| Heer dochters heeft terwijl zij zonen hebben? ~ 2447 37, 150| wezens geschapen, terwijl zij getuigen waren? ~ 2448 37, 151| door hun verzinsel zeggen zij: ~ 2449 37, 152| Allah heeft verwekt." Maar zij zijn stellig leugenaars. ~ 2450 37, 158| 158. En zij beweren een bloedverwantschap 2451 37, 158| djinn zeer goed weten, dat zij voor Hem zullen worden gebracht. ~ 2452 37, 159| Verheven is Allah boven hetgeen zij zeggen. ~ 2453 37, 167| 167. En zij plachten te zeggen: ~ 2454 37, 170| 170. Toch verwerpen zij deze, maar zij zullen het 2455 37, 170| verwerpen zij deze, maar zij zullen het weldra te weten 2456 37, 172| 172. Voorzeker, zij zijn het die geholpen zullen 2457 37, 175| 175. En sla hen gade; want zij zullen het weldra inzien ~ 2458 37, 176| 176. Willen zij dan Onze straf verhaasten? ~ 2459 37, 179| 179. En let op, zij zullen het weldra inzien. ~ 2460 37, 180| en Macht, boven hetgeen zij zeggen! ~ 2461 37, 181| 181. En vrede zij de boodschappers! ~ 2462 38, 3 | Wij vernietigd vóór hen! Zij schreeuwden het uit, toen 2463 38, 8 | vermaning gezonden?" Neen, zij twijfelen aan Mijn vermaning, 2464 38, 8 | twijfelen aan Mijn vermaning, zij hebben Mijn straf nog niet 2465 38, 9 | 9. Bezitten zij de schatten der barmhartigheid 2466 38, 11 | 11. Zij zijn een leger van bondgenoten 2467 38, 16 | 16. Zij zeggen: "Onze Heer, geef 2468 38, 17 | 17. Verdraag hetgeen zij zeggen en gedenk onze dienaar 2469 38, 21 | tegenstanders u bereikt? Hoe zij over de muur van zijn kamer 2470 38, 22 | 22. Hoe zij bij David binnenkwamen en 2471 38, 22 | binnenkwamen en hij hen vreesde. Zij zeiden: "Vrees niet, wij 2472 38, 24 | en goede werken doen: en zij zijn slechts weinigen." 2473 38, 26 | begeerten niet, anders zullen zij u van de weg van Allah afleiden." 2474 38, 26 | strenge straf ontvangen, omdat zij de Dag des Oordeels vergeten. ~ 2475 38, 32 | gedachtenis aan mijn Heer." Toen zij (de zon) door een sluier 2476 38, 47 | 47. En waarlijk, zij zijn in Onze ogen de uitverkorenen 2477 38, 48 | Ismaël, Eliza en Zolkifl; zij behoren allen tot de besten. ~ 2478 38, 51 | Op tronen rustend zullen zij daarin om overvloedig vruchten 2479 38, 56 | 56. De hel! daarin zullen zij branden, het is een slechte 2480 38, 59 | u ingestort zal worden. (Zij zullen zeggen:) "Geen welkom 2481 38, 59 | Geen welkom voor hen, zij moeten in het Vuur branden." ~ 2482 38, 60 | 60. Zij zullen antwoorden: "Wee, 2483 38, 61 | 61. Zij zullen zeggen: "Onze Heer, 2484 38, 62 | 62. En zij zullen zeggen: "Hoe komt 2485 38, 69 | verheven vergadering toen zij onderling redetwistten, ~ 2486 38, 79 | uitstel tot de Dag waarop zij zullen worden opgewekt." ~ 2487 39, 3 | aanbidden dezen slechts opdat zij ons in Allah's nabijheid 2488 39, 3 | betreffende datgene waarin zij verschillen. Voorwaar, Allah 2489 39, 9 | van zijn Heer. Zeg: "Zijn zij die weten gelijk aan hen 2490 39, 15 | Dag der Opstanding zullen zij de verliezers zijn, die 2491 39, 16 | 16. Zij zullen lagen van Vuur over 2492 39, 17 | 17. En zij die vermijden valse goden 2493 39, 18 | en dit het best naleven. Zij zijn het die Allah geleid 2494 39, 18 | die Allah geleid heeft, en zij zijn de verstandigen. ~ 2495 39, 22 | gedachtenis aan Allah! Waarlijk, zij verkeren klaarblijkelijk 2496 39, 25 | straf over hen zonder dat zij bemerkten van waar. ~ 2497 39, 26 | zal zeker groter zijn. Als zij slechts wisten! ~ 2498 39, 27 | deze Koran vermeld, opdat zij er lering uit trekken. ~ 2499 39, 29 | één man toebehoort. Zijn zij beiden in dezelfde toestand? 2500 39, 30 | Waarlijk gij zult sterven en zij zullen ook sterven. ~


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3188

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License