Table of Contents | Words: Alphabetical - Frequency - Inverse - Length - Statistics | Help | IntraText Library
Alphabetical    [«  »]
zign 10
zigt 1
zii 1
zij 3188
zijd 1
zijde 14
zijden 7
Frequency    [«  »]
-----
7987 en
6932 de
3188 zij
3173 van
3106 het
2844 allah

Koran

IntraText - Concordances

zij

1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3188

                                                      bold = Main text
     Sura, Verse                                      grey = Comment text
2501 39, 32 | Waarheid verloochent wanneer zij tot hem komt? Is er voor 2502 39, 34 | 34. Zij zullen van hun Heer ontvangen 2503 39, 34 | van hun Heer ontvangen wat zij begeren; dat is de beloning 2504 39, 35 | Allah zal het slechtste wat zij deden van hen verwijderen 2505 39, 35 | geven beter dan hetgeen zij verdienden. ~ 2506 39, 36 | toereikend voor Zijn dienaar? En zij trachten u te doen vrezen 2507 39, 38 | aarde geschapen?", zullen zij voorzeker antwoorden: "Allah". 2508 39, 38 | naast Allah aanroept, kunnen zij, indien Allah mij zou willen 2509 39, 38 | barmhartigheid wil tonen, kunnen zij Zijn barmhartigheid dan 2510 39, 42 | van de mensen op wanneer zij sterven en ook van hen die 2511 39, 43 | 43. Hebben zij bemiddelaars naast Allah 2512 39, 43 | genomen? Vraag: "Zelfs indien zij (de afgoden) nergens macht 2513 39, 45 | Hem genoemd worden, ziet, zij verheugen zich. ~ 2514 39, 46 | dienaren over datgene waarin zij verschillen." ~ 2515 39, 47 | eens zoveel daarbij, zullen zij dit op de Dag der Opstanding 2516 39, 47 | willen aanbieden. En wat zij nooit dachten zal hun door 2517 39, 48 | straf voor het kwaad dat zij bedreven zal hun duidelijk 2518 39, 48 | duidelijk worden en wat zij plachten te bespotten zal 2519 39, 50 | toch baatte hen hetgeen zij deden niet; ~ 2520 39, 51 | 51. En het kwaad dat zij deden trof hen en wat de 2521 39, 51 | zal hen ook treffen en zij kunnen Ons niet ontsnappen. ~ 2522 39, 52 | 52. Weten zij niet dat Allah de voorziening 2523 39, 57 | 57. Of opdat zij niet moge zeggen: "Had Allah 2524 39, 58 | 58. Of opdat zij de straf ziende, niet moge 2525 39, 61 | over hen komen noch zullen zij treuren. ~ 2526 39, 63 | hemelen en der aarde; en zij die de tekenen van Allah 2527 39, 67 | 67. Zij waarderen Allah niet volgens 2528 39, 67 | opgerold in Zijn hand. Glorie zij Hem en verheven is Hij boven 2529 39, 67 | verheven is Hij boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~ 2530 39, 68 | worden geblazen en ziet! Zij zullen staande herrijzen 2531 39, 70 | worden beloond voor hetgeen zij deed. En Hij weet het beste 2532 39, 70 | En Hij weet het beste wat zij volbrachten. ~ 2533 39, 71 | worden gedreven, wanneer zij deze bereiken, zullen de 2534 39, 71 | de komst van deze Dag?" Zij zullen antwoorden: "Ja zeker!" 2535 39, 73 | Hemel worden geleid; wanneer zij die bereiken zullen de poorten 2536 39, 73 | zullen tot hen zeggen: "Vrede zij u! Weest gelukkig en gaat 2537 39, 74 | 74. Zij zullen zeggen: "Alle lof 2538 40, 6 | van de ongelovigen: dat zij de bewoners van het Vuur 2539 40, 7 | 7. Zij, die de Troon dragen en 2540 40, 7 | die de Troon dragen en zij die er omheen staan verheerlijken 2541 40, 7 | de lof die Hem toekomt en zij geloven in Hem en vragen 2542 40, 11 | 11. Zij zullen zeggen: "Onze Heer, 2543 40, 16 | 16. De Dag waarop zij naar voren zullen komen - 2544 40, 17 | worden beloond voor hetgeen zij heeft verdiend. Geen onrecht 2545 40, 18 | in de keel klopt terwijl zij vol verdriet zullen zijn. 2546 40, 20 | waarheid, maar degenen die zij aanroepen naast Hem kunnen 2547 40, 21 | 21. Hebben zij niet over de aarde gereisd 2548 40, 21 | hen die vóór hen waren? Zij waren machtiger dan dezen 2549 40, 21 | Allah hen voor hun zonden en zij hadden niemand om hen tegen 2550 40, 22 | duidelijke tekenen, doch zij verwierpen ze; daarom greep 2551 40, 24 | en Hamaan en Korach, maar zij zeiden: "Hij is een tovenaar 2552 40, 25 | Ons tot hen kwam, zeiden zij: "Doodt de zonen der gelovigen 2553 40, 29 | tegen de straf van Allah als zij over ons komt?" Pharao zeide: " 2554 40, 40 | binnengaan; daarin zullen zij van alles worden voorzien, 2555 40, 46 | 46. Aan het Vuur zullen zij morgen en avond worden blootgesteld. 2556 40, 47 | 47. En wanneer zij met elkander in het Vuur 2557 40, 48 | 48. Zij die trots waren zullen zeggen: " 2558 40, 50 | 50. Zij zullen antwoorden: "Kwamen 2559 40, 50 | met duidelijke bewijzen?" Zij zullen zeggen: "Ja zeker." 2560 40, 56 | 56. Zij die over de tekenen van 2561 40, 56 | innerlijk niets dan trots, die zij niet kunnen verwerkelijken. 2562 40, 58 | zijn niet gelijk; noch zijn zij, die geloven en goede werken 2563 40, 60 | uw gebed verhoren. Maar zij die te hoogmoedig zijn om 2564 40, 69 | redetwisten? Hoe worden zij afgewend! ~ 2565 40, 71 | 71. Wanneer zij met boeien en kettingen 2566 40, 72 | kokend water; dan zullen zij in het vuur worden geworpen. ~ 2567 40, 74 | 74. "Naast Allah?" Zij zullen zeggen: "Zij zijn 2568 40, 74 | Allah?" Zij zullen zeggen: "Zij zijn verloren gegaan. Neen, 2569 40, 77 | vóór dien) doen sterven, zij zullen toch tot Ons worden 2570 40, 82 | 82. Hebben zij niet op aarde gereisd en 2571 40, 82 | degenen die voor hen waren? Zij waren groter in aantal dan 2572 40, 82 | kracht, en in de sporen die zij op aarde achterlieten. Maar 2573 40, 82 | achterlieten. Maar alles wat zij verwierven baatte hen niet. ~ 2574 40, 83 | tekenen tot hen kwamen, namen zij genoegen met de kennis die 2575 40, 83 | genoegen met de kennis die zij bezaten. en de straf waarover 2576 40, 83 | bezaten. en de straf waarover zij spotten, verstrikte hen. ~ 2577 40, 84 | 84. En toen zij Onze straf zagen zeiden 2578 40, 84 | Onze straf zagen zeiden zij: "Wij geloven in Allah als 2579 40, 85 | 85. Maar nadat zij Onze straf hadden gezien 2580 41, 4 | hunner wenden zich af, zodat zij niet luisteren. ~ 2581 41, 5 | 5. Zij zeggen: "Onze harten zijn 2582 41, 8 | geloven en goede werken doen, zij zullen zeker een loon ontvangen 2583 41, 12 | 12. Zij zeiden: "Wij komen gewillig." 2584 41, 13 | 13. Maar indien zij zich afwenden, zeg dan: " 2585 41, 14 | niets dan Allah", zeiden zij: "Als onze Heer het had 2586 41, 15 | machtiger dan wij?" Wisten zij niet dat Allah, Die hen 2587 41, 15 | schiep machtiger was dan zij? Doch zij plachten Onze 2588 41, 15 | machtiger was dan zij? Doch zij plachten Onze tekenen te 2589 41, 16 | nog vernederender zijn en zij zullen niet worden geholpen. ~ 2590 41, 17 | Wij gaven leiding, maar zij verkozen blindheid boven 2591 41, 17 | vernedering, voor hetgeen Zij hadden verdiend. ~ 2592 41, 20 | 20. Tot zij het bereiken, zullen hun 2593 41, 20 | getuigenis afleggen over wat zij plachten te doen. ~ 2594 41, 21 | 21. En zij zullen tot hun huiden zeggen: " 2595 41, 24 | 24. Indien zij nu volharden, is het Vuur 2596 41, 24 | Vuur hun tehuis; en als zij om verontschuldiging vragen, 2597 41, 24 | verontschuldiging vragen, behoren zij niet tot hen aan wie deze 2598 41, 25 | vóór hen leefden. Zeker, zij waren verliezers. ~ 2599 41, 28 | vijanden: het Vuur. Daar zullen zij een langdurig tehuis hebben; 2600 41, 28 | hebben; een vergelding, omdat zij Onze tekenen niet erkenden. ~ 2601 41, 29 | voeten mogen plaatsen zodat zij tot de vernederden behoren." ~ 2602 41, 30 | 30. Voorzeker zij, die zeggen: "Onze Heer 2603 41, 35 | het iemand gegeven behalve zij die een grote gave hebben. ~ 2604 41, 38 | 38. Maar al tonen zij (de ongelovigen) hoogmoed, 2605 41, 38 | verheerlijken Hem dag en nacht, en zij vervelen zich nooit. ~ 2606 41, 39 | op nederzenden, beweegt zij zich en zet uit. Zeker Hij, 2607 41, 40 | 40. Voorzeker, zij die Onze tekenen verdraaien 2608 41, 41 | 41. Voorzeker, zij die niet in de Vermaning 2609 41, 44 | taal hadden gegeven, zouden zij zeker hebben gezegd: "Waarom 2610 41, 44 | het is duister voor hen. Zij worden aangeroepen vanaf 2611 41, 45 | geoordeeld zijn, want waarlijk zij verkeerden er in een verontrustende 2612 41, 47 | vrouw zwanger noch wordt zij verlost, dan met Zijn kennis. 2613 41, 47 | Mijn medegoden?" zullen zij antwoorden: "Wij verklaren 2614 41, 48 | 48. En de afgoden welke zij voorheen plachten aan te 2615 41, 48 | gaan voor hen verloren en zij zullen weten dat zij gee 2616 41, 48 | en zij zullen weten dat zij gee toevluchtsoord hebben. ~ 2617 41, 50 | ongelovigen alles vertellen wat zij deden en Wij zullen hen 2618 41, 54 | 54. Ziet toe! Zij zijn in twijfel over de 2619 42, 9 | 9. Hebben zij naast Hem besehermers tot 2620 42, 14 | 14. En zij waren slechts verdeeld, 2621 42, 14 | geoordeeld zijn. En waarlijk, zij die het Boek erfden, na 2622 42, 16 | 16. En zij die over Allah twisten nadat 2623 42, 16 | over Allah twisten nadat zij Hem aanvaard hebben, hun 2624 42, 18 | de Waarheid is. Ziet toe! Zij die over het Uur redetwisten 2625 42, 21 | 21. Hebben zij (afgodendienaren) dan medegoden, 2626 42, 22 | vrees zien voor hetgeen zij hebben verdiend op de Dag 2627 42, 22 | tuinen van het paradijs zijn. Zij zullen bij hun Heer alles 2628 42, 22 | hun Heer alles vinden wat zij wensen. Dat is de grote 2629 42, 24 | 24. Zeggen zij: "Hij heeft een leugen over 2630 42, 27 | hebben vergroot, zouden zij op aarde verderf hebben 2631 42, 33 | Hij de wind stillen zodat zij bewegingloos staan op de 2632 42, 34 | vernietigen: wegens hetgeen zij (de mensen) verdienen - 2633 42, 35 | 35. Opdat zij die over de tekenen van 2634 42, 35 | redetwisten, mogen inzien dat zij geen toevlucht hebben. ~ 2635 42, 37 | vermijden en die wanneer zij vertoornd zijn, vergeven; ~ 2636 42, 44 | onrechtvaardigen zien die, wanneer zij de straf zullen aanschouwen, 2637 42, 45 | schande vernederd, terwijl zij er met neergeslagen ogen 2638 42, 45 | verliezers zijn inderdaad zij die zichzelf en hun familie 2639 42, 46 | 46. Zij hebben buiten Allah geen 2640 42, 48 | 48. Maar indien zij zich afwenden hebben Wij 2641 43, 7 | hen nooit een profeet of zij bespotten hem. ~ 2642 43, 9 | hemelen en de aarde?" zullen zij zeker zeggen: "De Machtige, 2643 43, 13 | gedenken en zeggen: "Glorie zij Hem, Die dit in onze dienst 2644 43, 19 | 19. En zij maakten de engelen, die 2645 43, 19 | vrouwelijke wezens. Waren zij dan van hun schepping getuige? 2646 43, 19 | zal worden opgetekend en zij zullen tot rekenschap worden 2647 43, 20 | 20. Zij zeggen: "Indien de Barmhartige 2648 43, 20 | hen niet hebben aanbeden." Zij hebben daar in het geheel 2649 43, 20 | geheel geen kennis van, zij vermoeden slechts. ~ 2650 43, 21 | voren een Boek gegeven waar zij zich aan vasthouden? ~ 2651 43, 22 | 22. Neen, zij zeggen: "Wij zagen onze 2652 43, 24 | 24. Zij (de boodschappers) zeiden: " 2653 43, 24 | vaderen hebt zien volgen?" Zij zeiden: "Waarlijk, wij verwerpen 2654 43, 28 | zijn nakomelingen, opdat zij zich mochten bekeren. ~ 2655 43, 30 | tot hen is gekomen, zeggen zij: "Dit is tovenarij en wij 2656 43, 32 | Heer is beter dan hetgeen zij vergaren. ~ 2657 43, 33 | huizen en trappen waarop zij naar boven konden lopen 2658 43, 34 | huizen; en rustbanken, waarop zij konden rusten, ~ 2659 43, 47 | hen kwam, ziet, bespotten zij hem. ~ 2660 43, 48 | een straf ondergaan opdat zij zich mochten bekeren. ~ 2661 43, 49 | 49. En zij zeiden (tot Mozes): "O, 2662 43, 50 | van hen wegnamen, ziet, zij braken hun woord. ~ 2663 43, 54 | zijn volk tot dwazen en zij gehoorzaamden hem. Zij waren 2664 43, 54 | en zij gehoorzaamden hem. Zij waren inderdaad een overtredend 2665 43, 55 | 55. Toen zij Ons vertoornden, straften 2666 43, 58 | 58. En zij roepen: "Zijn onze goden 2667 43, 58 | beter of is hij beter?" Zij zeggen dit tot u alleen 2668 43, 58 | om te twisten. Waarlijk zij zijn een twistziek volk. ~ 2669 43, 66 | 66. Zij wachten slechts tot het 2670 43, 66 | plotseling over hen komt, terwijl zij het niet voorzien. ~ 2671 43, 75 | niet verlicht worden en zij zullen daarin vertwijfelen. ~ 2672 43, 76 | deden hun geen onrecht, doch zij waren tet die zichzelf onrecht 2673 43, 77 | 77. En zij zullen schreeuwen: "O, Malik, 2674 43, 79 | 79. Hebben zij een richting bepaald? Dan 2675 43, 80 | 80. Denken zij dat Wij hun heimelijk overleg 2676 43, 82 | Troon, boven al hetgeen zij vertellen. ~ 2677 43, 86 | 86. En degenen die zij naast Allah aanroepen bezitten 2678 43, 86 | Waarheid getuigt; en dat weten zij. ~ 2679 43, 87 | Wie schiep hen?", zullen zij zeker zeggen: "Allah". Waarheen 2680 43, 87 | Allah". Waarheen worden zij dan afgewend? ~ 2681 43, 89 | Vrede": en weldra zullen zij (hun dwaijling) te weten 2682 44, 9 | 9. Doch zij vermaken zich door te twijfelen. ~ 2683 44, 12 | zijn gelovigen," (zullen zij zeggen). ~ 2684 44, 14 | 14. En zij hebben zich van hem afgewend 2685 44, 15 | een wijle wegnemen, maar zij zullen stellig terugvallen. ~ 2686 44, 24 | deze rustig is. Voorzeker, zij zijn een schare die zal 2687 44, 25 | tuinen en bronnen lieten zij achter! ~ 2688 44, 27 | aangename dingen, waarvan zij genoten! ~ 2689 44, 37 | 37. Zijn zij beter of het volk van Tobba 2690 44, 37 | of het volk van Tobba of zij die vóór hen zijn geweest? 2691 44, 37 | Wij vernietigden hen omdat zij schuldig waren. ~ 2692 44, 41 | niets zal baten noch zullen zij worden geholpen. ~ 2693 44, 55 | 55. Zij zullen daar naar alle fruitsoorten 2694 44, 56 | 56. Zij zullen daarin geen andere 2695 44, 59 | 59. Wacht daarom, zij wachten ook. ~~ 2696 45, 6 | Allah en Zijn tekenen zullen zij dan geloven? ~ 2697 45, 10 | 10. Zij hebben de hel in het vooruitzicht; 2698 45, 10 | het vooruitzicht; hetgeen zij verwierven zal hen niet 2699 45, 10 | baten noch de afgoden die zij buiten Allah tot beschermers 2700 45, 10 | beschermers namen, terwijl zij een grote straf zullen ontvangen. ~ 2701 45, 14 | tegen de gelovigen, dat zij diegenen, die de dagen van 2702 45, 14 | moge vergelden voor hetgeen zij verrichten. ~ 2703 45, 17 | uitleg over de godsdienst. En zij werden onenig slechts nadat 2704 45, 17 | omtrent datgene waarover zij het met elkaar oneens waren. ~ 2705 45, 19 | 19. Voorwaar, zij zullen u niets tegen Allah 2706 45, 22 | dat elke ziel voor hetgeen zij verdient vergolden moge 2707 45, 24 | 24. En zij zeggen: "Er is niets dan 2708 45, 24 | tijd vernietigt ons." Maar zij hebben daaromtrent geen 2709 45, 24 | daaromtrent geen kennis, zij vermoeden slechts. ~ 2710 45, 27 | het Uur aanbreekt, zullen zij die leugens volgen, vergaan. ~ 2711 45, 33 | duidelijk worden en hetgeen zij plachten te bespotten zal 2712 45, 35 | misleid." Daarom zullen zij op die Dag niet uit het 2713 46, 3 | af van hetgeen, waardoor zij zijn gewaarschuwd. 2714 46, 4 | aanroept? Toont mij, welk deel zij van de aarde hebben geschapen. 2715 46, 4 | hebben geschapen. Of hebben zij aandeel aan de hemelen? 2716 46, 7 | degenen, die de Waarheid, toen zij tot hen kwam, verwierpen: " 2717 46, 8 | 8. Zeggen zij: "Hij heeft dit verzonnen," 2718 46, 11 | Indien dit goed was, zouden zij ons daarin niet voorgegaan 2719 46, 11 | voorgegaan zijn. " En omdat zij de rechte weg niet hebben 2720 46, 11 | niet hebben gevolgd, zeggen zij: "Dit is een oude leugen." ~ 2721 46, 13 | 13. Voorwaar, zij, die zeggen: "Onze Heer 2722 46, 13 | vrees komen, noch zullen zij treuren. ~ 2723 46, 14 | bewoners van het paradijs: zij zullen daarin vertoeven 2724 46, 14 | als beloning voor hetgeen zij plachten te doen. ~ 2725 46, 16 | Wij de goede werken die zij verrichten en Wij zien hun 2726 46, 16 | slechte daden over het hoofd. Zij behoren tot de bewoners 2727 46, 18 | hen zijn heengegaan, dat zij zeker de verliezers zullen 2728 46, 19 | graden overeenkomstig hetgeen zij doen, opdat Allah hun daden 2729 46, 22 | 22. Toen zeiden zij: "Zijt gij tot ons gekomen 2730 46, 24 | 24. Toen zij een wolk naar hun valleien 2731 46, 24 | valleien zagen komen, zeiden zij: "Dit is een wolk, die ons 2732 46, 26 | hart baatten hen iets, daar zij de tekenen van Allah verwierpen 2733 46, 26 | verwierpen en hetgeen waarover zij plachten te spotten, (de 2734 46, 27 | tekenen uitgelegd opdat zij zich mochten bekeren. ~ 2735 46, 28 | Waarom hielpen degenen, die zij buiten Allah tot goden hadden 2736 46, 28 | komen, hen dan niet? Neen, zij faalden hier geheel in. - 2737 46, 28 | was hun leugen - en wat zij plachten te verzinnen (faalde 2738 46, 29 | wensten te horen en, toen zij bij u kwamen, zeiden zij: " 2739 46, 29 | zij bij u kwamen, zeiden zij: "Weest stil" en toen het ( 2740 46, 29 | prediking) beëindigd was, gingen zij naar hun volk terug en waarschuwden 2741 46, 30 | 30. Zij zeiden: "O, ons volk, wij 2742 46, 33 | 33. Hebben zij niet ingezien dat Allah, 2743 46, 34 | Is dit niet de waarheid?" Zij zullen antwoorden: "Ja zeker, 2744 46, 35 | haastig. De Dag, waarop zij zullen zien waarmede zij 2745 46, 35 | zij zullen zien waarmede zij worden bedreigd, zal het 2746 46, 35 | het hun toeschijnen alsof zij slechts een uur van een 2747 47, 1 | 1. Zij, die (de Waarheid) verwerpen 2748 47, 2 | 2. Maar zij, die geloven en goede werken 2749 47, 4 | of voor een losprijs. Zo zij het. En indien Allah wilde, 2750 47, 9 | 9. Dat is omdat zij, hetgeen Allah heeft geopenbaard, 2751 47, 10 | 10. Hebben zij op aarde niet gereisd en 2752 47, 13 | hebben Wij vernietigd, en zij hadden geen helper! ~ 2753 47, 14 | 14. Zijn zij die op een duidelijk bewijs 2754 47, 14 | van hun Heer steunen als zij voor wie hun slechte daden 2755 47, 15 | rivieren van zuivere honing. En zij zullen er allerlei vruchten 2756 47, 15 | vergiffenis van hun Heer. Kunnen zij gelijk zijn aan degenen 2757 47, 16 | luisteren naar u doch wanneer zij van u weggaan, zeggen zij 2758 47, 16 | zij van u weggaan, zeggen zij tot hen aan wie kennis is 2759 47, 16 | heeft hun hart verzegeld, zij volgen hun eigen neigingen. ~ 2760 47, 18 | 18. Zij (de ongelovigen) wachten 2761 47, 21 | het voor hen beter indien zij Allah trouw blijven. ~ 2762 47, 24 | 24. Willen zij dan niet over de Koran nadenken, 2763 47, 26 | 26. Dat is doordat zij tot degenen die haten wat 2764 47, 28 | 28. Omdat zij datgene volgen wat Allah 2765 47, 29 | 29. Denken zij wier hart ziek is, dat Allah 2766 47, 32 | 32. Voorzeker, zij die niet geloven en (anderen) 2767 47, 34 | afleiden en sterven, terwiil zij ongelovig zijn, Allah zal 2768 48, 4 | heeft nedergezonden, opdat zij geloof aan hun geloof mogen 2769 48, 10 | 10. Voorwaar, zij die u trouw zweren, zweren 2770 48, 11 | daarom voor ons vergiffenis." Zij zeggen met hun tong hetgeen 2771 48, 15 | 15. Zij, die werden achtergelaten 2772 48, 15 | Sta ons toe u te volgen." Zij wensen de uitspraak van 2773 48, 15 | zo bepaald." Dan zullen zij zeggen: "Neen, doch gij 2774 48, 15 | gij benijdt ons." Neen, zij begrijpen slechts weinig. ~ 2775 48, 16 | opgeroepen om te vechten totdat zij zich overgeven. Dan, als 2776 48, 18 | gelovigen welgevallen, toen zij u onder de boom trouw zwoeren 2777 48, 19 | 19. En een grote buit die zij konden bemachtigen. En Allah 2778 48, 22 | ongelovigen u bestrijden zullen zij u zeker de rug toekeren; 2779 48, 22 | toekeren; daarbij zullen zij beschermer noch helper vinden. ~ 2780 48, 25 | 25. Zij zijn het die niet geloofden 2781 48, 25 | opnemen wie Hij wil. Als zij gescheiden waren zouden 2782 48, 26 | rechtvaardigheid nakomen. En zij hadden er recht op en waren 2783 48, 29 | boodschapper van Allah. En zij, die met hem zijn, zijn 2784 48, 29 | dien versterkt, waardoor zij dik wordt en op eigen stengel 2785 49, 3 | 3. Waarlijk, zij die hun stem verzachten 2786 49, 4 | 4. Zij, die van buiten de huizen 2787 49, 5 | 5. Als zij geduld tonen totdat gij 2788 49, 7 | afkeurenswaardig. Zo zijn zij, die het rechte pad volgen, ~ 2789 49, 9 | overtredende partij totdat zij tot de verordening van Allah 2790 49, 9 | Allah terugkeert. En indien zij terugkomt, sluit dan een 2791 49, 11 | waarschijnlijk beter is dan zij, niet bespotten, noch vrouwen 2792 49, 11 | misschien beter zijn dan zij. En belastert elkander niet, 2793 49, 11 | aanvaarding van het geloof, en zij die geen berouw tonen zijn 2794 49, 15 | zaak van Allah strijden. Zij zijn de waarachtigen. ~ 2795 49, 17 | 17. Zij achten het een gunst voor 2796 49, 17 | het een gunst voor u dat zij de Islam hebben omhelsd. 2797 50, 2 | 2. Maar zij verwonderen zich dat er 2798 50, 5 | 5. Neen, zij hebben de Waarheid verloochend 2799 50, 5 | hen kwam, derhalve zijn zij in een verwarde toestand 2800 50, 6 | 6. Zien zij niet naar de hemel boven 2801 50, 15 | eerste schepping? Neen, zij zijn in twijfel omtrent 2802 50, 30 | zeggen: "Zijt gij gevuld?" En zij zal antwoorden: "Is er nog 2803 50, 35 | hen zal daarin zijn wat zij wensen en bij Ons is nog 2804 50, 36 | in gezag waren dan dezen! Zij trokken door het land, maar 2805 50, 39 | Heb dus geduld met wat zij zeggen en verheerlijk uw 2806 50, 42 | 42. De Dag, waarop zij de kreet in werkelijkheid 2807 50, 45 | Wij weten het beste wat zij zeggen en gij zijt er niet 2808 51, 10 | 10. Vervloekt zijn zij die vermoedens uiten. ~ 2809 51, 12 | 12. Zij vragen: "Wanneer zal de 2810 51, 13 | op de Dag zijn, wanneer zij in het Vuur zullen worden 2811 51, 16 | hun Heer zal geven omdat zij voorheen goed plachten te 2812 51, 17 | Gedurende de nacht sliepen zij weinig. ~ 2813 51, 18 | Tijdens de morgenstond zochten zij vergiffenis. ~ 2814 51, 25 | 25. Toen zij bij hem binnentraden en 2815 51, 28 | begon hij hen te vrezen. Zij zeiden: "Vrees niet" en 2816 51, 28 | zeiden: "Vrees niet" en zij gaven hem blijde tijding 2817 51, 30 | heeft het zo gezegd," zeiden zij. "Voorzeker, Hij is de Alwijze, 2818 51, 32 | 32. Zij antwoordden: "Wij zijn naar 2819 51, 44 | 44. Maar zij overtraden het gebod van 2820 51, 44 | achterhaalde hen de bliksem terwijl zij er naar keken, ~ 2821 51, 45 | 45. En zij konden niet opstaan noch 2822 51, 45 | niet opstaan noch konden zij zich hiertegen beschermen. ~ 2823 51, 46 | ook een teken), voorwaar zij waren een ongehoorzaam volk. ~ 2824 51, 52 | waren, geen boodschapper of zij zeiden: "Dit is een tovenaar 2825 51, 53 | 53. Hebben zij elkander er toe aangespoord? 2826 51, 53 | er toe aangespoord? Neen, zij zijn een opstandig volk. ~ 2827 51, 57 | onderhoud noch wens Ik dat zij Mij zullen voeden. ~ 2828 51, 60 | vanwege de Dag waarmede zij worden bedreigd! ~~ 2829 52, 13 | 13. De Dag waarop zij in het Vuur der hel zullen 2830 52, 23 | 23. Daar zullen zij elkander een beker van hand 2831 52, 24 | zullen knapen rondgaan alsof zij welbewaakte paarlen zijn. ~ 2832 52, 25 | 25. En zij zullen zich vragend tot 2833 52, 26 | 26. Zij zullen zeggen: "Voorheen 2834 52, 30 | 30. Zeggen zij: "Hij is een dichter en 2835 52, 32 | dat hun dit oplegt of zijn zij een opstandig volk? ~ 2836 52, 33 | 33. Of zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen"? - 2837 52, 33 | het verzonnen"? - Neen, zij willen niet geloven - ~ 2838 52, 34 | naar voren brengen, als zij waarachtig zijn. ~ 2839 52, 35 | 35. Zijn zij door niets geschapen of 2840 52, 35 | niets geschapen of zijn zij (hun eigen) schepper? ~ 2841 52, 36 | 36. Schiepen zij de hemelen en de aarde? 2842 52, 36 | hemelen en de aarde? Neen, zij willen geen zekerheid hebben. ~ 2843 52, 37 | 37. Bezitten zij de schatten van uw Heer 2844 52, 37 | schatten van uw Heer of zijn zij de bewaarders hiervan? ~ 2845 52, 38 | 38. Hebben zij een ladder naar de hemel 2846 52, 38 | ladder naar de hemel waardoor zij kunnen luisteren? Laat hun 2847 52, 40 | gij loon van hen, zodat zij onder schulden gebukt gaan? ~ 2848 52, 41 | 41. Bezitten zij het onzichtbare, zodat zij 2849 52, 41 | zij het onzichtbare, zodat zij het kunnen neerschrijven? ~ 2850 52, 42 | 42. Willen zij een plan smeden (tegen u)? 2851 52, 43 | 43. Hebben zij een andere God buiten Allah? 2852 52, 43 | is verheven boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~ 2853 52, 44 | 44. En indien zij een stuk van de hemel zien 2854 52, 44 | hemel zien vallen, zullen zij zeggen "Opgehoopte wolken." ~ 2855 52, 45 | Laat hen daarom, totdat zij hun Dag ontmoeten waarop 2856 52, 45 | hun Dag ontmoeten waarop zij in onmacht zullen neervallen. ~ 2857 52, 46 | niets zal baten noch zullen zij worden geholpen. ~ 2858 53, 1 | 1. Bij de ster wanneer zij valt, ~ 2859 53, 23 | gezag heeft nedergezonden. Zij volgen slechts hun vermoedens 2860 53, 27 | 27. Zij, die niet in het Hiernamaals 2861 53, 28 | 28. Maar zij hebben daar geen kennis 2862 53, 28 | hebben daar geen kennis van. Zij volgen alleen een vermoeden 2863 53, 31 | moge vergelden voor hetgeen zij hebben gewrocht en opdat 2864 53, 32 | 32. Zij, die behalve kleine feilen, 2865 53, 52 | Noach vóórdien; waarlijk zij waren uiterst onrechtvaardig 2866 54, 2 | 2. Maar als zij (de ongelovigen) een teken 2867 54, 2 | ongelovigen) een teken zien wenden zij zich er van af en zeggen: " 2868 54, 3 | 3. Zij verloochenen en volgen hun 2869 54, 7 | 7. Dan zullen zij met nedergeslagen ogen uit 2870 54, 9 | verloochende het volk van Noach, zij verloochenden Onze dienaar 2871 54, 20 | mensen wegtrok als waren zij de stammen van ontwortelde 2872 54, 24 | 24. En zij zeiden: "Moeten wij een 2873 54, 26 | 26. Morgen zullen zij weten wie de grote leugenaar 2874 54, 29 | 29. Maar zij riepen hun metgezel, deze 2875 54, 31 | enkele straf tegen hen en zij werden als droog, vertrapt 2876 54, 36 | straf gewaarschuwd doch zij trokken de waarschuwingen 2877 54, 37 | 37. En zij trachtten hem van zijn gasten 2878 54, 42 | 42. Zij verwierpen al Onze tekenen, 2879 54, 44 | 44. Zeggen zij: "Wij zijn een overwinnende 2880 54, 45 | vlucht worden gejaagd en zij zullen hun rug tonen. ~ 2881 54, 48 | 48. De Dag, waarop zij met hun aangezicht in het 2882 54, 52 | 52. En al hetgeen zij deden staat in de geschriften. 2883 55, 20 | versperring geplaatst welke zij niet kunnen passeren. ~ 2884 55, 41 | kenmerken worden herkend en zij zullen worden gegrepen bij 2885 55, 44 | 44. Zij zullen daar tussen vuur 2886 55, 54 | 54. Zij zullen zich nedervlijen 2887 55, 58 | 58. Als waren zij robijnen en koralen. ~ 2888 55, 78 | 78. Gezegend zij de naam van uw Heer, de 2889 56, 19 | 19. Zij zullen daarvan geen hoofdpijn 2890 56, 19 | hoofdpijn krijgen noch zullen zij dronken worden - ~ 2891 56, 20 | 20. En met fruit dat zij het liefst hebben - ~ 2892 56, 21 | met vlees van vogelen dat zij begeren. ~ 2893 56, 24 | Als beloning voor hetgeen zij plachten te doen. ~ 2894 56, 25 | 25. Zij zullen daar geen ijdele 2895 56, 27 | 27. En zij die rechts zullen staan - 2896 56, 28 | 28. Zij zullen zich bevinden tussen 2897 56, 45 | 45. Voordien waren zij inderdaad in weelde (op 2898 56, 47 | 47. En zij plachten te zeggen: "Als 2899 56, 79 | niemand zal aanraken behalve zij die zich louteren. ~ 2900 56, 91 | 91. Dan luidt het "Vrede zij u" van degenen aan de rechter 2901 57, 7 | erfgenamen heeft gemaakt. En zij onder u die geloven en besteden ( 2902 57, 14 | Waren wij niet met u?" Zij zullen antwoorden: "Ja, 2903 57, 16 | nedergedaald is? En laten zij niet worden zoals zij die 2904 57, 16 | laten zij niet worden zoals zij die het Boek vóórdien ontvingen - 2905 57, 18 | worden, bovendien zullen zij een eervolle beloning ontvangen. ~ 2906 57, 19 | 19. En zij, die in Allah en Zijn boodschappers 2907 57, 19 | in de ogen van hun Heer; zij zullen hun beloning en hun 2908 57, 19 | hun licht ontvangen. Maar zij die Onze boodschappen verwierpen 2909 57, 27 | Wij hun niet voor, maar zij vonden dit zelf uit om Allah' 2910 57, 27 | s welbehagen te zoeken. Zij namen dit echter niet in 2911 57, 29 | het Boek mogen weten, dat zij geen macht hebben over de 2912 58, 2 | baarden, - en voorzeker zij zeggen iets onbetamelijks 2913 58, 3 | en willen terugnemen wat zij zeiden, moeten hiervoor 2914 58, 3 | slaaf bevrijden voordat zij elkander aanraken. Dit is 2915 58, 4 | maanden vasten, voordat zij elkander aanraken. En wie 2916 58, 6 | zal Hij hun over alles wat zij deden, inlichten. Allah 2917 58, 6 | het opgetekend, terwijl zij het vergeten zijn. En Allah 2918 58, 7 | dat Hij met hen is, waar zij ook mogen zijn. Dan zal 2919 58, 7 | Opstanding mededelen wat zij deden. Voorzeker, Allah 2920 58, 8 | de boodschapper? En als zij tot u komen, groeten zij 2921 58, 8 | zij tot u komen, groeten zij u met een groet, waar Allah 2922 58, 8 | maar onder elkander zeggen zij: "Waarom straft Allah ons 2923 58, 8 | voor hen is de hel waarin zij zullen branden; en deze 2924 58, 14 | waarop Allah vertoornd was? Zij zijn noch de uwen noch de 2925 58, 14 | de uwen noch de hunnen, zij zweren bij de leugen tegen 2926 58, 15 | Slecht is inderdaad hetgeen zij doen. ~ 2927 58, 16 | 16. Zij hebben van hun eden een 2928 58, 16 | eden een schild gemaakt en zij leiden anderen van het pad 2929 58, 17 | bewoners van het Vuur en zij zullen daarin vertoeven. ~ 2930 58, 18 | allen zal opwekken, zullen zij tot Hem zweren zoals zij 2931 58, 18 | zij tot Hem zweren zoals zij dit tot u deden en zij zullen 2932 58, 18 | zoals zij dit tot u deden en zij zullen denken dat zij iets 2933 58, 18 | en zij zullen denken dat zij iets bereiken. Ziet toe, 2934 58, 18 | iets bereiken. Ziet toe, zij zijn zeker leugenaars. ~ 2935 58, 19 | aan Allah doen vergeten. Zij behoren tot Satans partij. 2936 58, 22 | Laatste Dag geloven, terwijl zij iemand liefhebben die Allah 2937 58, 22 | rivieren stromen. Daarin zullen zij vertoeven. Allah heeft welbehagen 2938 58, 22 | heeft welbehagen in hen en zij hebben welbehagen in Hem. 2939 58, 22 | hebben welbehagen in Hem. Zij behoren tot Allah's partij. 2940 59, 2 | verbanning. Gij dacht niet dat zij zouden weggaan en zij dachten 2941 59, 2 | dat zij zouden weggaan en zij dachten dat hun vestingen 2942 59, 2 | Allah kwam tot hen, vanwaar zij Hem niet verwachtten, en 2943 59, 2 | schrik in hun hart, zodat zij hun huizen met hun eigen 2944 59, 4 | 4. Dat is omdat zij Allah en Zijn boodschapper 2945 59, 8 | zijn verdreven, terwijl zij de genade van Allah en Zijn 2946 59, 9 | hetgeen hun gegeven wordt, zij geven anderen de voorkeur 2947 59, 9 | boven zichzelf, al verkeren zij zelf in armoede. En wie 2948 59, 11 | gij de huichelaars gezien? Zij zeggen tegen hun ongelovige 2949 59, 11 | Maar Allah is getuige dat zij leugenaars zijn. ~ 2950 59, 12 | 12. Als zij (de ongelovigen) verbannen 2951 59, 12 | met hen medegaan en als zij aangevallen zouden worden, 2952 59, 12 | aangevallen zouden worden, zouden zij hen nooit helpen. En indien 2953 59, 12 | nooit helpen. En indien zij hielpen zouden zij zeker 2954 59, 12 | indien zij hielpen zouden zij zeker op de vlucht slaan 2955 59, 12 | vlucht slaan en dan zullen zij niet geholpen worden. ~ 2956 59, 13 | 13. Voorzeker zij hebben meer angst in hun 2957 59, 13 | voor Allah. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~ 2958 59, 14 | 14. Zij zullen u niet bestrijden 2959 59, 14 | of achter muren, ofschoon zij onderling grote dapperheid 2960 59, 14 | dapperheid tonen. Gij denkt dat zij eensgezind zijn maar hun 2961 59, 14 | zijn verdeeld. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~ 2962 59, 17 | einde van beiden wezen, dat zij samen in het Vuur zullen 2963 59, 18 | ziel acht geven op hetgeen zij voor morgen voorbereidt. 2964 59, 19 | ziel heeft doen vergeten. Zij zijn de overtreders. ~ 2965 59, 21 | aan de mensen voor opdat zij er over nadenken. ~ 2966 59, 23 | Verheven is Allah boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~ 2967 60, 1 | vriendschap aan, hoewel zij de Waarheid die tot u is 2968 60, 2 | 2. Als zij de overhand over u krijgen 2969 60, 2 | overhand over u krijgen zullen zij als vijanden tegenover u 2970 60, 2 | tegenover u handelen, en zij zullen hun handen en tong 2971 60, 2 | kwaad te berokkenen, en zij wensen vurig dat gij ongelovigen 2972 60, 4 | degenen die met hem waren toen zij tegen hun volk zeiden: " 2973 60, 6 | 6. Voorzeker, zij zijn een goed voorbeeld 2974 60, 10 | beste. Als gij dan vindt dat zij gelovig zijn, zendt haar 2975 60, 10 | aan de echtgenoten) wat zij besteed hebben. En het is 2976 60, 10 | gij besteed hebt; en laten zij vragen om hetgeen zij besteed 2977 60, 10 | laten zij vragen om hetgeen zij besteed hebben. Dat is het 2978 60, 12 | trouw aan u afleggende: dat zij niets met Allah zullen vereenzelvigen, 2979 60, 12 | zullen vereenzelvigen, en dat zij noch zullen stelen, noch 2980 60, 12 | kinderen doden, noch laster die zij moedwillig hebben verzonnen, 2981 60, 13 | hetwelk Allah vertoornd is; zij wanhopen aan het Hiernamaals 2982 61, 4 | geordende gelederen, alsof zij een hechte muur vormen. ~ 2983 61, 5 | boodschapper voor u ben?" En toen zij afdwaalden deed Allah hun 2984 61, 6 | duidelijke bewijzen zullen zij zeggen: "Dit is louter bedrog." ~ 2985 61, 8 | 8. Zij wensen Allah's licht door 2986 61, 14 | gelovigen tegen hun vijand en zij werden overwinnaars. ~~ 2987 62, 2 | wijsheid onderwijst, ofschoon zij voorheen in openbare dwaling 2988 62, 7 | 7. Maar zij zullen deze nooit wensen 2989 62, 11 | enig vermaak zien, gaan zij er haastig heen en laten 2990 63, 1 | huichelaars tot u komen, zeggen zij: "Wij getuigen dat gij inderdaad 2991 63, 2 | 2. Zij hebben hun eden tot een 2992 63, 2 | schild gemaakt; zo leiden zij mensen van Allah's weg af. 2993 63, 2 | Allah's weg af. Hetgeen zij doen is zeker slecht. ~ 2994 63, 3 | 3. Dat is omdat zij het geloof omhelsden en 2995 63, 3 | zegel op hun hart gedrukt en zij begrijpen niet (meer). ~ 2996 63, 4 | hun uterlijk u en indien zij spreken luistert gij naar 2997 63, 4 | spreken luistert gij naar hen. Zij lijken op aangeklede stukken 2998 63, 4 | aangeklede stukken hout. Zij denken dat ieder gerucht 2999 63, 4 | ieder gerucht tegen hen is. Zij zijn (uw) vijanden, neemt 3000 63, 4 | hen in acht. Allah's vloek zij over hen! Hoe ver zijn zij


1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3188

Best viewed with any browser at 800x600 or 768x1024 on Tablet PC
IntraText® (V89) - Some rights reserved by EuloTech SRL - 1996-2007. Content in this page is licensed under a Creative Commons License