1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3188
bold = Main text
Sura, Verse grey = Comment text
2501 39, 32 | Waarheid verloochent wanneer zij tot hem komt? Is er voor
2502 39, 34 | 34. Zij zullen van hun Heer ontvangen
2503 39, 34 | van hun Heer ontvangen wat zij begeren; dat is de beloning
2504 39, 35 | Allah zal het slechtste wat zij deden van hen verwijderen
2505 39, 35 | geven beter dan hetgeen zij verdienden. ~
2506 39, 36 | toereikend voor Zijn dienaar? En zij trachten u te doen vrezen
2507 39, 38 | aarde geschapen?", zullen zij voorzeker antwoorden: "Allah".
2508 39, 38 | naast Allah aanroept, kunnen zij, indien Allah mij zou willen
2509 39, 38 | barmhartigheid wil tonen, kunnen zij Zijn barmhartigheid dan
2510 39, 42 | van de mensen op wanneer zij sterven en ook van hen die
2511 39, 43 | 43. Hebben zij bemiddelaars naast Allah
2512 39, 43 | genomen? Vraag: "Zelfs indien zij (de afgoden) nergens macht
2513 39, 45 | Hem genoemd worden, ziet, zij verheugen zich. ~
2514 39, 46 | dienaren over datgene waarin zij verschillen." ~
2515 39, 47 | eens zoveel daarbij, zullen zij dit op de Dag der Opstanding
2516 39, 47 | willen aanbieden. En wat zij nooit dachten zal hun door
2517 39, 48 | straf voor het kwaad dat zij bedreven zal hun duidelijk
2518 39, 48 | duidelijk worden en wat zij plachten te bespotten zal
2519 39, 50 | toch baatte hen hetgeen zij deden niet; ~
2520 39, 51 | 51. En het kwaad dat zij deden trof hen en wat de
2521 39, 51 | zal hen ook treffen en zij kunnen Ons niet ontsnappen. ~
2522 39, 52 | 52. Weten zij niet dat Allah de voorziening
2523 39, 57 | 57. Of opdat zij niet moge zeggen: "Had Allah
2524 39, 58 | 58. Of opdat zij de straf ziende, niet moge
2525 39, 61 | over hen komen noch zullen zij treuren. ~
2526 39, 63 | hemelen en der aarde; en zij die de tekenen van Allah
2527 39, 67 | 67. Zij waarderen Allah niet volgens
2528 39, 67 | opgerold in Zijn hand. Glorie zij Hem en verheven is Hij boven
2529 39, 67 | verheven is Hij boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
2530 39, 68 | worden geblazen en ziet! Zij zullen staande herrijzen
2531 39, 70 | worden beloond voor hetgeen zij deed. En Hij weet het beste
2532 39, 70 | En Hij weet het beste wat zij volbrachten. ~
2533 39, 71 | worden gedreven, wanneer zij deze bereiken, zullen de
2534 39, 71 | de komst van deze Dag?" Zij zullen antwoorden: "Ja zeker!"
2535 39, 73 | Hemel worden geleid; wanneer zij die bereiken zullen de poorten
2536 39, 73 | zullen tot hen zeggen: "Vrede zij u! Weest gelukkig en gaat
2537 39, 74 | 74. Zij zullen zeggen: "Alle lof
2538 40, 6 | van de ongelovigen: dat zij de bewoners van het Vuur
2539 40, 7 | 7. Zij, die de Troon dragen en
2540 40, 7 | die de Troon dragen en zij die er omheen staan verheerlijken
2541 40, 7 | de lof die Hem toekomt en zij geloven in Hem en vragen
2542 40, 11 | 11. Zij zullen zeggen: "Onze Heer,
2543 40, 16 | 16. De Dag waarop zij naar voren zullen komen -
2544 40, 17 | worden beloond voor hetgeen zij heeft verdiend. Geen onrecht
2545 40, 18 | in de keel klopt terwijl zij vol verdriet zullen zijn.
2546 40, 20 | waarheid, maar degenen die zij aanroepen naast Hem kunnen
2547 40, 21 | 21. Hebben zij niet over de aarde gereisd
2548 40, 21 | hen die vóór hen waren? Zij waren machtiger dan dezen
2549 40, 21 | Allah hen voor hun zonden en zij hadden niemand om hen tegen
2550 40, 22 | duidelijke tekenen, doch zij verwierpen ze; daarom greep
2551 40, 24 | en Hamaan en Korach, maar zij zeiden: "Hij is een tovenaar
2552 40, 25 | Ons tot hen kwam, zeiden zij: "Doodt de zonen der gelovigen
2553 40, 29 | tegen de straf van Allah als zij over ons komt?" Pharao zeide: "
2554 40, 40 | binnengaan; daarin zullen zij van alles worden voorzien,
2555 40, 46 | 46. Aan het Vuur zullen zij morgen en avond worden blootgesteld.
2556 40, 47 | 47. En wanneer zij met elkander in het Vuur
2557 40, 48 | 48. Zij die trots waren zullen zeggen: "
2558 40, 50 | 50. Zij zullen antwoorden: "Kwamen
2559 40, 50 | met duidelijke bewijzen?" Zij zullen zeggen: "Ja zeker."
2560 40, 56 | 56. Zij die over de tekenen van
2561 40, 56 | innerlijk niets dan trots, die zij niet kunnen verwerkelijken.
2562 40, 58 | zijn niet gelijk; noch zijn zij, die geloven en goede werken
2563 40, 60 | uw gebed verhoren. Maar zij die te hoogmoedig zijn om
2564 40, 69 | redetwisten? Hoe worden zij afgewend! ~
2565 40, 71 | 71. Wanneer zij met boeien en kettingen
2566 40, 72 | kokend water; dan zullen zij in het vuur worden geworpen. ~
2567 40, 74 | 74. "Naast Allah?" Zij zullen zeggen: "Zij zijn
2568 40, 74 | Allah?" Zij zullen zeggen: "Zij zijn verloren gegaan. Neen,
2569 40, 77 | vóór dien) doen sterven, zij zullen toch tot Ons worden
2570 40, 82 | 82. Hebben zij niet op aarde gereisd en
2571 40, 82 | degenen die voor hen waren? Zij waren groter in aantal dan
2572 40, 82 | kracht, en in de sporen die zij op aarde achterlieten. Maar
2573 40, 82 | achterlieten. Maar alles wat zij verwierven baatte hen niet. ~
2574 40, 83 | tekenen tot hen kwamen, namen zij genoegen met de kennis die
2575 40, 83 | genoegen met de kennis die zij bezaten. en de straf waarover
2576 40, 83 | bezaten. en de straf waarover zij spotten, verstrikte hen. ~
2577 40, 84 | 84. En toen zij Onze straf zagen zeiden
2578 40, 84 | Onze straf zagen zeiden zij: "Wij geloven in Allah als
2579 40, 85 | 85. Maar nadat zij Onze straf hadden gezien
2580 41, 4 | hunner wenden zich af, zodat zij niet luisteren. ~
2581 41, 5 | 5. Zij zeggen: "Onze harten zijn
2582 41, 8 | geloven en goede werken doen, zij zullen zeker een loon ontvangen
2583 41, 12 | 12. Zij zeiden: "Wij komen gewillig."
2584 41, 13 | 13. Maar indien zij zich afwenden, zeg dan: "
2585 41, 14 | niets dan Allah", zeiden zij: "Als onze Heer het had
2586 41, 15 | machtiger dan wij?" Wisten zij niet dat Allah, Die hen
2587 41, 15 | schiep machtiger was dan zij? Doch zij plachten Onze
2588 41, 15 | machtiger was dan zij? Doch zij plachten Onze tekenen te
2589 41, 16 | nog vernederender zijn en zij zullen niet worden geholpen. ~
2590 41, 17 | Wij gaven leiding, maar zij verkozen blindheid boven
2591 41, 17 | vernedering, voor hetgeen Zij hadden verdiend. ~
2592 41, 20 | 20. Tot zij het bereiken, zullen hun
2593 41, 20 | getuigenis afleggen over wat zij plachten te doen. ~
2594 41, 21 | 21. En zij zullen tot hun huiden zeggen: "
2595 41, 24 | 24. Indien zij nu volharden, is het Vuur
2596 41, 24 | Vuur hun tehuis; en als zij om verontschuldiging vragen,
2597 41, 24 | verontschuldiging vragen, behoren zij niet tot hen aan wie deze
2598 41, 25 | vóór hen leefden. Zeker, zij waren verliezers. ~
2599 41, 28 | vijanden: het Vuur. Daar zullen zij een langdurig tehuis hebben;
2600 41, 28 | hebben; een vergelding, omdat zij Onze tekenen niet erkenden. ~
2601 41, 29 | voeten mogen plaatsen zodat zij tot de vernederden behoren." ~
2602 41, 30 | 30. Voorzeker zij, die zeggen: "Onze Heer
2603 41, 35 | het iemand gegeven behalve zij die een grote gave hebben. ~
2604 41, 38 | 38. Maar al tonen zij (de ongelovigen) hoogmoed,
2605 41, 38 | verheerlijken Hem dag en nacht, en zij vervelen zich nooit. ~
2606 41, 39 | op nederzenden, beweegt zij zich en zet uit. Zeker Hij,
2607 41, 40 | 40. Voorzeker, zij die Onze tekenen verdraaien
2608 41, 41 | 41. Voorzeker, zij die niet in de Vermaning
2609 41, 44 | taal hadden gegeven, zouden zij zeker hebben gezegd: "Waarom
2610 41, 44 | het is duister voor hen. Zij worden aangeroepen vanaf
2611 41, 45 | geoordeeld zijn, want waarlijk zij verkeerden er in een verontrustende
2612 41, 47 | vrouw zwanger noch wordt zij verlost, dan met Zijn kennis.
2613 41, 47 | Mijn medegoden?" zullen zij antwoorden: "Wij verklaren
2614 41, 48 | 48. En de afgoden welke zij voorheen plachten aan te
2615 41, 48 | gaan voor hen verloren en zij zullen weten dat zij gee
2616 41, 48 | en zij zullen weten dat zij gee toevluchtsoord hebben. ~
2617 41, 50 | ongelovigen alles vertellen wat zij deden en Wij zullen hen
2618 41, 54 | 54. Ziet toe! Zij zijn in twijfel over de
2619 42, 9 | 9. Hebben zij naast Hem besehermers tot
2620 42, 14 | 14. En zij waren slechts verdeeld,
2621 42, 14 | geoordeeld zijn. En waarlijk, zij die het Boek erfden, na
2622 42, 16 | 16. En zij die over Allah twisten nadat
2623 42, 16 | over Allah twisten nadat zij Hem aanvaard hebben, hun
2624 42, 18 | de Waarheid is. Ziet toe! Zij die over het Uur redetwisten
2625 42, 21 | 21. Hebben zij (afgodendienaren) dan medegoden,
2626 42, 22 | vrees zien voor hetgeen zij hebben verdiend op de Dag
2627 42, 22 | tuinen van het paradijs zijn. Zij zullen bij hun Heer alles
2628 42, 22 | hun Heer alles vinden wat zij wensen. Dat is de grote
2629 42, 24 | 24. Zeggen zij: "Hij heeft een leugen over
2630 42, 27 | hebben vergroot, zouden zij op aarde verderf hebben
2631 42, 33 | Hij de wind stillen zodat zij bewegingloos staan op de
2632 42, 34 | vernietigen: wegens hetgeen zij (de mensen) verdienen -
2633 42, 35 | 35. Opdat zij die over de tekenen van
2634 42, 35 | redetwisten, mogen inzien dat zij geen toevlucht hebben. ~
2635 42, 37 | vermijden en die wanneer zij vertoornd zijn, vergeven; ~
2636 42, 44 | onrechtvaardigen zien die, wanneer zij de straf zullen aanschouwen,
2637 42, 45 | schande vernederd, terwijl zij er met neergeslagen ogen
2638 42, 45 | verliezers zijn inderdaad zij die zichzelf en hun familie
2639 42, 46 | 46. Zij hebben buiten Allah geen
2640 42, 48 | 48. Maar indien zij zich afwenden hebben Wij
2641 43, 7 | hen nooit een profeet of zij bespotten hem. ~
2642 43, 9 | hemelen en de aarde?" zullen zij zeker zeggen: "De Machtige,
2643 43, 13 | gedenken en zeggen: "Glorie zij Hem, Die dit in onze dienst
2644 43, 19 | 19. En zij maakten de engelen, die
2645 43, 19 | vrouwelijke wezens. Waren zij dan van hun schepping getuige?
2646 43, 19 | zal worden opgetekend en zij zullen tot rekenschap worden
2647 43, 20 | 20. Zij zeggen: "Indien de Barmhartige
2648 43, 20 | hen niet hebben aanbeden." Zij hebben daar in het geheel
2649 43, 20 | geheel geen kennis van, zij vermoeden slechts. ~
2650 43, 21 | voren een Boek gegeven waar zij zich aan vasthouden? ~
2651 43, 22 | 22. Neen, zij zeggen: "Wij zagen onze
2652 43, 24 | 24. Zij (de boodschappers) zeiden: "
2653 43, 24 | vaderen hebt zien volgen?" Zij zeiden: "Waarlijk, wij verwerpen
2654 43, 28 | zijn nakomelingen, opdat zij zich mochten bekeren. ~
2655 43, 30 | tot hen is gekomen, zeggen zij: "Dit is tovenarij en wij
2656 43, 32 | Heer is beter dan hetgeen zij vergaren. ~
2657 43, 33 | huizen en trappen waarop zij naar boven konden lopen
2658 43, 34 | huizen; en rustbanken, waarop zij konden rusten, ~
2659 43, 47 | hen kwam, ziet, bespotten zij hem. ~
2660 43, 48 | een straf ondergaan opdat zij zich mochten bekeren. ~
2661 43, 49 | 49. En zij zeiden (tot Mozes): "O,
2662 43, 50 | van hen wegnamen, ziet, zij braken hun woord. ~
2663 43, 54 | zijn volk tot dwazen en zij gehoorzaamden hem. Zij waren
2664 43, 54 | en zij gehoorzaamden hem. Zij waren inderdaad een overtredend
2665 43, 55 | 55. Toen zij Ons vertoornden, straften
2666 43, 58 | 58. En zij roepen: "Zijn onze goden
2667 43, 58 | beter of is hij beter?" Zij zeggen dit tot u alleen
2668 43, 58 | om te twisten. Waarlijk zij zijn een twistziek volk. ~
2669 43, 66 | 66. Zij wachten slechts tot het
2670 43, 66 | plotseling over hen komt, terwijl zij het niet voorzien. ~
2671 43, 75 | niet verlicht worden en zij zullen daarin vertwijfelen. ~
2672 43, 76 | deden hun geen onrecht, doch zij waren tet die zichzelf onrecht
2673 43, 77 | 77. En zij zullen schreeuwen: "O, Malik,
2674 43, 79 | 79. Hebben zij een richting bepaald? Dan
2675 43, 80 | 80. Denken zij dat Wij hun heimelijk overleg
2676 43, 82 | Troon, boven al hetgeen zij vertellen. ~
2677 43, 86 | 86. En degenen die zij naast Allah aanroepen bezitten
2678 43, 86 | Waarheid getuigt; en dat weten zij. ~
2679 43, 87 | Wie schiep hen?", zullen zij zeker zeggen: "Allah". Waarheen
2680 43, 87 | Allah". Waarheen worden zij dan afgewend? ~
2681 43, 89 | Vrede": en weldra zullen zij (hun dwaijling) te weten
2682 44, 9 | 9. Doch zij vermaken zich door te twijfelen. ~
2683 44, 12 | zijn gelovigen," (zullen zij zeggen). ~
2684 44, 14 | 14. En zij hebben zich van hem afgewend
2685 44, 15 | een wijle wegnemen, maar zij zullen stellig terugvallen. ~
2686 44, 24 | deze rustig is. Voorzeker, zij zijn een schare die zal
2687 44, 25 | tuinen en bronnen lieten zij achter! ~
2688 44, 27 | aangename dingen, waarvan zij genoten! ~
2689 44, 37 | 37. Zijn zij beter of het volk van Tobba
2690 44, 37 | of het volk van Tobba of zij die vóór hen zijn geweest?
2691 44, 37 | Wij vernietigden hen omdat zij schuldig waren. ~
2692 44, 41 | niets zal baten noch zullen zij worden geholpen. ~
2693 44, 55 | 55. Zij zullen daar naar alle fruitsoorten
2694 44, 56 | 56. Zij zullen daarin geen andere
2695 44, 59 | 59. Wacht daarom, zij wachten ook. ~~
2696 45, 6 | Allah en Zijn tekenen zullen zij dan geloven? ~
2697 45, 10 | 10. Zij hebben de hel in het vooruitzicht;
2698 45, 10 | het vooruitzicht; hetgeen zij verwierven zal hen niet
2699 45, 10 | baten noch de afgoden die zij buiten Allah tot beschermers
2700 45, 10 | beschermers namen, terwijl zij een grote straf zullen ontvangen. ~
2701 45, 14 | tegen de gelovigen, dat zij diegenen, die de dagen van
2702 45, 14 | moge vergelden voor hetgeen zij verrichten. ~
2703 45, 17 | uitleg over de godsdienst. En zij werden onenig slechts nadat
2704 45, 17 | omtrent datgene waarover zij het met elkaar oneens waren. ~
2705 45, 19 | 19. Voorwaar, zij zullen u niets tegen Allah
2706 45, 22 | dat elke ziel voor hetgeen zij verdient vergolden moge
2707 45, 24 | 24. En zij zeggen: "Er is niets dan
2708 45, 24 | tijd vernietigt ons." Maar zij hebben daaromtrent geen
2709 45, 24 | daaromtrent geen kennis, zij vermoeden slechts. ~
2710 45, 27 | het Uur aanbreekt, zullen zij die leugens volgen, vergaan. ~
2711 45, 33 | duidelijk worden en hetgeen zij plachten te bespotten zal
2712 45, 35 | misleid." Daarom zullen zij op die Dag niet uit het
2713 46, 3 | af van hetgeen, waardoor zij zijn gewaarschuwd.
2714 46, 4 | aanroept? Toont mij, welk deel zij van de aarde hebben geschapen.
2715 46, 4 | hebben geschapen. Of hebben zij aandeel aan de hemelen?
2716 46, 7 | degenen, die de Waarheid, toen zij tot hen kwam, verwierpen: "
2717 46, 8 | 8. Zeggen zij: "Hij heeft dit verzonnen,"
2718 46, 11 | Indien dit goed was, zouden zij ons daarin niet voorgegaan
2719 46, 11 | voorgegaan zijn. " En omdat zij de rechte weg niet hebben
2720 46, 11 | niet hebben gevolgd, zeggen zij: "Dit is een oude leugen." ~
2721 46, 13 | 13. Voorwaar, zij, die zeggen: "Onze Heer
2722 46, 13 | vrees komen, noch zullen zij treuren. ~
2723 46, 14 | bewoners van het paradijs: zij zullen daarin vertoeven
2724 46, 14 | als beloning voor hetgeen zij plachten te doen. ~
2725 46, 16 | Wij de goede werken die zij verrichten en Wij zien hun
2726 46, 16 | slechte daden over het hoofd. Zij behoren tot de bewoners
2727 46, 18 | hen zijn heengegaan, dat zij zeker de verliezers zullen
2728 46, 19 | graden overeenkomstig hetgeen zij doen, opdat Allah hun daden
2729 46, 22 | 22. Toen zeiden zij: "Zijt gij tot ons gekomen
2730 46, 24 | 24. Toen zij een wolk naar hun valleien
2731 46, 24 | valleien zagen komen, zeiden zij: "Dit is een wolk, die ons
2732 46, 26 | hart baatten hen iets, daar zij de tekenen van Allah verwierpen
2733 46, 26 | verwierpen en hetgeen waarover zij plachten te spotten, (de
2734 46, 27 | tekenen uitgelegd opdat zij zich mochten bekeren. ~
2735 46, 28 | Waarom hielpen degenen, die zij buiten Allah tot goden hadden
2736 46, 28 | komen, hen dan niet? Neen, zij faalden hier geheel in. -
2737 46, 28 | was hun leugen - en wat zij plachten te verzinnen (faalde
2738 46, 29 | wensten te horen en, toen zij bij u kwamen, zeiden zij: "
2739 46, 29 | zij bij u kwamen, zeiden zij: "Weest stil" en toen het (
2740 46, 29 | prediking) beëindigd was, gingen zij naar hun volk terug en waarschuwden
2741 46, 30 | 30. Zij zeiden: "O, ons volk, wij
2742 46, 33 | 33. Hebben zij niet ingezien dat Allah,
2743 46, 34 | Is dit niet de waarheid?" Zij zullen antwoorden: "Ja zeker,
2744 46, 35 | haastig. De Dag, waarop zij zullen zien waarmede zij
2745 46, 35 | zij zullen zien waarmede zij worden bedreigd, zal het
2746 46, 35 | het hun toeschijnen alsof zij slechts een uur van een
2747 47, 1 | 1. Zij, die (de Waarheid) verwerpen
2748 47, 2 | 2. Maar zij, die geloven en goede werken
2749 47, 4 | of voor een losprijs. Zo zij het. En indien Allah wilde,
2750 47, 9 | 9. Dat is omdat zij, hetgeen Allah heeft geopenbaard,
2751 47, 10 | 10. Hebben zij op aarde niet gereisd en
2752 47, 13 | hebben Wij vernietigd, en zij hadden geen helper! ~
2753 47, 14 | 14. Zijn zij die op een duidelijk bewijs
2754 47, 14 | van hun Heer steunen als zij voor wie hun slechte daden
2755 47, 15 | rivieren van zuivere honing. En zij zullen er allerlei vruchten
2756 47, 15 | vergiffenis van hun Heer. Kunnen zij gelijk zijn aan degenen
2757 47, 16 | luisteren naar u doch wanneer zij van u weggaan, zeggen zij
2758 47, 16 | zij van u weggaan, zeggen zij tot hen aan wie kennis is
2759 47, 16 | heeft hun hart verzegeld, zij volgen hun eigen neigingen. ~
2760 47, 18 | 18. Zij (de ongelovigen) wachten
2761 47, 21 | het voor hen beter indien zij Allah trouw blijven. ~
2762 47, 24 | 24. Willen zij dan niet over de Koran nadenken,
2763 47, 26 | 26. Dat is doordat zij tot degenen die haten wat
2764 47, 28 | 28. Omdat zij datgene volgen wat Allah
2765 47, 29 | 29. Denken zij wier hart ziek is, dat Allah
2766 47, 32 | 32. Voorzeker, zij die niet geloven en (anderen)
2767 47, 34 | afleiden en sterven, terwiil zij ongelovig zijn, Allah zal
2768 48, 4 | heeft nedergezonden, opdat zij geloof aan hun geloof mogen
2769 48, 10 | 10. Voorwaar, zij die u trouw zweren, zweren
2770 48, 11 | daarom voor ons vergiffenis." Zij zeggen met hun tong hetgeen
2771 48, 15 | 15. Zij, die werden achtergelaten
2772 48, 15 | Sta ons toe u te volgen." Zij wensen de uitspraak van
2773 48, 15 | zo bepaald." Dan zullen zij zeggen: "Neen, doch gij
2774 48, 15 | gij benijdt ons." Neen, zij begrijpen slechts weinig. ~
2775 48, 16 | opgeroepen om te vechten totdat zij zich overgeven. Dan, als
2776 48, 18 | gelovigen welgevallen, toen zij u onder de boom trouw zwoeren
2777 48, 19 | 19. En een grote buit die zij konden bemachtigen. En Allah
2778 48, 22 | ongelovigen u bestrijden zullen zij u zeker de rug toekeren;
2779 48, 22 | toekeren; daarbij zullen zij beschermer noch helper vinden. ~
2780 48, 25 | 25. Zij zijn het die niet geloofden
2781 48, 25 | opnemen wie Hij wil. Als zij gescheiden waren zouden
2782 48, 26 | rechtvaardigheid nakomen. En zij hadden er recht op en waren
2783 48, 29 | boodschapper van Allah. En zij, die met hem zijn, zijn
2784 48, 29 | dien versterkt, waardoor zij dik wordt en op eigen stengel
2785 49, 3 | 3. Waarlijk, zij die hun stem verzachten
2786 49, 4 | 4. Zij, die van buiten de huizen
2787 49, 5 | 5. Als zij geduld tonen totdat gij
2788 49, 7 | afkeurenswaardig. Zo zijn zij, die het rechte pad volgen, ~
2789 49, 9 | overtredende partij totdat zij tot de verordening van Allah
2790 49, 9 | Allah terugkeert. En indien zij terugkomt, sluit dan een
2791 49, 11 | waarschijnlijk beter is dan zij, niet bespotten, noch vrouwen
2792 49, 11 | misschien beter zijn dan zij. En belastert elkander niet,
2793 49, 11 | aanvaarding van het geloof, en zij die geen berouw tonen zijn
2794 49, 15 | zaak van Allah strijden. Zij zijn de waarachtigen. ~
2795 49, 17 | 17. Zij achten het een gunst voor
2796 49, 17 | het een gunst voor u dat zij de Islam hebben omhelsd.
2797 50, 2 | 2. Maar zij verwonderen zich dat er
2798 50, 5 | 5. Neen, zij hebben de Waarheid verloochend
2799 50, 5 | hen kwam, derhalve zijn zij in een verwarde toestand
2800 50, 6 | 6. Zien zij niet naar de hemel boven
2801 50, 15 | eerste schepping? Neen, zij zijn in twijfel omtrent
2802 50, 30 | zeggen: "Zijt gij gevuld?" En zij zal antwoorden: "Is er nog
2803 50, 35 | hen zal daarin zijn wat zij wensen en bij Ons is nog
2804 50, 36 | in gezag waren dan dezen! Zij trokken door het land, maar
2805 50, 39 | Heb dus geduld met wat zij zeggen en verheerlijk uw
2806 50, 42 | 42. De Dag, waarop zij de kreet in werkelijkheid
2807 50, 45 | Wij weten het beste wat zij zeggen en gij zijt er niet
2808 51, 10 | 10. Vervloekt zijn zij die vermoedens uiten. ~
2809 51, 12 | 12. Zij vragen: "Wanneer zal de
2810 51, 13 | op de Dag zijn, wanneer zij in het Vuur zullen worden
2811 51, 16 | hun Heer zal geven omdat zij voorheen goed plachten te
2812 51, 17 | Gedurende de nacht sliepen zij weinig. ~
2813 51, 18 | Tijdens de morgenstond zochten zij vergiffenis. ~
2814 51, 25 | 25. Toen zij bij hem binnentraden en
2815 51, 28 | begon hij hen te vrezen. Zij zeiden: "Vrees niet" en
2816 51, 28 | zeiden: "Vrees niet" en zij gaven hem blijde tijding
2817 51, 30 | heeft het zo gezegd," zeiden zij. "Voorzeker, Hij is de Alwijze,
2818 51, 32 | 32. Zij antwoordden: "Wij zijn naar
2819 51, 44 | 44. Maar zij overtraden het gebod van
2820 51, 44 | achterhaalde hen de bliksem terwijl zij er naar keken, ~
2821 51, 45 | 45. En zij konden niet opstaan noch
2822 51, 45 | niet opstaan noch konden zij zich hiertegen beschermen. ~
2823 51, 46 | ook een teken), voorwaar zij waren een ongehoorzaam volk. ~
2824 51, 52 | waren, geen boodschapper of zij zeiden: "Dit is een tovenaar
2825 51, 53 | 53. Hebben zij elkander er toe aangespoord?
2826 51, 53 | er toe aangespoord? Neen, zij zijn een opstandig volk. ~
2827 51, 57 | onderhoud noch wens Ik dat zij Mij zullen voeden. ~
2828 51, 60 | vanwege de Dag waarmede zij worden bedreigd! ~~
2829 52, 13 | 13. De Dag waarop zij in het Vuur der hel zullen
2830 52, 23 | 23. Daar zullen zij elkander een beker van hand
2831 52, 24 | zullen knapen rondgaan alsof zij welbewaakte paarlen zijn. ~
2832 52, 25 | 25. En zij zullen zich vragend tot
2833 52, 26 | 26. Zij zullen zeggen: "Voorheen
2834 52, 30 | 30. Zeggen zij: "Hij is een dichter en
2835 52, 32 | dat hun dit oplegt of zijn zij een opstandig volk? ~
2836 52, 33 | 33. Of zeggen zij: "Hij heeft het verzonnen"? -
2837 52, 33 | het verzonnen"? - Neen, zij willen niet geloven - ~
2838 52, 34 | naar voren brengen, als zij waarachtig zijn. ~
2839 52, 35 | 35. Zijn zij door niets geschapen of
2840 52, 35 | niets geschapen of zijn zij (hun eigen) schepper? ~
2841 52, 36 | 36. Schiepen zij de hemelen en de aarde?
2842 52, 36 | hemelen en de aarde? Neen, zij willen geen zekerheid hebben. ~
2843 52, 37 | 37. Bezitten zij de schatten van uw Heer
2844 52, 37 | schatten van uw Heer of zijn zij de bewaarders hiervan? ~
2845 52, 38 | 38. Hebben zij een ladder naar de hemel
2846 52, 38 | ladder naar de hemel waardoor zij kunnen luisteren? Laat hun
2847 52, 40 | gij loon van hen, zodat zij onder schulden gebukt gaan? ~
2848 52, 41 | 41. Bezitten zij het onzichtbare, zodat zij
2849 52, 41 | zij het onzichtbare, zodat zij het kunnen neerschrijven? ~
2850 52, 42 | 42. Willen zij een plan smeden (tegen u)?
2851 52, 43 | 43. Hebben zij een andere God buiten Allah?
2852 52, 43 | is verheven boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
2853 52, 44 | 44. En indien zij een stuk van de hemel zien
2854 52, 44 | hemel zien vallen, zullen zij zeggen "Opgehoopte wolken." ~
2855 52, 45 | Laat hen daarom, totdat zij hun Dag ontmoeten waarop
2856 52, 45 | hun Dag ontmoeten waarop zij in onmacht zullen neervallen. ~
2857 52, 46 | niets zal baten noch zullen zij worden geholpen. ~
2858 53, 1 | 1. Bij de ster wanneer zij valt, ~
2859 53, 23 | gezag heeft nedergezonden. Zij volgen slechts hun vermoedens
2860 53, 27 | 27. Zij, die niet in het Hiernamaals
2861 53, 28 | 28. Maar zij hebben daar geen kennis
2862 53, 28 | hebben daar geen kennis van. Zij volgen alleen een vermoeden
2863 53, 31 | moge vergelden voor hetgeen zij hebben gewrocht en opdat
2864 53, 32 | 32. Zij, die behalve kleine feilen,
2865 53, 52 | Noach vóórdien; waarlijk zij waren uiterst onrechtvaardig
2866 54, 2 | 2. Maar als zij (de ongelovigen) een teken
2867 54, 2 | ongelovigen) een teken zien wenden zij zich er van af en zeggen: "
2868 54, 3 | 3. Zij verloochenen en volgen hun
2869 54, 7 | 7. Dan zullen zij met nedergeslagen ogen uit
2870 54, 9 | verloochende het volk van Noach, zij verloochenden Onze dienaar
2871 54, 20 | mensen wegtrok als waren zij de stammen van ontwortelde
2872 54, 24 | 24. En zij zeiden: "Moeten wij een
2873 54, 26 | 26. Morgen zullen zij weten wie de grote leugenaar
2874 54, 29 | 29. Maar zij riepen hun metgezel, deze
2875 54, 31 | enkele straf tegen hen en zij werden als droog, vertrapt
2876 54, 36 | straf gewaarschuwd doch zij trokken de waarschuwingen
2877 54, 37 | 37. En zij trachtten hem van zijn gasten
2878 54, 42 | 42. Zij verwierpen al Onze tekenen,
2879 54, 44 | 44. Zeggen zij: "Wij zijn een overwinnende
2880 54, 45 | vlucht worden gejaagd en zij zullen hun rug tonen. ~
2881 54, 48 | 48. De Dag, waarop zij met hun aangezicht in het
2882 54, 52 | 52. En al hetgeen zij deden staat in de geschriften.
2883 55, 20 | versperring geplaatst welke zij niet kunnen passeren. ~
2884 55, 41 | kenmerken worden herkend en zij zullen worden gegrepen bij
2885 55, 44 | 44. Zij zullen daar tussen vuur
2886 55, 54 | 54. Zij zullen zich nedervlijen
2887 55, 58 | 58. Als waren zij robijnen en koralen. ~
2888 55, 78 | 78. Gezegend zij de naam van uw Heer, de
2889 56, 19 | 19. Zij zullen daarvan geen hoofdpijn
2890 56, 19 | hoofdpijn krijgen noch zullen zij dronken worden - ~
2891 56, 20 | 20. En met fruit dat zij het liefst hebben - ~
2892 56, 21 | met vlees van vogelen dat zij begeren. ~
2893 56, 24 | Als beloning voor hetgeen zij plachten te doen. ~
2894 56, 25 | 25. Zij zullen daar geen ijdele
2895 56, 27 | 27. En zij die rechts zullen staan -
2896 56, 28 | 28. Zij zullen zich bevinden tussen
2897 56, 45 | 45. Voordien waren zij inderdaad in weelde (op
2898 56, 47 | 47. En zij plachten te zeggen: "Als
2899 56, 79 | niemand zal aanraken behalve zij die zich louteren. ~
2900 56, 91 | 91. Dan luidt het "Vrede zij u" van degenen aan de rechter
2901 57, 7 | erfgenamen heeft gemaakt. En zij onder u die geloven en besteden (
2902 57, 14 | Waren wij niet met u?" Zij zullen antwoorden: "Ja,
2903 57, 16 | nedergedaald is? En laten zij niet worden zoals zij die
2904 57, 16 | laten zij niet worden zoals zij die het Boek vóórdien ontvingen -
2905 57, 18 | worden, bovendien zullen zij een eervolle beloning ontvangen. ~
2906 57, 19 | 19. En zij, die in Allah en Zijn boodschappers
2907 57, 19 | in de ogen van hun Heer; zij zullen hun beloning en hun
2908 57, 19 | hun licht ontvangen. Maar zij die Onze boodschappen verwierpen
2909 57, 27 | Wij hun niet voor, maar zij vonden dit zelf uit om Allah'
2910 57, 27 | s welbehagen te zoeken. Zij namen dit echter niet in
2911 57, 29 | het Boek mogen weten, dat zij geen macht hebben over de
2912 58, 2 | baarden, - en voorzeker zij zeggen iets onbetamelijks
2913 58, 3 | en willen terugnemen wat zij zeiden, moeten hiervoor
2914 58, 3 | slaaf bevrijden voordat zij elkander aanraken. Dit is
2915 58, 4 | maanden vasten, voordat zij elkander aanraken. En wie
2916 58, 6 | zal Hij hun over alles wat zij deden, inlichten. Allah
2917 58, 6 | het opgetekend, terwijl zij het vergeten zijn. En Allah
2918 58, 7 | dat Hij met hen is, waar zij ook mogen zijn. Dan zal
2919 58, 7 | Opstanding mededelen wat zij deden. Voorzeker, Allah
2920 58, 8 | de boodschapper? En als zij tot u komen, groeten zij
2921 58, 8 | zij tot u komen, groeten zij u met een groet, waar Allah
2922 58, 8 | maar onder elkander zeggen zij: "Waarom straft Allah ons
2923 58, 8 | voor hen is de hel waarin zij zullen branden; en deze
2924 58, 14 | waarop Allah vertoornd was? Zij zijn noch de uwen noch de
2925 58, 14 | de uwen noch de hunnen, zij zweren bij de leugen tegen
2926 58, 15 | Slecht is inderdaad hetgeen zij doen. ~
2927 58, 16 | 16. Zij hebben van hun eden een
2928 58, 16 | eden een schild gemaakt en zij leiden anderen van het pad
2929 58, 17 | bewoners van het Vuur en zij zullen daarin vertoeven. ~
2930 58, 18 | allen zal opwekken, zullen zij tot Hem zweren zoals zij
2931 58, 18 | zij tot Hem zweren zoals zij dit tot u deden en zij zullen
2932 58, 18 | zoals zij dit tot u deden en zij zullen denken dat zij iets
2933 58, 18 | en zij zullen denken dat zij iets bereiken. Ziet toe,
2934 58, 18 | iets bereiken. Ziet toe, zij zijn zeker leugenaars. ~
2935 58, 19 | aan Allah doen vergeten. Zij behoren tot Satans partij.
2936 58, 22 | Laatste Dag geloven, terwijl zij iemand liefhebben die Allah
2937 58, 22 | rivieren stromen. Daarin zullen zij vertoeven. Allah heeft welbehagen
2938 58, 22 | heeft welbehagen in hen en zij hebben welbehagen in Hem.
2939 58, 22 | hebben welbehagen in Hem. Zij behoren tot Allah's partij.
2940 59, 2 | verbanning. Gij dacht niet dat zij zouden weggaan en zij dachten
2941 59, 2 | dat zij zouden weggaan en zij dachten dat hun vestingen
2942 59, 2 | Allah kwam tot hen, vanwaar zij Hem niet verwachtten, en
2943 59, 2 | schrik in hun hart, zodat zij hun huizen met hun eigen
2944 59, 4 | 4. Dat is omdat zij Allah en Zijn boodschapper
2945 59, 8 | zijn verdreven, terwijl zij de genade van Allah en Zijn
2946 59, 9 | hetgeen hun gegeven wordt, zij geven anderen de voorkeur
2947 59, 9 | boven zichzelf, al verkeren zij zelf in armoede. En wie
2948 59, 11 | gij de huichelaars gezien? Zij zeggen tegen hun ongelovige
2949 59, 11 | Maar Allah is getuige dat zij leugenaars zijn. ~
2950 59, 12 | 12. Als zij (de ongelovigen) verbannen
2951 59, 12 | met hen medegaan en als zij aangevallen zouden worden,
2952 59, 12 | aangevallen zouden worden, zouden zij hen nooit helpen. En indien
2953 59, 12 | nooit helpen. En indien zij hielpen zouden zij zeker
2954 59, 12 | indien zij hielpen zouden zij zeker op de vlucht slaan
2955 59, 12 | vlucht slaan en dan zullen zij niet geholpen worden. ~
2956 59, 13 | 13. Voorzeker zij hebben meer angst in hun
2957 59, 13 | voor Allah. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~
2958 59, 14 | 14. Zij zullen u niet bestrijden
2959 59, 14 | of achter muren, ofschoon zij onderling grote dapperheid
2960 59, 14 | dapperheid tonen. Gij denkt dat zij eensgezind zijn maar hun
2961 59, 14 | zijn verdeeld. Dat is omdat zij een volk zijn dat niet begrijpt. ~
2962 59, 17 | einde van beiden wezen, dat zij samen in het Vuur zullen
2963 59, 18 | ziel acht geven op hetgeen zij voor morgen voorbereidt.
2964 59, 19 | ziel heeft doen vergeten. Zij zijn de overtreders. ~
2965 59, 21 | aan de mensen voor opdat zij er over nadenken. ~
2966 59, 23 | Verheven is Allah boven hetgeen zij met Hem vereenzelvigen. ~
2967 60, 1 | vriendschap aan, hoewel zij de Waarheid die tot u is
2968 60, 2 | 2. Als zij de overhand over u krijgen
2969 60, 2 | overhand over u krijgen zullen zij als vijanden tegenover u
2970 60, 2 | tegenover u handelen, en zij zullen hun handen en tong
2971 60, 2 | kwaad te berokkenen, en zij wensen vurig dat gij ongelovigen
2972 60, 4 | degenen die met hem waren toen zij tegen hun volk zeiden: "
2973 60, 6 | 6. Voorzeker, zij zijn een goed voorbeeld
2974 60, 10 | beste. Als gij dan vindt dat zij gelovig zijn, zendt haar
2975 60, 10 | aan de echtgenoten) wat zij besteed hebben. En het is
2976 60, 10 | gij besteed hebt; en laten zij vragen om hetgeen zij besteed
2977 60, 10 | laten zij vragen om hetgeen zij besteed hebben. Dat is het
2978 60, 12 | trouw aan u afleggende: dat zij niets met Allah zullen vereenzelvigen,
2979 60, 12 | zullen vereenzelvigen, en dat zij noch zullen stelen, noch
2980 60, 12 | kinderen doden, noch laster die zij moedwillig hebben verzonnen,
2981 60, 13 | hetwelk Allah vertoornd is; zij wanhopen aan het Hiernamaals
2982 61, 4 | geordende gelederen, alsof zij een hechte muur vormen. ~
2983 61, 5 | boodschapper voor u ben?" En toen zij afdwaalden deed Allah hun
2984 61, 6 | duidelijke bewijzen zullen zij zeggen: "Dit is louter bedrog." ~
2985 61, 8 | 8. Zij wensen Allah's licht door
2986 61, 14 | gelovigen tegen hun vijand en zij werden overwinnaars. ~~
2987 62, 2 | wijsheid onderwijst, ofschoon zij voorheen in openbare dwaling
2988 62, 7 | 7. Maar zij zullen deze nooit wensen
2989 62, 11 | enig vermaak zien, gaan zij er haastig heen en laten
2990 63, 1 | huichelaars tot u komen, zeggen zij: "Wij getuigen dat gij inderdaad
2991 63, 2 | 2. Zij hebben hun eden tot een
2992 63, 2 | schild gemaakt; zo leiden zij mensen van Allah's weg af.
2993 63, 2 | Allah's weg af. Hetgeen zij doen is zeker slecht. ~
2994 63, 3 | 3. Dat is omdat zij het geloof omhelsden en
2995 63, 3 | zegel op hun hart gedrukt en zij begrijpen niet (meer). ~
2996 63, 4 | hun uterlijk u en indien zij spreken luistert gij naar
2997 63, 4 | spreken luistert gij naar hen. Zij lijken op aangeklede stukken
2998 63, 4 | aangeklede stukken hout. Zij denken dat ieder gerucht
2999 63, 4 | ieder gerucht tegen hen is. Zij zijn (uw) vijanden, neemt
3000 63, 4 | hen in acht. Allah's vloek zij over hen! Hoe ver zijn zij
1-500 | 501-1000 | 1001-1500 | 1501-2000 | 2001-2500 | 2501-3000 | 3001-3188 |